SAND-data Meterik (L245p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Meterik |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]L245p[/k][h]146[/h][i]145[/i][vw]j[/vw][t]vw[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=006] Komt deze zin voor in der dialect. Vertaal. Gisteren wandeldiede door het park. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Gisteren wandelde den door het park. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=018] Vertaal. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | Komt terug in nagesprek, seconde 1377 cd 2 | ||
informant | [a] Ze weet nie dat Marie gisteren dood is gegaan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin voor. Ze weet niet dat Marie gisteren dood is gegaan. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja das goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=022] Komt deze zin voor in euw dialect. Vertaal. Er wil niemand niet dansen. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 1392 cd 2 | ||
informant | [a=n] Dat is nie goed. Der wil niemand niet danse. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Betekent dit dat iedereen danst of dat niemand et doet. [/v] | |||
informant | [a] Ja andere kunne wel danse maar zie danst nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=023] Komt deze zin voor in euw dialect. Vertaal. Els wil niet danse en ze wil niet zinge ook niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is nie goed. Els die wil nie danse en ze wil ook nie zinge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 1430 cd 2 | ||
informant | [a] Niemand hee dat ooit gewild. [/a] | Informant vergeet laatste gedeelte van de zin '...of gekund' te vertalen | tagging | |
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook voor veur. Vertaal. Niemand haai dat ooit gekunne. [/v] | Hulpinterviewer vergeet element dat voor voltooid deelwoord 'gewild' staat af te vragen. | ||
informant | [a=n] Niemes haai dat gekost. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Vertaal. Jan had het hele brood wel willen op eten. [/v] | |||
informant |
[a] Jan haaiet ganse brood wel willen op ete. [/a]
haai et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Hoe gebruikelijk hee deze zin in euw dialect. Vertaal. Vertel maar niet wie zij had kunne roepe. [/v] | Hulpinterviewer vraagt zin af alsof het 'Hoe gebruikelijk is...'-zin is (maar dan zonder 'komt voor'-vraag), maar het is gewoon een vertaal-zin | ||
informant | [a] Vertel maar nie wie zij haai kunne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=028] Komt deze zin voor in euw dialect. Hoe gebruikelijk hee deze zin in euw dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie dat zij had kunne roepe. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 1567 cd 2 | ||
informant | [a=n] Vertel mi eens wie zij haai kunne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Kijk naar het plaatje en vul de zin aan. Marie en Piet wijze na _. [/v] | |||
informant | [a] Marie en Piet wijze na elkaar. Na iejen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Kijk naar het plaatje en vul de zin aan. Toon wast _. [/v] | |||
informant | [a] Toon was zich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] Een timmerman het gene nagel bij zich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] Kijk naar het plaatje en vul de zin aan. Fons zag een slang naast _. [/v] | Informante verstaat zin niet goed en begrijpt hem vervolgens verkeerd. Als de hulpinterviewer zelf alvast zinnen met 'zich' gaat opperen, gaat de vrouw wel akkoord maar het is onduidelijk of dit haar eigen, spontane antwoord zou zijn. | ||
informant | [a] Fons zag een slang. [/a] | |||
hulpinterviewer | Naast zich. | |||
informant | O naar zich toe kijke. Fons zag een slang naar zich toe kijke. | |||
hulpinterviewer | Naar zich zitte ofzoiets. | |||
informant | Of nevve zich zitte. | Informante verstaat zin niet goed en begrijpt hem vervolgens verkeerd. Als de hulpinterviewer zelf alvast zinnen met 'zich' gaat opperen, gaat de vrouw wel akkoord maar het is onduidelijk of dit haar eigen, spontane antwoord zou zijn. | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werke. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 1606 cd 2 | ||
informant | [a] Erik liet zich veur mij werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal. Johanna liet zich mee drijve op de golve. [/v] | |||
informant | [a] Johanna liet zich mee drijve op de wolke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal. Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=043] Vertaal. Jan heeft in twee minute een biertje gedronke. [/v] | |||
informant | [a] Jan hed in twee minute een bier gedronke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=044] Vertaal. Deze schoene lope gemakkelijk. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 1647 cd 2 | ||
informant | [a] Deze schoe dees schoen zijn heel gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook voor. Veur moet ik dan zegge. Dees schoen lope zich erg gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a=j] Dees schoen lope zich heel gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal. Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant | [a] Eduard der kent zichzelf heel goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=046] Komt deze zin ook voor in o dialect. Ward het gehoord datter fotoos van zichzelf in detalage staan. [/v]
dat er d etalage |
Hulpinterviewer presenteert vraag als 'komt voor'-vraag terwijl het om een vertaal-zin gaat. | ||
informant |
[a] ward het gehoord datter fotoos van zieneige in de etalage sta [/a]
dat er zien eige |
tagging | ||
informant |
ward haai gehoord datter fotoos va zieneige in de etalage stong
dat er zien eige |
|||
hulpinterviewer | [v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders wille. [/v] | |||
informant |
[a] Azzik zuinig leef da leef ik zoas mien elders dat wojje. [/a]
az ik zo as |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Assie nog drie jaar leeft dan leeftie langer as sie vader. [/a]
as ie leeft ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Vertaal. Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 1660 cd 2 | ||
informant |
[a] Asse zo gevaarlijk leeft dan leeftse nie lang meer. [/a]
as se leeft se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=059] Vertaal. Alset nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v]
als et |
|||
informant |
[a] Azzet nou nog leeft dan leefdet morgen ook nog. [/a]
az et leefd et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] As gi zo losbandig leeft dan leefde nooit zo lang as ik. [/a]
leef de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertaal. Als ze voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kindere. [/v] | |||
informant |
[a] Asse veur eur werk leve dan leve ze nie veur eur kinder. [/a]
as se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] As ge gezond leeft dan levede langer. [/a]
leve de |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=069] Vertaal. Alser zo weinig mensen van de landbouw leven dan levener veel meer mensen van werk in de fabriek. [/v]
als er leven er |
|||
informant |
[a] Aster zoveel mense van landbouw leve dan leveder veul meer mense van werk in de fabriek. [/a]
as ter zo veel leve der |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=070] Vertaal. Als Pieter en Liesje innet paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v]
in et |
|||
informant |
[a] As Pietje en Liesje innet paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/a]
in et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant | [a] As wi sober leve dan leve we gelukkig. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we eerlijk leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant | [a] As wi eerlijk leve dan leve we gelukkig. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef eens wat gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef eens wat minder bekrompen kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=075] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Ik vind dat iedereen moet kunne zwemme. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik ving dat iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Ik vind dat iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Die komt veur ja. Ik ving dat iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
commentaar | Informante antwoordt dat de zin voorkomt maar vertaalt toch in andere volgorde: 'a=n' | |||
hulpinterviewer | Moet zwemme kunne zegge ze niet. | |||
informant | Nee nee. Moet kunne zwemme. | |||
hulpinterviewer | [v=080] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Ik vind dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee das nie goed. Ik ving dat iedereen moet kunne zwemme. [/v]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=082] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Ik vind dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee das ook nie goed. Iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=084] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Ik vind dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Ook nie goed. Ik ving dat iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=086] Komt deze zin voor in o dialect. Ik weet dat Eddy morgen wil brood ete. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee das nie goed. Ik weet dat Elly brood moet ete. [/a]
da s |
|||
informant |
Ik weet dattie morgen brood moet ete wil ete.
dat ie |
|||
hulpinterviewer | Ik weet dat Eddy morgen brood wil ete ja. | |||
hulpinterviewer | [v=087] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Eddy moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is nie goed. Elly moet vroeg op sta. [/a] | |||
informant | Die moet vroeg kunne op sta. | |||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
informant | [a] Das goed. Ik denk dat Marie em zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=140] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Zitten hier nergens geen muize. [/v] | |||
informant | [a=j] Die komt in os dialect veur ja. Zitte hier nergens geen muis. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=146] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Hij spreekt niet goed geen Frans. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is nie goed. Hij spreekt nie goed Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Iedereen is geen vakman. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 1711 cd 2 | ||
informant | [a=n] Das nie goed. Niet iedereen is ene vakman. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=149] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Hij heeft overal geen vriende. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 1744 cd 2 | ||
informant |
[a=n] Das nie goed. Hi het gaar geen vriende. [/a]
da s |
|||
informant | Of nergens geen vriende kan ook. Hi het nergens geen vriende. | |||
hulpinterviewer | [v=137] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Hij wil geen soep niet meer ete niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is nie goed. Hij wil helemaal geen soep ete. [/a] | |||
informant | Of gaar geen soep kan ook. | |||
hulpinterviewer | [v=154] Komt deze zin voor in o dialect. Boeken het Jan drie. [/v] | |||
informant |
[a=n] Das nie goed. Jan he drie boek. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=156] Komt deze zin voor in o dialect. Jan weet dattie veur drie uur de wagen moet hebbe gemaakt. [/v]
dat ie |
|||
informant |
[a=j] Das goed. Jan weet dattie veur drie uur ziene wagen moet hebbe gemaakt. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=157] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dattij veur drie uur de wagen moet gemaakt hebbe. [/v]
dat ij |
Komt terug in nagesprek seconde 1786 cd 2 | ||
informant |
[a=n] Jan weet dattie veur drie uur ziene wagen klaar moet hebbe. Of gemaakt moet hebbe kan allebei. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer |
[v=160] Komt deze zin voor in o dialect. Jan weet dattij veur drie uur de wagen gemaakt moet hebbe. [/v]
dat ij |
|||
informant | [a=j] Das goed. Jan weet dattie veur drie uur de wagen gemaakt moet hebbe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=161] Komt deze zin voor in o dialect. Jan weet dattie veur drie uur de wagen gemaakt hebbe moet. [/v]
dat ie |
|||
informant | [a=n] Nee das fout. Nie hebbe moet maar gemaakt moet hebbe. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=188] Vertaal. Heb je genoeg mense om hooi vannet land te halen. [/v]
van et |
Komt terug in nagesprek seconde 1821 cd 2 | ||
informant |
[a] Hedde genoeg mense um hooi vannet land te hale. [/a]
he de van et |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=188] Komt deze zin voor. Vertaal. Hedde genoeg mense veuret hooi vannet land te hale. [/v]
he de veur et van et |
|||
informant |
[a=n] Hedde genoeg mense ummet hooi vannet land te hale. [/a]
he de um et van et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te kome werke. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 1861 cd 2 | ||
informant | [a] Et war schoon van Jan um te kome werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Komt deze zin voor. Veur moet ik dan zegge. Vertaal. Het was aardig van Jan veur te kome werke. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik vonget heel schoon van Jan um te kome werke. [/a]
vong et |
|||
hulpinterviewer | [v] Het was aardig van Jan um te kome te werke. [/v] | |||
informant | [a] Et war schoon van Jan um te kome werke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Het war schoon van Jan om kome te werke. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ja twas heel schoon van Jan um te kome werke. [/a]
t was |
|||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Dees ton is zwaar om te heffe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeure. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 1953 cd 2 | ||
informant | [a] Hi kan heel hard sta zanike. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal. Toen we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toen we daar kwame regendet. [/a]
regende t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Vertaal. Ik geloof daddik groter ben dan hij. [/v]
dad ik |
Komt terug in nagesprek seconde 2001 cd 2 | ||
informant | [a] Ik gelowe ik geloof dat ik groter ben as ij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 2011 cd 2 | ||
informant |
[a] Ze gelooft dattie eerder thuis is as ik. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Je geloof toch niet dat hij sterker is dan jij. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 2033 cd 2 | ||
informant |
[a] Gi geloof toch zeker niet dattij sterker is as ik. [/a]
dat ij |
Informante zegt 'as ik' terwijl in voorbeeldzin 'als jij' voorkomt | ||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze gelove dat wij rijker zijn dan zij. [/v] | |||
informant | [a] Ze gelove dat wij rijker zie dan zij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal. We gelove dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] Wij gelove dat gij lang zo slim nie ziet as wij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie gelove toch niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 2049 cd 2 | ||
informant | [a] Jullie gelove toch zeker nie dat zij armer zie as wij. [/a] | Informante zegt in antwoordzin '...as wij' ipv 'as jullie'. Later komt ze hier weer wel op terug (seconde 1960) maar ze zegt dan 'Jullie gelove toch zeker niet dat wij armer zie dan jullie', waarin het eerste 'wij' dus afwijkt van het 'zij' dat in de voorbeeldzin staat. | tagging | |
hulpinterviewer | As jullie. As jullie. | |||
informant | As jullie. | tagging | ||
informant | Jullie gelove toch zeker niet dat wij armer zie dan jullie. | Informante zegt 'dat wij armer zie dan jullie' ipv 'dat zij armer zie dan jullie' | ||
informant | Dat wij armer zie dan jullie. | |||
hulpinterviewer | Gullie gelove toch zeker nie dat wij armer zien as zij. | |||
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 2093 cd 2 | ||
informant | [a] Ik geloof dat Lisa even schoon is as Anna. [/a] | Informante zegt 'ik geloof' ipv 'u gelooft' dat in de voorbeeldzin staat. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn dan Geert en Peter. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 2105 cd 2 | ||
informant | [a] Ik geloof dat Louis en Geert sterker zie dan _. Hoe hete ze weer. As Peter. [/a] | Informante antwoordt met 'Ik geloof' terwijl er 'Hij gelooft' in de voorbeeldzin staat. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=227] Komt deze zin voor in o dialect. Hij slaapt. Hij doet. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 2142 cd 2 | ||
informant |
[a=j] Ja die komt veur. Hij slaapt ennie doet. [/a]
en ie |
Moeilijk te zeggen of informante strekking van de zin snapt: het lijkt erop of ze 'hij slaapt' en 'hij doet' als twee aparte, niet met elkaar samenhangende zinnen ziet. Geldt ook voor 228. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=228] Komt deze zin voor in euw dialect. Hij slaapt. Et doet. [/v] | |||
commentaar | Zie ook opmerking onder 227 (seconde 2040) | |||
informant | [a=n] Die komt voor hij slaapt. Hi doet. [/a] | |||
hulpinterviewer | Et doet. | |||
informant | Et doet et doet nee. Et doet dat is nie goed. Hi slaapt wel. | |||
hulpinterviewer | [v=243] Komt deze zin voor in o dialect. Slaapt hij. Ie doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Slaapt hij is goed maar et doet nie. [/a] | Zie ook opmerking 227 (seconde 2040). Informante zegt bovendien dat 'et doet' niet goed is, terwijl in deze voorbeeldzin 'ie doet' voorkomt. | ||
hulpinterviewer | [v=245] Komt deze zin voor in uw dialect. De lamp doet niet meer brande. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 2198 cd 2 | ||
informant | [a=n] Das nie goed. De lamp die brandt nie meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Brande doet de lamp nie meer. [/v] | |||
informant | [a=n] De lamp brandt nie meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Komt deze zin voor in o dialect. Doet Marie elke avond danse. [/v] | |||
informant |
[a=j] Die komt veur ja. Doet Marie iederenavond danse. [/a]
iedere n avond |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=247] Komt deze zin voor in u dialect. Doedegij et brood even snijde. [/v]
doe de gij |
Komt terug in nagesprek seconde 2242 cd 2 | ||
informant | [a=j] Dat is nie goed. Doedegij de weg even snijde. [/a] | Informante zegt dat zin niet goed is, maar dit komt omdat zij 'weg' ipv 'brood' gebruikt. Informante vertaalt zin echter gewoon met constructie zoals in de voorbeeldzin, dus 'a=j' | tagging | |
hulpinterviewer | [v=248] Komt deze zin voor in o dialect. Ik doe wel even de kopkes wasse. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik doe wel even de tasse uit wasse. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 2265 cd 2 | ||
informant | [a] Der jongen zien moeder is gisteren gestorve _. [/a] | |||
hulpinterviewer | Der jongen zien moeder die gisteren hertrouwd is. | |||
informant | [a] Der jongen zien moeder die gisteren getrouwd is stong achter mij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank waar ze op zate was net geverfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 2282 cd 2 | ||
informant | [a] Dee geld het moet mij maar wat geve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=260] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant |
[a=j] Wat denkde wie ik in de stad gezie heb. [/a]
denk de |
tagging | ||
informant |
Wat denkde gij.
denk de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=261] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wat denke jullie hoe ze het hebbe op gelost. [/v] | |||
informant |
[a=j] Wat denkde gij hoe dat zet hebben op gelost. [/a]
denk de ze t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=265] Komt deze zin voor in euw dialect. Vertaal. Hoe denk je hoe ze het hebbe op gelos. [/v] | |||
informant |
[a=n] Wat denkde hoe dat ze dat hebben op gelost. [/a]
denk de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=262] Komt deze zin voor in euw dialect. Vertaal. Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant |
[a=n] Wat denkde wie dat ik in de stad gezie heb. [/a]
denk de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=267] Vertaal. Hij heeft zijn hande gewasse. [/v] | |||
informant | [a] Hi het zen hand gewasse. [/a] | tagging | ||
commentaar | [meta][k]L245p[/k][h]146[/h][i]145[/i][vw]j[/vw][t]vw[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=267] Vertaal. Hij heeft zijn hande gewasse. [/v] | |||
informant | [a] Hi het zien hand gewasse. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=267] Komt deze zin ook voor. Hi het zich zien hande gewasse. [/v] | |||
informant | [a=n] Hi het zien hand gewasse. [/a] | |||
hulpinterviewer | Zich is der niet tusse. | |||
informant | Nee. Hi het zich zien hand gewasse nee. | |||
hulpinterviewer | [v=268] Vertaal. Hij heeft zijn hemd gewasse. [/v] | |||
informant | [a] Hi het zien hemd gewasse. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=271] Vertaal. Hij heeft zijn been gebroke. [/v] | |||
informant | [a] Hi het zien been gebroke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=296] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Zou hij dat gedaan hebbe gekund. [/v] | Hulpinterviewer vergeet 'Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect' te vermelden | ||
informant |
[a=n] Zouwie dat nee dat klopt nie. Zouwie dat is nie goed. Zouwie dat gedaan hebbe gekund. Zouwie dat klaar hebbe gekrege. [/a]
zou ie |
Informante geeft weliswaar dezelfde zin als de voorbeeldzin, maar volgens mij herhaalt ze de zin slechts en vindt ze hem niet goed: getranscribeerd als 'a=n' | ||
informant |
Hoe zouwie dat hebbe kunnen doen.
zou ie |
|||
hulpinterviewer | [v=297] Komt deze zin veur in o dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in o dialect. Vertaal. Zou hij dat gedaan gekund hebben. [/v] | |||
informant |
[a=n] Das nie goed. Zouwie dat geda hebbe. [/a]
zou ie |
|||
informant |
Hoe zouwie dat hebbe kunne doe.
zou ie |
|||
hulpinterviewer |
[v=305] Komt deze zin voor in o dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in o dialect. Vertaal. Zouwij dat doen gekund hebbe. [/v]
zou hij |
|||
informant |
[a=n] Das nie goed. Zouwie dat gekos hebbe. [/a]
da is zou ie |
|||
hulpinterviewer | [v=309] Komt deze zin voor in o dialect. Vertaal. Ik heb geen zin en voeren de koeie. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik heb gene zin um de koe te voere. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=316] Komt deze zin veur in o dialect. Vertaal. De politie zou bijjem kome en neme hem mee. [/v]
bij hem |
|||
informant |
[a=n] De politie zou bijjem kome ennem mee neme. [/a]
bij hem en em |
|||
hulpinterviewer | [v=317] Komt deze zin veur in o dialect. Vertaal. Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 2316 cd 2 | ||
informant | [a=j] Marie al heur koewe zien bij de overstroming verdronke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=319] Komt deze zin voor in o dialect. Dit denk ik niet aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat daar denk ik nog niet aan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Komt deze zin voor in o dialect. Die jongen zie ik mee naar de markt geweest. [/v] | |||
informant | [a=n] Der jong der zie ik mee naar de markt gewees. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=322] Komt deze zin voor in o dialect. Ik heb al de eerste drie somme gemaakt. De welke heddegij gemaakt. [/v]
he de gij |
|||
informant |
[a=n] Ik heb al de eerste drie somme gemaakt. Welke heddegij gemaakt. De is nie goed. [/a]
he de gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=323] Komt deze zin veur in o dialect. De wat voore heddegij weg gebracht. [/v]
he de gij |
|||
informant |
[a=n] Das nie goed. Welken heddegij weg gebracht. [/a]
he de gij |
|||
hulpinterviewer | [v=329] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik heb nog nooit iemand boos zien worde op deze jongen. Ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | Komt terug in nagesprek seconde 2379 cd 2 | ||
informant |
[a=n] Ik heb nog nooit iemand kwaad zie worre op der jongen. Ik geloof datsem allemaal wel aardig vinge. Wel schoon vinge. [/a]
dat se em |
|||
hulpinterviewer | [v=331] Komt deze zin veur in o dialect. Vertaal. Ik heb heel wat lope gedaan. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik heb heel wat lope geda nee die komt nie veur. Snie goed. Kheb heel wat af gelope. [/a]
ik heb |
|||
informant | Of ik heb mij wat af gelope. | |||
hulpinterviewer | [v=339] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Niemand mag het zie dus gij hoevet ook niet te zie. [/a]
hoef et |
|||
informant | Gij mag et ook nie zie. | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet zien mag. [/v] | |||
informant | [a] Niemand mag het zie dus ik ving dat gij het ook nie mag zie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=340] Vertaal. Het gebeurde toen je weg ging. [/v] | |||
informant | [a] Et gebeurde toen gij gingt. Toen gij weg gingt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=341] Vertaal. Ik weet waar je geboren bent. [/v] | |||
informant | [a] Ik weet waar gij geboren ziet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=342] Vertaal. Nu ge klaar bent mag gij gaan. [/v] | |||
informant | [a] Nou ge klaar ziet mag die ga. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=347] Komt deze zin veur in o dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in o dialect. Vertaal. Ik weet dat ij is gaan zwemmen. [/v] | |||
informant |
[a=j] Ik weet dattie is ga zwemme. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=875] Komt deze zin veur in euw dialect. Ik weet dattie is weeste zwemme. [/v]
dat ie |
|||
informant |
[a=j] Ik weet dattie is weeste zwemme dat is goed ja. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=350] Komt deze zin veur in euw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in euw dialect. Vertaal. Ik weet dat hij gaan zwemmenis. [/v]
zwemmen is |
|||
informant |
[a=n] Snie goed. Ik weet dat hi is gaan zwemme. [/a]
das nie |
|||
hulpinterviewer |
[v=351] Komt deze zin veur in euw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in euw dialect. Vertaal. Ik weet dat hij zwemmenis gaan. [/v]
zwemmen is |
|||
informant |
[a=n] Snie goed. Ik weet dat hij is gaan zwemme. [/a]
das nie |
|||
hulpinterviewer | [v=353] Komt deze zin veur in euw dialect. Vertaal. Wil je nog koffie Jan. Jaaik. [/v] | |||
informant |
[a=n] Wilde nog koffie Jan. Ja. Nee jaaik das nie goed nee. [/a]
wil de |
tagging | ||
informant |
Wildegij nog koffie Jan. Ja.
wil de gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=355] Komt deze zin veur in o dialect. Vertaal. Hebben ze gegete. Jaanze. [/v] | |||
informant | [a=n] Hebbe ze gegete. Wat der achter kwam was nie goed. Ja ze hebbe gegete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Hebbe ze gegete. Ja dat hebbe ze. | |||
informant | Jaanze dat is vreemd voor mij. Helemaal vreemd. | |||
hulpinterviewer | [v=364] Komt deze zin veur in euw dialect. Vertaal. Is hem dood. [/v] | |||
informant |
[a=n] Is nie goed. Issie dood. [/a]
is ie |
|||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de mens der ze geroepen hebbe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de mens die dat verhaal vertelde. Of het verteld. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dattet verhaal heeft verteld. [/v]
dat et |
|||
informant | [a] Dat is de mens dat ik denk dien het verhaal heeft verteld. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebbe. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de mens wat ik denk der ze geroepen hebbe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=387] Komt deze zin voor in uw dialect. Wanneer zal de wereldvrede kome. Nooit nie. [/v] | |||
informant | [a=j] Wanneer zal de wereldvrede kome. Nooits denk ik. Nooits nie. Ja nooits nie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Nooits nie da kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | Zou kunne. | |||
hulpinterviewer | [v=397] Vertaal. Et schijnt dat ze niets mag eten. [/v] | |||
informant | [a] Et schijnt dat ze niks mag ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=403] Vertaal. Et lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant |
[a] Et lijkt wel ofter iemes in den hof staat. [/a
of er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=459] Komt deze zin voor in euw dialect. Hij heet de bal gegooid in de mand. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hi het den bal inne mand gegooid. Niet gegooid in de mand. [/a]
in de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=485] Komt deze zin voor in euw dialect. Vertaal. Zal ik koken. Dat doe maar. [/v] | |||
informant | [a=n] Zal ik koke. Ja doe maar. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Dat doede maar.
doe de |
|||
informant | Dat doede maar of ja doe maar. | |||
hulpinterviewer | [v=486] Komt deze zin voor in euw dialect. Vertaal. Dat boek beloof mij dat je nooit meer zult verstoppe. [/v] | |||
informant | [a=n] Beloof mij dat gij dat boek nooit meer weg zult stoppe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=487] Komt deze zin veur in o dialect. Vertaal. Wat zeg mij dat je gekocht hebt. [/v] | |||
informant |
[a=n] Wat zegde wat gij gekocht het. [/a]
zeg de |
|||
hulpinterviewer | Wat zeg mij he. | |||
informant | O wat zegt mij. | |||
hulpinterviewer | Wat zeg mij dat je gekocht hebt. | |||
informant | Dat is gene goeie zin. | |||
informant |
Wat heddegij eigenlijk gekocht. Wat hedde gekocht.
he de gij he de |
|||
informant | Laat eens kijke wat ge gekocht het. | |||
hulpinterviewer | [v=495] Vertaal. Ik denk dat je veel weg zou moete gooien. [/v] | Hulpinterviewer zegt bij deze zin 'Vertaal' terwijl er 'Komt deze zin voor in uw dialect' en 'Hoe gebruikelijk is deze in uw dialect' gevraagd moet worden. Deze vraag komt terug in nagesprek seconde 2427 cd 2 | ||
informant | [a=n] Ik denk dat ge veul zult moete weg gooie. [/a] | Zie ook aantekeningen in transcriptieverslag | tagging | |
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat je veel zou weg moete gooie. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik denk dat ge veul weg moet gooie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. Ik denk dat je veel zou moete weg gooien. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik denk dat gi veul weg moet gooie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=512] Komt deze zin veur in uw dialect. Zoon ding ene heb ik nog nooit gezien. [/v] | |||
informant |
[a=n] Zoon ding heb ik nog nooit gezie. Maar ene hoorter niet in. [/a]
hoort er |
|||
hulpinterviewer | [v=515] Komt deze zin veur in o dialect. Gij bent ook ene rare ene. [/v] | |||
informant | [a=n] Gij ziet ook ene rare. Ene nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeke heb je gekocht. [/v] | |||
informant |
[a] Wat voor boek hedde gekocht. [/a]
he de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heeft je op de kermis gezien. [/v] | |||
informant |
[a] Wie hedde op de kermis gezie. [/a]
he de |
|||
hulpinterviewer | Wie het o op de kermis gezie. | |||
informant |
O wie het o oppe kermis gezie.
op de |
|||
hulpinterviewer | Ja wie heeft je he. | |||
informant |
Wie het o oppe kermis gezie.
op de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=047] Vertaal. Die aardappele schille niet gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Die petatte schille nie gemakkelijk. Die schille zich nie gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=048] Vertaal. De sneeuw smelt in de zon. [/v] | |||
informant |
[a] De sneeuw smelt inne zon. [/a]
in de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de deken naar zich toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook voor. Marie trok de deken naar der eige toe. [/v] | |||
informant |
[a=j] die komt veur ja marie trok de deken na eureige toe [/a]
eur eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=530] Komt deze zin voor in o dialect. Marie zeg dat gij Piet een boek hebt geprobeerd te verkope. [/v] | |||
informant | [a=n] Marie zeg dat gij Piet een boek nee dat klopt nie. Marie zeg dat gij geprobeerd het um Piet een boek te verkope. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=531] Komt deze zin veur in o dialect. Wim dach dat ik Els haai geprobeerd een cadeau te geve. [/v] | |||
informant | [a=n] Wim dach dat ik geprobeerd haai um Els een cadeau te geve. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=532] Komt deze zin veur in o dialect. Karel weet dat gij het geprobeerd Marie een boek te verkope. [/v] | |||
informant | [a=j] Karel weet dat gij het geprobeerd um Marie een boek te verkope. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [n][v=018] Kan u eens vertale. Ze weet niet dat Marie gisteren dood gegaan is. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet nie dat Marie gisteren is dood gega. Niet dood gegaan is maar is dood gega. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=022] Er wil niemand niet danse. [/v] | |||
informant | [a=n] Der wil niemand danse. [/a] | |||
veldwerker | Want daarstraks had u het vertaald der wil niemand niet danse. | |||
informant | [a=j] Der wil niemand niet danse. Dat kan ook maar der wil niemand danse. [/a] | |||
veldwerker | Kan dat ook. | |||
informant | Der wil niemand danse dan danst er niemand. | |||
veldwerker | En als u zegt der wil niemand niet danse. | |||
informant | Als gij vraagt um met mij te dansen he en gij vraagt nach een andere um te danse zeg je der wil niemand nie met mij danse. | |||
veldwerker | [v=025] Zou u eens kunne vertale. Niemand heeft dat gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand het dat gekos. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Kan u ook zegge niemand het dat gekunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Niemand het dat gekost. Dat had niemand gekost. [/a] | |||
veldwerker | [v=028] Zou u nog eens kunne vertale voor mij. Vertel mij eens wie dat zij had kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a=n] Vertel mij eens wie ze haai kunne roepe. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Kan u ook zegge vertel mij eens wie da ze haai kunne roepe. | |||
informant | Vertel mij eens wie dat ze haai kunne roepe. Nee. | |||
veldwerker | [v=040] Kan u nog eens vertale. Erik liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant | [a] Erik liet mij voor um werke. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=044] Kan u nog eens vertale. Deze schoene lope gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Deze schoe zie gemakkelijk. Deze schoe lope gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=057] Kan u nog eens vertale. Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] As zij zo gevaarlijk leeft dan leefte niet lang meer. [/a]
leeft te |
tagging | ||
veldwerker | [v=148] Kan u nog eens vertale. Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Niet iedereen is vakman. [/a] | |||
informant | [a=n] Niet iedereen is ene vakman. [/a] | |||
veldwerker | Omdat u vanochtend zei u nog dat u ook zou kunne zegge iedereen is gene vakman. | |||
informant | Iedereen is gene vakman nee zo noeme wij dat nie. Niet iedereen is ene vakman. | |||
veldwerker | [v=149] En kan u dan nog eens vertale. Hij heeft overal geen vriende. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij heet nergens geen vriende. [/a] | |||
veldwerker | En als de betekenis is dat hij heeft niet overal vriende dus op sommige plaatse. | |||
informant | Hij hed op heel veel plaatse geen vriende. | |||
informant | Hij hed op veul plaatse geen vriende. | |||
informant |
De meeste plaatse hettie geen vriende.
het ie |
|||
veldwerker | Maar als hij nu op de meeste plaatse wel vriende heeft en op een paar plaatse nie. | |||
informant | Hi hed niet overal vriende. | |||
veldwerker | [v=157] Kan u nog eens vertale. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben. [/v] | |||
informant |
[a=n] Jan weet dattie veure drie uur de wagen klaar moet hebbe. Of gemaakt moet hebbe. [/a]
dat ie |
|||
veldwerker |
[v=188] Kan u nog eens vertale. Heb je genoeg mense om hooi vannet land te hale. [/v]
van et |
|||
informant |
[a] Hedde zat mense ummet hooi vannet land te hale. [/a]
he de um et van et |
tagging | ||
veldwerker |
[v] Kan u ook zegge hedde zat mense veuret hooi vannet land te hale. Veur in plaats van um. [/v]
he de veur et van et |
|||
informant |
[a=n] We hebbe zat mense veuret hooi vannet land te hale. Um. Um zegge wij. Nee nie veur. [/a]
veur et van et |
|||
informant | We zegge dan wel we hebbe der zat mense veur. | |||
informant |
Der zie zat mense veur um dat hooi vant land te hale.
van et |
|||
veldwerker | [v=189] Kan u nog eens vertale. Het was aardig van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant | [a] Et war schoon van Jan um te kome werke. [/a] | |||
veldwerker | [v] Kan u daar zegge et war schoon van Jan veur te kome werke. [/v] | |||
informant | [a=n] Et war schoon van Jan veur te kome werke. Nee. Um te kome werke. [/a] | |||
veldwerker | [v] Kan u zegge et was schoon van Jan om kome te werke. [/v] | |||
informant |
[a=j] Et war schoon van Jan um kome te werke. Ja das goed. [/a]
da is |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Dattie kwam werke.
dat ie |
|||
informant |
Kan ook. Et war schoon dattie kwam werke.
dat ie |
|||
veldwerker | [v] En kan u zegge et war schoon van Jan om te kome te werke. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Et war schoon van Jan um te kome werke. [/a] | |||
veldwerker | En um te kome te werke. | |||
informant | Nee um te kome te werke nee. Um te kome werke. Dat te moet weg. | |||
veldwerker | [v=199] Kan u eens vertale in het Horster. Hij staat te zeure. [/v] | |||
informant | [a] Hi staat te zanike. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=198] En kan u eens vertale. Hij kan staan zeure. [/v] | |||
informant | [a] Hi kan staan zeure is nie goed. Hi stong te knooie. [/a] | |||
veldwerker | Hi kon staan knooie. | tagging | ||
informant | Ja. | |||
informant |
Hij bleef aant knooie.
aan et |
|||
veldwerker | [v] En kan u zegge hij kon staan te knooie. [/v] | |||
informant | [a=j] Hi stong toch hi kos sta te knooie. Dikwijls sta te knooie. Ja dat kan wel ja. [/a] | |||
informant | E GELOOF | |||
veldwerker |
[v=215] Kan u nog eens vertale voor mij. Kgeloof dat ik groter ben dan hij. [/v]
ik geloof |
|||
informant | [a] Ik geloof dat ik groter ben as hij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=216] Kan u nog eens vertale. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/v] | |||
informant | [a] Ze gelooft dat hij eerder thuis is as ik. [/a] | Informante zegt 'hij' ipv 'jij'. Veldwerker vraagt daarna wel of 'hij' 'gij' is en informante beaamt dit. | tagging | |
veldwerker | En hij is gij. | |||
informant | Ja. | |||
veldwerker | [v=217] Kan u nog eens vertale. Je gelooft toch niet dat hij sterker is dan jij. [/v] | |||
informant | [a] Gi geloof toch niet dat hij sterker is as ik. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Sterker is dan jij. | |||
informant | [a] Sterker is dan gij. [/a] | |||
veldwerker | [v=220] Kan u nog eens vertale. Jullie gelove toch niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | |||
informant | [a] Gi geloof toch zeker niet dat zij armer zie dan gij. Jullie wij praten nie van jullie. [/a] | tagging | ||
informant | Jullie prate wij nie. Wi zegge van gij en mij en hij. | |||
veldwerker | [v] En kan u eens vertale ik ben groter dan hij. [/v] | |||
informant | [a] Ik be groter as hij. [/a] | |||
veldwerker | [v=221] En kan u dan nog eens vertale. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Gij geloof dat Lisa even schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=222] En kan u nog eens vertale. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn dan Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft dat Louisa en Jan sterker zie dan Geert en Peter. [/a] | tagging | ||
veldwerker | U zegt sterker zien dan Geert en Peter. Zou u ook kunne zegge sterker zien as Geert en Peter. | |||
informant | Sterker zien dan. | |||
informant | As Geert dat kan wel maar dan zegge wij. | |||
veldwerker | [v=227] Nog even nog die hij slaapt en hij doet. Dus apart kome die zinnetjes voor. Maar as ze nu een situatie is waarin dat daar iemand ligt te slape en ik zeg hij slaapt en iemand anders zegt hij doet. [/v] | |||
informant | Hij slaapt. Hij doet. | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Nee nee. Hij slaapt. Hij doet nie. | |||
veldwerker | [v=245] Kan u nog eens vertale. De lamp doet niet meer brande. [/v] | |||
informant | [a=n] De lamp brandt nie meer. [/a] | |||
veldwerker | U zou nie zegge de lamp doet niet _. | |||
informant | Nee nee. Die lamp brandt nie meer. | |||
veldwerker |
[v] En kan u zegge. Der zit nog wel een lamp in maar brande doetie lamp nie meer. [/v]
doet ie |
|||
informant | [a=n] Der zit nog een lamp in maar ze brandt nie meer. [/a] | |||
veldwerker |
Maar u zegt nie maar brande doetie nie meer.
doet ie |
|||
informant | Nee dat zegge we niet. | |||
veldwerker | [v=247] Kan u eens vertale in het Horsters. Doe het brood even snijde. [/v] | |||
informant | [a=j] Doet de weg maar even snije. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=249] Kan u nog eens vertale. Ik zie de jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is. [/v] | |||
informant | [a] Ik zie der jong waar de moeder gisteren van hertrouwd is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=259] Kan u nog eens vertale. Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
informant | [a] Dee geld het moet mij maar wat geve. [/a] | |||
veldwerker | [v] U zegt der geld het. Kan u ook zegge wer geld het. [/v] | |||
informant | [a=n] Wie geld het nee wi zegge dee geld het. Dee geld het dee geefet maar aan mij. [/a] | |||
veldwerker | geef et | |||
veldwerker | [v=317] Kan u nog eens vertale. Marie al haar koeie zijn verdronke bij de overstroming. [/v] | |||
informant |
[a=j] Marie aller koewe. Maries eur koewe aller koewe Marie aller koewe zie verdronke bij de overstroming. [/a]
al eur |
Later (seconde 2367 en 2371) toch 'a=n' | ||
veldwerker | Maar u kan wel zegge Marie al heur koe. | |||
informant |
Marie aller koewe ja.
al heur |
|||
veldwerker | Kan u dat ook zegge. | |||
hulpinterviewer | Alle koewe van Marie zie verdronke. | |||
veldwerker | Maar et gaat hier om Marie al heur koewe. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Alle koewe van Marie zie verdronke. Maar nie Marie aller koewe. [/a] | |||
informant | [a=n] Marie aller koewe nee dat zegge ze ook niet. [/a] | |||
veldwerker | [v=329] Kan u nog eens vertale. Ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik geloof datse deze jongen allemaal wel schoon vinge of wel aardig vinge. [/a]
dat se |
|||
veldwerker | Zou u kunne zegge ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | Nee. | |||
veldwerker | [v=495] Kan u nog eens vertale. Ik denk dat je veel zou moete weg gooie. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik denk dat ge veul moet weg gooie. [/a] | tagging | ||
veldwerker | En as er zou nog tusse moet. | |||
informant | Veel zal moete weg gooie nee. Ik denk dat ge veul moet weg gooie. | |||
hulpinterviewer | Zut moete weg. | |||
informant | Nee ik denk dat gi veul moet weg gooie. | |||
veldwerker | [v] En ik denk da ge veel weg zut moete gooie. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee zo zegge wi dat nie. Ik denk dat gi veul moet weg gooie. [/a] | |||
veldwerker | [v] En ik denk dat gi veel zult weg moete gooie. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik denk dat gi veul moet weg _. Nee zo zegge wi dat nie. [/a][/n] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
039 | Fons zag een slang naast ... | Toen Fons een slang naast... zag liep hij hard weg. |
komt voor
: j vorm: neven em |
039 | Fons zag een slang naast ... | Toen Fons een slang naast... zag liep hij hard weg. |
komt voor
: j vorm: neven zich |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
komt voor
: j |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: wie zijn |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: die zijn |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: waar zijn moeder van |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: waarop |
267 | Hij heeft zijn handen gewassen | als zonder reflexief vertaald, vragen of de variant met 'zich' ook kan voorkomen. Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen. Als 'zich' voorkomt dan 'zijn handen' en 'de handen' afvragen. |
vorm: sien hand |
267 | Hij heeft zijn handen gewassen | als zonder reflexief vertaald, vragen of de variant met 'zich' ook kan voorkomen. Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen. Als 'zich' voorkomt dan 'zijn handen' en 'de handen' afvragen. |
vorm: sich de hand |
352 | Ik weet dat hij zwemmen gaan is | In dialecten waar verplicht 'te' optreedt, aan hulpinterviewer ook zin vertaling vragen van: 'Ik weet dat hij het heeft willen verkopen'. Indien andere volgorde-restricties dan de zin met 'gaan', beide opnemen als 'komt voor'-vraag.; Voorkomende volgordes rangschikken naar gebruikelijkheid |
komt voor
: n vorm: dat hij is gaan zwemmen |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: n vorm: wat ik denk die |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: j |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: j |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n vorm: geen een |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
489 | Ik vind dat Jan beter de dokter kon geroepen hebben. |
komt voor
: n vorm: haij kunnen roepe |
|
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n opmerking: helemaal nix |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n vorm: geen een boek |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: jan rookt nie meer |
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor (2): n vorm: weette gij ge opmerking: twijfel over interpretatie... |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor (2): n vorm: wette gij |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wij opmerking: andere betekenis.. |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: we opmerking: andere betekenis.. |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
vorm: weette gij |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: ge weet |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: dage |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: ziet |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: elkaar |
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: sich |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: bij sich |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: bij um |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j vorm: doar |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n vorm: of dat er enne hond in deze kast zit |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j vorm: of dat doar |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: asgij left lef |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: asiederen |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: as af en toe |
758 | Jullie geloven datst jullie eerder this zijn dan ik. | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: j opmerking: niet gebruikelijk |
759 | Jullie geloven datst eerder thuis zijn dan ik | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n vorm: dat gij |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: k gaij |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaij ik |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ge goat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat e |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: gij goat |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: goade gij |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij geht |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geht ie |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: se geht |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geht se |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t geht |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geht t |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: we goa |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goawe |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gaat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaade |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: se goa |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa se |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaat |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingde gij |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gingt |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gingt |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging gij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingde gij |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: sij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging t |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wijginge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingde gij |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gingt |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge wij |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: se ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j vorm: wie dat er aan de deur was |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j vorm: wie ofter aan de deur was, kan wel niet gebruikelijk |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: den |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n vorm: den |
|
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n vorm: den |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: den |
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: den |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: den die |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: wat ik denk die |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: wat denk ik die |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n vorm: moet kunnen zien |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: n vorm: aan het wegsmijten |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j vorm: sta te zanike |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n vorm: ben |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: such |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: sich |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut