SAND-data Kampenhout (P018p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Kampenhout |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]P018[/k][h]630[/h][i]631[/i][i]632[/i][vw]ANS[/vw][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=035] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant1 | [a] Jan herinnert zich da verhaal wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Hij wet da nog wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijgers spijkers bij zich. [/v] | |||
informant1 | [a] De schrijnwerker hee geen spijkers eh hee geen nagelen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij hee geen nagelen bij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Erik liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant1 | [a] Erik liet maa voor hem werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of dee maa voor em werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=018] Ze weet niet dat marie gisteren gestorvenis. [/v]
gestorve n is |
|||
informant1 |
[a] Ze weet neet da Marie gisteren gestorvenes. [/a]
gestorve n es |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Johanna liet zich mee drijve op de golven. [/v] | |||
informant1 | [a] Johanna leut heur drijve op de golven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant1 | [a] toon bekijkt em zeneigen in de spiegel [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Tis wel hij bekeek hij bekeek zijn eige gisteren he. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Bekijkt is nu en bekeek is gisteren. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] toon bekeek zeneige es goed in de spiegel [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant1 |
[a] Niemand heeda gewild of gekund. [/a]
hee da |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] En ooit wa doen we daar mee? [/v] | |||
informant1 | [a] Van ze leven. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Niemand heeda van ze leven gewild of gekund. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant1 |
[a] eduard kent zeneige [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Kent zen iege kint kint zen eige. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=046] Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ward hee hore zegge dater foto's portretten in de vitrine staan. [/a]
dat er |
|||
hulpinterviewer |
[a] van zeneige van zen eige in de vitrine [/a]
zen eige |
|||
hulpinterviewer |
[a] Hee hore zegge dater foto's van hem eh portretten van hem in de vitrine staan. [/a]
dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wille op ete. [/v] | |||
informant1 | [a] Jan haat haa het brood wille op ete. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=053] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asek profijtelijk leef dan leefek gelijk as mijn ouders da wille. [/a]
as ek leef ek |
tagging | ||
informant1 | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer als zijn vader; [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asem nog drie jaar leef dan leeftem langer as ze vader. [/a]
as em leeft em |
tagging | ||
informant1 | [v=057] als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asse zo priculoos blijft leve dan gaaze ni lang ni meer leve. [/a]
as se gaa ze |
tagging | ||
informant1 | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Aset nu nog leeft dan leeftet morgen ook nog. [/a]
as et leeft et |
tagging | ||
informant1 | [v=061] Als jullie zo ongezond leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] As gaale as gaale zo ongezond leeft dan leefdegaale nooit zo lang asekik. [/a]
leef de gaale as ek ik |
tagging | ||
informant1 |
[v=063] Als ze voor hun werk leve dan leveze niet voor hun kinderen. [/v]
leve ze |
|||
hulpinterviewer |
[a] Asse voor heule werk leve dan leveze ni voor heule kinderen he das juist. [/a]
as se leve ze da s |
tagging | ||
informant1 | [v=067] Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asge gezond leeft leeft dan leefde langer he. [/a]
as ge leef de |
tagging | ||
informant1 | [v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Aser zo weinig mensen leve van de boerenstiel dan
as er |
tagging | ||
informant1 | leven er veel mensen | |||
hulpinterviewer |
dan levener veel mensen van t werk in t fabriek. [/a]
leven er |
tagging | ||
informant1 | [v=070] Als Liesje en Pieter in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As Lieske en Peter in den hemel leve dan leve die ander twee wa ware da daar | tagging | ||
informant1 | Frans en Rosa. | |||
hulpinterviewer | dan leve frans en Rosa in d hel. [/a] | tagging | ||
informant1 |
[v=071] Als we simplel leve levewe gelukkig. [/v]
leve we |
|||
hulpinterviewer |
[a] Asme simplel leve dan leveme gelukkig. [/a]
as me leve me |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Als we eerlijk leve levewe gelukkig. [/v]
leve we |
|||
informant1 |
[a] Asmeerlijk zen leveme gelukkig he. [/a]
as m eerlijk leve me |
|||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant1 | [a] Leeft wa gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
informant1 | [a] Leeft e wa minder dangereus kinderen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
informant1 | [a] Ik peis da Marie hem zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te hale. [/v] | |||
informant1 |
[a] Herre genoeg volk voor het hooi binnen te hale? [/a]
her re |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Het was aardig van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant1 |
[a] Twas schoon van Jan voor te kome werke. [/a]
t was |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant1 | [a] Dees vat is nogal zwaar voor te drage. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of da vat. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant1 | [a] We peise allemaal van op tijd thuis te zijn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Hij kan staan zeure. [/v] | |||
informant1 | [a] Hij kan staan zevere. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Toen we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant1 |
[a] Asmarriveerde regendedet. [/a]
as m arriveerde regen de d et |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Dan regendet ja. [/a]
regen de t |
|||
hulpinterviewer |
[v=215] Kgeloof dat ik groter ben als hij. [/v]
k geloof |
|||
informant1 |
[a] Ik peis nee ik peis dak groter zen asaa. [/a]
da k as aa |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=199] Hij staat te zeure. [/v] | |||
informant1 | [a] Hij staat te zevere. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ze peist dagij rapper thuis zeit asekik. [/a]
da gij as ek ik |
tagging | ||
informant1 | [v=217] Je gelooft toch niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge peist toch ni dataa sterker is asgaa? [/a]
dat aa as gaa |
tagging | ||
informant1 | [v=218] Ze geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ze peise dawaale rijker zen as zaale. [/a]
da waale |
tagging | ||
informant1 | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Waale peise dagaale ni zo slim zeit as waale. [/a]
da gaale |
tagging | ||
informant1 | [v=220] Jullie geloven toch niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gaale peist dadie armer zen as gaale. [/a]
da die |
tagging | ||
informant1 | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gaa peist da Lisa even schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=222] Hij gelooft dat Jules en Jan sterker zijn als Theo en Pierre. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Haa peist da Jules en Jan sterker zen as Gaston en Pierre. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] De jong waarvan de moeder diene zen moeder gisteren hertrouwd is | tagging | ||
informant2 | [a] Diene zen moeder. [/a] | |||
hulpinterviewer | stond achter maa. [/a] | |||
informant1 | [a] Stond achter maa. [a] | |||
informant1 | [v] Kan je in plaats van de jongen wiens moeder de volgende gebruike? [/v] | |||
informant1 | [v] De jongen wie dat zijn moeder? De jongen die dat zijn moeder? De jongen diens dat moeder? [/v] | |||
veldwerker | [v] Of u ook één van die zou kunne zegge? [/v] | |||
informant2 | [a] Ik denk dat wij daar in elk geval van zoude bij zette de jongen van wie de moeder. [/a] | |||
informant2 | [a] De jongen diene zen moeder. [/a] | |||
informant1 | [v=250] De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] De bank waar dasop zate was juist geverfd he. [/a]
da s op |
tagging | ||
informant1 | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Wie geld hee moet maa maar e beetje geve he. [/a] | |||
informant1 | [v] Die geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | tagging | ||
informant2 | [a] Die geld heeft? Nee wie geld hee. [/a] | |||
informant1 | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie trok de sosse naar heur. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ik zou daar gene toe bij doen. [/a] | |||
informant2 | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Niemand maget zien
mag et |
tagging | ||
hulpinterviewer |
dan vinek dagijet ook ni moogt zien. [/a]
vin ek da gij et |
tagging | ||
informant2 | [v=370] Dat is de man die ze geroepen hebbe. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Das de man diene diene ze geroepe hebbe. [/a]
da s |
tagging | ||
informant1 | [a] Die. [/a] | |||
hulpinterviewer | De man die? | |||
informant1 | Ja. | |||
hulpinterviewer | de man die? | |||
informant1 | Ja waale zegge da zo. | |||
informant1 | Gaa peist dat een vrouw is? | |||
hulpinterviewer | Ik zou diene zegge. | |||
hulpinterviewer | de vrouw die ja ja. | |||
informant2 | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Dat es de man diene dat het verhaal verteld heet. [/a] | tagging | ||
informant2 |
xxx dat is de man peisek dase zegge das de man.
peis ek da se da s |
|||
hulpinterviewer |
[a] Das de man das de man dat diene dat het verhaal verteld heet. [/a]
da s da s |
tagging | ||
informant2 | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dat es de man diene dakik peis dat et verhaal verteld heet. [/a]
da kik |
tagging | ||
informant2 |
Of das de man waarvan dakik peis. [/a]
da s da kik |
tagging | ||
informant2 | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebbe. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dat es de man dak peis dase geroepe hebbe. [/a]
da k da se |
tagging | ||
informant2 |
[a] Waarvan dak peis. [/a]
da k |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Of waarvan dak peis.
da k |
|||
informant2 | [v=397] 't Schijnt dat ze niets mag ete. [/v] | |||
informant1 |
[a] Tschijnt dase niks mag ete. [/a]
t schijnt da se |
tagging | ||
informant2 | [v=398] Ze schijnt niets te moge ete. [/v] | |||
informant1 | [a] Ze schijnt niks te moge ete. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Naar dat schijnt. [/a] | |||
informant2 | [v=403] 't Lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant1 |
[a] Tis precies of datter iemand in den hof staa. [/a]
t is dat ter |
tagging | ||
informant2 |
Er is er ni bij int dialect.
in t |
reageert op kaartje. | ||
informant2 |
Tis precies of datter iemand in den hof staat dus die er xxx.
t is dat ter |
|||
veldwerker |
[v] Zou je ook kunne zegge tis precies of dat iemand in den hof staat? [/v]
t is |
|||
informant1 | [a=n] Datter iemand in xxx. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] En zonder of zelfs tis precies datter iemand in den hof staa. [/a]
t is dat ter |
|||
informant2 | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant1 |
[a] Wa voor een boeke herre gekocht? [/a]
her re |
tagging | ||
informant2 | [v=526] Wie heeft jou op de kermis gezien? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wie heeter aa op de kermis gezien? [/a]
hee ter |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=162] Maries auto is kapot. [/v] | |||
informant1 | [a] Marie heuren auto is kapot. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Of den auto van Marie is kapot. [./a] | |||
hulpinterviewer | [v=193] Dat is zo zeker als één en één twee is. [/v] | |||
informant2 |
[a] Das zo zeker as één en één twee is. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=253] Op zondag ginge we met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v] | |||
informant2 | [a] 's Zondags ginge waale me d heel familie ginge waale me d heel de familie naar de zee en da was heel plezant. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=255] In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
informant1 |
[a] In t dorp waarkik woon staa een oud kerkske. [/a]
waar kik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=256] Op de dag dat we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant2 |
[a] Op den dag dawaan kwame wast aant regene. [/a]
da w aan was t aan t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Zoude zoude op zegge of den dag damaan kwame? [/v]
zou de da m aan |
|||
informant1 | [a] Den dag. [/a] | |||
informant2 | [a] Alle twee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=257] Dat is iets dat heel mooi is. [/v] | |||
informant1 |
[a] Das iet da heel schoon es. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Dat is iets die heel mooi is kan dat ook? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=308] Zou hij dat hebbe kunne doen? [/v] | |||
informant2 |
[a] Zoutem da hemme zoutem da kunne doen emme? [/a]
zou tem |
|||
hulpinterviewer | [v=393] Niet vertelle dat je een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ni voorts zegge dage ne cadeau het gekocht voor hem. [/a]
da ge |
tagging | ||
informant2 | [a] Ni voorts zegge dage voor hem ne cadeau het gekocht. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=492] Hij is vorige week door de dokter geopereerd. [/v] | |||
informant1 |
[a] Hees verleden week door den dokter gopereerd. [/a]
hee s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] En kan dit ook hij is vorige week van de dokter geopereerd geworde? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Uitgesloten ni in Kampenhout. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ik doen voorts. | |||
hulpinterviewer | [v=493] Hij wordt morgen door de dokter geopereerd. [/v] | |||
informant2 | [a] Hee wet morgen gopereerd door den dokter. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=049] Ik heb me daar goed geamuseerd. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Kem me daar goed gamuseerd. [/a]
k em |
tagging | ||
informant1 | [v=050] ze heeft zich niet geamuseerd op het bal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zei eur helemaal ni gamuseerd op het bal. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=275] Je herinnert je toch wel dat je me toen onder die ladder door liet lope. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge weet toch nog wel dage me toen het late lope onder die ladder. [/a]
da ge |
|||
informant2 |
[a] Ge wet toch nog wel dage me toen onder die ladder het late lope. [/a]
da ge |
tagging | ||
informant1 | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik weet nog heel goed datter iemand was da maa altijd riep. [/a]
dat ter |
tagging | ||
informant2 | [a] Die ons altijd riep ja. [/a] | |||
informant1 | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakken. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Haa voeldenem door t ijs zakke. [/a]
voelde n em |
tagging | ||
informant2 |
[a] Haa voelde datem door t ijs zakte. [/a]
dat em |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Ja das beter.
da s |
|||
informant1 | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we bij Marie Pietersen langs ginge. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge weet toch zeker nog wel dame
da me |
|||
informant2 | bij Marie Pietersen geweest zen. [/a] | |||
informant1 | [v=293] Zij herinneren zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ze wete nog wel iet maar bijlange ni alles ni meer. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] In diene tijd | |||
informant1 |
gingek ne gang. [/a]
ging ek |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ik leefdeder nogal op los. [/a]
leef de der |
tagging | ||
informant1 | [v=337] Vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Vroeger leefdenaa lijk een beest. [/a]
leef de n aa |
tagging | ||
informant1 | [v=338] Daar leefden wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Daar leefdewaale lijk as God in Frankrijk. [/a]
leef de waale |
|||
informant2 |
[a] Ik zou zegge waale leefde daar ik denk ni dawij me daar zoude beginne. [/a]
da wij |
tagging | ||
informant1 | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
informant1 |
[a] Toen leefdegaa as ne koning. [/a]
leef de gaa |
tagging | ||
informant1 | [a] Lijk as ne koning. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] Dan leefdegaa he toen zeggewe ook ni. [/a]
leef de gaa |
|||
hulpinterviewer | [a] Lijk ne koning. [/a] | tagging | ||
informant2 | [v=412] Er waren veel mensen op het feest. [/v] | |||
informant1 | [a] Daar ware veel mensen op het feest. [/a] | tagging | ||
informant2 | [v=413] Jammer dat ik gisteren niet je verjaardag kon kome. Waren er veel mensen waren er veel mensen op het feestje. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Spijtig dak gisteren naar awe verhjaardag ni zen kunne kome. Was er veel volk op aa feest? [/a]
da k |
tagging | ||
informant2 | Bekijk het prentje. | |||
informant2 | [v=036] Dit zijn Marie en Piet. Marie en Piet wijze naar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie en Piet wijze naar makanders. [/a] | |||
informant1 | [a] Makandere. [/a] | tagging | ||
informant2 | [v=037] Dit is Toon. Toon wast. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das toon toon wast zeneige. [/a]
da s zen eige |
tagging | ||
informant2 | [a] Wast em. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Wastem. /a]
wast em |
|||
informant2 |
[a] Of Toon is hem aant wasse. [/a]
aan t |
|||
informant2 | [v=039] Dit is Fons. Fons zag een slang naast. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das Fons en hij ziet een slang nevest em. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | Ik probeer dat al in t Kampenhouts en gaale gaat maa verbetere. | |||
hulpinterviewer |
[v=495] Ik peis dage veel weg zou moete smijte. [/v]
da ge |
|||
informant2 |
[a=n] Gaat moete smijte. Ik peis dage veel gaat moete weg smijte. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[v] Ik peis dage veel zou moete weg smijte. [/
da ge |
|||
hulpinterviewer | Ó | |||
informant2 |
[a=j] Ik peis dage veel gaat moete weg smijte. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Ik peis dage veel zou weg moete smijte. [/v]
da ge |
|||
informant2 |
[a=n] Ik peis dage veel gaat moete weg smijte. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[v=497] Haa is alle kapotte spullen da zeggewaale ni he
zegge waale |
|||
hulpinterviewer |
moetewe iet anders voor vinne kapotte dinges weg aant smijte. [/v]
aan t |
|||
informant2 |
[a] Haa is alle kapotte dinges weg aant aant weg aant smijte. [/a]
aan t |
|||
informant2 |
[a] Aant weg smijte. [/a]
aan t |
|||
informant2 |
[a] Haas alle kapotte dinges aant weg smijte. [/a]
haa s aan t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Haa es alle kapotte dingen aant weg smijte. [/v]
aan t |
|||
informant2 |
[a=j] Aant weg smijte dat ist. [/a]
aan t is t |
|||
hulpinterviewer |
[v=003] Ik peis da Marie hee probere vanem nen brief te schrijve. [/v]
van em |
|||
informant2 | [a=n] Ik peis da Marie geprobeerd eet van hem nen brief te schrijve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=028] Vertel maar ni wie dase haa kunne roepe. [/v]
da se |
|||
informant2 |
[a=g] Vertel maar ni wie dase kunne roepe haa. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=030] Vertel maa ne keer wie dase haa ola pardon wie of dase haa kunne roepe. [/v]
da se |
|||
informant2 |
[a=n] Nee vertel maa wie dase haa kunne roepe. [/a]
da se |
tagging | ||
veldwerker | [v=027] Zou u eventueel die dat kunne late valle dus vertel maar ni wie ze wie ze kunne roepe haa? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Die moet er nogal bij wie dase ja ja. [/a]
da se |
|||
informant2 |
[a] Wie dase kunne roepe haa. [/a]
da se |
tagging | ||
informant2 | [v=004] Ik probeerde om tomaten tomaten te kweke. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ik probeerde tomaten te kweke. [/v] | tagging | ||
veldwerker |
[v] Of dage ook zou kunne zegge ik probeerdekegen? [/v]
da ge |
|||
informant2 | [a=n] Nee ik probeerdekgen nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Uitgesloten. [/a] | |||
informant2 |
[v=022] Er er wil niemandni danse. [/v]
niemand ni |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Daar wil niemandni danse ja. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
informant2 | [v=137] Hij wil geen soep ni meer ete ni. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Hij wil geen soep ni meer ete. [/a] | |||
informant2 | [v=140] Zitten hier ieveranst geen muizen? [/v] | Verkeerde vraag maar levert wel goed antwoord; | ||
hulpinterviewer | [a=j] Zitten hier nieveranst geen muizen? [/a] | tagging | ||
informant2 | [v=146] Haa spreek ni goed geen Frans. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee haa spreek ni goed Frans. [/a] | |||
informant2 | [v] Haa spreek zo goed geen Frans. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee haa spreek ni zo goed Frans ist da misschien? [/a]
is t |
|||
informant2 | [v=148] Iedereen is gene vakman. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Alleman is gene stielman das juist. [/a]
da s |
tagging | ||
informant2 | [v=149] Haa hee overal geen vrienden. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Haa hee alle kanten geen vrienden. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of haa hee ni alle kanten vrienden. [/a] | |||
informant2 | [a=n] Haa nieveranst geen vrienden want diene overal haa hee nieveranst geen vrienden. [/a] | |||
informant2 | [v=086] Ik weet dat Eduard wil brood ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik weet da Eduard brood wil ete. [/a] | |||
informant2 | [v=087] Eduard moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Eduard moet vroeg kunne op staan. [/a] | |||
informant2 |
[v=329] Ik geloof deze jongen vindeze allemaal wel aardig. [/v]
vinde ze |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Ik peis | |||
informant1 |
dase diene jongen allemaal wel vriendelijk vinne. [/a]
da se |
|||
informant2 | [v=023] Els wil ni danse en ze wil ni zinge ook ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Els wilt ni danse en ze wilt ni zinge ook niet. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Of ze wilt ook ni zinge. [/a] | |||
hulpinterviewer | Nee ze wilt ni zinge ook niet. | |||
hulpinterviewer | Het kan alle twee. | |||
informant2 | Ja da kan alle twee. | |||
informant2 | [v=150] Haa weet alles ni van de zaak. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Haa weet ni alles van de zaak. [/a] | |||
informant2 | [v=151] Haa hee altijd gene tijd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Haa hee ni altijd tijd. [/a] | |||
informant2 |
[a] Hee nooit gene tijd. [/a]
h ee |
|||
informant1 | [v=006] Gisteren wandeldiede door het park. [/v] | tagging | ||
veldwerker | Zo as ge bijvoorbeeld ne man zie passere en ge zegt tegen u vrouw gisteren wandeldiede. | |||
informant2 | [a=n] Gisteren wandelde diene door t park. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=075] Ik vind dat iedereen moet kunne zwemme. [/v] | |||
informant2 | [a=g] Ik vind dat iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=077] Ik vind dat iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee ne. [/a] | |||
informant2 | [a] Ik meen dat alleman ik meen dat alleman moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=080] Ik vind dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee nee moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=082] Ik vind dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee nee. [/a] | |||
informant1 | [v=084] Ik vind dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=154] Boeken heeft Jan drie. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Jan heet drie boeken. [/a] | |||
informant2 | [a] Jan heet drie boeken. [/a] | |||
informant1 | [v=156] Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebbe gemaakt. [/v] | |||
informant2 | [a] Jan weet dat den auto tegen drie uren moet gereed zijn. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Daten tegen drie uur den auto moet gemaakt hemme. [/a]
da ten |
|||
informant1 | [v=157] Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebbe. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=g] Jan weet daten tegen drie uur den auto moet gemaakt hemme. [/a]
da ten |
tagging | ||
informant1 | [v=160] Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebbe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee moet gemaakt hemme. [/a] | |||
informant1 | [v=161] Nog ne keer Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebbe moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee zeker niet moet gemaakt hemme. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=260] Wa peisde wie peisde dak in de stad gezien hem? [/v]
peis de da k |
Verbetert onmiddellijk | ||
informant2 |
[a] Wa peisde nu dak in t stad gezien hem? [/a]
peis de |
Verkeerd begrepen, voor zaak | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=262] Ik ga t zegge zoals dat hier staat wie peisde wie wie dakik in de stad gezien hem? [/v]
peis de da kik |
|||
informant2 |
[a=n] Wie peisde nu dak in t stad gezien hem? [/a]
peis de da k |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ge gaat gene tweede keer wie zegge he wie peisde wie. [/a]
peis de |
|||
hulpinterviewer | [v=248] Ik doen wel efkes de de sjatten af wasse. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Ik doen? Nee. [/a] | |||
informant2 | [a] Ik zal de sjatten rap af wasse. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=296] Zoutem da gedaan hemme gekund? [/v]
zou tem |
|||
informant2 |
[a=n] Zoutem da kunne doen hemme? [/a]
zou tem |
|||
informant1 | [a] Kunne gedaan hemme? [/a] | |||
informant2 |
[a] Zoutem da kunne gedaan hemme? [/a]
zou tem |
|||
hulpinterviewer |
[v=309] Kem geen goesting en voeiere de koien. [/v]
k em |
|||
informant2 |
[a=n] Kem geen goesting voor de koeien eten te geve. [/a]
k em |
|||
hulpinterviewer | [v=316] De politie zou de politie zou bij em kome en neme hem mee. [/v] | |||
informant2 | [a=n] De politie zou bij em geweest emme en hem mee genome emme. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Marie al haar koeien zen verdronke bij de overstroming. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Marie al heur koeien zen verdronke bij de overstroming of bij de overstroming eh xxx da kan de twee. [/a] | Ik denk dat hij hier bedoeld dat zowel verdronken bij de overstroming als bij de overstroming verdronken mogelijk zijn. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=319] Da peisekik ni aan. [/v]
peis e kik |
|||
informant1 |
[a=n] Daar peisek ni aan. [/a]
peis ek |
|||
informant2 |
[a] Daar peisek ni op. [/a]
peis ek |
|||
hulpinterviewer |
[v=321] Diene rare jong zenekik mee naar de markt geweest. [/v]
zen e kik |
|||
informant2 |
[a=n] Met diene vieze zenekik naar de markt geweest. [/a]
zen e kik |
|||
hulpinterviewer | Maar ge begint met met he? | |||
hulpinterviewer |
Das de vraag of da da gaat diene rare jong diene vieze jong zen xxx?
da s |
|||
informant1 | Nee. | |||
informant2 | Nee. | |||
hulpinterviewer |
[v] Diene vieze jong hemekik mee naar de markt geweest. [/v]
hem e kik |
|||
informant1 |
[a=n] Met diene vieze jong hemekik naar de markt geweest. [/a]
hem e kik |
|||
informant2 |
[a] Misschien dawe soms zoude zegge met diene vieze jong hemkik mee naar de markt geweest. [/a]
da we hem kik |
|||
hulpinterviewer | Maar ge kunt ni met diene jong ge moet me met beginne. | |||
hulpinterviewer |
[v=322] Ik em de ik em al de eerste drie sommen gemaakt. De welke herregaa gemaakt? [/v]
her re gaa |
|||
informant2 |
[a] Kem al de eerste drie optellingen gemaakt. [/a]
k em |
|||
hulpinterviewer |
[v] En dan de welke herregaa gemaakt? [/v]
her re gaa |
|||
informant2 | [a=n] Welke. [/a] | |||
informant2 | [a] Welke of waffer. [/a] | |||
informant1 | [a] Waffer. [/a] | |||
informant2 |
[a] Waffer heddegaa gemaakt? [/a]
hed de gaa |
|||
hulpinterviewer | [v] Niet de welke he? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee nee waffer. [/a] | |||
informant2 |
[v=323] De wa voore heddegaa al op weg gedaan? [/v]
hed de gaa |
|||
informant1 |
[a=n] Waffeuken herregaa weg gedaan? [/a]
her re gaa |
|||
hulpinterviewer | [a] De wa voor een da gaat ni. [/a] | |||
informant2 |
[v] De waffere herregaa al weg weg gedaan? [/v]
her re gaa |
|||
informant1 |
[a=n] Waffeuken herregaa weg gedaan? [/a]
her re gaa |
|||
hulpinterviewer | [a] Ni met de he. [/a] | |||
informant2 |
[v=347] Ik weet datem is gaan zwemme. [/v]
da tem |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee. Ik weet datem gaan zwemmenes. [/a]
da tem zwemme n es |
|||
informant2 |
[v=350] Ik weet datem gaan zwemmenes. [/v]
da tem zwemme n es |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=g] Ja dat es goed. [/a] | |||
informant2 | [v=352] Ik weet dat hij zwemme gaan es. [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Ik weet datem gaan zwemmenes. [/a]
da tem zwemme n es |
|||
informant2 |
[v=353] As Rosa vraagt wildegaa nog koffie koffie Karel kan Karel dan antwoorde jaak? [/v]
wil de gaa |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee da bestaat ni gewoon ja. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[v=364] Isem dood? [/v]
is em |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Esn dood? [/a]
es n |
tagging | ||
informant2 |
[v=387] Wanneer zalt op de wereld vrede worde? Nooitniet. [/v]
nooit niet |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Nooitniet. [/a]
nooit niet |
tagging | ||
informant2 | [v=399] Rosa probeerde om niemand zeer te doen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ze probeerde niemand niemandniet zeer te doen. [/a]
niemand niet |
tagging | ||
informant2 | [v=400] Het belooft opnieuw ne schone dag te werre. [/v] | |||
informant1 | [a=j] Het beloof vaneir ne schone dag te werre. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[v=417] Misschien gakiket wel krijge. [/v]
gaa kik et |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Misschien goneket wel krijge. [/a]
gon ek et |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Misschien gonekiket wel krijge. [/a]
gon e kik et |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En gonetik? [/v]
gon et ik |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee niet in Kampenhout. [/a] | tagging | ||
informant2 | [v=365] Hem is dood. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij is dood ni hem hij is dood. [/a] | |||
informant2 | [v=366] Heur is ziek. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee zes ziek. [/a]
z es |
|||
informant2 | [v=367] Is heur ziek? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee isse ziek? [/a]
is se |
|||
informant2 |
[v=401] Tis misschien beter van nog efkes te wachte. [/v]
t is |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Tes misschien beter nog een beetje te wachte. [/a]
t es |
|||
informant2 |
[a] Van nog van nog tis misschien beter van nog een beetje te wachte. [/a]
t is |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ja ja tes misschien beter van nog een beetje ja ja da kan. [/a]
t es |
|||
informant2 |
[v=402] Waan de chance om hem direct terug te vnne. [/v]
w aan |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Waan chance da damen direct terug vonne. [/a]
w aan da me n |
|||
hulpinterviewer | [a] Ni me om he. [/a] | |||
informant1 |
[v=418] Teirregaater op duwe? [/v]
teir re gaa ter |
Verkeerde vraagstelling. | ||
hulpinterviewer |
[a] Teriregaader op duwe. [/a]
teir re gaa der |
tagging | ||
informant1 |
[v=419] Teirregaatem invitere? [/v]
teir re gaa tem |
Verkeerde vraagstelling. | ||
informant2 |
[a] Teirregaatem invitere ja. [/a]
teir re gaa tem |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En ni teirdemgaa invitere? [/v]
teir dem gaa |
|||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant1 |
[v=420] Durfdezegij uitnodige? [/v]
durf deze gij |
|||
informant1 |
[a=n] Teirregaatem invitere ja. [/a]
teir re gaa tem |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Teirregaatem invitere.
teir re gaa tem |
tagging | ||
informant1 |
[v=423] Herregaamaa diene brieg op gestuurd? [/v]
her re gaa maa |
Verkeerde vraagstelling. | ||
informant2 |
[a] Herregaamaa diene brief op gestuurd? [/a]
her re gaa maa |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En ni eh herregaamaagaa diene brief op gestuurd? [/v]
her re gaa maa gaa |
|||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant1 | [v=425] Ze leeft op water en brood. [/v] | Verkeerde vraagstelling | ||
informant2 | [a] Ze leeft op water en brood. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zoude ook kunne zegge ze leeft zaa op water en brood? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee nee. [/a] | |||
informant1 |
[v=427] Waale hemme daar nog nooitni geweest. [/v]
nooit ni |
Verkeerde vraagstelling. | ||
hulpinterviewer |
[a] Waale hemme daar nog nooitni geweest. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
veldwerker | [v] En waale hemme waale daar xxx. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee. [/a] | |||
informant1 |
[v=428] Marie zei dawaale zemme winne. [/v]
da waale |
Verkeerde vraagstelling. | ||
hulpinterviewer |
[a] Marie zei dawaale gine xxx. [/a]
da waale |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Marie zei dawaale ginge winne; [/a]
da waale |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En ook weer ni dawewaale? [/v]
da we waale |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee. [/a] | |||
informant1 | [v=429] Haa kan daar ook niks aan doen. [/v] | Verkeerde vraagstelling. | ||
informant2 | [a] Haa kan daar ook niks aan doen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En haa kan haa haa kan haa daar niks aan doen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Geen herhalingen van de voornaamwoorden. [/a] | tagging | ||
informant1 |
[v=430] Ik peis datem morgen ook komt. [/v]
da tem |
Verkeerde vraagstelling. | ||
informant2 |
[a] Ik peis datem morgen ook komt ja. [/a]
da tem |
tagging | ||
informant1 | [v=459] Hij heeft den bal in de mand gewmete. [/v] | Verkeerde vraagstelling. | ||
informant2 | [a] Hij hee den bal in de korf gemete. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Zout ook gaan hij heet den bal gesmete in de mand? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee nee nee. [/a] | |||
informant1 |
[v=486] Diene boek beloof dagem nooitni meer zult verstoppe. [/v]
da ge m nooit ni |
Verkeerde vraagstelling. | ||
informant1 |
[v] Da boek beloof mij dage nooit meer zult verstoppe. [/v]
da ge |
|||
informant2 |
[a=n] Beloof maa dage diene boek nooitni meer zult nooitni meer zult weg steke. [/a]
da ge nooit ni |
|||
hulpinterviewer |
[a] Belooft maa dage diene boek nooitni meer gaat weg steke. [/a]
da ge nooit ni |
|||
hulpinterviewer |
[v=530] Marie zei dagaa Pierre ne boek het geprobeerd te verkope. [/v]
da gaa |
|||
informant2 |
[a=n] Marie zei dagaa geprobeerd het voor aan Pierre nen boek te verkope. [/a]
da gaa |
|||
hulpinterviewer |
[a] Marie zei dagaa Pierre nen boek het probere te verkope. [/a]
da gaa |
tagging | ||
informant2 |
Ja da kunde ook zegge ja ja.
kun de |
|||
hulpinterviewer |
[v=531] Jules peisde dakik Lisa haa geprobeerd ne cadeau te geve. [/v]
da kik |
|||
informant2 |
[a=n] Jules peisde dakik geprobeerd haa voor aan Lisa ne cadeau te geve. [/a]
da kik |
|||
hulpinterviewer |
[a] Of weer met den infinitief Jules peisde dakik Lisa ne cadeau haa probere te geve. [/a]
da kik |
|||
informant2 |
Kan ook maar kpeis dat toch eerder t eerste zal zijn.
k peis |
|||
hulpinterviewer |
[v=532] Karel weet dagaa het geprobeerd Marie nen boek te verkope. [/v]
da gaa |
|||
informant2 |
[a=n] Karel peisde dagaa geprobeerd het voor aan Marie nen boek te verkope. [/a]
da gaa |
|||
hulpinterviewer |
[a] Of Karel weet dagaa Marie nen boek het probere te verkope. [/a]
da gaa |
|||
informant2 | Ja da kan ook. | |||
hulpinterviewer |
[v=487] Wa zeg maa dage gekocht het. [/v]
da ge |
|||
informant2 |
[a=n] Wa zeg maa dage gekocht het? Zeg maa wa dage gekocht het. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer | [v=227] As Frans zei haa danst kan Jan dan antwoorde haa doe? [/v] | |||
informant1 | Hij doe? | |||
informant1 |
[a=n] Hij doeget. [/a]
doe g et |
|||
veldwerker | [v] Dat is in sommige dialecten in plaats van ja. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ah nee nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Gewoon ja. Kan Jan dan antwoorde ja? [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=228] As Frans zei hij zingt kan Jan dan antwoorde het doet? [/v] | |||
informant2 | [a=j] Ja as Jan zei toet toet. [/a] | Ik denk dat hele discussie hier misverstand is. Informant bedoelt denk ik toet van toetoet en niet het doet. | tagging | |
hulpinterviewer | Ja? | |||
informant1 |
[a] Ja hij doetet. [/a]
doet et |
|||
informant2 | Toet da kan da kan ik weet dat ni gebruikellijk is maar da kan. | |||
hulpinterviewer | Maar wille we eens even dieper op in gaan? | |||
hulpinterviewer | [v] As Frans zei hij zingt kan Jan dan antwoorde het doet he toet? [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Hij doeget. [/a]
doe g et |
|||
hulpinterviewer |
Hij doeget das al iet wat anders he.
doe g et da s |
|||
informant1 | xxx | |||
informant2 |
[a] Toet ja das gewoon zegge ja he met de betekenis van xxx. [/a]
da s |
|||
veldwerker | [v] De betekenis is dus as Frans zegt he Jacques zingt kan Jan antwoorde toet? [/v] | |||
informant2 | [a=j] Toet ja toet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Toet? | |||
informant2 | Ja ik denk dat dat kan. | |||
hulpinterviewer | Ik heb er wat last mee de meningen zijn verdeeld. | |||
informant1 |
Ik vind t ook komiek toe toet. Hij doeget.
doe g et |
|||
hulpinterviewer |
[v=243] Als as Frans vraagt werktem kan Jan dan antwoorde haa doet? [/v]
werkt em |
|||
informant1 |
[a=n] Hij doeget. [/a]
doe g et |
|||
hulpinterviewer | [a] Maar hij doet da gaat toch ni. [/a] | |||
informant2 | [a] Gewoon toet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=244] As Frans zeit hij slaapt toch ni kan Jan dan antwoorde toetoet? [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Toetoet. [/a]
t oet t oet |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Da vinik nu ook zie. [/a]
vin ik |
|||
informant2 | [a] Toetoet in plaats van toch wel. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=485] As Frans vraagt moetek dezen avond koke kan marie dan antwoorde
moet ek |
|||
hulpinterviewer | da doe maar? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Dat doet maar? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Ja doet maar. [/a] | |||
informant2 | Doet het maar. | |||
hulpinterviewer |
[v=517] Robert hee drie groen appelen en Marie heeter drie rode. [/v]
hee ter |
|||
informant2 |
[a=j] Robert hee drie groen appelen en Marie heeter drie rode. [/a]
hee ter |
tagging | ||
veldwerker | [v] Zou je die er kunne late valle? [/v] | |||
hulpinterviewer | En Marie heet drie rode? | |||
informant2 |
[a=n] Nee heeter drie rode. [/a]
hee ter |
|||
hulpinterviewer |
[a] Heeter drie rode ja kweet ni za Marcel. [/a]
hee ter k weet |
|||
hulpinterviewer | [a] Robert hee drie groen appelen en Marie hee drie rode da gaa za zonder er. [/a] | |||
informant2 |
Ja ja ik denk dase eerder heeter drie rode. [/a]
da se hee ter |
|||
hulpinterviewer |
Asge zonder die rode Marie heeter drie. Robert hee drie hee vier appelen en Marie heeter drie dan moet den er er bij.
as ge hee ter |
|||
hulpinterviewer |
Maar ast over die kleur van de appelen gaat Robert hee drie groen appelen en Marie hee drie rode.
as t |
|||
informant2 |
[a] Hee drie rode ja das juist ja das juist ja ast over t kleur gaat dan moet die er er ni bij. [/a]
da s as t |
|||
hulpinterviewer | [v=002] Ik em da gezeid gad. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Kem da gezeid. [/a]
k em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] En da gad? [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Nee da moeter ni bij. [/a]
moet er |
|||
informant1 |
[a=j] Kem da gezeid gad ja da ja da kan misschien. [/a]
k em |
tagging | ||
informant2 |
Ja da kan das ni gebruikelijk maar da kan.
da s |
|||
informant2 |
[v=600] Pas op dage ni en valt. [/v]
da ge |
tagging | ||
informant1 |
[a=j] Das goed. [/a]
da s |
|||
informant2 | [v=136] Jan en hee ni veel geld ni meer. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Ah nee Jan hee ni veel geld ni meer. [/a] | |||
informant2 | [v=141] Ik geef niks aan een ander niet. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Ik geef niks aan een ander. [/a] | |||
hulpinterviewer | Punt. Ik geef niks aan een ander. | |||
informant2 | [v=142] Niemand wil ni werke niet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee da kan ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Niemand wil ni werke. [/a] | |||
informant2 |
[v=388] Wie heet den auto mee genome? Niemandneet. [/v]
niemand neet |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Het antwoord dus niemandneet ja ja niemandneet. [/a]
niemand neet |
tagging | ||
informant2 |
[v=389] Woo waster nu geld aan de bomen woo waster geld aan de bomen? Nergens nieveranstni. [/v]
wast er nieveranst ni |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Nieveranstni ja. [/a]
nieveranst ni |
tagging | ||
informant2 |
[v=390] Wat is wat es rond en vierkant tegelijkertijd? Niksni. [/v]
niks ni |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee niksneet da kan ni niks. [/a]
niks neet |
|||
informant2 |
[v=391] Welke koeien heeten gemolke? Geen enkele neet. [/v]
hee ten |
|||
informant1 | [a=n] Nee geen enkel. [/a] | |||
informant2 | Ja geen één. | |||
informant2 |
[v=475] Marie hee nu meer koeien dan asse vroeger en haa. [/v]
as se |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee asse vroeger haa. [/a]
as se |
|||
informant2 |
[v=479] Hier is alles watek gekregen en heb. [/v]
wat ek |
|||
informant1 |
[a=n] Hier is alles wak gekregenem. [/a]
wa k gekrege n em |
|||
informant1 |
[v=424] Kememet gegeve. [/v]
k em em et |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Ikemetem gegeve. [/a]
ik em et em |
tagging | ||
informant1 | [v=001] Marie denkt dat hij had wille naar huis. [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Marie peist datij naar huis had wille gaan. [/a]
dat ij |
tagging | ||
informant1 |
[v] Marie peist dataa haa wille naar huis. [/v]
dat aa |
|||
veldwerker | [v] Maar die gaan komt er dan bij of zonder gaan? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Dahaa haa wille naar huis da gaan ni. [/a]
da haa |
|||
informant2 |
[a] Marie peist daten naar huis haa wille gaan. [/a]
da ten |
tagging | ||
informant1 | [v=170] Jan is Rosa en Julia heule broerke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Jan is Rosa en Julia heule broerke ja ja. [/a] | tagging | ||
informant1 | [v=173] Diene auto is Jefs. [/v] | |||
informant1 |
Wa wilda zegge dat dien auto van Jaf is? Jefs?
wil da |
|||
informant2 | [a=n] Diene auto is van Jef. [/a] | |||
informant1 | [v=174] Diene fiets is maans. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee diene fiets is van maa. [/a] | |||
informant1 | [v=368] Met dat haa moest werke moest zaa den helen dag thuis blijve. [/v] | Verkeerde vraagstelling. | ||
informant2 | [a] Ja met dat haa met dat haa moest werke moest zaa den helen dag thuis blijve. [/a] | |||
veldwerker | [v] En zou die dat ook eventueel weg kunne? Me haa te werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Me haa te werke nee. [/a] | |||
informant2 | [a] Met dat haa moest werke met dat haa moest werke da kan ni anders. [/a] | |||
veldwerker | [v] En me da hem? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Me dat haa. [/a] | |||
informant2 |
[a] Wa dase wel zoude kunne zegge me da hemmekes moest werke. [/a]
da se |
|||
informant2 |
Aset een beetje vernederend is zo.
as et |
|||
informant1 |
[v=395] Geloofdegaa ni dataa gevallenes? [/v]
geloof de gaa dat aa gevalle n es |
|||
informant2 |
[a=j] Geloofdegaa ni dataa daten gevallenes? [/a]
geloof de gaa dat aa da ten gevalle n es |
tagging | ||
informant1 |
[v] Geloofdegaa ni dataa gevalleneet? [/v]
geloof de gaa dat aa gevalle n eet |
|||
informant2 |
[a=n] Gevallenes. [/a]
gevalle n es |
|||
informant1 |
[v=324] Zokken zouk ni durve op ete. [/v]
zou k |
|||
informant2 |
[a] Zokken zouk ni durve op ete ja. [/a]
zou k |
|||
veldwerker | [v] En de zokken? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee nee. [/a] | |||
informant1 |
[v=325] De die zaak ni durve op ete. [/v]
zaa k |
|||
informant2 | [a=n] Die. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Die zaakik ni durve op ete. [/a]
zaa kik |
|||
hulpinterviewer | [v=472] En hee Gerard gebeld? [/v] | |||
informant2 | [a=j] Ja een hee Gerard gebeld ja. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] Of hee Gerard gebeld? [/a] | |||
veldwerker |
[v] Maar dan ist wel in de betekenis van en en dan pauze of kun je dat ook gewoon in xxx? [/v]
is t |
|||
informant2 | [a] Nee nee en hee Gerard nu gebeld? [/a] | Waarschijnlijk geen negatiepartikel. | ||
hulpinterviewer | Dat is een nieuwsgierige vraag he en hee Gerard nu getelefoneerd? | |||
hulpinterviewer | [v=473] En pas op. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee pas op. [/a] | |||
hulpinterviewer | Natuurlijk in ne context kan da. | Bedoelt hier niet negatiepartikel, denk ik. | ||
informant2 |
As men meer de klemtoon op legt en pas op he dan zullewe der en bij zegge.
zulle we |
|||
hulpinterviewer |
[v=476] As Susan en haa kunne kome dan haazeda gedaan. [/v]
haa ze da |
|||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant2 |
[a] As Susan kunne kome haa haazeda gedaan. [/a]
haa ze da |
|||
hulpinterviewer |
[v=477] Zaa is den besten dokter dakik en kin. [/v]
da kik |
|||
informant2 |
[a=n] Dakik kin. [/a]
da kik |
|||
informant1 |
[a] Zaa is den besten dokter dakik kin. [/a]
da kik |
|||
hulpinterviewer |
[v=478] Voor dagiet en weg smijt moetge even telefonere. [/v]
da g iet moet ge |
|||
informant2 |
[a=n] Voor dagiet weg smijt moerre telefoneren.
da g iet moer re |
|||
commentaar | Vraag al gesteld. | |||
hulpinterviewer | [v=480] Jan es te gierig om iet aan zen kinderen te geve. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant2 | [a] Ja Jan es te gierig voor iet voor iet aan zen kinderen te geve. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=481] As of gaa iet van voetballen en weet. [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Oei oei of dagaa iet van voetbal kint. [/a]
da gaa |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=226] As Jan zeit haa slaapt kan Elisa dan antwoorde haa en doet? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant2 |
[a] As Jan zeit daten slaapt kan Lisa dan antwoorde toet. [/a]
da ten |
|||
informant1 |
[a] Nee da zouk ni zegge ik zou da ni zegge ni. [/a]
zou k |
|||
hulpinterviewer | Maar hij en doet? | |||
informant2 | [a] Nee haa en doet neet toetoet. [/a] | |||
informant2 | Toetoet zou wille zegge ja. | |||
hulpinterviewer |
[v=474] Ten ten was maar juist genoeg. [/v]
t en |
|||
informant1 |
[a=n] Twas maar juist genoeg. [/a]
t was |
|||
informant2 | [v=494] Ik vin da Jan beter den dokter kost hebbe hemme geroepe. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Jan beter den dokter haa kunne roepe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik meen da Jan beter den dokter haa kunne roepe ja ja. [/a] | |||
informant2 | [a] Ik vin da Jan beter den dokter geroepe haa. [/a] | |||
informant2 |
[v=506] Heddegij aan Jan gezien? [/v]
hed de gij |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Heddegaa Jan al gezien? [/a] | |||
informant2 | [a] Die aan niet he. [/a] | |||
informant2 | [v=357] En Frans zeit der komt morgen iemand | |||
informant2 | langs der komt morgen iemand der komt morgen iemand kan Marie dan vrage wie da? [/v] | |||
informant1 | [a] Wie is da? [/a] | |||
informant2 | [a=j] Of wie da ja ja wie da ja ja. [/a] | tagging | ||
informant2 | [v=482] Diene boek legt legt neer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Lei neer diene boek lei neer. [/a] | |||
veldwerker | [v] En als als bevel? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ah legt diene boek neer. [/a] | |||
informant2 |
[v=408] Op da feest weter veel gedanst. [/v]
wet er |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Op da feest weter veel gedanst ja ja ja ja. [/a]
wet er |
tagging | ||
informant2 | [v] Kan het ook zonder er? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Op da feest wet veel gedanst. [/a] | |||
informant2 |
[a] Da kan desnoods as asge aan dringt. [/a]
as ge |
|||
hulpinterviewer |
[a] Op da feest wet veel gedanst ja da vinekik wel doen doenbaar. [/a]
vin e kik |
|||
informant2 |
[v=409] Nu weter nog alleen brood verkocht in diene winkel. [/v]
wet er |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja nu weter nog alleen brood verkocht in diene winkel ja ja. [/a]
wet er |
tagging | ||
informant2 | [v] Kan het ook zonder er? [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Weter nog alleen nee da moet met een er. [/a]
wet er |
|||
informant2 |
[v=483] Asgecht ni kunt wacht kom dan kom maar. [/v]
as g echt |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Komt dan maar. [/a] | |||
informant2 |
[v=414] Gisteren stonder ne vieze vent in den hof. [/v]
stond er |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Gisteren stonder ne vieze vent in den hof ja ja das goed da. [/a]
stond er da s |
tagging | ||
informant2 |
[a] Nee die er moet er bij gisteren stonder. [/a]
stond er |
Reageert op kaartje. | ||
informant2 | [v=484] Da kijk maar. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Kijk maar. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Kijkt maar. [/a] | |||
informant2 | [a] Zie da maar. [/a] | |||
informant2 |
[v=369] Met sneeuwe kostewe de stad ni uit. [/v]
koste we |
|||
informant1 |
[a=n] Omdat sneeuwde kostewe de stad ni uit. [/a]
koste we |
|||
hulpinterviewer |
[a] Met sneeuwe jkostewe nee nee. [/a]
koste we |
|||
informant2 |
[a] Me de sneeuw kostewe de stad ni uit. [/a]
koste we |
|||
veldwerker | [v] Met het te sneeuwe? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant2 | [v=358] Ik peis dat iemand de koekjes hee op gete maar ik weet dat ik maar ik weet ni wie da. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Ik peis dat iemand de koekjes hee op gete maar ik weet ni wie. [/a] | |||
informant2 | [a] Ik peis dat iemand de koekjes op gete heet. [/a] | |||
veldwerker | [n] [v=035] En hoe zou je zegge in t dialect? | |||
veldwerker | Jan ergert zich eh enorm? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Haa kret hem. [/a] | |||
veldwerker | [v] En Jan vergist zich veel te vaak. [/v] | |||
informant2 | [a] Jan diene is dikwijls mis. [/a] | |||
veldwerker | [v] En out ge eventueel in plaats van herinnere rappelere kunne zegge? [/v] | |||
informant2 | [a] Rappelere ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] Jan rappeleert zich dat verhaal wel? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij rappekleertem da wel. [/a]
rappeleert em |
tagging | ||
veldwerker | [v=018] Zout ge ook kunne zegge ze weet niet dat Marie gisteren is gestorve? [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Ze weet ni da Marie gisteren gestorvenes. [/a]
gestorve n es |
tagging | ||
veldwerker | [v] En zou je ook kunne zegge ze weet niet dat Marie gisteren gestorven heeft? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=025] En niemand heeft dat ooit gekund zout ge daar iets anders kunne zegge? Gekost? [/v] | |||
informant1 | [a] Gekost. /a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Niemand hee da nooitni gekost. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En gekunne zoude da xxx? [/v]
zou de |
|||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Gekunne? | |||
informant2 |
[a=j] Gekunne ja niemand heet da nooitni gekunne. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
informant2 | [a] Gekost of gekunne. [/a] | |||
veldwerker | [v=057] Hoe zou je zegge ze leeft ongezond? [/v] | |||
informant2 | [a] Ze leef ni gezond. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Leeft ze wel gezond? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Leeft ze wel gezond? [/a] | |||
veldwerker | [v=071] We leven te gevaarlijk. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Me leve veel te gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=189] Het was aardig van Jan voor te kome werke zou je ook kunne zegge het was aardig van Jan van te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Van te kome werke. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a=j] Twas goed van Jan van te kome. [/a]
t was |
tagging | ||
veldwerker | [v] En het was vriendelijk van Jan te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Twas vriendelijk van hem te kome werke ik zou der toch van bij zette. [/a]
t was |
|||
informant2 |
[a] Twas vriendelijk van Jan om te kome werke. [/a]
t was |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Zoude ni van zegge? [/v]
zou de |
|||
informant2 | [a=j] Ik zou van zegge ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=190] En zou je ook kunne zegge da vat is zwaar te drage? [/v] | |||
informant1 | [a=n] Da vat is zwaar voor te drage. [/a] | |||
informant2 |
[a] Tis zwaar voor da vat te drage. [/a]
t is |
|||
veldwerker |
[v=192] En wope allemaal op tijd thuis te zijn? [/v]
w ope |
|||
informant1 | [a=n] We peise allemaal van op tijd thuis te zijn. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Wope allemaal op tijd thuis te zijn ja ja. [/a]
w ope |
|||
veldwerker |
[v=215] En eh kgeloof dakik groter zen asaa? [/v]
k geloof da kik as aa |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Kgeloof dakik groter zen asaa. [/a]
k geloof da k ik as aa |
tagging | ||
informant2 |
[a] Lijk asaa. [/a]
as aa |
|||
informant1 |
[a] Lijk asem. [/a]
as em |
|||
veldwerker |
[v=216] Zout ge ook kunne zegge ze gelooft dagegij vlugger thuis zijt? [/v]
da ge gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Gegij? Nee. [/a]
ge gij |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ze gelooft dagaa vroeger thuis zijt. [/v]
da gaa |
tagging | ||
veldwerker | [v=250] En zou je ook kunne zegge de bank waar op ze zate was pas geverfd? [/v] | |||
informant2 |
[a=n] De bank waa dasop zate. [/a]
da s op |
|||
veldwerker | [v] En ook ni de bank daar ze op zate? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker |
[v] En de bank dasop zate? [/v]
da s op |
|||
informant2 |
[a=n] Nee waa dasop zate. [/a]
da s op |
|||
veldwerker |
[v=370] En das de man dase geroepe emme. [/v]
da s da se |
|||
informant2 |
[a=j] Ja das de man dase geroepe emme. [/a]
da s da se |
tagging | ||
veldwerker | [v=372] Das de man dak peis dat verhaal verteld hee? [/v] | da-s da-k | ||
informant2 |
[a=j] Das de man dak peis dat verteld hee. [/a]
da s da k |
tagging | ||
informant2 |
[a] De man diene dak peis. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker |
[v=373] En dan ook das de man dak peis dase geroepe emme? [/v]
da s da k da se |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Das de man dak peis dasxe geroepe emme. [/a]
da s da k da se |
tagging | ||
informant2 |
[a] Of das de man diene dak peis. [/a]
da s da k |
tagging | ||
veldwerker |
[v=397] Tschijnt dase niks mag ete zou je ook kunne zegge eh zonder het dus schijnt dase niks mag ete? [/v]
t schijnt da se |
|||
informant2 |
[a=n] Tschijnt dase niks mag ete. [/a]
t schijnt da se |
|||
veldwerker | [v] Dat schijnt dat ze niks mag ete? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee het schijnt. [/a] | |||
veldwerker | [v=398] Zou je ook kunne zegge ze schijnt van niks te moge ete? [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Tschijnt dase niks mag ete. [/a]
t schijnt da se |
tagging | ||
veldwerker | [v=275] Je rappeleert je toch wel wat we doen gedaan hebbe? [/v] | |||
informant2 |
[a] Ge rappeleert aa toch nog wel wa dawe toen gedaan emme? [/a]
da we |
tagging | ||
veldwerker | [v=281] Ik rappeleer me nog dat er veel volk was. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ik rappeleer me nog datter veel volk was. [/a]
dat ter |
tagging | ||
veldwerker | [v=291] U rappeleert zich vast wel bij wie we op bezoek ginge. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ge rappeleert aa zeker bij wie dawe ware. [/a]
da we |
tagging | ||
veldwerker | [v=293] Ze rappelere zich niet alles. [/v] | |||
informant2 | [a] Ze rappelere eule eule ni alles. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=336] Toen leefde ik toch wel ongezond. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dan leefdekik toch wel ongezond. [/a]
leef de kik |
tagging | ||
veldwerker | [v=399] En Rosa probeerde niemand pijn te doen zou je ook kunne zegge Rosa probeerde van niemand pijn te doen? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ze probeerde van niemand da zoukik toch ni zegge. [/a]
zou kik |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ze probeerde niemandni zeer te doen. [/a]
niemand ni |
|||
informant2 |
[a=j] Rosa probeerde van niemandni zeer te doen ja da kan. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
veldwerker | [v] En Rosa probeerde voor niemand pijn te doen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Voor niemand? Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=400] En het belooft weer van ne schonen dag te worde? [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zoude da me van zegge het belooft weer ne schone dag te werre? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee het belooft opnieuw ne schone dag te werre. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=402] Eh we hadde de chance van hem direct terug te vinne? [/v] | |||
informant2 | [a=j] Ja we hadde de chance van hem direct terug te pakke. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En we hadde de chance hem direct terug te vinde? [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Ik denk dawe eerder de van zoude bij zette. [/a]
da we |
|||
veldwerker | Ja da was het. [/n] | |||
commentaar | Spontaan gesprek | |||
algemene gegevens | Kampenhout 20 december 2001 |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. | opmerking: zie veldwerk |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. | opmerking: zie veldwerk |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: n vorm: dak dase |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan smoort ni meer |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n vorm: ekik da opmerking: ekik ??n geheel; Jan en ekik onmogelijk |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
: n |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
704 | Hij weet hij d'r niks van. |
komt voor
: n |
|
705 | Ze weet zij d'r niks van. |
komt voor
: n |
|
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
726 | Durfdetzegij vragen? | Indien geen (dubb) doorbreking subjecten met objectclitic: doorvragen naar 'durfetgij'. (invullen bij ANTWOORD 2); Indien ja in Oostkerke, Oostende, Hoek, Hulst, Oosteeklo, Poelkapelle, Herne: doorvragen naar 'durfdergij op duwen'. (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: haa |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: me |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: waale |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekander zin: vorm met ??n onmogelijk |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: n vorm: em zin: pronomen noodzakelijk |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen u mogelijk |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: az iedere |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) | opmerking: constructie niet mogelijk |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: azek gon |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gon ek |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as ge goad |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goade |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as hij goat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goatem |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as ze goat |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa se |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as t goat |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat het |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as me goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa me |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaale goat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa de gaale |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as ze goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: asek ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging de gaa |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as gaa ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging kik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as gaa ging |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging haa |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as haa ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging de gaa |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as zaa ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as t ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: as waale ginge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: ging de gaale |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: enkel als mogelijk |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as gaale gingt |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge waale |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: as se ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: n |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. | |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n opmerking: wel: daane |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n opmerking: wel: da ik peis daane |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: n |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: n opmerking: constructie onmogelijk, enkel met 'aan' |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n opmerking: constructie onmogelijk, enkel met 'aan' |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: j opmerking: twijfel |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: zen aige |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: em |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut