Handleiding DynaSAND

Inhoud [toon]

1. Introductie

De Dynamische Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten (DynaSAND) is een on-line tool voor taalkundig onderzoek. DynaSAND bestaat uit een database, een zoekmachine, een cartografische component en een bibliografie dialectsyntaxis. De gegevens in de database zijn primair verzameld voor onderzoek naar syntactische en morfosyntactische microvariatie. Omdat de transcripties van het veldwerk direct gekoppeld zijn aan de bijbehorende spraakfiles kan het materiaal ook gebruikt worden voor fonologisch en fonetisch onderzoek.

Onderzoekers kunnen vrijelijk gebruik maken van het materiaal in deze database op voorwaarde dat zij in publicaties en lezingen de volgende bronverwijzing gebruiken: Barbiers, S. et al (2006). Dynamische Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten (DynaSAND). Amsterdam, Meertens Instituut. URL: http://www.meertens.knaw.nl/sand/.

2. Database

In de database zitten de gegevens van drie interviewrondes die gehouden zijn in het kader van het VNC-project Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten (SAND; 2000-2004; voor uitgebreide beschrijving, zie Barbiers, S., L. Cornips, J.P. Kunst (2006). The Syntactic Atlas of the Dutch Dialects (SAND): A corpus of elicited speech as an on-line Dynamic Atlas. In Beal, J.C., K.P. Corrigan and H. Moisl (eds.) Models and Methods in the Handling of Unconventional Digital Corpora. Volume 1: Synchronic Corpora. Hampshire: Palgrave-Macmillan).

Het SAND-onderzoek heeft zich vooral geconcentreerd op variatie in vier empirische domeinen: de linkerperiferie van de zin, pronominale verwijzing, negatie en kwantificatie, de rechterperiferie van de zin. De gebruiker zal vooral maar zeker niet uitsluitend gegevens aantreffen over de volgende verschijnselen: voegwoorden, voegwoordvervoeging, voegwoordverdubbeling, subjectpronomina, subjectverdubbeling, subjectclitisering op ja/nee, reflexieven en reciproken, vraagwoordverdubbeling, relativisering, topicalisatie, werkwoordvervoeging, werkwoordsclusters en clusterdoorbreking, positie finiete werkwoorden, morfosyntaxis van niet-finiete werkwoorden, negatie, negatiepartikel en negatie concord.

De eerste interviewronde, een pilot study, werd gehouden in 2000. Het was een schriftelijke enquête waarin 393 testzinnen werden voorgelegd aan informanten van het Meertens Instituut in 321 plaatsen in Nederland en België, met in de meeste plaatsen één informant. Deze groep informanten was niet gecontroleerd voor sociale variabelen. De informanten moesten beoordelen of de testzin in hun dialect voorkwam, danwel de testzin vertalen of aanvullen. Doel van deze pilot study was een eerste indruk te krijgen van de syntactische variatie in de dialecten van het Nederlands en de distributie daarvan over het taalgebied.

De tweede interviewronde was een mondelinge enquête gehouden in 2001-2002 in 267 locaties verspreid over Nederland, België en Frans-Vlaanderen, met in elke locatie minimaal twee informanten. Dit waren meestal andere informanten dan die van de schriftelijke enquête. De informanten van de mondelinge enquête moesten voldoen aan de volgende criteria: geboren en getogen in de plaats van het interview, evenals hun ouders; niet langer dan 7 jaar weg zijn geweest; tussen 55 en 70 jaar oud; geen hogere opleiding; actief gebruiker van het dialect in minstens één sociaal domein. In Nederland was één van de informanten de interviewer en hield de veldwerker zich zoveel mogelijk afzijdig. Het interview kon daardoor geheel in het dialect plaatsvinden, zodat de kans op accomodatie werd gereduceerd. In België was de veldwerker de interviewer. Deze stelde zijn vragen in regiolect aan de twee informanten. In totaal waren er in deze ronde 456 testzinnen. De interviews duurden zo'n anderhalf uur. Gemiddeld werden er per interview ongeveer 100 zinnen voorgelegd. Informanten moesten beoordelen of een testzin in hun dialect voorkwam, de zin vertalen of aanvullen. Er is een kernverzameling van testzinnen die in alle locaties is voorgelegd. Er zijn ook testzinnen die in een beperkt aantal plaatsen zijn voorgelegd. Zie verder par. 3.2.2.1.

De derde interviewronde was een telefonische enquête gehouden in 2003 onder de informanten uit de mondelinge enquête in 246 locaties. In totaal werden in deze ronde 331 zinnen voorgelegd. Dit waren gedeeltelijk zinnen die ook in de mondelinge enquête waren voorgelegd maar toen geen of geen duidelijk antwoord hadden opgeleverd. Daarnaast bevatte de telefonische enquête een aantal nieuwe zinnen die nodig waren om een completer beeld te krijgen van bepaalde verschijnselen.

3. Zoekmachine

Het openingscherm en de navigatiebalk bieden de volgende zoekopties:

Zoeken (3.1)

Interviews doorzoeken met één of meer woord(en), tags, lemma's, zinsnummer en plaatscode. Het resultaat van een zoekopdracht is een lijst met vragen/antwoorden uit de interviews. De zinnen in het resultaat zijn voorzien van een plaatscode, het zogenaamde kloekenummer. Deze plaatscode maakt het mogelijk op een kaart te laten zien in welke plaatsen een verschijnsel voorkomt (zie hfd. 4). Als u wilt zoeken op testzin of plaats maar u kent het zins- of kloekenummer niet, begin dan met de opties Zoeken met testzinnen (par. 3.2) of Zoeken met locaties (par. 3.3). Dat is ook aan te bevelen als u geen idee hebt wat voor data er in de database zitten.

Testzinnen (3.2)

Gebruik deze optie als u op zoek bent naar specifieke syntactische verschijnselen maar u weet niet of deze verschijnselen in de interviews getest zijn. Met deze optie kunt u een lijst oproepen van alle in de interviews gebruikte testzinnen met bijbehorende zinsnummers. Het is mogelijk testzinnen te selecteren met behulp van tekststrings of trefwoorden. Met de geselecteerde testzinnen kunt u de interviewdata doorzoeken. Bij elke testzin kunt u achtergrondinformatie oproepen. Door te klikken op een testzin krijgt u een overzicht van de resultaten van die testzin.

Locaties (3.3)

Gebruik deze optie als u geïnteresseerd bent in het dialect van bepaalde plaatsen of provincies. U kunt hier een overzicht oproepen van alle locaties waar een interview gehouden is, met bijbehorende plaatsnaamcodes. U kunt locaties selecteren en met deze selectie de interviewdata doorzoeken. U kunt ook de interviews per locatie bekijken.

Zoekresultaten (3.4)

Zoeken in de zoekresultaten die bij eerdere zoekacties zijn opgeslagen.

Kaarten (4.1)

Zoeken in eerder opgeslagen kaarten. De data op basis waarvan de kaarten zijn getekend zijn via de kaarten terug te vinden.

Kartering (4.2)

Het resultaat van een zoekopdracht is een lijst met vragen en antwoorden waarin een bepaald syntactisch verschijnsel zich voordoet. Elk vraag-antwoordpaar is voorzien van een plaatscode (kloekenummer). Deze plaatscode maakt het mogelijk op een kaart te laten zien in welke plaatsen het verschijnsel voorkomt. Het is ook mogelijke meerdere verschijnselen op een kaart af te beelden en zo mogelijke correlaties in beeld te brengen.

Invoer Kloekenummers (4.3)

De cartografische component van deze applicatie kan ook los van de database gebruikt worden. Met deze optie kan een lijst met plaatscodes (kloekenummers) worden ingevoerd die vervolgens kan worden gekarteerd.

Bibliografie dialectsyntaxis (5)

Zoeken in de SAND-bibliografie (dec. 2005: 1393 titels) met behulp van trefwoorden en tekststrings.

Interfacetaal: Nederlands of Engels

Keuze van interfacetaal: Nederlands of Engels. De interviews zullen in de toekomst worden voorzien van Engelse glossen.

3.1 Zoeken Algemeen

3.1.1 Inleiding

Kies een van de Zoekopties uit het beginscherm of uit het zoeken-menu. U heeft de keuze uit drie enquêtes (de schriftelijke, mondelinge of telefonische enquête: zie hoofdstuk 2 voor achtergronden). Klik zoek op data onder de gewenste enquête om naar de corresponderende zoekpagina te gaan. In de mondelinge interviews kunt u ook op tags of lemma's zoeken.

3.1.2 Zoeken in mondelinge interviews

Kies zoeken op Data, Tags of Lemma's.

3.1.2.1 Zoeken op data
  • Zoeken op data kan geschieden door het invoeren van één of meer zinsnummers. Als u gebruik hebt gemaakt van optie 3.2.2.4 (Zoeken met één of meer testzinnen) dan zijn de door u geselecteerde zinsnummers in dit scherm reeds ingevuld. Als onbekend is welke zinnen corresponderen met de zinsnummers, kies dan de optie Zoeken met testzinnen (3.2). Als resultaat van zoeken op zinsnummer krijgt u alle vragen en antwoorden die horen bij het betreffende zinsnummer. Zie 3.1.2.4 voor een beschrijving van het resultaatscherm.
  • Het zoeken kan beperkt worden tot één of meer locaties door het invoeren van plaatscodes (Kloekenummers). Als u gebruik hebt gemaakt van de optie 3.3.2.3 (Zoeken met één of meer locaties) dan zijn de door u geselecteerde locaties in dit scherm al als kloekenummers ingevuld. Bent u onbekend met de plaatscodes kies dan de optie Zoeken met locaties (3.3).
  • Zoeken op data kan ook door het invoeren van één of meer woorden die in de testzinnen of in de antwoorden voorkomen. In het vak na tekst kunt u deze tekststrings invoeren, met gebruikmaking van wildcards. U kunt ook aangeven of u alleen naar hele woorden wilt zoeken en of u de resultaten wilt beperken tot alleen de vragen of de antwoorden.
  • In het vak na commentaar kunt u woorden invoeren waarvan u vermoedt dat ze door veldwerker of transcribent als commentaar aan het materiaal zijn toegevoegd. Bijvoorbeeld: invoeren van het woord 'onzeker' geeft als resultaat alle commentaren die het woord onzeker bevatten.
  • In de interviews is gebruik gemaakt van verschillende typen vragen: Vertaalvragen, Komt-voor-vragen etc. Het is mogelijk uitsluitend te zoeken op de antwoorden op komt voor vragen door in het betreffende menu 'bevestigend', 'ontkennend' of 'bevestigend of ontkennend' te selecteren. Om te achterhalen of een testzin is voorgelegd als Komt-voor-vraag, kies Zoeken met testzinnen (3.2.2.1).
  • Alle zoekacties of combinaties van zoekacties kunnen worden beperkt tot plaatsen, provincies of landen door onder in het zoekscherm een selectie te kiezen.
3.1.2.2 Zoeken op tags

Met deze optie kunt u zoeken met één of meer woordsoorten en kenmerken van woordsoorten. Als resultaat krijgt u alle zinnen waarin deze categorieën voorkomen. Zie par. 3.1.2.4 voor een beschrijving van het resultaatscherm. Zie voor een lijst van de gebruikte afkortingen: afkortingen.

[NB: December 2005 zijn nog niet alle data voorzien van tags. Een lijst van getagde zinnen wordt nog aan de zoekmachine toegevoegd.]

  • Selecteer boven in het scherm met hoeveel woordsoorten u wilt zoeken en klik op wijzig. Als u hier niets doet wordt er op één woordsoort gezocht. Voorbeeld: Als u alle zinnen wilt die een voegwoord bevatten met daarna een persoonlijk voornaamwoord dan kiest u hier: 2
  • Op de volgende regel kunt u specificeren op welke woordsoorten u wilt zoeken. In het voorbeeld hierboven kiest u in het menu na 1 C (= voegwoord) en na 2 kiest u PRON (= persoonlijk voornaamwoord).
  • Met de knop attributen kunt u de kenmerken van de door u gezochte categorie specificeren. Als u bijvoorbeeld alleen declaratieve onderschikkende voegwoorden wilt met een uitgang -e dan kiest u bij INFL -e, bij TYPE subord en bij MOD decl. Klik op Specificeer als u klaar bent met de specificatie van de gezochte categorie.
  • U kunt ook aangeven dat twee of meer door u gezochte categorieën direct naast elkaar moeten staan in de te vinden zinnen door het vakje na 'adjacent aan volgende' aan te vinken
  • Het is mogelijk het zoeken met tags te beperken tot bepaalde zinnen of plaatsen. Kent u de gewenste zinnen of plaatsen niet, kies dan eerst de optie Zoeken met testzinnen (3.2) of de optie Zoeken met locaties (3.3).
  • Boven in het scherm is het mogelijk te kiezen voor zoeken met opgeloste of niet opgeloste clusters. Met clusters wordt hier bedoeld één of meer pronomina die in de spraak vastgeplakt zitten aan een ander woord. Voorbeeld: 'daketem' voor 'dat ik het hem'. In de transcripties van de mondelinge interviews wordt zowel het cluster als het opgedeelde cluster weergegeven. Met kan hier dus kiezen voor zoeken in opgedeelde en niet opgedeelde clusters.
3.1.2.3 Zoeken op lemma's

Met deze optie kunt u van een bepaald woord (het lemma) alle vormen die in de interviews voorkomen opzoeken. Bijvoorbeeld: als u het woord 'vertellen' invoert na Lemma krijgt u alle zinnen met 'vertel', 'vertelt', 'verteld' etc. Zie verder paragraaf 3.1.2.4. Ook in deze optie kunnen beperkingen als zinsnummer, plaats, provincie etc. worden ingevoerd.

[NB: De lemma's zijn automatisch toegekend met een tagger die getraind is voor Standaardnederlands. December 2005 zijn foutief toegekende lemma's nog niet gecorrigeerd.]

3.1.2.4 Resultaatscherm

De schermen waarin de resultaten van zoeken op data, tags of lemma's worden weergegeven hebben dezelfde basisstructuur. Er verschijnt een lijst met transcripties. Voor elk getranscribeerde fragment staat een vakje, de plaatscode (kloekenummer) en plaats, en wie van de deelnemers aan het interview dit fragment gezegd heeft. Na elk fragment vindt u drie links:

  • Door klikken op context krijgt u de relevante context van het fragment.
  • Door klikken op tagging krijgt u de getagde versie van het fragment.
  • Door klikken op het luidsprekericoon sound krijgt u de bij het fragment horende spraak.

Opties

  • Selectie maken uit de gevonden fragmenten om de geografische spreiding af te beelden op een kaart. Voorbeeld: U wilt op een kaart weergeven in welke dialecten het woord 'ie' voorkomt als persoonlijk voornaamwoord 2 enkelvoud. U hebt daarom als zoekwoord 'ie' ingevoerd. U krijgt nu relevante en irrelevante fragmenten: naast de dialecten die inderdaad 'ie' in plaats van Standaardnederlands 'je' hebben krijgt u ook fragmenten met 'ie' als derde persoons pronomen. U hebt de volgende mogelijkheden om hieruit de voor u relevante fragmenten te selecteren:
  • Vink het hokje aan voor elk fragment waarin het relevante verschijnsel voorkomt.
  • Vink het hokje aan voor elk fragment waarin het relevante verschijnsel niet voorkomt, en klik vervolgens in de blauwe balk op keer om. Nu worden alle plaatsen aangevinkt waarin het verschijnsel wel voorkomt.
  • Als u zeker weet dat alle fragmenten relevant zijn, klik dan in de blauwe balk op alles.
  • Sla de geselecteerde fragmenten met plaatscodes en alle overige informatie op door in de blauwe balk te klikken op sla op. U kunt desgewenst in het vak ernaast de naam van de opgeslagen gegevens wijzigen. De opgeslagen gegevens zijn terug te vinden via Zoekresultaten (zie par. 3.4). Voor kartering van de opgeslagen fragmenten, zie hfd. 4. Wilt u direct een ruwe kaart van de gemaakte selectie, klik direct boven de blauwe balk op toon kaart (snel).
  • Als u de geselecteerde plaatscodes wilt exporteren of in een ander scherm wilt invoeren zonder de bijbehorende fragmenten: Kies in de blauwe balk vul lijst en er verschijnt onder de fragmentenlijst een lijst met geselecteerde kloekenummers. Deze kunnen met copy and paste elders worden gebruikt.
  • Verder zoeken in gevonden kloekenummers. Als u deze optie boven in het scherm aanklikt selecteert u de plaatscodes (= kloekenummers) van alle gevonden fragmenten. U keert automatisch terug naar het Zoekscherm en vindt daar de betreffende plaatscodes reeds ingevuld. Het is mogelijk het verder zoeken te beperken tot mondelinge/schriftelijke/telefonsiche interviews en tot zoeken met data, tags of lemma's. NB: Als u wilt verder zoeken in de kloekenummers die u zelf geselecteerd hebt uit de gevonden fragmenten, moet u die selectie eerst opslaan (zie verder hfd. 4).
  • Zoeken binnen dit resultaat. Als u deze optie boven de blauwe balk aanklikt zoekt u verder in alle gevonden fragmenten. U keert automatisch terug naar het zoekscherm. NB: Als u verder wilt zoeken in de fragmenten die u geselecteerd hebt uit de gevonde fragmenten, dient u de selectie eerst op te slaan (zie verder hfd. 4).
3.1.2.5 Zoeken met (dialect)syntactische variabelen

Klik in het openingsscherm of de navigatiebalk op Syntactische variabelen en er verschijnt een lijst met alle onderzochte syntactische verschijnselen. Door op een bepaalde syntactische variabele te klikken komen alle resultaten tevoorschijn die van toepassing zijn op dat specifieke verschijnsel. In het midden van het scherm zijn de antwoorden op een testzin per locatie weergegegeven. Door naar beneden te scrollen kunnen alle locaties gevonden worden waar de testzin een antwoord heeft opgeleverd, inclusief de antwoorden van de informanten op de betreffende testzin.
De zoekresultaten kunnen worden gespecificeerd op resultaten van de mondelinge enquête, de telefonische enquête of de schriftelijke enquête.
Door op Toon kaart te klikken wordt een kaart gegenereerd waarop de resultaten van de bevraagde testzin zijn weergegeven.
U kunt de vertalingen beluisteren door de luidspreker rechts van de antwoordzin aan te klikken.

3.1.3 Zoeken in telefonische interviews

Het zoekscherm voor telefonische interviews is identiek aan dat voor de mondelinge interviews (zie 3.1.2), op twee elementen na: Antwoord op komt-voor-vraag, op positie 1 / 2. [NB: Deze positie-informatie is voor de gebruiker irrelevant en zal in de toekomst worden verwijderd.] Het resultaatscherm is hetzelfde opgebouwd als de andere resultaatschermen (zie 3.1.2.4). De database bevat geen transcripties en geluidsfragmenten van de telefonische interviews.

3.1.4 Zoeken in schriftelijke interviews

Het zoekscherm voor schriftelijke interviews biedt dezelfde mogelijkheden als dat voor de mondelinge interviews. [NB: Dit zoekscherm bevat een aantal voor de gebruiker ondoorzichtige elementen die in de toekomst worden verwijderd].

3.2. Zoeken met testzinnen

3.2.1 Lijst met alle testzinnen

Klik in openingsscherm of navigatiebalk op alle testzinnen. Nu verschijnt een lijst met alle zinnen die in het SAND-project zijn getest. Voor elke zin staat een uniek zinsnummer. Dit kan worden gebruikt in het algemene zoekscherm (zie 3.1). Door één of meer van de vakjes linksboven in het scherm aan te vinken kan men de lijst beperken tot de testzinnen van de schriftelijke en/of de mondelinge en/of de telefonische enquete.

3.2.2 Zoekopties testzinnen

3.2.2.1 Informatie over een testzin

Klik op de info-knop achter elke zin voor informatie over waar, hoe en waarom de zin getest is. Testzinnen met prioriteit Hoog zijn overal voorgelegd, tenzij vooraf vaststond dat het te testen verschijnsel in een bepaalde regio niet voorkwam. Als dat het geval is staat achter Waar gespecificeerd in welke locaties de testzin moest worden voorgelegd. Testzinnen met de prioriteit Gewoon of Laag zijn alleen voorgelegd als daar voldoende tijd voor was. In de meeste gevallen geven dergelijke testzinnen daarom geen compleet beeld van de geografische distributie van een bepaald verschijnsel. Klik eventueel op laat zien om alle plaatscodes en plaatsen te op te roepen waar de zin daadwerkelijk getest is. Sommige testzinnen moesten alleen worden voorgelegd bij een bepaalde respons op een andere testzin. Als dat het geval is staat achter trap gespecificeerd van welke testzin deze testzin afhankelijk is.

3.2.2.2 Selecteren van testzinnen
  • Zoeken op woord(en) in de testzinnen. Vul onder tekst een woord of reeks van woorden in en klik op beperk. Nu verschijnt een lijst met testzinnen waarin dit woord/deze woorden voorkomen.
  • Zoeken met syntactische eigenschappen van de testzinnen
  • Eenvoudig: Klik op trefwoorden en er verschijnt een alfabetisch geordende lijst met syntactische verschijnselen en categorieën. Selecteer een trefwoord, klik op beperk en er verschijnt een lijst met zinnen waarin het geselecteerde verschijnsel voorkomt.
  • Geavanceerd: Klik op trefwoorden - geavanceerd en er verschijnt een hiërarchisch geordende lijst met trefwoorden. Na selectie van een hoofdthema kan men kiezen uit een lijst met subthema's, enz.
3.2.2.3 Overzicht van de resultaten bij een testzin

Kies deze optie als u een eerste overzicht wilt van de resultaten van een testzin. Als u alle interviews wilt doorzoeken met één of meer testzinnen kies dan optie 3.2.2.4.

  • Klik op een testzin. Nu verschijnt een resultaatscherm met alle vragen en antwoorden die betrekking hebben op die testzin. Door een van de enquêtes aan te klikken boven in het resultaatscherm beperkt u de resultaten tot die enquête.
  • Klik op context achter een zin om de hele context te zien waarin de testzin werd besproken.
  • Voor mondelinge interviews: Klik op de luidspreker sound achter een zin om het geluidsfragment bij de transcriptie te beluisteren.
3.2.2.4 Zoeken met één of meer testzinnen

Kies deze optie als u de interviews wilt doorzoeken met een selectie van de testzinnen. Wilt u alleen een eerste overzicht van de resultaten bij een testzin, kies dan optie 3.2.2.3.

  • Selecteer één of meer zinnen in de testzinnenlijst door het hokje voor een zin aan te vinken en klik op zoek. Nu verschijnt het algemene zoekscherm met daarin de nummers van de geselecteerde zinnen reeds ingevuld (zie Hfd. 2).
  • Beperk eventueel de wijze van zoeken door 'data', 'tags' of 'lemma's aan te klikken.

3.3. Zoeken met locaties

3.3.1 Lijst met alle locaties

Klik in openingsscherm of navigatiebalk op Alle locaties en er verschijnt een alfabetisch geordende lijst met alle plaatsen waar een interview is gehouden. Voor elke plaats staat een unieke plaatscode (het zogenaamde kloekenummer). Deze wordt gebruikt in het algemene zoekscherm (zie Hfd. 2). Door één of meer van de vakjes linksboven in het scherm aan te vinken kan men de lijst van locaties beperken tot de schriftelijke en/of de mondelinge en/of de telefonische enquête. Klik een provincie aan om de locaties te beperken tot die provincie.

Na klikken op Kaart met alle plaatsen (rechtsboven in het scherm) verschijnt een overzichtskaart van alle plaatsen uit de mondelinge enquête. Aanwijzen van een plaats op de kaart doet de naam van de plaats erbij verschijnen. Aanklikken van een plaatsnaam in de lijst plaatsnamen links naast de kaart doet alleen die plaats op de kaart verschijnen. Bij het aanklikken van een provincie in de lijst worden alleen de plaatsen in die provincie op de kaart getoond. Klikken op een plaats op de kaart doet in het oorspronkelijke venster alle data uit die plaats verschijnen.

3.3.2 Zoekopties locaties

3.3.2.1 Ordening van de lijst met locaties
  • Klik op kloekenummer om de lijst alfabetisch te ordenen op kloekenummer.
  • Klik op plaatsnaam om de lijst alfabetisch te ordenen op plaatsnaam.
  • Klik op provincie om de lijst alfabetsich te ordenen op provincie. De plaatsnamen binnen een provincie worden ook alfabetisch weergegeven.
3.3.2.2 Overzicht van de resultaten in een locatie

Kies deze optie als u een eerste overzicht wilt van de resultaten. Als u met één of meer locaties wilt zoeken in de interviews, kies dan optie 3.3.2.3.

  • Klik op een plaatsnaam. Nu verschijnt een resultaatscherm met alle vragen en antwoorden uit die plaats. Door één van de enquêtes aan te klikken boven in het scherm beperkt u de resultaten tot die enquête. Elke testzin heeft een uniek nummer. Dit kan gebruikt worden in het algemene zoekscherm (zie Hfd. 2).
  • Voor mondelinge interviews: Klik op de luidspreker sound achter een zin om het geluidsfragment bij de transcriptie te beluisteren.
3.3.2.3 Zoeken met één of meer locaties

Kies deze optie als u de interviews wilt doorzoeken met een selectie uit de locaties. Wilt u alleen een overzicht van de resultaten per locatie, kies dan optie 3.3.2.2.

  • Selecteer één of meer locaties in de plaatsnamenlijst door het hokje voor een plaatsnaam aan te vinken en klik op zoek. Nu verschijnt het algemene zoekscherm, met daarin de plaatscodes reeds ingevuld (zie Hfd. 2).
  • Beperk eventueel de wijze van zoeken door data, tags of lemma's aan te klikken.

3.4 Zoeken in zoekresultaten

Klik in openingsscherm of navigatiebalk op Zoekresultaten. In het zoekresultatenscherm staan de opgeslagen resultaten van eerdere zoekacties bijeen. Elk zoekresultaat is voorzien van (van links naar rechts): een uniek volgnummer, omschrijving van de zoekactie, bij de zoekactie betrokken zinsnummers, label, bron (mondeling, schriftelijk, telefonisch, eigen lijst), link naar de resultaten en link naar kaart behorende bij deze resultaten.

Opties

  • Boven de gele balk heeft u een aantal opties om het aantal per schermpagina weergegeven zoekresultaten te bepalen. Doet u niets dan verschijnen de eerste 50 zoekresultaten. Klik op volgende 50 om de volgende 50 te zien, etc. Hoe lager het aantal getoonde resultaten, hoe sneller de weergave. In het vak na Verander aantal per pagina kunt u aangeven hoeveel zoekresultaten u per pagina wilt weergeven.
  • Klik op resultaten om de interviewdata behorende bij dat nummer te zien. Voor de opties in het resultaatscherm dat vervolgens verschijnt, zie 3.1.2.4.
  • Klik op kaart (indien aanwezig) om een reeds eerder gemaakte kaart van de resultaten te zien. Voor het karteringscherm dat nu verschijnt, zie Hfd 4.
  • Zoeken van resultaten is mogelijk door een woord uit de omschrijving, een zinsnummer of een label in te vullen in de vakken in de gele balk. Klik daarna op Beperk.
  • Operaties op lijsten met plaatscodes (= kloekenummers). Selecteer hiervoor eerst twee of meer zoekresultaten door ze aan te vinken. Klik op Kloekes in de blauwe balk. In het scherm dat nu verschijnt vindt u de lijsten met kloekenummers die u hebt geselecteerd. Met behulp van de opties boven in het scherm kunt u de geselecteerde lijsten kloekenummers bij elkaar optellen tot een nieuwe lijst (vereniging), u kunt ook de doorsnede van twee of meer lijsten maken, en u kunt complementverzamelingen maken. Na aanvinken van de gewenste operatie klikt u op laat zien om de resulterende kloekelijst op te roepen.
  • In het zoekresultatenscherm kunt u zoekresultaten verwijderen door één of meer zoekresultaten aan te vinken en vervolgens in de blauwe balk op verwijder te klikken.
  • U kunt zoekresultaten beter terugvindbaar maken of categoriseren door er een label aan toe te kennen. Als u een nieuw label wilt maken of u wilt een bestaand label aanpassen dan klikt u in het zoekresultatenscherm in de blauwe balk op edit label. In het scherm dat nu verschijnt kunt u nieuwe labels maken en oude hernoemen. Ga met de link terug naar het resultatenscherm, selecteer één of meer zoekresultaten en kies in de blauwe balk onder label één van de opties.

4. Cartografie

4.1 Kaarten

Klik in openingsscherm of navigatiebalk op Kaarten. U krijgt nu een lijst met de kaarten die u eerder hebt opgeslagen. Bij elke kaart staat: volgnummer, titel van de kaart, label (indien toegekend), en de optie bekijk. Klik op bekijk om de kaart te zien. U komt in het karteringscherm en heeft daar de mogelijkheid de opmaak van de kaart aan te passen. Zie verder 4.2. Weergave van en zoeken in de lijst met kaarten, en het selecteren, verwijderen en labelen van één of meer kaarten gaat als bij Zoekresultaten (zie 3.4).

4.2 Kartering

4.2.1 Selectie van zoekresultaten voor kartering

Klik in openingsscherm of navigatiebalk op Kartering. U krijgt nu een lijst met opgeslagen zoekresulaten waarvan u kaarten kunt gaan tekenen. Als u nog geen opgeslagen zoekresultaten hebt moet u die eerst aanmaken (zie 3.1.2.4). Bij elk zoekresultaat staat een uniek nummer, een omschrijving, een zinsnummer en een label.

Opties

  • Boven de gele balk heeft u een aantal opties om het aantal per schermpagina weergegeven zoekresultaten te bepalen. Doet u niets dan verschijnen de eerste 50 zoekresultaten. Klik op volgende 50 om de volgende 50 te zien, etc. Hoe lager het aantal getoonde resultaten, hoe sneller de weergave. In het vak na Verander aantal per pagina kunt u aangeven hoeveel zoekresultaten u per pagina wilt weergeven.
  • Zoeken van resultaten is mogelijk door een woord uit de omschrijving, een zinsnummer of een label in te vullen in de vakken in de gele balk. Klik daarna op Beperk.
  • Om zoekresultaten te selecteren voor kartering hebt u de volgende opties:
  • Vink de hokjes aan voor de zoekresultaten die u wilt.
  • Vink de hokjes aan voor de zoekresultaten die u niet wilt en klik vervolgens in de blauwe balk op keer om. Nu worden alle zoekresultaten aangevinkt die u wel wilt.
  • Als u zeker weet dat u alle zoekresultaten wilt karteren, klik dan in de blauwe balk op alles.
  • Klik in de blauwe balk op verderom de geselecteerde zoekresultaten te karteren.

U krijgt nu een scherm waarin u de opmaak van de kaart kunt bepalen.

4.2.2 Opmaak van de kaart

Nadat u in het eerste karteringscherm een selectie van zoekresultaten hebt gemaakt krijgt u een scherm waarin u de opmaak van de kaart kunt bepalen.

Opties

  • Kies het formaat waarin u de kaart wilt weergeven door svg of gif aan te vinken. Met beide formaten krijgt u een interactieve kaart met directe toegang tot de data die aan de kaart ten grondslag liggen (zie hieronder). Voor svg heeft u mogelijk een plug-in nodig.
  • Eén verschijnsel op een kaart weergeven
  • Vink het zoekresultaat aan dat u op de kaart wilt afbeelden. U kunt alleen kiezen uit de zoekresultaten die u in het eerste karteringsscherm geselecteerd hebt. Bij het zoekresultaat vindt u een specificatie van zinsnummer en testzin uit het zoekresultaat.
  • Vul de legendatekst in in de vakken onder de specificatie van het zoekresultaat. U kunt de lettergrootte aanpassen door op het plusje voor legenda te klikken.
  • Kies het symbool waarmee u het verschijnsel op de kaart wilt afbeelden door één van de symboolomschrijvingen in het vak onder symbool aan te klikken. Boven dit vak kunt u zien hoe de verschillende symbolen eruit zien.
  • Pas de grootte van het symbool aan in het vak onder grootte.
  • Kies de kleur van het symbool in het vak onder kleur.
  • Kies de kleur van de omtrek van het symbool in het vak onder omtrek.
  • Pas eventueel de grondkaart aan (zie hieronder) en klik op toon kaart.
  • Meer dan één verschijnsel op een kaart weergeven
  • Vink de zoekresultaten aan die u op de kaart wilt afbeelden. U kunt alleen kiezen uit de zoekresultaten die u in het eerste karteringsscherm geselecteerd hebt. Bij het zoekresultaat vindt u een specificatie van zinsnummer en testzin uit het zoekresultaat.
  • Bepaal in het hokje achter het nummer van het zoekresultaat de volgorde van weergave op de kaart. 1 betekent dat het symbool van dit verschijnsel als eerste symbool op de kaart wordt gezet, 2 als tweede enz. Als in een bepaalde locatie beide symbolen worden afgebeeld komt het 2e symbool boven op het eerste. Dit is van belang voor de symboolkeuze (zie hieronder).
  • Specificeer de opmaak van de kaart als beschreven bij Eén verschijnsel op een kaart weergeven. Zorg er bij de keuze van vorm, omvang en kleur van de symbolen voor dat de verschillende symbolen te onderscheiden zijn op de kaart, met name wanneer ze tegelijk in één locatie voorkomen. Als een symbool met een lager volgordenummer kleiner is dan een symbool met een hoger volgordenummer dan valt het weg als beide symbolen in dezelfde locatie voorkomen.
  • Combinaties van symbolen kunnen in de legenda worden weergegeven. Klik hiervoor op de plus voor Legenda en vink het hokje aan voor toon combinaties in de legenda.
  • Pas eventueel de grondkaart aan (zie hieronder) en klik op toon kaart.
  • Pas de grondkaart aan door op de plus voor grondkaart te klikken.
  • Standaard worden alle interviewplaatsen aangegeven met een grijze punt. U kunt deze weergave uitzetten door het hokje voor toon alle plaatsen uit te vinken. U kunt ook de weergave van alle interviewplaatsen aanpassen door kleur, grootte en omtrek te veranderen.
  • Onder grenzen kunt u de weergave van provinciegrenzen, landsgrenzen en grote rivieren aan- en uitzetten.
  • Beperk het weer te geven gebied door te klikken op de plus voor Beperking. Kies een plaats, provincie, land of reeks van kloekenummers.

4.2.3 Kaartscherm

Na klikken op toon kaart verschijnt de door u ontworpen kaart.

Opties

  • Bij aanwijzen van een symbool op de kaart verschijnt de plaatsnaam en plaatscode. Als u op een symbool klikt verschijnt in een apart venster het bijbehorende zoekresultaat met de mogelijkheid de context en de spraak op te roepen.
  • In het vak na bewaar kaart als kunt u de naam van de kaart specificeren. Klik op bewaar kaart als en de kaart wordt onder deze naam opgeslagen. Terugvindbaar via Kaarten (4.1).
  • In het vak daaronder kunt u een toelichting schrijven bij de kaart.
  • Met de optie kaart als gif onderin het kaartscherm kunt u de kaart opslaan in gif-formaat in drie formaten. Gebruik deze optie als u de kaart wilt publiceren buiten de applicatie.

4.3 Kartering van externe data

De cartografische component van deze applicatie kan ook los van de database gebruikt worden. Met deze optie kan een lijst met plaatscodes (kloekenummers) worden ingevoerd die vervolgens kan worden gekarteerd. Klik in openingsscherm of navigatiebalk op Invoer Kloekenummers en er verschijnt een scherm waarin u een lijst met Kloekenummers kunt plakken. Klik op sla op om de lijst op te slaan. Terugvindbaar onder zoekresultaten (zie par. 3.4).

4.4 Atlas

DynaSAND bevat ook een atlascomponent, een verzameling electronische kaarten die met de gegevens uit de database zijn gemaakt. Gebruikers kunnen door henzelf gemaakte kaarten indienen bij de beheerder van DynaSAND, die vervolgens beslist of ze deel gaan uitmaken van de electronische atlas. Klik in het menu kaarten op kaarten. In het scherm dat nu verschijnt kunt u één of meer kaarten aanvinken. Klik vervolgens op de knop Naar atlas om de kaarten in te dienen. Het is wenselijk om alleen kaarten in te dienen die van een duidelijk beschrijving zijn voorzien. Gebruik hiervoor het vak Toelichting onder de kaart in het kaartscherm. U kunt de kaarten die reeds opgenomen zijn in de atlas bekijken door in het menu kaarten op atlas te klikken.

5. Bibliografie dialectsyntaxis

Klik in openingsscherm of navigatiebalk op bibliografie en u krijgt een alfabetisch geordende lijst van meer dan 1300 publicaties (dec. 2005) op het gebied van dialectsyntaxis.

Opties

  • Klik op een titel om de volledige titelbeschrijving met bijbehorende trefwoorden te krijgen.
  • Voer in de gele balk in het tekstvak een tekststring in, klik op beperk en u krijgt alle titels met deze tekststring.
  • Kies in de gele balk in het trefwoordvak een trefwoord uit de alfabetisch geordende lijst, klik op beperk en u krijgt alle titels behorende bij dat trefwoord.
  • Klik in de gele balk op uitgebreid zoeken en u krijgt een scherm waarin u met hiërarchisch geordende trefwoorden kunt zoeken. De trefwoorden zijn geordend op hoofdthema en subthema's. Klik vervolgens op zoek.