SAND-data Geldermalsen (K080p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Geldermalsen |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta] [k] K080p [/k] [h] [/h] [i] [/i] [vw] HZ [/vw] [/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Vertaal. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet nie da Marie gisteren gestorven was. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand het da ooit gewild of gekund. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Niemand hedet. [/a]
hed et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Vertaal. Jan had het hele brood wel wille op ete. [/v] | |||
informant |
[a] Jan hadt hele brood wel wille op ete. [/a]
had t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertaal. Vertel maar niet wie zij had kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a] Vertel maar nie wie ze ha kunne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan die weet da verhaal wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] Die kerel die heef geen spijkers bij em. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] He geen in plaats van heeft. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant | [a] Erik die lie me veur em werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal. Johanna liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
informant |
[a] Johanna die liet dereige mee drijve met de golve. [/a]
der eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal. Toon bekeek zich zelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant |
[a] toon die bekeek zeneige eens goed in de spiegel [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal. Eduard kent zich zelf goed. [/v] | |||
informant |
[a] edard die kent zeneige goed [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Vertaal. Ward heeft gehoord dat er fotoos van zich zelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant |
[a] bart he geheurd dater fotoos van zeneigen in de etalage staan [/a]
dat er zen eigen |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] zou de volgende zin ook bij ons zo voor kunnen komen ward heeft gehoord dat er fotoos van zeneige in de etalage staan [/v]
zen eige |
|||
informant | [a=j] Ja die zin die kan goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant |
[a] Ak zuining zijn dan levik zoas mijn ouders wille. [/a]
a k lev ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Asie nog drie jaar leeft leeftie langer as zijn vader. [/a]
as ie leeft ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Vertaal. Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant | [a] As ze zo gevaarlijk leeft dan leeft ze niet lang meer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Vertaal. Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] As ze nou nog leef dan weetzet morgen ook nog. [/a]
weet ze t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leve dan leve jullie nooit zolang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Asde gullie zo losbandig leef dan leefde niet zo lang als ikke. [/a]
as de leef de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertaal. Als ze voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kindere. [/v] | |||
informant | [a] As ze veur der werk leve dan leve ze nie veur de kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog leeft dan leeft Theo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Agge gezond leeft leefde langer. [/a]
a ge leef de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Als er zo weinig mense van de landbouw leve dan leve er veel mense van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] Aster zo weinig mense van de landbouw leve_ [/a]
as ter |
tagging | ||
informant |
[a] _dan leveder veel meer mense in de fabriek. [/a]
leve der |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Als Pieter en Liesje in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant |
[a] As Pieter en Liesje int paradijs leve_ [/a]
in t |
tagging | ||
informant | [a] _dan leve Rosa en Frank in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant | [a] As we sober leve leve we gelukkig. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef wa gezonder kerel. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef wa minder bekrompen kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
informant |
[a] Ik denk da Mariem zal moete roepe. [/a]
marie m |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Vertaal. Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen. [/v] | |||
informant |
[a] Hedde genoeg mense omt hooi vant land te hale. [/a]
hed de om t van t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant |
[a] Twas aardig van Jan om te kome werke [/a]
t was |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zo zwaar om te drage. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Zal deze zin ook als volgt kunnen klinken. Deze ton is zwaar drage. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Tis nie eigenlijk wa wij hier zouwe zegge. [/a]
t is |
|||
hulpinterviewer | [v=199] Vertaal. Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Wa zit die kerel te oudehoere. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Hij kan oudehoere. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Of sta nie zo te oudehoere. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou deze zin ook als volgt kunne klinke. Hij kan staan te zeure. [/v] | |||
informant | [a] Nee die zit daar verkeerd. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=199] Vertaal. Hij staat te zeure. [/v] | |||
informant | [a] Hij staat te oudehoere. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal. Toen we aaan kwame toen regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toen we der kwame toen regendenet. [/a]
regende n et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=215] Vertaal. Ik geloof dat ik groter ben als hij. [/v] | |||
informant |
[a] Ik geloof dak groter zij als hij. [/a]
da k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ze geloof dade gij eerder thuis zij als ik. [/a]
da de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant |
[a] Je geloof zeker nie datie sterker is_ [/a]
dat ie |
tagging | ||
informant | [a] _als gij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze gelove dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant | [a] Ze gelove da we rijker zijn as zij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal. We gelove jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] Ze gelove dat ze nie zo slim zijn as wij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie gelove jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
informant | [a] Ze gelove nie dat ze armer zij as jullie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Hullie gelove jammer genoeg nie da ze armer zijn as jullie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Hullie en jullie is het. [/a] | |||
veldwerker | [v] Het betekent beide jullie? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Het is beide jullie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Gij geloof dat Lisa_ [/a] | tagging | ||
informant | [a] _even mooi is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Lisa en Jan sterker zijn als Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft dat Lies en Jan sterker zijn as Lies en Peter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal. Die jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] Die jongens wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Die zin zou ook kunnen luiden als volgt. De jongen van wie zijn moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/a] | tagging | ||
informant | [a] De jongen die gisteren zijn moeder hertrouwd is stond achter mij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank waar ze op zatte was pas geverfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Deze zin zou ook kunnen luiden als volgt. De bank waar op ze zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank waar op zate was pas geverfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
informant | [a] Die geld heb moet mij maar wat geve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt de volgende zin ook voor. Die geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Die geld het die moet mij maar wat geve. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de deken naar der toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant | [a] Niemand mag et zien dus ik vind dade gij et ook niet meug zien. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Zou de volgende zin ook voor kunnen komen. Ik vind da gij et ook niet zien mag. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da zegge wij nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dat is de man die ze geroepe hebbe. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man die ze geroepe hebbe. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de kerel diet verhaal heef verteld. [/a]
da s die t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de kerel dat ik denk datiet verhaal heeft verteld. [/a]
da s dat ie t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebbe. [/v] | |||
informant |
[a] Das de kerel ja die ik denk daze geroepe hebbe. [/a]
da s da ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=397] Vertaal. Het schijnt dat ze niets mag eten. [/v] | |||
informant |
[a] Tschijnt daze niks mag ete. [/a]
t schijnt |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=403] Vertaal. Et lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/a] | |||
informant | [a] Et lijkt wel of dat er iemand in de tuin staat. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeke heb je gekocht. [/v] | |||
informant |
[a] Wa voor boeke hedde gekoch. [/a]
hed de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heeft je op de kermis gezien. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie he jou op de kermis gezien. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Ik laat je een plaatje zien. Wil je die zin af maken. Marie en Piet wijzen naar ... [/v] | |||
informant | [a] Marie en Piet wijzen naar mekaar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Ik laat je een plaatje zien. Wil je die zin af maken. Toon wast ... [/v] | |||
informant |
[a] Toon wast zeneigen in de badkuip. [/a]
zen eigen |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] Maak de volgende zin af. Fons zag een slang naast ... [/v] | |||
informant |
[a] Fons vond een slang naastum op de bank. [/a]
naast um |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=006] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal het volgende. Gisteren wandeldiede door het park. [/v]
wandel die de |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Gisteren wandelde hij door het park. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Die zin komt bij ons nie veur. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=023] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Els wil niet danse en ze wil niet zinge ook niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Eddy moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Wij zouwe zegge. Eddy moet vroeg op kunne staan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij wil geen soep niet meer ete nie. [/v] | |||
informant | [a=n] Die komt nie voor. [/a] | |||
informant | [a] Hij wilt de soep niet eten. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Zitte hier nergens geen muize. [/v] | |||
informant | [a=n] Zitte hier geen muize zegge we dan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=146] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij spreekt niet goed geen Frans. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Hij praat nie goed Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zo zegge wijt nie he. [/]
wij t |
|||
hulpinterviewer | [a] Nie iedereen verstaat zijn vak goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=149] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij heef overal geen vrienden. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da komt bij ons dus nie veur. [/v] | |||
informant | [a] Hij he nergens geen vriende. [/a] | Vraag 140 blijkt dus wel mogelijk te zijn. | ||
hulpinterviewer | [v=260] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wie denkdegeij dat ik in de stad gezien heb. [/a]
denk de geij |
|||
hulpinterviewer |
[v=262]Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wie denkdegij wie ik in de stad ontmoet heb [/v]
denk de gij |
|||
informant |
[a=n] Wie denkdegij daj ik in de stad ontmoet heb. [/a]
denk de gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=265] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hoe denk je hoe ze het hebbe op gelost. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hoe denktde dazet hebbe op gelost. [/a]
denkt de da ze t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja maar niet twee keer hoe he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik heb geen zin en voere de koeie. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee da kenk nie. [/a]
ken k |
|||
hulpinterviewer | [v=311] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik denk hij weg is. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik denk datie weg is. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer | [v=312] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik zei nog tege haar ik denk hij is weg. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik zei nog tege heur ik denk datie weg is. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer | [v=317] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie al haar koeie zijn verdonke bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a] Wij zouwe zegge alle koeie van Marie zijn verzope. [/a] | |||
veldwerker | [v] Komt de zin voor zoals u hem hoorde. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik zei nog tege haar ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Maar dat zegge wij zo nie. [/a] | |||
informant | [a] Ik geloof da ze die jongens allemaal wel aardig vinde. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=353] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Persoon A vraagt wil je nog koffie Jan. Jan antwoordt jak. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ja ik wil zou wij zegge. [/a] | Ook bij vraag 355 wordt op deze zin ingegaan. | tagging | |
informant | [a] Zoas die daar staat zouwe wij em nooit zegge. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=355] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Persoon A vraagt hebbe ze gegete. Persoon B vraagt jaanze. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Antwoordt mut da zijn. [/v] | |||
informant | [a=n] Da komt bij ons nie veur. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Wilde koffie? Ja. [/a]
wil de |
Antwoord op vraag 353. | tagging | |
hulpinterviewer | [a] En hebbe ze gegete. Antwoord ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=359] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Met zulk weer je kunt niet veel doen. [/v] | |||
informant | [a] Met zulk werk kun je nie veel doen. [/a] | |||
informant |
[a=n] Zo komtie nie. [/a]
komt ie |
|||
hulpinterviewer | [v=364] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Is hem dood. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
[a] Isie dood. [/a]
is ie |
|||
hulpinterviewer | [v=028] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=028] Vertel mij eens wie dat zij had kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a=n] Nie zo. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Vertel me eens wie ze had kenne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Dat gebruike wij dus denk ik niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=296] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou hij dat gedaan hebbe gekund. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a] Zou hijt gedaan kunne hebbe. [/a]
hij t |
|||
hulpinterviewer | [v=297] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Zou hij dat gedaan gekund hebbe. [/v] | |||
informant | [a=n] Zou hij da gedaan kunne hebbe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=347] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij is gaan zwemmen. [/v] | |||
informant |
[a=j] Ik wis datie was gaan zwemme. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=350] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij gaan zwemmen is. [v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee bij dat woordje is achteraan dat is voor ons vreemd. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Komt deze zin voor in uw dialect en hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat je veel weg zou moete gooie. [/v] | |||
informant |
[a] Ik denk dage veel weg zou mutte gooie. [/a]
da ge |
tagging | ||
informant | [a=g] Dat is gewoon gebruikelijk wa we altijd zouwe zegge.[/a] | |||
hulpinterviewer | [v Ik denk dat je veel zou weg moete gooie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die komt niet zo veel voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik denk da je veel zou moete weg gooie. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik denk da ge veel zou mutte weg gooie. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen moet kunne zwemme. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=077] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen moet zwemme kunne.[/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen kunnen zwemmen moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemmen kunnen moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik weet dat Eddy morgen wil brood ete. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Komt deze zin voor in uw dialect. Boeken heeft Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebbe gemaakt. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=157] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebbe. [/v] | |||
informant | [a=n] Ja iets teveel woorden. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=160] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben. [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Die twee kunne alletwee. Die eerste en die kan ook. [/a] | |||
informant | [a] Maar de eerste is de beste. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=161] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt hij slaapt. Persoon B antwoordt hij doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt hij slaapt. Persoon B antwoordt et doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt slaapt hij. Persoon B antwoordt ie doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Komt deze zin voor in uw dialect. De lamp doet niet meer branden. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De kinderen doen hier niet voetballen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Branden doet de lamp niet meer. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Komt deze zin voor in uw dialect. Doet Marie elke avond danse. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=247] Komt deze zin voor in uw dialect. Doe et brood even snijde. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik doe wel even de kopjes af wasse. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Komt deze zin voor in uw dialect. Dit denk ik niet aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Komt deze zin voor in uw dialect. Die rare jongen zij ik mee naar de markt geweest. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=322] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik heb al de eerste drie somme gemaakt. De welke heb jij gemaakt. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=323] Komt deze zin voor in uw dialect. De waffere heb jij al weg gebracht. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=387] Komt deze zin voor in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon A vraag wanneer zal de wereldvrede kome. Persoon B antwoordt nooit niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=459] Komt deze zin voor in uw dialect. Hij het de bal gegooid in de mand. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=474] Komt deze zin voor in uw dialect. Et en was maar net goed genoeg. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=485] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt zal ik koke. Persoon B antwoordt dat doe maar. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=486] Komt deze zin voor in uw dialect. Dat boek beloof mij dat je nooit meer zult verstoppe. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [a/] | |||
hulpinterviewer | [v=487] Komt deze zin voor in uw dialect. Wat zeg mij dat je gekocht hebt. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=512] Komt deze zin voor in uw dialect. Zoon ding een heb ik nog nooit gezien. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=515] Komt deze zin voor in uw dialect. Je bent ook een rare een. [/v] | |||
informant | [a=n] Zo nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Komt deze zin voor in uw dialect. Marie zei dat jij Piet een boek hebt geprobeerd te verkope. [/v] | |||
informant | [a=n] Zou ik zo niet zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=531] Komt deze zin voor in uw dialect. Wim dacht dat Els had geprobeerd een cadeau te geve. [/v] | |||
informant |
[a=n] Wim dacht dak geprobeerd had Els een cadeau te geve. [/a]
da k |
|||
hulpinterviewer | [v=532] Komt deze zin voor in uw dialect. Karel weet dat jij hebt geprobeerd Marie een boek te verkope. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [n] [v=018] Die zin ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. Hoe zou u die ook al weer zeggen. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet nie da marie gisteren gestorven is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Kun je ook zeggen ze weet niet dat Marie gisteren is gestorven. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | []a Kan alletwee. Ik vind et niet verkeerd. Het zou me op vallen als iemand het zei. [/a] | |||
veldwerker | [v=026] Jan had hele brood wel wille op ete. [/v] | |||
veldwerker | [v] Kun je willen op eten ook in andere volgordes doen. [/v] | |||
veldwerker | [a=n] Nee da kan nie. [/a] | |||
veldwerker | [v=035] Hij vergiste zich. [/v] | |||
informant |
[a] hij vergiste zeneige [/a]
zen eige |
tagging | ||
veldwerker | [v=053] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. Zou u die nog een keer willen vertalen. [/v] | |||
informant |
[a] As ik zuinig leef dan levik zoas mijn ouders wille. [/a]
lev ik |
tagging | ||
veldwerker | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. Hoe zou u dat zeggen. [/v] | |||
informant |
[a] Ast nu nog leef levet morgen ook. [/a]
as t lev et |
tagging | ||
veldwerker | [v=067] Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog leef dan leef Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Hij kan gruwelijk staan oudehoere. Ja da kan. [/a] | |||
veldwerker | [v] En hij kan gruwelijk staan te oudehoeren? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja da kan wel. Hij kan gruwelijk staan te oudehoere. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=249] Die jongen wiens moeder gisteren is hertrouwd stond achter mij. [/v] | |||
veldwerker | [v] U had gezegd dat wiens op zich wel kon. [/v] | |||
veldwerker | [v] U noemde zelfs nog die jongen wie zijn moeder gisteren hertrouwd was. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Diens moeder gisteren hertrouwd is. [/a] | |||
veldwerker | [v] En wat voor andere mogelijkheden voor dat wiens zijn er verder nog. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] de jongen waar van moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=022] Er wil niemand niet dansen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da komt bij ons nie voor die zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Niemand wil der danse. [/a] | |||
veldwerker | [v=762] Een paar zinnetjes waarvan ik wilde vragen of u die wilt vertalen. Als ik ga dan ga ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ak ga dan gaak. [/a]
a k gaa k |
|||
veldwerker | [v=763] Als jij gaat dan ga je. [/v] | |||
informant |
[a] Asde gij gaat dan gade. [/a]
ga de |
|||
veldwerker | [v=765] En als hij gaat dan gaat ie. [/v] | |||
informant | [a] As hij gaat dan gut ie. [/a] | |||
veldwerker | [v=766] Als zij gaat dan gaat ze. [/v] | |||
informant | [a] As zij gaat dan gut ze. [/a] | |||
veldwerker | [v=767] Als het gaat dan gaat het. [/v] | |||
informant |
[a] Ast gaat dan gaatet. [/a]
as t gaat et |
|||
veldwerker | [v=768] Als we gaan dan gaan we. [/v] | |||
informant | [a] As we gaan dan gaan we. [/a] | |||
veldwerker | [v=769] Als jullie gaan dan gaan jullie. [v=769] | |||
informant |
[a] Age gaan wil dan gade. [/a]
a ge ga de |
|||
veldwerker | [v=770] Als zij gaan dan gaan ze. [/v] | |||
informant | [a] As wij gaan dan gaan ze. [/a] | |||
veldwerker | [a] Als u gaat dan gaat u. [/a] | |||
informant |
[a] Ade gij gaat dan gade. [/a] [/n]
ga de |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
023 | Els wil niet dansen, en ze wil niet zingen ook niet | Kan 'ook niet' achteraan voorkomen? |
komt voor
: n |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
komt voor
: j |
199 | Hij staat te zeuren | Peilen naar variatie in 1. aanwezigheid en vorm voegwoord 'om' 2. aanwezigheid en positie van 'te'. Varianten van hulpinterviewer opnemen als 'komt voor'-vragen. |
komt voor
: j |
219 | We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...); Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. |
komt voor
: j vorm: we geleuven dat gullie niet zo slim zijt az wij |
220 | Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...).; Zin laten inspreken met 'hun' i.p.v. 'zij' als 'komt voor'-vraag; Als voegwoordvervoeging, afvragen zonder pronomen. |
komt voor
: j vorm: jullie geleuve jammer genoeg niet dat zij armer zijn az gullie |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): j |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: dies moeder |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: waar |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
komt voor
: j vorm: jan rook niet meer |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
komt voor
: j vorm: zelfs hij kan dat nie oplosse |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: we zin: moge we weten dat wij ook gevraagd zijn |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: wij zin: moge we weten dat wij ook gevraagd zijn |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n vorm: weete wat over het weer morgen |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n zin: je weet dajje slim genoeg ben/zij |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: j vorm: hun |
|
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: j vorm: hullie |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
komt voor
: j vorm: mekaar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: j vorm: bij em |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
komt voor
: j vorm: agge vindt dagge gezond leeft leef dan vooral zo verder |
751 | Asse ze denken datte ze moeten gaan, dan gane ze maar (KOMT VOOR + VERTAAL). |
komt voor
: j vorm: az ze denken dat ze motte gaan dan gaan ze maar |
|
752 | An ze denken dan ze moeten gaan, gaan ze maar |
komt voor
: n vorm: az ze denken dat ze motte gaan dan gaan ze maar |
|
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
755 | Asse we horen datte we moeten gaan, gane we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n vorm: az we horen dat we motte gaan dan gaan we |
|
756 | An we horen dan we moeten gaan, gaan we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n vorm: az we horen dat we motte gaan dan gaan we |
|
760 | Asse jullie horen datte jullie nodig zijn, gane jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
761 | An jullie horen dan jullie nodig zijn, gaan jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ak ga dan |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaak |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ge gaat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaade |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
komt voor
: j vorm: az u gaat |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
komt voor
: j vorm: dan gaatu |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az zie gaat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaatie |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ze gaat |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaat ze |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: azt gaat |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaatet |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: awwe gaan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaan we |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az jullie gaan |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaan jullie |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ze gaan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: da direk weg |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen ik ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging jij ook |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen jij ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging ik niet |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen u ging |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging hij ook |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen hij ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging u ook |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen zij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging et nie |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen et ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: j vorm: toen wij gingen |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: j vorm: gingen jullie niet |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen jullie gingen |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gingen wij niet |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen ze gingen |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gingen ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: n |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n vorm: ik zij em gisteren tegengekomen |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zen eigen |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: em toe |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut