SAND-data Gent (I241p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
035 (x01a) | Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. Gent6) |
vertaling: Jan rappeleerd em die istorie wel opm.: reflexief: hem |
036 (x01b) | Marie en Piet wijzen naar ... (inf. Gent6) |
vertaling: M&P zien malkaar veur de kirke |
036 (x01b) | Marie en Piet wijzen naar ... (inf. Gent6) |
vertaling: M&P zien malkaar veur de kirke |
036 (x01b) | Marie en Piet wijzen naar ... (inf. Gent6) |
vertaling: malkander |
036 (x01b) | Marie en Piet wijzen naar ... (inf. Gent6) |
vertaling: malkander |
037 (x01c) | Toon wast ... (inf. Gent6) |
vertaling: Toon wast em opm.: reflexief: hem |
038 (x01d) | De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. Gent6) |
vertaling: de tmmerman ee gien nagels bij em opm.: reflexief: hem |
039 (x01e) | Fons zag een slang naast ... (inf. Gent6) |
vertaling: F zagd' een slange neverst em opm.: reflexief: hem |
040 (x01f) | Erik liet mij voor zich werken (inf. Gent6) |
vertaling: E liet mij veur em werken opm.: reflexief: hem |
041 (x01g) | Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. Gent6) |
vertaling: J liet eur meedrijven op de golven opm.: reflexief: haar |
042 (x01h) | Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. Gent6) |
vertaling: T bekeek zijn eigen ne kier goed in de spiegel opm.: reflexief: z'n eigen |
043 (x01i) | Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. Gent6) |
vertaling: J ee in 2 minutren een pintse gedroenke |
044 (x01j) | Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. Gent6) |
vertaling: die schoenen zijn gemakkelijk |
045 (x01k) | Eduard kent zichzelf goed (inf. Gent6) |
vertaling: E kent zijn eigen goed opm.: reflexief: z'n eigen |
046 (x01l) | Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. Gent6) |
vertaling: W ee guurd dat er foto's van em in de etalage staan opm.: reflexief: hem |
047 (x01m) | Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. Gent6) |
vertaling: die patatten schellen nie gemakkelijk |
884 (x01n) | Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. Gent6) |
vertaling: da glas breekt as 't op de groend valt |
052 (x02a) | Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. Gent6) |
vertaling: docteur, leve kik wel gezoend genoeg |
054 (x02b) | Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. Gent6) |
vertaling: al joaren leeft ij van d' irfenisse van zijn vader |
056 (x02c) | Deze week leeft zij op water en brood (inf. Gent6) |
vertaling: van de weke leef ze op water en bruud |
058 (x02d) | Leeft het nog? (inf. Gent6) |
vertaling: leve 't nog |
060 (x02e) | Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. Gent6) |
vertaling: oelange leef de gulder al van die erfenisse |
062 (x02f) | In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. Gent6) |
vertaling: in Bretagne leve ze veural van de visvangst |
064 (x02g) | Na het eten ga ik slapen (inf. Gent6) |
vertaling: achter 't eten goa kik sloape |
065 (x02h) | Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. Gent6) |
vertaling: zoe kik da wel keunen doen |
066 (x02i) | Hij liet zijn huis afbreken (inf. Gent6) |
vertaling: hij liet zijn oas afbreken |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
076 (x03b) | Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
078 (x03c) | Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. Gent6) |
komt voor: n |
079 (x03d) | Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
081 (x03e) | Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
083 (x03f) | Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
880 (x04(iii)b) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
088 (x04(iii)c) | Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
089 (x04(iii)d) | Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
093 (x04(iv)c) | Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
094 (x04(iv)d) | Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
096 (x04(ix)b) | Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. Gent6) |
komt voor: n |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. Gent6) |
komt voor: n |
098 (x04(ix)d) | Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. Gent6) |
komt voor: n |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 3 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 3 |
102 (x04(v)c) | Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. Gent6) |
komt voor: n |
103 (x04(v)d) | Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
107 (x04(vi)c) | Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
110 (x04(vi)d) | Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. Gent6) |
komt voor: n |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
114 (x04(vii)c) | Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
115 (x04(vii)d) | Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. Gent6) |
komt voor: n |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
121 (x04(viii)d) | Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. Gent6) |
komt voor: n |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
124 (x04(x)b) | Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
126 (x04(x)d) | Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 |
130 (x04(xi)c) | Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
131 (x04(xi)d) | Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. Gent6) |
komt voor: n |
133 (x05a) | Jan heeft geeneen boek meer (inf. Gent6) |
vertaling: Jan ee giene boek nie meer |
134 (x05b) | Jan en heeft geen boek meer (inf. Gent6) |
vertaling: Jan en ee giene boek nie meer |
135 (x05c) | Boeken heeft Jan geen (inf. Gent6) |
vertaling: Jan ee gien boeken |
136 (x05d) | Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. Gent6) |
vertaling: Jan ee nie veel geld nie mier |
144 (x05e) | Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. Gent6) |
vertaling: 't er mag niemand over da probleem spreken |
139 (x05g) | Niemand zegt dat hij komt niet (inf. Gent6) |
vertaling: niemand zegt dat ij komt |
140 (x05h) | Zitten hier nergens geen muizen? (inf. Gent6) |
vertaling: zitten d'r hier ieveranst muizen |
141 (x05i) | Ik geef niets aan een ander niet (inf. Gent6) |
vertaling: ik geven niets aan nen andere |
142 (x05j) | Niemand wil niet werken niet (inf. Gent6) |
vertaling: niemand wilt er werken |
143 (x05k) | Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. Gent6) |
vertaling: wij en wisten nie dat ij thuis was |
144a (x05l) | Ik wist het niet ook niet (inf. Gent6) |
vertaling: ik wist het uuk nie |
145 (x05m) | Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. Gent6) |
vertaling: hij mag mee niemand over da probleem spreken |
155 (x06) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. Gent6) |
vertaling: Jan weet dat ij veur den dreie de wagen moe gemaakt en |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. Gent6) |
komt voor: n |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
158 (x06c) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. Gent6) |
komt voor: n |
159 (x06d) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 3 |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 3 |
161 (x06f) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
162 (x07a) | Maries auto is kapot (inf. Gent6) |
vertaling: Marie's en auto es kapot opm.: eigenlijk vertaling b |
163 (x07b) | Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. Gent6) |
vertaling: Marie euren auto is kapot opm.: eigenlijk vertaling a |
164 (x07c) | Piets auto is kapot (inf. Gent6) |
vertaling: Piers' en auto es kapot opm.: Piet z'n, zo heb ik het geinterpreteerd. |
165 (x07d) | Piet z'n/se auto is kapot (inf. Gent6) |
vertaling: Pierre zijnen auto es kapot |
166 (x07e) | Die mans auto is kapot (inf. Gent6) |
vertaling: diene man zijnen auto es kapot |
167 (x07f) | Die man zijn/se auto is kapot (inf. Gent6) |
vertaling: diene man zijnen auto es kapot |
168 (x07g) | Die auto is niet van mij maar van hem (inf. Gent6) |
vertaling: dienen auto es nie van mij moar van hem |
169 (x07h) | Gisterens krant ligt onder de TV (inf. Gent6) |
vertaling: de gazette van gisteren ligt oender den TV |
170 (x07i) | Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. Gent6) |
vertaling: Jan es K&K ulder broerke opm.: twijfelgeval 'hun' |
171 (x07j) | Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. Gent6) |
vertaling: die joengens uldere velo es gepakt |
172 (x07k) | Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. Gent6) |
vertaling: die gezusters ulder moeder es op bezoek |
173 (x07l) | Die auto is Wims (inf. Gent6) |
vertaling: dienen auto es van Wim |
174 (x07m) | Die fiets is mijns (inf. Gent6) |
vertaling: diene velo es de mijne |
178 (x08a) | Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. Gent6) |
vertaling: hij mag mee niemand spreken over da probleem |
179 (x08b) | Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. Gent6) |
vertaling: ik wille niemand kwetsen |
180 (x08c) | Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. Gent6) |
vertaling: 't es spijtig da me wij nie meuge komen opm.: subjectdubbeling |
181 (x08d) | Dat niet en ga ik doen (inf. Gent6) |
vertaling: da goa kik nie doen opm.: subjectdubbeling |
182 (x08e) | (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. Gent6) |
vertaling: ik e nie gewerkt |
183 (x08f) | Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. Gent6) |
vertaling: hij ou 't nog maar just verteld of Marie begost te schriewen |
184 (x08g) | Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. Gent6) |
vertaling: goan haalt die bestellingen nu maar af |
185 (x08h) | Hij en werkt (inf. Gent6) |
vertaling: hij (en) werkt nie |
186 (x08i) | Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. Gent6) |
vertaling: ik verbied eu van hier te komen |
187 (x08j) | Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. Gent6) |
vertaling: Jan belettege mij van Marie te bellen |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: voor (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: voor (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: voor (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. Gent6) |
fragment: voor (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: om te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: - (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: van te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: - (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: om te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: van te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: - (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: om te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: - (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: van te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: - (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: - (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: van te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: - (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: om te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. Gent6) |
fragment: - (2) |
190 (x09c) | Deze ton is zwaar om te dragen (inf. Gent6) |
fragment: om te (1) |
190 (x09c) | Deze ton is zwaar om te dragen (inf. Gent6) |
fragment: veur te (1) |
190 (x09c) | Deze ton is zwaar om te dragen (inf. Gent6) |
fragment: veur te (1) |
190 (x09c) | Deze ton is zwaar om te dragen (inf. Gent6) |
fragment: om te (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. Gent6) |
fragment: als (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. Gent6) |
fragment: - (2) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. Gent6) |
fragment: - (2) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. Gent6) |
fragment: als (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. Gent6) |
fragment: zullen (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. Gent6) |
fragment: da me (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. Gent6) |
fragment: da me (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. Gent6) |
fragment: zullen (2) |
193 (x09f) | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. Gent6) |
fragment: of da (1) |
194 (x09g) | Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. Gent6) |
fragment: dan (1) |
194 (x09g) | Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. Gent6) |
fragment: dan (1) |
194 (x09g) | Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. Gent6) |
fragment: of (1) |
194 (x09g) | Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. Gent6) |
fragment: of (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. Gent6) |
fragment: dan te (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. Gent6) |
fragment: ofte (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. Gent6) |
fragment: ofte (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. Gent6) |
fragment: dan te (1) |
196 (x09i) | Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. Gent6) |
fragment: dan (1) |
196 (x09i) | Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. Gent6) |
fragment: dan te (1) |
196 (x09i) | Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. Gent6) |
fragment: dan te (1) |
196 (x09i) | Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. Gent6) |
fragment: dan (1) |
197 (x09j) | Is Jan even oud als jij? (inf. Gent6) |
fragment: of te (1) |
199 (x09k) | Hij staat te zeuren (inf. Gent6) |
fragment: te (1) |
198 (x09l) | Hij kan staan zeuren (inf. Gent6) |
fragment: (1) |
200 (x09m) | Toen we aankwamen regende het (inf. Gent6) |
fragment: (1) |
201 (x09n) | Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. Gent6) |
fragment: dat (1) |
202 (x09o) | Hij deed of hij haar niet zag (inf. Gent6) |
fragment: dat (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. Gent6) |
fragment: of dat (1) |
204 (x10a) | Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. Gent6) |
vertaling: ik wete da de gulder op niemand kwaad zijt |
206 (x10c) | Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. Gent6) |
vertaling: Els peist dat 't nie gemakkelijk is |
207 (x10d) | Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. Gent6) |
vertaling: ik wete da kik te loate ben en gij nie |
208 (x10e) | Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. Gent6) |
vertaling: ge weet toch da de gij moet wirken en ikke nie |
209 (x10f) | Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. Gent6) |
vertaling: iedereen peist da me wulder naar huis gaan en dan ze zulder nog mogen blijven opm.: subjectdubbeling 3.mv. |
210 (x10g) | Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. Gent6) |
vertaling: 't es spijtig dat jij komt en dan ze zulder weggaan opm.: twijfelgeval subjectdubbeling (jij = ie-ij?) |
211 (x10h) | Ik denk dat Lisa ziek is (inf. Gent6) |
vertaling: 'k peize da Lisa ziek es |
213 (x10i) | Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. Gent6) |
vertaling: 'k peize da P&L gaan tr?wen |
226 (y01(i)a) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
227 (y01(i)b) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
228 (y01(i)c) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
230 (y01(ii)a) | A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
231 (y01(ii)b) | A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
232 (y01(ii)c) | A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. Gent6) |
komt voor: j betekenis: bevestigend |
232 (y01(ii)c) | A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. Gent6) |
komt voor: j betekenis: bevestigend |
234 (y01(iii)a) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
235 (y01(iii)b) | A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. Gent6) |
komt voor: j |
236 (y01(iii)c) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
237 (y01(iii)d) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. Gent6) |
komt voor: j |
238 (y01(iii)e) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
239 (y01(iii)f) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
240 (y01(iii)g) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
241 (y01(iii)h) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. Gent6) |
komt voor: j |
242 (y01(iii)i) | A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
243 (y01(iii)j) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. Gent6) |
komt voor: n |
244 (y01(iii)k) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. Gent6) |
komt voor: j |
245 (y01(iv)a) | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. Gent6) |
komt voor: n |
246 (y01(iv)b) | Doet Marie elke avond dansen? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
247 (y01(iv)c) | Doe het brood even snijden! (inf. Gent6) |
komt voor: n |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. Gent6) |
fragment: waarvan da zijn (1) |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. Gent6) |
fragment: die zijn (1) |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. Gent6) |
fragment: die zijn (1) |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. Gent6) |
fragment: waarvan da zijn (1) |
250 (y02b) | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. Gent6) |
fragment: waar dan (1) opm.: voegwoordvervoeging |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. Gent6) |
fragment: waar dan (1) opm.: voegwoordvervoeging |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. Gent6) |
fragment: waar dan (1) opm.: voegwoordvervoeging |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. Gent6) |
fragment: (2) opm.: voegwoordvervoeging |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. Gent6) |
fragment: (2) opm.: voegwoordvervoeging |
252 (y02d) | De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. Gent6) |
komt voor: n |
253 (y02e) | Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. Gent6) |
fragment: da (1) |
254 (y02f) | Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. Gent6) |
fragment: die (1) |
255 (y02g) | In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. Gent6) |
fragment: waar da (1) |
256 (y02h) | Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. Gent6) |
fragment: da (1) opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. Gent6) |
fragment: wat da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. Gent6) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. Gent6) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. Gent6) |
fragment: wat da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
257 (y02j) | Dat is iets wat heel mooi is (inf. Gent6) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. Gent6) |
fragment: den dienen die (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. Gent6) |
fragment: den dienen die (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. Gent6) |
fragment: den dienen die (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. Gent6) |
fragment: die (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. Gent6) |
fragment: die (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. Gent6) |
fragment: die (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. Gent6) |
fragment: wie (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. Gent6) |
fragment: wie (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. Gent6) |
fragment: wie (1) |
260 (y03a) | Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. Gent6) |
vertaling: wie peis de da 'k in de stad gezien he |
261 (y03b) | Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. Gent6) |
vertaling: hoe peis de gulder dan ze 't opgelost en |
265 (y03c) | Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. Gent6) |
vertaling: hoe peis de dan ze 't opgelost en |
263 (y03d) | Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. Gent6) |
vertaling: Magda weet nie wie da me willen bellen |
264 (y03e) | Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. Gent6) |
vertaling: weet er iemand wie da me geroepen en |
262 (y03f) | Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. Gent6) |
vertaling: wie peis de da 'k in de stad gezien he |
266 (y03g) | Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. Gent6) |
vertaling: wie peis de da 'k in de stad gezien he |
267 (y04a) | Hij heeft zijn handen gewassen (inf. Gent6) |
vertaling: hij ee zijn hande gewassen |
268 (y04b) | Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. Gent6) |
vertaling: hij ee zijn ende gewassen |
269 (y04c) | Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. Gent6) |
vertaling: hij ee nen oet op zijn uuft |
270 (y04d) | Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. Gent6) |
vertaling: hij ee een plekke op zijn ende |
271 (y04e) | Hij heeft zijn been gebroken (inf. Gent6) |
vertaling: hij ee zijn bien gebroken |
272 (y04f) | Zij heeft zich pijn gedaan (inf. Gent6) |
vertaling: hij ee em ziere gedaan opm.: mannelijk i.p.v. vrouwelijk reflexief: hem |
273 (y04g) | Marie trok de deken naar zich toe (inf. Gent6) |
vertaling: Marie trok het deksel naar eur opm.: reflexief: haar |
051 (y04h) | Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. Gent6) |
vertaling: Luc weet dat er portretten van zijn eigen te kuup zijn |
274 (y04i) | Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. Gent6) |
vertaling: ge rappeleerd' u toch wel da me toen deure da bos gelopen zijn opm.: reflexief: je |
277 (y04j) | Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. Gent6) |
vertaling: 'k rappeleere mij da Marie euren auto kapot was opm.: reflexief: me |
280 (y04k) | Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. Gent6) |
vertaling: ze rappeleert eur dat ij zat t' ete gelijk een virke opm.: reflexief: haar |
283 (y04l) | Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. Gent6) |
vertaling: wij rappeleren oens da Jan zijn boeken gestolen waren, maar zulder rappeleren 't ulder nie mier opm.: reflexief: ons reflexief: hun of reflexief: zich |
286 (y04m) | Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. Gent6) |
vertaling: rappeleerd' ulder nog da me Jan op de mort gezien en opm.: reflexief: je |
289 (y04n) | Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. Gent6) |
vertaling: hij ee hem een oengeluk gewirkt opm.: reflexief: hem |
290 (y04o) | Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. Gent6) |
vertaling: hij voeldeg' em deur 't ijs zakken opm.: reflexief: hem |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. Gent6) |
vertaling: zoet ij da keunen gedaan hen |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. Gent6) |
vertaling: zoet ij da kunnen doen en |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. Gent6) |
vertaling: zoet ij da kunnen doen en |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. Gent6) |
vertaling: zoet ij da keunen gedaan hen |
877 (y05(i)) | Hij heeft dat nooit gekund (inf. Gent6) |
fragment: gekeund (1) |
878 (y05(ii)) | Hij heeft dat nooit gedaan (inf. Gent6) |
fragment: gedaan (1) |
296 (y05(iii)a) | Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
297 (y05(iii)b) | Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
298 (y05(iii)c) | Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
299 (y05(iii)d) | Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
300 (y05(iii)e) | Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
301 (y05(iii)f) | Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
302 (y05(iii)g) | Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
303 (y05(iii)h) | Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
304 (y05(iii)i) | Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
305 (y05(iii)j) | Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
306 (y05(iii)k) | Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
307 (y05(iii)l) | Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
309 (y06a) | Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. Gent6) |
komt voor: n |
310 (y06b) | Zij kwamen aan te gewandelen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
311 (y06c) | Ik denk hij weg is (inf. Gent6) |
vertaling: 'k peise dat ij wig es komt voor: j opm.: dav |
311 (y06c) | Ik denk hij weg is (inf. Gent6) |
vertaling: 'k peise dat ij wig es komt voor: j opm.: dav |
312 (y06d) | Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. Gent6) |
vertaling: 'k peize; ij is weg komt voor: j opm.: dav: twijfelgeval 'dat'-weglating en hoofdzinsvolgorde; lijkt eerder op directe rede |
312 (y06d) | Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. Gent6) |
vertaling: 'k peize; ij is weg komt voor: j opm.: dav: twijfelgeval 'dat'-weglating en hoofdzinsvolgorde; lijkt eerder op directe rede |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. Gent6) |
vertaling: ik weete dat ij weg is komt voor: j opm.: dav |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. Gent6) |
vertaling: ik weete dat ij weg is komt voor: j opm.: dav |
315 (y06f) | Ik weet hij is weg (inf. Gent6) |
vertaling: ik weete, ij is weg komt voor: j opm.: dav: twijfelgeval 'dat'-weglating en hoofdzinsvolgorde; eerder directe rede |
315 (y06f) | Ik weet hij is weg (inf. Gent6) |
vertaling: ik weete, ij is weg komt voor: j opm.: dav: twijfelgeval 'dat'-weglating en hoofdzinsvolgorde; eerder directe rede |
316 (y06g) | Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. Gent6) |
komt voor: n |
317 (y06h) | Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. Gent6) |
vertaling: Marie al eur koeje zijn versmuurd mee d' overstrominge |
318 (y06i) | Kaas maken weet ik niets van (inf. Gent6) |
komt voor: n |
321 (y06j) | Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. Gent6) |
komt voor: n |
322 (y06k) | Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. Gent6) |
vertaling: 'k e al de ieste 3 sommen gemaakt. Dewelke ed de gij gemaakt komt voor: j |
322 (y06k) | Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. Gent6) |
vertaling: 'k e al de ieste 3 sommen gemaakt. Dewelke ed de gij gemaakt komt voor: j |
323 (y06l) | De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. Gent6) |
vertaling: de waffeure ed de gij wiggebracht komt voor: j |
323 (y06l) | De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. Gent6) |
vertaling: de waffeure ed de gij wiggebracht komt voor: j |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. Gent6) |
vertaling: de dieje komt voor: j |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. Gent6) |
vertaling: de zulke zoe kik nie durven opeten komt voor: j |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. Gent6) |
vertaling: de dieje komt voor: j |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. Gent6) |
vertaling: de dieje komt voor: j |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. Gent6) |
vertaling: de zulke zoe kik nie durven opeten komt voor: j |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. Gent6) |
vertaling: de zulke zoe kik nie durven opeten komt voor: j |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. Gent6) |
vertaling: de dieje zoe kik nie durven opeten komt voor: j |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. Gent6) |
vertaling: de dieje zoe kik nie durven opeten komt voor: j |
326 (y06o) | Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. Gent6) |
vertaling: ik weete da Jan noar de mort geweest he |
330 (y07a) | Lopentere kwam ik hem tegen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
331 (y07b) | Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. Gent6) |
komt voor: n |
332 (y07c) | Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. Gent6) |
komt voor: n |
333 (y07d) | Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. Gent6) |
vertaling: hij dee hem veure dat ij just uit zijn bedde kwam |
334 (y07e) | De schilder is hier geweest te schilderen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
335 (y07f) | Ga je naar huis denk? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
336 (y08a) | In die tijd leefde ik erop los (inf. Gent6) |
vertaling: in diene tijd leefdege 'k erop los |
337 (y08b) | Vroeger leefde hij als een beest (inf. Gent6) |
vertaling: vroeger leefdeg' ij gelijk een bieste |
338 (y08c) | Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. Gent6) |
vertaling: doar leedege me gelijk God in Frankrijk |
339 (y08d) | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. Gent6) |
vertaling: niemand meug het zien, daarmee vinde kik da de 't gij uuk nie meugt zien |
340 (y08e) | Het gebeurde toen je wegging (inf. Gent6) |
vertaling: 't es gebeurd oas ge weggingt |
341 (y08f) | Ik weet waar je geboren bent (inf. Gent6) |
vertaling: ik weete woar da de geboren zijt opm.: waar dat - ja |
342 (y08g) | Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. Gent6) |
vertaling: nu da de gedaan et meug de gaan |
343 (y08h) | Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. Gent6) |
vertaling: deur da Marie gestorven was ee heure man Anna nie mier keunen helpen |
346 (y09) | Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. Gent6) |
vertaling: ik wete dat ij gaan zwemmen is |
347 (y09a) | Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
348 (y09b) | Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. Gent6) |
komt voor: n |
349 (y09c) | Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
351 (y09e) | Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. Gent6) |
komt voor: n |
352 (y09f) | Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. Gent6) |
komt voor: n |
353 (y10a) | Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. Gent6) |
vertaling: jojik komt voor: j |
353 (y10a) | Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. Gent6) |
vertaling: jojik komt voor: j |
354 (y10b) | Gaat ze dansen? Jase (inf. Gent6) |
vertaling: joasse komt voor: j |
354 (y10b) | Gaat ze dansen? Jase (inf. Gent6) |
vertaling: joasse komt voor: j |
355 (y10c) | Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. Gent6) |
vertaling: joans komt voor: j |
355 (y10c) | Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. Gent6) |
vertaling: joans komt voor: j |
356 (y10d) | Is het huis te koop? Jaa't (inf. Gent6) |
vertaling: joat komt voor: j |
356 (y10d) | Is het huis te koop? Jaa't (inf. Gent6) |
vertaling: joat komt voor: j |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. Gent6) |
vertaling: wie da komt voor: j |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. Gent6) |
vertaling: wie da komt voor: j |
359 (y11a) | Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. Gent6) |
vertaling: mee zuu een weer keun de nie vele doen komt voor: j opm.: dav |
359 (y11a) | Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. Gent6) |
vertaling: mee zuu een weer keun de nie vele doen komt voor: j opm.: dav |
360 (y11b) | Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. Gent6) |
komt voor: n |
361 (y11c) | Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. Gent6) |
komt voor: n |
362 (y11d) | Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
363 (y11e) | Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. Gent6) |
komt voor: n |
365 (y11f) | Hem is dood (inf. Gent6) |
komt voor: n |
364 (y11g) | Is hem dood? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
366 (y11h) | Haar is ziek (inf. Gent6) |
komt voor: n |
367 (y11i) | Is haar ziek? (inf. Gent6) |
komt voor: n |
368 (y11j) | Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. Gent6) |
komt voor: n |
369 (y11k) | Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. Gent6) |
komt voor: n |
370 (z01a) | Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: die (1) |
371 (z01b) | Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: die (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: die (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: waarvan da (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: die (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: die (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: waarvan da (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: die (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: da (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: die (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: da (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: die (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: waarvan da (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: die (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: da (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: waarvan da (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: die (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. Gent6) |
fragment: da (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: dan (2) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: die (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: die (2) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: die (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: die (2) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: dan (2) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: die (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: die (2) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: dan (2) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: die (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: die (2) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. Gent6) |
fragment: dan (2) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
374 (z01e) | De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. Gent6) |
fragment: waar da (1) |
375 (z01f) | De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. Gent6) |
fragment: wie da (1) |
377 (z01h) | Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. Gent6) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
379 (z01i) | Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. Gent6) |
fragment: die (1) |
380 (z01j) | Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. Gent6) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. Gent6) |
fragment: die (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. Gent6) |
fragment: die (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. Gent6) |
fragment: hij/zij die (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. Gent6) |
fragment: hij/zij die (1) |
382 (z01l) | De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. Gent6) |
fragment: van wie da heur (1) |
382 (z01l) | De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. Gent6) |
fragment: wiens (1) |
382 (z01l) | De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. Gent6) |
fragment: wiens (1) |
382 (z01l) | De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. Gent6) |
fragment: van wie da heur (1) |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. Gent6) |
vertaling: Piet peist da J&M op niemand nie kwaad zij betekenis: negative concord |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. Gent6) |
vertaling: Piet peist da J&M op niemand nie kwaad zij betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. Gent6) |
vertaling: Wim peist da me nooit niemand ne prijs geven betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. Gent6) |
vertaling: Wim peist da me nooit niemand ne prijs geven betekenis: negative concord |
386 (z02c) | Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. Gent6) |
vertaling: 't es waar dan ze nie me Marie meugen klappe |
389 (z03a) | A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. Gent6) |
vertaling: nieverans groeit ... |
388 (z03b) | A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. Gent6) |
vertaling: niemand he ... |
387 (z03c) | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. Gent6) |
vertaling: nooit zal ... |
390 (z03d) | A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. Gent6) |
vertaling: niets es t'r ... |
391 (z03e) | A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. Gent6) |
vertaling: gien. hij ee gien koeje gemolken. |
392 (z04a) | Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. Gent6) |
vertaling: zegd em nie da kik buite geweest he |
393 (z04b) | Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. Gent6) |
vertaling: nie zegge da de ne kado veur hem gekocht et, zun |
394 (z04c) | Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. Gent6) |
vertaling: weete gij nie dat ij gevallen es |
399 (z05a) | Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. Gent6) |
vertaling: W geprobeerdege om niemand ziere te doen |
397 (z05b) | 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. Gent6) |
vertaling: 't Schijnt dat ze niets mag eten |
398 (z05c) | Ze schijnt niets te mogen eten (inf. Gent6) |
vertaling: Ze schijnt niets te mogen eten |
399a (z05d) | Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. Gent6) |
vertaling: ze proberen al huul den dag om naar malkaar te bellen |
400 (z05e) | Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. Gent6) |
vertaling: Het belooft weer een mooie dag te worden |
401 (z05f) | 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. Gent6) |
vertaling: 't es misschien beter om nog een beetse te wachten |
402 (z05g) | We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. Gent6) |
vertaling: w' aa me de chance van hem subiet weere te vinden opm.: subjectdubbeling |
404 (z06a) | Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. Gent6) |
vertaling: oase de kiekes ne valk zien zijn ze benied |
405 (z06b) | Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. Gent6) |
vertaling: oase me de petoaters nie keune verkuupen zitte m' in de misere |
406 (z06c) | Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. Gent6) |
vertaling: oas ge gulder em nie meepakt word ek kwaad |
407 (z06d) | Hij wist he(n)t (inf. Gent6) |
vertaling: ij wist et |
408 (z06e) | Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. Gent6) |
vertaling: op die feeste wordt er vele gedanst |
409 (z06f) | Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. Gent6) |
vertaling: nu verkuupe ze just nog bruud in diene winkel |
410 (z06g) | Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. Gent6) |
vertaling: oast ij mee de velo komt zalt ij wel loate zijn opm.: twijfelgeval voegwoordcongruentie |
412a (z06h) | Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. Gent6) |
vertaling: oas ge tijd het, kom ne kier af |
413a (z06i) | Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. Gent6) |
vertaling: oas ik rijke ben, kuup ek ne dieren auto |
881 (z07(i)) | Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. Gent6) |
komt voor: j |
417 (z07(ii)a) | Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. Gent6) |
vertaling: misschien goa 'k ekik et krijgen komt voor: j opm.: dav |
417 (z07(ii)a) | Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. Gent6) |
vertaling: misschien goa 'k ekik et krijgen komt voor: j opm.: dav |
418 (z07(ii)b) | Durfder gij op duwen? (inf. Gent6) |
vertaling: durf d' er gij op deuwen komt voor: j |
418 (z07(ii)b) | Durfder gij op duwen? (inf. Gent6) |
vertaling: durf d' er gij op deuwen komt voor: j |
419 (z07(ii)c) | Durfdeme gij uitnodigen? (inf. Gent6) |
vertaling: durf de gij em uitnuudigen komt voor: n |
419 (z07(ii)c) | Durfdeme gij uitnodigen? (inf. Gent6) |
vertaling: durf de gij em uitnuudigen komt voor: n |
420 (z07(ii)d) | Durfdeze gij uitnodigen? (inf. Gent6) |
vertaling: durf de gij ulder uitnuudigen |
421 (z07(ii)e) | Is hij Pol hier geweest? (inf. Gent6) |
vertaling: es jij Pol hier geweest komt voor: j |
421 (z07(ii)e) | Is hij Pol hier geweest? (inf. Gent6) |
vertaling: es jij Pol hier geweest komt voor: j |
422 (z07(ii)f) | Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. Gent6) |
vertaling: oe ee jij Pol dat opgelost komt voor: j |
422 (z07(ii)f) | Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. Gent6) |
vertaling: oe ee jij Pol dat opgelost komt voor: j |
423 (z07(ii)g) | Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. Gent6) |
vertaling: ed de gij mij dienen brief gezoenden komt voor: n |
423 (z07(ii)g) | Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. Gent6) |
vertaling: ed de gij mij dienen brief gezoenden komt voor: n |
424 (z07(ii)h) | Ik heb hem het gegeven (inf. Gent6) |
vertaling: 'k he 't ekik hem gegeven komt voor: n |
424 (z07(ii)h) | Ik heb hem het gegeven (inf. Gent6) |
vertaling: 'k he 't ekik hem gegeven komt voor: n |
425 (z07(ii)i) | Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. Gent6) |
vertaling: ze leef zij op water en bruud van de weke komt voor: j |
425 (z07(ii)i) | Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. Gent6) |
vertaling: ze leef zij op water en bruud van de weke komt voor: j |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. Gent6) |
vertaling: Marie he gezeid da de gij geprobeerd het van een liedje te zingen |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. Gent6) |
vertaling: Marie he gezeid da de gij geprobeerd het van een liedje te zingen |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. Gent6) |
vertaling: Marie e gezeid da de een liedse proberen zingen et |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. Gent6) |
vertaling: Marie e gezeid da de een liedse proberen zingen et |
549 (z08(v)) | Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. Gent6) |
vertaling: Marie he gezeid da de geprobeerd het van heur nen boek te geven |
543a (z08a) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
546 (z08b) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. Gent6) |
gebr.: 1 |
537 (z08c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. Gent6) |
komt voor: n |
604a (z08d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. Gent6) |
komt voor: n |
547 (z08e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. Gent6) |
komt voor: n |
543 (z08f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. Gent6) |
komt voor: n |
535 (z08g) | Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. Gent6) |
komt voor: j |
440 (z09a) | Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. Gent6) |
vertaling: de dieje van de stad hen hier veel huize gebeuwd |
441 (z09b) | Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. Gent6) |
vertaling: aan diene nieuwe vaart zie de giene mens ne mier |
442 (z09c) | Gisteren die is Jan hier geweest (inf. Gent6) |
vertaling: gisteren he Jan hier geweest |
443 (z09d) | De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. Gent6) |
vertaling: den dag da Jan beldege was ek nie thuis |
444 (z09e) | Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. Gent6) |
vertaling: Jan zou kik nooit inviteren opm.: blijkbaar wil onze informante Jef net w?l inviteren |
445 (z09f) | Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. Gent6) |
vertaling: Marie die zou ta nooit doen |
446 (z09g) | Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. Gent6) |
vertaling: Bert die drinkt wel ne kier een glas tevele |
447 (z09h) | Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. Gent6) |
vertaling: Martha zou kik wel ne kier bij mij thuis willen inviteren |
448 (z09i) | Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. Gent6) |
vertaling: dat huis da zoe kik nooit willen kopen |
449 (z09j) | Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. Gent6) |
vertaling: Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 2 |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 2 |
452 (z10(i)b) | Ze hebben naar de markt geweest (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
452 (z10(i)b) | Ze hebben naar de markt geweest (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
453 (z10(i)c) | Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. Gent6) |
komt voor: n |
454 (z10(i)d) | Ze hebben geweest naar de markt (inf. Gent6) |
komt voor: n |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
457 (z10(ii)b) | Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. Gent6) |
komt voor: n |
458 (z10(ii)c) | Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. Gent6) |
komt voor: n |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
462 (z10(iii)b) | Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. Gent6) |
komt voor: n |
464 (z10(iii)c) | Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. Gent6) |
komt voor: n |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 |
467 (z10(iv)b) | Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. Gent6) |
komt voor: n |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1,5 opm.: ??? |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1,5 opm.: ??? |
472 (z11a) | En heeft Gunther gebeld? (inf. Gent6) |
vertaling: he (jij) Gunther gebeld |
473 (z11b) | En pas op! (inf. Gent6) |
vertaling: pas op |
474 (z11c) | 't En was maar net goed genoeg (inf. Gent6) |
vertaling: 't was maar just goe genoeg |
475 (z11d) | Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. Gent6) |
vertaling: M he nu mier koeien dan da ze vroeger ou |
476 (z11e) | Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. Gent6) |
vertaling: oas S moest keune komen hen toens ou ze da gedaan |
477 (z11f) | Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. Gent6) |
vertaling: zij es den beste docteur die kik kenne |
478 (z11g) | Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. Gent6) |
vertaling: vooralier da de iets wegsmit moe de ne kier bellen |
479 (z11h) | Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. Gent6) |
vertaling: hier es alles da kik gekregen he |
480 (z11i) | Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. Gent6) |
vertaling: Jan es te gierig veur iets aan zijn kinders te geven |
481 (z11j) | Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. Gent6) |
vertaling: wa ken de gij van voetballen |
482 (z11k) | Dat boek leg neer! (inf. Gent6) |
vertaling: leg diene boeke nere |
483 (z11l) | Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. Gent6) |
vertaling: oas g' absoluut nie keunt wachte kom toens maar |
488 (z12a) | Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. Gent6) |
vertaling: ik wete da Jan den docteur zou keune roepen hen |
489 (z12b) | Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. Gent6) |
vertaling: ik wete da Jan den docteur kost geroepen hen |
490 (z12c) | Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. Gent6) |
vertaling: hij zei da kik da ou moeten doen |
491 (z12d) | Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. Gent6) |
vertaling: hij zei da kik da moest gedaan en |
492 (z12e) | Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. Gent6) |
vertaling: hij es verleden weke door dr. M geopereerd |
493 (z12f) | Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. Gent6) |
vertaling: Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. Gent6) |
vertaling: ik peize da je vele zult moete wigsmijten positie: 3 |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. Gent6) |
vertaling: ik peize da je vele zult moete wigsmijten positie: 3 |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. Gent6) |
vertaling: 't es dwaas van zuu diere dingen wig te smijten positie: 1 |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. Gent6) |
vertaling: 't es dwaas van zuu diere dingen wig te smijten positie: 1 |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. Gent6) |
vertaling: hij es al de kapotte brol aan 't wegsmijten positie: 2 |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. Gent6) |
vertaling: hij es al de kapotte brol aan 't wegsmijten positie: 2 |
498 (z13d) | Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. Gent6) |
vertaling: 'k vinde da de mier de gazette zoedt moeten lezen |
499 (z13e) | Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. Gent6) |
vertaling: 't es dwaas van in den donker de gazette te lezen |
500 (z13f) | Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. Gent6) |
vertaling: hij es huul den dag de gazette aan 't lezen |
509 (z14a) | Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. Gent6) |
fragment: door (1) |
507 (z14b) | Ze hebben aan hem laten lachen (inf. Gent6) |
fragment: met (1) opm.: twijfelgeval prepositie: andere betekenis (= om) |
512 (z15a) | Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. Gent6) |
komt voor: n |
513 (z15b) | Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. Gent6) |
komt voor: n |
514 (z15c) | Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
515 (z15d) | Jij bent ook een rare een(e) (inf. Gent6) |
komt voor: n |
516 (z16a) | Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. Gent6) |
vertaling: R ee iene groene appel weggegeven enneu ee t'r ij nog twee ruuje |
412 (z16b) | Er waren veel mensen op het feest (inf. Gent6) |
vertaling: t'r waren veel menschen op de fieste |
413 (z16c) | Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. Gent6) |
vertaling: was t'r veel volk op de feeste |
413 (z16c) | Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. Gent6) |
vertaling: waren d'r veel mensen op de feeste |
413 (z16c) | Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. Gent6) |
vertaling: waren d'r veel mensen op de feeste |
413 (z16c) | Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. Gent6) |
vertaling: was t'r veel volk op de feeste |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. Gent6) |
vertaling: welke boeken ed de gekocht |
521 (z16e) | Hij woont bij Marietje (inf. Gent6) |
vertaling: hij weunt bij Marietje |
522 (z16f) | Hij woont bij Wim (inf. Gent6) |
vertaling: hij weunt bij Wim |
523 (z16g) | Loop even naar de bakker, Wim! (inf. Gent6) |
vertaling: goa ne kier naar den bakker Wim |
524 (z16h) | Wie heb je gezien? (inf. Gent6) |
vertaling: wien ed de gezien |
525 (z16i) | Wie heeft jou gezien? (inf. Gent6) |
vertaling: wie ee t'r eu gezien |
527 (z16j) | Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. Gent6) |
vertaling: moest ik da geweten hen, toens zoe 'k da nie gedaan en |
527 (z16j) | Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. Gent6) |
vertaling: ou 'k et geweten toens uo 'k et nie gedaan |
527 (z16j) | Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. Gent6) |
vertaling: ou 'k et geweten toens uo 'k et nie gedaan |
527 (z16j) | Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. Gent6) |
vertaling: moest ik da geweten hen, toens zoe 'k da nie gedaan en |
528 (z16k) | 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. Gent6) |
vertaling: 't soe beter zijn om nog een beetse te wachten |
882 (z16l) | Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. Gent6) |
vertaling: goed da Jan den docteur gebeld ou en den diene was t'r vrie rap |
883 (z16m) | Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. Gent6) |
vertaling: avanceer ne kier, ambetante gasten |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 opm.: met 'van' |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 5 opm.: met 'van' |
534 (z17b) | Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 opm.: met en zonder 'te' |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 1 opm.: met en zonder 'te' |
545 (z17d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
536 (z17e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 2 |
536 (z17e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. Gent6) |
komt voor: j gebr.: 2 |
605a (z17f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
548 (z17g) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. Gent6) |
komt voor: n |
542 (z17h) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. Gent6) |
komt voor: n |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | Gent (I241); GUV [meta][k]I241p[/k][i]794[/i][i]795[/i][i]796[/i][vw]GUV[/vw][/meta] | |||
commentaar | personalia informanten | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant1 | k e de nog nie aan begost | let op hww. | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant3 | Willy was zijn eersten | |||
veldwerker | [v=018] Ze weet nie da Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant2 | [a] Ze weet nie da Marie gisteren gestorven is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en ze en weet nie da Marie gisteren gestorven is? [/v] | |||
informant1 | [a] Ze en weet nie _ [/a] | |||
informant1 |
[a] Ze en weetet nog nie. We zeggeme da soms ook he. [/a]
weet et zegge me |
tagging | ||
informant1 |
[a] Vroeger zeinze da gelijk meer vinnek. [/a]
zein ze vin ek |
|||
informant2 |
[a] Past op dae nie en valt. Dade nie en valt. [/a]
da e da de |
tagging | ||
veldwerker | [v] k en e gene. [/v] | |||
informant2 |
[a] K e geen ist. [/a]
is t |
|||
informant1 |
[a] Me zeggeme soms ook. K en e genen he. [/a]
zegge me |
|||
veldwerker | [v] Ze weet nie da Marie gisteren gestorven eet? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=022] Dr wil niemand nie dansn. [/v] | |||
informant2 | [a=j] T wil niemand nie danse. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=023] Els wil nie dansn en ze wil nie zingen ook nie. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee. En ze wil nie zinge ook. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a=n] Ze wil nie danse en ze wil nie zinge. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a=n] En ze wil nie zinge ook. [/a] | |||
veldwerker | [v=025] Niemand eet da van ze leve gewild of gekeunen. [/v] | |||
informant2 | [a] Niemand eet da gewild of gekeunn he. [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] Gekeune. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=026] Jan had heel da brood wel wiln opeten. [/v] | |||
informant1 | [a] Jan ee geheel da brood wiln op ete. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en Jan ee geheel da brood op eten gewild? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee [/a] | |||
veldwerker | [v=027] Vertel maar nie wie zij had kunne roepn. [/v] | |||
informant2 |
[a] Vertel maar nie wie dasse zou kunne roepen en. [/a]
da se |
tagging | ||
veldwerker | [v=028] Vertel mij ne keer wie da zij had kunne roepn. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] _ wien dassezaa zou kunne roepen en. [/a]
da se zaa |
tagging | ||
informant2 |
[a=j] _ wien dassezaa zou kunne geropen en. [/a]
da se zaa |
let op voltooid deelwoord | tagging | |
informant1 |
Soms zeggewulder _ zeggewulder ook iets verkeerd.
zegge wulder zegge wulder |
zinnen zonder subjectverdubbeling | ||
informant1 |
awel en ik zegget gelijk dantekik zegn.
zeg et dan t ek ik |
epenthetische nassal of flectie-n? Overigens nauwelijks hoorbaar. | ||
veldwerker | [v] en wie assezij? [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=029] Wie ofzezij? [/v] | tagging | ||
informant3 | [a=n] nee [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=030] Of wie of dazezij? [/v] | |||
informant3 | [a=n] nee [/a] | |||
informant1 |
allez gelijktegij nu ook.
gelijkte gij |
let op verdubbeling | ||
veldwerker | [v=035] Jan herinner zich da verhaal wel. [/v] | |||
informant2 |
[a] E rappeleerdem da wel. [/a]
rappeleerd em |
tagging | ||
veldwerker | [v=036] Marie e Piet kijken naar mekaar voor de kerk. [/v] | |||
informant2 | [a] Marie e Piet kijke no mekoor veur de kerk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=037] Toon wast zich. [/v] | |||
informant2 | [a] _ wast em. [/a] | |||
informant1 | [a] E wast em. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=038] Dn timmerman ee geen spijkers bij em. [/v] | |||
informant2 | [a] IJ ee geen nagels bij em. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] of zoude ook gewoon kunne zeggen. Hij ee geen nagels bij? [/v] | |||
informant1 | [a] E ee geen nagels mee. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=039] Fons zag een slang naast zich. [/v] | |||
informant2 | [a] Fons zagt een slang nevest em. [/a] | tagging | ||
informant2 | ge moe nie lachene | eind-sjwa op infinitief | ||
veldwerker | [v=040] Erik liet mij voor zich werkn. [/v] | |||
informant1 | [a] _ liet ma veur em werke.[/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=041] Johanna liet zich mee drijvm op de golvn. [/v] | |||
informant2 | [a] Johanna _ liet eur mee drijve. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant1 | [a] A bekeekt em ne kee goe in de spiegel. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] A bekijksenagen ne kee goe in de spiegel he. [/a]
bekijk zen eigen |
tagging | ||
informant1 |
[a] A bekeek zenage ne keer in de spiegel da zou ook kunne. [/a]
zen age |
tagging | ||
veldwerker | [v=045] Eduard ken zichzelf goe. [/v] | |||
informant3 |
[a] A ken zenage goe he. [/a]
zen age |
tagging | ||
veldwerker | [v=046] Ward ee gehoord datr foto's va zichzelf in d etalge staan. [/v] | |||
informant2 |
[a] van em of van zenage ja [/a]
zen age |
'zenage' wordt herroepen verderop | tagging | |
informant3 |
[a] E zal nie zenage zegge ze. Van em zaltij zegge. [/a]
zalt ij |
|||
informant1 |
[a]_ dander fotos van em in de_ in d etalage staan. [/a]
dan der |
tagging | ||
veldwerker | [v=048] De sneeuw smelt zich in de zon. [/v] | |||
informant1 | [a] De sneeuw smelt in de zon. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=049] Ik eb mij dor goe geamuseerd. [/v] | |||
informant2 | [a] K eb mij dor goe geamuseerd. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=050] Z ee zich nie geamuseerd op t bal. [/v] | |||
informant1 | [a] Z ee eur nie geamuseerd. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=003] Ik denk da Marie heeft proberen van em nen brief te schrijvn. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Ik peize da Marie geprobeerd ee van em nen brief te schrijve. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=004] Vroeger probeerdeke van tomaten te kweken. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] _ probeerdegekik tomaten te kweken. [/a]
probeerdege k ik |
tagging | ||
veldwerker | [v] en vroeger probeerdekegen? [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=005] Gisteren probeerdemegen van droog thuis te geraakn. [/v] | |||
informant1 |
[a=n] probeerdegeme. [/a]
probeerdege me |
tagging | ||
informant1 |
[a=n] _ probeerdegewulder van droog _
probeerdege wulder |
tagging | ||
veldwerker | [v] en probeerdemegewulder? [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=053] Azek profijtig leef dan levik zoals mijn ouders da wiln. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ozek profijtig leve dan levek da mijn ouders zou gewild en. [/a]
oz ek lev ek |
tagging | ||
veldwerker | [v] anek profijtig leef? [/v] | |||
informant1 |
[a] Ozek [/a]
oz ek |
|||
informant2 |
[a] Ozekik profijtig leef _ [/a]
oz ek ik |
tagging | ||
veldwerker | [v=055] Asij nog drie jaar leeft dan leeftij langer dan zij vader. [/v] | |||
informant2 |
[a] Astij drie jaar _ xxx dan drie jaar leeft _ [/a]
ast ij |
tagging | ||
informant2 |
[a] Atij nog drie jaar leeft leeftij drie jaar langer da zij vader. [/a]
a tij leeft ij |
tagging | ||
informant1 |
[a] Ostij nog drie jaar _ [/a]
ost ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=057] Alszij zo gevaarlijk leeft dan leefze nie lang nie meer. [/v] | |||
informant3 |
[a] Ossezij zo gevaarlijk leeft gosse nie lange nie meer leevn. [/a]
o se zij go se |
tagging | ||
informant1 |
[a] Osse nie op past zalse nie lang nie meer leevn. [/a]
o se zal se |
|||
veldwerker | [v] Oszij nie oppast? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=059] Ast nu nog leeft dan levet morgen ook nog. [/v] | |||
informant3 |
[a] Ost nu nog leeft levet morgen ook nog he. [/a]
os t leef et |
tagging | ||
veldwerker | [v=061] Als gulder zo gevaarlijk leeft dan leefdegulder nooit zo lang alskik. [/v] | |||
informant2 |
[a] _ zo gevaarlijk leeft _ gade nooit zo oud worden alzekik. [/a]
ga de alz ek ik |
tagging | ||
informant1 |
[a] Osgegulder zo gevaarlijk leeft _ [/a]
os ge gulder |
tagging | ||
veldwerker | [v] en osgulder? [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v] Asge zo gevaarlijk leeft? [/v] | |||
informant1 |
[a] Zonder gulder gaet ook. [/a]
ga et |
|||
veldwerker | [v=063] Alsze voor ulder werk leven dan leveze nie voor ulder kinders. [/v] | |||
informant2 |
[a] Osse voor ulder werk leven ook.
o se |
tagging | ||
informant1 |
[a] Onzuir he _ vur ulder werk leevn leveze nie _ [/a]
on zuir leve ze |
tagging | ||
informant2 |
[a] Onzezulder nie op passen _ [/a]
on ze zulder |
tagging | ||
veldwerker | [a] Onzulder nie op passen? [/a] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=067] As Rudy nog leeft dan leef Leo ook nog. [/v] | |||
informant3 | [a] As Rudy nog leeft _ [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ leeft dn anderen ook nog. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en astjij Rudy nog leeft? [/v] | tagging | ||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
informant1 |
[a] Ostiejij nog leeft. [/a]
ost ie ij |
tagging | ||
informant3 |
[a] Ostjij nog leeft _ [/a]
ost j ij |
tagging | ||
informant1 |
[a] _ dan leefjij Leo ook nog. [/a]
leef j ij |
tagging | ||
informant1 |
[a] Osjij Rudy nog leeft leefjij _ [/a]
os j ij leef j ij |
tagging | ||
informant3 |
[a] Oj over Leo spreekt gaje diene jij nie _ gaanze dat dr nie bij zeggen he. [/a]
o j ga je |
informant één blijft echter bij haar antwoord | tagging | |
informant1 |
[a] Ostjij es da Rudy nog leeft dan leefjij dingen ook nog he. [/a]
os t jij leef jij |
tagging | ||
informant1 |
[a] Osjij Willy nog leeft leefjij Francine ook nog he. [/a]
os jij leef jij |
'jij' ook dubbelaar voor vrouwennamen | tagging | |
veldwerker | [v=068] Asge gezond leeft leefde langer. [/v] | |||
informant2 |
[a] Asge gezond leeft _ xxx
as ge |
tagging | ||
informant1 |
[a] Osgega azo blijf roke _ [/a]
os ge ga |
tagging | ||
informant3 |
[a] _ goe nie lang nie mee leven he. [/a]
go e |
|||
veldwerker | [v] Asga zo blijft smoren? [/v] | |||
informant1 |
[a] Osgega. [/a]
os ge ga |
|||
veldwerker | [v] addegij? [/v] | |||
informant1 |
[a] Asgegij he. Maar oddegij nie he. [/a]
as ge gij |
tagging | ||
informant3 |
[a] Oadega minder gesmoord _ g had ga nu nie ziek geweest. [/a]
oa de ga |
irrealis met 'hadden', geen voegwoord | ||
veldwerker | [v=069] Astr zo weinig mensen van den boerenstiel leven dan levedr veel van de fabriek. [/v] | |||
informant1 |
[a] osder zo weinig mensen van dn boerenstiel leve dan_ [/a]
os der |
tagging | ||
veldwerker | [v=070] Als Bart e Liesken in t paradijs leven dan leve Marie e Frans in d hel. [/v] | |||
informant1 | [a] Os dn dejen en dn dejen in t paradijs zitte dan zulle d ander in d hel zitte. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en ostjij Bart e Liekse in t paradijs leven? [/v] | tagging | ||
informant2 | [a] nee [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=071] Aswe sober leven dan leve gelukkig. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ozme _ onzeme sober leven dan _ [/a]
oz me onze me |
vervoeging gaat stamvocaal 'z' vooraf | tagging | |
informant1 |
[a] dan levewij _ k e t vergete. [/a]
leve wij |
let ook op hulpwerkwoord | tagging | |
informant2 |
[a] Ozzemewij sober leve _ of wat est? [/a]
ozze me wij es t |
tagging | ||
informant1 |
[a] Of ommewulder. [/A]
o me wulder |
tagging | ||
veldwerker | [v] en ommen alleen leven? [/v] | |||
informant1 | [a] Da is ons dialect nie he. [/a] | |||
veldwerker | [v=072] Jan leef ne keer wa gezonder. [/v] | |||
informant1 | [a] Jan leef ne keer wa gezonder! [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=073] Kinders leef ne keer wa gezonder. [/v] | |||
informant2 | [a] Kinders leef ne keer wa gezonder ja! [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Leef ne keer een beetje gezonder! [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=075] Ik vin da iedereen moe kunne zwemm. [/v] | |||
informant3 | [a=j] K vin da iedereen moe kunne zwemmen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=077] K vin da iedereen moe zwemme kunn. [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=080] K vin da iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=082] K vin da iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=084] K vin da iedereen zwemme moe kunn. [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [n] [v=872] Ik weet datij zal moet were keren. [/a] | |||
informant2 |
[a] K weet datij zal moete were kere. [/a]
dat ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=873] K wete datij were zal moete keren. [/v] | |||
informant2 |
[a] K weet datij zal moete were kere. [/a]
dat ij |
tagging | ||
informant1 |
[a] K weet datij weer zal moete kere. Nee. [/a]
dat ij |
|||
veldwerker | [v=874] K wete datij zal were moete keren. [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=086] K weet da Eddy morgen wilt brood eten. [/v] | |||
informant1 | [a=n] K wete da Eddy morgen brood zal wiln ete. [/a] | |||
veldwerker | [v=087] Eddy moet kunne vroeg opstaan. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Eddy moe vroeg kunn op staan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=114] K weet da Jan wil varkens kopen. [/v] | |||
informant3 | [a=n] _ da Jan wil kopen. [/a] | |||
veldwerker | [v=132] K peis da Marie zal moeten hem roepen. [/v] | |||
informant1 | [a] _ em zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=136] Jan en ee nie veel geld nie meer. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Jan ee nie veel geld ne meer we. [/a] | 'niet' is nauwelijks hoorbaar maar bij volgens informant zelf staat ze er wel degelijk. Ook de antwoorden van informant één liggen in die lijn. | tagging | |
informant1 | [a=j] Jan Jan ee nie veel geld nie meer. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=137] Hij wil geen soep nie meer eten nie. [/v] | |||
informant2 | [a=n] A wil geen soep ne meer ete. [/a] | 'niet' is nauwelijks hoorbaar maar bij volgens informant zelf staat ze er wel degelijk. Ook de antwoorden van informant één liggen in die lijn. | tagging | |
informant1 | [a=n] A wil geen soep ne meer ete. [/a] | |||
veldwerker | [v=140] Zitten ier nievers geen muizen? [/v] | |||
informant1 | [a=j] Zitten dr ier nieveranst geen muize? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=146] Hij spreek nie goe geen Frans. [/v] | |||
informant1 | [a=n] A spreek nie goe Frans. [/a] | tagging | ||
informant3 | [a=n] A spreek geen goe Frans. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en zo goe spreekekik geen Frans zn? [/v] | |||
informant3 |
[a] Zo goe spreekekik geen Frans. [/a]
spreek ek ik |
tagging | ||
veldwerker | [v] en ik spreek zo goe geen Frans. [/v] | |||
informant2 | [a] K spreke nie zo goe Frans. [/a] | |||
informant3 |
[a] In t Gents zeggewe da zo nie. [/a]
zegge we |
|||
veldwerker | [v=148] Iedereen is gene stielman. [/v] | |||
informant1 | [a=j] Iedereen is gene stielman. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a=j] Ja iedereen is gene stielman he. T kunne nie allemaal _ [/a] | |||
veldwerker | [v=149] IJ ee overal geen vrienden. [/v] | |||
informant1 | [a=n] IJ ee nie overal vriende. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a=j] IJ ee overal geen vriende. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=154] Boeken ee Jan drie. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Jan eet drie boeke. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=150] Hij weet van de zaak nie. [/v] | |||
informant2 | [a] IJ weet van de zake nie ja. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] A weet dr nie alles van. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=156] Jan weet datij voor dn drieën de wagen moet hebbe gemaakt. [/v] | |||
informant1 | [a=n] _ voor dn drieën de wage moe gemaakt e. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=157] Jan weet datij voor den drieën de wagen moe gemaakt en. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Jan weet data veur dn drieë de wage moe gemaakt e. [/a]
dat a |
tagging | ||
veldwerker | [v=160] Jan weet datij veur dn drieë de wage gemaakt moet ein. [/v] | |||
informant3 | [a=j] Ja da kan ook. [/a] | |||
informant1 |
[a=j] _ datij veur den drieë de wage gemaakt moe en. [/a]
dat ij |
tagging | ||
informant2 | [a] da wordt toch nie veel gezeid ze. [/a] | |||
informant1 |
[a=j] _ data veur dn drieë diene wage gemaakt moe en. [/a]
dat a |
|||
veldwerker | [v=161] Jan weet datij voor dn drieën de wagen gemaakt ein moet. [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=188] Edde genoeg mensen om t hooi van t land t halen. [/v] | |||
informant2 | jom | |||
informant2 | [a] Edde genoeg mensen veu t hooi van t land _ [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ veu t hooi van t land t hale. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en om t hooi van t land t haaln? [/v] | |||
informant1 | [a] om nie [/a] | |||
veldwerker | [v] e van? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=189] T was schoon va Jan van te komm helpn. [/v] | |||
informant2 | [a] T was schoon va Jan om te komem helpe. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] van _ van te komen helpe. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] _ van te komen helpe. [/a] | |||
veldwerker | [v] zoude daar voor kunne zeggen? [/v] | |||
informant3 | [a] T is schoon veur te komen helpe. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=190] Die ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant1 | [a] _ veur te drage. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en die ton is zwaar om dragen? [/v] | |||
informant2 | [a] Z es zwaar veu te drage. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en da s goe om weten? [/v] | |||
informant2 | [a] T is goe veu te wete. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=192] W hopen allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant3 | [a=j] W hopen allemaal van op tijd thuis te zijn he. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Zoude daar veur kunne zeggen? [/v] | |||
informant1 | [a] _ veur in tijds thuis te zijn ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en om? [/v] | |||
informant2 | [a] om thuis te zijn ook. [/a] | |||
veldwerker | [v] e w hopen op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant1 |
[a] W hopem intijds thuis te zijn he. [/a]
hope m |
|||
informant1 |
ma me keumen dad ook wreed schoon spreken he amme wille.
keu men a me |
verbaal affix 'men' | ||
veldwerker | [v=193] Da s zo zeker as één en één twee is. [/v] | |||
informant2 | [a] Da s zo zeker as da één en één twee es. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ of da één en één twee es. [/a] | |||
informant1 | [a] Da s zo zekers of da één en één twee es. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=198] IJ keu staa zaagn. [/v] | |||
informant2 | [a] A keun staan zage wo. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=199] zie vorige vraag [/v] | |||
informant1 | [a] A staat te zage. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en ij keu staan te zagen? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=200] Toen we aankwame regendet. [/v] | |||
informant3 |
[a] Osme toe kwame regendeget. [/a]
os me regendege t |
tagging | ||
veldwerker | [v=215] K geloof dak groter ben of hij. [/v] | |||
informant3 |
[a] K geloof dak groter ben dak k denk tieaa. [/a]
da k da k tie aa |
tagging | ||
informant2 |
[a] K geloof dak kleiner ben dantjaa. [/a]
da k dan tj aa |
tagging | ||
informant1 | jaajik jaak | diftongering of twee clitics? | ||
veldwerker | [v] zoude kunne zeggen dantjem? [/v] | |||
informant3 |
[a] dantjaa. [/a]
dan tj aa |
|||
veldwerker | [v] of dan aa? [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee nee [/a] | |||
informant2 | [a] _ groter benne dan em. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en dak groter ben of em? [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | |||
informant2 | [a] K ben groter of eu. [/a] | met accusatief na comparatief | ||
informant2 |
[a] K ben groter oftegij. [/a]
ofte gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=216] Ze gelooft dagij eerder thuis zijt dankik. [/v] | |||
informant2 |
[a] _ eerder thuis zijt dantekik. [/a]
dante k ik |
tagging | ||
informant2 |
[a] Ze gelooft dak eerder thuis ben dantegij. [/a]
da k dante gij |
foute pronomina na voegwoord en comparatief | tagging | |
veldwerker | [v] dan ik of da mij? [/v] | |||
informant2 |
[a] dantekik. [/a]
dante k ik |
tagging | ||
veldwerker | [v=217] Ge geloof nie datij sterker is da gij. [/v] | |||
informant1 |
[a] K gelove nie datjij sterker is _ dantegij. [/a]
dat jij dante gij |
|||
informant2 |
[a] Ge gelooft toch nie dat _ datij sterker is dantegij. [/a]
dat ij dante gij |
tagging | ||
informant1 |
[a] Ge gelooft toch nie datjij sterker is oftegij. [/a]
dat jij ofte gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=218] Ze geloven dawij rijker zijn da zulder. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ze geloven damewulder rijker zijn danzezulder. [/a]
da me wulder dan ze zulder |
tagging | ||
veldwerker | [v] en dantezulder? [/v] | |||
informant1 |
[a] danzezulder of dantezulder. [/a]
dan ze zulder dante zulder |
tagging | ||
veldwerker | [v] of danzulder? [/v] | |||
informant1 | [a] t moe zo ne ze _ ne ze of nen t tussen azo. [/a] | |||
veldwerker | [v=219] We geloven da gulder nie zo slim zijt als wij. [/v] | |||
informant1 |
[a] _ daddegulder nie zo slim zijt oftewulder. [/a]
dad de gulder ofte wulder |
tagging | ||
veldwerker | [v] en ofmewulder? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en me geloveme? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | antwoord is discrepantie met eerder spontane attestaties van enclitisch 'me' (zeker bij informant één). Voor proclitisch 'me' is de situatie minder duidelijk. | ||
veldwerker | [v=220] Gulder geloof nie dazulder armer zijn dagulder. [/v] | |||
informant1 |
[a] _ danzezulder armer zijn dante gulder _ dantegulder he. [/a]
dan ze zulder dante gulder |
tagging | ||
informant1 | [a] Ge gelooft da toch nie _ [/a] | |||
informant3 |
[a] _ danzezulder rijker zijn dan _ damewulder. [/a]
dan ze zulder da me wulder |
tagging | ||
veldwerker | [v=221] U gelooft da Lisa eve schoon is as Anna. [/v] | |||
informant1 | [a] Z es eve schoon of iemand. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=222] Hij gelooft da Bart e Peter sterker zijn da Geert e Jan. [/v] | |||
informant1 | [a] Aa gelooft da Bart e Peter sterker zijn dan Jan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=232] Hij zal nie kome zeker. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Toetoet. [/a]
t oet t oet |
tagging | ||
veldwerker | [v=230] zie vorige vraag [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Ja tndoet nie he. [/a]
t n doet |
|||
veldwerker | [v=231] en hij doet? [/v] | |||
informant3 | [a=n] nee [/a] | |||
informant2 | [a=n] ja jaajaa. A zal wel kome. [/a] | vol pronomen op ja | ||
veldwerker | [v=228] Hij slaapt al zeker? [/v] | |||
informant3 | [a=n] Neenaa. [/a] | vol pronomen op 'neen' | ||
veldwerker |
[v=226] en jajendoet. [/v]
ja j en doet |
|||
informant2 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker |
[v=244] Slaaptij? Kunde dan toetoet zeggen? [/v]
slaapt ij |
|||
informant1 | [a=n] nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=245] Brannen doet die lamp al lang nie meer. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Brann does al lang nie meer. [/a]
doe s |
tagging | ||
veldwerker | [v] en die lamp doet al lang nie meer brann? [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=248] Ik doe wel eens ne keer die tassen af wassen. [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee [/a] | |||
informant1 | Jij wast ook die tasse soms af. | let op initieel derde persoons-jij | ||
veldwerker | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant2 | [a] De jongen die sij moeder hertrouwd is stond achter maa. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] Diene jongen die sij moeder hertrouwd is _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=250] De bank waar z op zaten was juist geverfd. [/v] | |||
informant3 |
[a] waar daze op zaten was juist geverfd. [/a]
da ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] en de bank waar op danze zaten? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
informant1 | awel we zoumn da kunne zegge maar me zeggemen da nie we. | twee keer verbaal affix men | ||
veldwerker | [v=253] Op zondag gingewe me heel de familie naar de zee wat da heel plezant was. [/v] | |||
informant3 |
[a] tszondags gingewij nor de zee. T was wreed plezant. [/a]
ginge wij |
tagging | ||
veldwerker | [v] en dus nie wat da wree geestig was? [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=255] In t dorp waar ik woon staat een oud kerksken. [/v] | |||
informant2 |
[a] In t dorp waar dak woondege staat een ou kerske. [/a]
da k |
verleden tijd; 'er' ontbreekt | tagging | |
informant1 |
[a] In t dorp waar dak wone staad een oude kerk. [/a]
da k |
let op ontbreken 'er' | tagging | |
veldwerker | [v=256] Dn dag daw aan kwamen regendet. [/v] | |||
informant3 |
[a] Dn dag dame toe kwamen _ regendeget. [/a]
da me regendege t |
tagging | ||
veldwerker | [v=257] Da s iets wa wreed schoon is. [/v] | |||
informant1 | [a] Da es iets da wreed schoon es. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En da s iets die wreed schoon es? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=258] Da s iets diek nie gaarne doe. [/v] | |||
informant1 |
[a] Dad es iets dak nie gaarne doe. [/a]
da k |
tagging | ||
informant3 |
da en doek nie gaarne ze
doe k |
negatiepartikel | ||
veldwerker | [v=259] Wie geld eet moet mij maar wa geevn. [/v] | |||
informant1 | [a] Die geld ee moe mij maar wa geve. [/a] | tagging | ||
commentaar | n.v.t. (vragen worden pas verderop beantwoord) | |||
veldwerker | [v=266] Wie peisdegij diek tegen gekomen e? [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Wie peisde diek tegen kom. [/a]
peis de die k |
tagging | ||
informant2 |
[a=j] Wie peisdegij diek tegen gekomen e? [/a]
peis de gij die k |
tagging | ||
informant1 |
[a] Wie peisde dak gezien e? [/a]
peis de da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=262] Wie peisde wie dak tegen gekommen e? [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=260] Wa peisde wie dak tegegekommen e? [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=261] Wa peisdegulder hoe dasset opgelost en? [/v] | |||
informant1 |
[a=n] _ danzet op gelost ein. Oe peisdegulder _ [/a]
dan ze t peis de gulder |
tagging | ||
informant2 |
[a=n] Oe peisdegulder _ danzet op gelost en? [/a]
peis de gulder dan ze t |
tagging | ||
veldwerker | [v=265] Hoe peisdegulder oe danzet opgelost en? [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Oe peisde danze dat op gelost en? [/a]
peis de dan ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=273] Marie trok de sarze naar zich toe. [/v] | |||
informant1 | [a] Ze trok da deksel naar eur. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=296] Zoutij da gedaan ein gekund? [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=297] Zoutij da gedaan gekund ein? [/v] | |||
informant3 | [a=n] nee [/a] | |||
informant3 |
[a=n] Zoutij da kunne gedaan en? [/a]
zout ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=308] Zoutij da kunnen doen en? [/v] | |||
informant2 |
[a] Zoue da kunnen doen en? Jaaja. [/a]
zou e |
tagging | ||
veldwerker | [v=502] Marie zit patatten en schiln. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Marie zit patatters te schillen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=309] K heb geen goesting en voeren de koeien. [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee [/a] | |||
informant1 | [a=n] K e geen goeste veur dn hond ete te geve. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=316] De politie zou bij em komen en pakken em mee. [/v] | |||
informant1 | [a=n] De politie zou bij em kome en em mee pakke. [/a] | tagging | ||
informant1 |
[a=n] De politie es bij em gekome en em meegepakt. [/a]
mee gepakt |
vreemde samentrekking | tagging | |
veldwerker | [v=317] Marie al eur koeien zijn verdronken bij d overstroming. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Marie al eur koeie zijn verdronke. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=319] Dit peisik nie aan. [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Dor peizek nie op. [/a]
peis ik |
tagging | ||
veldwerker | [v=321] Die rare jongen ek mee naar de markt geweest. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Dienen aardigaard _ k ben dr mee nor de markt geweest. [/a] | |||
veldwerker | [v=322] K en al d eerste drie sommen gemaakt. De welke eddegij gemaakt? [/v] | |||
informant3 | [a] K e al d eerste drie _ [/a] | |||
informant2 |
[a=j] _ somme gemaakt. De welkste eddegij gemaakt? [/a]
e de gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=323] De waveure eddegij al weggedaan? [/v] | |||
informant3 |
[a=j] Waveuren ed al weg gedaan? [/a]
waveur en e d |
tagging | ||
informant1 | [a=j] bah toet toet. D arme mensen koste da azo zegge vroeger. [/a] | enkelvoudig 't doet; eerder alleen toetoet | ||
informant1 |
[a] anders zeggeme de welkste meugter weg. [/a]
zegge me meugt ter |
|||
veldwerker | [v=324] De zulke zouk nie durven opeten. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Zo zouk r geen durven op ete. [/a]
zou k |
|||
veldwerker | [v=325] zie vorige vraag [/v] | |||
informant2 |
[a=j] De die zouk nooit nie durven op ete. [/a]
zou k |
tagging | ||
veldwerker | [v=327] Gaan haalt die bestelling ne keer op. [/v] | |||
informant1 | [a=j] Gon haalt die bestelling ne keer! [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Komen helpt eens. [/v] | |||
informant3 | [a] Kom ne keer helpe! [/a] | |||
veldwerker |
[v=329] K gelove die gast da vinnez allemaal wel nen braven. [/v]
vinne z |
|||
informant2 | [a=n] K geloof wel dat da nen braven is _ diene gast. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=350] K weet datij gaa zwemmen is. [/v]
dat ij |
|||
informant2 |
[a=j] K weet datij gaan zwemmen es. [/a]
dat ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=875] k weet datij weeste zwemmen is? [/v] | |||
informant2 |
[a] K weet datij weest zwemmen ee. [/a]
dat ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=347] K weet datij is gaa zwemn. [/v] | |||
informant1 | [a=n] _ gaan zwemmen es. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=353] Wilde nog ne Chimay? [/v] | |||
informant1 | [a=j] jom [/a] | eerste meervoud | tagging | |
informant1 | [a=j] jaajik. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en jak? [/v] | |||
informant2 | [a=j] jaajk. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] en neenok. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=354] Gase dansen? [/v] | |||
informant2 | [a=j] jaas. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en jaats? [/v] | |||
informant1 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v] Ze gaat toch nie dansen zeker. En ze gaa wel dansen. Kunde dan zegge jaase? [/v] | |||
informant1 | [a] jajaas. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=355] Einz al gegeten? [/v] | |||
informant3 | [a=j] jaans. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a=j] jaans. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=356] Staat da huis te koop? [/v] | |||
informant2 | [a=j] jojt. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en nie jaate? [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee. jaat. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=357] Ah dr kom morgen iemand langs. [/v] | |||
informant3 | [a=n] Wie? [/a] | |||
informant1 | [a=j] Wie da? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=358] K peis datr iemand de koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie da. [/v] | |||
informant3 | [a=n] Tr ee iemand mijn koeken opgegeten maar k weet nie wie. [/a] | klinkt als initieel 'tr' | ||
veldwerker | [v=359] Me zulk weer ge ku nie veel doen. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Me zo e weer kun _ kunde nie veel doen. [/a]
kun de |
tagging | ||
veldwerker | [v=363] Gij ga naar t voetbal kijken me ik. [/v] | |||
informant1 | [a=n] me mij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=364] Issem dood? [/v] | |||
informant3 |
[a=n] Estaa dood? [/a]
est aa |
ook niet met 'en' als accusatief pronomen | tagging | |
veldwerker | [v=368] Me hij te werken moestzezij geheel den dag thuis blijven. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Me aa te gaan werke moestzezaa geheel den dag thuis blijve. [/a]
moest ze zaa |
tagging | ||
veldwerker | [v=369] Me het te sneeuwen kosteme t stad nie uit. [/v] | |||
informant3 |
[a] Me t sneeuwen kostewa t stad nie uit. [/a]
koste wa |
tagging | ||
veldwerker | [v=370] Da s de man dieze geroepen en. [/v] | |||
informant2 |
[a] Da e de man dienze geropen en ja. [/a]
dien ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] en da s de man danze geroepen en? [/v] | |||
informant3 |
[a] nee dienze. [/a]
dien ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=371] Da s de man diet verhaal verteld eet. [/v] | |||
informant2 | [a] _ die t verhaal verteld ee ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en da s de man da t verhaal verteld eet? [/v] | |||
informant1 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=372] Da s de man diek peis dat verhaal verteld eet. [/v] | |||
informant1 |
[a] _ diek peize die t verhaal verteld ee. [/a]
die k |
tagging | ||
veldwerker | [v] dus nie diek peize dat verhaal _ [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en dak peize diet verhaal _ [/v] | |||
informant1 |
[a] Da s de man dak peize _ diek peize _ [/a]
da k die k |
tagging | ||
veldwerker | [v=373] Da s de man diek peize danze geroepen en. [/v] | |||
informant1 |
[a] _ diek peize danze geropen en. [/a]
die k dan ze |
tagging | ||
informant2 |
[a] _ dienze geropen en. [/a]
dien ze |
tagging | ||
informant1 |
[a] Da s de man diek peize dienze ger_ Dienze _ t gaa ook. [/a]
die k dien ze dien ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] en da s de man danze geropen en? [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker |
[v=387] Wanneer gaater ooit vrede zijn in geheel de wereld? [/v]
gaat er |
tagging | ||
informant2 | [a=n] nooit. [/a] | |||
informant1 | [a=j] ah nooit nie. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=388] Wie eeter mijnen auto meegepakt? [/v]
ee ter mee gepakt |
tagging | ||
informant3 | [a=n] Niemand. [/a] | |||
informant1 | [a=j] Niemand nie. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=389] Waar groeiter geld aan de bomen? [/v]
groeit er |
tagging | ||
informant1 | [a=j] Nieverast nie. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a=j] Nieveranst nie. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a=n] Nieveranst. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=390] Wa istr rond e vierkant tegelijk? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Niets. [/a] | |||
veldwerker | [v] Zoude daar kunne zegge niets nie. [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=391] Welke koeien eetij al gemolken? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Gene. [/a] | |||
informant1 | [a=n] Gene nie? Nee. [/a] | |||
informant1 | k e kendege da nie he | negatiepartikel? | ||
informant1 | da en ga nie he. Maar ja. | negatiepartikel | ||
veldwerker | [v=393] Nie vertellen dage ne cadeau voor em gekocht et ze. [/v] | |||
informant2 |
[a] Nie vertellen dade ne cadeau _ voor em. [/a]
da de |
tagging | ||
informant3 |
[a] _ dade ne cadeau gekocht et _ [/a]
da de |
tagging | ||
veldwerker | [v=395] Geloofde nie datij gevallen eet? [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Geloofde nie datij gevaln ee. [/v]
geloof de dat ij |
tagging | ||
informant2 |
[a=n] Geloofje datij gevallen es? [/a]
geloof je dat ij |
tagging | ||
informant1 | [a] een vrouwe ee gevallen en ne man es gevallen. En e klein kind _ t es gevallen. Es ook es he. [/a] | nogal bizarre beschrijving van het eigen systeem... Lijkt me weinig realistisch | ||
veldwerker | [v=397] T schijnt dasse niets mag eten. [/v] | |||
informant2 |
[a] T schijnt dasse niets mag ete. [/a]
da se |
tagging | ||
veldwerker | [v] en da schijnt dasse niets mag eten. [/v] | |||
informant1 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=398] Ze schijnt niets te mogen eten. [/v] | |||
informant1 | [a] Ze schijn niets te meugen ete. [/a] | infoprmant komt later toch wat op dit antwoord terug | tagging | |
informant2 |
[a] Nee we en zeggewa nie. T schijnt dasse niets meug ete. [/a]
zegge wa da se |
zin zonder object | tagging | |
informant1 | [a] t schijnt he. [/a] | |||
veldwerker | [v=399] Wendy probeerde van niemand geen zeer te doen. [/v] | |||
informant1 | [a=j] _ va niemand gee zeer te doen. Ja da s juist. [/a] | tagging | ||
informant3 | [a=j] Wendy probeerdege va niemand nie zeer te doen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ze probeerde om niemand gee zeer te doen? [/v] | |||
informant1 | [a] Om nie he. [/a] | |||
veldwerker | [v] of me veur? [/v] | |||
informant1 | [a=j] _ veur em gee zeer te doen. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] gaaj ook. [/a] | j op werkwoord is misschien flectie? | ||
veldwerker | [v] e zonder iets? [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Ze probeerdegem gee zeer te doen. [/a]
probeerdege m |
tagging | ||
veldwerker | [v=400] T beloof weer ne schonen dag te worren. [/v] | |||
informant2 | [a=j] T beloof ne schonen dag te worren. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en t beloof van ne schonen dag te worren? [/v] | |||
informant3 | [a] van _ nee [/a] | |||
informant1 | [a] Ge zult da wel kunne zegge maar we zeggem da zo nie he. [/a] | |||
veldwerker | [v] T beloof weer veur ne schonen dag te worren. [/v] | |||
informant1 | [a] Van. T zou dan zijn van. [/a] | |||
informant1 | [a] T beloof van ne schonen dag te worren vandaag. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] T beloof om ne schonen dag te worren? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=401] T is misschien beter om nog een beetje te wachten. [/v] | |||
informant3 | [a] Van een beetje te wachten. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] _ veur nog een beetje te wachte. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] ja. Maar genen om? [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v] T is misschien beter nog een beetje te wachten. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ja da kum ook zeggen. T i misschien beter nog een beetje te wachte. [/a]
ku m |
tagging | ||
veldwerker | [v=402] W hadden t geluk om em direct weer te vinn. [/v] | |||
informant1 | [a] W oume t geluk _ van em direct weer te v_ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] of t geluk veur em direct weer te vinn? [/v] | |||
informant1 | [a] van he. [/a] | |||
veldwerker | [v] om? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v] zonder iets? [/v] | |||
informant1 | [a] nee nee. T is meest van. [/a] | |||
veldwerker | [v=403] T lijk wel of datr iemand in den hof staat. [/v] | |||
informant1 |
[a] T is precies of dater iemand in den hof sta. [/a]
dat er |
tagging | ||
veldwerker | [v=417] Misschien gaktekik wel krijgen. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Mischien gaketekik wel krijge. [/a]
ga k et ek ik |
tagging | ||
veldwerker | [v] gatekik wel krijgen zonder dien eerste? [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Misschien gaketekik wel krijge. [/a]
ga k et ek ik |
tagging | ||
veldwerker | [v] misschien gaketik wel krijgen? [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Misschien gaketekik krijge. [/a]
ga k et ek ik |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] Misschien gatekik wel krijge. [/a]
ga t ek ik |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] Oftewel zaltekik wel krijge we. [/a]
zal t ek ik |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] _ zalketekik wel krijge. [/a]
zal k et ek ik |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] _ gonketekik wel krijge. [/a]
gon k et ek ik |
lijkt deze keer op nasalering | tagging | |
veldwerker | [v=418] Durfdergij op duwen. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Durfdergij op duwe? [/a]
durf de er gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=419] Durfdemgij uitnodigen? [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Durfdega em uit nodige? [/a]
durfde ga |
tagging | ||
veldwerker | [v=420] Durfdezegij uit nodigen? [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Durfdezega uit nodige? [/a]
durf de ze ga |
tagging | ||
veldwerker | [v] en die ze kan da dan zowel een vrouw zijn of _ [/v] | |||
informant1 | [a] of meervoud ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Durfdetemgij vragen? [/v] | |||
informant1 |
[a] Durfdetga em vrage? [/a]
durf de t ga |
tagging | ||
veldwerker | [v] Durfdezetgij vragen? [/v] | |||
informant1 |
[a] Durfdezetga vragen. [/a]
durf de ze t ga |
informant één staat alleen in haar mening, maar houdt stellig vol dat de zin grammaticaal is. De vlotheid waarmee ze de zin nog een keer of tien produceert, kan ook wel als bewijs gelden. | tagging | |
informant2 |
[a] Durfdezega da vrage? [/a]
durf de ze ga |
tagging | ||
veldwerker | [v] of durdetzegij vragen? [/v] | |||
informant1 |
[a] Durfdetzega vrage? [/a]
durf de t ze ga |
lijkt toch minder goed dan de vorige vorm; wordt ook niet meer herhaald in de discussie | tagging | |
commentaar | n.v.t. (discussie over de vorm) | |||
veldwerker | [v=421] Istjij Pol ier geweest? [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Esjij Pol ier geweest? [/a]
es jij |
tagging | ||
veldwerker | [v=422] Oe eetjij Pol dad opgelost? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Oe ee Pol dad op gelost? [/a] | tagging | ||
informant1 |
[a=j] Oe eejij Pol dad op gelost? [/a]
ee jij |
tagging | ||
informant1 |
[a] ja ma we kunneme zegge oe eejij Pol dad op gelost. [/a]
kunne me ee jij |
let op vorm kunneme | tagging | |
informant1 |
[a] Oe eetjij da gedaan. [/a]
eet jij |
flectie-t blijft staan als er geen non-pronominal subject op 'jij' volgt | tagging | |
informant1 |
[a] Oe eejij Pol da gedaaj? [/a]
ee jij |
flectie-t blijft niet staan als er wel een non-pronominal subject op 'jij' volgt | tagging | |
veldwerker | [v] Istet Pol ier geweest? [/v] | |||
informant1 |
[a] Esjij Pol ier geweest? [/a]
es jij |
tagging | ||
veldwerker | [v=423] Ejemegij dien brief opgestuurd? [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Eddegij mij dienen brief gestuurd? [/a]
e de gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=424] Ik heb em et gegeven. [/v] | |||
informant3 |
[a=n] K etem gegeven. [/a]
e t em |
tagging | ||
veldwerker | [v=425] Ze leef za op water en brood van de week. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ze leeft op water en brood van de week. [/a] | tagging | ||
informant3 |
[a=j] Ze leeftsaa op water en brood. [/a]
leeft saa |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] Ze leefsaa. [/a]
leef saa |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] Ah ze leefsaa op water en brood van de week. [/a]
leef saa |
tagging | ||
veldwerker | [v] en ze leefsezaa op water en brood van de week? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=426] Marie eezij daar niets mee te maken. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Marie eetr niet mee te zien. [/a] | tagging | ||
informant1 |
[a=j] Marie eejaa dor niets mee te make. [/a]
ee jaa |
tagging | ||
veldwerker | [v] eejij en nie Marie eezij? [/v] | |||
informant1 |
[a] nee eejaa. [/a]
ee jaa |
|||
veldwerker | [v=427] We zijn wulder daar nog nooit geweest. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] We zijmewulder dor nog nooit geweest. [/a]
zij me wulder |
tagging | ||
informant2 | [a=j] We zijn wulder _ [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a=j] Wulder zijme dor nog nooit nie geweest. [/a]
zij me |
tagging | ||
veldwerker | [v] en we zijn wulder dr nog nooit nie geweest? [/v] | |||
informant1 |
[a] We zijmewulder _ [/a]
zij me wulder |
tagging | ||
veldwerker | [v=428] Marie zei damewulder zulle winnen. [/v] | |||
informant3 |
[a=j] Marie zeit damewulder zulle winnen. [/a]
da me wulder |
tagging | ||
veldwerker | [v=429] Hij kanij dr ook niets aan doen. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] A kanjij dr ook nie an doen. [/a]
kan jij |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] E keuterjij ook nie an doen. [/a]
keut er jij |
tagging | ||
informant2 |
[a=j] IJ keuterjij ook nie aan doen we ja. [/a]
keut er jij |
tagging | ||
veldwerker | [v=430] K peis datnij morgen ook komt. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] _ datij morgen ook komt. [/a]
dat ij |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] K peis datjij morgen ook zal kome. [/a]
dat jij |
tagging | ||
informant2 |
[a=n] _ datij morgen ook zal kome. [/a]
dat ij |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] tieij. [/a]
t ie ij |
tagging | ||
informant2 |
[a=n] _ dasseza maar datjij? [/a]
da ze za dat jij |
tagging | ||
veldwerker | [v=453] Z ein geweest naar de markt. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Z en nor de markt geweest. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=459] IJ eet dn bal gesmeten in de mand. [/v] | |||
informant1 | [a=n] IJ eet dn bal in de mand gesmeten. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=463] Hij eet dn bezem geveegd helemaal kapot. [/v] | |||
informant2 | [a=n] _ dn bezem kapot geveegd _ gevaagd. [/a] | |||
veldwerker | [v=474] T en was maar juist goe genoeg. [/v] | |||
informant2 | [a=n] T was juist goe genoeg. [/a] | |||
veldwerker | [v=472] En ee Richard gebeld? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ee Richard gebeld? [/a] | |||
veldwerker | [v=473] En past op! [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=485] Zalekik vandenavond koken. Kunde dan antwoorden met dat doe maar? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. Doe gij maar. [/a] | imperatief met emfatisch subject | ||
veldwerker | [v=486] Da boek beloof mij dage da nooit nie meer zult verstoppen. [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Da boek _ beloof mij dadet nooit nie meer gaat _ [/a]
da de t |
|||
veldwerker | [v] zoude die het kunne weg laten? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Da s azo ne zin die nie _ [/a] | |||
veldwerker | [v=487] Wa zeg mij dade gekocht et? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Ze mij wa dadde gekocht et! [/a] | |||
veldwerker | [v=492] IJ is vorige week deur dokter Mertens geopereerd. [/v] | |||
informant2 | [a] IJ is verlede weke geopereerd geweest van dokter Mertens. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] IJ es geopereerd. [/a] | |||
veldwerker | [v] of ij is geopereerd geworden? [/v] | |||
informant1 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=493] IJ wor morgen door dokter Mertens geopereerd. [/v] | |||
informant2 | [a] IJ wor morgen geopereerd van dokter Mertens. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=494] K vin da Jan beter dn dokter kost geroepen en. [/v] | |||
informant1 | [a=j] K vin da Jan beter dn dokter kost geropen _ [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] _ geropen e. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] K vin da Jan beter dn dokter had kunne roepen. [/v] | |||
informant1 | [a] Nee da s azo gelijk meer Nederlands he. [/a] | |||
informant1 | [a] K vin da Jan beter dn dokter zou geropen e. [/a] | |||
veldwerker | [v=497] IJ is al t kapot gerief weg aan t smijten. [/v] | |||
informant3 | [a] IJ es al t kapot gerief aan t weg smijte. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] maar nie weg aan t smijten he. [/a] | |||
veldwerker | [v=517] Robert eet drie groen appels en Marie eetr drie rooie. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Robert eet drie _ e Marie eet drie _ [/a] | |||
informant3 | [a] _ groene [/a] | |||
informant2 | [a=n] _ eet drie groene. [/a] | |||
informant1 | [a=n] Maar nie eetr drie _ [/a] | |||
veldwerker | [v=412] Dr ware veel mensen op t feest. [/v] | |||
informant2 | [a] T waren do veel mense. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=413] Waren dr veel mensen op t feest? [/v] | |||
informant3 | [a] Waren dr veel mensen op de feest? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=520] Wa veur boeken edde gekocht? [/v] | |||
informant1 |
[a] Wafeur boeken edde gekocht? [/a]
e de |
tagging | ||
informant2 |
[a] Wa boeken edde gekocht? [/a]
e de |
tagging | ||
veldwerker | [v=524] Wie edde gezien? [/v] | |||
informant1 |
[a] Wien edde gezien? [/a]
e de |
tagging | ||
veldwerker | [v=526] Wie eet u op de kermis gezien? [/v] | |||
informant1 |
[a] Wien eetr u _ [/a]
eet er |
tagging | ||
informant3 | [a] _ op de kermis gezien. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=530] Marie zei dagij Piet nen boek et proberen te verkopen. [/v] | |||
veldwerker |
[v] Marie zei dagij Piet nen boek _ [/v]
da gij |
tagging | ||
informant1 | [a=j] _ probere verkopen e. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en proberen te verkopen et? [/v] | |||
informant1 | [a=j] _ probere verkopen et. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=531] Wim dacht dak Els had geprobeerd ne caeau te geven. [/v] | |||
informant1 | [a=n] nee [/a] | |||
informant1 |
[a] We zouneme zegge. Wim peisdege dak Els ne cadeau zou wille kopen en. [/a]
zoun e me da k |
let op 'we zouneme zegge' | tagging | |
veldwerker |
[v=532] Karel weet dagij geprobeerd et Marie nen boek te verkopen. [/v]
da gij |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] da gaater deur ja. [/a]
gaat der |
|||
veldwerker | [v=336] In dien tijd leefdeken dr op los. [/v] | |||
informant3 |
[a] In dien tijd leefdegekiker op os. [/a]
leefdege k ik er |
tagging | ||
informant2 |
[a] In dien tijd leefdegerkik op los. [/a]
leefdege r k ik |
tagging | ||
veldwerker | [v] en ik leefdegekr op los? [/v] | |||
informant2 |
[a] Ik leefdeger op los. [/a]
leefdege r |
|||
veldwerker | [v=337] Vroeger leefdenij as een beest. [/v] | |||
informant2 |
[a] _ leefdegaa _ gelijk een beest. [/a]
leefdeg aa |
tagging | ||
informant2 | [a] Aa leefdege gelijk een beest. [/a] | |||
veldwerker | [v=338] Daar leefdeme gelijk god i Frankrijk. [/v] | |||
informant1 |
[a] Door leefdegeme _ [/a]
leefdege me |
tagging | ||
informant2 | [a] _ lijk God i Frankrijk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=339] Niemand maget zien dus ik vin dagij t ook nie meugt zien. [/v] | |||
informant2 |
[a] K vin dadetgij ook nie meug zien ja. [/a]
dad et gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=345] Jaren geleden leefdegij gelijk ne kluizenaar. [/v] | |||
informant2 |
[a] _ leefdegegaa gelijk ne kluizenaar ja. [/a]
leefdege gaa |
tagging | ||
veldwerker | [v=408] Op die feest wordtr veel gedanst. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Op die feest wordter veel gedanst. [/a]
wordt er |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] wordter moeter bij. [/a]
wordt er moet er |
|||
veldwerker | [v=409] Nu wordtr alleen nog maar brood verkocht in die winkel. [/v] | |||
informant1 |
[a=j]_ wordter_ [/a]
wordt er |
|||
informant2 |
[a=j]_ wordter alleen maar brood verkocht. [/a]
wordt er |
tagging | ||
veldwerker | [v] kunde de er daar weg laten? [/v] | |||
informant1 | [a=j] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=414] Gisteren stondr nen aardigaard in den hof. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Stonter _ me er. [/a]
stond er |
|||
informant2 |
[a=j] _ stonter nen aardigaard in den hof. [/a]
stond er |
tagging | ||
veldwerker | [v=442] Gisteren die is Jan ier geweest. [/v] | |||
informant3 | [a=n] Gisteren es Jan ier geweest. [/a] | |||
informant1 | [a=j] Gisteren die es Jan ier geweest. [/a] | verontwaardigde reacties van de andere informanten. Nochtans zijn zulke contructies eerder ook in Gent geattesteerd. | tagging | |
informant1 |
misschien daengulder da maar wij _
da e n gulder |
merkwaardige n | ||
informant1 | [a=j] Verlede week die is Jan ier geweest. [/a] | |||
informant2 |
[a] ik zou da daar gebruike ask over verschillende personen bezig ben he. Dienen dag is Pol hier geweest. Gisteren die is Jan hier geweest. [/a]
as k |
|||
veldwerker | [n] [v=600] Past op dage nie en valt. [/v] | |||
informant1 |
[a] _ dae ne nie en valt. [/a]
da e |
tagging | ||
veldwerker | [v=836] We en gaan nie naar t school. [/v] | |||
informant2 | [a] We gaan nie naar t school. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=837] Ge weet toch ook dat nie plezierig en is. [/v] | |||
informant3 | [a] Ge weet ook da t nie plezierig is. [/a] | |||
veldwerker | [v=838] Da s iets dak nie en ken? [/v] | |||
informant1 |
[a] Da es iets dak nie en kenne ze. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=839] IJ es veel slimmer dan datrij uit en ziet. [/v] | |||
informant1 |
[a]_ dan dateraa uit ziet. [/a]
dat er aa |
|||
veldwerker | [v=840] Ge moet nie kome voordak geschreven en e. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ge moet nie kome voor dak geschreven e. [/a]
da k |
|||
informant1 | [a] maar vroeger dierve de mense azo van diene en zegge ze maar _ [/a] | |||
veldwerker | [v=841] K en e maar drie spekken. [/v] | |||
informant3 | [a] K en e maar drie spekke. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] K en e dr maar drie. [/a] | |||
veldwerker | [v=842] Ache da nu nie en doet zulde later veel problemen en. [/v] | |||
informant1 |
[a] Asge da nu nie en doet _ [/a]
as ge |
tagging | ||
veldwerker | [v=843] Om da Jan nie en komt moet ik nu alles zelf doen. [/v] | |||
informant2 | [a] Om da Jan nie en komt _ Ja da gaat. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=000] K ben bang datij da verkeerd en doet. [/v] | |||
informant2 |
[a] K ben benauwd datij da verkeerd gaat doen. [/a]
dat ij |
|||
informant1 | [a] Maar nie en doet he. [/a] | |||
veldwerker | [v=000] K twijfel of datij da wel en gaat doen. [/v] | |||
informant2 |
[a] _ of datij da wel gaat doen. [/a]
dat ij |
|||
veldwerker | [v=000] K strij af dak da gezeed en heb. [/v] | |||
informant3 | [a] _ gezeid e. [/a] | |||
informant1 |
[a] Ik strije dat af dak da gezeid e. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=844] K e niemand nie gezien. [/v] | |||
informant2 | [a] K e niemand nie gezien. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=845] K en e niemand nie gezien. [/v] | |||
informant3 | [a] K en e niemand nie gezien. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=850] K geloof dak niemand nie gezien en heb. [/v] | |||
informant1 |
[a] K geloof dak niemand nie gezien heb. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=850] K gelove dak niemand nie gezien en heb. [/v] | |||
informant1 |
[a] nee da zeggewe nie he. [/a]
zegge we |
|||
veldwerker | [v=846] Niemand ee mij nie gezien. [/v] | |||
informant1 |
[a] Niemand eeter mij gezien. [/a]
eet er |
tagging | ||
veldwerker | [v=847] K gelove da niemand mij nie gezien eet. [/v] | |||
informant1 |
[a] K gelove dater mij niemand gezien ee. [/a]
dat er |
|||
informant3 |
[a]_ dater mij niemand nie gezien ee ja. [/a]
dat er |
tagging | ||
veldwerker | [v=848] Niemand ek nie gezien. [/v] | |||
informant1 | [a] K e niemand gezien. [/a] | |||
veldwerker | [v=849] Niemand nie ek gezien. [/v] | |||
informant1 |
[a] Niemand nie ek gezien. [/a]
e k |
tagging | ||
veldwerker | [v=851] K gelove da niemand nie mij gezien eet. [/v] | |||
informant1 |
[a]_ dater niemand nie mij gezien ee. [/a]
dat er |
ze komt hier later op terug | tagging | |
informant2 | [a] K geloof da niemand mij nie gezien ee. [/a] | vreemd en heftig bediscussieerd antwoord | ||
informant1 |
[a] wa allez. Wie zegter da nu. [/a]
zegt er |
|||
veldwerker | [v] K geloof datr niemand nie mij gezien eet. [/v] | |||
informant3 | [a] nee nee nee [/a] | |||
informant1 |
[a]_ dater mij niemand nie_ Diene mij moeter veur kome. [/a]
dat er moet er |
|||
veldwerker | [v=864] Ze wisten dasse s zondags moeste werken. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ze wiste danze de zondag moeste werke. [/a]
dan ze |
tagging | ||
informant3 |
[a] _ danzezulder de zondag moeste werke. [/a]
dan ze zulder |
tagging | ||
veldwerker | [v] zoude kunne zegge danzulder | |||
informant1 |
[a] _ danze zulder
dan ze |
|||
veldwerker | [v=865] Marie dacht dan Bart e Jan da nie va plan waren. [/v] | |||
informant1 | [a] Marie peisdege da Bart en Jan da nie van plan _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=866] Erik zei dan die manne liever op café ginge. [/v] | |||
informant1 | [a] _ dan die _ [/a] | |||
informant2 | [a] _ dan die manne _ [/a] | |||
veldwerker | [v=867] Marie zei dan alle manne liever op café gaan. [/v] | |||
informant1 | [a] _ dan alle mannen _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=868] Iedereen weet dan dieven geen eerlijke mensen zijn. [/v] | |||
informant1 | [a] _ weet dan dieve geen eerlijke mense _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=869] Piet zei dandr ook dieve wonen in zijn straat. [/v] | |||
informant1 | [a] _ dan dr ook _ ja ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=852] Morgen gak mij ne nieuwe fiets kopen. [/v] | |||
informant3 |
[a] Morgen gak mij ne nieuwe velo kope. [/a]
ga k |
tagging | ||
veldwerker | [v=853] K zal u al een pint besteln. [/v] | |||
informant1 | [a] K zal ui al een pint besteln. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=854] Als g in de winkel komt. Koop mij dan eens een gazet alstublieft. [/v] | |||
informant3 | [a] Os g in de winkel komt _ koop mij een gazet alstublieft. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=855] K e die boeken aan mijn broer gegeven en ij ee ze mij gekaft. [/v] | |||
informant1 | [a] en ij ee ze gekaft. [/a] | |||
veldwerker | [v=856] Magek mij ier ne stoel pakken? [/v] | |||
informant1 |
[a] Meugek mij hier ne stoel pakke? [/a]
meug ek |
tagging | ||
veldwerker | [v=857] Allez zingd ons nog eens e lieken. [/v] | |||
informant1 | [a] Allez zing ne keer e liedje ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=858] Zal ik u nog nen borrel inschenken? [/v] | |||
informant3 | [a] Zal ik u nog nen borrel _ [/a] | |||
informant1 |
[a] Wilk ui nog nen druppel geve. [/a]
wil k |
tagging | ||
veldwerker | [v=859] K en em de verkeerde sigarette gekocht. [/v] | |||
informant2 | [a] K e em de verkeerde sigarette gekocht. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=860] Schrijf mij eens nen brief naar t stad. [/v] | |||
informant3 | [a] Schrijf mij ne keer nen brief naar t stad. [/a] | wordt gecorrigeerd | tagging | |
informant3 | [a] Schrijf ne keer nen brief naar t stad. [/a] | |||
informant1 | [a] mij naar t stad _ da nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=861] Mij pa ee mij nen assenbak gemaakt van oud ijzer. [/v] | |||
informant1 | [a] Mij pa ee mij nen assenbak gemaakt van ou ijzer. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=862] Loop mij ne keer naar de winkel om een brood of twee alstublieft. [/v] | |||
informant2 | [a] Loop ne keer naar de winkel om een brood of twee. [/a] | wordt bijgestuurd | ||
informant1 | [a] Loop mij ne keer om een brood. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=863] Haal mijnheer pastoor eens ne stoel. [/v] | |||
informant3 | [a] Ga mijnheer de paster ne keer achter ne stoel. [/a] | |||
veldwerker | [v=719] Erik wist zeker dajij Pol dr niets mee te maken had. [/v] | |||
informant1 |
[a] Erik wist dajij Pol dr niets mee te zien had. [/a]
da jij |
tagging | ||
veldwerker | [v=422] Erik eejij da goe opgelost. [/v] | |||
informant1 |
[a] Erik eejij da goe opgelost. [/a]
ee jij |
tagging | ||
informant2 |
[a] Erik eejij da goe opgelost da wel. [/a]
ee jij |
tagging | ||
veldwerker | [v=716] Gajij Marie morgen ook mee. [/v] | |||
informant1 |
[a] Gajij Marie morgen ook mee. [/a]
ga jij |
|||
veldwerker | [v=718] Gaanjij Toon en Dirk da erg vinnen. [/v] | |||
informant1 |
[a] Zunjij Pol en Dirk dat erg vinde. [/a]
zun jij |
|||
veldwerker | [v=000] Toon dacht dajij Marie overal wel iemand kenden. [/v] | |||
informant1 |
[a] K peisdege dajij Marie _ [/a]
da jij |
tagging | ||
veldwerker | [v=000] We gaa zeker winne zeijij Marie. [/v] | |||
informant1 | [a] Zeijij Marie nie he. [/a] | |||
veldwerker | [v] We gaan zeker winnen zeise Marie. [/v] | |||
informant1 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=000] Woontjij die vent nog altijd in ulder straat? [/v] | |||
informant1 |
[a] Woontjij diene vent nog altijd in ulder straat? [/a]
woont jij |
tagging | ||
veldwerker | [v=717] Istjij da onweer hier ook gepasseerd? [v] | |||
informant1 |
[a] Esjij dad onweer hier ook gepasseerd? [/a]
es jij |
tagging | ||
informant1 |
[a] Woonjij diene vent nog altijd in u straat? [/a]
woon jij |
zie ook sec. 8067 maar daar mét t | ||
veldwerker | [v=000] Isjij die vent nu al getrouwd of nie? [/v] | |||
informant1 |
[a] Esjij diene vent al getrouwd? [/a]
es jij |
tagging | ||
informant1 |
[a] Esjij die vrouw nu al getrouwd? [/a]
es jij |
tagging | ||
veldwerker | [v=707] Eejij hier ne vent gewoond of een vrouw? [/v] | |||
informant1 |
[a] eeterjij hier ne vent gewoond? [/a]
eet er jij |
tagging | ||
veldwerker | [v=000] Dr isjij hier niemand geweest. [/v] | |||
informant1 |
[a] ter esjij hier niemand. [/a]
es jij |
tagging | ||
veldwerker | [a] Da kanjij nie. [/a] | |||
informant1 |
[a] Da kanjij nie. [/a]
kan jij |
tagging | ||
informant1 |
[a] Da gaajij nie. [/a]
gaa jij |
tagging | ||
veldwerker | [v=885] alle vraagskes van gaan (i.e. gaan-paradigma) [/v] | |||
informant1 | [a] Ik ga [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Ik gaaj [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] kunde zeggen ik gaan? [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en dan gij [/v] | |||
informant3 | [a] gaat [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en ij [/v] | |||
informant3 | [a] gaat. [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] Zij gaa ook. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] wij [/v] | |||
informant1 | [a] wij gaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en wij game? [/v] | |||
informant1 | [a] Wij game. Ba jom. [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] Wij game naar de cinema. [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] E gulder gaat naar de cinema. [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] e zulder gaan. [/a] | tagging | ||
informant1 |
[a] gakik [/a]
ga k ik |
tagging | ||
informant1 |
[a] morgen gadegij. [/a]
ga de gij |
tagging | ||
informant1 |
[a] Morgen gaatieaa. [/a]
gaat ie aa |
tagging | ||
informant1 |
[a] e morge gamewij. [/a]
ga me wij |
tagging | ||
informant1 |
[a] en gaanzezulder. [/a]
gaan ze zulder |
tagging | ||
informant1 |
[a] gadegulder. [/a]
ga de gij |
tagging | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant1 | ons dialect isjij toch evenwaardig aan ulder dialect we | |||
informant3 | t en gaa niet he | |||
commentaar | personalia [/n] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
055 | Als hij nog drie jaar leeft, leeft hij langer dan zijn vader | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. | |
061 | Als jullie zo losbandig leven, dan leven jullie nooit zo lang als ik | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
vorm: osgegulder leeft gadegulder |
061 | Als jullie zo losbandig leven, dan leven jullie nooit zo lang als ik | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
vorm: osgegulder leeft leefdegulder |
068 | Als je gezond leeft, dan leef je langer | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen.; In Noord-Holland: Asse je gezond leeft, leef je langer. |
vorm: osge leeft |
069 | Als er zo weinig mensen van de landbouw leven, dan leven er veel mensen van werk in de fabriek | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
vorm: osdr zoveel mense leve levedr |
069 | Als er zo weinig mensen van de landbouw leven, dan leven er veel mensen van werk in de fabriek | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
vorm: ondr zoveel levedr |
070 | Als Pieter en Liesje in het paradijs leven, dan leven Rosa en Frans in de hel | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
vorm: os Pieter en Lieske leve leve Frans en _ in d helle |
217 | Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...); Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. |
vorm: ge geloof zeker nie datij sterker is oftegij |
218 | Ze geloven dat wij rijker zijn als zij | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...); Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. |
vorm: ze gelove da wulder rijker zijn ofzezuldre |
221 | U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...); Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. |
vorm: gij gelooft da Lisa ook zo schoon is of Lisa |
227 | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet | Peilen naar betekenis (bevestigend of ontkennend).; Laten inspreken: Betekent dit dat hij slaapt of juist niet? |
komt voor
: n opmerking: 'neen' geldt voor bevestigende antwoorden |
243 | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet |
komt voor
: n |
|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: die zijn |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: van wie dat zijn |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: wiens |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: waarvan dat |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: waar dat ze op |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
531 | Wim dacht dat ik Els had geprobeerd een cadeau te geven | 'Els' moet voor en 'een cadeau' moet achter 'geprobeerd/proberen' staan |
komt voor
: n |
532 | Karel weet dat jij hebt geprobeerd Marie een boek te verkopen | 'Marie' en 'een boek' moeten na 'geprobeerd/proberen' staan. |
komt voor
: j vorm: Karen weet dadegij geprobeerd et van aan Marie nen boek te verkope |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: j |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: j |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: j |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan rookt nie meer. |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
: j vorm: zaltekik |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
707 | Eetr-ij(t) hier ne man gewoond of een vrouw. | Indien ja: vorm (invullen bij VORM) |
komt voor
: j vorm: eetrjij |
708 | 't Is ij/ tet al lang geleden. | Indien ja: vorm (invullen bij VORM); Indien nee: ga verder met 712; indien ja: ga verder met 709. |
komt voor
: j vorm: t isjij |
709 | Is tijt al lang geleden |
komt voor
: n |
|
710 | Tijt is al lang geleden. |
komt voor
: n |
|
711 | Heeft (er) ij(t) niemand mijn paraplu gezien? |
komt voor
: j vorm: eetrjij |
|
712 | Pol heeft-hij daar niets mee te maken | Gistel, Brugge, Menen, Torhout: met 'tet' of 'ie' opvragen; Indien ja: verdergaan ; Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: Pol eejij |
713 | Marie en Pol hebben zij/ hij... daar niets mee te maken. | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: Marie en Pol en jij |
714 | Dat kind heeft dat/ het/ hij/ ... daar niets mee te maken. | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: Dat kind eejij |
715 | Niemand heeft-hij daar iets mee te maken. | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: Niemand eetr jij |
716 | Is-zij Marie hier al geweest? | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: Ee jij Marie |
717 | Is-hij dat onweer hier al gepasseerd? | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: Is jij dat onweer |
718 | Zijn-zij Pol en Marie hier al geweest? | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: Zijn jij Pol en Marie |
719 | Erik wist dat-hij Pol dat niet zou weten. | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dajij Pol opmerking: minder goed dan andere met 'jij' |
720 | Erik wist dat-zij Marie dat niet zou weten. | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: n |
721 | Erik wist dat-hij dat kindje dat niet zou weten. | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: n |
722 | Erik wist dat-zij Pol en Marie dat niet zouden weten. | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: n |
726 | Durfdetzegij vragen? | Indien geen (dubb) doorbreking subjecten met objectclitic: doorvragen naar 'durfetgij'. (invullen bij ANTWOORD 2); Indien ja in Oostkerke, Oostende, Hoek, Hulst, Oosteeklo, Poelkapelle, Herne: doorvragen naar 'durfdergij op duwen'. (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor (2): j |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: jij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: mogeme |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wulder |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. | ||
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekaar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: em |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n vorm: ter |
|
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n vorm: der |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: as iedereen |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: os uw vrouw |
755 | Asse we horen datte we moeten gaan, gane we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
vorm: azzem horen |
|
756 | An we horen dan we moeten gaan, gaan we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n vorm: om horen |
|
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | opmerking: zie veldwerk |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) | opmerking: zie veldwerk |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM | opmerking: zie veldwerk |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: n |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: n |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: j |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: j |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zijneige |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut