SAND-data Zoutleeuw (P112p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Zoutleeuw |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]P112[/k][h]675[/h][i]676[/i][i]677[/i][vw]ANS[/vw][/meta] | |||
commentaar | Spontaan gesprek. | |||
hulpinterviewer | [v=035] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant1 |
[a] Jan rappeleertem da vertelselke wel. [/a]
rappeleert em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Als ik eerlijk leef leef ik zo als mijn ouders willen. [/v] | |||
informant1 |
[a] Asich eerlijk zijn dan leefich gelijk men ouders et gewild emme. [/a]
as ich leef ich |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft heeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant1 |
[a] As die nog drie leeft dan leefter langer as zenne pa. [/a]
leef ter |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant1 | [a] De schrijnwerker hee geen nagels bij em. Bij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Bij em. ggg [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=040] Louis liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant1 | [a] Louis liet mich ver um werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorve is. [/v] | |||
informant1 | [a] Die weet ni da Marie gisteren al dood was. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant1 |
[a] Assij zo preculoos blijft leve leefter ni mie lang of maaktset ni mie lang. [/a]
as sij leef ter maakt se t |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=059] Als het nu nog leeft dan heeft het morgen ook nog dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ast nu nog leeft ja dan zalt morgen ooch nog wel leve zeker. [/a]
as t zal t |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=041] Jeanne liet zich mee mee drijve op de golven. [/v] | |||
informant1 | [a] Jeanne liet eur mee slepe be t water. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zich zelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant1 |
[a] toon bekeek bezag zeneige eens in de spiegel [/a]
zen eige |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 |
Mich hemter drie of vier en oh in den auto hemich één.
hem ter hem ich |
|||
informant1 | [v=061] Als jullie zo ongezond leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asdergellinks zo ongezond leeft dan leefder nooitni dan leefdegellinks dan leefdergellinks nooitni zo lang asich. [/a]
as der gellinks leef der nooit ni leef de gellinks leef der gellinks nooit ni as ich |
tagging | ||
informant1 | [v=063] Als ze voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asse ver hun werk leve dan leveze ni ver hun kinderen he. [/a]
as se leve ze |
tagging | ||
informant1 | [v=067] Als Marcel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As Marcel nog leeft dan leeft Leo ooch nog he. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Da hee nooitniemandni gewild of gekunne. [/a]
nooit niemand ni |
tagging | ||
informant1 | [v=045] Eduard kent zich zelf goed. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] ward kent zeneige goed he [/a]
zen eige |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | [v=046] Ward Ward heeft gehoord dat er foto's van zich zelf in de etalage staan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ward hee gehoord dat dau portretten van hem in in de venster ligge. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | [v=026] Jan had het hele brood wel wille op ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan haa t hiel brood wille op ete. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asder gezond leeft leefder langer he. [/a]
as der leef der |
tagging | ||
informant1 |
[v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leve dan levener veel mensen van werk in de fabriek. [/a]
leven er |
|||
hulpinterviewer | [a] As dau vuil mensen leve van te boere dan leve dau vuil dan leve dau vuil mensen in de fabriek. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] As dau zo weinig mensen van van te boere leve leve dau vuil mensen van t werk in t fabriek. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=070] Als Lisa en Pierre in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As Lisa en Pierre in t paradijs zijn dan leve | tagging | ||
hulpinterviewer | Rosa en Frans in d hel. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | [v=071] Als we rustig leve leve we gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Aswe gerust leve levewe gelukkig. [/a]
as we leve we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Als we eerlijk leve levewe gelukkig. [/v] | |||
informant1 |
[a] Aswe eerlijk zijn dan zijn we gelukkig. [/a]
as we |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant1 | [a] Leeft een beetje gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
informant1 | [a] Leeft een beetje minder preculoos he mijn vrienden. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
informant1 | [a] Ich peis da Marie hem zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ze gelooft dadegij eerder thuios zijt asich. [/a]
da de gij as ich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant1 |
[a] Gij gelooft zeker ni dater sterker sterker is asgij? [/a]
da ter as gij |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=218] Ze gelove dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ze gelove dawie rijker zijn aszelles. [/a]
da wie as zelles |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te hale. [/v] | |||
informant1 |
[a] Hede genoeg mensen voor hooi van het van t veld te hale? [/a]
he de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Het was lief van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant1 |
[a] Da vonich nu fijn zie van Jan voor te voor kome te werke. [/a]
von ich |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant1 | [a] Die ton is zwaar ver te drage. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant1 |
[a] We hope allemaal dawe op tijd zulle thuis zijn. [/a]
da we |
Vraag hernomen op einde. | ||
informant1 | [v=198] Hij kan staan zeure. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die kan ne keer zevere zie. [/a] | |||
informant1 | [v=200] Toen we aan kwame regende het. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ja aswe doe arriveerde regeldenet. [/a]
as we regel de n et |
tagging | ||
informant1 |
[v=215] Kgeloof da ik groter ben dan als hij. [/v]
k geloof |
|||
hulpinterviewer |
[a] Chgeloof da ich groter zijn ashij ze. [/a]
ch geloof as hij |
tagging | ||
informant1 | [v=219] We gelove dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Da geloof ich ni za da dadegijlins zo slim zijt aswij. [/a]
da de gijlins as wij |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | [v=220] Jullie gelove zeker niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gijlins gelooft zeker ni da die mensen armer zijn asgijlins. [/a]
as gijlins |
tagging | ||
informant1 | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gij gelooft zeker da Lisa zo schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=222] Hij gelooft dat Jules en Jan sterker zijn dan Gaston en Pierre. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die gelooft da Jules da Jules en Jan sterker zijn as Pierre en Gaston. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=249] De jongen wiens moeder gisteen hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Da manneke die zen ma gisteren hertrouwd is die stond achter mich. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie trok de sosse no eu toe. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=250] De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] De bank moezop zate was juist geverfd. [/a]
moe z op |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie geld hee moet mich maar e wa geve he. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | Mjn schoon broer die trouwde de week na os. | |||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant1 |
[a] Da mag niemandni zien en ich peis dadergijt ooch ni moog zien. [/a]
niemand ni da der gij t |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepe hebbe. [/v] | |||
informant1 |
[a] Das de man dieze geroepe emme. [/a]
da s die ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant1 | [a] Da is de man die het verhaal hee verteld. [/a] | Vraag hernomen op einde. Dan voorkeur voor verteld hee. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant1 | [a] Da is de man die ich peis da het verhaal hee verteld verteld hee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebbe. [/v] | |||
informant1 |
[a] Das de man die ich peis dase geroepe emme. [/a]
da s da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=397] Tschijnt dat ze niets mag ete. [/v]
t schijnt |
|||
informant1 |
[a] No tschijnt magse niks ete. [/a]
t schijnt mag se |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=398] Ze schijnt niets te moge ete. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ze mag no tschijnt niks ete. [/a]
t schijnt |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer |
[v=403] Tlijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v]
t lijkt |
|||
informant1 |
[a] Tis juist of dau iemand in den hof sta. [/a]
t is |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant1 |
[a] Wa boeken hedegij gekocht? [/a]
he de gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of waffer boeken. [/a] | |||
informant1 | [v=526] Wie heeft jou op de kermis gezien? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie heef euch op de kermis gezien? [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=162] Maries auto is kapot. Is kapot. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie heuren auto is kapot. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=193] Dat is zo zeker als één en twee. Als één en één twee is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das zo zeker as één en één twee is. [/a]
da s |
tagging | ||
informant1 | [v=253] Op zondag ginge we met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] E zondag ginkewe be d hiel familie no de zee.
ginke we |
tagging | ||
hulpinterviewer | Wat leuk was wat plezant was allé. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=255] In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] In t dorp woe ich woon doe sta een oud kerkske. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=256] Op de dag dat we aan kwame regende het. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Den dag dawe doe arriveerde regeldenet. [/a]
da we regeld n et |
tagging | ||
informant1 | [v=257] Dat is iets wat heel mooi is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das iet wa schoon is he. [/a]
da s |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | [v=308] Zou hij dat hebbe kunne doen? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Zouter da hebbe kunne doen. Of zouter da gedaan hemme? [/a]
zou ter |
tagging | ||
informant1 | [v=393] Niet vertelle dat je een cadeau een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge moet em ni zegge dawe ene ene cadeau voor em hemme gekocht he. [/a]
da we |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | [v=492] Hij is vorige week door de dokter gopereerd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die is vorige week door den dokter gopereerd. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | [v=493] Hij wordt morgen door den dokter gopereerd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die wordt morgen door den dokter gopereerd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=049] Ik heb me daar goed geamuseerd. [/v] | |||
informant1 | [a] Ich hem mich dau goed gamuseerd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=050] Ze heeft zich niet geamuseerd op het bal. [/v] | |||
informant1 | [a] Die hee eur ni gamuseerd op het bal. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=275] Je je herinnert je toch wel dat je me toen onder die ladder door liet lope. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ge rappeleert euch toch nog dader mich toen onder die ladder liet door lope. [/a]
da der |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ich peisder nog altijd op da mich iemand os altijd riep. [/a]
peis der |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakke. [/v] | |||
informant1 |
[a] die voelde zeneige door het ijs gaan [/a]
zen eige |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we bij Marieke langs ginge. [/v] | |||
informant1 |
[a] Da rappeleerder euch toch nog dawe bij Marieke voorbij kwampe. [/a]
rappeleer der da we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=293] Ze herinnere zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
informant1 | [a] Ze rappelere hun nog iet mo ni alles. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
informant1 |
[a] In dien tijd goonkech ne gang. [/a]
goonk ech |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=337] Vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
informant1 |
[a] Vroger leefder lijk e varken. [/a]
leef d er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=338] Daar leefde wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
informant1 |
[a] Doe leefdewe gelijk God in Frankrijk. [/a]
leef de we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
informant1 |
[a] Toen leefdegij gelijk ne koning. [/a]
leef de gij |
tagging | ||
informant1 | [v=412] Er ware veel mensen op het feest. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Doe was eens een volk op da feest. [/v] | tagging | ||
informant1 | [v=413] Jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kon kome. Waren er veel mensen op het feestje? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Spijtig dach gisteren ni eure verjaardag kos kome. Was doe veel volk? [/a]
da ch |
tagging | ||
informant1 | [v=036] Dit zijn Marie en Pierre. Marie en Pierre wijze naar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Da zijn Marie en Pierre. Marie en Pierre wijze no no makandere. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=037] Dit is Toon. Toon wast. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das Toon. Die wast ze lijf. [/a]
da s |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant1 | [v=039] Dit is Fons. Fons zag een slang naast. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das Fons. Die die zag een slang neve em op de bank. [/a]
da s |
tagging | ||
informant1 | [v=199] Hij staat te zeure. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die staat dau te zevere. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=223] Wees toch niet zo vervelend Jef. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zijt toch zo ambetant ni Jef. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v] Na het eten ga ik slape. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Noe het ete gaanich slape. [/a]
gaan ich |
tagging | ||
informant1 | [v=380] Dat is het huis dat ik gekocht heb. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das het huis dach gekocht hem. [/a]
da s da ch |
tagging | ||
informant1 | [v=224] Wees toch niet zo luidruchtig kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Maak toch zo veel lawaai ni. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
veldwerker | [n] [v=053] Ik leef gezond. [/v] | Extra vragen i.v.m. vertaalvragen nu al gesteld in afwachting van nieuwe informant. | ||
hulpinterviewer | [a] Ich leef gezond. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=018] Weet je dat Marie gisteren gestorve is? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Weede da Marie gisteren gestorve is? [/v]
wee de |
tagging | ||
veldwerker | [v] En zou je dan ook kunne zegge weet je dat Marie gisteren is gestorve? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Weede da Marie gisteren gestorve is? [/a]
wee de |
|||
veldwerker | [v] Weet je dat Marie gisteren gestorve heeft? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ja da wordt ni gezegd he. [/a] | |||
veldwerker | [v=057] Ze leeft veel te ongezond. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ze leeft vuil te ongezond. [/a] | |||
veldwerker | [v=059] En leeft het hondje nog? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Leeft et hondje nog? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=042] Toon bekeek ze zelve in de spiegel of Toon bekeek hem zelf in de spiegel? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Toon bekeek zen eige in de spiegel. [/a] | |||
veldwerker | [v=045] Eduard kent ze zelve of Eduard kent hem zelf goed of zo? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] eduard kent kent hemzelf goed ja da zou nu nog kunne ma ja [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=046] Dat er foto's van zen eige in de venster staan of foto's van ze zelve? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee da wordt hie ni gezegd. [/a] | |||
veldwerker | [v=026] Jan had da gans brood wel op ete gewild. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da wordt ooch ni gezegd. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=070] Lies en Pierre leve gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Lies en Pierre leve gelukkig. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=071] Als we eerlijk leve leve we gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asweerlijk leve levewe gelukkig. [/a]
as w eerlijk leve we |
tagging | ||
veldwerker | [v=217] Je gelooft zeker niet dat hij sterker is asgegij of zo iets? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge gelooft zeker ni dater sterker is asgij. [/a]
da ter as gij |
tagging | ||
veldwerker | [v] En as gegij? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=189] Twas vriendelijk van Jan van kome te werke. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] In Leeuw zoude zegge twas vriendelijk van Jan van kome te werke. [/a]
zou de t was |
tagging | ||
veldwerker | [v] Twas twas vriendelijk van Jan te kome werke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da wordt ni gezegd nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] Twas vriendelijk van Jan voor te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee ooch ni. [/a] | |||
veldwerker | [v=190] Deze ton is zwaar te drage. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zwaar zwaar ver te drage. [/a] | |||
veldwerker | [v] Zwaar voor drage? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=192] Wope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] We peise daw allemaal op tijd thuis zijn. [/a]
da w |
|||
veldwerker | [v] En zoude kunne zegge we peise van op tijd thuis te zijn. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da zou ooch kunne. [/a] | |||
veldwerker | [v] En we peise op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] We peise op tijd thuis te zijn ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] We gelove dadegijlinks ni zo slim zijt. [/a]
da der gijlinks |
tagging | ||
veldwerker | [v=249] De jongen wie zijn moeder gisteren gestorve is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Die ze moeder. [/a] | |||
veldwerker | [v] En de jongen waar van de moeder gisteren gestorve is. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Moe van da zou kunne zijn. Moe van. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] De jongen moe moe van ze moeder gisteren gestorve is ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] De jongen diens moeder gisteren gestorve is. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da wordt ni gebruikt. [/a] | |||
veldwerker | [v=259] Die geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Die geld heet die moet mich maar e wa geve. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=250] De bank moe op ze zate. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] De bank moe op ze zate ja da wordt wel gezegd. [/a] | |||
veldwerker | [v] En de bank daar ze op zate? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Daar zop zate? Nee. [/a]
z op |
|||
veldwerker | [v] En de bank dasop zate? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=339] Ik vind dat jij het niet zien moogt. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ich vin dadegij het ni zien moogt ja wordt ooch gezegd. [/a]
da de gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=371] Ist das de man die t vertelselke hee verteld of das de man die t vertelselke verteld hee? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das de man die t vertelselke verteld hee. [/a]
da s |
tagging | ||
veldwerker | [v=397] Da schijnt dase niks mag ete. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Tschijnt dase niks mag ete. [/a]
t schijnt da se |
tagging | ||
veldwerker | [v] Ja dus ni da schijnt? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=398] Ze schijnt niks te mogen ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da wordt eigenlijk ni gezegd nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=403] Tis precies of iemand in den hof staat. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Tis precies as staat doe ene in den hof. [/a]
t is |
tagging | ||
veldwerker | [v] Zonder die daar? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=257] Das iet die heel schoon is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das iet da hiel schoon is. [/a]
da s |
tagging | ||
veldwerker | [v] Ma ni die heel schoon is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=393] Niet vertelle dat je het weet he. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ni vertelle daget weet. [/a]
da ge t |
tagging | ||
veldwerker | [v=492] Hij is vorige week van den dokter gopereerd? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Hes hes vorige week van den dokter gopereerd. [/a]
he s |
tagging | ||
veldwerker | [v] En hijs vorige week van den dokter gopereerd geworde? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da wordt ni gezegd. [/a] | |||
veldwerker | [v=281] Ik herinner me dat nog. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich rappeleer mich da nog. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=290] Hij voeldenem door t ijs zakke. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ich peis da da eerder ie gebruikt wordt. Hij voeldenem door t ijs gaan. [/a]
voelde n em |
tagging | ||
veldwerker | [v=336] In die tijd leefde ik gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] In dienen tijd leefdenich gelukkig. [/a]
leef de n ich |
tagging | ||
veldwerker | [v=224] Wees toch niet zo vervelend kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zijt toch zo ambetant ni kinder. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=037] Toon wast zich. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Toon wastem. [/a] [/n]
wast em |
tagging | ||
commentaar | Geen SAND-vragen. Benefactiefsteekproef. | |||
veldwerker | [v=022] Er wil niemandni danse. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Doe wilt niemandni danse. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
veldwerker | [v=495] Ik denk dat je veel weg zou moete gooie. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ich peis dader vuil moet eweg smijte. [/a]
da der |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ich peis dader vuil weg zult moete gooie. [/a]
da der |
tagging | ||
veldwerker | [v] Ik denk dat je veel zult weg moete smijte. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ich peis dader vuil moet eweg smijte. [/a]
da der |
|||
veldwerker | [v] Tis eigenlijk of dage zou kunne zegge. Ik denk dat je veel weg zult moete smijte. Ik denk dat je veel zult weg moete smijte. Of ik denk dat je veel zult moete weg smijte? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ich peis dader vuil weg moet smijte zo as ich het den eerste keer gezegd em zo zulle wij het zegge. [/a]
da der |
|||
hulpinterviewer | [v=003] Ich peis da Marie heeft geprobeerd van hem nen brief te schrijve. [/v] | Nieuwe informant is aangekomen. Vraag verkeerd. | ||
informant2 | [a=n] Ich peis da Marie geprobeerd hee van hem ne brief te schrijve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=137] Hij wilt gien gien soep ni mee ete ni. [/v] | |||
informant2 | [a] Hij wilt gien soep ni mee ete. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Die tweede ni dau achter da zeggewij ni. [/a]
zegge wij |
|||
hulpinterviewer | [v=140] Zitte ie nieverans geen muizen? [/v] | |||
informant2 | [a=j] Zitte ie nieverans gien muizen? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=146] Hee spreekt ni goed gi Frans. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Hee spreekt ni goed Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hee spreekt zo goed gi Frans. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Hee spreekt ni goed Frans. [/a] | |||
veldwerker | [v] Dus ni hij spreek zo goed gi Frans? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Alleman is gine stielman he. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Alleman is gine stielman nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Hee ee overal gien vrienden. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Hij ee al overal gien vrienden. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=497] Hee is alle kapotte spullen eweg aan t smijte. [/v] | |||
informant2 | [a] Hee is alle kapotte boel aan eweg aan t smijte. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hee is alle kapotte boel aan t eweg smijte. [/v] | |||
veldwerker | [v] Eweg aan t smijte of aan t eweg smijte? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hee is alle kapotte boel aan t eweg smijte zo zounwet zegge. [/a]
zoun we t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=086] Ich weet da Ward brood wilt brood ete. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ah ich weet da Ward brood wilt ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Ward moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Ward moet kunne vroeg op staan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ward moet kunne eh hiel vroeg op staan. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ward moet kunne hiel vroeg op staan da zeggewe ooch. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer |
[v=329] Ich geloof deze jong vinneze allemaal wel ne rale. [/v]
vinne ze |
|||
hulpinterviewer |
Wie zulle nooitni zegge das een aardig meisje.
nooit ni da s |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee da vinne da da wordt ni gezegd. Ich geloof | |||
hulpinterviewer | dase deze jong allemaal wel ne rale vinge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Da werkwoord gaat no van achter van de zin in plek van in t middel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=027] Vertelt maar ni wie ze haa kunne roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja da wordt gezegd. [/a] | |||
informant2 |
[a] Vertel maar ni wie dase haa kunne roepe. [/a]
da se |
Toch dat gebruikt. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=028] Vertelt mich eens | |||
hulpinterviewer |
wie dase haa kunne roepe. [/v]
da se |
|||
informant2 |
[a=j] Vertelt mich eens wie dase kunne roepe haa. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=029] Vertelt mich eens wie of zij haa kunne roepe. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Da wordt ni gezegd he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=030] Vertelt mich eens wie of dasij haa kunne roepe. [/v]
da sij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Das ooch iet da ni gezegd wordt. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=150] Hee weet alles ni van de zaak. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Hee weet alles ni van de zaak. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=151] Hee ee altijd ginen tijd. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Hee ee altijd genen tijd nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=088] Ich weet da Jan moet een nieuwe schuur make. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ich weet da Jan een nieuwe schuur moet make. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=093] Ich vin da Marie moet no Jef belle. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ich vin da Marie eens no Jef moes belle. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=102] Ich weet da Jan moet jammer genoeg vertrekke. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ich weet da Jan jammer genoeg moet vertrekke zo zounwet zegge. [/a]
zoun we t |
|||
hulpinterviewer | [v=107] Ich weet da Henri mag ni kome. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ni mag kome. | |||
informant2 | Ich weet da Henri ni mag kome. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=114] Ich weet da Jan wilt varken kope. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Ich weet da Jan wilt varken kope. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=501] Marie zit te stoofperen schelle. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Marie zit stoofperen te schelle. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Ich vin da iedereen moet kunne zwemme. [/v] | |||
informant2 | [a=g] Ja ich vin da iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Ich vin da iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ich weet da iedereen zou moete kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=080] Ich vin da iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. Ich vin da iedereen zou moete kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=084] Ich vin da iedereen zwemme moet kunne. [/v] | tagging | ||
informant2 | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Da da kunnewe dus wel. [/a]
kunne we |
|||
hulpinterviewer | [v=082] Ich vin da iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ich vin da iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En wat ist beste. Ich vin da iedereen moet kunne zwemme of ich vin da iedereen zwemme moet kunne? [/v] | |||
informant2 | [a] Moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=154] Boeken hee Jan drie. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Jan hee drie boeken. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=260] Wa peisder wie ich in de stad ontmoet em? [/v]
peis der |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Ja we zegge wie | |||
hulpinterviewer | ni wat. [/a] | |||
veldwerker | [v=262] Wie peistge wie ik in de stad gezien em? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wie peisder dach in t stad gezien em? [/a]
peis der da ch |
|||
informant2 |
[a] Wie peisder dach xxx. [/a]
peis der da ch |
|||
veldwerker | [v] Wie peistge wie ik gezien em? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Ich doe wel wel effe de sjatten af wasse. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Das iet da ni gezegd wordt. [/a]
da s |
|||
informant2 | [a] Ich was wel eve de sjatten af. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=296] Zou hij dat gedaan hebbe gekund. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da wordt ooch ni gezegd. [/a] | |||
informant2 |
[a] Zouter da gedaan emme? [/a]
zou ter |
|||
hulpinterviewer | [v=309] Ich heb gien goesting en en voeiere de koei. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ma das iet da xxx. Ich heb gien goesting ve de koei te voeiere he. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=266] Wie peisder dach in de stad gezien em? [/v]
peis der da ch |
|||
veldwerker | [v] Die ich in de stad gezien em? [/v] | |||
hulpinterviewer |
Wie peisder wie dach in de stad xxx.
peis der da ch |
Hulpinterviewer wordt onderbroken. Dus niet duidelijk: herhaalt hij de zin om dan ja of nee te antwoorden of gebruikt hij de constructie zelf? | ||
hulpinterviewer | [v=023] Els wilt ni danse en ze wilt ni zinge ooch ni. [/v] | tagging | ||
informant2 |
[a=j] Ja das goed. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=265] Hoes peisder daset daset hebbe op gelost? [/v]
peis der da se t |
Verkeerde vraag. | ||
informant2 |
[a] Hoes peisde daset op gelost ebbe? [/a]
peis de da se t |
|||
hulpinterviewer |
[v] Hoes peisder hoe daset ebbe op op gelost. [/v]
peis der da se t |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Sta ie. Wie zegge hoes peisder daset op gelost ebbe. [/a]
peis der da se t |
|||
hulpinterviewer |
[v=156] Jan weet dater vuir drie uren de wagen moet hebbe gemaakt. [/v]
da ter |
|||
informant2 |
[a=n] Jan weet dater vuir drie uren de wagen moet gemaakt ebbe. [/a]
da ter |
|||
hulpinterviewer |
[v=157] Jan weet dater vuir drie uren de wagen moet gemaakt ebbe. [/v]
da ter |
tagging | ||
informant2 | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Da is dus de zin. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=160] Jan weet dater uir drie uren de wagen gemaakt moet emme. [/v]
da ter |
|||
hulpinterviewer | [a=g] Da wordt ooch gezegd. [/a] | |||
informant2 | [a] Gemaakt moet emme ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=161] Jan weet dater vuir drie uren de wagen gemaakt ebbe moet. [/v]
da ter |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Da wordt ni gezegd. [/a] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En iser één van de twee beter? Moet gemaakt emme of gemaakt moet emme? [/v] | |||
informant2 | [a] Gemaakt moet emme. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=316] De politie zou bij em kome en neme em mee. [/v] | |||
informant2 | [a=n] De de polite zou bij em kome en ze neme em mee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Marie al er koeien zijn verdronke bij d overstroming. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Ja das goed. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a] Marie er koei zijn allemaal verdronke bij d overstroming. [/a] | |||
veldwerker | [v] En Marie al er koei? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Al er koei zijn verdronke bij d overstroming. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=319] Dit peisich ni aan. [/v]
peis ich |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewie ni wie zegge da peisich ni of doe peisich ni aan zeggewie. [/a]
zegge wie peis ich |
|||
hulpinterviewer |
[v=321] Die vreemde jong benich mee no de markt geweest. [/v]
ben ich |
|||
informant2 |
[a=n] Be die vreemde jong zenich mee no de markt geweest. [/a]
zen ich |
|||
hulpinterviewer |
[v] Die vreemde jong hebich mee no de markt geweest. [/v]
heb ich |
|||
informant2 |
[a=n] Nee das ni goed. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=322] Ich heb al die drie eerste sommen gemaakt. Waffer hedegij al gemaakt? [/v]
he re gij |
Vraag normaal met de welke. | ||
informant2 |
[a=j] Ja das goed. [/a]
da s |
|||
veldwerker | [v] En zoude ook de welke kunne zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=323] De waffer heregij al weg gebracht? [/v]
he re gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Nee die de wordt doe ni vuir gezegd. Wie zulle altijd zegge waffer heregij al weg gebracht. [/a]
he re gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=347] Ich weet dater is gaan zwemme. [/v]
da ter |
|||
informant2 |
[a=n] Ich weet dater gaan zwemme is. [/a]
da ter |
|||
hulpinterviewer | [v=350] Ich weet da hij gaan zwemme is. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=g] Da is het. [/a] | |||
informant2 | [a] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=352] Ich weet da hij zwemme gaan is. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da wordt ni gezegd. [/a] | |||
informant2 | [a] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=353] As Rosa vraagt wildegij koffie Charel kan Charel dan antwoorde jaak? [/v]
wil de gij |
|||
informant2 |
[a=n] Jaak? Nee. Das e woord da ni gebruikt wordt he. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=364] Ister dood? [/v]
is ter |
Verkeerde vraag. | ||
informant2 |
[a] Ister dood? [/a]
is ter |
|||
veldwerker | [v] Is hem dood? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=387] Venie zal de wereldvrede kome? Nooitni. [/v]
nooit ni |
|||
informant2 |
[a=j] Venie zal de wereldvrede kome? Nooitni. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=399] Rosa probeerde van niemand pijn te doen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Wie zegge Rosa probeerde ver niemand gien pijn te doen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Rosa probeerde van niemand gene pijn te doen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee da wordt ni gezegd. [/a] | |||
veldwerker | [v] En Rosa probeerde niemand giene pijn te doen? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja da wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=400] Het belooft weer ne schonen dag te worde. [/v] | |||
informant2 | [a] Ja het belooft weer al van ne schonen dag te worde. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zout ge ook zonder die van kunne? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee die van zal doe wel altijd tussen staan he. [/a] | |||
veldwerker | [v=417] Misschien goketekik wel krijge. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee das e Vlaanderes woord. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=418] Teirdergij op duwe? [/v]
teir de r gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Teirdergij op duwe? [/a]
teir de r gij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=401] Tis misschien beter ver nog effekes te wachte. [/v]
t is |
|||
informant2 |
[a] Tis misschien beter van nog effekes te wachte ja. [/a]
t is |
tagging | ||
veldwerker | [v] En zout ge dan ook kunne zegge voor nog efkes te wachte? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Tis misschien beter ver ver nog effekes te wachte. [/a]
t is |
tagging | ||
veldwerker | [v] En tis misschien beter nog efkes te wachte? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee ver zaler altijd tussen staan peisich toch. [/a]
zal er peis ich |
|||
hulpinterviewer | [v=402] We haan het geluk ver em direct terug te vinge. [/v] | |||
informant2 | [a] We haan nu het geluk van em direct terug te vinge ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En me voor ook? Voor hem direct terug te vinne? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] We haan het geluk ver em direct terug te vinge ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En we hadde t geluk hem direct terug te vinne? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=297] Zouter da gedaan gekund emme? [/v]
zou ter |
|||
informant2 |
[a=n] Zouter gedaan kunne emme? [/a]
zou ter |
|||
hulpinterviewer | [v=531] Jules peisde da ich Lisa haa geprobeerd ne cadeau te geve. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Jules peisde da ich geprobeerd em Lisa ne cadeau te geve. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=532] Charel weet dadegij dadergij het geprobeerd Marie nen boek te verkope. [/v]
da de gij da der gij |
|||
informant2 | Charel die peisde da ich xxx. | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Charel weet dader geprobeerd heet Marie nen boek te verkope. [/v]
da der |
|||
hulpinterviewer |
[v=487] Wa zeg mich dade gekocht het. [/v]
da de |
|||
informant2 |
[a=j] Wa zeg dadegij gekocht het. [/a]
da de gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=227] As Frans zegt hij danst kan Jan dan antwoorde hij doe et? [/v] | Verkeerde vraag. | ||
veldwerker | [v] Hij doet? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Hij doe et ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] As Frans zegt he zingt kan Jan dan antwoorde toet? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] He doe et. [/a] | |||
veldwerker | [v] Ma ni toet? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] As Frans zegt hij werkt kan Jan dan antwoorde ie doe? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ie doet nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=244] As Frans zegt hij slaapt toch ni kan Jan dan antwoorde toetoet? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee das iet da ni gebruikt wordt. [/a]
da s |
|||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=485] As Frans vraagt zal ich van avond koke kan Marie dan antwoorde doet da ma? [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant2 | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En da doe mo? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da doe maar? Ah nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=517] Robert hee drie groen appels en Marie heeter drie rode. [/v]
hee ter |
tagging | ||
informant2 | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En zoude ook kunne zegge en Marie heet drie rode? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Hee drie rode? Heeter drie heeter drie zullewe altijd zegge. [/a]
hee ter zulle we |
|||
hulpinterviewer | [v=002] Ich heb da gezegd gad. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Ich hem da gezegd gad ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=600] Pas op dage ni en valt. [/v]
da ge |
|||
informant2 | [a] Past op dare ni en valt. [/a] | Twijfel of informant zegt ni en valt of ni in valt? | ||
hulpinterviewer |
[a] Ja ja ie zeggeze pas op dage ni valt die en staat doe normaal ni. [/a]
zegge ze da ge |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ni en valt zeggewe ni he. [/a]
zegge we |
Twijfel. | ||
informant1 | [a] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=170] Jan is Rosa en Julia hun broerke. [/v] | tagging | ||
informant2 | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=173] Diene auto is Jefs. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Diene auto is van Jef. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=174] Die velo is mijns. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Die velo is is menne. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=368] Be hee te werke moessij den helen dag thuis blijve. [/v]
moes sij |
|||
informant2 |
[a=j] Be hee te werke moessij den hielen dag thuis blijve. [/a]
moes sij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Be hem te werke moesse den hielen dag thuis blijve. [/v]
moes se |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewe dus ni we zegge be hee te werke. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer |
[v=395] Geloofder ni dater gevallenes? [/v]
geloof der da ter gevalle n es |
|||
informant2 |
[a=j] Geloofder ni dater gevallenes? [/a]
geloof der da ter gevalle n es |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Geloofder ni dater gevallenee? [/v]
geloof der da ter gevalle n ee |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Geloofder ni dater gevallenes. [/a]
geloof der da ter gevalle n es |
|||
hulpinterviewer | [v=324] De zulke zou ich ni durve op ete. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ja ma da woord dawie ni gebruike. Wie zoune zegge die zouch ni durve op ete. [/a]
da wie zou ch |
|||
hulpinterviewer | [v=325] En de die zou ik ni durve op ete. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewe dus ook ni. Wie zegge die zouch ni durve op ete. [/a]
zegge we zou ch |
|||
hulpinterviewer | [v=494] Ich vin da Jan beter den dokter kos geroepe emme eh kos ebbe geroepe sta ie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ma wie zegge dus ich vin da Jan beter den dokter geroepe haa. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=357] Er komt morgen iemand langs. Kan Marie dan vrage wie da? [/v] | |||
informant2 | [a=j] Ja wie da. Wie da of wie dan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=358] Ich peis da iemand de koekske heet op gete mo ich weet ni wie. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant2 | [a] Ich peis da iemand de koekskes op gete hee ma ich weet ni wie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ich heb da woord vergete. Ich weet ni wie da. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewie ni he nee. [/a]
zegge wie |
|||
hulpinterviewer |
[v=419] Teidemgij uit nodige. [/v]
tei de m gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Da wordt ie dus ni gezegd. Teirder teirdergij uit nodige. [/a]
teir der teir der gij |
Dit zonder 'hem'. | tagging | |
veldwerker | [v] Durf je hem uit nodige. [/v] | |||
informant2 |
[a] Teirdergij hem uit nodige. [/a]
teir der gij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=420] Teirderzegij uit nodige. [/v]
teir der ze gij |
|||
informant2 |
[a=n] Teirdergijze uit nodige. [/a]
teir der gij ze |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=423] Heregij diene brief op gestuurd? [/v]
he re gij |
Verkeerde vraag. | ||
informant2 |
[a] Heregij die brief op gestuurd? [/a]
he re gij |
tagging | ||
veldwerker | [v] En hedemegij diene brief op gestuurd? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=425] Ze leeft op water en brood. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant2 | [a] Ze leeft op water en brood. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En ze leeft zij op water en xxx. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ah ze leeft zij op water en brood? Nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=427] We zijn wij doe nog nooitni geweest. [/v]
nooit ni |
|||
informant2 |
[a=n] Wij zijn doe nog nooitni geweest. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=428] Marie zei dawewij zulle winne. [/v]
da we wij |
|||
informant2 |
[a=n] Marie zei dawij zulle winne. [/a]
da wij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Ja die tweede die één we die wordt ni uit gesproke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=429] Hee kos doe ooch niks aan doen. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant2 | [a] Hee kos doe ooch niks aan doen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Hij kan hij hij daar ook niks aan doen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Hee kan doe ooch niks aan doen. Die tweede hij wordt nooitni uit gesproke. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=430] Ich denk datemij ooch kump. [/v]
dat em ij |
|||
informant2 |
[a=n] Ich peis datem morgen ooch kump. [/a]
dat em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=459] Hij hee de bal in de bast gegooid in de bast. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Hij hee de bal in de bast gesmete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=486] Da boek belooft mich daje nooit dader nooitni mie zult verstoppe. [/v]
da je da der nooit ni |
|||
informant2 |
[a=n] Die boek belooft mich daderda ni mie zult verstoppe. [/a]
da der da |
|||
hulpinterviewer |
[v=530] Marie zei da dadegij Pierre e boek het geprobeerd te verkope. [/v]
da de gij |
|||
informant2 |
[a=n] Marie zei daregij em e boek het probere te verkope. [/a]
da re gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=136] Jan en hee ni mee ni vuil geld ni mee. [/a] | |||
informant2 | [a=n] Jan hee ne mie vuil geld. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=141] Ich geef niks aan een ander ni. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ich geef niks aan een ander. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=142] Niemand wilt ni werke ni. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Niemand wilt ni werke. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=388] Wie heet den auto mee genome? Niemandni. [/v]
niemand ni |
|||
informant2 |
[a=j] Wie hee den auto mee genome? Niemandni. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=389] Woe wast het geld op de bomen? Nieveransni. [/v]
nieveranst ni |
|||
informant2 |
[a=j] Woe wast het geld op de bomen? Ich peis nieveransni. [/a]
nieverans ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=390] Was rond en vierkantig tegelijk? Niksni. [/v]
wa s niks ni |
|||
informant2 |
[a] Was rond en vierkantig tegelijk? [/a]
wa s |
|||
informant2 | [a=n] Niks. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Want niksni zeggewe ni. [/a]
niks ni zegge we |
|||
hulpinterviewer |
[v=391] Waffer koei heeter gemolke? Geen enkele ni. [/v]
hee ter |
|||
informant2 |
[a=n] Waffer koei heeter gemolke? Gien één van allemaal. [/a]
hee ter |
|||
hulpinterviewer | [a] Ja gien één of gien één van allemaal. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=475] Marie hee meer koei dan ze vroeger en had. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Marie hee meer koei as dase vroeger haa. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer |
[v=479] Ie is alles wach gekrege en heb. [/v]
wa ch |
|||
informant2 | [a=n] Ie is alles wat ich gekrege heb. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=424] Ich heb et em gegeve. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant2 |
[a] Ich emetem gegeve. [/a]
em et em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Ich hem um et gegeve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=001] Marie peist dahij haa wille non huis. [/v]
da hij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Dahee na huis haa gewild zo zullewet zegge he. [/a]
da hee zulle we t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=482] Da boek legt legt daal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Legt die boek daal. [/a] | |||
informant2 | [a] Legt die boek daal ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=408] Op dees feest wordt vuil gedanst. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Op dees feest wordt vuil gedanst. [/v] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zout ge ook kunne zegge op dees feest wordter vuil gedanst? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ma die er wordt doe ni tussen gehaald. [/a] | |||
informant2 | [a] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=409] Na wordt doe nog alleen maar brood verkocht in die winkel. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Nu wordter maar alleen brood verkocht in die winkel. [/a]
wordt er |
tagging | ||
veldwerker | [v] En zonder de er? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=483] Asder echt ni kunt wachte kom dan maar he. [/v]
as der |
Verkeerde vraag. | ||
informant2 |
[a] Ja arecht ni kunt wachte kom dan maar af. [/a]
a r echt |
|||
veldwerker | [v] En dan kom maar? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee zo zeggewij da ni. [/a]
zegge wij |
|||
hulpinterviewer |
[v=414] Gisteren stonder ene aardige ene aardige man in den hof. [/v]
stond er |
|||
informant2 |
[a=j] Gisteren stonderie nen aardige man in den hof he jong. [/a]
stond er ie |
tagging | ||
veldwerker | [v] En gisteren stond nen aardige man in den hof? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ich peis stonder stonder. [/a]
stond er |
|||
hulpinterviewer | [v=484] Da let maar. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee dan zeggewie ni da let maar. [/a]
zegge wie |
|||
hulpinterviewer | [a] Let maar zonder da er voor. [/a] | |||
informant2 | [a] Of let eens. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=369] Me het te sneeuwe kostewe de stad ni uit. [/v]
koste we |
|||
informant2 |
[a=n] Be de sneeuw kostewe de stad ni uit. [/a]
koste we |
|||
veldwerker | [v] Dus ni be het te sneeuwe? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=004] Ich probeerdekegen tomate te kweke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich probeerde tomate te kweke. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=006] En gisteren wandeldiede dui t park. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Gisteren wandeldeter door t park. [/a]
wandel de ter |
tagging | ||
algemene gegevens | Zoutleeuw P112 22 april 2002 |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. | opmerking: zie veldwerk |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. | opmerking: zie veldwerk |
266 | Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? |
komt voor
: n |
|
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
495 | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien; Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien; Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien | Als gegeven volgorde niet voorkomt, volgorde aanpassen:; -'weg zou gooien moeten'; -'zou weggooien moeten'; -'weggooien moeten zou'; -'weggooien zou moeten' |
komt voor
: j vorm: zult weg moeten gooien |
495 | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien; Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien; Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien | Als gegeven volgorde niet voorkomt, volgorde aanpassen:; -'weg zou gooien moeten'; -'zou weggooien moeten'; -'weggooien moeten zou'; -'weggooien zou moeten' |
komt voor
: j vorm: zult moeten weg gooien |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n opmerking: zie veldwerk |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan rook ni mee |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n vorm: ich t opmerking: enkel ch zal ich mogelijk |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
: n |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
704 | Hij weet hij d'r niks van. |
komt voor
: n |
|
705 | Ze weet zij d'r niks van. |
komt voor
: n |
|
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
725 | Magekik daar ook van proeven? |
komt voor
: n |
|
726 | Durfdetzegij vragen? | Indien geen (dubb) doorbreking subjecten met objectclitic: doorvragen naar 'durfetgij'. (invullen bij ANTWOORD 2); Indien ja in Oostkerke, Oostende, Hoek, Hulst, Oosteeklo, Poelkapelle, Herne: doorvragen naar 'durfdergij op duwen'. (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hee |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: we |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wee |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekandere zin: vorm met ??n onmogelijk |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: n vorm: em zin: zonder pronomen onmogelijk |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: asder dader leeft moete |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ich gon |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gon ich |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij got |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: go der |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: der gij got |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: goder |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hee gee |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gee ter |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij gee |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gee ze |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t gee |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gee et |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: wij gon |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gon we |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gellings got |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: go de ga |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zijllings gon |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gon ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: got |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ich ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging der gij |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: der gij ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ich |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: der gij gingt |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gink hij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hee gink |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging de gij |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gink et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: et gink |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging zij |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wij ginge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: ging de gijllings |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: steeds 'toen' of 'als' |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: der gijllings gingt |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginke wij |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze ginke |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginke ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: j |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: n |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: um |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: zen eige |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut