SAND-data Overijse (P133p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Overijse |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]P133[/k][h]612[/h][i]613[/i][vw]ANS[/vw][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=035] _ herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant |
[a] Jan rappeleertem da nog wel. [/a]
rappeleert em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De schrijnwerker hee geen nagelen bij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Louis liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant | [a] Louis liet mij voor em werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Jeanne liet zich meedrijve op de golven. [/v] | |||
informant | ggg | |||
informant | [a] Jeanne liet her mee gaan op de golven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=018] Ze weet niet dat Maria gisteren gestorvenis. [/v]
gestorve n is |
|||
informant |
[a] Ze weet ni da Maria gisteren gestorvenis. [/a]
gestorv n is |
tagging | ||
veldwerker | [v] Kunt ge ook zeggen ze en weet ni da Marie gisteren _ . [/v] | |||
informant | Ja da mag ook ze wet ni. | |||
veldwerker | Maar ze en wet ni da ni? | |||
hulpinterviewer |
Ze wet ni da Maria gisteren gestorvenis.
gestorve n is |
|||
informant |
[a=n] Nee. Nee. Die en da komter bij ons ni tussen in ons dialect. Ja. [/a]
komt er |
|||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Hoeilaart heeft da al. | |||
veldwerker | [v] En kan je ook zeggen ze weet ni da Marie gisteren is gestorven? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee. Ze weet ni da Maria gisteren gestorvenis. [/a] [/e=1]
gestorve n is |
|||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Toon bekeek hemzelf ne keer goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant | [a] Eduard kint zichzelf goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] kint zeneige goed ggg [/a]
zen eige |
tagging | ||
informant | Of kint zen eige goed. Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=046] Ward heeft gehoord datter foto's van zichzelf in de etalage staan. [/v]
dat ter |
|||
informant |
[a] Ward hee goord datter foto's van hem in de vitrine staan. [/a]
dat ter |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand heet da nooit ni gewild of gekund. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of gekost. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Kunt ge nog iets anders zegge dan gekund? Voorbeeld gekunne of zo? | |||
hulpinterviewer | Ge kost da ni. | |||
informant | Gekost. Ja. xxx | |||
hulpinterviewer | Nee. In feite ni. Gekund. Ja. | |||
informant | Nee. Gekund. Gekost? Ja. | |||
informant | Nee. Gekund. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wel willen opeten. [/v] | |||
veldwerker | Ja. | |||
informant |
[a] Jan hada heel brood wel willenop ete. [/a]
ha da wille n op |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Als ik eerlijk leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant |
[a] Asekik eerlijk leef dan leefek gelijk da mijn ouders da gewild hemme. [/a]
as ek ik leef ek |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Asn nog drie jaar leeft dan leeftem langer as ze pa. [/a]
as n leeft em |
tagging | ||
hulpinterviewer | Als zij _ . [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Asse zo gevaarlijk blijf leve, dan leefze ni meer lang of dan heeze ni meer veel te goed. [/a]
as se leef ze hee ze |
Vraag op einde hernomen. | tagging | |
hulpinterviewer | Als het nu nog _. [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Aset nu nog leeft dan leefet morgen ook nog. [/a]
as et leef et |
tagging | ||
hulpinterviewer | Oei oei. [v=061] Als jullie zo gevaarlijk leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] As galle zo gevaarlijk blijft leve dan zalde nooit zo lang leve as kik. [/a]
zal de k ik |
Vraag op einde hernomen. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=063] Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Iemand da zo voor ze werk leeft die leeft echt ni voor zen kinderen. [/a] | Vraag op einde hernomen. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=067] Als Marcel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Marcel nog leeft dan moet Leo ook nog leve. [/a] | Vraag op einde hernomen. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=068] Als je gezond leeft dan leeft je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Asge gezond leeft dan leefde langer. [/a]
as ge leef de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] Aser zo weinig mensen van de landbouw leve of van den boer leve awel dan moeter veel van t fabriek leve. [/a]
as er moet er |
Vraag op einde hernomen. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=070] Als Lisa en Pierre in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | [a] As Lisa en Pierre in t paradijs leve | tagging | ||
informant | dan leve Rosa en Frans in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Als we rustig leven leven we gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer | ggg | |||
informant |
[a] As wop ons gemak leve dan leveme goed. [/a]
w op leve me |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Als we eerlijk leven leven we gelukkig. [/v] | |||
informant | Ja. | |||
informant |
[a] Aswe eerlijk leve dan leveme gelukkig. [/a] [/e=1]
as we leve me |
|||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant |
[a] Leefdeen beetje gezonder he Jan. [/a]
leefd een |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Leefdeen beetje minder gevaarlijk kinderen. [/a]
leefd een |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
informant | [a] Ik peis da Marie em zal moete gaan roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? [/v] ggg | |||
informant |
[a] Heere werkvolk genoeg voor t hooi van t land tale? [/a]
her re t ale |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Het was vriendelijk van Jan om te komen werken. [/v] | |||
informant |
[a] Twas vriendelijk va Jan van te kome werke. [/a]
t was |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant |
Die ton _ . Een ton ist he? [a] Da vat is zwaar voor te drage. [/a]
is t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=192] We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant | [a] Wel. Waale hopen allemaal van op tijd thuis te zijn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
hulpinterviewer | Zage. | |||
informant | Ja zage. [a] Hij kan staan zage. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Toen we aankwamen regende et. [/v] | |||
informant |
[a] As waan gekome zen dan wast aant regene. [/a]
w aan was t aan t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=215] Ik geloof dat ik groter ben dan hij. [/v] | |||
informant |
[a] Kgeloof dak groter zen as ij. [/a]
k geloof da k |
tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge ook zeggen dakekik groter zen as ij? [/v] | |||
informant | [a] Nee. Dakekik ook ni. [/a] | |||
informant |
Daar zen misschien mensen diet zulle gebruike.
die t |
|||
hulpinterviewer | Ja. Kgeloof dak groter zen as ij. [/e=1] | Zie 216. | ||
informant | Maar toch weinig bij ons. Nee. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ze gelooft dakik vroeger zal thuis zijn asgij. [/a]
da k ik as gij |
Andere persoon. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=217] Je gelooft toch niet dat hij sterker is dan jij. [/:v] | |||
hulpinterviewer | ggg | |||
informant |
[a] Ge gelooft toch ni datij sterker is asgij he. [/a]
dat ij as gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Ze geloven dat wij rijker zijn dan zij. [/v] | |||
hulpinterviewer | ggg | |||
informant | [a] Ze peize da wijle rijker zen as zijle. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] We gelove da gijle ni zo slim zet as wijle. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Jullie geloven toch niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer | Gijle gelooft _. Ja. | |||
informant | [a] Gijle gelooft toch ni da zijle armer as gijle. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Ge gelooft da Lisa even schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Hij gelooft dat Bart en Jan sterker zijn dan Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft da Bart en Jan sterker zen as _. | tagging | ||
hulpinterviewer | Greet en Peter. | tagging | ||
informant | Greet en Peter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] De jongen wiens moeder gistern hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] Die jongen waar van dat de moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=250] De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant |
[a] De bank waar dase op zate was juist geverfd. [/a]
da se |
tagging | ||
veldwerker | [v] Kunt ge ook zegge de bank waar op ze zate? [/v] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | [a] De bank waarop _ . Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Waarop ze zate. Das juist. Waarop dase zate. Ja. [/e=1]
da s da se |
tagging | ||
informant | [a] Waarop ze zate. Maar wij zegge gewoonlijk waarop dase zate. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
informant | [a] Wie da geld heeft moeter mij maar wa van geve. [/a] | Vraag hernomen op 729 sec | tagging | |
hulpinterviewer | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de sosse naar heer toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=259] Kan je ook zeggen? | [v=259] hernomen | ||
hulpinterviewer | Die geld heeft moet mij maar wat geven? [/v] | |||
informant |
[a] Kunt gook zegge? Diene da geld heet moeter mij maar een beetje van geve. [/a]
moet er |
|||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag et zien dus ik vind dat jij et ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Niemand mag da zien dus ik peis da gij datook ni moogt zien. [/a]
dat ook |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de man dase geroepenemme. [/a]
da se geroepen emme |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man da _ da da verhaaltje hee verteld. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man dak peis da da verhaaltje hee verteld. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de man dak peis dase geroepenemme. [/a]
da se geroepen emme |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=397] t Schijnt dat ze niets mag eten. [/v] | |||
informant |
[a] t Schijnt dase niks en mag ete. [/a]
da se |
Dubbele negatie. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=398] Ze schijnt niets te mogen eten. [/v] | |||
informant |
[a] Ze schijnt niks te mogenete. [/a]
moge n ete |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=403] t Lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant |
Tis _ . [a] Das juist dater iemand in den tuin in den hof staat. [/a]
t is da s dat er |
tagging | ||
veldwerker | [v] Kan je die er ook weg late? Dus _ . [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] t Lijkt wel dat er iemand in de tuin staat. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Tis precies dater_ .
t is dat er |
|||
informant | Ja. Tis precies dater iemand in den hof staat he. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant |
[a] Wa soort boeken herre gekocht? [/a]
her re |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=495] Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien. [/v] | |||
hulpinterviewer | ggg | |||
informant |
[a] Ik peis dage veel zout moete weg smijte. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=497] Hij is alle kapotte spullen wag aan het gooien. [/v] | |||
informant |
[a] Hij is al zenne kapotten brol eweg aant smijte. [/a]
aan t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Wie heeft jou op de kermis gezien? [/v] | |||
informant |
[a] Wie heetu op de kermis gezien? [/a]
hee t u |
tagging | ||
hulpinterviewer | Komen de volgende zinnen voor in het dialect van Overijse. Zo ja hoe zeg je ze? | |||
hulpinterviewer | [v=003] Ik denk dat Marie heeft probere van hem een brief te schrijven. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n ]Da zegge wijle ni. [/a] | |||
informant | [a] Ik peis da Maria hee geprobeerd van em nen brief te schrijve. [/a] [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. [v=022] Er wil niemand ni dansen. [/v] | |||
informant | [a=j] Daar wil niemand ni danse. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Vertel maar ni _ . [v=027] Vertel maar ni wie zij ad kunne roepe. [/v] [a=n] [/a] | Nee blijkt uit discussie. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=027] Vertel maar ni wie dasaa kunne roepe. [/v]
da s aa |
tagging | ||
informant | [a=g] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=029] Vertel mij eens of zij ha kunne roepe. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Da zegge wijle ni. [/a] | tagging | ||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | [v=030] Vertel mij eens of da zij ha kunne roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zo iet zegge wijle ook ni. [/a] Die of is der te veel aan bij ons. | |||
informant | Ni. Die of valt er bij ons af. Ja. | |||
veldwerker | [v] En welke zegt ge t meeste? Vertel maar niet wie zij had kunne roepe? Of vertel mij eens wie dat zij had kunne roepe? [/v] | |||
informant | [a] Vertel mij eens wie da zij wie da zij ha kunne roepe. Wie da zij. Ja. [/a] [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=086] Ik weet dat Eddy morgen wil brood ete. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da wet gezeit. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Eddy moet kunne vroeg opstaan. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Dat is ook juist. [/a] | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik probeerde tomaten te kweke. Maar die kegen die _ . [/a] | Vraag niet gesteld. Onmiddellijk antwoord op [v=004]. | ||
hulpinterviewer | [v=088] Ik weet da Jan moet een nieuw schuur bouwe. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=093] Ik vind da Maria moet naar Jef belle. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] | Knikt ja. | ||
hulpinterviewer | [v=102] Ik weet da Jan moet spijtig genoeg vertrekke. [/v] | |||
informant | [a=n] Spijtig genoeg moet vertrekke. [/a] | |||
veldwerker | [v=093] Maar ge kunt wel zegge ik vind da Marie moet naar Jef belle? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ik vind da Marie moet naar Jef belle. [/a] | tagging | ||
informant | Ja. Ik vind da Marie moet naar Jef _. | |||
hulpinterviewer | [v=107] Ik weet dat Henri mag ni komme. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da zegge we ni. Ni mag komme. [/a] | |||
informant | Ni mag komme. | |||
hulpinterviewer | [v=114] Ik weet da Jan wil varkens kope. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da wel. [/a] | |||
informant | Mmm. | |||
hulpinterviewer | [v=501] Marie zit te stoofperen schille. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da ni. [/a] | |||
informant | Marie? | |||
hulpinterviewer | Stoofperen te schelle. | |||
informant | Te schelle. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Ik vin dat iedereen moet kunne zwemme. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=g] Da zegge we. [/a] | |||
informant | Ja. Ik vin da. Ik vin da ook. | |||
hulpinterviewer | [v=077] Ik vin da iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da zegge we ni. [/a] | |||
informant | Ni. Kunne zwemme. | |||
hulpinterviewer | [v=080] Ik vin dat iedereen | |||
hulpinterviewer | kunne zwemme moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
informant | Moet kunne zwemme. | |||
hulpinterviewer | [v=082] Ik vind dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Ik vin dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Hij wil geen soep ni meer ete niet ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | Da zegge we ni. Punt. | |||
informant | [a=n] Nee. Hij wil geen soep ni meer ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Zitten hier nieverans geen muizen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Zitten hier nieverans gee muizen? Ja. [/a] | tagging | ||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=146] Hij spreekt ni goed geen Frans. [/v] | |||
hulpinterviewer | Da wort ni gezegd. | |||
informant | [a=n] Nee. Hij spreekt ni goed Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hij spreekt zo goed geen Frans? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij spreekt zo goed geen Frans? Nee. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=006] Gisteren wandeldiede door t park. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ja. [v=023] Els wil ni danse en ze wil ni zinge ook ni. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Iedereen is gene stielman. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Dat is juist. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=149] Hij heet overal geen vrienden. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | Of kameraden. Vrienden of kameraden. | |||
informant |
[a=j] Das goed he. [/a] Vrienden of kameraden.
da s |
|||
hulpinterviewer | En. [v=154] Boeken hee Jan drie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da zegge we ni he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan heet drie boeken. [/a] | |||
informant | Heet drie boeken. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=156] Jan weet datem voor drie uur de wagen moet hemme gemaakt. [/v]
dat em |
|||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Jan weet datem voor drie uur
dat em |
|||
informant | Jan weet datem voor drie uur | |||
hulpinterviewer | de wagen of den auto ja den auto | |||
informant | of den auto | |||
hulpinterviewer | zal moete gemaakt hemme. [/a] Of moet gereed hemme. [/e=1] | |||
informant | xxx Of moet gereed hemme. | |||
hulpinterviewer |
[v=157] Jan weet datem voor drie uur den auto moet gemaakt emme. [/v]
dat em |
|||
informant | Ja | |||
hulpinterviewer |
Datest.
dat es t |
|||
informant | [a=g] Ja. Ja. Moet gemaakt hemme. [/a] | tagging | ||
commentaar | | |||
hulpinterviewer |
[v=160] Jan weet datem voor drie uur den auto gemaakt moet emme. [/v]
dat em |
|||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | [a=n] Nee. Wijle zegge altijd moet gemaakt hemme. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=161] Jan weet datem voor drie uur de wagen gemaakt hebbe moet. [/v]
dat em |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggeme zeker ni. [/a]
zegge me |
|||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer |
[v=260] Wa peisde dakik in t stad gezien em? [/v]
peis de da kik |
|||
informant |
Ja. Das goed.
da s |
|||
veldwerker | [v] Kunt ge ook zegge wa denk je wie ik i de stad gezien heb? [/v] | |||
hulpinterviewer | Wa denk je wie ik in de stad ontmoet heb? | |||
informant |
[a=j] Wa peisde wie dak in de stad gezien hem ist dan he. [/a]
da k is t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=262] Wie peisde wie ik in de stad ontmoet em? [/v]
peis de |
|||
informant | xxx. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Die wie staat daar ne keer te veel in. [/a] | |||
informant | Nee. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=248] Ik doen wel efkes de sjatten afwasse. [/v] | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=296] Zout hij da goed gekund hemme. [/v] Maar hebben gekund ni. | |||
informant | Nee. Gekund hemme. | |||
veldwerker | [v] Maar ni zou hij da gedaan hemme gekund? [/v] | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | [a=n] Nee. Zeker en vast ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=150] Hij wit alles ni van de zaak. [/v] | 1 antwoord voor de twee vragen. | ||
hulpinterviewer | [v=151] Hij eet altijd genen tijd. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | Nee. Ja. | |||
informant | [a=j] Hij wit alles ni van die affaire want hij et altijd genen tijd. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=261] Wa peisde gijle hoe daset zijle emmenop gelost? [/v]
peis de da se t emme n op |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | Ja. Ja. | |||
informant | Ge kunt misschien nog anders. Wa peise gijle hoe da zijle da emme op gelost. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=297] Zou hij da gedaa gekund emme? [/v] | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | [a=n] Nee. Zou ij da gekund emme? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Ik em geen goesting en voeiere de koeien. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Nee. Das ook iet ni.
da s |
|||
informant | [a=n] Nee. Ik em geen goesting de koeien ete te geve. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ja. Ik em geen goesting _ . [/e=1] | |||
informant | [a] Ik em geen goesting voor de koeien ete te geve. [/a] | |||
hulpinterviewer | De politie _ . | |||
hulpinterviewer |
[v=316] De politie zou bij em komme en nemenem mee. [:v]
neme n em |
|||
hulpinterviewer | En em mee neme. | |||
informant | [a=n] De politie zou bij um komme en um mee neme. [/a] Um. Um mee neme. | |||
hulpinterviewer | [v=317] Maria al er koeien zen verdronke bij d overstroming. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Ja. Das _ .
da s |
|||
informant | [a=j] Ja. Maria al der koeien zen verdronke bij d overstroming. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | Vraag niet gesteld onmiddellijk antwoord op [v=319]. | ||
hulpinterviewer | [a] Daar peis ik ni aan. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ik denk _ . | |||
informant | [a] Daar peis ik ni op. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Daar peis ik ni op. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Diene rare jong ben ik mee naar de markt geweest. [/v] | |||
informant | [a=n] Met diene rare jong zen ik naar de markt geweest. [/a] | |||
hulpinterviewer | Mmm. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v] Diene rare jong hem ik mee naar de markt geweest? [/v] | |||
hulpinterviewer | xxx. Nee. Ja. | |||
informant | [a=n] Nee. Me diene rare jong. Me [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=322] Ik em al de eerste drie sommen gemaakt. De welke herre gij gemaakt? [/v]
her re |
|||
hulpinterviewer | Da zegge wijle. Ja. | |||
informant |
[a=j] Ja. Ik em al de eerste drie sommen gemaakt. De welke herre gij gemaakt of gedaan? [/a]
her re |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=329] Ik geloof deze jong vinne ze allemaal wel vriendelijk. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik geloof dase deze jong wel allemaal vriendelijk vinne. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer | [v=323] De wat voore waffere heb jij al weg gebracht? [/v] Da verstaan ik ni. | |||
informant | [a=n] Nee. Da zen woorden die wij ni begrijpe. Wat vooore en waffere. [/a] | |||
informant | [a] Waffere wel. Waffere da is de welke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant |
Wafferen herregij weg gebracht? Ja.
her re gij |
|||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | De welke. De waffere. Maar da wet zo veel ni meer gebruikt. | |||
hulpinterviewer | Nee. We verstaan da nog. | |||
informant | We verstaan da nog maar _. De welke. | |||
hulpinterviewer |
De welke gaan we nu eerder zegge. Vroeger zout wel de waffere geweest emme.
zou t |
Dus [a=j] Constructie geweest emme. | ||
informant | _ de waffere geweest emme. Ja. Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=347] Ik weet dat ij is gaan zwemme. [/v] | |||
informant |
[a=g] Ik weet datenes is gaan zwemme. [/a] Ik weet daten is gaan zwemme.
dat en es |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Wel ja. [v=350] Ik weet dat ij gaan zwemmenes. [/v]
zwemme n es |
|||
informant |
[a:=n] Ik weet daten gaan zwemmenes. [/a]
dat en zwemme n es |
tagging | ||
hulpinterviewer | Nee. [v=352] Ik weet dat ij zwemme gaan es. [/v] | |||
informant | [a=n] Ook ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=353] As gijle vraagt wille nog koffie Jan? Kan Jan dan antwoorde jak? [/v] | |||
hulpinterviewer | Jak. Ni. | |||
informant |
[a=n] Jak. Maar das van ons streek ni. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Wilt een sjat koffie Jan. Dan zeitem ja ik wil. [/e=1]
zei t em |
|||
hulpinterviewer | [v=364] Es um dood? [/v] | |||
hulpinterviewer |
Esn dood?
es n |
|||
informant | [a=j] Esn dood? [/a] Esn dood? | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=387] Wanneer zal de wereldvrede komme? Nooitni. [/v]
nooit ni |
|||
hulpinterviewer |
Wanneer zal de wereldvrede komme? Nooitni.
nooit ni |
|||
informant | Ja. da blijft he. | |||
informant |
[a=j] Nooitni. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=399] Rosa probeerde om niemand zeer te doen. [/v] | tagging | ||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Of pijn te doen. | Geen om. | ||
informant | [a=n] Rosa probeerde voor niemand zeer of pijn te doen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=400] t Beloof weer ne schone dag te werre. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | Oei. Oei. [v=417] Misschien ga ket ik wel krijge. [/v] [a=n] Nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
Da zegge wijle _ . Misschien gonek da krijge.
gon ek |
|||
informant |
Misschien ga ik et wel krijge. Misschien gonekik da wel krijge. Gonekik da wel krijge. Ja wel krijge. [/e=1]
gon e kik |
|||
hulpinterviewer |
[v=418] Teidergij op duwe? [/v]
tei der gij |
|||
informant |
Durfdergij op duwe ist da? [a=j] Teidergij op duwe. [/a]
durf der gij is t tei der gij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=419] Teidemgij uit nodige? [/v]
tei dem gij |
|||
hulpinterviewer | Uit nodige. | |||
informant |
[a=j] Teidengij uit nodige. Ja. [/a]
tei den gij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=401] Tis misschien beter om nog e beetje te wachte. [/v]
t is |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | Da blijft. | |||
veldwerker | Kunt ge dan ook zegge voor nog een beetje te wachte? | |||
informant |
Voor? Tis nog _.
t is |
|||
hulpinterviewer |
Tis nog misschien beter voor nog e beetje te wachte. Ja. [/e=1]
t is |
tagging | ||
informant | Ja. Voor nog e beetje te wachte. | |||
hulpinterviewer | [v=402] We adde de chance om em direkt vrum te vinne. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da blijft. [/a] | |||
veldwerker | [v] En kunt ge daar ook zegge voor? [/v] | |||
hulpinterviewer | We adde. Vrum te vinne. [/e=1] | |||
informant |
[a] Nee. Wemme de chance gad van em direkt vrum te vinne. [/a]
w emme |
tagging | ||
hulpinterviewer | Nee. | |||
hulpinterviewer |
[v=420] Durfdeze gij uitnodige? [/v]
durf deze |
|||
hulpinterviewer |
Durfdeze gij uitnodige? Nee.
durf de ze |
tagging | ||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ja. | Leest mee op blad. | ||
informant |
Durfdegij deze uit_ . Durfdegij diene uit nodige.
durf de gij |
|||
hulpinterviewer | Ja. Da wel. | |||
informant |
Durfdegij dien uit nodige. Maar tis dien he. [/e=1]
durf de gij t is |
|||
hulpinterviewer | [v=423] Heb je me jij die brief op gestuurd? [/v] | | ||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
Herregijmij diene brief op gestuurd? [/e=1]
her re gij mij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=425] Ze leeft zij op water en brood. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ze leeft op water en brood. [/a] | tagging | ||
informant | Ze leeft op water en brood. | |||
hulpinterviewer | [v=427] Wijle zen wij daar nog nooit geweest. [/v] | |||
hulpinterviewer | xxx | |||
informant |
[a=n] Wijle zen daar nog nooitni geweest. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=428] Maria zei da we wij zulle winne. [/v] | |||
hulpinterviewer | Maria zei da wijle zon winne. | |||
informant | [a=n] Maria zei da wijle _ . Of da wijle gaan winne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=429] Hij kan hij daar ook niks aan doen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Hij kan hij daar ook niks aan doen. [/a] | tagging | ||
informant | Hij kan hij daar ook niks aan doen Hij kan hij daar ook niks aan doen | |||
hulpinterviewer |
[v=430] Ik peis datem hij morgen ook komt. [/v]
dat em |
|||
hulpinterviewer |
Ik peis daten morgen ook komt.
dat en |
|||
informant | [a=n] Ik peis daten morgen ook komt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=459] Hij heet den bal gesmete in de mand. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij heet den bal in de mand gesmete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=486] Da boek beloof mij da ge nooit ni meer zult verstoppe. [/v] | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | [a=n] We begrijpe de zin er ni van. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=487] Wa zegt mij dage gekocht het. [/v]
da ge |
|||
informant | Die wat daar tussen he. | |||
hulpinterviewer |
Wa zegde mij dage _ .
zeg de da ge |
|||
informant | [a=n] Wa zegde mij dage gekocht het. [/a] | |||
hulpinterviewer | gekocht het. Ja. | |||
informant |
Wa zegde mij wa wa dage gekocht het gekocht het. [/e=1]
zeg de da ge |
|||
hulpinterviewer |
[v=530] Maria zei dagij Pierre nen boek het geprobere te kope. [/v]
da gij |
|||
informant |
[a=n] Marie zeit dagij aan Pierre geprobeerd het van nen boek te verkope. [/a]
da gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=531] Julie peisde dakik Anna had geprobeerd ne cadeau te geve. [/v]
da kik |
|||
informant |
[a=n] Julie peisde dakik Anna geprobeerd ha ne cadeau te geve. [/a]
da kik |
|||
hulpinterviewer | ggg | |||
hulpinterviewer |
[v=532] Karel wit dagij het geprobeerd Maria nen boek te verkope. [/v]
da gij |
|||
informant |
Awel ja. [a=n] Karel wit dagij geprobeerd het Maria nen boek te verkope. [/a]
da gij |
|||
hulpinterviewer | [v=227] As Frans zeit hij slaapt. Kan Jan dan antwoorde hij doet? [/v] | |||
hulpinterviewer | Hij doet. Nee. | |||
informant |
Of daten slaapt. Hij doet as of.
dat en |
|||
informant | Da gaat ge in t Hoeilaarts terug vinde. In t oud Hoeilaarts. | |||
informant | [a=n] As Frans zeit hij slaapt. Kan Jan dan antwoorde ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] As Frans zeit hij slaapt. Kan Jan dan antwoorde toet? [/v] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | [a=j] Ja. Toet. Wort voor ja gebruikt. Ja. Ja. Toet wort voor ja gebruikt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=243] As Frans vraagt slaapt hij slaapt hij. Kan Jan dan antwoorde ie doet? [/v] | |||
informant | Toetoet. | |||
informant | [a=n] Nee. Toet of _ . [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=244] As Frans zeit hij slaapt toch ni. | |||
hulpinterviewer |
Kan Jan dan antwoorde toetoet? [/v]
t oet t oet |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=485] As Frans vraagt zal ik vana_ deze avond koke? Kan Maria dan antwoorde da doe maar? [/v] [a=n] [/a] | Uit wat volgt blijkt antwoord nee. | ||
hulpinterviewer | Dat doe maar. | tagging | ||
hulpinterviewer | Dat doe maar. Ja. Ja. | |||
informant | Wel daar komde weer op diene doet van Hoeilaart. | |||
hulpinterviewer | [v=036] Da zen Marie en Pierre. Marie en Pierre wijze naar _ . [/v] | |||
hulpinterviewer | Naar één. | |||
informant | [a] Naar één. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Naar elkaar is naar één. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=037] Dat is Toon. Toon wast _ . [/v] | |||
informant | En dat is? | |||
hulpinterviewer | Wast um. | tagging | ||
informant | [a] Wast um he. Ni wast zichzelf he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=039] En dat is Fons. Fons zag een slang nevest _ . [/v] | |||
hulpinterviewer | Nevest um. Ja. | |||
informant | [a] Fons zag een slang nevest um. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | ggg | |||
hulpinterviewer | [v=136] Jan en heet ni veel geld ni meer. [/v] Jan en heet ni veel geld ni meer. Jan en heet ni veel geld ni meer. | Op 2930 sec vraag hernomen. | ||
informant | [a=j] Jan en hee ni meer veel geld. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=141] Ik geef niks aan een ander ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | Diene ni is te veel. | |||
informant | [a=n] Ik geef niks aan een ander. Diene nier ni bij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=142] Niemand wil ni werke ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Diene ni is weer te veel. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ja. Ja. | |||
informant | Daar woder die t gebruikte. Roger Reynders gebruikte da nog altijd. Da moe wel vroeger bestaan hemme want Roger die gebruikte da nog. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
Mmm. [v=388] Wie heet den auto mee genome? Niemandni. [/v]
niemand ni |
|||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant |
[a=j] Niemandni. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=389] Waar groeit het geld aan de bomen? Nieveranstni. [/v] ggg
nieveranst ni |
|||
informant | [a=j] Nieveranstni. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Wat is rond _ . [v=390] Wat is rond en vierkant tegelijk? [/v] | |||
hulpinterviewer | Niks. Niks zegge wijle. Maar hier staat niks ni. Diene ni is weer te veel. | |||
informant |
[a=n] Niks. Niksni. Diene ni daar ni bij. [/a]
niks ni |
|||
hulpinterviewer |
[v=391] Welke koeien heetem gemolke? Geen enkel. Geen enkel niet. [/v]
heet em |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Diene niet staat weer te veel. Geen enkel. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | [v=475] Louisa hee nu meer koeien dan ze vroger ha en had. [/v] | |||
hulpinterviewer | Staat hier. | |||
informant | Ja. Louisa hee meer koeien dan ze vroeger haa. | |||
hulpinterviewer | Nee en niet. | |||
informant | Nee. | |||
veldwerker | En en ha? | |||
informant | Daar zen wel oudere mensen gebruikte da en ha nog zenne. | |||
hulpinterviewer | Da ze vrogere en ha. | |||
informant | Die hemme da nog gebruikt. Da ze vroeger en ha. | |||
hulpinterviewer |
Ja. Pas op. Das juist wa dage zegt. As ge da zag
da s da ge |
|||
hulpinterviewer |
Asge terug gaat he.
as ge |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Louisa hee nu meer koeien dan ze vroeger en haa. [/a] | tagging | ||
informant | Ja. En had. | |||
hulpinterviewer | En ha. Ja. | |||
informant | Dus die twee zijn even goed. En ha mag er bij. Ja. [:e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=479] Hier is alles wa dakik gekregenenem. [/v]
da kik gekrege n en em |
|||
hulpinterviewer |
Of gekregenem.
gekrege n em |
|||
informant |
Hier is alles wa dak gekrgenem.
da k |
|||
veldwerker | En em ook? | |||
informant | [a=j] En em? Ja da kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Vroeger jaren. Da zegt ons nog altijd iets. | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant |
xxx. Tis eigenlijk de twee zouk toch zette. [/e=1]
t is zou k |
|||
hulpinterviewer | [v=136] Jan en hee ni veel geld ni meer. [/v] | |||
informant | Ja. Ni meer he. | |||
hulpinterviewer | Jan en heet ni veel geen geld ni meer. | |||
informant | [a=n] Jan en hee ni veel geld ni meer of Jan en hee geen geld ni meer. [/a] | tagging | ||
informant | Ge kunt de twee ebbe. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=472] En hee Gerard gebeld? [/v] | |||
hulpinterviewer | En heet Gerard gebeld? | |||
informant | [a=j] En hee Gerard gebeld? [/a] | tagging | ||
veldwerker | En hee? | |||
algemene gegevens | Twijfel. Misschien en pauze hee Gerard gebeld? | |||
hulpinterviewer | [v=473] En pas op. [/v] [a=n] [/a] | Nee blijkt uit wat volgt. Wat wel voorkomt is en pauze pas op maar niet met negatiepartikel. | ||
hulpinterviewer | En pas op he. | |||
informant | En pas op. Ja. En pas op. En pas op he mannetje. | |||
hulpinterviewer | [v=476] As Susanne en had kunne komme dan had ze da gedaan. [/v] | |||
hulpinterviewer |
As Susanne aa kunne komme dan aazeda gedaan. Diene en _ .
aa ze da |
|||
informant | [a=n] As Susanne aa kunne komme dan aazeda gedaan. [/a] | |||
veldwerker | Dus ni | |||
hulpinterviewer | Nee. [/e=1] | |||
informant | Nee. | |||
veldwerker | en aa kunne komme? | |||
hulpinterviewer |
[v=477] Zij is den besten dokter dakik en ken. [/v]
da kik |
|||
hulpinterviewer | Diene en _ . | |||
informant |
[a=n] Zij is den besten dokter dakik kin. Ja. [/a]
da kik |
|||
hulpinterviewer |
Voor [v=478] Voor dagiet en weg smijt _ . [/v]
da g iet |
|||
hulpinterviewer |
Diene en staat daar. Voor dagiet eweg smijt moerre moerre _ .
da g iet moe re |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Voor dagiet eweg smijt moerre telefonere. [/a]
da g iet moe re |
|||
hulpinterviewer |
Hier is alles watakik gekrege em.
wa ta kik |
Vraag niet gesteld. Onmiddellijk antwoord op [v=479]. | ||
hulpinterviewer |
[a=n] En em ni he. Hier is alles watakik gekrege em. [/a]
wa ta kik |
|||
informant |
Nee. Gekregenem.
gekrege n em |
|||
informant |
Get weer t zelfde. Een generatie vroeger ist nog en em.
is t |
|||
informant | Kem da nog hore gebruike maar zelf ni meer gebruikt. | |||
hulpinterviewer | [v=480] Jan en is te gierig om iets aan zen kinderen te geve. [/v] | |||
hulpinterviewer | Jan. Ja. En is te gierig. Ja. | |||
informant |
[a=n] En is te gierig. Maar as we zegge en is te gierig nu in ons ding vervangta Jan. [/a]
vervang ta |
|||
hulpinterviewer | Ja. En is te gierig. Ja. | |||
informant | Da vervangt Jan. Hij is te gierig. En is te gierig voor iet aan zen kinderen te geve. | |||
veldwerker | Ja. | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant |
Dan vervangtet al Jan.
vervangt et |
|||
informant | Nee. Nee. [/e=1] | |||
veldwerker | Dus ni Jan en is te gierig? | |||
hulpinterviewer | [v=481] As of gij iet van voetbal en wit. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Of da gij iet van voetbal kint he. [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=226] As Julien zeit hij slaapt. Kan Lisette dan antwoorde hij en hij en doet? [/v] | |||
hulpinterviewer | Nee. Ja hij slaapt. | |||
informant | [a=n] Nee. Ja. Hij slaapt. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=474] t En was maar juist genoeg. [/v] Ja. Ja. | |||
informant | [a=n] t Was maar juist genoeg. [/a] t Was maar juist genoeg. | |||
hulpinterviewer | [v=170] Pol is Rosa en Louise hun broer. [/v] | |||
hulpinterviewer | Heule broer. | |||
hulpinterviewer | [a=j] Pol is Rosa en Louise heule broer. [/a] Heule broerke. | tagging | ||
informant | Paul? | |||
hulpinterviewer | [v=173] Diene auto is Jans. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] Jans? | |||
hulpinterviewer | [v=174] Die Diene velo is mijns. [/v] | |||
informant | [a=n] Die fiets me mijns daar onder te zien is de mije. [/a] | |||
informant | Diene auto is den uve. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=368] Me hij te werke moeszij den helen dag thuis blijve. [/v]
moes zij |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Of me ij te gaan werke te werke ja. Te werke of te gaan werke. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Me um te werke moesij den helen dag thuis blijve. [/v]
moes zij |
|||
informant | [a] Ja. Me ij. [/a] | |||
informant | Um is ij. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=395] Geloofdege ni datij gevallenes? [/v]
geloof de ge dat ij gevalle n es |
|||
hulpinterviewer |
Geloofdege ni datij gevallenes?
geloof de ge dat ij gevalle n es |
|||
informant |
[a=j] Geloofdegij ni datij gevallenes? [/a]
geloof de gij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Geloofde ni datij gevalle heeft. [/v] [a=n] Da zegge we ni. [/a]
geloof de dat ij |
|||
informant | Nee. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=324] De zulke de zukken zaakik ni durvenopete. [/v]
zaa kik durve n op ete |
|||
informant |
[a=j] De zukken zaakik ni teirenopete. [/a]
zaa kik terire n op ete |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=325] De die zaakik ni teirenopete. [/v] Da zegge wook.
zaa kik teire n op ete w ook |
|||
informant | Ja. | |||
informant |
[a=j] De die die zaakik ni teirenopete. [/a]
zaa kik teire n op ete |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=494] Ik vin da Jan beter den dokter kon emme geroepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ik vin dat Jan beter den dokter _ . Ja. | |||
informant | [a=n] Ik vin da Jan beter den dokter ha geroepe he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=506] Herregij aan Jan gezien? [/v]
her re gij |
|||
informant | [a=n] Herregij Jan gezien? [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=517] Robert hee drie groene appelen en Marie of Maria heeter drie rode. [/v]
hee t er |
|||
informant |
[a=j] Robert hee drie groene appelen en Maria heeter drie rode. [/a]
hee t er |
tagging | ||
informant | Ja. Heeft er. | |||
veldwerker | [v] En kunt ge die er ook late weg valle? Hee drie rode? [/v] | |||
hulpinterviewer |
Maria heeft heeter drie. [/e=1]
hee t er |
|||
informant | [a=n] Nee. xxx [/a] | |||
hulpinterviewer | Ik _ . [v=424] Ik em um et gegeve. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Ik emetum _ .
em et um |
|||
informant | [a=n] Ik emetum gegeve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=001] Maria peist datij ha wille naar huis. [:v]
dat ij |
|||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant |
[a=n] Maria peist datij naar huis wilt. [/a]
dat ij |
tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Wilt of zou wille. [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=162] Maries auto is kapot. [/v] | Vraag hernomen op 3663 sec. | ||
informant | [a] Maries heuren auto is kapot. [/a] | Maries hier een naam en niet Marie s. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=193] Dat is zo zeker als één en één twee is. [/v] | |||
informant |
[a] Das zo zeker as één en één twee is he. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=253] Op zondag ginge we met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v] ggg | |||
informant | [a] s Zondags zen we me heel de familie naar de zee geweest en t was er plezant. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=255] In het dorp waar ik woon staat een oude kerk. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Pardon. Kzen mis. In het dorp waar ik woon staat een oude kerkje.
k zen |
|||
informant |
[a] In t dorp waar dak woon staat een oud kerkje. [/a]
da k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=256] Op de dag dat we aan kwamen regende et. [/v] | |||
informant |
[a] Op den dag dame aan gekomme zen regendet. [/a]
da me regende t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Das _. [v=257] Dat is iets wat heel mooi is. [/v]
da s |
|||
informant |
[a] Datis iet watdat heel schoon is. [/a]
dat is wat dat |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=308] Zou hij dat hebben kunnen doen? [/v] | |||
informant |
[a] Zoudijda emme kunne doen? [/a] Zoudijda emme kunne doen?
zoud ij da |
tagging | ||
informant |
[a] Of kunne doen emme. Zoudijda kunne doen emme? [/a]
zoud ij da |
|||
informant | Emme kunne doen. Ja maar ik denk toch da kunne doen emme meer is. [/e=1] | |||
veldwerker | En hebbe kunne doen ook? | |||
hulpinterviewer | [v=164] Piets auto is kapot. [/v] | |||
informant | Piet zenne _ . Pierre zenne. Ja. [a] Piet zenne auto is kapot. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=166] Die mans auto is kapot. [/v] | |||
informant | [a] Die man zenne auto is kapot. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Marie haren auto is kapot he. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=163] Zegt ge Marie haren auto is kapot of Maries haren auto is kapot? [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=393] Niet vertelle dat je een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
informant |
[a] Ni vertelle dage ne cadeau voor um et gekocht. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=492] Hij is vorige week door de dokter geopereerd. [/v] | |||
informant | [a] Hij is verleden week door den dokter gopereerd. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge ook zeggen van den dokter? [/v] | |||
informant | Van den dokter? | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | [a] Wijle gebruike door den dokter. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Of van den dokter verleden week. [/a] | |||
informant | Ja van den dokter gopereerd. Ja. | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | We gebruike de twee. Maar ik voor mij zal meest door gebruike maar ander gaan misschien van gebruike. | |||
veldwerker | [v] En kunt ge ook zegge hij is vorige week door de dokter gopereerd worde? [/v] | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. Nee. Hij is verleden week door den dokter gopereerd. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=493] Hij wot morgen door de dokter geopereerd. [/v] | |||
informant | [a] Hij wet morgen door den dokter gopereerd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=049] Ik heb me daar goed geamuseerd. [/v] | |||
informant |
[a] Ik emmij daar goed gamuseerd. [/a]
em mij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=050] Ze heeft zich niet geamuseerd op het bal. [/v] | |||
informant |
[a] Zeet er op da bal ni gamuseerd. [/a]
z eet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=275] Je herinnert je toch wel dat je me toen onder die ladder door liet lope. [/v] | |||
informant |
[a] Ge rappeleeta toch dage mij toen onder die ladder late door lope et. [/a]
rapeleet a da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
informant | [a] Ik rappeleer me nog dat iemand ons altijd riep. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakken. [/v] | |||
hulpinterviewer | Hij voeldenem door t ijs _ . Ja. | |||
informant |
[a] Hij voelde zich door t ijs zakke. [/a] Da weet ik nog wadata is. Kem et ook gad.
wa da ta k em |
tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge zowel zegge hij voelde zich as hij voelde em door t ijs zakke? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij voeldenem. Hij voeldenum. [/a]
voelde n em voelde n um |
|||
informant | Nee. Nee. Nee. | |||
veldwerker | Wa zegt ge hem of zich? | |||
hulpinterviewer | Um. Hem. | |||
informant | Hem he. | |||
hulpinterviewer | Em. Um. | |||
informant |
Hij voelde _. Hier ist hij voelde zich door t ijs zakke. Hij voeldenum door t ijs zakke. [/e=1]
is t voelde n um |
|||
hulpinterviewer | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we bij Marieke langs ginge. [/v] | |||
informant |
[a] Ge rappeleeta toch wel dame langs bij Marieke ginge. [/a]
rappeleet a da me |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=293] Ze herinneren zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
informant |
[a] Ze rappelereneule nog iet maar ni alles ni meer. [/a]
rappelere n eule |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
informant |
[a] In diene tijd leefdekerik op los. [/a]
leefde k er ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=337] Vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
informant |
Vroeger leefdenij _. [a] Vroeger leefdenij lijk een beest. [/a]
leefde n ij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=338] Daar leefden wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
informant | [a] Daar leefde wijle gelijk God in Frankrijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
informant | [a] Toen leefde gij gelijk ne koning. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=412] Er waren veel mensen op het feest. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Daar ware _. [a] Daar was veel volk op t feest. Daar ware veel mense op t feest. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=413] Jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kon komen. | |||
informant |
[a] Spijtig dak gisteren a verjaardag ni kunne kommenem.
da k kommen em |
tagging | ||
hulpinterviewer | Waren er veel mensen op het feestje? [/v] | |||
informant |
Warener veel mensen op t feest? Waser veel volk op t feest? [/a]
waren er was er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=524] Wie heb je gezien? [/v] | |||
informant |
[a] Wie herre daar gezie? [/a]
her re |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=002] Ik heb da gezegd gehad. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik em da gezeid gad. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=357] As Frans zegt er komt morgen iemand langs. Kan Marie dan vragen wie dat? [/v] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | As Frans zeit daar komt morgen iemand allee. Kan Marie dan vrage wie? | |||
hulpinterviewer | [a=j] Of wie da. Da blijft t zelfde. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=408] Op dit feest wordt er veel gedanst. [/v] | |||
informant |
[a=j] Op op tees feest werter veel gedanst. [/a]
wert er |
tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge die er late weg valle? [/v] | |||
informant | [a=j] Op tees feest. Wet veel gedanst. Ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Wordt veel gedanst? | |||
hulpinterviewer | Alle twee. [/e=1] | |||
informant |
Of worter is ook goed he.
wort er |
|||
hulpinterviewer | [v=409] Nu wordt er nog alleen maar brood verkocht in die winkel. [/v] | |||
informant |
[a=j] Nu werter nog alleen maar brood verkocht in diene winkel. [/a]
wert er |
tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge hier die er late valle? [/v] | |||
informant |
[a=n] Er ziter tussen in he. [/a] [/e=1]
zit er |
|||
hulpinterviewer |
[v=414] Gisteren stonter ene rare man in de tuin. [/v]
stont er |
|||
informant |
[a=j] Gisteren stonter ne rare vent in den tuin of ne rare man. [/a]
stont er |
tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. In den hof. Ja. [/e=1] | |||
informant | In den hof. In den hof. | |||
hulpinterviewer | [v=482] Dat boek leg neer. [/v] | |||
informant | [a=n] Legt diene boek neer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=483] Als je echt niet kunt wachte dan dan kom maar. [/v] | |||
informant |
[a=n] As gecht ni kunt wachte komt dan maar. [/a]
g echt |
|||
hulpinterviewer | [v=484] Dat kijk maar. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Dat kijk maar. Das ook zo iets dak ni ni begrijp.[/a]
da s da k |
|||
veldwerker | Dan moogt ge naar de volgende gaan. | |||
hulpinterviewer | [v=369] Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit. [/v] | |||
informant |
Me ah ja. [a=j] Met metet sneeuwe koste we ni uit de stad. [/a]
met et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=358] Ik denk dat iemand de koekjes heeft op gegeten maar ik weet niet wie dat. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik peis dater iemand de koeken eet op geten maar ik weet ni wie. [/a]
dat er |
|||
hulpinterviewer | ggg | Hernemen van 057. | ||
veldwerker | [n] [v=057] En hoe zou je dan zegge as zij nog drie jaar leeft leeft ze langer dan haar moeder? [/v] | |||
informant |
[a] Asse nog drie jaar leeft leeft ze langer as er ma. [/a]
as se |
tagging | ||
veldwerker | [v=063] En als zij nog drie jaar leve leve ze langer dan Jean. [/v] | Hernemen van 063 | ||
informant | [a] As zijle nog drie jaar leve leve ze langer as Jean. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=067] Als Leo zo gevaarlijk leeft leeft hij leeft Leo niet lang meer. [/v] | Hernemen van 067. | ||
informant |
[a] As Leon nog zo gevaarlijk blijft leve dan leeften ni meer lang. [/a] [/n]
leef en |
tagging | ||
veldwerker | Eh. | |||
informant | Da wast. | was-t | ||
veldwerker | Da wast. | |||
commentaar | Spontaan gesprek. | |||
algemene gegevens | Overijse P133 1 augustus 2001 |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. | opmerking: zie veldwerk |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. | opmerking: zie veldwerk |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: n |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: j |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j zin: en onmogelijk |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j zin: en onmogelijk |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan smoort ne mie |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n vorm: K zak et ik opmerking: Jan en ekik onmogelijk |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
705 | Ze weet zij d'r niks van. |
komt voor
: n |
|
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
726 | Durfdetzegij vragen? | Indien geen (dubb) doorbreking subjecten met objectclitic: doorvragen naar 'durfetgij'. (invullen bij ANTWOORD 2); Indien ja in Oostkerke, Oostende, Hoek, Hulst, Oosteeklo, Poelkapelle, Herne: doorvragen naar 'durfdergij op duwen'. (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: haa |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: me |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: waale |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: makandere zin: vorm met ??n onmogelijk |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: n vorm: em |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n opmerking: steeds daar |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) | |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: asnen |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ek goan |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ek |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaa goat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa re |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: haa goat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat en |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zaa goat |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa se |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t goat |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa g et |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: me goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa me |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaale goat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa re gaale |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: az ekik ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging de gaa |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaa gingk |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging kik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaa gink |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gink haa |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: haa gink |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gink de gaa |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zaa gink |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: het ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: waale ginge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: ging de gaale |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: steeds 'als' |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaale ginge |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginke waale |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: n |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: n opmerking: werken steeds zonder zitten |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: j |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: um |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut