SAND-data Dirksland (I023p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Dirksland |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]I023p[/k][h]228[/h][i]229[/i][vw]MH[/vw][/meta] | |||
informant | Iedereen is daar nie voor wan ze kanne allergisch weze natuurlijk. | 148 | ||
hulpinterviewer | Ria doe alleen koffie. | |||
informant |
Me gaan even naar school ofzo omme gaan _
o me |
|||
hulpinterviewer |
Dan hoor ik meneige prate
men eige |
|||
hulpinterviewer | [v=018] Vertaal. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet nie da Marie gisteren gestorve is. [/a] | gestorven en is bijna aan elkaar. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand hedat ooit gewild of gekanne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Vertaal. Jan had het hele brood wel willen op eten. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant | [a] Jan had het hele brood wel wille op ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ wel op wille ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertaal. Vertel maar niet wie zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a] Vertel maar niet wie ze had kenne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant |
[a] jan herinnert zeneige het verhaal [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | Het woord herinnere gebruike wiele eigenlijk ook niet zo. | |||
informant | Ik herinner men dat. Jawel. | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. Jan schaamt zich voor dat verhaal. [/v] | |||
informant |
[a] jan schaamt zeneige voor dat verhaal [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De timmerman he geen spijkers bie zen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] _ liet mien voor zen werke. [/a] | |||
informant | [a] Erik liet mie veur zen werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal. Johanna liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
informant |
[a] Johanna liet dereige mee drijve op de golven. [/a]
der eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal. Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant |
[a] Toon bekeek zeneige eens goed in de spiegel. [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal. Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant |
[a] Eduard kent zeneige goed. [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Vertaal. Ward heeft gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant |
[a] Mart he gehoord dater fotoos van zeneige in de etalage staan. [/a]
dat er zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant |
[a] Azik zuinig leve levik zoas men ouders wille. [/a]
az ik lev ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant |
[a] Assie nog drie jaar langer leeft leeftie nog langer dan ze vader. [/a]
as ie leeft ie |
tagging | ||
informant | [a] _ leeften nog langer dan ze vader. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=057] Vertaal. Als zij zo gevaarlijk leeft leef ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Als ze zo gevaarlijk leeft leefse niet lang meer. [/a]
leef se |
tagging | ||
informant |
[a] Asse zo _ [/a]
as se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ leefse nie lange meer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Vertaal. Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Asset nu nog leeft dan leeftet morgen ook nog. [/a]
as et leeft et |
tagging | ||
informant |
[a] Ast nu nog leeft dan leeftet morgen ook nog. [/a]
as t leeft et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] As jullie zo losbandig leve dan leefs nog langer azik. [/a]
az ik |
tagging | ||
informant |
[a] _ julle nooit zo lang azik. [/a]
az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertaal. Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Asse voor der werk leve dan leve ze nie voor der kinders. [/a]
as se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/a] | t van tweede leeft valt bijna weg. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant | [a] As je gezond leeft dan leef je langer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Vertaal. Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] Aster zo lange mensen leve van de landbouw dan levener weinig mense werk in de fabriek. [/a]
as ter leven er |
tagging | ||
informant |
[a] _ dan levener veul mense van werk in de fabriek. [/a]
leven er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Vertaal. Als Pieter en Liesje in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant |
[a] As Pieter en Liesje innet paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de helle. [/a]
in et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leven leven we gelukkig. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant | [a] As we eenvoudig leve dan leven we gelukkig. [/a] | tagging | ||
informant | Sober kenne we nie. | |||
informant |
Maar da geef toch nie al benwet oneens eigenlijk.
ben w et |
|||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat minder bekrompen kinders. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Denk dat Marie en zal motte roepe. [/a] | |||
informant |
[a] Kdenk dat Marie en zal motte roepe. [/a]
k denk |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Vertaal. Heb je genoeg mensen om hooi van het land te hale. [/v] | |||
informant |
[a] Hej genoeg mensen om hooi vant land te haaln. [/a]
he j van t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te komen werken. [/v] | |||
informant | [a] Het was aardig van Jan om te kome werken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zwaar om te dragen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hie kan ga staan zeuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt de volgende zin voor in uw dialect. Hie kan staan te zeuren. [/v] | |||
informant |
[a] Wa staaten te zeuren. [/a]
staat en |
|||
informant | [a=n] Nee da klop niet nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=199] Vertaal. Hij staat te zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hie staat te zeuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal. Toen we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toenwe an kwame regendet. [/a]
toen we regende t |
tagging | ||
informant |
[a] Tregende toemen an kwame. [/a]
toe men |
|||
hulpinterviewer |
[v=215] Vertaal. Kgeloof dat ik groter ben als hij. [/v]
k geloof |
|||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant |
[a] Kgeloof da ik ben as hie. [/a]
k geloof |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ze gelooft dat joe eerder thuis bent azik. [/a]
az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ eerder as mien. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant | [a] Je geloof zeker nie dat hij sterker is as joe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Je geloof zeker nie datn sterker is as joe. [/a]
dat n |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant |
[a] Ze gelove dase rijker binne as ons. [/a]
da se |
tagging | ||
informant | [a] Ze gelove da wille rijker binne _ [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Ze gelove dawe rijker binne as hullie. [/a]
da we |
tagging | ||
informant | [a] _ da wille rijker binne as hullie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ze gelove dammen rijker binne as hullie. [/a]
da men |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal. We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] We gelove da jullie nie zo slim bin as ons. As wille. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
informant |
[a] Jullie gelove jammer genoeg niet datse armer binn dan julle. [/a]
dat se |
tagging | ||
informant |
[a] _ daze armer binne as julle. [/a]
da ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Joe gelooft dat Lisa even mooi is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn als Geert en Peter. [/v] | |||
informant |
[a] Hie geloofdat Louis en Jan sterker binne as Geert en Peter. [/a]
geloof dat |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De jongen die ze moeder gisteren hertrouwd is stong achter miene. Mien [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Kom de volgende zin voor in uw dialect. De jongen die zen moeder gisteren hertrouwd is stong achter mie. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja die ze moeder. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant |
[a] De bank waarzop zate was pas geverfd. [/a]
waar z op |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Kom de volgende zin voor in uw dialect. De bank weer dasse op zatte was pas geverfd. [/v] | |||
informant |
[a=j] Weer dazop zatte. Ja. [/a]
da z op |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant | [a] Wie geld hait die moe mie maar wa geve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant |
[a] Marie trok de deken naar dereige toe. [/a]
der eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Niemand maget zien dus ik vind da joet ook nie mag zie. [/a]
mag et joe t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt de volgende zin voor in uw dialect. Dus ik vind da joe et ook niet zien mag. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Dadis die man dieze geroepe ha. [/a]
dad is die ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant |
[a] Dadis die man die et verhaal hait verteld. [/a]
dad is |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant |
[a] Dadis die man die ik denk dat verhaal hait verteld. [/a]
dad is da t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Dadis die man dadik denk dadeze geroepe ha. [/a]
dad is dad ik dad de ze |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=397] Vertaal. Tschijnt dat ze niets mag eten. [/v]
t schijnt |
|||
informant |
[a] Ze schijn dasse niks mag ete. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=403] Vertaal. Tlijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v]
t lijkt |
|||
hulpinterviewer |
[a] Tlijk wel ofter een in den tuin staat. [/a]
t lijk of ter |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeken heb je gekocht. [/v] | |||
informant |
[a] Wat voor boeke haje gekocht. [/a]
ha je |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heeft je op de kermis gezien. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant | [a] Wie haj op de kermis gezie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie ha joe gezie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Plaatje. Marie en Piet wijze naar _ [/v] | |||
informant | [a] _ mekare toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Plaatje. Toon wast _ [/v] | |||
informant |
[a] _ zeneige in dn tobbe. [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] Plaatje. Fons zag een slange naest _ [/v] | |||
informant |
[a] _ een slange naeszen. [/a]
naes zen |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=006] Kom deze zin voor in uw dialect. Gisteren wandeldiede door het park. [/v] | |||
informant | [a=n] Gisteren kuierdn die deur et park. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=n] Gister liepen deuret park. [/a]
liep en deur et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=022] Kom deze zin voor in uw dialect. Er wil niemand niet dansen. [/v] | |||
informant | [a=n] Er wil geen mens dangse. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee kom nie in het dialect voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Er wil geen mens dangse. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Kom deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Eddy moet kunnen vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a=n] Eddy mot vroeg op kenne staan. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Kom deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij wil geen soep niet meer eten niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal em. [/v] | |||
informant | [a] Hij wil deze soep nie meer ete. [/a] | |||
informant | [a] Hie wil geen soep meer ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Komt deze zin voor in uw dialect. Zitten hier nergens geen muizen. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. Zitte hier nergens geen muizen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=146] Komt deze zin voor in uw dialect. Hij spreekt niet goed geen Frans. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij spreek nie goed Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Kom deze zin voor in uw dialect. Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Iedereen is geen goeie vakman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Kom deze zin voor in uw dialect. Hij heeft overal geen vrienden. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Hij he nergenste geen vriendn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=260] Kom deze zin voor in uw dialect. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
commentaar | deze vraag komt na 262 nog een keer aan de orde. | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant |
[a] Wat denk je wiek in de stad gezie hajje. [/a]
wie k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=262] Kom deze zin voor in uw dialect. Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant |
[a] Wie denk je dadik in de stad gezie ha. [/a]
dad ik |
tagging | ||
informant | [a=n] Nee twee keer wie kan nie. [/a] | |||
informant |
[a] Wie denk je dak in de stad gezie ha. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=260] En de vorige dan. [/v] | |||
informant | [a] Wa denk je dak in de stad geziej ha. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Kom deze zin voor in uw dialect.[/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
Dan bemmeruit.
bem m er uit |
ben me eruit zijn wij er uit | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Kom deze zin voor in uw dialect. Ik heb geen zin en voeren de koeien. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Ik ha geen zin om de koeien te voern. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Komt deze zin voor in uw dialect. Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Al Marie der koeie bin verdronken bie de overstroming. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik zei nog tegen haar. Ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Ik zei nog tegen heur _ [/a] | |||
informant |
[a] Kgeloof daddeze deze jongen allemaal wel aardig vinde. [/a]
k geloof dadde ze |
|||
hulpinterviewer |
[v=353] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon a vraagt willie nog koffie Jan. Jan antwoordt jaak. [/v]
wil ie |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Persoon a vraagt wil je nog koffie Jan. Jan antwoordt dan ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=355] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon a vraagt hebben ze gegeten. Persoon b antwoordt jaanze. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee jaanze. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Persoon a vraagt hawse gegete. Persoon b antwoordt _ [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ ja. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Je ze ha geete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=359] Komt deze zin voor in uw dialect. Met zulk weer je kunt niet veel doen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee nee. [/a] | |||
informant | [a] Me zulk weer kan je nie veel doen. Da kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=364] Komt deze zin voor in uw dialect. Is hem dood. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Is hie dood. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=365] Komt deze zin voor in uw dialect. Hem is dood. Vertaal. [/v] | |||
informant | [a=n] Hie is dood. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=366] Komt deze zin voor in uw dialect. Haar is ziek. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Ze is ziek. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=367] Komt deze zin voor in uw dialect. Is haar ziek? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a] Isse ziek. [/a]
is se |
|||
hulpinterviewer | [v=417] Komt deze zin voor in uw dialect. Misschien gaket ik wel krijgen. [/v] | |||
informant |
[a=n] Misschien gaket wel krijge. [/a]
ga k et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=418] Komt deze zin voor in uw dialect. Durfder gij op duwen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a] Dufjeder op te duwen. [/a]
durf je der |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=419] Komt deze zin voor in uw dialect. Dufdeme gij uit nodigen. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Durf je me uut te nodigen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=420] Komt deze zin voor in uw dialect. Durfdeze gij uit nodigen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Durf je ze uut te nodige. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=502] Komt deze zin voor in uw dialect. Marie zit stoofperen en schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Marie zit stoofperen te scheln. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=029] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
hulpinterviewer | [v] Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | Vertel mien eens wie ze had kenne roepe. | |||
informant | [a] _ ze ha kenne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Vertel mes wie of ze had kenne roepe. [/a] | tagging | ||
commentaar | Kan wel maar zonder voegwoord is gebruikelijker. | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=296] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Zou hij dat gedaan hebbe gekund. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a] Zouwen da gedaan kenne ha. [/a]
zouw en |
|||
hulpinterviewer | [v=297] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Zou hij dat gedaan gekund hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a] Zouwen da gedaan kenne ha. [/a]
zouw en |
|||
hulpinterviewer | [a] Zouwen dat ha kann doe. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=347] Komt deze zin voor in uw dialect en hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet datn is gaan zwemme. [/v]
dat n |
|||
commentaar | [meta][k]I023p[/k][h]228[/h][i]229[/i][vw]MH[/vw][/meta] | |||
hulpinterviewer |
[v=347] Komt deze zin voor in uw dialect en hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weedatn is gaan zwemme. [/v]
wee dat n |
tagging | ||
informant | [a=j] Kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=350] Komt deze zin voor in uw dialect en hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weedatn gaan zwemme is. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Je struikeln al. | |||
hulpinterviewer | [v=495] Komt deze zin voor in uw dialect en hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik deng dat je veul weg zal motte gooie. [/v] | tagging | ||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat je veul zou weg motte gooie. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat je veul zal motte weg gooie. [/a] | tagging | ||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Kan wel. [/a] | |||
informant | [a=j] Ja et kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen moe kunne zwemme. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=077] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen moe zwemme kanne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen kanne zwemme moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemme kanne mot. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemme mot kanne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik weet dat Eddy morgen wil brood ete. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da kan niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Komt deze zin voor in uw dialect. Boeken heeft Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=156] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet datn voor drie uur de wagen mot ha gemaakt. [/v]
dat n |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=157] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet datn voor drie uur de wagen moe gemaakt ha. [/v]
dat n |
|||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik vindt een beetje krom. [/a]
vind t |
|||
informant | [a=j] Da kan toch. [/a] | |||
commentaar | deze zin is minder goed dan 160 maar het kan wel. | |||
hulpinterviewer |
[v=160] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet datn voor drie uur de wagen gemaakt mot ha. [/v]
dat n |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=161] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet datn voor drie uur de wagen gemaakt ha mot. [/v]
dat n |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon a vraagt hie slaapt. Persoon b antwoordt hie doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
Da doetie
doet ie |
|||
hulpinterviewer |
[v=228] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon a vraag hij slaap. Persoon b antwoordt tdoet. [/v]
t doet |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=243] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon a vraagt slaaptn. Persoon b antwoordt ie doet. [/v]
slaapt n |
|||
informant | [a=n] Nee da kan niet. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Da hak nie verzonne. Ze kijk zo lelijk naar me.
ha k |
|||
hulpinterviewer | [v=245] Komt deze zin voor in uw dialect. De lamp doe nie meer brande. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | De lamp brand nie meer. | ww expres zonder t | ||
hulpinterviewer | [v] De kinders doehe hier nie voetballe. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Da kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Brande doet de lampe nie meer. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Da kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Komt deze zin voor in uw dialect. Doe Marie elke avond danse. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=247] Komt deze zin voor in uw dialect. Doe et brood even snije. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik doe wel even de kommetjes af wasse. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Komt deze zin voor in uw dialect. Dit denk ik nie an. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Komt deze zin voor in uw dialect. Die rare jongen ben ik mee naar de markt geweest. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nog eens aan de orde. | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=322] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik ha al de eerste drie somme gemaakt. De welke hejoe gemaakt. [/v]
he joe |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=323] Komt deze zin voor in uw dialect. Wafore hejoe al weg gebracht. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] De watvore hejoe al weg gebrach. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Die de zegge wille nie he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=387] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon a vraagt wanneer zal de wereldvrede komme. Persoon b antwoordt nooit niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Nooit niet nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=423] Komt deze zin voor in uw dialect. Hejoe mien joe die brief op gestuurd. [/v]
he joe |
|||
informant | [a=n] Nee da kan niet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=459] Komt deze zin voor in uw dialect. Hie hait de bal gegooid in de mande. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ik wil nie zegge wat heur zegge mot. | |||
informant |
[a=n] Tis andersom. [/a]
t is |
|||
hulpinterviewer | [v=474] Komt deze zin voor in uw dialect. Ten was maar net goed genoeg. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da kan niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=485] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon a vraagt zal ik koke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon b antwoordt da doe maar. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=486] Komt deze zin voor in uw dialect. Dat boek beloof me dat je nooit meer zal verstoppe. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=487] Komt deze zin voor in uw dialect. Wa zeg men daje gekocht hait. [/v]
da je |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Vertel eens waje gekocht hait.
wa je |
|||
hulpinterviewer |
[v=513] Komt deze zin voor in uw dialect. Zo een vrouwe ene kanje maar beter niet tegen spreke. [/v]
kan je |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Komt deze zin voor in uw dialect. Marie zie dat joe Piet een boek he geprobeerd te verkopen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=531] Komt deze zin voor in uw dialect. Wim doch dadik Els had geprobeerd een cadeau te geven. [/v]
dad ik |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=532] Komt deze zin voor in uw dialect. Karel weet da joe he geprobeerd Marie een boek te verkopen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] _ geprobeerd het om Marie een boek te verkopen. [/a] | |||
veldwerker | [n] Ik heb nog een aantal vraagjes. | |||
veldwerker | [v=026] Jan had het hele brood wel willen op eten. [/v] | |||
veldwerker | [v] Kan het ook Jan had het hele brood wel op willen eten zijn? [/v] | |||
informant | [a=j] _ hele brood wel op kenne ete. [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] _ op wille ete. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Asse nog drie jaar leeft leeftn nog langer dan zen vader. [/a]
as e leeft n |
tagging | ||
veldwerker | [v=071] Als we sober leven leven we gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ammen eenvoudig le ammen nou zuinig an doen van die jare _ [/a]
a men a men |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] _ dan leveme gelukkig. [/a]
leve me |
|||
veldwerker | [v=215] Ik geloof dat ik groter ben als hij. [/v] | |||
informant | [a] _ groter ben as hie. [/a] | |||
hulpinterviewer | Die toren is groter dan den toren van xxx | |||
hulpinterviewer | Die man is ouder as dat ik ben. | tagging | ||
veldwerker | [v=217] Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant |
[a] _ datn sterker is as joe. [/a]
dat n |
|||
veldwerker | [v=218] Ze geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant | [a] _ dat wille rijker binne as hullie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Je kan ook zegge. Ze gelove damme rijker binne as hun hullie. [/a]
da me |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ze gelove dammen rijker binne _ [/a]
da men |
tagging | ||
veldwerker | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven. Kan het ook met die. [/v] | |||
informant | [a=j] Die geld hait _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] _ naar der toe. Kan ook. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=371] Dat is de man die het verhaal verteld heeft of heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Dadis de man diet verhaal verteld hait. [/a]
dad is die t |
tagging | ||
veldwerker | [v=372] Dat is bij de volgende dan ook zo. [/v] | |||
informant |
[a] _ die ik deng dat verteld hait. [/a]
dat t |
tagging | ||
veldwerker | [v=526] Wie heeft jou op de kermis gezien. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie ha joe op de kermis gezie. [/a] | tagging | ||
commentaar | In het flakkees is het niet te onderscheiden van wie heb je op de kermis gezien. | |||
veldwerker | [v=149] Hij heeft overal geen vrienden. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Hie hait overal geen vriendn. [/a] | tagging | ||
commentaar | informant en hulpinterviewer interpreteren de vraagzin op een andere manier. | |||
informant | [a=n] Hie hai nergens geen vrienden. [/a] | |||
veldwerker | [v=329] Ik zei nog tegen haar ik geloof deze jongen vinden ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] daddeze of dazze. [/a]
dadde ze da ze |
|||
veldwerker | [v=364] Is hem dood. [/v] | |||
informant | [a] Issen dood da kan wel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=419] Durft u mij uit te nodigen. [/v] | |||
informant | [a] Durf joe men uit te nodige. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zonder te. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=028] Vertel me eens wie of zij wie dat zij of wie of dat zij _ Welke vindt u het beste? [/v] | 028 029 030 | ||
informant |
[a=j] Vertel me eens wie dasse ha kenne roepe. Da kan ook. [/a]
da se |
tagging | ||
informant |
[v=030] Vertel me eens wie of dasse had kenne roepe. [/v]
da se |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Vertel eens wie of dasse ha kenne roepe. Ja dat klink wel. [/a]
da se |
tagging | ||
veldwerker | [v=029] Vindt u dat ze allemaal kunnen. [/v] | |||
informant | [a=n] Wie of zij. Ik vind deze minder. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=495] Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da kan wel. [/a] | |||
commentaar | Men spreekt zichzelf een beetje tegen. | |||
veldwerker | [v] Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Minder. [/a] | |||
veldwerker | [v] Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien. [/v] | |||
informant | [a=j] Eigenlijk kan dat ook. [/a | |||
hulpinterviewer | [a] Ik vind eigenlijk dasse alledrie wel kanne. Ik vind zelf een en drie _ [/a] | |||
veldwerker | [v=321] Die rare jongen ben ik mee naar de markt geweest. Die vond u goed he? [/v] | |||
informant |
[a=j] Die rare jongen benk mee naar de markt geweest. Ja. [/a]
ben k |
tagging | ||
veldwerker | [v=885] Ga ik naar de markt? [/v] | |||
informant | [a] Ga ik naar de markt. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ging ik naar de markt. [/v] | |||
informant | [a] Gisteren ging ik naar de markt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ging ik een vrijdag naar de bakker. [/a] | |||
veldwerker | [a] Ga ja naar de bakker. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Gaj naar de bakker morgen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ga joe morgen naar de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ging jij? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ging joe. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gaat zij naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gaase naar de bakker. [/a]
gaa se |
tagging | ||
veldwerker | [v] Ging ze wel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ging ze wel echt. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gaan jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gaan julle. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gingen jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ginge julle nog. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gaan wij? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gaame? [/a]
gaa me |
tagging | ||
informant | [a] Gaan wille. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gamen. [/a]
ga men |
tagging | ||
veldwerker | [v] Gingen wij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gingemen. [/a]
ginge men |
tagging | ||
veldwerker | [v] Gaan zij? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ga hullie. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gingen zij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ginge hullie? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [/n] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
vorm: Dat is zo zeker as eejn en eejn tweej is. |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : j komt voor (2): j |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: woarvan ze |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: (die ze) |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: weardaze op zatte |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: weerze op |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: dearze op |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: wearop ze (waar ze op is beter) |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: n vorm: wearvan ik dink dasse die geroepe ha |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan rook nie meer. |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hie |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: maggeme |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: of da wielle ook |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n vorm: Witje iets over |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n zin: Je weet wel dat je slim genoeg bint. |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: j vorm: Hullie ha der niks mee te make |
|
735 | Ons zeg dat niet zo. | In kloekevak I (Nederland: Zeeland en omstreken) |
komt voor
: n vorm: Wille zegge da niet zo |
736 | We/ wij gamen daar dikwijls naar toe. | In kloekevak I (Nederland: Zeeland en omstreken) |
komt voor
: n |
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekoar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: bie mekoare |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: biezen |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j vorm: ofter |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: Asje vindt datje gezond leeft leef dan vooral zo verder |
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: As u vindt dat u gezond leeft leef dan vooral zo verder |
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: Leeftu wel gezonjd. |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: As iederen dag |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: Asten de dokter een enkele keer... opmerking: Dokter moet eerst komen... |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ga |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaak |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: Asj gaat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaaj |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: Asu gaat |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: dan gaatu |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: Asse gaat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gaate |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaat opmerking: t in tweede gaan valt bijna weg |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gaatse opmerking: t in tweede gaan valt bijna weg |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaat |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gaatet |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: Amme gaan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan game |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaan |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ga julle |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gaanse |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: Ga gelijk weg |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: toen ging joe ook |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: joe ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging hie |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hie ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging u |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: heur ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: toen ginget |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wulle ginge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: ginge julle |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: julle ginge |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge wulle |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j vorm: wieder aan de deure was |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: woarvan ik denke datten verhaal... |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: wearvan ik denk dasse |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: j vorm: weg aan t gooien opmerking: weg aan t gooien is beter dan aan het weggooien |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: j |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zen eige |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zen eige |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zeneige |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zeneige |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zen |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut