SAND-data Amsterdam (E109p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 02886) vertaling: jan herinnert sich dat verhoal wel
opm.: reflexief: zich
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 02886) vertaling: Merie en piet sien mekaor foor de kerk
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 02886) vertaling: Taun wast sich
opm.: reflexief: zich
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 02886) vertaling: De timmerman het geen spaakers bij sich
opm.: reflexief: zich
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 02886) vertaling: Fons sag un slang naast sich
opm.: reflexief: zich
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 02886) vertaling: erik liet mij voor sich werreke
opm.: reflexief: zich
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 02886) vertaling: johanna liet sich meedrave op de gollefe
opm.: reflexief: zich
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 02886) vertaling: toon bekeek sichsellef us goed in de spiegel
opm.: reflexief: zichzelf
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 02886) vertaling: jan heeft in twai menute u biertje gedronke
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 02886) vertaling: Deze schoene laupe gemakkelijk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 02886) vertaling: eduard ken sichselluf goed
opm.: reflexief: zichzelf
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 02886) vertaling: ward heeft gehoord datter foto's van sichsellef in de etalage stoan
opm.: reflexief: zichzelf
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 02886) vertaling: Die aorrepels schillen niet makkelijk
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 02886) vertaling: Dit glas breekt as ut op de grond valt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 02886) vertaling: Dokter, leef ik wel gesond genoeg?
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 02886) vertaling: Aj jaore leeft hij fan de errefenis fan se faoder
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 02886) vertaling: Deze week leeft se op waoter en brood
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 02886) vertaling: Leeft ut nog
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 02886) vertaling: Hoe lang leefe jullie nou al fan die errefenis
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 02886) vertaling: In Bretagne lefe se veral fan de visvangst
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 02886) vertaling: Nao ut eten goan ik sloapen
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 02886) vertaling: Sou ik dat wel kennen doen?
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 02886) vertaling: hai liet sijn huis afbreke
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02886) vertaling: ik wait dat jan hard mot kenne werreke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02886) vertaling: ik wait dat jan hard mot kenne werreke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02886) vertaling: ik wait dat jan hard mot kenne werreke
komt voor: j
gebr.: 5
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 02886) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 02886) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 02886) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 02886) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 02886) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 3
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 3
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 4
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 4
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 3
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 3
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02886) gebr.: 3
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 4
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 4
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 3
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 3
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 2
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 2
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 02886) komt voor: n
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 02886) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 02886) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 02886) vertaling: jan heeft geeneen boek meer
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
opm.: 'ik hoor soms een dergelijke dubbele ontkenning'
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02886) vertaling: 'komt niet voor'
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 02886) vertaling: Jen wait dattie foor drie uur de waoge mot hebbe gemoakt
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 4
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 4
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 02886) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 02886) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 4
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 4
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 02886) komt voor: n
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 02886) vertaling: Meries auto is kepot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 02886) vertaling: Merie dur auto is kepot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 02886) vertaling: Piet zun auto is kepot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 02886) vertaling: Piet zun auto is kepot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 02886) vertaling: Die man zen auto is kepot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 02886) vertaling: Die man zen auto is kepot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 02886) vertaling: Die auto is niet fan main maor fan hem
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 02886) vertaling: De krant van gister ligt onder de T.V.
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 02886) vertaling: Jen is fan karolien en Kristien hun broertje
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 02886) vertaling: De fietse fan die jonges sain gestolen
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 02886) vertaling: De moeder fan die sussen is op bezoek
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 02886) vertaling: Die auto is Wim zen auto
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 02886) vertaling: Dia auto is fan Wim
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 02886) vertaling: Dia auto is fan Wim
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 02886) vertaling: Die auto is Wim zen auto
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 02886) vertaling: Die fiets is fan main
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 02886) vertaling: Dat is main fiets
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 02886) vertaling: Dat is main fiets
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 02886) vertaling: Die fiets is fan main
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02886) vertaling: Hij mag mit niemand spreke ofer dit probleem
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 02886) vertaling: 'niet bekend'
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 02886) vertaling: Het is jammer datte we niet moge komme
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 02886) vertaling: Dat goan ik niet doen
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 02886) vertaling: Kep niet gewerkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 02886) vertaling: Nog maar pas hattie u verteld of Merie begon te huile
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 02886) vertaling: ga die bestelling nou maar ophale
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 02886) vertaling: Hij werkt niet
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 02886) vertaling: ik verbied jo om hier te komme
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 02886) vertaling: Jen furhinderde datte we Merie belden
opm.: voegwoordvervoeging
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02886) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02886) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02886) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02886) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02886) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02886) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02886) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02886) fragment: (2)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 02886) fragment: om te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: indien (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: indien (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: indien (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: indien (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02886) fragment: dan (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02886) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02886) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02886) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02886) fragment: om (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02886) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02886) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02886) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02886) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02886) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02886) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02886) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02886) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02886) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02886) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02886) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02886) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02886) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02886) fragment: net als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02886) fragment: net als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02886) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02886) fragment: als (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02886) fragment: te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02886) fragment: te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02886) fragment: gewoon te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02886) fragment: gewoon te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 02886) fragment: blijven (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 02886) komt voor: n
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 02886) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02886) komt voor: n
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02886) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02886) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02886) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02886) fragment: of (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 02886) vertaling: ik wait dat jullie op niemand boos sijn
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 02886) vertaling: Ik wet dat se op niks trots is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 02886) vertaling: Els dinkt dat ut niet gemaklik is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 02886) vertaling: ik wait dat ik te loat bin en jai niet
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 02886) vertaling: Je wait toch dat jai mot werke en ik niet
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 02886) vertaling: Iedereen dinkt dat wai naar huis gaon en dat sai nog moge blaife
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 02886) vertaling: T'is jammer dattie komt en dat sai weggaot
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 02886) vertaling: Ik dink dat Lisa siek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 02886) vertaling: ik dink dat Pieter en Liesje gaon trouwe
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 02886) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 02886) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 02886) komt voor: n
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 02886) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 02886) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 02886) komt voor: n
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 02886) vertaling: ja, dat doet hij
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 02886) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 02886) komt voor: j
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 02886) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 02886) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 02886) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 02886) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 02886) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 02886) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 02886) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 02886) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 02886) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 02886) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 02886) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 02886) komt voor: n
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02886) fragment: waarvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02886) fragment: waarvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02886) fragment: waarvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02886) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02886) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02886) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02886) fragment: van wie de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02886) fragment: van wie de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02886) fragment: van wie de (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 02886) fragment: waar (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02886) komt voor: j
fragment: welke (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02886) komt voor: j
fragment: welke (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02886) fragment: wat (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02886) fragment: wat (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02886) fragment: dat (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02886) fragment: dat (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02886) fragment: welke (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02886) fragment: welke (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02886) fragment: die (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02886) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02886) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02886) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02886) fragment: in welk (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02886) fragment: in welk (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02886) fragment: waarop (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02886) fragment: waarop (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02886) fragment: degeen die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02886) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02886) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02886) fragment: degeen die (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02886) vertaling: 'nvt'
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02886) vertaling: 'nvt'
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02886) vertaling: 'nvt'
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 02886) vertaling: 'nvt'
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 02886) vertaling: 'nvt'
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02886) vertaling: 'nvt'
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02886) vertaling: 'nvt'
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 02886) vertaling: Hij hep zen hande gewasse
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 02886) vertaling: Hij hep zen hemd wassen
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 02886) vertaling: Hij hep un hoed op ut hoofd
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 02886) vertaling: Hij hep un flek op zun hemd
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 02886) vertaling: Hij hep zun been gebroke
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 02886) vertaling: Hij hep sich pyn gedaon
opm.: reflexief: zich
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 02886) vertaling: Merie trok de deke naor sich toe
opm.: reflexief: zich
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 02886) vertaling: Luc wait datter foto's fan himsellef te koap saan
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 02886) vertaling: Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen saan gelaupe
opm.: reflexief: je
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 02886) vertaling: Ik herinner me dat de auto fan Merie was.
opm.: reflexief: me
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 02886) vertaling: Zij herinnert sich dattie as un farke sat te ete
opm.: reflexief: zich
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 02886) vertaling: we herinnere ons wel dat jan se boeke gestole waore, maor sai herinnere ut sich neit
opm.: reflexief: ons reflexief: zich
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 02886) vertaling: Herinnere jullie je nog datte we Jen op de mart gesien hebbe
opm.: reflexief: je
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 02886) vertaling: Hij hep sich un ongeluk gewerkt
opm.: reflexief: zich
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 02886) vertaling: Hai foelde sich door ut ais sakke
opm.: reflexief: zich
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02886) vertaling: Sol ie dat gedaon gekund hebbe
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 02886) fragment: gekund (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 02886) fragment: gedoan (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 3
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 3
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 4
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 4
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 02886) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 02886) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 02886) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 02886) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 02886) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 02886) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 02886) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 02886) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 02886) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 2
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 2
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 02886) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 02886) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 02886) vertaling: Ik denk hij weg is
komt voor: j
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 02886) vertaling: Ik denk hij weg is
komt voor: j
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 02886) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 02886) komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 02886) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 02886) vertaling: Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 02886) vertaling: Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 02886) vertaling: Kaas maken weet ik niets van
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 02886) vertaling: Kaas maken weet ik niets van
komt voor: j
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 02886) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 02886) komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 02886) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 02886) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 02886) komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 02886) komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 02886) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 02886) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 02886) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 02886) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 02886) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 02886) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 02886) vertaling: In die tijd laifde ik erop los
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 02886) vertaling: vroeger laifde ie as un baist
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 02886) vertaling: Doar leefde we s God in Frankrijk
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 02886) vertaling: Niemand mg ut sien dus ik fin dat jij ut aok niet mag sien
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 02886) vertaling: Ut gebeurde toen je wegging
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 02886) vertaling: Ik wait waar je gebore bint
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 02886) vertaling: Nau je klaar bint mag je gaon
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 02886) vertaling: Doordat Merie overlede was, hep haar man Anna niet meer kenne helpe
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02886) vertaling: kweet dattie is gaon swemme
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 02886) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 02886) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 02886) komt voor: n
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 02886) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 02886) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 02886) komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 02886) komt voor: n
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 02886) komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 02886) komt voor: n
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 02886) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 02886) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 02886) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 02886) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 02886) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 02886) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 02886) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 02886) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 02886) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 02886) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 02886) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 02886) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: wie (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: wie (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02886) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02886) fragment: welke (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02886) fragment: welke (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02886) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02886) fragment: die (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02886) fragment: aan wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02886) fragment: aan wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02886) fragment: die (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: aan wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: welke (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: aan wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: die (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: aan wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: welke (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: die (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: aan wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: welke (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: aan wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: die (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: aan wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: die (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: aan wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: welke (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02886) fragment: aan wie (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02886) fragment: welke (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02886) fragment: welke (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02886) fragment: welke (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02886) fragment: met wie (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02886) fragment: met wie (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02886) fragment: met wie (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02886) fragment: waarmee (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02886) fragment: waarmee (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02886) fragment: waarmee (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 02886) fragment: wie (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 02886) fragment: wie (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 02886) fragment: waarmee (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 02886) fragment: waarmee (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02886) komt voor: n
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02886) fragment: die (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02886) fragment: die (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02886) fragment: die (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02886) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02886) fragment: welke (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02886) fragment: welke (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02886) fragment: welke (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02886) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02886) fragment: degeen die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02886) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02886) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02886) fragment: degeen die (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 02886) fragment: wier (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 02886) fragment: van wie haar (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 02886) fragment: van wie haar (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 02886) fragment: wier (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 02886) betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02886) betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 02886) betekenis: negatie > modaal
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 02886) vertaling: nergens
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 02886) vertaling: kweetnie
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 02886) vertaling: geen idee
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 02886) vertaling: geen idee
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 02886) vertaling: kweetnie
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02886) vertaling: nooit
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02886) vertaling: nooit
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02886) vertaling: nooit
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02886) vertaling: nooitniet
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02886) vertaling: nooitniet
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02886) vertaling: nooitniet
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02886) vertaling: nooitnie
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02886) vertaling: nooitnie
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02886) vertaling: nooitnie
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 02886) vertaling: niks
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 02886) vertaling: seggem dak na buite geweest bin
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 02886) vertaling: Nie vertelle dat je een ceco vorum heb gekocht hoor
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 02886) vertaling: Weet je niet dat ie gefalle is
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 02886) vertaling: Wendy prebeerde om niemand oijn te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 02886) vertaling: 't schaant dat ze niks mag ete
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 02886) vertaling: ze schaant niks te maage ete
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 02886) vertaling: Ze prebaire al de haile dag ommekaor op te belle
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 02886) vertaling: Ut belauft weer un miooie dag te wrre
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 02886) vertaling: t is misschien beter om nog effe te wachte
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 02886) vertaling: we hadde ut geluk om um derect treug te finde
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 02886) vertaling: As de kippe un falk sien benne se bang
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 02886) vertaling: as we arrepels niet kenne verkaupe sitte we in de prebleme
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 02886) vertaling: As jullie um niet meeneme worrik kwaad
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 02886) vertaling: Hai wisset
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 02886) vertaling: op dit feist worter feel gedanst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 02886) vertaling: Nou worret allein nog maor braud ferkocht in die winkel
opm.: Twijfelgeval expletief 'worret' (wordt het-contractie of vorm van V worden)
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 02886) vertaling: Assie met de fiets komt sallie wel loat sijn
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 02886) vertaling: as je tijd hept kom dannes een keerteje langs
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 02886) vertaling: as ik rijk bin kaup ik u dure auto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 02886) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 02886) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 02886) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 02886) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 02886) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 02886) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 02886) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 02886) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 02886) komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 02886) komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02886) vertaling: merie hep gesegd dat jai geprebeerd hep un liedje te singe
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 02886) komt voor: n
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 02886) komt voor: n
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 02886) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 02886) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 02886) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 02886) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 02886) komt voor: n
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 02886) vertaling: Die fan de stad die hebbe hier fel huise gebaut
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 02886) vertaling: An die nieuwe faart daar sie je gien mins meer
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 02886) vertaling: gister is jan hier geweest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 02886) vertaling: De dag dat Jan belde was ik niet thuis
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 02886) vertaling: Jef die sou ik nooit uitnodige
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 02886) vertaling: Marie die sou soiets nooit doen
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 02886) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 02886) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 02886) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 02886) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 02886) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 02886) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 02886) komt voor: n
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 02886) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 02886) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 02886) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 02886) vertaling: Heeft Gunther gebeld?
473 (z11b) En pas op! (inf. 02886) vertaling: Pas op!
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 02886) vertaling: 't (en) Was maar net goed genoeg
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 02886) vertaling: Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger had
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 02886) vertaling: As Susanne had kenne komme dan had se dat gedaon
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 02886) vertaling: Sie is de beste dokter die ik ken
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 02886) vertaling: Foor je iets weggooit moet je effe belle
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 02886) vertaling: Jen is te gierig om wat an se kinderen te gefen
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 02886) vertaling: Assof jij wat fan foetballe weit
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 02886) vertaling: leg dat beok neer
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 02886) vertaling: As je echt niet ken wachte
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 02886) vertaling: Ik wait dat Jen de dokter had kenne roepe
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 02886) vertaling: ik wait dat jan de dokter kon geroepe hebbe
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 02886) vertaling: hai see dat ik het had moete doen
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 02886) vertaling: hai see dat ik gedaon mos hebbe
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 02886) vertaling: Hai is farrege waak door dokter Mertens opereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 02886) vertaling: Hai iwordt morrege door dokter Mertens opereerd
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 02886) vertaling: Ik denk dat je feel we sou motte gooie
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 02886) vertaling: Het is dom om sulleke dure dinge weg te gooie
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 02886) vertaling: Hai is alle kapotte spulle aan ut weggooie
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02886) vertaling: Ik find dat je faker de krant sou motte lese
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02886) vertaling: Ut is dom om in ut donker de krant te lese
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02886) vertaling: Hai is de hele dag de krant an ut lese
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 02886) fragment: door (1)
506 (z14d) Heb jij aan Jan gezien? (inf. 02886) fragment: soms (1)
510 (z14e) Heb jij aan mijn portefeuille gezien? (inf. 02886) fragment: wellicht (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 02886) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 02886) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 02886) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 02886) komt voor: n
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 02886) vertaling: Robert heb een groene appel weggegeve en nau hepie er nog twee rooie
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 02886) vertaling: Er ware veel minse op ut feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 02886) vertaling: Ware er feel minse op ut feist
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02886) vertaling: Wat foor boeke heb je gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02886) vertaling: Wat heb je foor boeke gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02886) vertaling: Wat heb je foor boeke gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02886) vertaling: Wat foor boeke heb je gekocht
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 02886) vertaling: Hai woont bai Marietje
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 02886) vertaling: Hai woont bai Wim
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 02886) vertaling: Laup effe naar de bakker, Wim
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 02886) vertaling: wie hep je gesien
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 02886) vertaling: wie hep jou gesien
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 02886) vertaling: had ik dat gewete dan haddik ut niet gedaon
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 02886) vertaling: ut sau beter sain om nog effe te wachte
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 02886) vertaling: gelukkig had jan de dokter gebeld en die wasser al heel gau
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 02886) vertaling: Loop nou toch door vervelende jonges
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 02886) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02886) komt voor: j
gebr.: 5
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 02886) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 02886) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 02886) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 02886) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 02886) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
commentaar[meta][k]E109p[/k][h]375[/h][i]376[/i][vw]HZ[/vw][/meta]  sound
hulpinterviewer [v=018] Vertaal. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] sound
informant [a] Dat Marie gisteren gestorven is. [/a] sound
informant [a] Se weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] sound
informant [a] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=026] Vertaal. Jan had het hele brood wel wille op ete. [/v] sound
informant [a] Jan haddat hele brood wel wille op ete. [/a]

had dat
tagging sound
hulpinterviewer [v=027] Vertaal. Vertel maar niet wie ze had kunne roepe. [/v] sound
informant [a] Vertel maar niet wie se had wille roepe. Kunne roepe. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=035] Vertaal. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] sound
informant [a] Jan herinnert sich dat verhaal wel. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=038] Vertaal. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] sound
informant [a] De timmerman heeft geen spijkers bij sich. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werke. [/v] sound
informant [a] Erik liet mij voor sich werke. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=041] Vertaal. Johanna liet zich mee drijve op de golve. [/v] sound
informant [a] Johanna liet zich mee drijve op de golve. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=042] Vertaal. Toon bekeek zich zelf eens goed in de spiegel. [/v] sound
informant [a] Toon bekeek zich eens goed in de spiegel. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [a] dan zou ik hier dus zelf zegge toon bekeek seeige eens goed in de spiegel [/a]

se eige
tagging sound
hulpinterviewer [v=045] Vertaal. Eduard kent zich zelf goed. [/v] sound
informant [a] eduard kent zichzelf goed [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=046] Vertaal. Ward heeft gehoord dat er fotoos van zich zelf in de etalage staan. [/v] sound
hulpinterviewer [a] Ward heeft gehoord dater fotoos van em in de etalage staan. [/a]

dat er
tagging sound
hulpinterviewer [a] Ward heeft gehoord dat fotoos van zich zelf in de etalge staan. Vind ik raar. [/a] sound
hulpinterviewer [a] Ja ik zou dan eerder em zegge. [/a] sound
hulpinterviewer [a] Of heel plat_ [/a] sound
hulpinterviewer [a] ward hep gehoord dat er fotoos van seeige in de etalage staan [/a]

se eige
tagging sound
hulpinterviewer [a] Maar dat em vinik hier tbeste. [/a]

vin ik t beste
sound
hulpinterviewer [v] Vertaal. Ward heeft gehoord dat er fotoos van hem zelf in de etalage staan. [/v] tagging sound
informant [a] ward heeft gehoord dater van zichzlf fotoos in de etalage staan [/a]

dat er
tagging sound
hulpinterviewer [v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders wille. [/v] sound
informant [a] Als ik zuinig leef levik zoals mijn ouders willen. [/a]

lev ik
tagging sound
hulpinterviewer [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] sound
informant [a] Als hij nog drie jaar dan leef leeft hij drie jaar langer dan zijn vader. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=057] Vertaal. Als zij zo gevaarljjk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] sound
informant [a] Als sij zo gevaarlijk leeft leeft sij niet lang meer. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=059] Vertaal. Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] sound
informant [a] Alset nu nog leeft leeftet morgen ook nog. [/a]

als et leeft et
tagging sound
hulpinterviewer [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] sound
informant [a] Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=063] Vertaal. Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] sound
informant [a] Als ze voor hun werk leve leve ze niet voor hun kinderen. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] sound
informant [a] Als Rudy nog leeft dan leeft leo ook nog. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] sound
informant [a] Als je gezond leeft leef je langer. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=069] Vertaal. Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] sound
informant [a] Als er zo weinig mense van de landbouw leve leveder_ [/a]

leve der
tagging sound
informant [a] _veel mense van werk in de fabriek. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=070] Vertaal. Als Pieter en Liesje in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] sound
informant [a] As Liesje en Piet in et paradijs leve leve Rosa en Frans in de hel. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=071] Vertaal. Als we sober leven leve we gelukkig. [/v] sound
informant [a] Als we sober leven leve we gelukkig. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] sound
informant [a] Leef wat gezonder Jan. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] sound
informant [a] Leef wat bekromper kindere. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] sound
informant [a] Ik denk dat Marie em_ [/a] tagging sound
informant [a] _zal moete roepe. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=188] Vertaal. Heb je genoeg mense om hooi van et land te hale. [/v] sound
informant [a] Heb je genoeg mense om hooi van et land te hale. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te kome werke. [/v] sound
informant [a] Dat was aardig van Jan om te kome werke. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v] Komt het volgende ook voor. Het was aardig van Jan te kome werke. [/v] sound
informant [a=n] Nee om te kome werke. [/a] sound
hulpinterviewer [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] sound
informant [a] Deze ton is zwaar om te drage. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeure. [/v] sound
informant [a] Hij kan staan zeure. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=199] Vertaal. Hij staat te zeure. [/v] sound
informant [a] Hij staat te zeure. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=200] Vertaal. Toen we aan kwamen regende het. [/v] sound
informant [a] Toen we aan kwame regendet [/a]

regende t
tagging sound
hulpinterviewer [v=215] Vertaal. Ik geloof dat ik groter ben als hij. [/v] sound
informant [a] Ik geloof dat ik groter ben dan hij. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] sound
informant [a] Zij gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=217] Vertaal. Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] sound
informant [a] Jij gelooft zeker niet dat hij sterker is dan jij. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=218] Vertaal. We geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] sound
informant [a] Zij gelove dat_ [/a] tagging sound
informant [a] _wij rijker zijn dan zij. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=219] Vertaal. We gelove dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] sound
informant [a] Wij gelove dat jullie niet zo slim zijn dan wij. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=220] Jullie gelove jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] sound
informant [a] Jullie gelove niet dat zij armer zijn dan jullie. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] sound
informant [a] U gelooft dat Lisa even mooi is dan Anna. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn als Geert en Peter. [/v] sound
informant [a] Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn dan Geert en Peter. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=249] Vertaal. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] sound
informant [a] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v] De jongen van wie de moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] tagging sound
informant [a=j] Ja dacht ik wel. [/a] sound
hulpinterviewer [v] Komt ook voor. De jongen wie se moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] tagging sound
informant [a=j] Ja maar dat zeg ik niet. Maar ik hooret wel eens. [/a]

hoor et
sound
hulpinterviewer [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] sound
informant [a] De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v] Komt ook voor. De bank waar op ze zate was pas geverfd. [/v] tagging sound
informant [a=j] Ja. [/a] sound
hulpinterviewer [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] sound
informant [a] Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=273] Vertaal. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] sound
informant [a] Marie trok de deken naar zich toe. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v] Komt ook voor. Marie trok de deken naar haar toe. [/v] tagging sound
informant [a=j] Ja dat komt ook voor. [/a] sound
hulpinterviewer [v] Komt ook voor. Marie trok de deken naar der toe. [/v] tagging sound
informant [a=j] Ja. [/a] sound
hulpinterviewer [v=339] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] sound
informant [a] Niemand maget zien dus ik vind dat jij et ook niet mag zien. [/a]

mag et
tagging sound
hulpinterviewer [v] Komt ook voor. Ik vind dat jij et niet zien mag. [/v] sound
informant [a=j] Ja. [/a] sound
hulpinterviewer [v=370] Vertaal. Dat is de man die ze geroepen hebbe. [/v] sound
informant [a] Dat is de man wie ze geroepe hebbe. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=371] Vertaal. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] sound
informant [a] Dat is de man_ [/a] tagging sound
informant [a] _wie het verhaal. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] sound
informant [a] Ik denk dat dat de man is die het verhaal heeft verteld. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebbe. [/v] sound
informant [a] Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebbe. Ik vind het raar hoor. Dat ze geroepe hebbe. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=397] Vertaal. Et schijnt dat ze niets mag eten. [/v] sound
informant [a] Het schijnt dat ze niets mag eten. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=403] Vertaal. Het lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] sound
informant [a] Het lijkt ofer iemand in de tuin staat. [/a]

of er
tagging sound
hulpinterviewer [v=520] Vertaal. Wat voor boeke heb je gekocht. [/v] sound
informant [a] Wat voor boeke heb je gekocht. [/a] sound
hulpinterviewer [v=526] Vertaal. Wie heeft je op de kermis gezien. [/a] sound
informant Wie heb je op de kermis gezien. [/v] sound
hulpinterviewer [a] Wie heef je op de kermis gezien. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=036] Plaatje. Marie en Piet wijzen naar ... [/v] sound
informant [a] Elkander. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=037] Plaatje. Toon wast ... [/v] sound
informant [a] Toon is sich aan et wasse. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=039] Fons zag een slang naast ... [/v] sound
informant [a] Naas sich. [/a] tagging sound
informant [a] Naastum. [/a]

naast um
tagging sound
hulpinterviewer [a] Ik zou naastum zegge. [/a]

naast um
sound
hulpinterviewer [v=006] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Gisteren wandeldiede door het park. [/v]

wandel die de
tagging sound
informant [a=n] Gisteren_ [/a] tagging sound
informant [a] _wandelde die. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=022] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Er wil niemand niet danse. [/v] sound
informant [a] Er wilde niemand meer danse. [/a] sound
informant [a] Das een gekke zin toch. [/a]

da s
sound
hulpinterviewer [v=023] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Els wil niet danse en ze wil niet zinge ook niet. [/a] sound
informant [a=n] Nee das een rare zin. [/a]

da s
sound
informant [a] Els wilde nie danse en ze wilde ook niet zinge. [/a] sound
hulpinterviewer [v=087] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Eddy moet kunne vroeg op staan. [/v] sound
hulpinterviewer [a=n] Da kan niet. Eddy moet vroeg kunne op staan. [/a] sound
hulpinterviewer [v=137] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij wil geen soep nie meer ete niet. [/a] sound
informant [a] Nou nee. Hij moes geen soep meer. [/a] sound
hulpinterviewer [v=140] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Zitte hier nergens geen muize. [/v] sound
hulpinterviewer [a=j] Hij hep nergens geen zin in. Dat is Amsterdam heel gewoon. [/a] sound
hulpinterviewer [a] Zitte hier nergens geen muize. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=148] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Iedereen is geen vakman. [/v] sound
informant [a=j] Iedereen is geen vakman. Ja het komt voor. Ja. Ja. [/a] tagging sound
veldwerker [v] Wat betekent dat volgens jou. [/v] sound
informant [a] Niet iedereen is een vakman. [/a] sound
hulpinterviewer [v=149] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij heeft overal geen vriende. [/a] sound
informant [a=n] Nee dat komt niet voor. [/a] sound
informant [a] Hij hep nergens geen vriende. [/a] sound
hulpinterviewer [v=260] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] sound
informant [a=n] Dat klinkt ook raar vind ik. [/v] sound
informant [a] Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [a] Ja wie denk je wie kan ook. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=262] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] sound
informant [a=j] Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/a] tagging sound
informant [a] Ja. [/a] sound
hulpinterviewer [v=265] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hoe denk je hoe ze het hebbe op gelost. [/v] sound
informant [a=j] Hoe denk je hoe ze et hebben op gelost. [/v] tagging sound
hulpinterviewer [a] Dat is correct. [/a] sound
informant [a] Ja he. [/a] sound
hulpinterviewer [v=309] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik heb geen zin en voere de koeie. [/v] sound
informant [a=n] Nee komt niet voor. [/a] sound
hulpinterviewer [v=311] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik denk hij weg is. [/v] sound
informant [a=n] Nee Ik denk datie weg is. [/a]

dat ie
sound
hulpinterviewer [v=312] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik zei nog tegen haar ik denk hij is weg. [/v] tagging sound
informant [a=j] Dat komt wel voor. [/a] sound
informant [a] Ik zeg et niet maar et komt wel voor. [/a] sound
hulpinterviewer [v=317] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie al haar koeie zijn verdronke bij de overstroming. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
informant [a] Al Marie der koeie zijn verdronke door de overstroming. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=329] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik zei nog tegen haar ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] sound
informant [a=j] Zo wordt het gezegd ook maar ik zeg het niet. [/a] sound
hulpinterviewer [a] Ik zei nog tegeder deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/a]

tege der
sound
hulpinterviewer [v=353] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Persoon A vraagt wil je nog koffie Jan. Jantwoordt jak. [/v] sound
informant [a=n] Nee dat komt niet voor. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=355] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Persoon A vraagt hebbe ze gegete. Persoon B antwoordt janze. [/v] sound
informant [a=n] Nee komt niet voor. [/a] tagging sound
veldwerker [v] Gewoon ja of niet. [/v] sound
informant [a] Ja. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=359] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Met zulk weer je kunt niet veel doen. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
informant [a] Met zulk weer kajje niet veel doen. [/a]

kaj je
sound
hulpinterviewer [v=365] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hem is dood. [/v] sound
informant [a=n] Nee da komt niet voor. [/a] sound
informant [a] Hij is dood. [/a] sound
hulpinterviewer [v=366] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Haar is ziek. [/v] sound
informant [a=n] Sij is ziek. Komt niet voor. [/a] sound
hulpinterviewer [v=367] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Is haar ziek. [/a] sound
informant [a=n] Nee sij is ziek. [/a] sound
hulpinterviewer [v=501] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie zit te stoofpere schille. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
informant [a] Marie is de stoofpere aan et schille. [/a] sound
hulpinterviewer [v=502] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie zit te stoofpere en schille. [/v] sound
informant [a=n] Dus nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v] Ik heb em verkeerd gezegd. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Marie zit stoofpere en schille. [/v] sound
informant [a=n] Marie is de stoofpere aan et schille. [/a] sound
hulpinterviewer [v=028] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Vertel mij eens wie dat ze had kunne roepe. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [a] Vertel mij eens wie ze had kunne roepe. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=029] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] sound
commentaar[meta][k]E109p[/k][h]375[/h][i]376[/i][vw]HZ[/vw][/meta]  sound
hulpinterviewer [v] Vertel mij eens wie of ze had kunne roepe. [/v] sound
informant [a=n] Nee. Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [a=j] Et komt wel voor. [/a] sound
hulpinterviewer [a] Zeg mij eens wie dat ze had kunne roepe. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [a] Vertel mij eens wie of ze had kunne roepe vind ik iets acceptabeler dan wie dat. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [a] Nou ik weet niet wie of ze had kunne roepe. [/a] sound
hulpinterviewer [a] Et is niet met een bevel van vertel mij eens. Met een vraag. [/a] sound
veldwerker [v] En ik weet niet wie dat het antwoord zou weten. [/v] sound
informant [a=n] Nee niet dat. [/a] sound
hulpinterviewer [v=030] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Vertel mij eens wie of dat ze had kunne roepe. [/v] sound
informant [a] Wie ze had kunne roepe. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [a=j] Nou ik weet nie zo goed wie of dat ze had kunne roepe. Ik zou het zelf niet zo zegge. [/v] tagging sound
hulpinterviewer [a] Het komt volgens mij wel voor. [/a] sound
hulpinterviewer [v=296] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Zou hij dat gedaan hebbe gekund. [/v] sound
informant [a=n] Nee. Zou hij dat gedaan hebbe. [/a] sound
hulpinterviewer [a] Zou hij dat hebbe kunne doen. [/a] sound
hulpinterviewer [v=297] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Zou hij dat gedaan gekund hebbe. [/v] sound
informant [a=n] Zou hij dat hebbe kunne doen. [/a] sound
informant [a] Ik vind dat gek. [/a] sound
hulpinterviewer [v=347] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Ik weet datie is gaan zwemme. [/v]

dat ie
tagging sound
informant [a=j] Ja. [/a] sound
veldwerker [v] Normaal? [/v] sound
informant [a] Ja. [/a] sound
hulpinterviewer [v=350] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Ik weet datie gaan zwemme is. [/v]

dat ie
sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=352] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Ik weet datie zwemmen gaan is. [/v]

dat ie
sound
informant [a=n] Nee. Ook niet. [/a] sound
hulpinterviewer [v=495] Komt deze zin voor in uw dialect. hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Ik denk dat je veel weg zou moete gooie. [/v] tagging sound
informant [a=j] Ja. [/a] sound
veldwerker [v] En gebruikelijk ook? [/v] sound
informant [a] Ja. [/a] sound
hulpinterviewer [v] Ik denk dat je veel zou weg moete gooie. [/v] tagging sound
informant [a] Nee die eerste vind ik beter. [/a] sound
informant [a=j] Weet je dat ik het alle twee goed vind. [/a] sound
hulpinterviewer [a] De eerste is gebruikelijker dan de tweede. [/a] sound
hulpinterviewer [v] Ik denk dat je veel zou moete weg gooie. [/v] tagging sound
informant [a=j] Komt ook voor. [/a] sound
hulpinterviewer [a] Net zo gebruikelijk als de eerste. [/a] sound
hulpinterviewer [v=075] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen moet kunne zwemme. [/v] tagging sound
informant [a=j] Ja. [/a] sound
hulpinterviewer [v=077] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen moet zwemme kunne. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=080] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=082] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] sound
informant [a=n] Nee ook niet. [/a] sound
hulpinterviewer [v=084] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] tagging sound
informant [a=j] Ja. [/a] sound
hulpinterviewer [v=086] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten. [/v] tagging sound
informant [a=j] Dat is wel Amsterdams hoor. [/a] sound
hulpinterviewer [a] Het kan ook een woord zijn voor lunchen. [/a] sound
informant [a] Ja dat denk ik wel aan. [/a] sound
hulpinterviewer [v=154] Komt deze zin voor in uw dialect. Boeken heeft Jan drie. [/v] sound
informant [a=n] Nee dat komt nie voor. [/a] sound
hulpinterviewer [v=156] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebbe gemaakt. [/v] tagging sound
informant [a=j] Ja. Ja. [/a] sound
hulpinterviewer [v=157] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet datie voor drie uur de wagen moet gemaakt hebbe. [/v]

dat ie
sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=160] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet datie voor drie uur de wagen gemaakt moet hebbe. [/v]

dat ie
sound
informant [a=n] Nee. [/a] Hulpinterviewer geeft later aan dat voor haar deze zin wel correct is. sound
hulpinterviewer [v=161] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet datie voor drie uur de wagen gemaakt hebbe moet. [/v]

dat ie
sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=227] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt hij slaapt. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Persoon B antwoordt hij doet. [/v] sound
informant [a=n] Nee. Nee toch. [/a] sound
hulpinterviewer [v=228] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt hij slaapt. Persoon B antwoordt et doet. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=243] Komt deze zin voor in uw dialect. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Persoon A vraagt. Slaapt ie. Persoon B antwoordt ie doet. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=245] Komt deze zin voor in uw dialect. De lamp doet niet meer brande. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v] De kindere doen hier niet voetballe. [/v] sound
informant [a=n] Nee dat is niet deze dialect. [/a] sound
hulpinterviewer [v] Brande doet de lamp niet meer. [/v] sound
hulpinterviewer [a=j] Brande doet de lamp niet meer. Dat is correct. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [v=246] Komt deze zin voor in uw dialect. Doet Marie elke avond danse. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=247] Komt deze zin voor in uw dialect. Doe et brood even snijde. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=248] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik doe wel even de kopjes af wasse. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=319] Komt deze zin voor in uw dialect. Dit denk ik niet aan. [/a] sound
informant [a=n] Nee. [/a] Dit komt wel voor in de spontane spraak. Bijvoorbeeld in vraag 495. sound
hulpinterviewer [v=321] Komt deze zin voor in uw dialect. Die rare jongen ben ik mee naar de markt geweest. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=328] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan vindt dat je moet zulke dinge niet gelove. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=387] Komt deze zin voor in uw dialect. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Persoon A vraagt wanneer zal de wereldvrede kome. Persoon B antwoordt nooit niet. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=459] Komt deze zin voor in uw dialect. Hij heeft de bal gegooid in de mand. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=474] Komt deze zin voor in uw dialect. Ten was maar net goed genoeg. [/v]

t en
sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=485] Komt deze zin voor in uw dialect. [/v] sound
hulpinterviewer [v] Persoon vraagt zal ik koke. Persoon B antwoordt dat doe maar. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=486] Komt deze zin voor in uw dialect. Dat boek beloof mij dat je nooit meer zult verstoppe. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=487] Komt deze zin voor in uw dialect. Wat zeg mij dat je gekocht hebt. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=530] Komt deze zin voor in uw dialect. Marie zei dat jij Piet een boek hebt geprobeerd te verkope. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
hulpinterviewer [v=531] Komt deze zin voor in uw dialect. Wim dacht dat ik Els had geprobeerd een cadeau te geve. [/v] tagging sound
informant [a=j] Dan kan het wel toch. [/a] sound
hulpinterviewer [v=532] Komt deze zin voor in uw dialect. Karel weet dat jij hebt geprobeerd Marie een boek te verkope. [/v] tagging sound
informant [a=j] Ja. [/a] sound
veldwerker [n] [v=018] Ze weet niet dat marie gisteren gestorven is. Die volgorde gestorven is is gestorven. Heb je daar een voorkeur voor. [/v] sound
informant [a] Is gestorven dacht ik. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [a] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/a] tagging sound
veldwerker [v=073] Leef wat minder bekrompen kinderen. Zou je die nog een keer in het Amsterdams willen zeggen. [/v] sound
informant [a] Leef wat minder lux kindere. [/a] tagging sound
veldwerker [v=190] Deze ton is zwaar te dragen. Kan dat ook. [/v] sound
informant [a=j] Deze ton is zwaar te drage. [/a] tagging sound
veldwerker [v] En deze ton is zwaar dragen? [/v] sound
hulpinterviewer [a=j] Ja. [/a] sound
veldwerker [v=199] Hij kan staan te zeuren. Kan dat ook? [/v] sound
informant [a] Ik zou zegge zonder te. [/a] sound
hulpinterviewer [a=j] Hij kan me toch staan te zeure. [/a] tagging sound
hulpinterviewer [a] Kan volgens mij beide. [/a] sound
veldwerker [v=273] Kun je nog zegge. Marie trok de deken naar der eige toe. [/v] sound
informant [a=j] Ja maar ik zou geen eige zegge maar et is wel Amsterdams. [/a] sound
veldwerker [v=372] Dat is de man wie ik denk dat het verhaal heeft verteld. Zou dat kunnen. [/v] sound
hulpinterviewer [a=n] Ik zou die hele constructie nie gebruike. [/a] tagging sound
veldwerker [v=312] Hoe zou je zelf die zin zeggen. Ik zei nog tegen haar ik denk hij is weg. [/v] sound
informant [a] Ik zei nog tegen haar hij is weg. Ik denk niet ik denk. ik zeg niet ik denk. [/a] tagging sound
veldwerker [v=088] Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen. [/v] sound
informant [a=n] Nee dat klinkt niet. [/a] sound
veldwerker [v=093] Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen. [/v] sound
informant [a=n] Ook niet. [/a] sound
veldwerker [v=102] Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
veldwerker [v=107] En ik weet dat Hans mag niet komen. [/v] sound
informant [a=n] Nee. [/a] sound
veldwerker [v=000] Allerlaatste vraag. Dat zijn een paar zinnetjes. Of je die zou willen vertalen.[/v] sound
veldwerker [v=762] Als ik ga dan ga ik. [/v] sound
informant [a] Als ik ga dan ga ik. [/a] sound
veldwerker [v=763] Als jij gaat dan ga je. [/v] sound
informant [a] Als jij gaat dan ga je toch. [/a] sound
veldwerker [v=765] als hij gaat dan gaatie. [/v]

gaat ie
sound
informant [a] Als hij gaat dan gaatie [/a]

gaat ie
sound
veldwerker [v=766] Als zij gaat dan gaat ze. [/v] sound
informant [a] Als zij gaat dan gaat ze. [/a] sound
veldwerker [v=767] Als het gaat dan gaat het. [/v] sound
informant [a] Alzet gaat dan gaatet. [/a]

alz et gaat et
sound
veldwerker [v=768] Als wij gaan dan gaan we. [/v] sound
informant [a] As wij gaan dan gaan we. [/a] sound
veldwerker [v=769] Als jullie gaan dan gaan jullie. [/v] sound
informant [a] Als jullie gaan dan gaan jullie. [/a] sound
veldwerker [v=764] Als u gaat dan gaat u. [/v] sound
informant [a] As u gaat dan gaat u. [/a] sound
veldwerker [v=770] Als zij gaan dan gaan ze. [/v] sound
informant [a] Als zij gaan dan gaan ze. [/a] sound
veldwerker [v=771] Ga eens weg. [/v] sound
informant [a] Ga eens weg. [/a] sound
veldwerker [v] Gaan jullie eens weg. [/v] sound
informant [a] Gaan jullie eens weg. [/a] sound
veldwerker [v] Ga eens weg jongens. [/v] sound
informant [a] Ga eens weg jongens. [/a] sound
veldwerker [v] En gaat u eens weg. [/v] sound
informant [a] Gaat u eens weg. [/a] [/n] sound

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
068 Als je gezond leeft, dan leef je langer Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen.; In Noord-Holland: Asse je gezond leeft, leef je langer. vorm: je leeft leef je
193 Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. Nederland komt voor : j
220 Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...).; Zin laten inspreken met 'hun' i.p.v. 'zij' als 'komt voor'-vraag; Als voegwoordvervoeging, afvragen zonder pronomen. komt voor : j
vorm: hun
opmerking: hun is ook mogelijk, maar dat is generatiebepaald, niet typisch amsterdams
245 De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 komt voor (1) : n
komt voor (2): n
249 De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. komt voor : j
vorm: van wie de moeder
249 De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. komt voor : j
vorm: wie zen
249 De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. komt voor : j
vorm: die zen moeder
249 De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. komt voor : j
vorm: die dat z'n moeder
249 De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. komt voor : j
vorm: waarvan de moeder
249 De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. komt voor : j
vorm: waarvan se moeder
250 De bank waar ze op zaten was pas geverfd. Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. komt voor : j
vorm: waarop ze zaten
261 Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? komt voor : j
309 Ik heb geen zin en voeren de koeien komt voor : n
353 Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k Tijdens interview werd deze zin goedgekeurd. Ter controle nogmaals vragen. ; Indien ja: 728 opvragen. komt voor : n
371 Dat is de man die het verhaal heeft verteld als vertaling niet 'die' is, laat hulpinterviewer vragen of bovenstaande zin echt niet voor kan komen. Experimenteer met intonatie komt voor : j
372 Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld als vertaling niet 'die' is, laat hulpinterviewer vragen of bovenstaande zin echt niet voor kan komen. Experimenteer met intonatie komt voor : j
373 Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben komt voor : j
388 Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) komt voor : n
389 Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) komt voor : n
opmerking: hij heb nooit geen zin is bijna standaard
390 Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) komt voor : n
391 Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) komt voor : j
opmerking: evt kan dit wel. geeft wel nadruk
395 Geloof je niet dat hij gevallen heeft? Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. komt voor : n
601 Maar en kom je niet? In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). komt voor : n
602 Waarom en kom je niet? In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). komt voor : n
605 Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. komt voor : n
610 We konden nergens niet zitten in die volle zaal Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. komt voor : n
611 We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. komt voor : n
612 Ik heb niks niet gezien want ik sliep Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. komt voor : n
613 Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. komt voor : n
614 Jan rookt niet meer (VERTAAL) Vertaling bij VORM vorm: rook niet meer
729 Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. vorm: hij
729 Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. vorm: zelfs hij ken dat nie oplossen
730 Hoe laat is dat eigenlijk? komt voor : n
731 Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) komt voor : n
vorm: we
opmerking: of wij wel gevraagd zijn
731 Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) komt voor : n
vorm: wij
opmerking: of wij wel gevraagd zijn
732 Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). komt voor : j
vorm: weetje
733 Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). vorm: je weet
733 Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). vorm: datje
733 Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). vorm: bent
734 Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. komt voor : j
vorm: hun
opmerking: jeugd zegt dit wel, oudere generatie niet
734 Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. komt voor : j
vorm: hullie
opmerking: jeugd zegt dit wel, oudere generatie niet
734 Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. komt voor : j
vorm: zullie
opmerking: jeugd zegt dit wel, oudere generatie niet
734 Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. komt voor : j
vorm: hunnie
opmerking: jeugd zegt dit wel, oudere generatie niet
737 Marie en Piet kussen elkaar. vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. vorm: elkaar
738 Hij riep alle familieleden bij zich. Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) vorm: zich
opmerking: 'm heeft voorkeur
738 Hij riep alle familieleden bij zich. Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) vorm: 'm
opmerking: 'm heeft voorkeur
739 Er zat een inbreker in deze kast. komt voor : j
740 Het zat een inbreker in deze kast. komt voor : n
741 Daar zat een inbreker in deze kast. komt voor : n
742 Gisteren zat een inbreker in deze kast. komt voor : j
743 Gisteren zat er een inbreker in deze kast. komt voor : j
744 Gisteren zat het een inbreker in deze kast. komt voor : n
745 Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. komt voor : n
opmerking: daar en deze kan niet samen
746 't Is net of een hond in deze kast zit. komt voor : n
747 't Is net of er een hond in deze kast zit. komt voor : j
748 't Is net of het een hond in deze kast zit. komt voor : n
749 't Is net of daar een hond in deze kast zit. komt voor : n
750 Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM vorm: asu leeft dat u leeft u
751 Asse ze denken datte ze moeten gaan, dan gane ze maar (KOMT VOOR + VERTAAL). komt voor : j
752 An ze denken dan ze moeten gaan, gaan ze maar komt voor : n
753 Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) vorm: als iedere
754 Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) vorm: alsn enkele
755 Asse we horen datte we moeten gaan, gane we. (KOMT VOOR + VERTAAL) komt voor : n
opmerking: datte we is voor de gein, met grappige uitspraak; als datte we toffe jongens zijn
756 An we horen dan we moeten gaan, gaan we. (KOMT VOOR + VERTAAL) komt voor : n
757 Ze gelooft datte jij eerder thuis bent dan ik. komt voor : n
760 Asse jullie horen datte jullie nodig zijn, gane jullie meteen. komt voor : n
761 An jullie horen dan jullie nodig zijn, gaan jullie meteen. komt voor : n
762 Als ik ga, ga ik (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: k ga
762 Als ik ga, ga ik (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ga ik
763 Als je gaat, ga je. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: je goat
763 Als je gaat, ga je. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: goa je
764 Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. vorm: u gaat
764 Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. vorm: gaat u
765 Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ie gaat
765 Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: gaat ie
766 Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ze gaat
766 Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: gaat ze
767 Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: t gaat
767 Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: gaat t
768 Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: we gaan
768 Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: gaan we
769 Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: jullie gaan
769 Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: gaan jullie
770 Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: se gaan
770 Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: gaan se
771 Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) Vorm van gaan invullen bij VORM vorm: ga
772 Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: k ging
772 Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ging jij
773 Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: jij ging
773 Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ging ik
774 Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: u ging
774 Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ging hij
775 Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: hij ging
775 Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ging u
776 Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: zij ging
776 Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ging t
777 Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: t ging
777 Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ging ze
778 Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) vorm: wij ginge
778 Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) vorm: ginge jullie
779 Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: jullie ginge
779 Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ginge wij
780 Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ze ginge
780 Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) Vormen van gaan invullen bij VORM vorm: ginge ze
781 Vertel mij eens wie er aan de deur was? Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. komt voor : j
vorm: wie dat er aan de deur
781 Vertel mij eens wie er aan de deur was? Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. komt voor : j
vorm: wie of der aan de deur was
782 Dat is de man wie ze geroepen hebben. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : j
783 Dat is de man dat ze geroepen hebben. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : n
784 Dat is de man die ze geroepen hebben. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : j
785 Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : n
786 Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : n
787 Dat is de man die het verhaal verteld heeft. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : j
788 Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. komt voor : j
789 Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : j
790 Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : n
791 Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : n
792 Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : j
793 Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : n
794 Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. komt voor : n
798 Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. komt voor : n
799 Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. komt voor : n
opmerking: wel als twee zinnen, maar niet zo.
804 Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. komt voor : n
vorm: moet kunnen zien
805 Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. komt voor : j
807 Marie zit te stoofpeer schillen. komt voor : n
808 Marie zit te stoofperen schillen. komt voor : n
809 Marie zit te piano spelen. komt voor : n
810 Hij zit weer te voorzeggen. komt voor : n
817 Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. komt voor : n
818 Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. komt voor : n
819 Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. komt voor : j
820 Hij zal wel weer staan te zeuren. komt voor : j
821 Hij zal wel weer staan zeuren. komt voor : n
822 Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. komt voor : n
823 Ben je met die fiets gevallen geweest? komt voor : n
824 Het huis is verkocht geworden. komt voor : n
825 Het huis is verkocht geweest. komt voor : n
826 Ik heb hem gisteren tegengekomen. komt voor : n
827 Jan liet zich meedrijven op de golven Vorm zich invullen bij VORM vorm: zichzelf
opmerking: nb: inf was hulpinterviewer tijdens veldwerk, maar is eigenlijk te hoog opgeleid. echter, ik had info gekregen dat ik haar moest bellen ipv de inf. tijdens tel gesprek kwam ik erachter, maar we hebben het interview wel gedaan. volgens mij ging het wel ok.
827 Jan liet zich meedrijven op de golven Vorm zich invullen bij VORM vorm: z'n eigen
opmerking: nb: inf was hulpinterviewer tijdens veldwerk, maar is eigenlijk te hoog opgeleid. echter, ik had info gekregen dat ik haar moest bellen ipv de inf. tijdens tel gesprek kwam ik erachter, maar we hebben het interview wel gedaan. volgens mij ging het wel ok.
828 Toon bekeek zich eens goed in de spiegel Vorm zich invullen bij VORM vorm: zichzelf
828 Toon bekeek zich eens goed in de spiegel Vorm zich invullen bij VORM vorm: z'n eigen
829 Eduard kent zich goed Vorm zich invullen bij VORM vorm: zichzelf
829 Eduard kent zich goed Vorm zich invullen bij VORM vorm: z'n eigen
831 Jan trok de deken naar zich toe Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM vorm: zich
opmerking: bij se eigen ligt de deken "bij iemand anders"
831 Jan trok de deken naar zich toe Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM vorm: se eigen
opmerking: bij se eigen ligt de deken "bij iemand anders"
831 Jan trok de deken naar zich toe Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM vorm: 'm
opmerking: bij se eigen ligt de deken "bij iemand anders"