SAND-data Herne (O275p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Herne |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]O275[/k][h]653[/h][i]654[/i][vw]ANS[/vw][/meta] | |||
commentaar | Spontaan gesprek. | |||
hulpinterviewer |
[v=035] Jan herinnert zich dat verhaal da moejegaa int dialect zegge Oscar. [/v]
moe je gaa in t |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ik zou zegge Jean rappeleert rappeleerdem da verhaal. [/a]
rappeleerd em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Als ik eerlijk leef leef ik zo als mijn ouders willen. [/v] | |||
informant |
[a] Asek eerlijk ben. [/a]
as ek |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Leefekik zo as mijn ouders het wille. [/a]
leef ek ik |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Asek eerlijk leef dan leefek zo as mijn ouders het wille. [/a]
as ek leef ek |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer als zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Asn nog drie jaar leeft leeften langer as ze vader zoun ze zegge. [/a]
as n leeft en |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De schrijnwerker. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hee geen nagels bij em. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] De schrijnwerker hee geen nagels mee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Bij zich zegge waale ni he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=040] Louis liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant | [a] Louis liet liet mij voor hem werke he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=018] Ze weet niet da Marie gisteren gestorve is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ze weet ni da Marie gisteren gestorve is das tzelfde. [/a]
da s t zelfde |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asse zo gevaarlijk xxx. [/a]
as se |
tagging | ||
informant | [a] Gevaarlijk leeft zal ni lang ni meer leve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Zal ze ni lang ni meer leve. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asse zo
as se |
|||
hulpinterviewer | blijft gevaarlijk leve zal ze ni lang ni meer leve. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Aset nu nog leeft leefet morgen xxx. [/a]
as et leef et |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Aset nu nog leeft zalet morgen ook nog leve. [/a]
as et zal et |
|||
hulpinterviewer | [v=041] Jeanne liet zich mee drijve op de golven. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Jeanne lietegeze op de golven mee drijve. [/a]
liet ege ze |
|||
hulpinterviewer |
[a] Jeanne lietegezich lietegener nee nee. [/a]
liet ege zich liet ege n er |
|||
hulpinterviewer |
[a] Lietegener op de golven mee gaan ni zich he Jeanne lietegener op de golven mee drijve. [/a]
liet ege n er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zich zelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Toon Toine bekijktegenem ne keer goed in de spiegel. [/a]
bekijk te ge n em |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] toine bekeek zijneige ne keer goed in de spiegel [/a]
zijn eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Als jullie zo ongezond leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asgegaale zo ongezond leve dan leve jullie nooit zo lang asekik. [/a]
as ge gaale as ek ik |
Deel van zin in AN. | tagging | |
informant |
[a] Asgegaale nu zo blijft voort doen zaje zo lang ni meer leve. [/a]
as ge gaale za je |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Als ze voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Asse voor heule werk leve leveze niet voor heule voor heule gasten zouk zegge. [/a]
as se leve ze zou k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog leef leef Leo ook nog. [/a] | Invloed AN. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand niemand heeft dat ooit gewild of gekunne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Niemand heeft da van ze leven gewild of gekunne. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zich zelf goed. [/v] | |||
informant | [a] ward kent hem kent hemzelf goed [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Nee kent kent kon zijn eige. [/a] | |||
informant | [a] Of kon zijn eige goed ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] ward kon zijneige goed [/a]
zijn eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant |
[a] Ward heef gehoord datter dat daar foto's van hem in de vitrine staan. [/a]
dat ter |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wel willen op eten. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jean haa graag het hele brood willen op eten. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Jean haa graag hele gans t brood willenop ete. [/a]
wille n op |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=068] Als als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asge gezond leeft dan leefdet langst dan leefde langer he. [/a]
as ge t leef de leef de |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=069] Als daar zo weinig mensen van de landbouw leve dan levener veel mensen van werk in de fabriek. [/a]
leve n er |
|||
informant |
[a] Aster zo veel mensen van de boerderij leve. [/a]
as ter |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Aser zo weinig mensen in de landbouw leve dan moeder veel mensen in de fabriek leve. [/a]
as er moe der |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=070] Als Lisa en Pierre in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | [a] As Lisa en Frans in den hemel leve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Dan leve Rosa en Frans in d hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Als we rusitg leve leve we gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ame rustig leve levemewaale gelukkig he. [/a]
a me leve me waale |
Vraag hernomne op einde. | tagging | |
hulpinterviewer |
[a] We leve gelukkig ame rustig leve. [/a]
a me |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Als we eerlijk leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Awel ja ameneerlijk leve leveme gelukkig zoume zegge he. [/a]
a me n eerlijk leve me zou me |
|||
hulpinterviewer |
[a] Amewaale eerlijk leve amewaale amewaale eerlijk leve dan
a me waale |
|||
hulpinterviewer |
dan zoumewaale dan zoumewaale gelukkig leve he. [/a]
zou me waale |
|||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leeft een beetje beter he Jan zoun ze zegge. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Jean Jean Jean leeft leeft leeft ne keer wa gezonder. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Die die kinderen achter aan die zegge waale nooitni kinder das altijd voor he kinder pas ne keer op. [/a]
nooit ni da s |
|||
hulpinterviewer | [a] Of kinder leeft e wa minder gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk da Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
informant | [a] Ik peise da Marie hem zal moete roepe he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ze gelooft danaa eer thuis is asekik. [/a]
dan aa as ek ik |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Nee dagegaa ze gelooft dagegaa eer thuis zijt asekike. [/a]
da ge gaa as e kike |
|||
hulpinterviewer | [v=217] Je gelooft toch niet dat hij sterker is als jij? [/v] | |||
informant |
[a] Ge gelooft toch ni datenaa sterker is asenaa. [/a]
dat en aa as en aa |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Asgaa. Ge gelooft toch ni datenaa sterker is asgaa. [/a]
as gaa dat en aa as gaa |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=218] Ze gelove dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant |
[a] Ze gelove dame rijker zijn as assezaale. [/a]
da me as se zaale |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Damewaale rijker zijn assezaale assezaale. [/a]
da me waale as se zaale |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Hijs weg naar de markt en gaa antwoordt doeten doeten da zeggewaale he.
hij s doet en zegge waale |
|||
hulpinterviewer |
Zis weg naar de markt. Doese.
z is doe se |
|||
hulpinterviewer |
Ik ben weg. Doeje?
doe je |
|||
hulpinterviewer |
Doeje. Doenekik?
doe je doen e kik |
|||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te hale? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Heeje genoeg mensen. Heejegaa genoeg mensen. [/a]
hee je hee je gaa |
|||
informant |
[a] Om het hooi van t veld tale. [/a]
t ale |
|||
hulpinterviewer | [a] Want waale spreke zegge dikwijls voor in plek van om he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Heeje genoeg mensen ja voor t hooi van t veld tale of om t hooi van t veld tale? [/v]
hee je t ale |
tagging | ||
informant | [a] Ik peis da zal meer voor zijn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=189] Het was vriendelijk van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant | [a] Het was vriendelijk van Jan om te kome werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja nee. Jean was zo vriendelijk om te kome werke. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Die ton is zwaar om te dragen. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant |
[a] Wope om van tasch thuis te zijn. [/a]
w ope |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Wope allemaal dame dame van tasch zoun thuis zijn. [/a]
w ope da me |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=198] Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij kan hij kan staan te peize zoun ze zegge he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=200] Toen we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Amenaan kwame regende het. [/a]
a me n aan |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Kgeloof dat ik groter ben als hij. [/v]
k geloof |
|||
informant |
[a] Ik ik peis datek groter ben asenem. [/a]
dat ek as en em |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=219] We gelove dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant |
[a] Ge peist daten zo slim is amewaale. [/a]
dat en a me waale |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=220] Jullie toch niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
informant |
[a] Ge gelooft toch ni datij dasij armer zijn asgegaale. [/a]
dat ij da sij as ge gaale |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ge peist. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Kpeise da Lisa schoner is as Anna. [/a]
k peise |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Nee zo schoon is even mooi he. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Kgeloven da Lisa zo schoon is zo schoon is as Anna. [/a]
k geloven |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Hij gelooft dat Jules en Jan sterker zijn als Gaston en Pierre. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij peist da Jules en Jean sterker zijn as xxx. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De jongen die zijn moeder gisteren hertrouwd is stond achter maa. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] De sosse naar heur toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Zegge waale toe bij? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie trok de sosse de sosse naar her. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Naar heur toe? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja da wordt gebruikt za da woord bij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant |
[a] De bank woe dasop zitten zittegen was juist geverfd. [/a]
da s op zitte ge n |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie da geld heet. [/a] | |||
informant |
[a] Moeter maar een beetje geven. [/a]
moet er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Die geld heeft moet mij xxx? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Wie datter nee. [/a]
dat ter |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Of diene da geld heet. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wie datter geld heet. [/a]
dat ter |
|||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Astert niemand mag zien vinekik dagaat ook ni moog zien. [/a]
as ter t vine kik da gaa t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Dagetgaa. [/a]
da ge t gaa |
tagging | ||
informant | [a] Ook ni en moog zien. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepe hemmen. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man dieze geroepe emme. [/a]
da s die ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Awel das de man die het verhaal hee verteld. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Diet verteld heet he. [/a]
die t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=372] Das de man die ik denk dat verhaal heeft verteld. [/v]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[a] Das de man woe van dak peise datent verteld heet he. [/a]
da s da k dat en t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Das den diene woe van dak peise datent verteld heet. [/a]
da s da k dat en t |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepe emme. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de man die ik peise dase geroepe emme. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=397] Tschijnt dat ze niets mag ete. [/v]
t schijnt |
|||
informant |
[a] Tschijnt dase niemandalle mag ete. [/a]
t schijnt da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=398] Ze schijnt niets te mogen ete. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Der is een verschil tussen tschijnt dase ni mag ete en ze schijnt ni te mogen ete da zegge waale ni he? [/v]
t schijnt da se |
|||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=403] Het lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant |
[a] Tis precies datter iemand in de xxx is. [/a]
t is dat ter |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant |
[a] Wa voor boeken heeje gekocht? [/a]
hee je |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Wie heeft jou op de kermis gezien? [/v] | |||
informant | [a] Wie heet u gezien op de kermis? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=162] Maries auto is kapot. [/v] | |||
informant | [a] Marie herren auto is kapot he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=193] Dat is zo zeker als één en één twee is. [/v] | |||
informant | [a] Dat is zeker dat één en één twee is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Tis zo zeker as da één en één twee is. [/a]
t is |
|||
hulpinterviewer |
[v=253] Op zondag gingewe met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v]
ginge we |
|||
hulpinterviewer |
[a] Szondags. [/a]
s zondags |
|||
informant |
[a] Ginkewe me heel de familie naar de zee en die heel plezierig was. [/a]
ginke we |
|||
hulpinterviewer |
[v] Wat heel leuk was nee twas. [/v]
t was |
|||
hulpinterviewer |
[a] Szondags gingewe me heel de familie naar de zee en da was plezant. [/a]
s zondags |
Later hernomen. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=255] In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
informant |
[a] En die mensen woe dak woon staat een oud karreke. [/a]
da k |
|||
hulpinterviewer |
[v=256] Op de dag dat we aan kwame regendet. [/v]
regen de t |
|||
informant |
[a] Den dag dame toe kwame regende het. [/a]
da me |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=257] Das iet wat heel mooi is. [/v]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[a] Das iet. [/a]
da s |
tagging | ||
informant | [a] Da heel schoon es. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=308] Zou hij dat hebbe kunnen doen? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Zoum da kunne doen emme? [/a]
zou m |
|||
informant | [a] Zoum da kunne doen emme zoun ze zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=393] Niet vertelle dat je een cadeau van hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
informant |
[a] Ge moog ni zegge dage ne cadeau voor hem gekocht het. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=492] Hij is vorige week door de dokter geopereerd. [/v] | |||
informant |
[a] Hijs passeerde week gopereerd van den dokter. [/a]
hij s |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=493] Hij wordt morgen door de dokter gopereerd. [/v] | |||
informant |
[a] Ik peise dase zoun zegge hij wor morgen gopereerd asge gopereerd wordt wete toch dat van den dokter is he. [/a]
da se as ge we te |
|||
hulpinterviewer | [n] [v=253] Marie was er ook wat ik heel tof vond. [/v] | |||
informant |
[a] Marie was der ook diek heel plezierig vond. [/a]
die k |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] En da vonekik plezant. [/a]
von e kik |
|||
hulpinterviewer | [v] Die wat zoun waa ni zegge he? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] En da vinekik tof. [/a] [/n]
vin e kik |
|||
hulpinterviewer | [v=049] Ik heb me daar goed gamuseerd. [/v] | |||
informant |
[a] Kem me daar goed gamuseerd. [/a]
k em |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Kemkik me daar xxx. [/a]
k em kik |
|||
hulpinterviewer | [v=050] Ze heeft zich niet gamuseerd op het bal. [/v] | |||
informant |
[a] Zeet eur ni gamuseerd int bal. [/a]
z eet in t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=275] Je herinnert je toch wel dat je me toen onder die ladder door liet lope. [/v] | |||
informant |
[a] Ge weet toch wel dagemaa onder die ladder late lope het. [/a]
da ge maa |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Of ge rappeleert aa toch dagemaa dage dage xxx. [/a]
da ge maa da ge |
|||
hulpinterviewer | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik rappeleer maa nog dat iemand ons altijd riep. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakken. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij voeldege daten door tijs aant zakke was. [/a]
dat en t ijs aan t |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we bij Marieke langs ginge. [/v] | |||
informant |
[a] Ge weet toch wel dame bij Marieke gonke. [/a]
da me |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=293] Zij herinnere zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
informant | [a] Ze rappeleerde hun nog iet maar ni veel ni meer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
informant |
[a] In dien tijd wasek nogal ne Charel zoun ze gezegd emme. [/a]
was ek |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=337] Vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
informant |
[a] Vroeger leefdegen as een beest ja. [/a]
leef de ge n |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=338] Daar leefden wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
informant |
[a] Daar leefdegewaale gelijk as God in Frankrijk. [/a]
leef de ge waale |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
informant |
[a] En dan leefdegaa gelijk as ne koning. [/a]
leef de gaa |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=412] Er ware veel mensen op het feest. [/v] | |||
informant |
[a] Daar ware veel mensen opt feest he. [/a]
op t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=413] Jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kon kome. Warener veel mensen op het feestje? [/v]
ware n er |
|||
informant |
[a] Tis spijtig dak gisteren naar awe verjaardag ni kunne kome ben. [/a]
t is da k |
tagging | ||
informant |
[a] Warer warer veel mensen op de feest? [/a]
ware r |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Da zijn Pierre en Marie. Marie en Pierre wijze naar. [/v] | |||
informant | [a] Naar malkanders. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=037] Das Toon. Toon wast. [/v]
da s |
|||
informant |
[a] Wastem in den basin. [/a]
wast em |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=039] Das Fons en Fons zag een slang
da s |
|||
hulpinterviewer | neffes. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Neffes em he. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Of neffes em. [/a] | |||
algemene gegevens | Herne O275 februari 2002 | |||
hulpinterviewer | [v=140] Zitten zitten hier nergens geen muizen? [/v] | |||
informant | [a=j] Zitten hier nieveranst geen muizen? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=495] Ik peisen dage veel weg
da ge |
|||
hulpinterviewer | zot moete smijten. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ik peisen dage veel weg zot moete smijte. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Ik peisen dage veel zot weg moete smijte. [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik peisen dage veel weg zot moete smijte. [/a]
da ge |
|||
veldwerker | [v] En zot weg moete smijte? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Weg zot moete smijte. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ik peis dage veel zot moete weg smijte. [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[a=g] Ik peise dage veel zot moete weg smijte. [/a]
da ge |
tagging | ||
veldwerker | [v] En wat zout ge het meeste zegge weg zot moete smijte of zot moete weg smijte? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zot moete weg smijte. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=146] Hij spreek ni goed geen Frans. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij klap geen goed Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hij spreek zo goed geen Frans. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hij klap ni goed Frans zoun ze zegge peisek. [/a]
peis ek |
|||
hulpinterviewer | [v=148] Iedereen is gene vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Iedereen is gene stielman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=023] Els wilt ni danse en ze wilt ni zinge ook niet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Els wilt ni danse en wilt ook ni zinge. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=149] Hijt overal geen vrienden. [/v]
h ijt |
|||
informant |
[a=n] Hij nievestni geen vrienden. [/a]
nievest ni |
|||
hulpinterviewer |
[v=497] Hij is alle kapotte spullen weg aan het gooie weg aant smijte. [/v]
aan t |
|||
informant |
[a=n] Hijs allemaal zijne kapotte bazaar aant weg doen. [/a]
hij s aan t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Hijs alle kapotte spullen aan het weg gooie. [/v]
h ijs |
|||
informant |
[a=g] Aant weg doen he. [/a]
aan t |
|||
veldwerker |
[v] Dus ni weg aant smijte? [/v]
aan t |
|||
hulpinterviewer | [a=n] | Schudt nee. | ||
hulpinterviewer | [v=086] Ik weet dat Eduard wilt brood ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik weet dat Eduard brood wilt ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Eduard moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Da zegge waale he. [/a] | |||
veldwerker | [v] En zout ge dan ook kunne zegge Ward zou moete kunne erg vroeg op staan? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Zou moete kunne neig vroeg op staan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=329] Ik geloof die jongen vinneze allemaal wel vriendelijk. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da zegge waale ni he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik geloof dase deze
da se |
|||
hulpinterviewer | da manneke allemaal wel vriendelijk vinne. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=027] Vertel maar niet wie zaa heet kunne roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Vertel maar niet wie dase kunne roepe heet. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=028] Vertel maar ne keer wie dasat kunne roepe. [/v]
da s at |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Vertel maar ne keer xxx. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Wie dase kunne roepe heet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=030] Vertel maar ne keer wie of dase haa kunne roepe. [/v]
da se |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Vertel maar ne keer wie da wie da wie dase
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
haa kunne roepe of wie dase kunne roepe haa. [/a]
da se |
|||
veldwerker |
[v] Maar da zout ge ni kunne zegge vertel maa ne keer wie of dase kunne roepe haa? [/v]
da se |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Wie of da? Nee die wie of da gebruike waale ni he. [/a] | Ook antwoord op [v=029]. | ||
informant |
[a] Ze zoun dase zegge wie dase geroepe haa. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer | [v=150] Hij weet alles niet van de zaak. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij weet ni alles van de zaak he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=151] Hij heeft altijd genen tijd. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij heet nooit geen tijd. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=088] Ik weet da Jean moet een nieuw schuur bouwe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik weet da Jean een nieuw schuur moe bouwe he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=093] Ik vind da Marie moet naar Jef belle. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik vin da Marie naar Jef moe belle. Ik vin da Marie moe naar Jef belle? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ik vin daten moe naar huis gaan of ik vin daten naar huis moe gaan wa zegge waale? [/v]
dat en |
|||
informant |
[a] Ik vin daten moe naar huis gaan. [/a]
dat en |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En ik vin daten moe naar Jef belle? [/v]
dat en |
|||
veldwerker | [v] Zout ge da kunne zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik vin daten naar Jef moe belle. [/a]
dat en |
|||
informant |
[a] Ik vin daten Jef moe belle ja. [/a]
dat en |
|||
hulpinterviewer | [v=102] Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik weet da Jean spijtig genoeg moe vertekke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=107] Ik weet da Henri mag mag ni kome. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zegge waale ni he ik weet dat Henri ni mag kome. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=114] Ik weet da Jean wilt varkens kope. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Varkens wilt kope of wilt varkens kope? [/v] | |||
informant | [a=n] Varkens wilt kope. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=501] Marie zit te stoofperen schelle. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da zegge waale ni. Marie zit de stoofperen te schelle. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Ik vin dat iedereen moe kunne zwemme. [/v] | |||
informant | [a=g] Ja ik vin dat iedereen moe kunne zwemme he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Ik vin dat iedereen moe zwemme kunne. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da zegge waale ni he. Ik vin dat iedereen moe kunne zwemme. [/a] | |||
informant | [a] Moe kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=080] Ik vin dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zegge waale ook ni he. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Ik vin dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zegge waale ook ni he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Ik vin dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zegge waale ook niet. Moe kunne zwemme. [/a] | |||
informant | [a] Moe kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=154] Boeken hee Jan drie. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeggewij ni. Jan heet drie boeken. [/a]
zegge wij |
|||
hulpinterviewer |
[v=260] Wa peisdegaa wie ik in de stad ontmoet hem? [/v]
peis de gaa |
|||
informant |
[a] Wie dak int stad tege gekome ben? [/a]
da k in t |
|||
veldwerker | [v] En hoe zout ge de ganse zin zegge? [/v] | |||
informant |
[a] Ja wie peisdegaa wie dak tege gekome ben? [/a]
peis de gaa da k |
|||
hulpinterviewer | [a] Wie wie he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wie peisdegaa dak in de stad dak dak in Enge gezien hem? [/a]
peis de gaa da k |
|||
veldwerker |
[v=262] Wie peisde wie dak int stad tege gekome ben? [/v]
peis de da k in t |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Wie peisdegaa dakik gisteren gezien hem. Wie peisdegaa dakik gisteren gezien hem. Of wie peisdegaa wie dakik gisteren gezien hem.
peis de gaa da kik |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Wa peisdegaa dak gete hem. Wa peisdegaa wa dak gete hem. De twee he. [/a]
peis de gaa da k |
|||
veldwerker |
[n] [v=262] En wa peisdegaa wie dak int stad gezien hem? [/v]
peis de gaa da k in t |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Wie peisdegaa dak of wie dak. [/a] [/n]
peis de gaa da k |
|||
hulpinterviewer | [v=248] Ik doen wel efkes de sjatten af wasse. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zegge waale ni. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=296] Zoum da gedoen hemme gekund? [/v]
zou m |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Zegge waale ook ni he. [/a] | |||
veldwerker | [v] En hoe zout ge da dan zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Zoun zoun da kunne doen emme? [/a]
zou n |
|||
informant |
[a] Hoe zoun da kunnen doen emme zoun ze zegge. [/a]
zou n |
|||
hulpinterviewer | [v=309] Ik ik hem geen goesting en voere de koeien. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Kem geen goesting om de koeien te voeieren. [/a]
k em |
|||
hulpinterviewer |
[v=156] Jan weet daten voor drie uren de wagen moet emme gemaakt. [/v]
dat en |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Jean weet daten voor drie uren den auto moe gemaakt emme. [/a]
dat en |
|||
hulpinterviewer |
[v=157] Jan weet daten voor drie uren den auto moe gemaakt emme. [/v]
dat en |
|||
hulpinterviewer | [a=g] Den auto moe gemaakt emme. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij weet daten den auto moe gemaakt emme. [/a]
dat en |
tagging | ||
informant |
[a] Moe gemaakt zijn peisek he. [/a]
peis ek |
|||
hulpinterviewer |
[v=160] Jan weet daten voor drie uren den auto gemaakt moet emme. [/v]
dat en |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Zegge waale ni. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=161] Jan weet daten voor drie uren den auto gemaakt emme moet. [/v]
dat en |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewe zeker niet. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer | [v=316] De politie zou zou bij em kome en pakken em mee. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] De politie zou bij em kome en hem mee pakke. [/a] | |||
informant | [a] En ze doen em mee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Marie al her koeien zijn verdronke bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=n] Al Marie her koeien her beesten zijn verdronke. [/a] | |||
veldwerker | [v] Zout ge da kunne zegge Marie al her beesten of liever al Marie her beesten? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Al Marie her beesten zegge waale ni. [/a] | Later wel. | ||
informant | [a] Allemaal Marie her beesten zijn verdronke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Al Jef zen schapen zijn dood. [/a] | |||
informant | [a] Allemaal Jef zen schapen zijn dood zoun ze zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=319] Dit denkik ni xxx. [/v]
denk ik |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Daar peisekik ni aan. [/a]
peis e kik |
|||
hulpinterviewer |
[a] Daar peisekik ni op. [/a]
peis e kik |
|||
veldwerker |
[v] En da peisekik ni op zou je da kunne zegge? [/v]
peis e kik |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Daar peisekik ni op. [/a]
peis e kik |
|||
hulpinterviewer |
[v=321] Die komieke jongen benekike maar naar de markt geweest. [/v]
ben e kik e |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Met diene komieke charel benekik naar de markt geweest. [/a]
ben e kik |
|||
hulpinterviewer |
[v] Die komieke jongen hebekik heb ik mee naar de markt geweest. [/v]
heb e kik |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Da zegge waale ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Met diene komieke jongen heb ik naar xxx. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=322] Ik heb allemaal de eerste drie sommen gemaakt. De welke hebdegaa heejegaa gemaakt? [/v]
heb de gaa hee je gaa |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Kemekik deerste drie sommen gemaakt. Wat één heejegaa gemaakt? [/a]
k em e kik d eerste hee je gaa |
|||
hulpinterviewer |
[a] Wat één heejegaa gemaakt.
hee je gaa |
|||
hulpinterviewer | De welke zegge waale ni. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=323] Wat ene heejegaa mee gebracht? [/v]
hee je gaa |
Onmiddellijk verbeterd. | ||
hulpinterviewer | [a=n] De wat voore zeker ni. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] De waffere heejegaa al mee gebracht? [/v]
hee je gaa |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Wa voor enen heejegaa mee gebracht? [/a]
hee je gaa |
|||
hulpinterviewer |
[v=347] Ik weet daten is gaan zwemme. [/v]
dat en |
|||
informant |
[a=n] Ik weet daten weest zwemme is. [/a]
dat en |
|||
hulpinterviewer | [v=350] Ik weet dat hij gaan zwemme is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=g] Ik weet daten gaan zwemme is dast meeste gebruikte. [/a]
dat en da s t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=353] As Rosa vraagt wilde nog koffie Karel kan Karel kan Karel dan antwoorde jaak? [/v]
wil de |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Wilde nog een sjat koffie? Jaak. [/a]
wil de |
tagging | ||
informant | [a] Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=364] Isem dood? [/v]
is em |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Isen dood? [/a]
is en |
tagging | ||
informant |
[a] Isen dood ja. [/a]
is en |
|||
hulpinterviewer |
[v=387] Wanneer zal de wereldvrede kome? Nooitniet. [/v]
nooit niet |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Wanneer zaler de wereldvrede zijn? Nooitni. [/a]
zal er nooit ni |
tagging | ||
veldwerker |
[v] Dus ge zou da kunne zegge nooitni? [/v]
nooit ni |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Nooitni ja. [/a]
nooit ni |
|||
hulpinterviewer |
[a] Van ze leven niet nooitniet. [/a]
nooit niet |
|||
hulpinterviewer | [v=399] Rosa probeerdege om niemand pijn te doen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Rosa probeerdege van niemand zeer te doen. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=400] Het belooft weer ne schonen dag te werre. [/v] | |||
informant | [a=j] Het beloof ne schonen dag te zijn. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=417] Misschien gaaneketik wel krijge. [/v]
gaan ek et ik |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Misschien gaaneketik wel krijge. [/a]
gaan ek et ik |
tagging | ||
veldwerker | [v] En zout ge da kunne zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant |
[a] Misschien zaleketik. [/a]
zal ek et ik |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Of misschien zaletzaa zavetzaa krijge zavetzaa krijge zalenaa krijge zametwaale krijge
zal et zaa za v et zaa zal en aa za me t waale |
tagging | ||
hulpinterviewer |
zaletzaa krijge. [/a]
zal et zaa |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=418] Durfdergaa op duwe? [/v]
durf de r gaa |
|||
informant |
[a=j] Teirdergaa op duwe? [/a]
teir de r gaa |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=n] Teirdegaa der op duwe? [/a]
teir de gaa |
tagging | ||
informant |
[a] Teirdegaa daar op duwe? [/a]
teir de gaa |
tagging | ||
veldwerker |
[v] Maar ni teirdergaa? [/v]
teir de r gaa |
|||
veldwerker | [a=n] Nee. [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
hulpinterviewer |
[v=419] Durfdem gij uit nodige? [/v]
durf de m |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewe ni. [/a]
zegge we |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Durfdegaa em uit nodige? [/a]
durf de gaa |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=365] Hem is dood. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewe ni. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer | [v=366] Haar is ziek. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zeggewe ni. [/a] | |||
veldwerker | zegge-we | |||
hulpinterviewer | [v=367] Is haar ziek? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zeggewe ook ni. [/a] | |||
veldwerker | zegge-we | |||
hulpinterviewer |
[v=420] Durfdezegaa uit nodige? [/v]
durf deze gaa |
|||
informant |
[a=j] Teirdezegaa uit nodige? [/a]
teir de ze gaa |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Teirdegezaa. [/a]
teir de ge zaa |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=421] Is hij Pol hier geweest. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewe ni. [/a]
zegge we |
tagging | ||
informant | [a] Is Pol hier geweest? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=422] Hoe heet haa Pol dat op gelost? [/v] | |||
informant | [a=n] Hoe hee Pol da gedaan zoun ze zegge. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=423] Heejemaagaa die brief op gestuurd? [/v]
hee je maa gaa |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee da zegge waale ni he. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Heejegaamaa die brief op gestuurd? [/a]
hee je gaa maa |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=425] Ze leef zaa op water en brood. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ze ze leef zaa van water en brood. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Da zou kunne? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Zou kunne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=426] Marie heef zaa daar niks mee te make. [/v] | |||
informant | [a] Marie heet daar niks mee te zien. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja Marie hee zaa daar niks mee te zien zegge waale ook he. Kan ook. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=427] We zijn wij daar nog nooit geweest. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] We zijn waale daar van ze leve ni geweest. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=428] Marie zei dawewaale gaan winne. [/v]
da we waale |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Marie zei damewaale gaan winne. [/a]
da me waale |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=429] Hij kan hij daar niks ook niks aan doen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Hij kan haa ook niks | tagging | ||
informant | nikske aan doen. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=430] Ik peisen daten morgen za kome. [/v]
dat en |
Verkeerde vraag. | ||
hulpinterviewer |
[a] Daten ook komt. Ik peisen daten morgen ook komt. [/a]
dat en |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En daten hij? [/v]
dat en |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik peis dan ik peis dan morgen. Datem hij? Da zegge waale ni. [/a]
da n dat em |
tagging | ||
informant | [a] Ik epis daten morgen za kome. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=459] Hij heet den bal gesmete in de mand. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Hijt den bal in de mand gesmete. [/a]
h ijt |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=327] Gaan haalt die bestelling maar op. [/v] | |||
informant | [a] Gaat die bestelling xxx. [/a] | |||
informant | [a] xxx die bestelling hale. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Maar zeker ni dit. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=530] Marie zei dage Pierre nen boek het geprobeerd te verkope. [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Marie zei da dagegaa aan Pierre het probere nen boek te verkope. [/a]
da ge gaa |
|||
hulpinterviewer |
[a] Dagegaa geprobeerd het nen boek te verkope. [/a]
da ge gaa |
|||
hulpinterviewer |
[v=531] Jules peisde dakik Lisa haa geprobeerd ne cadeau te geve. [/v]
da kik |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Jules peisdegen dak aan Lisa ne cadeau haa probere te geve. [/a]
peis de ge n da k |
|||
hulpinterviewer | [a] Of geprobeerd hem te geve. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik peis daten naar huis hee probere te schrijve da wordt het meeste gezegd. [/a]
dat en |
|||
hulpinterviewer |
[v=532] Karel weet dakem geprobeerd Marie nen boek te verkope. [/v]
da k em |
Verkeerde persoon. | ||
hulpinterviewer |
[a=n] Karel weet dagegaa Marie nen boek het probere te verkope. [/a]
da ge gaa |
|||
hulpinterviewer | [v=227] As Frans zegt hij danst kan Jean kan | |||
hulpinterviewer | kan Jean dan antwoorde hij doet? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Kan Jean dan antwoorde doeten? [/a]
doet en |
|||
veldwerker | [v] Maar ni hij doet? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee hij doet ni. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=228] As Frans zegt hij zingt kan den andere dan zegge doeten? [/v]
doet en |
Verandert vraag al, moet zijn het doet. | ||
informant |
[a] Doeten he. [/a]
doet en |
|||
veldwerker | [v] En as ge gewoon ja wilt zegge. [/v] | |||
hulpinterviewer | Hij zingt? | |||
veldwerker |
[v] Kunde dan zegge hij doet? [/v]
kun de |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Jaan. [/a] | |||
veldwerker | [v] Maar ni hij doet? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=243] As Frans vraagt werkten dan antwoordt Jan xxx. [/v]
werkt en |
|||
hulpinterviewer |
[v] Dan vraagdegaa doeten? [/v]
vraag de gaa doet en |
Verkeerde vraag. | ||
informant |
[a] Doeten ja. [/a]
doet en |
|||
hulpinterviewer | [v=244] As Frans zegt hij slaapt toch niet? | |||
hulpinterviewer | Toetoet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zegge waale ni he. [/a] | |||
veldwerker |
[v] En eh as den ene zegt van zeg Marcel die ligt daar toch ni te slape kunde dan zegge van toetoet? [/v]
kun de |
|||
hulpinterviewer | [a=n] xxx Hij doet. [/a] | |||
informant | [a] Ah doet hij slaapt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ah doet hij doet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=485] Zal ik vanavond koke? Kan Marie dan antwoorde da doe maar? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeggewij niet. [/a]
zegge wij |
|||
hulpinterviewer |
[v=517] Robert heef drie groen appels en Marie heefter drie rode. [/v]
heef ter |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Robert hee drie groen appels en Marie hee drie rode. [/a] | |||
informant | [a] Hee drie rode. [/a] | |||
veldwerker |
[v] En kunde dan ook zegge heeter drie rode? [/v]
kun de hee ter |
|||
hulpinterviewer | [a=n] [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
veldwerker | [v] Dus Marie en Marie heet drie rode? [/v] | |||
veldwerker | [a=j] Ja. [/a] | Hulpinterviewer knikt ja. [/a] | ||
hulpinterviewer |
[v=002] Ik heb da kem da gezegd gad. [/v]
k em |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Zegge waale ni. [/a] | |||
informant | [a] Ja ik em da gezegd ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=355] Hemmeze hemmeze gete? Jaanze. [/v]
hemme ze |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Hemmeze gete? Jaas. Jaas. [/a]
hemme ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] Dus maar ni jaanze jaanze? [/v] | |||
veldwerker | [a=n] Nee. [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
hulpinterviewer |
[v=401] Tis misschien beter om nog even te wachte. [/v]
t is |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Tis misschien beter om nog even te wachte. [/a]
t is |
tagging | ||
informant |
[a] Tis nog beter van nog een beetje te wachte. [/a]
t is |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=402] We hadde het geluk om hem direct terug te vinne. [/v] | |||
informant |
[a=n] Waan de chance van hem direct terug temme. [/a]
w aan t emme |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=600] Past op dage ni en valt. [/v]
da ge |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=136] Jeanne hee ni veel geld ni meer. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant |
[a] Hee ni veel geld ni meer. [/a]
h ee |
|||
veldwerker | [v] En Jeanne en heet ni veel geld ni meer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jeanne en hee ni veel geld ni meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] En en hee ni veel geld ni meer. [/a] | Pronomen in plaats van negatiepartikel? | ||
veldwerker | [v] Maar ni hij en hee? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Jean hee ni veel geld ni meer. Jean en heet ni veel geld meer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Maar ni Jean en hee ni veel geld ni meer da ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=141] Ik geef nikske aan een ander ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik geefe nikske aan een ander die ni xxx. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=142] Niemand wilt ni werke ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Niemande wil ni meer werke. [/a] | |||
informant | [a] Niemand wil ni werke. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=388] Wie heet den auto mee genome mee gapakt? Niemandni. [/v]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da kan he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Niemandni he. [/a]
niemand ni |
|||
hulpinterviewer |
[v=389] Woe wast het geld aan de bomen? Woe wast het geld aan xxx? Nievestni. [/v]
nievest ni |
tagging | ||
informant |
[a=j] Nievestniet he. [/a]
nievest niet |
|||
hulpinterviewer | [v=390] Wat is der zelfder tijd rond en vierkantig? | |||
hulpinterviewer | Nikskeni of nikske? [/v] | |||
informant | [a=n] Niemandalle he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Nikske he. [/a] | |||
veldwerker |
[v] Nikske of nikskeni? [/v]
nikske ni |
|||
hulpinterviewer |
Nikskeni? Nikske?
nikske ni |
|||
hulpinterviewer | [a] Nikske. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=391] Welke koeien heeten gemolke? Geen één ni. Geen enkele ni. [/v]
heet en |
|||
informant | [a=n] Geen ene. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=475] Marie hee nu meer koeien as ze vroeger haa. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
hulpinterviewer |
[a] Marie hee nu meer koeien as dase vroeger haa. [/a]
da se |
|||
veldwerker |
[v] En zout ge ook kunne zegge as dase vroeger en haa? [/v]
da se |
|||
hulpinterviewer | [a=n] En haa nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=479] Hier is alles wak gekregen en em. [/v]
wa k |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Hier is alles wak gekregen em he. [/a]
wa k |
|||
hulpinterviewer |
[v=424] Kem em et gegeve. [/v]
k em |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Kemetem gegeve. [/a]
k em et em |
tagging | ||
informant | [a=n] Kemetem gegeve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=001] Marie peist dat aa haa wille naar huis. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Naar huis wilt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
veldwerker | [v] Maar maar ni zo hoe datter daar staat. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=170] Jan is Rosa en Julia hun broertje. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Jan is het broerke van Rosa en xxx. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Jan is Rosa en Julia heure broer heule broer. [/a] | |||
informant | [a] Heule broer ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] Zout ge da kunne zegge zo? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Jan is Rosa heur broer ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=173] De auto is Jefs. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeggewe ni. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer | [a] Den auto is van Jef. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=174] Die fiets is mijns. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewe ook ni. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer |
[v=368] Me haa te werke moesse ne helen dag thuis blijve zeggeme dadde? [/v]
moes se zegge me |
|||
informant |
[a=j] Ja me haa te werke moesse ne helen dag thuis blijve ja. [/a]
moes se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Met hem te werke moesse ne helen dag thuis blijve. [/v]
moes se |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewe ni he. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer |
[v=395] Geloofde ni daten gevallenes? [/v]
geloof de dat en gevalle n es |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja. Geloofde ni daten gevallenes. [/a]
geloof de dat en gevalle n es |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Geloofde ni daten haa gevaaleneet. [/v]
geloof de dat en gevalle n eet |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. | |||
hulpinterviewer | Es gevallen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=324] De zulke zou ik ni durve op ete. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewe ni. A zo ene zoume ni teiren op ete. [/a]
zegge we zou me |
|||
hulpinterviewer | [v=325] De die zou ik ni durve op ete. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Den diene zouk ni teiren op ete da zegge waale den diene. [/a]
zou k |
|||
informant |
[a] Van die zouk ni durve ete. [/a]
zou k |
|||
veldwerker | [v] Maar de die da zout ge ook kunne zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja. De die zouk kunne xxx. [/a]
zou k |
|||
hulpinterviewer | [v=494] Ik vind dat Jan beter den dokter kon hebbe geroepe xxx. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeggewe ni. [/a]
zegge we |
|||
veldwerker | [v] En hoe zout ge da dan wel zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik vin da Jean beter den dokter haa haa haa kunne roepe. [/a] | |||
informant | [a] Haa kunne roepe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=506] Heb jij aan Jan gezien? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeggewij ni. [/a]
zegge wij |
|||
hulpinterviewer | [v=357] As Frans zegt er komt er komt morgen iemand langs kan Marie dan vrage wie dadde? [/v] | |||
informant | [a=j] Wie dadde ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=482] Da boek leg neer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeggewe ni. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer |
[v=408] Op da feest werter veel gedanst. [/v]
wert er |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Zeggewe. [/a]
zegge we |
|||
veldwerker | [v] En zout ge ook kunne zegge op da feest wert veel gedanst? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Werter veel gedanst. [/a]
wert er |
|||
hulpinterviewer |
[v=409] Nu werter nog alleen maar brood verkocht in de winkel. [/v]
wert er |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Nu werter nu werter
wert er |
tagging | ||
informant | juist nog brood verkocht. [/a] | |||
veldwerker | [v] En zonder die er zou da gaan? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=483] Asge echt ni kunt wachte kom dan maar. [/v]
as ge |
Verkeerde vraag. | ||
informant | [a] Komt dan maar. [/a] | |||
veldwerker | [v] En dan kom maar. [/v] | |||
veldwerker | [a=n] Nee da zou ni gaan. [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
hulpinterviewer |
[v=414] Gisteren stonder nen enge man in den tuin. [/v]
stond er |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Gisteren stond daa ne komieke charel xxx. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En gisteren stond stond ne komieke charel in den hof? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Stonder. [/a]
stond er |
|||
hulpinterviewer | [v=484] Dan dat kijk maar. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewe ni. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer | [v=369] Me het sneeuwe koste waale de stad ni uit. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Me het te sneeuwe. [/v] | |||
veldwerker | [v] Zout ge da kunne zegge? [/v] | |||
veldwerker | [a=n] Nee. /a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
hulpinterviewer | [v=358] Ik denk dat iemand de koekskes heet op gete maar ik weet ni wie da. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Kpeis dat iemand aan xxx maar ik weet ni wie he. [/a]
k peis |
|||
informant | [a] Aan de koeken gezeten heet. [/a] | |||
veldwerker | [v] Dus ik weet ni wie da? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik weet ni wie dat gedaan heet maar das iet anders he. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=472] En en hee Gerard gebeld? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] En hee Gerard gebeld? [/a] | |||
veldwerker | [v] En in welke betekenis is dat dan? [/v] | |||
veldwerker | [v] Zout ge da ook kunne zegge zonder dage daar een pauze tussen zet dus en heeft Gerard gebeld? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] En eh hee Gerard gebeld. [/a] | Geen negatiepartikel maar en, heeft Gerard gebeld? | ||
hulpinterviewer | [v=473] En past op he. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En zout ge ook kunne zegge en pas op? [/v] | |||
veldwerker | [a=n] Nee. [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
hulpinterviewer | [v=476] Als Susanne en had kunne kome dan had ze da gedaan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=477] Zis den besten dokter diek kon. [/v]
z is die k |
Verkeerde vraag. | ||
hulpinterviewer |
[a=n] Ni dak en kon. Da zegge waale ni. Diek kon. [/a]
da k die k |
|||
informant |
[a] Diek kon ja. [/a]
die k |
|||
hulpinterviewer |
[v=478] Voor voor dage iet weg smijt moet eens belle. [/v]
da ge |
Onmiddellijk verbeterd. | ||
hulpinterviewer |
[a=n] Voor dage iet en weg smijt ni. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[v=479] Hier ist alles wa dak gekregenem. [/v]
is t da k gekrege n em |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Das hie alles wak gekregen em he.
da s wa k |
|||
hulpinterviewer | Ni en em he. [/a] | |||
informant |
[a] Tis alles wa dak gad em. [/a]
t is da k |
|||
hulpinterviewer | [v=480] Janne en is te gierig om iet aan zijn kinders te geve. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan is te beest. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] En es zeggeme niet he. [/a]
zegge me |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] As of dage iet van voetbal af weet ni en weet. [/a]
da ge |
Onmiddellijk antwoord op [v=481] | ||
hulpinterviewer | [v=226] As Jan zegt hij slaapt kan Lisa dan antwoorde haa en doet haa en doet? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] En doet haa. En doet. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ja en doet. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En betekent da dan nee of ja? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Da betekent nee daten ni slaapt. [/a]
dat en |
|||
veldwerker | [v] En en doe ni? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
hulpinterviewer |
[v=474] Ten was maar net genoeg. [/v]
t en |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Twas maar juist genoeg. [/a]
t was |
|||
veldwerker |
[n] [v=053] Zout ge ook kunne zegge asekik eerlijk leef? [/v]
as e k ik |
tagging | ||
veldwerker | [a=j] Ja. [/a] | Hulpinterviewer knikt ja. | ||
veldwerker | [v=018] En zout ge kunne zegge ze weet ni da Marie gisteren is gestorve? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Gestorvenes. [/a]
gestorve n es |
tagging | ||
veldwerker | [v] En ze weet ni da Marie gisteren gestorve heeft? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
veldwerker | [v] En zen weet ni da Marie gestorve is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] [/a] | Hulpinterviewer knikt ja. | ||
veldwerker | [v] Dus. En hoe zout ge da dan zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ze weet ni. Zen weet ni. Zen weet ni. [/a]
z en |
|||
hulpinterviewer | Hij weet ni. En weet niet. | |||
hulpinterviewer | Waale wete niet. Waale en wete niet. | |||
hulpinterviewer | [a] De twee zijn mogelijk. [/a] | |||
hulpinterviewer | Zaale en wete niet. | |||
veldwerker | [v=057] Hoe zou je zegge leeft ze wel gezond genoeg? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Leefzezaa wel genoeg gezond? [/a]
leef ze zaa |
tagging | ||
veldwerker | [v=025] En zout ge ook kunne zegge niemand heeft dat gekos | |||
veldwerker | in plaats van gekunne? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Gekunne zeker ni. Niemand heet da niemand heet da gekost. Zegge waale toch he. [/a] | |||
informant | [a] Ja niemand heet da gekost he. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=046] En eh Ward zag foto's van hem kunt ge dan ook zegge Ward zag foto's van zen eige? [/v] | |||
veldwerker | [a=n] Nee. [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
veldwerker | [v=026] En zout ge kunne zegge Jean had het ganse brood wel op ete gewild? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=069] Levenerier veel mensen van de landbouw? [/v] | |||
informant |
[a] Lever veel mensen van de landbouw? [/a]
leve r |
tagging | ||
veldwerker | [v=217] Eh zout ge kunne zegge ge gelooft toch ni datenij sterker is asgegij? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] xxx datenaa datenaa sterker is asgegaa. [/a]
dat en aa as ge gaa |
tagging | ||
veldwerker | [v=189] En het was vriendelijk van Jan om te kome werke zout ge ook kunne zegge | |||
veldwerker | twas vriendelijk van Jan voor te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Voor te kome nee om. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Die om en die voor en infinitief wordt ni veel gebruikt het is altijd met dat. [/a] | |||
veldwerker | [v] En twas vriendelijk van Jan van te kome werke? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da wel. [/a] | |||
veldwerker | [v] En twas vriendelijk van Jan te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En eh twas vriendelijk van Jan van kome te werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Van te kome werke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Van kome te werke ni he. [/a] | |||
veldwerker | [v=190] Da vat is zwaar voor te drage? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zwaar om drage. [/a] | |||
veldwerker | [v] En da vat is eh zwaar te drage? [/v] | |||
informant |
[a=n] Das zwaar om drage zoun ze zegge. [/a]
da s |
|||
veldwerker | [v=192] En zout ge ook kunne zegge we hope allemaal op tijd thuis te zijn? [/v] | |||
informant | [a=n] We peise van allemaal tasch thuis te zijn. [/a] | |||
veldwerker | [v=215] En zout ge kunne zegge ik geloof dakik groter ben asenij asenem? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ik peise dak groter ben asenaa. [/a]
da k as en aa |
tagging | ||
veldwerker | [v] En dakik zout ge da kunne zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik peise dak groter ben dak. [/a]
da k |
|||
veldwerker | [v=219] We gelove dat jullie niet zo slim zijn. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Kpeise dagaale ni zo slim en zijt. [/a]
k peise da gaale |
Verkeerde persoon. | tagging | |
veldwerker | [v=220] En zou je ook kunne zegge jullie gelove toch niet dasezij armer zijn als jullie? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge peist toch ni dasezaale armer zijn asmewaale of asgegaale. [/a]
da se zaale as me waale as ge gaale |
tagging | ||
veldwerker | [v=380] Dat is het huis dat ik gekocht heb. [/v] | |||
informant |
[a] Dast huis dak gekocht hem. [/a]
da s t da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=224] En wees toch niet zo vervelend kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zijt toch ni zo ambetant. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Gasten zijt toch ni zo ambetant. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=223] Wees toch niet zo vervelend Jef. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jef zij toch ni zo ambetant. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En na het eten ga ik slapen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asek gedaan em me eten. [/a]
as ek |
tagging | ||
informant |
[a] Goonek slape. [/a]
goon ek |
tagging | ||
veldwerker | [v=249] De jongen die zijn moeder gestorve is zout ge ook kunne zegge de jongen wie da zijn moeder gestorve is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | Ja. | |||
veldwerker | [v] En de jongen diens moeder? [/v] | |||
veldwerker | [a=n] Nee. [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
veldwerker | [v] En eh de jongen waar van dat de moeder gisteren gestorve is? [/v] | |||
informant |
[a=j] De jongen woe dat de moeder van gestorvenes. [/a]
gestorve n es |
tagging | ||
veldwerker | [v=250] De bank waar dat ze op zate was juist geverfd zout ge ook kunne zegge de bank waar op dat ze zate was juist geverfd? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Woe dasop zate. [/a]
da s op |
|||
veldwerker | [v] En de bank daar zop zate? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En de bank dat zop zate? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=339] Ik vind dat jij het ook niet zien moogt? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das de man woe van dak peise. [/a]
da s da k |
tagging | ||
informant | [a] Die da verteld heet. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zout ge da kunne zegge me das de man diek peis dat verhaal verteld heeft? [/v] | |||
veldwerker | [v] Of das de man dak peis dat verhaal verteld heeft? [/v] | |||
informant |
[a=j] Dak peis ja. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker | [v] Tis precies of datter iemand in den tuin staat zout ge kunne zegge tis precies dat iemand in den hof staat? [/v] | |||
informant |
[a=n] Tis precies datter iemand in de kurchter staat zoun ze zegge. [/a]
t is dat ter |
tagging | ||
veldwerker | [v=257] Dat is iets die heel schoon is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da. [/a] | |||
veldwerker | [v=492] En zout ge kunne zegge hij is verleden week van den dokter gopereerd geworde? [/v] | |||
informant |
[a] Hijs verleden week gopereerd. [/a]
hij s |
|||
veldwerker | [v] Ja zonder die geworde. Of kunt ge ook zegge hij is gopereerd geworde? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hijs verleden week gopereerd geweest ni geweest geworde. [/a]
h ijs |
|||
hulpinterviewer |
[a] Hijs verleden week gopereerd. Punt. [/a]
h ijs |
|||
hulpinterviewer | [a] Geweest ni of geworde ook ni. [/a] | |||
veldwerker | [v=290] Hij voeldenem door tijs zakke? [/v] | |||
informant |
[a] Hij voeldenem door tijs vallen. [/a]
voelde n em t ijs |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Hij voelde daten door tijs viel. [/a]
dat en t ijs |
|||
hulpinterviewer |
[a] Daten door tijs zakte. [/a]
dat en t ijs |
|||
hulpinterviewer |
[a] Hij voeldegenem door tijs zakke zegge waale ni za. [/a]
voel de ge n em |
|||
veldwerker | [v=291] U vergist zich veel te vaak. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ge trompeert aa veel te veel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=336] Hoe zou je zegge vroeger leefde ik als een beest? [/v] | |||
informant |
[a] Vroeger leefdegek as een beest. [/a]
leef de g ek |
tagging | ||
veldwerker | [v=266] Wie peisde diek int stad gezien heb? [/v] | |||
informant |
[a=n] Wie wie peisde dak nu gezien hem? [/a]
peis de da k |
|||
hulpinterviewer |
[a] Wie peisde wie peisde wie dak nu gezien hem? [/a]
peis de da k |
|||
veldwerker | [v=265] Hoe peisdegij hoe dak het op gelost hem? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Hoe peisdegaa hoe peisdegaa dak het op gelost hem? [/a]
peis de gaa da k |
|||
informant |
[a] Hoe peisdegaa daket nu gedaan hemme? [/a]
peis de gaa da k et |
|||
veldwerker | [v] En hoe peisdegij hoe dak het nu gedaan hem? [/v] | |||
veldwerker | [a=n] Nee. [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
veldwerker | [v=219] Me geloven dat het waar is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=004] En zout ge ook kunne zegge ik probeerdekegen om tomate te kweke? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Probeerdegen. [/a]
probeer de ge n |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=n] Probeerdekgen nee. [/a]
probeer de ke ge n |
tagging | ||
veldwerker | [v=006] Gisteren wandeldiede door t park? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Gisteren wandelde wandeldegen diene
wandel de ge n |
tagging | ||
informant | diene in t park. [/a] | |||
veldwerker | [v=114] Eh wa wa vind ge eigenlijk t beste ik weet da Jan wil varkens kope of ik weet da Jan varkens wil kope? [/v] | |||
informant | [a] Ik weet da Jan varkens wilt kope. [/a] | |||
veldwerker | [v=399] Rosa probeerde van niemand zeer te doen zout ge ook kunne zegge Rosa probeerde voor niemand zeer te doen? [/v] | |||
veldwerker | [a=n] Nee. [/a] | Hulpinterviewer schudt nee. | ||
veldwerker | [v] En Rosa probeerde niemand zeer te doen? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=400] En zout ge ook kunne zegge tbelooft weer van ne schonen dag te worde? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=401] Tis misschien beter van nog efkes te wachte zout ge ook kunne zegge tis misschien beter nog efkes te wachte? [/v] | |||
informant | [a=j] Tis misschien beter nog een beetje te wachte. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Tis misschien best van nog e wa te wachte. [/a]
t is |
|||
veldwerker | [v=402] We hadde de chance hem direct terug te vinne? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] We haan de chance van hem direct terug weer te vinne. [/a] | tagging |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
003 | Ik denk dat Marie heeft proberen van hem een brief te schrijven |
komt voor
: n |
|
022 | Er wil niemand niet dansen | Betekenis? | opmerking: negatief |
061 | Als jullie zo losbandig leven, dan leven jullie nooit zo lang als ik | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
vorm: as g azo... leefdegaale |
061 | Als jullie zo losbandig leven, dan leven jullie nooit zo lang als ik | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
vorm: ge leeft veel te .. |
067 | Als Rudy nog leeft, dan leeft Leo ook nog | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
vorm: as rudy nog leeft den leeft leo ook nog |
137 | Hij wil geen soep niet meer eten niet |
komt voor
: n |
|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. | opmerking: zie veldwerk |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. | opmerking: zie veldwerk |
353 | Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k | Tijdens interview werd deze zin goedgekeurd. Ter controle nogmaals vragen. ; Indien ja: 728 opvragen. |
komt voor
: j opmerking: ook mogelijk: joan, joach, joane, jommen, joas |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: j |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
(1) : j komt voor (2): j vorm: eketik opmerking: ik zal (k)ik onmogelijk ; Jan en ekik mogelijk |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
(1) : j komt voor (2): j |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): j vorm: gaale |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): j vorm: zaale |
707 | Eetr-ij(t) hier ne man gewoond of een vrouw. | Indien ja: vorm (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
708 | 't Is ij/ tet al lang geleden. | Indien ja: vorm (invullen bij VORM); Indien nee: ga verder met 712; indien ja: ga verder met 709. |
komt voor
: n |
712 | Pol heeft-hij daar niets mee te maken | Gistel, Brugge, Menen, Torhout: met 'tet' of 'ie' opvragen; Indien ja: verdergaan ; Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: n |
713 | Marie en Pol hebben zij/ hij... daar niets mee te maken. | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: n |
714 | Dat kind heeft dat/ het/ hij/ ... daar niets mee te maken. | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: n |
715 | Niemand heeft-hij daar iets mee te maken. | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: n |
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): j opmerking: twijfel over dubbeling na COMP |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): j |
726 | Durfdetzegij vragen? | Indien geen (dubb) doorbreking subjecten met objectclitic: doorvragen naar 'durfetgij'. (invullen bij ANTWOORD 2); Indien ja in Oostkerke, Oostende, Hoek, Hulst, Oosteeklo, Poelkapelle, Herne: doorvragen naar 'durfdergij op duwen'. (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): j |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
komt voor
: n opmerking: constructie onmogelijk |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j opmerking: enkel bij nadruk |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: me |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: waale |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekanders zin: vorm met ??n onmogelijk |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: n vorm: em |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n opmerking: constructie met 'als een' onmogelijk, steeds 'er' |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ek goan |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ek |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ge goat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa je |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: astn goat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goatn |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: se goat |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa se |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: et goat |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat et |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: we goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan we |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gomme |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ge gaale goat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa je gaale |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ekik gingk |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging de gaa |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ge gaa gink |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ekik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ge gaa gink |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginktenaa |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: astenaa gink |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gink de gaa |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze zaa gink |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gink et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: et ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gink ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: me waale ginke |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gink de gaale |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: steeds 'als' |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ge gaale gink |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginke waale |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze ginke |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginke ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: n |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: n opmerking: stees met aan het.. |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n opmerking: steeds met aan het... |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: j |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM | opmerking: volgens informant is zin onmogelijk in dialect, doet een beetje vervelend! |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut