SAND-data Gors-Opleeuw (Q153p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
035 (x01a) | Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03311) |
vertaling: J kiend da verhaalke |
036 (x01b) | Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03311) |
vertaling: M en P zin elkander vor de kerk |
037 (x01c) | Toon wast ... (inf. 03311) |
vertaling: T waast zich opm.: reflexief: zich |
038 (x01d) | De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03311) |
vertaling: de schrijnwerker het gin nagels bij zich opm.: reflexief: zich |
039 (x01e) | Fons zag een slang naast ... (inf. 03311) |
vertaling: F zoeg n slang lengs hem opm.: reflexief: hem |
040 (x01f) | Erik liet mij voor zich werken (inf. 03311) |
vertaling: E liet mich vor hum werken opm.: reflexief: hem |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03311) |
vertaling: ich weet da J hard moet kounnen werke |
076 (x03b) | Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
076 (x03b) | Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
078 (x03c) | Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
078 (x03c) | Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
079 (x03d) | Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03311) |
komt voor: n |
081 (x03e) | Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03311) |
komt voor: n |
083 (x03f) | Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03311) |
komt voor: n |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
880 (x04(iii)b) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
880 (x04(iii)b) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
088 (x04(iii)c) | Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03311) |
komt voor: n |
089 (x04(iii)d) | Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03311) |
komt voor: n |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
093 (x04(iv)c) | Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03311) |
komt voor: n |
094 (x04(iv)d) | Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03311) |
komt voor: n |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
096 (x04(ix)b) | Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
096 (x04(ix)b) | Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03311) |
komt voor: n |
098 (x04(ix)d) | Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03311) |
komt voor: n |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
102 (x04(v)c) | Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03311) |
komt voor: n |
103 (x04(v)d) | Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03311) |
komt voor: n |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
107 (x04(vi)c) | Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03311) |
komt voor: n |
110 (x04(vi)d) | Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03311) |
komt voor: n |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03311) |
komt voor: n |
121 (x04(viii)d) | Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03311) |
komt voor: n |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
124 (x04(x)b) | Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
124 (x04(x)b) | Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03311) |
komt voor: n |
126 (x04(x)d) | Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03311) |
komt voor: n |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
130 (x04(xi)c) | Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03311) |
komt voor: n |
131 (x04(xi)d) | Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03311) |
komt voor: n |
133 (x05a) | Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03311) |
vertaling: J het geninnen boek nie mij |
134 (x05b) | Jan en heeft geen boek meer (inf. 03311) |
vertaling: J het gin boek mij |
135 (x05c) | Boeken heeft Jan geen (inf. 03311) |
vertaling: boek het J nie |
136 (x05d) | Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03311) |
vertaling: J het ni mij veul geld |
144 (x05e) | Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03311) |
vertaling: niemand moug euver da geval kallen |
139 (x05g) | Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03311) |
vertaling: niemand zet da he kumt |
140 (x05h) | Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03311) |
vertaling: zitte he erges muis |
141 (x05i) | Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03311) |
vertaling: ich geef niks an imand anders |
142 (x05j) | Niemand wil niet werken niet (inf. 03311) |
vertaling: niemand wilt werke |
143 (x05k) | Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03311) |
vertaling: vie wisten nie da he thous was |
144a (x05l) | Ik wist het niet ook niet (inf. 03311) |
vertaling: ich wiest t ooch nie |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
158 (x06c) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03311) |
komt voor: n |
159 (x06d) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03311) |
komt voor: n |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
161 (x06f) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
161 (x06f) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
162 (x07a) | Maries auto is kapot (inf. 03311) |
vertaling: M hurre otto is kapot |
163 (x07b) | Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03311) |
vertaling: M hurre otto es kapot |
225 (y01(i)) | A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03311) |
vertaling: dat doet hij |
226 (y01(i)a) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03311) |
komt voor: n |
227 (y01(i)b) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03311) |
komt voor: n |
228 (y01(i)c) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03311) |
komt voor: n |
230 (y01(ii)a) | A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03311) |
komt voor: n |
231 (y01(ii)b) | A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03311) |
komt voor: n |
232 (y01(ii)c) | A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03311) |
komt voor: n |
234 (y01(iii)a) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03311) |
komt voor: n |
235 (y01(iii)b) | A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03311) |
komt voor: j |
236 (y01(iii)c) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03311) |
komt voor: n |
237 (y01(iii)d) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03311) |
komt voor: j |
238 (y01(iii)e) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03311) |
komt voor: n |
239 (y01(iii)f) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03311) |
komt voor: n |
241 (y01(iii)h) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03311) |
komt voor: j |
242 (y01(iii)i) | A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03311) |
komt voor: n |
243 (y01(iii)j) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03311) |
komt voor: n |
244 (y01(iii)k) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03311) |
komt voor: n |
245 (y01(iv)a) | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03311) |
komt voor: n |
246 (y01(iv)b) | Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03311) |
komt voor: n |
247 (y01(iv)c) | Doe het brood even snijden! (inf. 03311) |
komt voor: n |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03311) |
fragment: van wie de (1) |
250 (y02b) | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03311) |
fragment: boe op (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03311) |
fragment: (2) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03311) |
fragment: boe (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03311) |
fragment: boe (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03311) |
fragment: (2) |
252 (y02d) | De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03311) |
fragment: boe op (1) |
253 (y02e) | Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03311) |
komt voor: n |
254 (y02f) | Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03311) |
fragment: dee (1) |
255 (y02g) | In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03311) |
fragment: boe (1) |
256 (y02h) | Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03311) |
fragment: da (1) opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03311) |
fragment: wa (1) |
257 (y02j) | Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03311) |
fragment: wa (1) |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03311) |
fragment: wee (1) |
260 (y03a) | Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03311) |
vertaling: wee denk jee da ich in de stad gezien heb |
261 (y03b) | Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03311) |
vertaling: wa denk jee wee ze't opgeloost hebben |
265 (y03c) | Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03311) |
vertaling: wee denk je da ze t hebben opgeloost |
263 (y03d) | Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03311) |
vertaling: M weet nie wee vee wille belle |
264 (y03e) | Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03311) |
vertaling: weet imand wee vee geroeppe hebbe |
267 (y04a) | Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03311) |
vertaling: hee het z'n haan gewasse |
268 (y04b) | Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03311) |
vertaling: hee het z'n hume gewasse |
269 (y04c) | Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03311) |
vertaling: hee het nen hoed op zenne kop |
270 (y04d) | Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03311) |
vertaling: hee het n plak op z'n humme |
271 (y04e) | Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03311) |
vertaling: hee het z'n been euver |
272 (y04f) | Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03311) |
vertaling: hee het zich pijn gedan opm.: reflexief: zich |
309 (y06a) | Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03311) |
komt voor: n |
310 (y06b) | Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03311) |
komt voor: n |
311 (y06c) | Ik denk hij weg is (inf. 03311) |
komt voor: j |
312 (y06d) | Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03311) |
komt voor: n |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. 03311) |
komt voor: n |
315 (y06f) | Ik weet hij is weg (inf. 03311) |
komt voor: n |
316 (y06g) | Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03311) |
komt voor: n |
317 (y06h) | Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03311) |
komt voor: n |
318 (y06i) | Kaas maken weet ik niets van (inf. 03311) |
komt voor: n |
321 (y06j) | Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03311) |
komt voor: n |
322 (y06k) | Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03311) |
komt voor: j |
323 (y06l) | De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03311) |
komt voor: j |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03311) |
komt voor: n |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. 03311) |
komt voor: n |
326 (y06o) | Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03311) |
komt voor: n |
330 (y07a) | Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03311) |
komt voor: n |
331 (y07b) | Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03311) |
komt voor: n |
332 (y07c) | Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03311) |
komt voor: n |
333 (y07d) | Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03311) |
komt voor: n |
334 (y07e) | De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03311) |
komt voor: n |
335 (y07f) | Ga je naar huis denk? (inf. 03311) |
komt voor: n |
336 (y08a) | In die tijd leefde ik erop los (inf. 03311) |
vertaling: toen leefde ich trop |
337 (y08b) | Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03311) |
vertaling: vruger leefd hee as n bist |
338 (y08c) | Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03311) |
vertaling: doa leefde vee as god in F |
343 (y08h) | Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03311) |
vertaling: opm.: IPP: n.v.t. |
346 (y09) | Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03311) |
vertaling: ich weet da hee is goan zwemmen |
347 (y09a) | Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
347 (y09a) | Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 3 |
348 (y09b) | Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03311) |
komt voor: n |
349 (y09c) | Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03311) |
komt voor: n |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
351 (y09e) | Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03311) |
komt voor: n |
352 (y09f) | Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03311) |
komt voor: n |
353 (y10a) | Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03311) |
komt voor: n |
354 (y10b) | Gaat ze dansen? Jase (inf. 03311) |
komt voor: n |
355 (y10c) | Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03311) |
komt voor: n |
356 (y10d) | Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03311) |
komt voor: n |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03311) |
komt voor: j |
359 (y11a) | Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03311) |
komt voor: j |
360 (y11b) | Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03311) |
komt voor: n |
361 (y11c) | Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03311) |
komt voor: n |
362 (y11d) | Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03311) |
komt voor: n |
363 (y11e) | Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03311) |
komt voor: n |
365 (y11f) | Hem is dood (inf. 03311) |
komt voor: n |
364 (y11g) | Is hem dood? (inf. 03311) |
komt voor: n |
366 (y11h) | Haar is ziek (inf. 03311) |
komt voor: n |
367 (y11i) | Is haar ziek? (inf. 03311) |
komt voor: n |
368 (y11j) | Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03311) |
komt voor: n |
369 (y11k) | Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03311) |
komt voor: n |
370 (z01a) | Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03311) |
fragment: dee (1) |
371 (z01b) | Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03311) |
fragment: dee (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03311) |
fragment: dee (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03311) |
fragment: dee (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03311) |
fragment: dee (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03311) |
fragment: dee (2) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03311) |
fragment: dee (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03311) |
fragment: dat (2) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03311) |
fragment: dat (2) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03311) |
fragment: dee (1) |
374 (z01e) | De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03311) |
fragment: boe (1) |
375 (z01f) | De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03311) |
fragment: boe (1) |
377 (z01h) | Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03311) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
379 (z01i) | Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03311) |
fragment: dee (1) |
380 (z01j) | Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03311) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03311) |
fragment: wee (1) |
382 (z01l) | De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03311) |
fragment: boe van de (1) |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03311) |
betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03311) |
betekenis: negative concord |
386 (z02c) | Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03311) |
betekenis: negatie > modaal |
389 (z03a) | A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03311) |
vertaling: nerges |
388 (z03b) | A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03311) |
vertaling: weet ich nie |
387 (z03c) | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03311) |
vertaling: nout |
390 (z03d) | A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03311) |
vertaling: weet ich nie |
391 (z03e) | A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03311) |
vertaling: allemol |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
452 (z10(i)b) | Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03311) |
komt voor: n |
453 (z10(i)c) | Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03311) |
komt voor: n |
454 (z10(i)d) | Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03311) |
komt voor: n |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
457 (z10(ii)b) | Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03311) |
komt voor: n |
458 (z10(ii)c) | Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03311) |
komt voor: n |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
462 (z10(iii)b) | Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03311) |
komt voor: n |
464 (z10(iii)c) | Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03311) |
komt voor: n |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
467 (z10(iv)b) | Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03311) |
komt voor: n |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
470 (z10(v)b) | Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03311) |
komt voor: n |
471 (z10(v)c) | Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03311) |
komt voor: n |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03311) |
positie: 3 |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03311) |
positie: 1 |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03311) |
positie: 2 |
498 (z13d) | Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03311) |
positie: 1 |
499 (z13e) | Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03311) |
positie: 1 |
500 (z13f) | Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03311) |
positie: 1 |
512 (z15a) | Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03311) |
komt voor: n |
513 (z15b) | Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03311) |
komt voor: n |
514 (z15c) | Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03311) |
komt voor: n |
515 (z15d) | Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03311) |
komt voor: n |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 5 |
534 (z17b) | Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03311) |
komt voor: n |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 4 |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03311) |
komt voor: j gebr.: 4 |
545 (z17d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03311) |
komt voor: n |
536 (z17e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03311) |
komt voor: n |
605a (z17f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03311) |
komt voor: n |
548 (z17g) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03311) |
komt voor: n |
542 (z17h) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03311) |
komt voor: n |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
geen interview gehouden in Gors-Opleeuw |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
geen data telefonische enquête in Gors-Opleeuw |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut