SAND-data Gendringen (M043p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Gendringen |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]M043p[/k][h]301[/h][i]302[/i][vw]j[/vw][t]vw[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Vertaal. Ze wete niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant | [a] Ze wete niet dat Marie gisteren is dood gegaan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Ze weet niet dat Marie gisteren is gestorve. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da komt veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heef dit ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand het dat ooit gewild of gekund. Da klopt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Vertaal. Jan had het hele brood wel wille op ete. [/v] | |||
informant |
[a] Jan heddet heel brood wel op kunnn eetn. [/a]
hed et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertaal. Vertel maar niet wie zij had kunnen roepn. [/v] | |||
informant |
[a] Vertel maar niet wietse had kunne roepn. [/a]
wiet se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan kan zich dat verhaal wel herinnere. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heef geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De timmerman het geen spijkers met genomn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werken. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Erik liet zich veur mien werke. [/a] | Informante draait 'mij' en 'zich' om. | ||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal. Johanna liet zich mee drijve op de golve. [/v] | |||
informant | [a] Johanna liet zich met deine op de golve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Of met drijve. | |||
informant | Met drijve ja. | |||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal. Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=043] Vertaal. Jan heeft in twee minute een biertje gedronke. [/v] | |||
informant | [a] Jan het in twee minuutn zien bier gedronkn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Jan het zich in twee minuten een biertje naar binne geslaget. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat klopt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=044] Vertaal. Deze schoenn lopen gemakkelijk. [/v] | |||
informant |
[a] Deze schoenn die lopenet best. [/a]
lopen et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal. Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant | [a] Eduard kent zichzelf goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=046] Vertaal. Ward heef gehoord datter fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/v]
dat er |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | tagging | |
informant |
[a] Jan het gehoord datter fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/a]
dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=047] Vertaal. Die aardappele schille niet gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Die aarpels bint niet makkelijk te schilln. [/a] | |||
hulpinterviewer | Wat heb ik gezeg? | |||
veldwerker | Late zich niet makkelijk schillen. | tagging | ||
informant | Die aarpels bin nie makkelijk te schilln. | |||
hulpinterviewer | Die aarpels late zich nie makkelijk schilln. Heb ik dan gezegd maar da is allebei goed. Da kan. | |||
hulpinterviewer | [v=048] Vertaal. De sneeuw smelt in de zon. [/v] | |||
informant | [a] De sneeuw smelt in de zon. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willn. [/v] | |||
informant |
[a] Azzik zuinig leef dan levik zoot mien ouders et graag wolln. [/a]
az ik lev ik zo t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] At hij nog drie jaar leeft worte nog ouder as zien vader. [/a]
wort e |
tagging | ||
informant |
Of leefte _.
leeft e |
|||
informant |
Leefte langer.
leeft e |
|||
hulpinterviewer |
[a] _ leefier langer dan zien vader. [/a]
leef ier |
|||
informant |
[a] _ leefte langer dan zien vader. [/a]
leeft e |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=057] Vertaal. Als hij zo gevaarlijk leeft _. Als zij zo gevaarlijk leeft leefse niet lang meer. [/v]
leef se |
|||
informant |
[a] Asse zo gevaarlijk leeft leefse nie lang meer. [/a]
as se leef se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=059] Vertaal. Als het nu nog leeft dan leeftet morgen ook nog. [/v]
leeft et |
|||
informant |
[a] Asse nu nog leeft dan leeftse morgen ook nog. [/a]
as se leeft se |
tagging | ||
informant |
[a] As et nu nog leeft dan leeftet morgen ook nog. [/a]
leeft et |
tagging | ||
informant |
[a] Azzet nu nog leeft leeftet morgen ook nog. [/a]
az et leeft et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant | [a] As jullie zo losbandig leven dan leve jullie nooit zo lang as ik. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=063] Vertaal. Alse voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kinderen. [/v]
als se |
|||
informant |
[a] Asse veur hun werk leven dan leve ze niet veur de kinder. [/a]
as se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] At Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Aj gezond leef dan levie langer. [/a]
a j lev ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=069] Vertaal. Alser zo weinig mensen van de landbouw leven dan levener veel mensen van werk in de fabriek. [/v]
als er leven er |
|||
informant |
[a] Atte zo weinig mense van de landbouw leven dan levender meer in de fabriek. [/a]
at e leven der |
Laatste stuk niet helemaal letterlijk vertaald. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=070] Vertaal. Als Pieter en Liesje innet paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v]
in et |
|||
informant |
[a] Als Pieter en Marietjen innet paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/a]
in et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant | [a] As wij sober leven dan leven wij gelukkig. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Als we ongezond leve leve we niet lang. [/v] | |||
informant | [a] En as wie ongezond leven dan leven wie niet lang. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | Hulpinterviewer zegt 'bekrompen' ipv 'gevaarlijk'. | ||
informant | [a] Leef wat minder gevaarlijk kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie hem zal moete roepn. [/v] | |||
informant |
[a] Ik denk da Mariejum zal moete roepen. [/a]
marie um |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=188] Vertaal. Heb je genoeg mensen om hooi vannet land te halen? [/v]
van et |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] heij genoeg mensen um te helpn bijt hooin. [/a]
hei j bij t |
In de vorm 'hei' zit waarschijnlijk ook 'je'. Niet helemaal letterlijk vertaald. | ||
hulpinterviewer | [a] Hei genoeg mensn um te hooin? [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Komt deze zin ook veur? Hebbie genoeg mensen veuret hooi vant land te haaln? [/v]
heb ie veur et van t |
|||
informant |
[a=n] Hei genoeg mensen ummet hooi binn te haaln? [/a]
um et |
|||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te kome werken. [/v] | |||
informant | [a] Et was aardig van Jan um ons te koomn helpn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
Het was aardig van Jan om te kome werke. Werke. Twas aardig van Jan um te kome _.
t was |
|||
informant | [a] _ te kome werken. Arbein. Ja of om te komen helpe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zwaar um te beuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Deze ton is zwaar te draagn. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zwaar um te beuren. [/a] | |||
informant | [a=j] Deze ton is zwaar te beuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Want normaal zou ik dan gezeg hebbn deze ton is te zwaar um te drage. | |||
hulpinterviewer | Deze ton is zwaar om te drage is zwaar um te beurn. Maar wij zegge dan te. | |||
informant | Te zwaar um te beure. | |||
hulpinterviewer | Want wij hebben het dan even gehad over dat van dit lijden is zwaar te drage dit lijden is zwaar te drage. Dan zegge wie niet um te drage. Dan zeggn dit lijden is zwaar te drage. Dat is heel anders als met een ton. | |||
hulpinterviewer | Der zit een verschil. | |||
informant |
Ja. Het is ook een ander dragen. Dit is tilln. Ennet ander is lichamelijk dragen.
en et |
|||
hulpinterviewer | Geestelijk. | |||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij kan staan zeuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Hij kan staan te zeurn. [/v] | |||
informant |
[a] Hij kan staan te zeuren. Ja der staat toch te zeuren zeggie dan. Der staat toch te zeuren. [/a]
zeg ie |
|||
hulpinterviewer |
Ja maar hij kan staan zeuren. Zeg dat eens int dialect?
in t |
|||
informant | [a=j] Der kan toch staan te zeuren. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=199] Vertaal. Hij staat te zeurn. [/v] | |||
informant | [a] Hij staat te zeuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal. Toen we aan kwaamn regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toen wi aan kwaamn wast aant regenn. [/a]
was t aan t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Toen wi aan kwame regende het. Kannet ook zijn toen wi aan kwame regende et?
kan et |
|||
informant |
[a] Toen wi aan kwam wast aant regene. [/a]
was t |
|||
hulpinterviewer | [v=215] Vertaal. Ik geloof dat ik groter ben als hij. [/v] | |||
informant |
[a] Ik geloof dak groter ben as hij. [/a]
da k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ze geloof dak eerder thuis bin as ee. [/a]
da k |
tagging | ||
informant |
[a] Ze geloof daddie eerder thuis bint as ik. [/a]
dad ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Je geloof zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Ie geloof zeker niet dattie sterker is as hee. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer | As ee. | |||
informant | [a] As ee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze gelove dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant | [a] Ze geloven dat wij rijker bin as hun. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal. We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Wi geloven datse niet zo slim bin as wij. [/a]
dat se |
Informante zegt 'se' voor 'jullie'. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie geloven jammer genoeg niet dat sij armer zijn als jullie. [/v] | |||
informant |
[a] Jullie geloven jammer genoeg niet datse armer bin as wij. [/a]
dat se |
tagging | ||
informant |
[a] Jullie geloovn jammer genoeg niet datse da sij armer zijn as jullie. [/a]
dat se |
tagging | ||
informant |
[a] Jullie geloovn niet datse armer bint as jullie. [/a]
dat se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Ie geloof dat Lisa even mooi is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn als Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Ze geloovn dat Louis en Jan sterker is as Geert en Peter. [/a] | Informante begint zin met persoonlijk voornaamwoord 'ze' (en later met 'ik'). | tagging | |
informant | [a] Ik geloof dat Louis sterker is as Jan. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Geert en Peter. _ dat Louis en Jan sterker bin as Geert en Peter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] De jongen wie moeder gisteren getrouwd is hertrouwd is ston achter mien. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Der jongen wo moeder wie moeder gisteren weer van getrouwd is stong achter mi. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur in uw dialect? Ik geloof dat heur morgen ook koomn. [/v] | |||
informant |
[a=j] Ik geloof datteur morgen ook kome ja da klopt. [/a]
dat eur |
|||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant |
[a] De bank waar zop zate was pas geverfd. [/a]
z op |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? De bank woar op ze zaten was pas geverfd. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da klopt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet maar wat geevn. Wie geld heef moet mij maar wat geevn. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Wie geld het moet mi maar wat geve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Die geld het moet mi maar wat geevn. [/v] | |||
informant | [a=n] Ja wie geld het moet mi maar wat geve. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=267] Vertaal. Hij heeft zijn handen gewassen. [/v] | |||
informant | [a] Hi het zien handen gewasse. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Hij het zich de hande gewassen. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja hi het zich de hande gewassn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Hij hef zich zien hande gewassen. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja da kan. Hi het zich zien hande gewasse. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=268] Vertaal. Hij heef zijn hemd gewassen. [/v] | |||
informant | [a] Hi het zien hemd gewassen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Hij het zich het hemd gewassen. [/v] | |||
informant | [a=j] Hi het zich het hemd gewassen. Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Hij heef zich zien hemd gewassen. [/v] | |||
informant | [a=n] Hi het sien hemd gewasse. [/a] | |||
hulpinterviewer | Zich zien. | |||
informant | [a=n] Hij het sien hemd gewassen. Hij het niet zich sien hemd gewassen. [/a] | |||
hulpinterviewer | Hij het zich zien hande gewasse. Dat hadde wi net. Dat gaat wel en hij het zich zien hemd gewasse? | |||
informant | Nee dan zeg het zien hemd gewasse. | |||
hulpinterviewer | Zal dat dan kome omdat da een onderdeel van zichzelf is want het hemd is _. | |||
informant | Buitenstaand. | |||
hulpinterviewer | [v=271] Vertaal. Hij heeft zijn been gebroken. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Hij het sien been gebroke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Hij hef zich het been gebroke. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Hij hef zich het been gebroke. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer |
Da wil zeggn hette zelf nie gedaan.
het e |
|||
informant |
Dat hettie nie zelf gedaan.
het ie |
|||
informant | [a=n] Hi het zien been gebrookn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hij is roekeloos gewees. Hij zit wild op de fiets en alles en nou hette zich het been gebrookn. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Hette zich zien been gebrookn. [/v] | |||
informant | [a=j] Hette zich zien been gebrookn. [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Hette zich zien been gebrookn. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hij heb zich zien been gebroke. [/v] | |||
informant | [a=j] Hi het zich zien been gebroke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de deken noar zich toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Marie trok de deken noar heur toe. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja komt ook. Noar heur toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vind da jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Niemand magget zien dus ik vin dat ee et ook nie mag zien. [/a]
mag et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Ik vin da jij het niet zien mag. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja ik vin da ie et nie zien mag. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dit is de man die ze geroepe hebben. [/v] | |||
informant | [a] Dit is de man die ze geroepe hebbn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a] Dit is de man den het verhaal het verteld. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat het verhaal heef verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Dit is de man wie denk dat verhaal het verteld. [/a]
dat t |
tagging | ||
informant |
[a] Daddis de man wie denk dat t verhaal verteld het. [/a]
dad is |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dasse geroepe hebbe. [/v]
da se |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Dat is de man wiese denk datse geroepen hebbn. [/a]
wie se dat se |
Informante zegt 'wiese denk' terwijl er 'die IK denk' in de zin staat. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=397] Vertaal. Et schijn datse niets mag ete. [/v]
dat se |
|||
informant |
[a] Et schijn datse niks mag eetn. [/a]
dat se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=403] Vertaal. Et lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant |
[a] Et lijk wel ofter iemand innen hof staat. [/a]
of ter in den |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Et lijk wel of iemand in den hof staat. [/v] | |||
informant |
[a=j] Ja. Et lijk of iemand in dhof staat. [/a]
d hof |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeke heb je gekocht? [/v] | |||
informant |
[a] Wat veur boeken heijen gekocht? [/a]
hei jen |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heeft je op de kermis gezien? [/v] | |||
informant |
[a] Wie heddu op de kermis gezien? [/a]
hed u |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=036] Kijk noaret plaatje en vul de zin aan? Marie en Piet wijze noar _. [/v]
noar et |
|||
informant | [a] _ mekaar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=037] Kijk noaret plaatje en vul de zin aan. Toon wast _. [/v]
noar et |
|||
informant | [a] _ zich in teil. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=039] Kijk noaret plaatje en vul de zin aan. Fons zag een slang naast _. [/v]
noar et |
tagging | ||
informant | [a] _ zich op de bank zittn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=006] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Gisteren wandeldiede dooret park. [/v]
door et |
|||
hulpinterviewer |
[v=006] Gisteren wandeldiede dooret park. [/v]
door et |
|||
commentaar | [meta][k]M043p[/k][h]301[/h][i]302[/i][vw]j[/vw][t]vw[/t][/meta] | |||
informant |
[a] Gisteren wandeldiede deuret bos. Nee park. [/a]
deur et |
Onduidelijk of zin nu daadwerkelijk kan voorkomen maar volgens mij niet omdat hulpinterviewer en informante het er later (seconde 38) over hebben dat het een rare zin is. De informante zegt dat de zin 'niks voor ons' is en dat ze 'Diede' meer een naam vindt. | tagging | |
hulpinterviewer |
Maar das toch een rare zin.
da s |
|||
informant |
[a=n] Nee das niks voor ons. Ik vind t een naam. Gisteren wandelt Diede dooret park. [/a]
da s door et |
tagging | ||
veldwerker | En hoe zou u het dan wel vertale? | |||
informant |
[a=n] Gisteren wandelde hij dooret park. Gisteren wandelde hee deuret park. [/a]
door et deur et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=022] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Er wil niemand niet dansen. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee. Das geen goeie zinsbouw. [/a]
da s |
|||
informant | [a=n] Der wil geen mens danse. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Eddy moet kunnn vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Eddy moet vroeg op kunne staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Hij wil geen soep niet meer ete niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. Hij wil geen soep meer eetn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Zitten hier nergens geen muize? [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a=n] Nee. Zittn hier nergens muis? [/a] | |||
informant | Muizn. Zittn hier nergens geen muize? | Hier zegt informante toch ineens 'nergens geen' terwijl ze aangeeft (seconde 150) dat zin niet kan voorkomen. | ||
hulpinterviewer | [v=146] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Hij spreekt niet goed geen Frans. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Hij praat nie goed Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja dat kan. Iedereen is geen vakman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Hij heeft overal geen vriende. [/v] | |||
informant |
[a=j] Ja hijt overal geen vrienden. [/a]
hij t |
tagging | ||
informant | [a] Het niet overal vriende. Ja. Hi het niet overal vriendn. [/a] | Onduidelijk of 'hijt overal geen vrienden' daadwerkelijk kan voorkomen omdat informante hier (seconde 248) ineens vertaling 'het niet overal vriende' gaat benadrukken. | ||
veldwerker | Dus nie zoals hier? | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | [v=260] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? [/v] | |||
informant |
[a=j] Wat denkie wie ik in de stad gezien heb? [/a]
denk ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=261] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Wat denke jullie hoe ze het hebben op gelost? [/v] | |||
informant |
[a=j] Wat denke jullie hoe zet op gelos hebbn. [/a]
ze t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=262] Komt deze zin veur in uw dialect? Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a=n] Wie denkie dak in de stad gezien heb. [/a]
denk ie da k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=265] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Hoe denk je hoe ze het hebben op gelost? [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a=n] Hoe denkie dasset hebben op gelost? [/a]
denk ie da se t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=309] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Ik heb geen zin en voere de koeien. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Ik heb geen zin in voere de koein. [/a] | |||
hulpinterviewer | Maar wel ik heb geen zin _. | |||
informant | [a=n] _ um koein te voern. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Marie al haar koeie zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a=n] Al heur koein van Marie bin um gekome bi de overstroming. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Ik zei nog tegen haar ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a=n] Ik zei nog tegen heur ik geloof dasse deze jongen allemaal wel aardig vinde. [/a]
da se |
|||
informant | [a=n] Ik zei dus tege eur ze vinde deze jongen allemaal wel aardig. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=331] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Ik heb heel wat lopen gedaan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. Ik heb heel wat gedaan. Niet lopen gedaan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ja of ik heb veel geloopn. [/a] | |||
informant |
[a=n] Nou kheb een heel eind geloopn. [/a]
k heb |
|||
hulpinterviewer | [v=353] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Persoon A vraagt wil je nog koffie Jan? Jan antwoordt jak. [/v] | |||
informant |
[a=n] Persoon A vraag wilj nog koffie Jan? Nee. Ja zeg Jan. [/a]
wil j |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=355] Komt deze zin veur in uw dialect? Vertaal. Persoon A vraagt hebbe ze gegeten? Persoon B antwoordt jaanze. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. Hebbe ze gegeetn? Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=029] Komt deze zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect? Vertaal. Vertel eens wie of zij hadde kunne roepen. [/v] | Hulpinterviewer gebruikt 'zij' in het meervoud ipv in het enkelvoud. Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a=n] Vertel eens wie zij hadde kunne roepn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Vertel mij eens wie ze hadde kunne roepn. | |||
informant | Vertel mien eens wie ze hadde kunne roepn. | |||
hulpinterviewer | [v=296] Komt deze zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect? Vertaal. Zou hij dat gedaan hebben gekund? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee. Zoudij da gedaan kunnn hebbn? [/a]
zou dij |
|||
hulpinterviewer | [v=297] Komt deze zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect? Vertaal. Zou hij dat gedaan gekund hebben? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee. Zulle dat gedaan kunnn hebbn? [/a]
zul e |
|||
hulpinterviewer | [v=305] Komt deze zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect? Vertaal. Zou hij dat doen gekund hebben? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee. Zulle da gedaan kunnn hebbn? [/a]
zul e |
|||
hulpinterviewer | [v=347] Komt deze zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect? Vertaal. Ik weet dat hij is gaan zwemmen. [/v] | |||
informant |
[a=j] Ja da kan. Ik weet dattie is gaan zwemmen. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=350] Komt deze zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect? Ik weet dat hij gaan zwemmen is. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik weet dattij is gaan zwemme. [/a]
dat ij |
|||
hulpinterviewer | [v=351] Komt deze zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect? Ik weet dat hij zwemme is gaan. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik weet datte zwemmenis gegaan. [/a]
dat e zwemmen is |
tagging | ||
hulpinterviewer | Gegaan maar hier staat gaan. | |||
informant | Nee. Gegaan. | |||
hulpinterviewer |
[v=495] Komt deze zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect? Ik denk dattie veel weg zou moete gooin. [/v]
dat ie |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a=j] Ik denk dattie veel weg zal moete gooin. Ja da kan. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat ij veel zou weg moete gooie. [/v] | |||
informant | [a] Ja da kan. Ik denk dat je zal veel weg zal moete gooin. Ja. [/a] | Onduidelijk of volgorde '...zou weg moeten gooien' nu daadwerkelijk kan voorkomen (ook al beantwoordt informante deze vraag met 'ja') omdat informante vertaling geeft die juist weer een andere volgorde heeft. Later (zie seconde 746) bij de vraag of de volgorde '...zou moeten weg gooien' voor kan komen, antwoordt informante juist weer met '...zou weg moeten gooien' dus deze volgorde kan inderdaad voorkomen. | ||
hulpinterviewer | [a] Kan ook. Denk ik ook wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat ee veel zal moete weg gooien. [/v] | |||
commentaar | Hier zegt informante dat de zin voor kan komen terwijl ze juist volgorde '...zal weg moeten gooien' geeft (zie ook opmerking seconde 734). Informante geeft dus nergens expliciet een vertaling met de volgorde '...zou moeten weg gooien' maar ze zegt wel dat alledrie de zinnen mogelijk zijn. | |||
informant |
[a] Ja da kan ik denk datte veel zal weg moete _. Ja. [/a]
dat e |
|||
informant | Kan alledrie. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=075] Komt deze zin veur in uw dialect? Ik vin dat iedereen moet kunne zwemmen. [/v] | |||
informant | [a] Ik vin dat iedereen zal moetn kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
informant | [a=g] Ik vin dat iedereen moet kunnn zwemme. [/a] | tagging | ||
informant | [a=g] Ik vin dat iedereen moet kunne zwemme. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=077] Komt deze zin veur in uw dialect? Ik vin dat iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja kan ook. Zul dat iedereen moet zwemmn kunne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ik vin dat iedereen moet kunne zwemme is sterker. Da lig het dichtste bi ons dialect maar et andere kan wel. | |||
informant | Ja. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=080] Komt deze zin veur in uw dialect? Ik vin dat iedereen kunnn zwemme moet. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee zo zeggen wet niet. Nee. [/a]
we t |
|||
hulpinterviewer | [v=082] Komt deze zin veur in uw dialect? Ik vin dat iedereen zwemmn kunne moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Komt deze zin veur in uw dialect? Ik vin da iedereen zwemme moet kunnen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da kan. Ja da kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Komt deze zin veur in uw dialect? Ik weet dat Eddy morgen wil brood ete. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Komt deze zin veur in uw dialect? Boek het Jan drie en potlooien vijf. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja da kan. Boek het Jan drie. Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=156] Komt deze zin veur in uw dialect? Jan weet dat hij veur drie uur de wagen moet hebbe gemaakt. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=157] Komt deze zin veur in uw dialect? Jan weet dat hi veur drie uur de wagen moet gemaakt hebbe. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=160] Komt deze zin veur in uw dialect? Jan weet dat hi veur drie uur de wagen gemaakt moet hebbe. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=161] Komt deze zin veur in uw dialect? Jan weet dat hij veur drie uur de wagen gemaakt hebbe moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Komt deze zin veur in uw dialect? Persoon A zegt hij slaap. Persoon B antwoordt hij doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij doet. Nee zo kenne wij dat niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] Komt deze zin veur in uw dialect? Persoon A zegt hij slaap. Persoon B antwoordt et doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Komt deze zin veur in uw dialect? Persoon A vraagt slaap hij? Persoon B antwoordt hie doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Slaap hij? | |||
informant | Ja hij slaap. | |||
hulpinterviewer | [v=245] Komt deze zin veur in uw dialect? De lamp doet niet meer brande. [/v] | |||
informant | [a=n] Doet nie meer brande da zegge wi nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De kinderen doen hier niet voetballe. [/v] | |||
informant | [a=j] Da kan. De kinder doen hier nie voetballe. Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Branden doet de lamp niet meer. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da kan. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=246] Komt deze zin veur in uw dialect? Doet Mariel elkenavond dansen? [/v]
elke n avond |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=247] Komt deze zin veur in uw dialect? Doetet brood even snijde. [/v]
doet et |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
Gij doetet brood zij doetet brood even snijde.
doet et |
|||
informant | [a=n] Nee zo zegge we nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Komt deze zin veur in uw dialect? Ik doe wel even de kopkes af wassen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Komt deze zin veur in uw dialect? Dit denk ik niet aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Komt deze zin veur in uw dialect? Die rare jongen ben ik met naar de markt geweest. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja da kan. Der rare jongen bin met naar de markt gewees ja da kan. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Die rare jongen bin ik met naar de markt geweest. [/a] | |||
informant | [a=j] Der rare jongen daar bin ik mit naar de markt gewees. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=322] Komt deze zin veur in uw dialect? Ik heb al de eerste drie somme gemaak. De welke hebbie gemaak? [/v]
heb ie |
|||
informant |
[a=n] O nee. Nee das niet de welke. Nee. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=323] Komt deze zin veur in uw dialect? Wat veur hebbie al weg gebrach? [/v]
heb ie |
Informant spreekt zin verkeerd in: zegt 'wat veur' zonder 'de' ervoor. Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
informant |
[a] Wat veur hebbie al weg gebrach? Nee. Ie heb wat weg gebrach maar niet wat veur haai al weg gebrach. [/a]
heb ie |
|||
hulpinterviewer |
Nee dan zou je ook nog zegge wat veur bloemen hebbie weg gebrach. Nu moe je een onderwerp.
heb ie |
|||
hulpinterviewer | [v=387] Komt deze zin veur in uw dialect? Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt nooit niet. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja da kan. Nooit niet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=459] Komt deze zin veur in uw dialect? Hij heef de bal gegooid in de bin. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Het de bal in de bin gegooid. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=485] Komt deze zin veur in uw dialect? Persoon A vraagt zal ik koke? Persoon B antwoordt dat doe maar. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Ja. Is juist. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=486] Komt deze zin veur in uw dialect? Da boek beloof mi dajie nooit meer zult verstoppn. [/v]
da ie |
|||
informant | [a=n] Nee dat is niks. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=487] Komt deze zin veur in uw dialect? Wat zeg mien dajje gekocht heb? [/v]
da je |
|||
informant | [a=n] Nee. Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Komt deze zin veur in uw dialect? Marie zei dat ee Piet een boek geprobeerd heb geprobeerd te verkope. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da kan. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Marie zei daj Piet _.
da j |
|||
informant | _ een boek hadden probeern te verkoopn. Ja. | |||
hulpinterviewer |
[v=531] Komt deze zin veur in uw dialect? Wim dach daddik Els had geprobeerd een cadeau te geve. [/v]
dad ik |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja da kan. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=532] Komt deze zin veur in uw dialect? Karel weet dat ee heb geprobeerd Marie een boek te verkope. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Ja. [/a] | |||
veldwerker | [n][v=040] Kan u nog eens vertale. Erik liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant | [a] Erik laat zich veur mi arbeiden. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
Maar tis omgekeerd.
t is |
|||
informant | [a] Hij laat zich veur mien arbeiden. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Nu zegt u het terug omgekeerd. Nu zegt u hij laat zich voor mij arbeide. | |||
informant | [a] Erik laat mien veur zich werken. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=046] Kan u nog eens vertale. Jan heeft gehoord datter fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/v]
dat er |
|||
informant |
[a] Jan het gehoord datter fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/a]
dat er |
tagging | ||
veldwerker |
[v] Zou u kunne zegge Jan het gehoord datter fotoos van zien eige in detalage staan? [/v]
dat er d etalage |
|||
informant | [a=n] Nee. Nie van zich eige. Zo zegge wi zo nie. Nee. [/a] | |||
veldwerker |
[v] En zou u kunne zegge Jan het gehoord datter fotoos van um _. [/v]
dat er |
|||
informant | [a] Umzelf. Van umzelf. [/a] | |||
informant | [a] Van zichzelf. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Maar van zichzelf wi zegge dan altijd van um. Zelf. Van umzelf. [/a] | |||
informant |
Jan het gehoord datter fotoos van zichzelf in de etalage staan.
dat er |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En nie Jan het gehoord datter fotoos van umzelf in de etalage staan? [/v]
dat er |
|||
informant | [a=j] Van umzelf. Ja ik zou zegge van umzelf. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja van umzelf. Ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v] Jan het gehoord datter fotoos van hum eiges in detalage staan? [/v]
dat er d etalage |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker |
[v=188] Zou u nog eens kunne vertale. Heb je genoeg mense ommet hooi vannet land te halen? [/v]
om et van et |
|||
informant |
[a] Hebbe jullie genoeg mensn umt hooi um te helpe hooin. [/a]
um t |
Informante vertaalt met 'jullie' terwijl er 'je' in de zin staat. | tagging | |
informant |
[a] _ ummet hooi binnen te halen. [/a]
um et |
|||
veldwerker |
[v] Zou u ook kunne zegge heb je genoeg mense veuret hooi binne te hale? [/v]
veur et |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hebbie nog hebbie nog lui hebbie nog lui um hebbie genoeg lui ummet hooi binne te haaln? [/a]
heb ie um et |
|||
veldwerker | [v] En heb je genoeg lui veuret hooi binnn te haaln? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee veuret hooi niet. Zeker niet. [/a]
veur et |
|||
hulpinterviewer | [v=217] Kan u nog eens vertale? Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant | [a] Ee geloof zeker niet dat hij sterker is as ee. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=219] Kan u nog eens vertale. We gelove dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
commentaar | Informante begint de zin met 'ik' ipv 'wij'. | |||
informant | [a] Ik geloof dat jullie niet zo slim bin as wij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] Der jongen wiens moeder gisteren getrouwd is stong achter mien. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En de jongen wo van de moeder gisteren hertrouwd is? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee. Der jongen woot moeder gisteren van hertrouwd is stong achter mien. [/a]
wo t |
tagging | ||
veldwerker | [v=259] Kan u nog eens vertale? Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld het moet mi maar wat geve. [/a] | |||
veldwerker | [v] En kan u daar ook die gebruike in plaats van wie? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] Die geld het moet mi maar wat geve. [/v] | Onduidelijk of deze zin nu kan of niet omdat hulpinterviewer en informante later (vanaf seconde 1764) stellen dat zin met 'die' wel kan, maar dan als de zin een bepaalde klemtoon heeft. | ||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Zal nog wel een keer kunne der geld het kan mi wel wa geevn. [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja die kan wel. [/a] | |||
veldwerker | [v=271] Nog eens over het gebroken been. Hij het zien been gebroke. Das gewoon hij is gevalle _. [/v] | |||
informant | Met de fiets da moe van uut gaan. | |||
veldwerker |
En alsij nu een hamer genomen heeft en zijn been kapot geslagen heeft wa kunne we dan zegge?
als ij |
|||
informant | [a] Hij het zichzelf zien been gebroke. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zoude we dan wel kunne zegge ij het zich et been gebroke? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee. Want dan hettet zelf gedaan. [/a]
het e t |
|||
veldwerker |
[v=373] Kan u nog eens vertale dat is de man die ik denk datse geroepe hebbe. [/v]
dat se |
|||
informant |
[a] Dat is de man wie ik denk dasse geroepen hebben. [/a]
da se |
tagging | ||
veldwerker | [v=140] Kan u nog eens vertale. Zitte hier nergens geen muize? [/v] | |||
informant |
[a=j] Zittenier nergens geen muize? [/a]
zitten ier |
tagging | ||
veldwerker |
Das een goeie zin?
da s |
|||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ik zou zeggn zittn hier nergens geen muis? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=262] Wa vindt u van de zin wie denk je wie ik in de stad gezien heb? [/v] | |||
informant |
[a=n] Wie denkie dak in de stad gezien heb? [/a]
denk ie da k |
|||
veldwerker |
Maar we zegge iets klein beetje anders nu. U zegt wie denkie dak in de stad gezien heb maar ik zeg wie denk je wie ik in de stad gezien heb. Wie denk je wie ik in de stad gezien heb.
denk ie |
|||
informant | [a=n] Nee zeker niet. Nee da zegge we nie. [/a] | |||
informant |
[a=n] Wie denkie dak in de stad gezien heb? [/a]
denk ie da k |
|||
veldwerker | Wie denk je wie ik in de stad gezien heb? | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja kan toch wel. Wie denkie wie ik inne _. Wie denkie wie ik inne dorp gezien heb. [/a]
denk ie in e |
|||
informant |
[a=n] Wie denkie daddik in de stad gezien heb. [/a]
denk ie dad ik |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja wie. Wie denkie wie ik in de stad gezien heb. [/a]
denk ie |
tagging | ||
informant |
Ik zou zeggn wie denkie dak gezien heb. Ik ben naar Doetinchem geweest wie denkie dak daar gezien heb.
denk ie da k |
|||
veldwerker |
[v=265] Hoe denk je hoe zet op gelost hebbe? [/v]
ze t |
|||
informant |
[a=n] Hoe denkie dast op gelost hebbe. [/a]
denk ie da s t |
tagging | ||
veldwerker |
En hoe denkie hoe zet op gelost hebbe?
denk ie ze t |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee denk het nie. [/a] | |||
informant |
[a=n] Nee das een vraag. [/a]
da s |
|||
informant |
[a=n] Hoe denkie dast op gelos hebbe. [/a]
denk ie da s t |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Hoe denkie dasset op gelos hebbe. [/a]
denk ie da se t |
|||
veldwerker | Nie met twee keer hoe? | |||
informant |
[a=n] Nee. Hoe denkie dasset op gelos hebbe. Niet twee keer hoe. [/a]
denk ie da se t |
|||
veldwerker | [v=317] Marie al haar koeie zijn verdronke bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=j] Marie al heur koeien bin verdronken bij de overstroming. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Is dat een goeie zin? | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=329] Ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
informant |
[a] Deze jongen vinze allemaal wel aardig. [/a]
vin ze |
|||
veldwerker | Kan daar ik geloof voor? Dus ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. | |||
informant |
[a] Kan wel. Ik geloof. Ik geloof dasse deze jongen allemaal wel aardig vinde. [/a]
da se |
|||
veldwerker |
Maar nu zegt u het weer een beetje anders. U zegt ik geloof dasse deze jongen maar ik zeg ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig.
da se |
|||
informant |
[a=j] Ik geloof deze jongen vindeze almaal wel aardig. Ja. Ik geloof deze jongen vindeze allemaal wel aardig. [/a]
vinde ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=029] Kan u nog eens vertale. Vertel mij eens wie of ze had kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a] Vertel mien eens wie ze hadde kunne roepe. [/a] | tagging | ||
veldwerker | En ik zeg daar nog een woordje of tusse. Kan u dat ook? Ik zeg vertel mi eens wie of ze had kunne roepe. | |||
informant | [a=j] Ja da kan. Vertel mi eens wie of ze hebbe kunne roepe. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=495] De zin ik denk dat je veel zal moete weg gooie. [/v] | |||
informant |
[a=j] Ik denk daj veel zal moete weg gooien. [/a]
da j |
tagging | ||
veldwerker | Is dat een goeie zin? | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja natuurlijk. [/a] | |||
informant |
[a] Ja. Ik denk daj veel heb _. [/a]
da j |
|||
informant |
[a] Ik denk dasse veel hebbn moetn weg gooin. Moete weg gooie. [/a]
da se |
|||
veldwerker | [v] Ik denk dat je veel zal moete weg gooie. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik denk daj veel weg zult moete gooie. [/a]
da j |
|||
veldwerker | U verandert de volgorde een klein beetje. Want ik geef dus een iets andere volgorde. Ik denk dat je veel zal moete weg gooie. | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik denk daj veel weg zult moete gooie. [/a]
da j |
|||
informant | [a=n] Ja ik denk da veel weg zal moete gooien. [/a] | |||
veldwerker | En diegene die ik aan bied? | |||
informant | [a=n] Nee dat zeg ik nie zo. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee wi zegge dat anders. [ | Niet helemaal duidelijk of volgorde '...zou moeten weg gooien' kan voorkomen. In eerste instantie zegt informante dat de zin voorkomt, maar later (seconde 2106) lijkt ze hier toch op terug te komen. De hulpinterviewer is volgens mij van mening dat de zin met die volgorde niet voor kan komen. | ||
veldwerker |
[v=323] Over die wat veuren hejie al weg gebracht hebbie al weg gebracht. [/v]
he ie heb ie |
Ook veldwerker spreekt zin zonder 'de' in! | ||
veldwerker | Dus hier staat wat voore heb jij al weg gebracht? Dus stel u voor dat hier een aantal flessen op tafel stonde en u weet dat ik er heb weg genome kan u aan mij dan vrage wat veure heb jij al weg gebracht? | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a=n] Nou dan zeg welke flesse hei weg gebrach? [/a] | |||
veldwerker | Maar u kan nie zegge wat veuren _? | |||
informant | [a=n] Nee nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee dan moetet onderwerp achter aan. [/a]
moet et |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Wel als je et er al over gehad heb als jet over bome gehad heb en je zegt dan wat veure heb je wat veure heije dan weg gebrach. Die rood die groene of die rooien dan weet je waar et over gaat. [/a]
je t hei je |
|||
veldwerker | Dan kan het wel? | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Dan kannet wel als wij dus nou laat maar zeggn er zijn almaal boomn. Je heb diverse soorte boomn en die hebbet al over gehad dan je bent er mee bezig en op een gegeven moment dan zou je nog kunne zegge maar wat veuren hebbie dan weg gebrach? [/a]
kan et heb et heb ie |
|||
veldwerker |
[v] En kannu nu wa hier op dat blad staat gewoon die lijstjes ook nog eens vertale innet dialect? [/v]
kan u in et |
|||
informant | [a] Ik gaat. Hee geet. Ee gaat. Jan gaat. Wee gaan. Jullie gaan. Zij gaan. [/a] | Informante draait volgens mij de vormen voor 'jij gaat' ('ee gaat') en 'hij gaat' ('hee geet') om. | tagging | |
informant | [a] Ga ik? Ga ee? Geet hee? Geet Jan? Gaan wij? Gaan jullie? Gaan zij? [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ging ik? Ging ee? Ging hee? Ging Jan? Gingen wij? Gingen jullie? Gingen zij? [/a][/n] | tagging |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
006 | Gisteren wandeldiede door het park |
komt voor
: j |
|
069 | Als er zo weinig mensen van de landbouw leven, dan leven er veel mensen van werk in de fabriek | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
komt voor
: j opmerking: geen vervoeging gehoord |
149 | Hij heeft overal geen vrienden | Patroon universele kwantor-negatie, met betekenis negatie-universele kwantor. Betrekkelijk neutrale intonatie |
komt voor
: n |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
komt voor
: j |
222 | Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn als Geert en Peter | subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren;; Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. | opmerking: geen vervoeging gehoord |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
247 | Doe het brood even snijden! |
komt voor
: n |
|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: die zijn |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: diens |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: waarvan |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: waarop dat |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: daar ze op |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: daar dat ze op |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: daarop dat |
267 | Hij heeft zijn handen gewassen | als zonder reflexief vertaald, vragen of de variant met 'zich' ook kan voorkomen. Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen. Als 'zich' voorkomt dan 'zijn handen' en 'de handen' afvragen. |
komt voor
: j |
323 | De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? |
komt voor
: n zin: nee |
|
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hie |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wie |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wie |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
vorm: wette |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: ei wet opmerking: Nee (geen enkele andere vorm mogelijk) |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: daj opmerking: Nee (geen enkele andere vorm mogelijk) |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: bent opmerking: Nee (geen enkele andere vorm mogelijk) |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: j |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekaar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: zich |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: aje daj leeft leef |
751 | Asse ze denken datte ze moeten gaan, dan gane ze maar (KOMT VOOR + VERTAAL). |
komt voor
: n |
|
752 | An ze denken dan ze moeten gaan, gaan ze maar |
komt voor
: n |
|
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: als iedere |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: assn |
755 | Asse we horen datte we moeten gaan, gane we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n |
|
756 | An we horen dan we moeten gaan, gaan we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n |
|
760 | Asse jullie horen datte jullie nodig zijn, gane jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
761 | An jullie horen dan jullie nodig zijn, gaan jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: k goa |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa k |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ei goat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa ei |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: ei goat |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: goa ei |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hie geht |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geht e |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: se geht |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geht se |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t geht |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geht t |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: we goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan wie |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: jullie goan |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan jullie |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: se goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan se |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ie |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ei ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ei ging |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging hij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ei |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ze |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: n opmerking: inf zei dat deze zin niet kon in dialect, omdat het gaat een heel andere betekenis heeft: dan klopt het "soort gaan" niet meer |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wij gingen |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingen jullie |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: jullie gingen |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingen wij |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze gingen |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingen ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: j |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: j |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n opmerking: moet de foto kunnen zien |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: n vorm: aan het weg smijten |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zichzelf |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut