• zoek
  • locaties
  • testzinnen
  • syntactische verschijnselen
  • mondelinge enquête
  •     zoek op data
  •     zoek op tags
  •     zoek op lemma's
  • telefonische enquête
  •     zoek op data
  • schriftelijke enquête
  •     zoek op data

  • ---

  • zoekresultaten
  • bibliografie
• kaarten
  • kaarten
  • karteer zoekresultaten
  • invoer Kloekenummers
  • atlas
• help
  • achtergrond
  • handleiding
  • atlascommentaar (Engels)
  •     deel I
  •     deel II

terug naar lijst met testzinnen

Overzicht SAND-data testzin 358 (Ik denk dat iemand de koekjes heeft opgegeten, maar ik weet niet wie dat)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

Kloeke	plaats	antwoorden
geen data schriftelijke enquête voor testzin 358

data mondelinge enquête

Kloeke	plaats	spreker	tekst
G173p	Almelo	hulpinterviewer	[v=358] Komt deze regel vaak veur in ons dialect. Dur komt morn een langs. Wee dat. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Wee is dat. [/a]	context
H013p	Oostkerke	veldwerker	[v=358] K peizn datr iemand de koekskes eet opgegeten maar k weet nie wien dadde. [/v]	context
		informant1	[a=n] K weet nie wien. [/a]	context
		informant2	[a=j] K weet nie wien dadde ja. [/a]	context	tagging
		informant1	[a=j] Alletwee. [/a]	context
H054p	Gistel	veldwerker	[v=358] k peizen datr iemand de koekskes eet opgegeten maar k weet nie wien dadde. [/v]	context
		informant1	[a=n] maar k weet nie wien. [/a]	context
H116p	Torhout	veldwerker	[v=358] k peizen dat iemand de koekskes opgegeten eet maar k weet nie wien dadde. [/v]	context
		informant3	[a=n] k peize datr entwien de koeksjes opgegeten eet en dan _ maar k weet nie wien. [/a] dat dr	context
I148p	Doel	veldwerker	[v=358] 'k peis datter iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wie da. [/v]	context
		informant1	[a=n] 'k peis datter iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wie. [/a] dat er op gegeten	context
		informant2	[a=j] 'k peis datter iemand xxx maar ik weet nie wie da. [/a] dat er	context	tagging
		informant2	[a=j] D'r eet iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wie da. [/a]	context
I156p	Sint Laureins	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand de koekskes eet opgegeten maar ik weet nie wie dadde. [/v]	context
		informant2	[a=n] k peis datr ier iemand aan mijn koekskes gezeten eet maar k wete nie wiene. [/a]	context
I158p	Eeklo	veldwerker	[v=358] k peis datr iemand de koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie dadde. [/v]	context
		informant2	[a=n] mo k weet nie wiene. [/a]	context
I163p	Oosteeklo	veldwerker	[v=358] Ik peis dat'r iemand de koekskes opgegeten eet, maar ik weet nie wie dadde. [/v]	context
		informant1	[a=n] Ik peis datter iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wiene. [/a] [/e=358]	context
I168c	Koewacht Be	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand de koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie dadde. [/v]	context
		informant2	[a] Ja. [/a] bedenkt zich verderop	context
		informant4	[a] K weet nie wie dadde. [/a] informant vier staat alleen hier	context
		veldwerker	[v] [/v]	context
		informant2	[a=n] K weet nie wie. [/a]	context
I175p	Sint Niklaas	veldwerker1	[v=358] Kunde da zo zeggen. Ik peis datter iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wie da. [/v]	context
		informant1	[a=j] ja da kunde zeggen [/a] kun de	context
		informant2	[a] Ik peis datter iemand de koekskes _ [/a] dat der	context
		informant1	[a=j] Koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie da. [/a]	context	tagging
I178p	Beveren	informant3	[v=358] k peis datter iemand die koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wie. [/v]	context
		informant2	[a] wie da nie [/a]	context
		informant3	[a=n] nee [/a]	context
I183a	Oostveld	veldwerker	[v=358] k peis datr iemand mijn koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie dadde. [/v]	context
		informant1	[a=n] k weet nie wiene [/a]	context
		informant1	[a=j] k weet nie wie dadde. [/a]	context	tagging
		informant1	[a=n] k peizen datr enen mijn koekskes opgegeten eet maar k weet nie wiene. [/a] dat dr blijkbaar is dit dan toch de meest gebruikelijk vorm, aangezien hij spontaan gebruikt wordt. De 'die dat' komt alleen voor bij expliciete bevraging.	context
I187p	Aalter	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand de koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie dadde. [/v]	context
		informant1	[a=n] k peis dater iemand de koekskes opgegeten eet maar k wete nie wiene. [/a] dat er	context
I193p	Lovendegem	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wie da. [/v]	context
		informant2	[a=n] k weet nie wiene. [/a]	context
I202p	Oostakker	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wie da. [/v]	context
		informant1	[a=n] k peis datr iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wiene. [/a] dat dr	context
I204p	Zaffelare	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wie da. [/v]	context
		informant1	[a=n] Ik peis datr iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wie da. [/a] dat dr	context
I208p	Lokeren	veldwerker	[v=358] Ik dnek datr iemand die koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie da. [/v]	context
		informant2	[a=n] Maar k weet nie wie. [/a]	context
I241p	Gent	veldwerker	[v=358] K peis datr iemand de koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie da. [/v]	context
		informant3	[a=n] Tr ee iemand mijn koeken opgegeten maar k weet nie wie. [/a] klinkt als initieel 'tr'	context
I251p	Laarne	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand die koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie da. [/v]	context
		informant4	[a=n] K weet nie wiene. [/a]	context
I257p	Berlare	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand ie koekskes op gegeten heeft maar k weet nie wie da. [/v]	context
		informant1	[a=n] Maar k weet nie wie. [/a]	context
I260p	Moerzeke	veldwerker	[v=358] Ik peis datter iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wie da. [/v]	context
		informant2	[a=n] Ik peis datter iemand de koekskes opgegeten eet maar ik weet nie wie. [/a] maar die da komter daar nie bij he dat er	context
I264p	Sint Gillis Bij Dendermonde	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand de koekskes opgegeten heeft maar k weet nie wie dadde. [/v]	context
		informant2	[a=n] maar k weet nie wie. [/a]	context
I274p	Malderen	hulpinterviewer	[v=358] Ik peis dat iemand de koekjes heet op gete maar ik weet ni wie da wie da. [/v]	context	tagging
		informant	[a=j] Ja da kunde. [/a] kun de	context
K189b	Nieuwmoer	veldwerker	[v=358] Ik peis datter iemand de koekskes op gegeten eet maar ik weet nie wie da. [/v]	context
		informant1	[a=n] Ik denk datter iemand de koekskes op gegeten eet maar ik weet nie wien. [/a] dat er	context
K192p	Meer	veldwerker	[v=358] Ik denk datr iemand die koekskes op gegeten eet maar k weet nie wie da. [/v]	context
		informant2	[a=n] ja maar ik weet nie wie. [/a]	context
K209p	Sint Lenaarts	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand die koekskes op gegeten heeft maar ik weet nie wie da. [/v]	context
		informant3	[a=n] Nee. Ik weet nie wien. [/a]	context
K211p	Weelde	hulpinterviewer	[v=358] Ik denk da iemand de koekskes heet op gete maar ik weet ni wie da. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Ik denk da iemand de koekjes op gete hee maar ik weet ni wie. [/a]	context
		informant	[a] Maar ik weet ni wie. [/a]	context
K221p	Kapellen	veldwerker	[v=358] Ik denk datr iemand die koekskes opgegeten heeft maar k weet nie wie da. [/v]	context
		informant3	[a=n] Dien da komter nie bij he. [/a] komt er	context
		informant1	[a] K weet nie wien. [/a]	context
K235p	Beerse	hulpinterviewer	[v=358] Ik denk da iemand de koekskes hee op gete ma ik weet ni wie da. [/v]	context
		informant3	[a=n] Ma kweet ni wie. [/a] k weet	context
K240p	Arendonk	veldwerker	[v=358] Ik weet dat iemand de koekjes heeft op gete maar ik weet ni wie da. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Ik weet ni wien. [/a]	context
		informant	[a=n] Nee. [/a]	context
		informant	[a] Dan ist ni wien da. [/a] is t	context
K244p	Antwerpen	veldwerker	[v=358] K peis datr iemand die koekskes op gegeten heeft maar ik weet nie wie da. [/v]	context
		informant2	[a=n] _ maar ik weet nie wie. [/a]	context
		informant3	[a=n] Genen da nee. [/a]	context
K258p	Zandhoven	veldwerker	[v=358] Ik denk datr iemand de koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie da. [/v]	context
		informant2	[a=n] K weet nie wie. [/a] betrouwbaar 'neen'-antwoord van informanten weten waarover de vraag gaat.	context
K274a	Sint Jozef Olen	informant	[v=358] Ik denk da iemand de koekskes hee hee op gete mo kweet ni wie da. [/v] k weet	context
		hulpinterviewer	[a=n] Ik denk da iemand de koekskes hee op gete mo kzou ni wete wien. [/a] k zou	context
		veldwerker	[v] Wien da? [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Nee. [/a]	context
K276p	Mol	hulpinterviewer	[v=358] Ik denk dat iemand de koekjes heeft opgegeten maar ik weet niet wie dat. [/v]	context
		informant	[a=n] Nee. Ik denk da iemand de koekjes opgegeten opgeten hee maar ik weet ni wien. [/a]	context
K278p	Lommel	veldwerker	[v=358] Ik denk dat iemand de koekjes heeft opgegete maar ik weet niet wie dat. [/v]	context
		informant	[a=n] Maar ik weet ni wien. [/a]	context
K291p	Lier	veldwerker	[v=358] Ik denk datr iemand die koekskes opgegeten heeft maar k weet nie wie da. [/v]	context
		informant2	[a] Maar k weet nie wie. [/a]	context
		informant1	[a=j] Of k weet nie wie _ wie da. [/a]	context	tagging
		informant1	[a] Maar dieën da toch in onderge schikte orde. [/a]	context
K309p	Tongerlo	informant	[v=358] Ik denk da iemand de koekskes hee op gete mo ik weet ni wie da. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a] Ik denk dater iemand de koekskes hee op gete mo kweet ni wie. [/a] dat er k weet	context
		informant	[a=n] Wie da nee nee nee. [/a]	context
K320p	Willebroek	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand die koekskes op gegeten eet maar k weet nie wie da. [/v]	context
		informant1	[a=n] K weet nie wie. [/a]	context
K339p	Heist op den Berg	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand die koekskes op gegeten eet maar ik weet nie wie da. [/v]	context
		informant1	[a=n] Nee. [/a]	context
K349a	Wolfsdonk	hulpinterviewer	[v=358] Ik denk dat iemand de koekjes heeft op gegete maar ik weet niet wie dat. [/v]	context
		informant	[a=n] Ik peis da iemand de koekjes op gete hee maar ik weet ni wie. [/a]	context
K353p	Tessenderlo	hulpinterviewer	[v=358] Ik denk dat iemand de koekskes heet op gegete op gete ma ik weet ni wie da. [/v]	context
		informant	[a] Ik denk dat iemand de koekses heet op gete ma ik weet ni wien. [/a]	context
		hulpinterviewer	[a] Ik weet ni wien. [/a]	context
		hulpinterviewer	[v] Ma wien da? [/v]	context
		hulpinterviewer	[a] Ik ik kan. Tis ni echt vreemd. [/a] t is	context
		informant	[a=j] Wien da ja wel dan. [/a]	context
		informant	[a] Ma ik weet ni wien da. [/a]	context	tagging
L353p	Eksel	hulpinterviewer	[v=358] Ich denk da iemand de koekjes heet op gete maar ich wet ni wie da. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Maar ich wet ni wie. [/a]	context
L360p	Bree	informant	[v=358] Ich denk dat iemes de koekjes heet op gete maar ich weet neet wee dat. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Wee. [/a]	context
L372p	Maaseik	hulpinterviewer	[v=358] Ich denk dat iemes de koekjes heef op gegete maar ich weet neet wem dat. [/v]	context
		informant	[a=n] Ich weet neet wie. [/a]	context
L414p	Houthalen	informant	[v=358] Ik denk dat iemand de koekjes heeft op gegete maar ik weet niet wie dat. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Wie is genoeg he. [/a]	context
		informant	[a] Ich denk dat iemand de koekske heet op gete maar ich weet ni wie. [/a]	context
L416p	Opglabbeek	hulpinterviewer	[v=358] Ich denk dat ieme de koekjes heet op gete maar ich weet neet wie dat. [/v]	context
		informant	[a=n] Dat is er te veel aan ich weet neet wie. [/a]	context
N034p	Hooglede	veldwerker1	[v=358] Euh ik peize datter iemand al de cake ip geetn ee maar ik weet niet_[/v] dat er	context
		informant3	[a=n] Wien.[/a]	context
		informant1	[a=n] Wiene. Wiene juiste.[/a]	context
		veldwerker1	[v] Dus nie wie dat?[/v]	context
		informant1	[a=n] Neeneen.[/a]	context
O014p	Deinze	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand de koekskes opgegeten heeft maar k weet nie wien dadde. [/v]	context
		informant2	[a=n] K peiz dader enen de koekskes op gegeetn ee maar k en wee nie wiene. [/a] da der	context
O056p	Mere	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand die koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie dadde. [/v]	context
		informant2	[a=n] K en weet nie wie. [/a]	context
O061p	Aalst	veldwerker	[v=358] K peis datr iemand de koekskes opgegeten heet maar k weet nie wie da. [/v]	context
		informant1	[a=n] Maar k weet nie wie. [/a]	context
O097p	Bevere	veldwerker	[v=358] K peis datr iemand de koekskes op gegeten heeft maar ik weet nie wie da. [/v]	context
		informant2	[a=n] K weet nie wiene gaanze zegn. [/a] gaan ze	context
O116p	Strijpen	veldwerker	[v=358] K peis datr iemand die koekskes opgegeten eet _ ik weet nie wie dadde. [/v]	context
		informant1	[a=n] Nee. K wee nie wien. [/a]	context
		informant2	[a=j] K weet nie wien dadde zn. [/a]	context	tagging
		informant1	[a] K en weet nie hoe dadde. [/a]	context	tagging
O152p	Ninove	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand die koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie dadde. [/v]	context
		informant4	[a] K weet nie wie. [/a]	context
		informant2	[a=n] [/a]	context
O228p	Geraardsbergen	veldwerker	[v=358] K peize datr iemand de koekskes op gegeten eet maar k weet nie wie dadde. [/v]	context
		informant2	[a=j] K weet nie wie dadde. [/a]	context	tagging
O265p	Ronse	veldwerker	[v=358] Ik peis datr iemand die koekskes op gegeten eet maar k weet nie wie da. [/v]	context
		informant3	[a] Maar k weet nie wiene. [/a]	context
		veldwerker	[v] [/v]	context
		informant1	[a=n] [/a]	context
O275p	Herne	hulpinterviewer	[v=358] Ik denk dat iemand de koekskes heet op gete maar ik weet ni wie da. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Kpeis dat iemand aan xxx maar ik weet ni wie he. [/a] k peis	context
		informant	[a] Aan de koeken gezeten heet. [/a]	context
		veldwerker	[v] Dus ik weet ni wie da? [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Ik weet ni wie dat gedaan heet maar das iet anders he. [/a] da s	context
O286p	Halle	veldwerker	[v=358] Ik peis dat iemand de koekske heet op gete mo ik weet ni wie da. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Ik peis dat iemand de koekskes op gete heet mo ik weet ni waa. [/a]	context
P002p	Humbeek	hulpinterviewer	[v=358] Ik denk dat iemand de koekjes heeft op gegete maar ik weet ni wie da. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Ik peis dat iemand de koekskes op gete hee ma kzou ni wete wie. [/a] k zou	context
		veldwerker	[v] Zout ge ook kunne zegge ma ik weet ni wie da? [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=j] Da gaat ook. [/a]	context
		hulpinterviewer	[a] Kzou ni wete wie da. Ja. [/a] k zou	context	tagging
P018p	Kampenhout	informant2	[v=358] Ik peis dat iemand de koekjes hee op gete maar ik weet dat ik maar ik weet ni wie da. [/v]	context
		informant1	[a=n] Ik peis dat iemand de koekjes hee op gete maar ik weet ni wie. [/a]	context
		informant2	[a] Ik peis dat iemand de koekjes op gete heet. [/a]	context
P022p	Tremelo	hulpinterviewer	[v=358] Ik denk dat iemand de koekskes hee op gete ma ik weet ni wie da. [/v]	context
		informant	[a] Ik peis dat iemand de koekses aan de koekskes gezete ee mo kweet ni wie. [/a] k weet	context
		hulpinterviewer	[a=j] Of wie dade. Ja ja wordt toch ook gezegd van tijd. [/a]	context	tagging
		hulpinterviewer	[a] Da wordter minder bij gebruikt. [/a] wordt er Kan dus maar beter zonder dat.	context
P051p	Lummen	hulpinterviewer	[v=358] Ich denk dat iemand de koekjes heet opgete maar ich weet ni wie da. [/v]	context
		informant	[a=n] Maar ich weet wie dien dat er af. [/a]	context
P065p	Brussel	veldwerker	[v=358] Ik denk dat iemand de koekjes heeft op gegete maar ik weet niet wie dat. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Ik peis dat iemand de koekskes op gete heet maar ik weet ni wie. [/a]	context
P102p	Boutersem	hulpinterviewer	[v=358] Ik peis dat iemand de koekskes op gete heet mo kweet ni wie. [/v] k weet Verkeerde vraag.	context
		veldwerker	[v] Kweet ni wie da? [/v]	context
		informant	[a] Ik peis dat iemand de koeke op gete heet zo zoun wet zegge. [/a] we t Andere volgorde werkwoorden.	context
		hulpinterviewer	[a=n] Ik peis dat iemand de koekskes op gete heet mo kweet ni wie da. Mo kweet ni wie. [/a] k weet	context
		informant	[a=n] Kweet ni wie. [/a] k weet	context
		hulpinterviewer	[a=n] Ik weet ni wie da ni ik weet ni wie. [/a]	context
P112p	Zoutleeuw	hulpinterviewer	[v=358] Ich peis da iemand de koekske heet op gete mo ich weet ni wie. [/v] Verkeerde vraag.	context
		informant2	[a] Ich peis da iemand de koekskes op gete hee ma ich weet ni wie. [/a]	context
		hulpinterviewer	[v] Ich heb da woord vergete. Ich weet ni wie da. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=n] Da zeggewie ni he nee. [/a] zegge wie	context
P124a	Bosvoorde	informant	[v=358] Ik peis dat iemand de koekjes eet op gete maar ik weet ni wie da. [/v]	context	tagging
		hulpinterviewer	[a=j] Das goed. [/a] da s	context
P133p	Overijse	hulpinterviewer	[v=358] Ik denk dat iemand de koekjes heeft op gegeten maar ik weet niet wie dat. [/v]	context
		informant	[a=n] Ik peis dater iemand de koeken eet op geten maar ik weet ni wie. [/a] dat er	context
P145p	Tienen	hulpinterviewer	[v=358] Ich peis dat iemand de koekjes heet op gete maar ich weit ni wie da. [/v]	context
		informant	[a=j] Ich peis dat iemand de koekjes op gete heet maar ich weit ni wie da. [/a]	context
P176p	Sint Truiden	hulpinterviewer	[v=358] Ich denk da iemand de koekjes heet op gete maar ich weet ni wie da. [/v]	context
		informant	[a=n] Maar ich weet ni wie. [/a]	context
Q002p	Hasselt	informant	[v=358] Ich denk dat iemand de koekjes heet op gete op gete maar ich weet ni wie da. [/v]	context
		hulpinterviewer	[a=j] Ja ich zout ni direct zegge maar _ . [/a]	context
		informant	[a] Ja het kan maar ich weet ni wie da. [/a]	context	tagging
		hulpinterviewer	[a] Ich weet ni wie. [/a]	context
Q003p	Genk	hulpinterviewer	[v=358] Ich denk dat iemand de koekjes heef op gegete maar ich weet ni wie dat. [/v]	context
		informant	[a=n] Ich denk dat iemand de koekjes heet op gegete	context
		informant	maar ich weet ni wie. [/a]	context
Q156p	Borgloon	hulpinterviewer	[v=358] Ich denk dat iemand dat iemand de koekskes heet op gete ma ich weet ni wie da. [/v]	context
		informant	[a=n] Dan is die da weg.	context
		informant	Ich weet ni wie. [/a]	context
		hulpinterviewer	[a] En tis ooch op gete heet liefst. [/a] t is	context
Q240p	Lauw	hulpinterviewer	[v=358] Ik denk dat iemand de koekjes heeft op gegete maar ik weet niert wie dat. [/v]	context
		informant	[a=n] Ich denk dat iemand de koekjes op gete hee maar ich weet ni wie. [/a]	context

data telefonische enquête

Kloeke	plaats	testzin	instructie	antwoorden
I264p	Sint Gillis Bij Dendermonde	Ik denk dat iemand de koekjes heeft opgegeten, maar ik weet niet wie dat.	Die-vormen niet expliciet bevraagd	komt voor : n

terug naar lijst met testzinnen

© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut