SAND-data Tienen (P145p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Tienen |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]P145[/k][h]618[/h][i]619[/i][vw]ANS[/vw][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | Op 130 sec extra vraag over [v=018]. | ||
informant |
[a] Ze weet ni da Marie gisteren getorvenis. [/a]
gestorve n is |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Niemand heeft dat oit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand heet da van ze leven ni gewild of gekunne. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wel willen opeten. [/v] | |||
informant | [a] Jan ha t heel brood wel wille opete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant |
[a] Jan rappeleetem da verhaal wel. [/a]
rappeleet em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] de schrijnwerker we kenne het woord timmerman maar de schrijnwerker hee gien nagels bij em [/a] | tagging | ||
informant | Hee geen nagels _ . Pardon. De schrijnwerker hee gien nagels bij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant | [a] Erik liet mich ver em werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Johanna liet zich meedrijven op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Jeanne liet eur meedrijve op de golven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant |
[a] toon bezag zeneige eens goed in de spiegel [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant |
[a] eduard kent zeneige goed [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | Of Ward. | |||
informant | Ja. Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=046] Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant |
[a] ward hee gehoord dater fotos van zeneige in de etalage staan [/a]
dat er zen eige |
tagging | ||
veldwerker | [n] [v=018] Dan ga ik nog even iets vragen. Zou je ook kunnen zeggen ze en weet niet dat Marie gisteren gestorven is? [/v] | |||
informant | [a=n] Ze en wet ni. Nee. Ze wet ni. [/a] | tagging | ||
informant | We hebben wel een dubbele ontkenning. Ik heb dat nooit ni gezegd. Maar. | |||
informant | Ich en weet dat niet dat zeggen we niet. | |||
informant | Nee. Nee. Ik heb gekunne gezegd. | |||
veldwerker | [v=025] En in plaats van niemand heeft dat ooit gewild of gekund kun je ook gekunne of zo zeggen? | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] [/n] | |||
veldwerker | En Jan had het hele brood wel willen opeten kun je ook iets zeggen als opeten gewild of gewild opete? [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=053] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant | [a] Als ich zuinig leef dan leef ich gelijk als mijn ouders wille. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Asem nog drie jaar leeft dan leeftem langer as zijne pa. [/a]
as em leeft em |
tagging | ||
informant |
_ dan leeftem langer as ze vader. [/e=1]
leeft em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
Asse zo dangereus _ .
as se |
|||
informant |
Enfin. [a] Asse zo gevaarlijk leeft dan leeft ze ni lang ni meer. [/a]
as se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Als het nu _ . Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a]Als het nu nog leeft dan leeftet morgen ook nog. [/a]
leeft et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant | [a] As gellie er zo maar op los leve dan leve gellie nooit zo lang ni als ich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Asse voor hun werk leve dan leveze ni voor hun kinderen. [/a]
as se leve ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Asge gezond leeft dan leeftge langer. [/a]
as ge leeft ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
Aser zo weinig mensen van de boeren van de boeren _ .
as er |
|||
informant |
[a] Aser zo weinig mensen van de boerenstiel leve dan leveder veel mensen van t werk in de fabriek. [/a]
as er leve der |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Als Liesje en Pieter in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | Zeg da nog eens. | |||
hulpinterviewer | Als Liesje en Pieter in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. | |||
informant | [a] As Lisa en Pierre in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans | tagging | ||
informant | in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Als we sober leven leven we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Aswe zuinig leve dan levewe gelukkig. [/a]
as we leve we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Als we eerlijk leven leven we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] As weerlijk leve dan levewe gelukkig. [/a]
w eerlijk leve we |
|||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leeft eens een beetje gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Kinderen leeft eens een beetje minder gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
informant | [a] Ich peins da Marie em zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? [/v] | |||
informant |
[a] Hegge genoeg volk voor hooi van t land tale? [/a]
he ge t ale |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Het was aardig van Jan om te komen werken. [/v] | |||
informant | [a] Da was sjiek van Jan van kome te werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Da vat is zwaar voor te drage. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=192] We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant |
[a] Wope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/a]
w ope |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Die kan ook eens staan zage zie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Toen ze aankwamen regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toen zaankwampen regendenet. [/a]
z aankwampen regende n et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=215] Ik geloof dat ik groter ben dan hij. [/v] | |||
informant |
[a] Ich geloof dadich groter zijn as ij. [/a]
dad ich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ze gelooft dagij eerder thuis zijt as ich. [/a]
da gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Je gelooft toch niet dat hij sterker is dan jij. [/v] | |||
informant |
[a] Ge gelooft toch ni datij sterker is as gij. [/a]
dat ij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Ze geloven dat wij rijker zijn dan zij. [/v] | |||
informant | [a] Ze gelove da welle rijker zijn as zelle. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] We gelove da gelle ni zo slim zijt as welle. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Jullie geloven toch niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | |||
informant | [a] Gelle gelove toch ni da zelle armer zijn as gelle. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Gij gelooft da Lisa schoonder is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Hij gelooft dat Bart en Jan sterker zijn dan greet en Peter. [/v] | |||
informant | [a]Em gelooft da Bart en Jan sterker zijn as Margriet en Pierre. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De kadee die zen ma gisteren hertrouwd is stond achter mich. [/a] | |||
informant | In plaats van wiens? | |||
veldwerker | [v] Kunt ge nog iets anders zeggen in plaats van wiens? [/v] | |||
informant | [a] De jong waar dat de ma gisteren van hertrouwd is | tagging | ||
informant | stond achter mich. Maar we zouden dus eerder _ . De jong die zen ma gisteren hertrouwd is. [/a] [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=250] De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant |
[a] De bank waar da zop zate was eerst geverfd. [/a]
z op |
tagging | ||
veldwerker | [v] Kun je die op ook ergens anders zetten? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Maar op staat nergens anders. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld heet moet mich maar een beetje geve. | Op 594sec wordt extra vraag gesteld over [v=259] | tagging | |
hulpinterviewer | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | ggg | |||
informant |
[a] marie trok de sosse naar hereige [/a]
her eige |
tagging | ||
veldwerker | [n] [v=259] En kunt ge ook zeggen die geld heeft moet mij maar wat geven in plaats van wie? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Die geld heet _ . Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | Die geld hammen. | |||
informant | Die geld heet. | |||
hulpinterviewer | En wie _ . | |||
informant | Dat zou in het meervoud beter kunnen. Die geld hammen moete mich maar een wa geve. | |||
informant | Wie geld heet en die die geld heet moet mich maar wa geve. [/n] | |||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Niemand moogtet ni zien dus ich vin dagij et ook ni moogt zien. [/a]
moogt et da gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man dieze geroepe hemme. [/a]
da s die ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] das de man die de historie verteld heet [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man die ich peins da et vertelselke verteld heet. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man die ich peis daze geroepe hemme. [/a]
da s da ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=397] t Schijnt dat ze niets mag eten. [/v] | |||
informant |
[a] t Schijnt dase niks moogt ete. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=398] Ze schijnt niets te mogen eten. [/v] | |||
informant |
[a] Ze schijnt niks te mogenete.
moge n ete |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=403] t Lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant | [a] t Schijnt precies of daar staat iemand in den hof. [/a] | |||
informant |
t Schijnt precies _ . Tis precies of daar staat iemand in den hof.
t is |
tagging | ||
informant | Tis precies of daar iemand _ . Of dat er iemand in den hof staat. Er zijn verschillende mogelijkheden. Of dat er iemand in den hof staat. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant | [a] Waffer boeken hee ge gekocht? | tagging | ||
informant | Waffer boeken heeje gekocht? [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien. [/v] | |||
informant |
[a] Ich peins dage veel zou moete eweg smijte. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=497] Hij is alle kapotte spullen weg aan het gooien. [:v] | |||
informant |
[a] Em is alle kapotte nest aan teweg smijte. [/a]
t eweg |
tagging | ||
veldwerker | Het zijn nu de andere soort vragen. Misschien eens omwisselen van rol of? | |||
informant |
[v=526] Wie heeft je op de kermis gezien? Wie hage op de kermis gezien?
ha ge |
|||
informant |
Nee. [a] Wie haaduch op de kermis gezien?
haa d uch |
tagging | ||
informant | [v=003] Ik peis da Marie hee probere van em nen brief te schrijve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da klopt _ . Da gaa ni. [/a] | |||
informant | Nee. Moet zijn? | |||
hulpinterviewer |
Ich geloof dase geprobeerd heet van nen brief te schrijve of zo iets.
da se |
|||
informant | [a] Ich peis da Marie geprobeerd heet van nen van em nen brief te schrijve. [/a] [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=004] Ik probeerdekeg om tomatan _. [/v] Van waar komt dat dialect? | |||
informant |
[a=n] Das onmogelijk dus he. Ik kan da ni zegge in het Tiens. [/a]
da s |
|||
informant |
[v=022] Da wilt niemandni danse. [/v]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja das juist. [/a]
da s |
|||
informant |
[v=027] Vertel maar ni wiezaa kunne roepe. [/v]
wie z aa |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant |
[v=028] Vertel mich eens wie dasaa kunne roepe. [/v]
da s aa |
|||
hulpinterviewer | [a=g] Mmm. [/a] | Knikt. | ||
informant | [v=029] Vertel mich eens wie of zij aa kunne roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | Wie of zij? | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Wie dasaa kunne roepe. [/a]
da s aa |
tagging | ||
informant |
Wie dasaa kunne roepe.
da s aa |
|||
informant | Dus nul negenentwintig gaat niet. [/e=1] | |||
informant |
[v=030] Vertel mich eens wie of dazij aa kunne roepe. [/v]
da zij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee of dazij da gaa ni. [/a]
da zij |
|||
informant | Of besaat bij ons ni. [/e=1] | |||
veldwerker | [v] En welke van de twee komt het meeste voor wie zij had kunne roepe of wie dat zij had kunne roepe? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wie dase aa _. [/a]
da se |
tagging | ||
informant |
Wie dasaa kunne roepe.
da s aa |
tagging | ||
informant | Ich weet dat Eddy morgen brood _ . | |||
informant | Ah nee. [v=086] Ich weit dat Eddy morgen wil brood ete. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | Dat kan. Ja. | |||
informant | [a] Dus eh wij zoude eerder zegge ich weit dat Eddy morgen brood wilt ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | Mmm. [/e=1] | |||
informant | Eddy moet kunne _ . | |||
informant | [v=087] Eddy moet kunne vroeg op staan. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja das juist. [/a]
da s |
|||
informant | [v=088] Ich weet da Jan moet een nieuwe schuur bouwe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Moet een nieuwe schuur bouwe? Nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Een nieuwe schuur moet bouwe. | tagging | ||
informant | Nee. Ich weet da Jan een nieuwe schuur moet bouwe. [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=093] Ik vin da Marie moet naar Jef belle. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Nee. Absoluut ni. | |||
hulpinterviewer |
Zeida nog eens.
zei da |
|||
informant | Ich weet da Marie moet naar Jef belle. | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Nee. Da gaa ni. | |||
informant | Heb jij dat ooit al gezegd ich vin da Marie moet naar Jef belle? | |||
informant |
Awel nee. Das geen Tiens.
da s |
Vrouw schudt nee. | ||
informant | [a=n] Ich vin da Marie naar Jef moet belle. [/a] | |||
hulpinterviewer | Mmm. | |||
informant |
Das Tiens. [/e=1]
da s |
|||
informant | [v=102] Ich weet da Jan moet jammer genoeg vertrekke. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Welle beginne nooitni me ich weet.
nooit ni |
|||
informant | Maar jawel. | |||
informant | Da vind ik ook ni. | Vrouw schudt nee. | ||
informant | Tzal wel zijn zeker. | |||
informant | [a=n] Ich vin da Jan jammer genoeg moet vertrekke. [/a] | |||
hulpinterviewer | mmm. [/e=1] | |||
informant | [v=107] Ich weet da Hans moogt ni kome. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ni juist. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ich weet da Hans ni moogt kome. | |||
informant | Natuurlijk. [/e=1] | |||
informant | [v=114] Ich weet da Jan wil varkens kope. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ich weet da Jan moogt varkens kope. | |||
hulpinterviewer | Wilt varkens kope. | |||
informant | Wilt varkens kope. | |||
informant | Nee. Ich weet da Jan wil varkens kope? Nee. | |||
informant | Ich weet da Jan wilt varkens kope of ich weet da Jan varkens wilt kope? | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ja ich weet da jan varkens wilt kope. | |||
informant | Maar toch ni ich weet da Jan wilt varkens kope? | |||
hulpinterviewer | Mmm. [/e=1] | |||
informant | [v=501] Marie zit te stoofperen schelle. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Marie zit stoofperen te schelle; Zo. [/v] | |||
informant | [v=006] Gisteren wandeldiede door het park. [/v] | tagging | ||
informant | [a=n] Da gaat niet. [/a] | tagging | ||
informant | [v=075] Ich vin dat iedereen moet kunne zwemme. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=g] Mmm. Das juist. [/a]
da s |
|||
informant | [v=077] Ich vin dat iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Onmogelijk. [/e=1] | |||
informant | [v=080] Ich vin dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant | Zeg dan onmogelijk. | Vrouw schudt nee. | ||
hulpinterviewer | [a=n] Onmogelijk. [/a] | |||
informant | [v=082] Ich vin dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [v=084] Ich vin dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Wat je wel hebt ik vind dat iedereen Frans moet kunne. [/a] [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=137] Em wilt geen soep ni meer ete ni. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Das ni juist he. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a] En wilt geen soep ni meer ete. [/a] [/e=1] | |||
informant |
[v=140] Zittener hier nieveranst geen muize? [/v]
zitte n er |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] das juist. [/a]
da s |
|||
informant | Ja. | |||
informant | [v=146] Em spreekt ni goed geen Frans. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Das ni juist. [/a]
da s |
|||
informant | Nee. Hij spreekt _ . | |||
hulpinterviewer | Hij spreekt ni goed Frans | |||
informant | [v] Hem spreekt zo goed geen Frans? [/v] | |||
hulpinterviewer |
Das ni juist. [/e=1]
da s |
|||
informant | [v=023] Elsa wilt ni danse en ze wil ni zinge ook ni. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja das juist. [/a]
da s |
|||
informant | Ja. | |||
informant | [v=148] Iedereen is gene stielman. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Das juist. [/a]
da s |
Op 1311 sec komen ze terug naar 148. | ||
informant | [v=149] Em heet overal geen vrienden. [/v] | Wordt op 1354 sec hernomen. | ||
hulpinterviewer | Ja? | Twijfel. | ||
informant | Nee. | |||
informant | [v=148] Iedereen is gene stielman.[/v] | |||
hulpinterviewer |
Is et _. Zeigeni ni iedereen is gene stielman?
zei ge ni |
|||
informant |
da zeiwe eerder ja.
zei we |
|||
informant | [a] Niet iedereen is gene stielman. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Iedereen is gene stielman. [/a] | tagging | ||
informant | Iedereen _. Niet iedereen _. Nee. Niet iedereen is ne stielman. | |||
hulpinterviewer | Of gene stielman. | |||
informant | [a] Niet iedereen is ne stielman. [/a] | |||
informant | [a] Ge kunt zegge iedereen is gene stielman. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=149] Em eet overal geen vrienden. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Das ni juist. [/a]
da s |
|||
informant | [a] Hij eet nieveranst geen vrienden. [/a] | |||
informant | [a] Of em hee ni overal vrienden. [/a] | |||
hulpinterviewer | Mmm. Ja. [/e=1] | |||
informant | [v=154] Boeken hee Jan drie. [/v] | |||
informant | ggg | |||
hulpinterviewer |
[a=n] ggg Das ni juist. ggg [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a] Jan hee drie boeken he. [/a] | |||
informant | [a] Of aan boeken hee Jan der drie. [/a] | |||
hulpinterviewer | Nee da zeg je ni. | |||
informant | Da zeg je ni he. [/e=1] | |||
informant |
[v=156] Jan weet datem voor drie uur de wagen moet emme gemaakt. [/v]
dat em |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Das ni juist he. [/a] | |||
informant |
Das een serie van vier he.
da s |
|||
informant | [v=157] Jan weet datem voor drie uur de wagen moet gemaakt emme. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Das ni juist.
da s |
|||
informant | Jan weet datem voor drie uur de wagen moet gemaakt emme. | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=g] Das juist. [/a]
da s |
|||
informant |
Awel das de zelfde kemem eerst verkeerd geïntoneerd.
da s k em em |
|||
informant | Honderd zevenenvijftig is correct. [/e=1] | |||
informant |
[v=160] Jan weet datem voor drie uur de wagen gemaakt moet emme. [/v]
dat em |
|||
informant | [a=n] No. [/a] | |||
informant |
[v=161] Jan weet datem voor drie uur de wagen gemaakt emme moet. [/v]
dat em |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. ggg [/a] | |||
informant |
[v=260] Wa peistge die ich in t stad tege gekome zen? [/v]
peist ge |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee das ni juist. [/a]
da s |
|||
informant |
[v=262] Wie peistge wie ich in t stad tege gekome zen? [/v]
peist ge |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Wie peistge wie? Wie peistge dat ich in t stad _. [/a]
peist ge |
|||
informant | Wie peistge dat ich in t stad tege gekome zen. [/e=1] | |||
informant | [v=248] Ich doen wel efkes de sjattekes af wasse. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Moet ik da verbetere? | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Eh. | |||
hulpinterviewer | Ik zal wel efkes de sjattekes af wasse. [/e=1] | |||
informant | [v=296] Zou hij da gedaan emme gekund? [:v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Zou hij da kunne gedaan emme? [/a] | |||
informant | [v] Zou hij da emme kunne doen? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Da kuntgook zegge. [/a] [/e=1]
kunt g ook |
|||
informant | [v=150] Em weet alles ni van de zaak. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Das juist. [/a]
da s |
|||
informant | [v=151] Em heet altijd gene tijd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Mmm. [/a] | Knikt ja. | ||
informant |
Das een nuance he.
da s |
|||
informant | Hij eet altijd gene tijd. | |||
informant | Da wil zegge hij beweert altijd dat hij geen tijd heeft. | |||
informant | [a] Hij eet nooit gene tijd. [/a] | |||
informant | Hij zegt altijd en overal tegen om het even wie ik heb geen tijd jong. | |||
informant |
En dan zoude wij zegge bijvoorbeeld dien die heeft nooit gene tijd of asgem wilt gelove heetem nooit gene tijd. [/e=1]
as ge m heet em |
|||
hulpinterviewer | [v=297] Zou hij da gedaan gekund emme? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Zou hij da kunne gedaan emme? [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Ich em geen zin en voere de koeien. [/v] | |||
informant | [a=n] Absoluut ni. Ich em geen goesting voor de koeien te voeiere. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=316] De politie zou bij em kome en neme em mee. [/v] | |||
informant | [a=n] De politie zou bij em naar em kome en em mee pakke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Marie al her koeien zen verdronke bij de overstroming. [/v] | |||
informant | Jef al ze geld. | |||
informant | Marie al her koeien. | |||
informant | Moeilijk. | |||
informant | Al Marie her koeien da gaa ook ni. | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Ja? Al Marie her koeien? | |||
hulpinterviewer | Zijn verdronke bij d overstroming. | |||
informant | Al Marie her koeien zen vedronke bij d ovverstroming. | |||
informant | Of al de koeien van Marie. | |||
informant | [a=n] Ik zou eer zegge al de koeien van Marie. [/a] | |||
informant | Al Marie her koeien. | |||
informant | Al Jef ze geld. | |||
hulpinterviewer |
Al Marie her koeien zeize zo.
zei ze |
|||
hulpinterviewer | [a] Al Marie her koeien zen verdronke. [/a] | |||
informant | [a] Marie her koeien zen allemaal verdronke bij d overstroming. [/a] | |||
informant | Da zou ich zegge. | |||
informant | Al Marie her koeien zen vedronke bij d overstroming? Pff. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Da peis ich ni aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Daar peis ich ni aan. [/a] | |||
informant | Dus da peis ich ni aan besta ni. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Die curieuze sol zen ich mee naar de markt geweest. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee das onzin in het Tiens. [/a]
da s |
|||
informant | [a] Me die curieuze sol zen ich mee naar de markt geweest. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=322] Ich em al de eerste drie optellingen gemaakt. Waffer heegij al gemaakt? [/v]
hee gij |
|||
informant | Ich em de eerste drie optellingen al gemaakt. | |||
informant | Ja al. | |||
informant | Als het reeds betekent staat het ergens anders. | |||
veldwerker | [v] Kunt ge ook zegge de welke? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee. Waffer heegij gemaakt? [/a]
hee gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=329] Ich geloof deze jong vinneze allemaal eh allemaal eh
vinne ze |
|||
hulpinterviewer | vriendelijk. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee. Ich geloof dase deze jong allemaal vriendelijk vinge. [/a]
da se |
|||
informant |
Ich geloof dase die jong en ni deze. Ich geloof dase die jong allemaal vriendelijk vinne. [/e=1]
da se |
|||
commentaar | n.v.t. [v=323] | |||
informant | [a=n] Waffer heege al weg gebracht moet dat zijn. [/a] | |||
informant | Dus wat er staat. De alternatie is in geen van beide gevallen mogelijk. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
Ich weet dat _. [v=347] Ich weet dater dater dater is gaan zwemme. [/v]
dat er |
|||
informant |
[a=n] Nee. Ich weet dater gaan zwemme is. [/a]
dat er |
|||
informant |
[a] Ich weet dater of ich weet datem gaan zwemme is. [/a]
dat er |
|||
informant |
Ich weet ast beklemtoond is ich weet dat hij gaan zwemme is.
as t |
|||
informant | We hebbe drie mogelijkheden. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=350] Ich weet dater gaan zwemme is ja da staat hier. [/v]
dat er |
Dus: [a=j] | ||
hulpinterviewer |
[v=352] Ich weet dater zwemme gegaan is. [/v]
dat er |
|||
informant |
[a=j] Datem zwemme gegaan is da kan. [/a]
dat em |
tagging | ||
informant | Ich weet datem zwemme gegaan is. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=353] Wiltge nog koffie Jan?
wilt ge |
|||
informant | Wiltge nog koffie Jan? Ja. | |||
hulpinterviewer | Jak. [/v] | |||
informant | Jak? ggg | |||
informant | [a=n] Ja ze. Jak da besta ni. Ja ze. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=364] Ister dood? [/v]
is ter |
|||
informant |
[a=j] Ister dood? Isem dood? Is hij dood? [/a]
is ter is em |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=387] Wanneer zal de wereldvrede kome? Nooitni. [/v]
nooit ni |
|||
informant |
[a=j] Voor wanneer zal de wereldvrede kome? Voor nooitni. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=399] Wendy hee geprobeerd om niemand pijn te doen. [/v] | |||
informant | [a=n] Wendy hee geprobeerd voor niemand geen pijn te doen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Kunt ge nog iets anders gebruiken in plaats van voor? [/v] | |||
informant | Nee. | |||
informant | [a] Ja. Van. Wendy hee geprobeerd van niemand geen pijn te doen. [/a] | tagging | ||
informant | Maar dus absoluut geen om. | |||
veldwerker | En zonder iets gewoon _ . | |||
informant |
[a] Zee geprobeerd niemand geen pijn te doen zoudewe ni zegge. [/a] [/e=1]
z ee zoude we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=400] Het belooft weer ne schone dag te wedde. [/v] | |||
informant | [a=j] Da klopt. t Belooft weeral ne schone dag te wenne. | tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge daar ook voor of van tussen zette? [/v] | |||
informant | t Belooft ne schone dag te werre. | |||
informant | t Belooft van ne schone _ . | |||
informant | [a] Eventueel van eventueel t belooft van ne schone _ . [/a] [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=417] Misschien gaaneket wel krijge. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Durfdergij op duwe?
durf der gij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=418] Teidgij der op duwe?
teid ge |
|||
informant |
Durfdergij?
durf der gij |
|||
informant |
[a=n] Durfdegij. Durfdergij. dat hebbe wij dus niet. Teidgij der op duwe? [/a]
durf de gij durfd er gij teid gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | ggg [v=365] Hem is dood. [/v] | |||
hulpinterviewer | Hem is dood. | |||
informant | [a=j] Hem is dood. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=366] Haar is ziek. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zis ziek. [/a]
z is |
|||
informant | Ja. Dat niet. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=367] Esse ziek? [/v]
es se |
|||
informant |
Esse ziek ja.
es se |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | Dus ni is haar ziek? | |||
informant | Nee. Alleen bij hem hebbe we dus die vormen. | |||
informant | Zelfs e eh. | |||
informant | E kost da beter ni zegge. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=401] Tis misschien beter van van nog een beetje te wachte. [/v] | |||
informant | [a=n] Ja. [/a] | Niet met om. | ||
hulpinterviewer | [v=402] Waan het geluk van em direct terug te vinne. [/v] | tagging | ||
informant | [a=n] Ja. [/a] | Niet met om. | ||
hulpinterviewer | [v=423] Hee gij da brief gestuurd? [/v] | |||
informant | Ja. | |||
veldwerker | [v] Maar ni heb je me jij die brief gestuurd? [/v] | |||
hulpinterviewer | t moet _ . | tagging | ||
informant |
Heddegeme _. Heddegemegij _ .
hed de ge me hed de ge me gij |
tagging | ||
informant | Wat is dat voor een dialect? | |||
informant | [a=n] Eh nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Wel hee ge mich die brief op gestuurd? | tagging | ||
informant | Hee gij mich die brief op gestuurd? Der is geen andere mogelijkheid. | tagging | ||
informant | Maar ik probeer het even maar _. [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=425] Ze leeft zij op water en brood. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ze leeft op water en brood. | |||
informant | [a=j] Te te da kan ze leeft zij op water en brood. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja? | |||
informant | Ja. | |||
informant |
Zee zij mich da nog gezeid.
z ee |
|||
informant | Ze leeft zij op water en brood mijn kind. | |||
informant | Ze hee zij gene rotte knop ni meer. | |||
informant | Da gaat. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=427] Welle zen welle daar nog nooitni geweest. [:v]
nooit ni |
|||
informant |
[a=j] Welle zen welle daar nog nooitni geweest da gaat. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
hulpinterviewer | Da zou ich toch ni zegge. | |||
informant | [a] Gij et gij nog niks goord. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja gij zei da maar ich ni. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | Eh. | |||
hulpinterviewer | [v=428] Marie zei da welle zoude winne. [/v] | Vraag niet goed gesteld. | ||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=429] Hij kan hij daar ook niks aan doen. [/v] | |||
informant | [a=j] Hem kan hij daar ook niks aan doen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
Ich peis dater dat _.
dat er |
|||
hulpinterviewer |
[v=430] Ich peis datem morgen ook komt. [/v]
dat em |
|||
informant |
Ja ich peis datem morgen ook komt.
dat em |
tagging | ||
veldwerker | [v] Kunt ge ook zegge datem hij? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=459] Hij eet de bal gesmete in de mand. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee heet de bal in de mand gesmete. [/a]
h eet |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=486] Die boek beloof mich dage nooitni meer zult weg steke. [/v]
da ge nooit ni |
|||
informant | [a=n] Wat is dat voor nonsens? [/a] | |||
informant |
[a] Beloof beloof mich dage da boek nooitni meer zult weg steke. [/a] [/e=1]
da ge nooit ni |
|||
hulpinterviewer |
[v=487] Wa zeige mich dage gekocht heet? [/v]
zei ge da ge |
|||
informant |
[a=n] Wa zeige mich daar dage gekocht heet? [/a]
zei ge da ge |
|||
informant |
Normaal zoudewe zegge wa zeige dage gekocht heet? [/e=1]
zoude we zei ge da ge |
|||
hulpinterviewer |
[v=530] Marie zei dagij Piet ne boek hee probere hee probere te verkope. [/v]
da gij |
|||
informant |
[a=n] Nee Marie zei dagij geprobeerd heet van Pierre nen boek te verkope. [/a]
da gij |
|||
informant |
[a] Marie zeit dagij Pierre nen boek hee probere te verkope. [/a]
da gij |
tagging | ||
informant |
Marie zeit dagij Pierre_.
da giij |
|||
hulpinterviewer | Aan Pierre. | |||
informant | Of aan Pierre. | |||
informant | Marie zeit dagij aan Pierre geprobeerd hee. Nee. Da gaat niet. | |||
informant | Zoals ter staat gaat het niet. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=531] Wim peist da ich Els eh | |||
hulpinterviewer | aa eh wacht an geprobeerd ne cadeau te gete te geve. [/v] | |||
informant | [a=n] Jom peist da ich Els _. Nee. [/a] | |||
informant | [a] Jom peist dat ich geprobeerd em van Els ne cadeau te geve. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=532] Karel weet dagij ee geprobeerd Marie nen boek te verkope. [/v]
da gij |
|||
informant |
Karel weet [a=n] Karel weet dagij geprobeerd et van Marie nen boek te verkope. [/a]
da gij |
|||
hulpinterviewer | [v=227] As Frans zeit e slaapt kan Jan dan anwtoorde hij doet? [/v] | |||
hulpinterviewer | ggg | Kijkt even mee op blad. | ||
informant | ggg | |||
informant | Kan Jan dan anwtoorde het doet? [a=n] Nee da bestaat niet absoluut onmogelijk. [/a] | Antwoord op [v=228] | ||
informant | [a=n] Twee drieenveertig ook niet. [/a] | [v=243] | ||
hulpinterviewer | [v=244] As Frans zeit e slaapt toch ni kan Jan dan antwoorde toetoet? | |||
informant | [a=j] Tetet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=485] As Frans vraagt zal ich deze avond koken. Kan Marie dan antwoorde da doe maar? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Doe maar. [/a] | |||
informant | Ni dat doe maar. Doe maar. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=036] Da zen Marie Marie en Pierre of Pie. | |||
hulpinterviewer | Marie en Pierre wijze naar _. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Makandere. [/a] | tagging | ||
informant | Da zen Marie en Pierre. Marie en Pierre wijze naar makandere. Ja. | tagging | ||
informant | ggg | |||
hulpinterviewer |
[v=037] Das Toon. Toon wast _. [/v]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a] Zenne arm. [/a] | |||
informant |
Toon is zenne arm aant wasse.
aan t |
|||
veldwerker | [v] En als em zich helemaal aant wasse is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wast em. [/a] | tagging | ||
informant |
Toon is em aant wasse.
aan t |
|||
informant | Nee wij zegge ni Toon wast em. | |||
informant | Toon wast em alle dagen maar wat we hier zien is Toon is em aant wasse. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=039] Dat is Fons. Fons zag een slang _ . [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Neffenem. [/a]
neffe n em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=136] Jan en heet ni veel geld ni meer. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Jan hee ni veel geld ni meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=141] Ich geef niks aan een ander ni. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Ich geef ich niks aan een ander. Ich geef niks aan een ander. [/a] | |||
hulpinterviewer | Niemand wil ni werke. [v=142] Niemand wil ni werke ni. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee niemand wilt ni werke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=388] Wie heet den auto mee genome? Niemand ni. [/v] | |||
informant | Ja. | |||
informant |
[a=j] Ja. Wie heet den auto mee genome? Niemandni. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=389] Waar groeit het geld aan de bomen? Nieveranstni.[/v]
nieveranst ni |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=390] Wat is rond en vierkant tegelijk? | |||
hulpinterviewer |
Niksni. [/v]
niks ni |
|||
informant | [a=n] Nikske. [/a] | |||
informant | Dus we hebbe normaal niks en als je dat gaat beklemtonen | |||
informant | Ich em ich em nikske gezien. | |||
informant | Ich em nikske gezien enkelvoudige ontkenning. | |||
informant | Ich em nikske ni meer gezeid. Dubbele ontkenning. | |||
informant | Maar zo op het einde van een zin als antwoord. Nee. Alleen niks. Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=391] Waffer koeien heeter gemolke? Geen enkel. Geen één ni. [/v] | |||
informant | [a=n] Geen één. Geen één. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=475] Louise hee nu meer koeien dan ze vroeger en aa. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee absoluut ni. Louise hee nu meer koeien as dase vroeger aa. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer |
[v=479] Hier is alles wat ich gekregenenem. [/v]
gekrege n en em |
|||
informant |
[a=n] Nee. Hier is alles wa alles wat dat ich gekregnem. [/a]
gekrege n em |
|||
hulpinterviewer | [v=170] Jan is Karolien en Kristien hun broerke. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. Jan is Karolien en Kristien hun broerke. Dat gaat. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=173] Dien auto is Wims. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dien auto is van Jom. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=174] Die velo is menne is menne ja. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Die velo is van mich. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=368] Me hem te werke moest ze den helen dag thuis blijve. [/v] | |||
informant | [a=j] Me hij werke te gaan moest zij den helen dag thuis blijve. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Eventueel kun je natuurlijk zegge bij ij te werke moest zij den helen dag thuis blijve. [/a] | |||
informant | Het kan letterlijk omgezet worde naar de eerste formule maar niet de tweede. | |||
informant | [a] Me em te werke da absoluut niet. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=395] Geloof gij ni dater gevallenes? [/v]
dat er gevalle n es |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Geloof geloof gelooft ge ni datij gevalleneet? [/a]
dat ij gevalle n eet |
|||
informant | [a=n] Nee onmogelijk. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | Eh. | |||
hulpinterviewer | [v=324] De zulke zou ik ni durve op ete. [/v] | |||
informant | [a=n] Zo ene zou ich ni teire op ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=325] Da zou ich ni teire op ete. [/v] | |||
informant | [a=n] De die nee. Die zou ich ni teire op ete. [/a] | |||
informant | De die da kunt ge nog wel zegge maar de die ni. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=494] Ich vin da Jan beter den dokter | |||
hulpinterviewer | kost amma geroepe kost amme geroepe. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Ich vin da Jan beter den dokter ha kunne roepe. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=506] Heegij aan Jan gezien? [/v]
hee gij |
|||
informant |
[a=n] Nee. Heegij Jan gezien? [/a]
hee gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=517] Robert hee drie groen en Marie heeter drie rode. [/v]
hee ter |
|||
veldwerker | [v] En kunt ge dat ook zonder er zegge? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] [/e=1] | |||
commentaar | Technisch probleem: deel interview herhaald | |||
hulpinterviewer |
Ich emet ich emet _.
em et |
|||
hulpinterviewer |
[v=424] Ich ememet gegeve. [/v]
em em et |
|||
informant |
[a=n] Ich emetem gegeve. [/a]
em et em |
tagging | ||
informant | ggg | |||
hulpinterviewer |
[v=001] Marie peist dater haa wille naar huis. [/v]
dat er |
|||
informant | He? | |||
informant |
[a=n] Nee das nonsens. [/a]
da s |
|||
informant |
Maar ja Marie peist datem datem haa wille naar huis gaan. [/e=1]
dat em |
tagging | ||
hulpinterviewer | Hoe zeg je in het dialect van Tienen? | |||
hulpinterviewer | [v=162] Maries auto is kapot. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Den auto van Marie is kapot. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Marie heuren auto is kapot. [/a] | tagging | ||
informant | We hebben een systematische combinatie van ofwel eigennaam ofwel zelfstandig naamwoord bezittelijk voornaamwoord | |||
informant | en bezit bezeten woord bezitwoord of bezit. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=193] Dat is zo zeker als één en één twee is. [/v] | |||
informant |
[a] Das zo zeker as één en één is twee. [/a]
da s |
tagging | ||
informant |
[a] Nee. Das zo zeker as da één en één twee is. [/a] [/e=1]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=253] Op zondag ginge we met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v] | |||
informant |
[a] 's Zondags gonkewe me d heel familie naar de zee da was heel plezant. [/a]
gonke we |
tagging | ||
informant |
En niet dus wa dat heel plezant was da zoudewe ni zegge.
zoude we |
|||
informant | Hetgeen dat heel plezant was. | |||
informant | Dat zou iemand anders kunne aan vulle. | |||
informant | [a] 's Zondags gonkewe me d heel familie naar de zee hetgeen da heel plezant was. [/a] [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=255] In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
informant | [a] In het dorp waar da ich woon staat een oud kerkje. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=256] Op de dag dat we aan kwame regendenet. [/v]
regende n et |
|||
informant |
[a] Den dag dawe arriveerde regendenet. [/a]
da we regende n et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=257] Dat is iets wat heel mooi is. [/v] | |||
informant |
[a] Das iet dat heel schoon is. [/a]
da s |
tagging | ||
veldwerker | [v] Zout ge ook kunne zegge dat is iets die heel mooi is? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=308] Zou hij dat hebbe kunne doen? [/v] | |||
informant |
[a] Zoum dat emme kunne doen? [/a]
zou m |
tagging | ||
informant |
[a] Aam da kunne doen? [/a]
aa m |
|||
informant |
[a] Zoum da kunne gedaan emme? [/a] [/e=1]
zou m |
|||
hulpinterviewer | [v=393] Niet vertelle dat je een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
informant |
[a] Ni vertelle dage ne cadeau voor em gekocht et zie. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=492] Hij is vorige week door de dokter geopereerd. [/v] | |||
informant | Eh. Mmm. | |||
informant | [a] Verleden week heet den dokter em gopereerd. [/a] | tagging | ||
informant | Passief niet zo direct maar het zou kunne he. | |||
informant | [a] Eh dus hem is verleden week door den dokter gopereerd. [/a] | |||
informant | Het zou kunne. | |||
veldwerker | [v] En zout ge dan ook van den dokter kunne zegge? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] In andere omstandigheden wel he van wa voor mug is hij gebete? [/a] | |||
informant | Daar zou het bijvoorbeeld gaan he. | |||
informant | Hij hee van den dokter gopereerd? | |||
veldwerker | En -. | |||
informant | Hij is gopereerd van een abces. | |||
informant | Dat is algemeen uiteraard. | |||
veldwerker | [v] En zout ge ook kunne zegge geopereerd worde? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Geen Duits. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=493] Hij wordt morgen door de dokter geopereerd. [/v] | |||
informant | [a] Hij wet morgen door den dokter gopereerd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Hoe zeg je de volgende zinnen in het dialect van Tienen? | |||
hulpinterviewer | [v=049] Ik heb me daar goed geamuseerd. [/v] | |||
informant | [a] Ich em mich daar goed gamuseerd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=050] Ze heeft zich niet geamuseerd op het bal. [/v] | |||
informant |
[a] Zeet eu ni gamuseerd op het bal. [/a]
z eet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=275] Je herinnert je toch wel dat je me toen onder die ladder door liet lopen. [/v] | |||
informant |
[a] Ge rappeleert euch toch wel dage mich toen onder die ladder liet door lope. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
informant | [a] Ich rappeleer mich dat iemand ons maar den helen tijd riep. [/a] | tagging | ||
informant |
Ich rappeleer mich dater iemand ons den helen tijd aant roepe was. [/e=1]
dat er |
|||
hulpinterviewer | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakken. [/v] | |||
informant |
[a] hem voelde zeneige door het ijs zakke [/a]
zen eige |
tagging | ||
informant |
[a] Je kunt zegge hem voeldenem door het ijs zakke. [/a] [/e=1]
voelde n em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we bij marieke langs gingen. [/v] | |||
informant | [a] Ge rappeleert ge rappeleert euch toch wel da welle efkes tot bij Marieke gegaan zen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=293] Ze herinneren zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
informant |
[a] Ze rappelerenun nog wel iet maar niet alles. [/a]
rappelere n un |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
informant |
Ja da kunnewe zegge. [a] In dien tijd leefde ich der op los. [/a]
kunne we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=337] Vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
informant |
[a] Vroeger leefdeder gelijk as een beest. [/a]
leefde der |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=338] Daar leefden wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
informant | [a] Daar leefde wellie gelijk as God in Frankrijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
informant |
[a] Toen leefdegij gelijk as ne koning. [/a]
leefde gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=412] Er ware veel mensen op het feest. [/v] | |||
informant | [a] Daar were veel mensen op het feest. [/a] | tagging | ||
informant | Daar was veel volk op het feest. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=413] Jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kon kome. Waren er veel mensen op het feestje? [/v] | |||
informant |
[a] Spijtig datich gistren ni naar uwe verjaardag kost kome. Wereder waser veel volk op het feestje? [/a]
were der was er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=524] Wie heb je gezien? [/v] | |||
informant |
[a] Wie heege gezien? [/a]
hee ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | Komen de volgende zinnen voor in het dialect van Tienen? Zo ja hoe zeg je ze? | |||
hulpinterviewer | [v=002] Ich em da gezeid gad. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja kan. Ich em da gezeid gad. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=357] As Frans zeit daar komt morgen iemand langs. Kan marie dan vrage wie da? [/v] | |||
informant | [a=j] Wie da alleszins. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=358] Ich peis dat iemand de koekjes heet op gete maar ich weit ni wie da. [/v] | |||
informant | [a=j] Ich peis dat iemand de koekjes op gete heet maar ich weit ni wie da. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ich weit ni wie. | |||
informant | Ich weit ni wie da. | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja? | |||
informant | Ja. Ja. Ich weit ni wie da. [/e=1] | |||
informant | ggg | |||
hulpinterviewer |
[v=408] Op dees feest werter veel gedanst. [/v]
wert er |
|||
informant |
[a=j] Ja. Op dees feest werter veel gedanst. [/a]
wert er |
tagging | ||
veldwerker | [v] En kan dat ook zonder er? [/v] | |||
informant | Op dees feest wert veel gedanst? | tagging | ||
informant | [a=j] Da kan. Ja. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=409] Nu werter nog alleen maar brood verkocht in de winkel. [/v]
wert er |
|||
hulpinterviewer | In die winkel. | |||
informant |
[a=j] Da kan nu werter nog alleen maar brood verkocht in die winkel. [/a]
wert er |
tagging | ||
veldwerker | [v] En kan hier die er weg valle? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=414] Gisteren stonder ne curieuze man in den hof. [/v]
stond er |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En ook zonder er? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee wel daar. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=482] Da boek lei neer. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Lei da boek neer. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=483] Als je asge echt ni kunt wachte dan kom maar. [/v]
as ge |
|||
informant |
[a=n] Nee. Asge echt ni kunt wachte komt dan maar. [/a]
as ge |
|||
hulpinterviewer | ggg [v=484] Da let maar. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Beziet da maar. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=369] Me het te sneeuwe kostewe de stad kostewe de stad ni uit. [/v]
koste we |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Me hij werke te gaan ja dus xxx maar hier niet me het te sneeuwe dat niet. | |||
informant | Om dat je het niet kunt beklemtonen en hij wel. [/e=1] | |||
commentaar | Spontaan gesprek. | |||
algemene gegevens | Tienen P145 |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
018 | Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is | Komt ook voor: 1. 'gestorven is/is gestorven', 2. 'heeft gestorven/gestorven heeft', 3. 'ze'n weet niet ...'.; Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen.Als variant met 'en' voorkomt, vragen als 'komt voor':; 'Pas op dat je niet en valt.' |
komt voor
: n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: woe dat de ma van |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: da zen |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: woe da se |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j vorm: die |
|
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j vorm: da |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
428 | Marie zei dat we wij zullen winnen |
komt voor
: n |
|
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: j opmerking: kan weggelaten worden, maar komt toch vaak voor |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j zin: geen en |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j zin: geen en |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan smoort ni mie |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
: n opmerking: wel mogelijk: ich zal ich |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): j vorm: gelle gelle opmerking: enkel met twee volle pronomina, volgens informant omdat gelle minder beklemtoond is dan de andere volle pronomina |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
725 | Magekik daar ook van proeven? |
komt voor
: n |
|
726 | Durfdetzegij vragen? | Indien geen (dubb) doorbreking subjecten met objectclitic: doorvragen naar 'durfetgij'. (invullen bij ANTWOORD 2); Indien ja in Oostkerke, Oostende, Hoek, Hulst, Oosteeklo, Poelkapelle, Herne: doorvragen naar 'durfdergij op duwen'. (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: haa |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: we |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: welle |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: makandere zin: vorm met ??n onmogelijk |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: n vorm: em zin: pronomen steeds noodzakelijk |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n opmerking: steeds daar |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) | |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) | |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as ich goan |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ich |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as ge goat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa ge |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as em goat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat em |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as se goat |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa se |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as et goat |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat et |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as we goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan we |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as gelle goan |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan gelle |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as se goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik gonk |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk gij |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gonk |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk ich |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gink |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gonk |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk hij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij gonk |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk gij |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij gonk |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: het gonk |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: welle gonke |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gonke gelle |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: als |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: toen dat |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gellie gonke |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonke welle |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze gonke |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonke ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. | opmerking: constructie onmogelijk in dialect | |
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. | opmerking: constructie onmogelijk in dialect |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. | opmerking: constructie onmogelijk in dialect |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. | opmerking: constructie onmogelijk in dialect |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j opmerking: zelden, constructie te ingewikkeld; eerder die...dat |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: n opmerking: wel twijfel |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: j |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: j opmerking: eerder zonder geworden maar eventueel mogelijk |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: j |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: zen aaige |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut