SAND-data Lummen (P051p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Lummen |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]P051[/k][h]651[/h][i]652[/i][vw]ANS[/vw][/meta] | |||
commentaar | Spontaan gesprek. | |||
hulpinterviewer | [v=035] Hier zie Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan herinnert zich die historie wel. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=053] Als ik eerlijk leef leef ik zo als mijn ouders wille. [/v] | |||
informant |
[a] Asich eerlijk leef. [/a]
as ich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Leef ich. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Zo as mijn ouders het zoun wille of het graag hemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Asie nog een jaar of drie leeft. [/a]
as ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Dan leeftem as zenne pa. [/a]
leeft em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] Die schrijnwerker heet geen nagels bij zalle. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Louis liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant | [a] Die Louis die laat het mich maar op knappe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Louis die liet mich maar voor hem werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorve is. [/v] | |||
informant | [a] Ah ge wist ni da Marie gisteren gestorve was. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ze weet ni da Marie gisteren gestorvenis. [/a]
gestorve n is |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Zeg as da zo gevaarlijk blijft dure bij hem dan leefter ni meer lang. [/a]
leeft er |
|||
hulpinterviewer |
[a] Asse zo gevaarlijk leeft dan duurt het ni meer lang bij heur. [/a]
as se |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Ast nu nog leeft dan kant morgen misschien ooch nog leve. [/a]
as t kan t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Dan leeftet morgen ooch nog ja. [/a]
leeft et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Jeanne liet zich mee drijve op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Jeanne liet zich mee balancere op de golven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Jeanne liet zich mee drijve he op de golven. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zich zelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] De Toon haa hem eens goed bekeekt in de spiegel. [/a] | tagging | ||
informant | [v=061] Als jullie zo ongezond leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] As gij zo ongezond blijft leve dan gaadegij nooit zo lang ni leve asich. [/a]
gaa de gij as ich |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=063] Als ze voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asse alleen maar voor hun werk leve dan leveze zeker ni voor hun kinder. [/a]
as se leve ze |
tagging | ||
informant | [v=067] Ja as Marcel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ah ja as Marcel nu nog leeft dan moet Leo ooch nog leve. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Niemand heet dat oots gewild of gekund of gekunne. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Gekunne ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gekunne denkich gekunne zulleze meer zegge as gekund. [/a]
denk ich zulle ze |
|||
veldwerker | [v] Of dage ook zou kunne zegge gekos? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee dat bestaat hier niet nee. [/a] | |||
informant | [v=045] Eduard kent zich zelf goed. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] ward die kent zijneige heel goed [/a]
zijn eige |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=046] ward heeft gehoord dat er fotos van zichzelf in den etalage staan [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] ward heet gehoord datter portretten van zijneige in de vitrine staan [/a]
dat ter zijn eige |
|||
hulpinterviewer |
[a] ward heet gehoord datter portretten van hem eh portretten van hem of van zijneige in de vitrine staan [/a]
dat ter zijn eige |
tagging | ||
informant | [v=026] En Jan had het hele brood wel wille op ete. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] En Jan die haa het brood wel hele gans willenop ete. [/a]
wille n op |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asge gezond leeft dan leefder langer. [/a]
as ge leef der |
tagging | ||
informant |
[v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leve dan levener veel mensen van werk in de fabriek. [/v]
leve n er |
|||
hulpinterviewer |
[a] Aster zo weinig mensen van het boere leve van het boeren. [/a]
as ter |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Aser zo weinig mensen hunne kost verdiene met het boeren dan moetener wel veel mensen zijn die int fabriek gaan werke. [/a]
as er moeten er in t |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=070] En als Lisa en Pierre in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As Lisa en Pierre | tagging | ||
hulpinterviewer | in het paradijs leve ja dan leve Rosa en Pierre wel in de hel. [/a] | tagging | ||
informant | [v=071] En als we rustig leve leve we gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asvie gerust leve dan levewe veel langer. [/a]
as vie leve we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Als we eerlijk leve leven we gelukkig. [/v] | |||
informant | [a] As we eeuwig leve dan levewe gelukkig. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leeft eens een beetje gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Kinder leef minder gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Leeft e wa minder gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ich denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
informant | [a] Ich geloof dat Marie hem zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Hij gelooft dadegij eerder thuis zijt asich. [/a]
da de gij as ich |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ze gelooft dage eerder thuis zijt asich ja das juist. [/a]
da ge as ich da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Je gelooft toch niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant |
[a] Ge denkt toch ni datie sterker is asegij. [/a]
dat ie as e gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Ze gelove dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant |
[a] Nu geloveze toch dat wie rijker zijn asgij. [/a]
gelove ze as gij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Assij. [/a]
as sij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te hale? [/v] | |||
informant |
[a] Heddegij genoeg volk voor t hooi vant land tale? [/a]
hed de gij van t t ale |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Het was lief van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant | [a] Hij waar ni van plan van kome te werke. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Het waar heel schonn van Jan van kome te werke. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Zeg die ton is e wa zwaar voor te drage. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant |
[a] Wie denke toch datve op tijd zulle thuis zijn. [/a]
dat ve |
Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=198] Hij kan staan zeure. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die kan toch staan te zage he. [/a] | |||
informant | [v=200] Toen we aan kwame regende het. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Toen wie aan kwame toen regerdenet. [/a]
regerde n et |
tagging | ||
informant | [v=215] Ik geloof dat ik groter ben als hij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ich geloof toch dach groter zijn ashie. [/a]
da ch as hie |
tagging | ||
informant | [v=219] En wij gelove dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wie gelove dage ni zo slim zijt aswie. [/a]
da ge as wie |
tagging | ||
informant | [v=220] En jullie gelove toch niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gij gelooft toch ni zeker dat die armer zijn asgij. [/a]
as gij |
tagging | ||
informant | [v=221] En u gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gij gelooft dus da Lisa even schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
informant | [v=222] Hij gelooft dat Jules en Jan sterker zijn als Gaston en Pierre. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hie gelooft da Jules en Jan sterker zijn as Gaston en Pierre. [/a] | tagging | ||
informant | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Da da manneke waar van de ma gisteren hertrouwd is da stond juist achter mich. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Eh Marie die trok de saring naar heur toe. [/a] | tagging | ||
informant | [v=250] De bank waar op ze zate was pas geverfd. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] De bank woe dasop zate die waar juist geverfd. [/a]
da s op |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=259] En wie geld heeft moet mij maar e wa geve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ah die geld hemme die moete mich maar e wa geve he. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant | [a] Daar is gene ene die het moog zien he | tagging | ||
informant |
maar ik denk dadegij het ooch ni moogt zien. [/a]
da de gij |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepe hebbe. [/v] | |||
informant |
[a] Zeg das die vent dieze geroepe hemme. [/a]
da s die ze |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a] Die kadee heet da verhaal verteld zie. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a] Ich denk dat die man da verhaal verteld haa. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebbe. [/v] | |||
informant |
[a] Ja nu denkich dat het die vent is dieze bij geroepe hebbe. [/a]
denk ich die ze |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=397] Het schijnt dat ze niets mag eten. [/v] | |||
informant |
[a] Het schijnt dase ni meer moog ete. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ja of dase niks moogt ete he. [/a]
da se |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=398] Ze schijnt niets te mogen eten. [/v] | |||
informant | [a] Het schijnt dase ni moog ete. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=403] Het lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant |
[a] Zeg das krek of daar enen in den hof staat. [/a]
da s |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant |
[a] Zeg wa boeken heder gekoch? [/a]
he der |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Wie heeft jou op de kermis gezien? [/v] | |||
informant | [a] Wie haa euch op de kermis gezien? [/a] | tagging | ||
informant | [v=162] Maries auto is kapot. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie heuren auto is kapot. [/a] | tagging | ||
informant | [v=193] Dat is zo zeker als één en één twee is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das nu ich zijn daar zo zeker van as da één en één twee is. [/a]
da s |
tagging | ||
informant |
[v=253] Ja op zondag gingewe met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v]
ginge we |
|||
hulpinterviewer |
[a] 's Zondags dan gonkewe met de heel familie naar zee en da waar heel fijn. [/a]
gonke we |
Hernomen na [v=493] | tagging | |
informant | [v=255] In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Int dorp waar da ich woon daar staat nog een heel oud kerkske. [/a]
in t |
tagging | ||
informant | [v=256] Op de dag dat we aan kwame regende het. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Die dag dave aan gekome zijn toen regerdenet he. [/a]
da ve regerde n et |
tagging | ||
informant | [v=257] Dat is iets wat heel mooi is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das nu iets zie das heel schoon zie. [/a]
da s |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=308] Zou hij dat hebbe kunne doen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zou hie da kunne gedaan hemme? [/a] | |||
informant | [v=393] Niet vertelle dat je een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Eh ni zegge he dage ne cadeau voor em gekocht het he. [/a]
da ge |
tagging | ||
informant | [v=492] Hij is vorige week door de dokter geopereerd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Eh hie is verleden week door den dokter gopereerd. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=493] En hij wordt morgen door de dokter geopereerd. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] En hie wirt morgen wirtem door den dokter gopereerd. [/a]
wirt em |
tagging | ||
informant | [n] [v=253] Marie was er ook wat ik heel tof vond. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Marie waar der ooch en da vondich heel fijn. [/a] [/n]
vond ich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=049] Ik heb me daar goed geamuseerd. [/a] | |||
informant |
[a] Zie maar daar hebich mich goed gamuseerd. [/a]
heb ich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=050] Ze heeft zich niet geamuseerd op het bal. [/v] | |||
informant | [a] Die haa eur toch ni echt gamuseerd op het bal. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=275] Je herinnert je toch dat je me toen onder die ladder door liet lope. [/v] | |||
informant |
[a] Wetegij nog wel dage mich onder die ladder deed door lope? [/a]
wete gij da ge |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
informant |
[a] Ja ich herinner mich da nog daze os altijd riepe. [/a]
da ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakke. [/v] | |||
informant |
[a] Zeg die die voeldenem door tijs zakke. [/a]
voelde n em t ijs |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we bij Marieke langs ginge. [/v] | |||
informant |
[a] Gij herinnert euch toch nog davie bij Marieke langs gonke. [/a]
da vie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=293] Zij herinnere zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
informant | [a] We herinnere os nog iet maar ni al. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
informant |
[a] In die tijd leefdenich der nogal op los za. [/a]
leef de n ich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=337] Vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
informant |
[a] Vroeger leefdenie gelijk een beest. [/a]
leef de n ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=338] Daar leefden wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
informant | [a] En wie leefde gelijk God in Frankrijk. [/a] | |||
informant |
[a] Daar leefdewie gelijk God in Frankrijk. [/a]
leef de wie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
informant |
[a] En in die tijd leefdenegij gelijk ne koning. [/a]
leef de n e gij |
tagging | ||
informant | [v=412] Er ware veel mesen op het feest. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Daar ware veel mensen opt feest. [/a]
op t |
tagging | ||
informant |
[v=413] Jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kon kome. Warener veel mensen op het feestje? [/v]
ware n er |
|||
hulpinterviewer |
[a] Tis zonde dach gisteren ni naar eur verjaardagsfeest kos kome. Wareter veel volk opt feest? [/a]
t is da ch ware ter op t |
tagging | ||
informant | [v=036] Dit is Marie en Pierre. Marie en Pierre wijze naar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Naar makandere. [/a] | tagging | ||
informant | [v=037] Dit is Toon. Toon wast. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wast zich in bad. [/a] | Vraag hernomen. | tagging | |
informant | [v=039] Dit is Fons. Fons zag een slang naast. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Langst hem op de bank. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=003] Ich denk dat Marie heet probere hem van hem ne brief te schrijve. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ich denk dat heet probere dave da ni zegge maar davie gaan zegge geprobeerd het. [/a]
da ve da vie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=022] Daar wilt niemandni danse. [/v]
niemand ni |
|||
informant | [a] Daar wilt gene ene danse. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Daar wilt niemandni danse. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=137] Hie wilt geen soep ni meer ete ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Die ni valt eweg he. [/a] | |||
informant | [a] Hie wilt geen soep ni meer ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Zitte hier nergens geen muis? [/v] | |||
informant |
[a] Zitte hier geen muis nieveranstni? [/a]
nieveranst ni |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Zitte hier nieveranst geen muis? [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=495] Ich denk dage veel weg zot moete gooie. [/v]
da ge |
|||
informant |
[a] Ich denk dage veel gaat moete eweg gooie. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ich denk dage veel weg zot moete gooie. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[v] Ich denk dage veel zot weg moete gooie. [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Dat zeggewie toch ni ich denk dage veel zult weg moet gooie. [/a]
zegge wie da ge |
|||
informant | [a] Ich denk dage veel moet gaan eweg gooie. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ich denk dage veel zot moete weg gooie. [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer | [a=g] Ja ich denk dat dien derde beste is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=146] Hie spreekt niet goed geen Frans. [/v] | |||
informant | [a=n] Hie spreek ni goed Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hie spreekt zo goed geen Frans. [/v] | |||
informant | [a=j] Maar hie spreekt zo goed geen Frans. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Das wel juist ja hie spreekt zo goed geen Frans. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=148] Alleman is gene stielman. [/v] | |||
informant | [a=j] Ah iedereen is gene stielman he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Hie heet overal geen vriend. [/v] | |||
informant | [a=j] Hie het overal geen vriend. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=497] Hie is alle kapotte nest weg aant gooie. [/v]
aan t |
|||
informant |
[a] Hie is alle oude nest aant voort gooie. [/a]
aan t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Voort aant gooie ja. [/a]
aan t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Hie is alle kapotte tuchel aant weg gooie. [/v]
aan t |
|||
informant | [a=g] Da zoun wie zegge hie is alle kapotte tuchel aan eweg gooie. | |||
informant | Wie hange het dik zo wa rapper aan één he. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=086] Ich weet dat Ward wilt brood ete. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja ich weet da Ward wilt brood ete. | Vraag hernomen na [v=087]. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=087] Ward moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a=j] Die Ward die moet kunne vroeg op staan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja vroeg kunne op staan moet kunne vroeg op staan? [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ja dan denkich dat Ward moet kunne vroeg op staan dan zou ich toch nog eerder zegge Ward die moet vroeg kunne op staan wiltem da werk hemme. [/a]
denk ich wilt em |
|||
hulpinterviewer |
[a] In de betekenis van asem de de de morgenpost moet gaan make dan moetem kunne vroeg op staan. [/a]
as em moet em |
|||
veldwerker | [v] En eh zout ge dat dan ook zegge met erg vroeg? Ward die moet kunne erg vroeg xxx? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja Ward moet moet kunne heel vroeg op staan. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Om datem moet werke gaan.
dat em |
|||
veldwerker | [n] [v=086] En eh die vorige zin da kunt ge zegge ik weet da Ward wilt brood ete? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ja ich weet da Ward brood wilt ete. [/a] [/n] | |||
hulpinterviewer |
[v=329] Ich geloof dees manneke vinneze allemaal wel lief. [/v]
vinne ze |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Ich geloof dase da manneke allemaal wel aardig zoun vinne. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer | [v=027] Zeg maar ni wie ze haa kunne roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zeg maar ni wie dase haa kunne roepe. [/v] | Andere vraag. | ||
informant | [a=j] Ja zeg maar ni wie ze haa kunne gaan roepe dat is goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=028] Zeg mich eens wie dase wie dase haa kunne gaan roepe. [/v]
da se |
|||
hulpinterviewer |
[a=g] Zeg mich eens wie dase haa kunne gaan roepe.
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Zeggewe ooch. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer | [v=029] Zegt mich eens wie of zij haa kunne gaan roepe. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=n] Maar da zeggewe zeker ni die of zeggewe zeker ni. [/a]
zegge we |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=030] Zegt mich eens wie of dat zij had kunne roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeggewe ook niet. [/a]
zegge we |
|||
veldwerker | [v] Wa zout ge het meeste gebruike vertel maar ni wie ze haa kunne gaan roepe of vertel mij eens wie da ze haa kunne gaan roepe? [/v] | |||
veldwerker |
[v] Of dage eerder zou zegge wie ze had kunne roepe of wie dat ze xxx? [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[a] Wie da. Wie dase haa kunne roepe. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=023] Els wilt ni danse en ze wil ni zinge ooch ni. [/v] | |||
informant | [a] Els wilt ni danse of ni zinge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja en ze wilt ooch ni zinge. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] En die ooch ni zullewij herhale en ze wilt ooch ni zinge ooch ni. [/a]
zulle wij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=150] Hie weet alles ni van de zaak he. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja hie weet alles ni van de zaak he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=151] Hie heet altijd genen tijd. [/v] | |||
informant | [a] Hie heet noots genen tijd. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Hie heet altijd gene tijd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ja da zeggewe hie heet altijd genen tijd he. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer | [v=075] Ich vin dat alleman moet kunne zwemme. [/v] | |||
informant | [a=g] Ja ich vin dat alleman moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Ich vin dat alleman moet zwemme kunne. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggeze ni. [/a]
zegge ze |
|||
informant |
[a] Da zeggeze ni. [/a]
zegge ze |
|||
hulpinterviewer | [v=080] Ich vin dat alleman kunne zwemme moet. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee da zeggewe ooch ni das over de volgorde van de woorden he. [/a]
zegge we da s |
|||
hulpinterviewer | [v=082] Ich vin dat alleman zwemme kunne moet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Zeker ni. [/a] | |||
informant | [a=n] Ooch ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Ich vin dat alleman zwemme moet kunne. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ooch ni moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=154] Boeken heet Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] De Jan heet drie boeken. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=260] Wa denkdegij wie ich in de stad tege gekome zijn? [/v]
denk de gij |
|||
hulpinterviewer |
[v] Wie denkdegij wie ich in de stad tege gekome zijn? [/v]
denk de gij |
Herhaalt vraag maar anders gesteld. | ||
informant |
[a=n] Wie denkdegij datich int stad int stad tege gekome zijn? [/a]
denk de gij dat ich in t |
|||
hulpinterviewer |
[v=262] Wie denkdegij wie ich int stad tege gekome zijn? [/v]
denk de gij in t |
|||
informant |
[a] Wa da zeggewir ni wie. [/a]
zegge wir |
|||
veldwerker |
[v] En wie denkdegij wie xxx? [/v]
denk de gij |
|||
hulpinterviewer |
[a] Maar dan gaan we nog eerder zegge wie denkdegij dach int stad tege gekome zijn? [/a]
denk de gij da ch in t |
tagging | ||
veldwerker |
[v] Zout eventueel kunne met die tweede keer wie of zout altijd zijn wie denkdegij xxx? [/v]
denk de gij |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Maar ich denk dat we in plek van die wie ooch meer dat zulle zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Ich doen wel efkes de sjatten af wasse. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich was de sjatten wel efkes af. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=296] Zou hie da gedaan hemme gekund? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee zou hie da kunne gedaan hemme? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Ich hem geen goesting en voeiere de koeien. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee dat is zeker niet da zoude ze hier zelfs niet verstaan denk ik met moeite. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=266] Wie denkdegij die ich int stad gezien hem? [/v]
denk de gij in t |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Die die gaan we ni zegge dach int stad gezien wie denkder wie denkder dach int stad gezien hem. [/a]
da ch in t denk der |
|||
hulpinterviewer | [v=297] Zou hie gedaan kunne hemme? [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant | [a] Zou hie da kunne gedaan hemme? [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Zou hie da gedaan kunne hemme zou hie da kunne gedaan hemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=156] Jan weet datem voor drie uren den auto moet hemme gemaakt. [/v]
dat em |
|||
informant |
[a=n] Jan weet datem den auto gemaakt moet hemme voor drie uren. [/a]
dat em |
|||
hulpinterviewer |
[v=157] Jan weet datem voor drie uren de wagen moet gemaakt hemme. [/v]
dat em |
|||
informant | [a=g] Ja. [/a] | |||
informant |
[a] Datem voor drie uren moet gemaakt zijn. [/a]
dat em |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=160] Jan weet datem voor drie uren den auto gemaakt moet hemme. [/v]
dat em |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=161] Jan weet datem voor drie uren den auto gemaakt hemme moet. [/v]
dat em |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee zeker niet. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Jan weet datem voor drie uren den auto moet gemaakt hemme ja we gaan altijd de moet eerst zette. [/a]
dat em |
|||
veldwerker | [v] En en zout ge honderd zestig ook kunne zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hoe zeg je honderd zestig? Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=316] De politie zou bij em kome en neme em mee. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] De politie zou bij em kome en em mee neme. [/a] | |||
informant | [a] En em mee neme. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Marie al her koe zijn verdronke bij d overstroming. [/v] | |||
informant | [a] Alle koe van Marie zen verdronke bij die overstroming of bij die overstroming verdronke. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Marie al her koeien Marie al her koeien zeggewe toch he. [/a]
zegge we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Al al Marie her koeien gaan we toch al ni zegge. [/a] | |||
informant | [a] Marie her koeien. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja Marie al her koeien Marie al her koeien zijn verdronke bij de overstroming. [/a] | |||
informant | [a] Alle koeien van Marie zijn verdronke bij d overstroming. [/a] | |||
veldwerker | [v] Dus ge zout wel kunne zegge Marie al her koeien? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Marie al her koeien ja Marie al her koeien. [/a] | |||
veldwerker | [v] Maar beter alle koeien van Marie? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Alle koeien van Marie zijn verdronke Marie al her koeien da zeggewe toch ooch za. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer |
[v=319] Dit denkich ni aan. [/v]
denk ich |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Dit? Daar denkich ni aan. [/a]
denk ich |
|||
hulpinterviewer |
[a] Daar aan denkich ni. [/a]
denk ich |
|||
hulpinterviewer |
[v=321] Die vreemde jong zenich mee naar de markt geweest. [/v]
zen ich |
|||
informant | [a=n] Be be die vreemde jong. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Be die vreemde jong of wel die vreemde jong daar zenich be mee geweest naar de markt. [/a]
zen ich |
|||
hulpinterviewer |
[v] Die vreemde hemich mee naar de markt geweest. [/v]
hem ich |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee geen één van de twee. [/a] | |||
informant | [a] Mee naar de markt genome. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Be die vreemde jong zenich mee naar de markt geweest of wel die vreemde jong daar zenich be mee naar de markt geweest. [/a]
zen ich |
|||
hulpinterviewer |
[v=322] Ich hem al de eerste drie optellingen gemaakt. Waffer heddegij gemaakt? [/v]
hed de gij |
|||
hulpinterviewer |
[a] Want de welke da zeggeze hier waffere. [/a]
zegge ze |
|||
informant |
[a] De de drie eerste optellingen hemich gemaakt en waffer heddegij gemaakt? [/a]
hem ich hed de gij |
|||
veldwerker | [v] Zout ge ook kunne zegge de waffer heb jij xxx? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee nee nee nee waffer heddegij gemaakt. [/a]
hed de gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=323] De waffer heddegij al weg gebracht? [/v]
hed de gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Das tzelfde he waffer heddegij al weg gebracht? [/a]
da s t zelfde hed de gij |
|||
informant |
[a] Waffer heddegij al weg gebracht? [/a]
hed de gij |
|||
hulpinterviewer | [v=347] Ich weet dat hij is gaan zwemme. [/v] | Later blijkt [a=j]. | ||
hulpinterviewer |
[v=350] Ich weet datie gaan zwemmenes. [/v]
dat ie zwemme n es |
Later blijkt [a=n]. | ||
hulpinterviewer |
[v=352] Ich weet datie zwemme gaan is. [/v]
dat ie |
Later blijkt [a=j]. | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ich weet datie zwemme geweest is. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ich ich weet datie is gaan zwemme. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ich weet datem is gaan zwemme maar dan weetich het ni meer. [/a]
dat em weet ich |
|||
informant |
[a] Datem zwemme geweest is da weetich nog. [/a]
dat em weet ich |
|||
hulpinterviewer | [a] Dus we gebruike de zevenenveertig en den tweeenvijftig. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=353] As Rosa vraagt wildegij nog koffie Karel Charel is da he kan Charel dan antwoorde jaak? [/v]
wil de gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Jaak dat is West-Vlaams natuurlijk dat gebruikewe hier niet. [/a]
gebruike we |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=364] Isem dood? [/v]
is em |
|||
informant |
[a=j] Isem dood ja. [/a]
is em |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=387] Wanneer zal de wereldvrede kome? Nootsni. [/v]
noots ni |
|||
veldwerker |
[v] Ge zou kunne zegge nootsni? [/v]
noots ni |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Nootsni. Nooitniet he. Nooit is noots en nootsni. [/a]
noots ni nooit niet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=399] Rosa probeerde voor niemand geen pijn te doen. [/v] | Al onmiddellijk ander voegwoord. | ||
hulpinterviewer | [a] Of Rosa probeerde van niemand geen pijn te doen. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Das goed. [/a]
da s |
|||
veldwerker | [v] En zout ge dan ook kunne zegge Rosa probeerde niemand geen pijn te doen? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Eh Rosa probeerde niemand geen pijn te doen van niemand geen de van zeggewir toch rap der bij za. [/a]
zegge wir |
|||
hulpinterviewer | [v=400] Het belooft weer ne schone dag te werde. [/v] | |||
informant |
[a=j] Das goed het belooft weer ne schone dag te werde. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=417] Misschien gaanechet wel krijge. [/v]
gaan ech et |
Verkeerde vraag. | ||
hulpinterviewer |
[a] Misschien gaanechet wel krijge. [/a]
gaan ech et |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Hier staat nu gak gaketik wel krijge. [/v]
ga k ga k et ik |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Dus dien ik komt er ni bij misschien gaanichet wel krijge. [/a]
gaan ich et |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=418] Teidergij op duwe? [/v]
tei de r gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Da kennewe ni. [/a]
kenne we |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Teidegijder op duwe? [/a]
tei de gij der |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=365] Hem is dood. [/v] | |||
informant | [a=n] Hie hie is dood. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=366] Heur is ziek. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee zij is ziek. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=367] Is heur ziek? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee isse ziek? [/a]
is se |
|||
hulpinterviewer |
[v=401] Tis misschien beter van nog efkes te wachte dus om nog efkes te wachte maar wie zegge van nog efkes te wachte. [/v]
t is |
|||
hulpinterviewer |
[a] Tis misschien beter van nog efkes te wachte. [/a]
t is |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=n] Tis misschien beter om nog efkes te wachte nee he. [/a]
t is |
|||
veldwerker |
[v] En zout ge kunne zegge tis misschien beter voor nog efkes te wachte? [/v]
t is |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Tis misschien beter nog efkes te wachte. [/a]
t is |
|||
hulpinterviewer | [v=402] Wie haan t geluk om hem direct terug te vinne. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Maar dien om zeggewe ooch ni we haan t geluk hem direct tergu te vinne of we haan t geluk van hem direct terug te vinne. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Nee gene voor. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=419] Teirdemgij uit nodige? [/v]
teir de m gij |
|||
hulpinterviewer |
[a] Teirdegij hem he. [/a]
teir de gij |
tagging | ||
informant |
[a=n] Teirdegem uit nodige? [/a]
teir de g em |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=420] Teirdezegij uit nodige? [/v]
teir deze gij |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
[a] Teirdegijdeze uit nodige. [/a]
teir de gij deze |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=423] Heddegij mich gij die brief op gestuurd? [/v]
hed de gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee heddegij mich die brief op gestuurd? [/a]
hed de gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=425] Zij leeft zij op water en brood. [/v] | |||
informant | [a=n] Die die tweede gij ni. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ze leeft op water en brood. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=427] Wie zijn wir daar nog nootsni geweest. [/v] | |||
informant |
[a=n] Wie zijn daar nog nooitni geweest maar ene keer vie. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=428] Marie zei davie vie zulle winne. [/v]
da vie |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Ene keer wie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=429] Hie kan hie daar ooch niks aan doen hie kan hie daar ooch niks aan doen. [/v] | |||
informant | [a=n] Hie kan daar ooch niks aan doen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ich zeg ni dach da nootsni gehoord hem za hie kan hie daar ooch niks aan doen he bestaat wel in dien hie hie kan hie daar ooch niks aan doen. [/a]
da ch noots ni |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Da komt sporadisch voor maar misschien dat we dan xxx. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ast empathisch is. [/a]
as t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=430] Ich denk datemhie morgen ooch komt. [/v]
dat em hie |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Ja die hie valt weg ich denk datem morgen ooch komt. [/a]
dat em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=459] Hie heet de bal gesmete in de mand. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hie heet de bal in de mand gesmete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=486] Da boek belooft mich daget nootsni meer zult verstoppe. [/v]
da ge t noots ni |
Verkeerde vraag maar onmiddellijk verbeterd. | ||
hulpinterviewer |
[v] Die boek belooft mich dage noots meer zult verstoppe. [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Die boek belooft mich dage hem noot meer zult verstoppe want wie zette daar die hem tussen. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[a] Die boek belooft mich dagem ni meer nootsni meer zult verstoppe. [/a]
da ge m noots ni |
|||
hulpinterviewer |
[v=530] Marie zei dage Pierre ne boek het geprobeerd te verkope. [/v]
da ge |
|||
informant |
[a=n] Marie zei dage Pierre geprobeerd het ne boek te verkope. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[a] Dage geprobeerd het Pierre nen boek te verkope nog beter he. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[v=531] Jules dacht datich Lisa haa geprobeerd ne cadeau te geve. [/v]
dat ich |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Jules dacht datich geprobeerd haa Lisa ne cadeau te geve. [/a]
dat ich |
|||
hulpinterviewer |
[v=532] Karel weet dagij het geprobeerd Marie ne boek te verkope. [/v]
da gij |
|||
hulpinterviewer | [a] Marie nen boek te verkope. [/a] | |||
informant |
[a=n] Dagij geprobeerd het nen boek te verkope. [/a]
da gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=487] Wat zegt mich dage gekocht het. [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zegt mich wage gekocht het. [/a]
wa ge |
|||
hulpinterviewer | [v=227] As Jan as Frans zegt hie danst kan Jan dan antwoorde hie doet? [/v] | |||
informant | [a=n] Da klop ni he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] As Frans zegt hie zingt kan Jan dan antwoorde het doet? [/v] | |||
informant | [a=n] Ooch ni. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=243] As Frans vraagt werktem kan Jan dan antwoorde hie doet? [/v]
werkt em |
|||
informant |
[a] Das toch beter maar hoe zoudegij het xxx? [/a]
da s zou de gij |
Geen antwoord. | ||
hulpinterviewer | [v=244] As Frans zegt hij slaapt toch ni kan Jan dan antwoorde toetoet? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee die toetoet kennewe ni he. [/a]
kenne we |
|||
hulpinterviewer |
[v=485] As Frans vraagt zalich tavond koke kan Marie dan antwoorde dat doe maar? [/v]
zal ich t avond |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dan doedegij da maar of zo iet. [/a]
doe de gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=517] Robert heet drie groen appels en Marie heeter drie rode. [/v]
heet er |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Jan heet drie groen appels en Marie heeter drie rode. [/a]
heet er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Kan het ooch zonder er? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Robert heet drie groen appels en Marie heet drie rode beter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=002] Ich hem da gezegd gad. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=600] Pas op dage ni en valt. [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Pas op dage ni valt. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer | [v=136] Jan en heet ni veel geld ni meer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Dien en weer weg he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan heet ni veel geld ni meer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=141] Ich geef niks aan nen andere ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ooch weer die ni weg. [/a] | |||
informant | [a] Nee ich geef niks aan nen andere. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=142] Niemand wilt ni werke ni. [/v] | |||
informant | [a=n] Niemand wilt ni werke. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=388] Wie heet den auto mee genome? Niemandni. [/v]
niemand ni |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Da zeggewe wel he wie heet den auto mee genome? Niemandni. [/a]
zegge we niemand ni |
|||
informant |
[a] Niemandni. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=389] Woe wast het geld aan de bomen? Wa zoudegij zegge? Nergensni? [/v]
zou de gij nergens ni |
|||
informant |
[a=j] Nergensni. [/a]
nergens ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=390] Was ter zelfder tijd rond en vierkantig? Niksni. [/v]
wa s niks ni |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewe wel ni niks zullewe dan zegge niks. [/a]
zegge we zulle we |
|||
hulpinterviewer |
[v=391] Waffer koe heetem gemolke? Geen één ni. [/v]
heet em |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Geen één alleen he zonder de ni. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=475] Marie heet nu meer koe dan dase vroeger en haa. [/v]
da se |
|||
hulpinterviewer | [a=n] En weg. Dan ze vroeger haa. [/a] | |||
informant |
[a] Zeeter nu meer asdase vroeger haa. [/a]
z eet er as da se |
|||
hulpinterviewer | [v=479] Hier is alles wa ich gekrege en hem. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Dien en weer weg he hier is alles wach gekrege hem hem. [/a]
wa ch |
|||
hulpinterviewer |
[v=424] Ich hememet gegeve. [/v]
hem em et |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee ich hememet gegeve zeggewe ooch ni ich hemetem gegeve. [/a]
hem et em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=001] Marie denkt dat hie haa wille naar huis. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Daar zullewie Marie Marie denkt datie naar huis zou wille gaan. [/a]
zulle wie dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Dahie naar huis haa gewild. [/a]
da hie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=170] Jan is Rosa en Julia heur hun broerke. [/v] | |||
informant | [a] Jan is de broer van Rosa en Julia. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Das Rosa en Julia hun broerke toch. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=173] Diene auto is Jefs. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Dan zeggewe Jef zenne. [/a]
zegge we |
|||
informant | [a] Dien auto is Jef zenne. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=174] Die velo is mennes. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee da zeggewe ni die velo das de menne. [/a]
zegge we da s |
|||
informant |
[a] Das menne velo. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=368] Bij hie te werke moest zij den helen dag thuis blijve. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Da zeggewe wel denkich. [/a]
zegge we denk ich |
|||
hulpinterviewer | [v] Be hem te werke? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Zeggewie bij hie te werke of bij hem te werke? [/v]
zegge wie |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Bij hem he. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Bij hem. [/a] | |||
veldwerker | [v] Me hij misschien ook? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Minder nee nu dak het hoor zeg ik nee. [/a]
da k |
|||
hulpinterviewer |
[v=395] Geloofdegij ni da hie gevallenes? [/v]
geloof de gij gevalle n es |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Geloofdegij ni dahie gevallenes ja. [/a]
geloof de gij da hie gevalle n es |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Geloofdegij ni dahie gevallenet? [/v]
geloof de gij da hie gevalle n et |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee he da kunnewe ni he gevallenet zeggewe ni. [/a]
kunne we gevalle n et zegge we |
|||
hulpinterviewer | [v=324] De zulke zou ich ni durve op ete. [/v] | |||
informant | [a=n] Da da wirt hier toch ni gebruikt. [/a] | |||
informant | [a] Die deze | |||
informant | dees dees. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] De zulke dan zoun we zegge zoeter. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Zoeter zouch geen durve zo zou ich der geen durve op ete. [/a]
zoe ter zou ch |
|||
hulpinterviewer |
[v=325] De die zouch ni durve op ete. [/v]
zou ch |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ich denk dawe da kunne gebruike. [/a]
da we |
Gaat over die niet de die. | ||
informant | Da kan gezegd zijn. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Maar ni de die maar die zou ich die. [/a] | |||
informant |
[a] Dees zouch ni durve op ete. [/a]
zou ch |
|||
hulpinterviewer | [a] Dees of die zou ich ni durve op ete en de de er niet bij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=494] Ich vin da Jan beter den dokter kost hemme geroepe. [/v] | |||
informant | [a] Haa geroepe. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ich vin da Jan beter den dokter haa kunne roepe dat ist haa kunne roepe. [/a]
is t |
|||
hulpinterviewer |
[v=506] Heddegij aan Jan gezien? [/v]
hed de gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee zeggewe ni. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer |
[a] Heddegij Jan gezien? [/a]
hed de gij |
|||
hulpinterviewer | [v=357] As Frans zegt daar komt morgen iemand langst kan Marie dan vrage wie da? [/v] | |||
informant | [a=j] Wie da ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=482] Da boek legt daal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Legt die boek daal. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=408] Op dit feest werter veel gedanst. [/v]
wert er |
|||
informant |
[a=j] Ja op dat feest werter veel gedanst. [/a]
wert er |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Op da feest wert veel gedanst kant ooch zonder zo? [/v]
kan t |
tagging | ||
informant |
[a=j] Ja das goed. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a] We gebruike de twee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=409] Nu werter nog alleen maar brood verkocht in die winkel. [/v]
wert er |
|||
informant | [a=j] Daar wert nog alleen brood verkocht in die winkel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Nu werter nog alleen brood verkocht in die winkel. [/a]
wert er |
|||
hulpinterviewer | [v] En dan nu wert nog alleen brood verkocht in die winkel? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Nu wert nog alleen brood verkocht in die winkel das ooch goed he. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=483] As ge echt ni kunt wachte dan komt maar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Komt dan maar he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=414] Gisteren stond ne arige mens in de hof. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Maar hier denkich daver der er bij zette gisteren gisteren stonder ne ne arige mens in den hof. [/a]
denk ich da ver stond er |
|||
hulpinterviewer | [v=484] Dat kijk maar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ken ik ni. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Zieder maar eens heen zieder maar eens heen. [/a]
zie de r |
|||
hulpinterviewer |
[v=369] Me het te sneeuwe kostewe de stad ni uit. [/v]
koste we |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Ja nee we gaan me het te. Aswe zegge nu be da sneeuwe he be da sneeuwe be da regene kostewe ni buiten kome. [/a]
as we koste we |
|||
hulpinterviewer | [a] Dus met het te wordt hier met dat sneeuwen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=358] Ich denk dat iemand de koekjes heet opgete maar ich weet ni wie da. [/v] | |||
informant | [a=n] Maar ich weet wie dien dat er af. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=380] Da ist huis da ich gekocht hem. [/v]
is t |
|||
hulpinterviewer | [a] Da is het huis da ich gekocht hem. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=224] Wees toch niet zo gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Doet toch ni zo gevaarlijk jong. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Wees toch een beetje voorzichtig kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zijt toch een beetje voorzichtiger jung. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=223] [/v] [a] Zijt toch ni zo ambetant Jef da is juist. [/a] | Onmiddellijk antwoord. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v] [/v] [a] Na het ete gaanich slape. [/a]
gaan ich |
Onmiddellijk antwoord. | tagging | |
veldwerker |
[n] [v=035] Zout ge ook kunne zegge Jan herinnertem da vertelselke wel? [/v]
herinnert em |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Jan die herinnert zich da vertelselke toch wel. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Herinnertem ni he. [/a]
herinnert em |
|||
hulpinterviewer |
[a] Hie herinnertem da ni dan wel aswet in die zin zegge hie herinnertem da ni meer. [/a]
herinnert em as we t |
tagging | ||
veldwerker | [v] En hoe zout ge zegge Jan vergist zich dikwijls? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja Jan vergist zich dikwijls. [/a] | |||
veldwerker | [v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren is gestorve? [/v] | |||
informant |
[a=n] Hie wist ni da Marie gisteren gestorvenis. [/a]
gestorve n is |
tagging | ||
veldwerker | [v] Ze weet ni da Marie gisteren gestorven heeft? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Heeft? Nee. [/a] | |||
veldwerker |
[v] Zen weet ni da Marie gisteren gestorve is? [/v]
z en |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee zen weet nee ze weet ni en weg. [/a]
z en |
|||
veldwerker | [v=057] Leeft ze wel gezond genoeg? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Leeft ze wel gezond genoeg he? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=041] Jeanne liet zich mee drijve zout ge ook kunne zegge Jeanne liet eur mee drijve? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Liet er mee drijve ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ich denk dave eerder er zegge. [/a]
da ve |
|||
veldwerker | [v=061] Jullie leve veel te gevaarlijk? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gij leeft veel te gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ge leef veel te gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Leve jullie wel gelukkig? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Leefdegij wel gelukkig? [/a]
leef de gij |
|||
veldwerker | [v=067] En leeft Ward nog? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Leeft Ward nog? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=045] Eduard kent zijn eige goed kunt ge ook zegge Eduard kent hemzelf goed? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [v=026] Zout ge ook kunne zegge Jan had het hele brood wel op ete gewild? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker |
[v=069] Levener hier veel mensen van de landbouw? [/v]
leve n er |
|||
informant |
[a] Leveter wel veel mensen van de landbouw? [/v]
leve ter |
tagging | ||
veldwerker | [v=189] Het was vriendelijk van Jan eh voor te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da waar vriendelijk van Jan voor te kome werke nee nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Van te kome werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of niks he da waar vriendelijk van Jan te kome werke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Bij voorkeur van. [/a] | |||
veldwerker | [v] En eventueel ook het was vriendelijk van Jan te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Het waar vriendelijk van Jan te kome werke ja dat bestaat maar minder denk ik dan die van. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=190] Deze ton is eh zwaar te drage? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Zwaar voor te drage. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zout ge kunne zegge deze ton is zwaar voor drage? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] We hope allemaal op tijd thuis te zijn met of zonder van. [/a] | |||
veldwerker | [v=249] De jongen waar van dat de moeder gisteren hertrouwd is zout ge ook kunne zegge de jongen wie dat zijn moeder gisteren hertrouwd is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die jong die da zijn moeder gisteren hertrouwd is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En wie da zijn moeder? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En de jongen diens moeder? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Die da. [/a] | |||
veldwerker | [v=250] De bank waar op ze zate was pas geverfd. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] De bank woe dasop zate. [/a]
da s op |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] De bank woe op dase zate. [/a]
da se |
tagging | ||
veldwerker | [v] De bank daar da xxx. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker |
[v] En de bank dasop zate? [/v]
da s op |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie geld heet moet mich maar e wa geve wie geld heet. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Zeggewe wie of die? [/v]
zegge we |
|||
informant | [a] Die. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Die geld heet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie zegge ni wie. [/a] | |||
veldwerker | [v=339] Ik vind dat jij het ni zien moogt? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee ich denk dawe alleen ich vin dagij het ni moogt zien. [/a]
da we da gij |
|||
veldwerker |
[v=370] Das de man dat ze geroepe hebbe? [/v]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En dat is de man wat ze geroepe xxx? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee das de man dieze geroepe hemme. [/a]
da s die ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=371] En hoe zou je zegge dat is de man die het verhaal heeft verteld? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das de man diene da het verhaal verteld heet. [/a]
da s |
tagging | ||
veldwerker | [v=372] En dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das die die man die ich denk dat het gezegd heet. [/a]
da s |
tagging | ||
veldwerker | [v=373] En en dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebbe? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das de man dien ich denk dase geroepe hemme. [/a]
da s da se |
tagging | ||
veldwerker | [v=397] Dat schijnt dat ze niks mag ete? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee het schijnt en ni dat schijnt. [/a] | |||
veldwerker | [v=398] Ze schijnt niks te moge ete? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ich denk da wel ze schijnt niks te moge ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Maar toch voorkeur voor de vorige za. [/a] | |||
veldwerker |
[v=403] Tis krek of iemand in in den hof staat? [/v]
t is |
|||
hulpinterviewer |
[a] Tis krek of datter iemand in den hof staat. [/a]
dat ter |
tagging | ||
veldwerker |
[v] Tis krek of dat iemand in den hof xxx? [/v]
t is |
|||
informant |
[a] Of datter. [/a]
dat ter |
|||
hulpinterviewer |
[a] Datter altijd er. [/a]
dat ter |
|||
veldwerker | [v=257] Dat is iets die heel schoon is? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee das iet da heel schoon is. [/a]
da s |
tagging | ||
veldwerker | [v=492] Hij is vorige week van de dokter gopereerd? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee door den dokter. [/a] | |||
veldwerker | [v] Hij is vorige week door den dokter gopereerd geworde? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Hijs gopereerd geworde door den dokter ja geworde minder toch. [/a]
h ijs |
tagging | ||
informant | [a] Gebruike wij da ooch geworde. [/a] | |||
informant |
[a] Geworde das das dialect he. [/a]
da s |
|||
veldwerker | [v=275] Je herinnert je niet alles. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ge herinnert euch ni alles he. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=037] Toon wast zich zout ge ook kunne zegge Toon wastem? [/v]
wast em |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja Toon wastem ni alle dag. [/a]
wast em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Zelfs met voorkeur denk ik. [/a] | |||
veldwerker | [v=022] Er wil geen één ni danse? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee die niet ni he. [/a] | |||
veldwerker | [v] Daar wilt niemand xxx? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Niemandni danse voorkeur? [/a]
niemand ni |
|||
veldwerker |
[v=400] Tbelooft weer van ne schone dag te worde? [/v]
t belooft |
|||
hulpinterviewer |
[a] Tbelooft ne schone dag te worde da zou toch de voorkeur hebbe. [/a]
t belooft |
|||
veldwerker | [v=004] Ik probeerdekege voor tomaten te kweke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee achter die probeerde komt niks he. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=006] Gisteren wandeldiede door het park? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Wandeldiede? Nee. [/a] [/n]
wandel die de |
tagging | ||
algemene gegevens | Lummen P051 11 februari 2002 |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
160 | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben | clustervolgorde handhaven in vertaling door hulpinterviewer |
komt voor
: n |
243 | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet |
komt voor
: n |
|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: woe dat de ma van |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: die zen |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: moe da se op |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: moe op da se |
297 | Zou hij dat gedaan gekund hebben? | Vorm voltooid deelwoord: zie W25 |
komt voor
: n |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: n |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan rookt ni mie |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
: n |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n opmerking: Zelfde vorm als 701, geen onderscheid tussen enkelvoud en meervoud. |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
705 | Ze weet zij d'r niks van. |
komt voor
: j |
|
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
725 | Magekik daar ook van proeven? |
komt voor
: n |
|
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hie |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wie opmerking: volgens informant maar ??n vorm mogelijk. |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wie opmerking: volgens informant maar ??n vorm mogelijk. |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekandere |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: n vorm: em zin: zonder pronomen onmogelijk |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ich goan |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ich |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ge goat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa der |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hem git |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: git em |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze git |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: git ze |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t git |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: git et |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: we goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan we |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij goat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa de gij |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ich gonk |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk de gij |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gonk |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk ich |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gonkt |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk ie |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hie gonk |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk te gij |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij gonk |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t gonk |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wie gonke |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gonk de gij |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gonkt |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonke wie |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze gonke |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonke ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: n |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j opmerking: steeds die da |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j opmerking: zonder dat |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j opmerking: ook: die da ik denk |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: j |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: j |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: j |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zichzelf |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut