SAND-data Westvleteren (N024p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03325) vertaling: Jan erinnert nem di vertellinge wal
opm.: reflexief: hem
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03543) vertaling: Jan wit da verhaal nog wel
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03325) vertaling: M&P zie mekaar vo de kirke
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03543) vertaling: M1P zieje mekaars voo de kerke
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03325) vertaling: Tone wast nem
opm.: reflexief: hem
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03543) vertaling: T wost nem
opm.: reflexief: hem
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03543) vertaling: 'n timmerman e gieje poewentn bi nem
opm.: reflexief: hem
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03325) vertaling: 'n tummerman en ee gin nagels bi nem
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03325) vertaling: Fons zag e slange naast nem
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03543) vertaling: Fons zag e slange neverst em
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03325) vertaling: Erik liet muun vo nem werken
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03543) vertaling: E liet mi voe nem weren
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03543) vertaling: Johanna liet neur driven op de golven
opm.: reflexief: haar
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03325) vertaling: Joanna liet neur meedrievn up de baren
opm.: reflexief: haar
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03325) vertaling: Tone bekeek zezevn in de spiegel
opm.: reflexief: zichzelf
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03543) vertaling: T bekeek zezeven e kik goed in 'n spiegel
opm.: reflexief: zichzelf
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03325) vertaling: Jan ed in twee minuten e pintje edronken
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03543) vertaling: J et in twi minutn e pintje edronken
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03543) vertaling: deze schoen goa gemakkelijk
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03325) vertaling: deze schoen lopen gemakkelijk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03325) vertaling: Wardn kent zezevn goed
opm.: reflexief: zichzelf
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03543) vertaling: E kent zezevn goed
opm.: reflexief: zichzelf of reflexief: zijn zelf
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03325) vertaling: Wardn ee goort dan d'r foto's va zezelvn in de vitrine lagen
opm.: reflexief: zichzelf
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03543) vertaling: W et oord dan d'r foto's va zezevn in d evitrine stoa
opm.: reflexief: zichzelf of reflexief: zijn zelf
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03543) vertaling: die patatten zi nie gemakkelijk te schellen
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03325) vertaling: die erpeln schellen nie gemakkelijk
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03325) vertaling: dit glas brikt ad et op de grond valt
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03543) vertaling: da glas brikt at up de groend volt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03543) vertaling: menier 'n docteur, leven kik wel gezond enoeg
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03325) vertaling: dokteur leve kik wel gezond genoeg
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03325) vertaling: al jaren leeft en van d' erfenisse van ze vader
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03543) vertaling: 't is ol joarn dat 'n leeft van 't gene dat 'n et ofgedield va ze voader
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03543) vertaling: deze week leeft ze va water en brood
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03325) vertaling: van de weke leeft 'n op water en brood
opm.: mannelijk i.p.v. vrouwelijk?
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03543) vertaling: leeft et nog
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03325) vertaling: leeft et nog
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03325) vertaling: oelang leef de gieder nu al van d' erfenisse
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03543) vertaling: oelange leef je gieder nu ol van die erfenisse
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03543) vertaling: in Bretagne leev'n ze sertoe van 't vissen
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03325) vertaling: in Bretagne leven ze meest va de visvangste
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03543) vertaling: achter 't eten gon 'k goa slapen
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03325) vertaling: achter 't eten gon kik slapen
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03543) vertaling: zoen ke da wel kunnen doen
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03325) vertaling: zun kik da wel kunn doen
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03543) vertaling: ne liet zen uus afbreken
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03325) vertaling: e liet zen uus afbreken
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03325) vertaling: ik wete da Jan moe kunnen ard werken
komt voor: j
gebr.: 5
opm.: dav?
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03325) vertaling: ik wete da Jan moe kunnen ard werken
komt voor: j
gebr.: 5
opm.: dav?
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03543) vertaling: 'k weetn da Jan ard moe kunnen werken
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03543) vertaling: 'k weetn da Jan ard moe kunnen werken
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03325) vertaling: ik wete da Jan moe kunnen ard werken
komt voor: j
gebr.: 5
opm.: dav?
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03543) vertaling: 'k weetn da Jan ard moe kunnen werken
komt voor: j
gebr.: 4
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03543) komt voor: n
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03325) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03543) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03325) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03543) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03325) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03543) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03325) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 2
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 2
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03325) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03325) komt voor: n
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03543) komt voor: n
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 2
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 2
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03325) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03543) komt voor: n
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03325) komt voor: n
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03543) komt voor: n
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 2
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 2
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03325) komt voor: n
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03543) komt voor: n
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03325) komt voor: n
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03543) komt voor: n
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 3
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 3
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03325) komt voor: n
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03543) komt voor: n
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03325) komt voor: n
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03543) komt voor: n
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03325) komt voor: n
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03543) komt voor: n
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03325) komt voor: n
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03543) komt voor: n
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03325) komt voor: j
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03543) komt voor: n
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03325) komt voor: n
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03543) komt voor: n
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03325) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03325) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03543) komt voor: n
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03325) komt voor: j
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03543) komt voor: n
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03325) komt voor: n
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03325) komt voor: n
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03325) komt voor: n
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03543) komt voor: n
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03325) komt voor: n
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03543) komt voor: n
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 1
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 1
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03325) komt voor: n
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03543) komt voor: n
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03325) komt voor: n
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03543) komt voor: n
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 3
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 3
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03325) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03543) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03325) komt voor: j
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03325) komt voor: n
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03543) komt voor: n
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 3
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 3
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03543) komt voor: n
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03325) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03543) vertaling: Jan et giniene boek nie mi
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03325) vertaling: Jan en et genen boek mi
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03543) vertaling: Jan en et gin boek ni mi
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03325) vertaling: Jan en et gi boek mi
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03543) vertaling: boeken et Jan nie
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03325) vertaling: boeken en e Jan nie
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03543) vertaling: Jan en et nie vele geld ne mi
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03325) vertaling: Jan en e ni vele gelt me
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03543) vertaling: d'r meugt niemand klappen over da probleem
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03325) vertaling: te meugt niemant nie klappen over da probleem
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03325) vertaling: te meugt niemant nie klappen over da probleem
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03543) vertaling: d'r zegt niemand nie dat 'n komt
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03325) vertaling: 't en zegt niemand dat 'n komt
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03325) vertaling: zitten d'r ier nowers muizen
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03543) vertaling: zitten d'r ier nowersen muzn
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03543) vertaling: 'k geevn niet'n an en ander
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03325) vertaling: 'k geef nieten an een ander
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03325) vertaling: ter wilt niemant werken
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03543) vertaling: niemand nie wilt werken
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03325) vertaling: me wisten wieder nie dat 'n tuus was
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03543) vertaling: widder e wisten nie dat 'n tuus was
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 03543) vertaling: 'k wisten 't ook nie
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 03325) vertaling: ik en wist oek nie
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03325) vertaling: ij meugt mi niemant klappen over dit probleem
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03543) vertaling: ne meugt me niemand nie klappen over da probleem
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03325) vertaling: Jan wit at 'n voor 'n drien de wagen moe gemaakt ?
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03543) vertaling: Jan wit dat 'n vo t'n drien 'n otto moe vermaakt e
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03325) komt voor: n
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03543) komt voor: n
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03325) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03543) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03325) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 4
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 4
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03543) komt voor: n
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03325) komt voor: n
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03325) vertaling: Marie z'n oto is kapot
opm.: twijfelgeval genitief '-s'
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03325) vertaling: Marie neur oto is kapot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03543) vertaling: Marie neur'n otto is d'r an
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 03325) vertaling: Pier z'n oto is kapot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03543) vertaling: Piet zun otto i d'r an
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03325) vertaling: Piere zen otto is kapot
opm.: twijfelgeval prenominale genitief
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 03325) vertaling: die vints noto is kapot
opm.: twijfelgeval genitief '-s'
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03543) vertaling: die vint zen otto i d'r an
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03325) vertaling: din vint s'n oto is kapot
opm.: twijfelgeval prenominale pronomin.
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03543) vertaling: dien otto is nie va mi mo na nem
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03325) vertaling: dien otto is nie va mie mo va nem
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03325) vertaling: de gazette va gisteren ligt uner de TV
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03543) vertaling: de gazette va gisteren ligd onder 'n tv
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03543) vertaling: Jan is Karolien en Kristien se kleine broere
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03325) vertaling: Ja is K&K ulder broertje
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03543) vertaling: die gasjes zulder villo es epakt
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03325) vertaling: die joenes ulder velo's zi estoln
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03325) vertaling: de moeder va die zussen is up bezoek
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03543) vertaling: die zusters zulder moeder is up visite
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03543) vertaling: dien otto is va Wim
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03325) vertaling: dien otto is Wims
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03543) vertaling: die velo is va mi
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03325) vertaling: dien velo is de mienen
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03325) vertaling: e meug mi niemant nie klappen over di probleem
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03543) vertaling: ne meugt me niemand (nie) klappen over da probleem
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03325) vertaling: ik en wile niemant nie kwetsen
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03543) vertaling: 'k willen ik niemand (nie) kwetsen
opm.: subjectdubbeling
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03325) vertaling: 't is jammer da me nie meun komn
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03543) vertaling: 't is jammer da widder nie e meug'n kommen
opm.: twijfelgeval negatiepartikel (ev. ook vorm van 'hebben'; op basis van spelling in andere gevallen is dat echter weinig waarschijnlijk)
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03325) vertaling: da gu 'k nie doen
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03543) vertaling: dad en gon 'k nie doen
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03325) vertaling: 'k en nie ewerkt
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03543) vertaling: nie en 'k ewerkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03543) vertaling: en a 't nie verteld of Marie begoste te bleten
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03325) vertaling: ie aded et noch mo juste verteld of Marie begoste te blitn
opm.: rare pv.
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03325) vertaling: ga die bestellinge nu mo gan alen
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03543) vertaling: gon oalt die commande sebiet mo
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03325) vertaling: e werk nie
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03543) vertaling: n' en werkt nie
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03325) vertaling: 'k verbiedn joen va ier te komn
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03325) vertaling: Ja belette da me Marie beldn
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: um (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: vo (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: um (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03543) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: vo (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: um (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: vo (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03543) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03543) fragment: (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: vo (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: um (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03325) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03325) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03325) fragment: vã te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03325) fragment: vã te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: vo te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03325) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03543) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03325) fragment: vo te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03543) fragment: vo te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03325) fragment: um te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03543) fragment: om (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03325) fragment: um te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03543) fragment: om (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03325) fragment: vo te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03543) fragment: vo te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03325) fragment: u (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03543) fragment: a (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03325) fragment: u (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03325) fragment: - (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03543) fragment: a (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03543) fragment: (ton) (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03325) fragment: - (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03543) fragment: (ton) (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03543) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03325) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03543) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03325) fragment: vã (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03543) fragment: voor (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03325) fragment: vã (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03325) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03543) fragment: voor (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03325) fragment: lik da (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03325) fragment: lik da (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03325) fragment: ik of da (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03543) fragment: lik of da (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03325) fragment: ik of da (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03543) fragment: da (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03543) fragment: of (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03325) fragment: of (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03543) fragment: of (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03543) fragment: da (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03325) fragment: ov (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03543) fragment: of (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03543) fragment: da (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03543) fragment: da (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03543) fragment: of (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03543) fragment: of (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03325) fragment: of (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03543) fragment: of (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03543) fragment: da (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03543) fragment: da (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03543) fragment: of (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03543) fragment: lik (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03325) fragment: lik (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03543) fragment: lik (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03543) fragment: of (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03325) fragment: te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03543) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03543) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03543) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03543) fragment: (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03543) fragment: (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 03543) fragment: da (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03543) fragment: dat (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03325) fragment: da (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03543) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03325) komt voor: n
opm.: wel: ... lik of dat 'n eur ...
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03325) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03325) fragment: of da (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03543) fragment: at (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03325) fragment: of da (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03543) fragment: of dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03325) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03543) fragment: of dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03543) fragment: at (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03543) vertaling: 'k weetn da j gieder up niemand vies zien
opm.: ww. op -n zou AN kunnen zijn (informant is 20 jaar oud)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03325) vertaling: 'k wete da gieder up niemand kwade zin
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03543) vertaling: 'k weetn da ze zie up nieten preus is
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03325) vertaling: 'k wete da ze up nieten preus en es
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03543) vertaling: Els peist dat 't nie gemakkelijk is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03325) vertaling: Els peist da 't nie gemakkelijk en is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03543) vertaling: 'k weet'n dan 'k te loate zien e gie nie
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03325) vertaling: 'k weet dan kike te late zien en gie nie
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03543) vertaling: je wit toch da j moe werkn en ik nie
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03325) vertaling: je wi toch da je gie moe wirken en ikke nie
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03543) vertaling: alleman peist da wieder nor us goa en da zieder nog meugn bluvn
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03325) vertaling: iedren peist da me wieder nor uus gaan en dan ze zieder no meugen bluven
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03543) vertaling: 't is jammer dat 'n ie komt en da ze zie weggoat
opm.: subjectdubbeling 3.ev.vrouw in bijzin.
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03325) vertaling: 't is jammer dat 'n ie kumt en da ze zie weggaat
opm.: subjectdubbeling 3.ev.vrouw in bijzin
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03543) vertaling: 'k peizen da Lisa ziek is
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03325) vertaling: 'k peize da Lisa ziek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03543) vertaling: 'k peizen da P&L goa trouw'n
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03325) vertaling: 'k peize dan P & L gun trouwen
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03543) vertaling: t'noet
opm.: = 't en doet ??; betekenis: neen, hij slaapt niet
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03543) vertaling: t'noet t'noet
opm.: = 't en doet ??; betekenis: neen, hij slaapt niet
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03325) vertaling: doet 'n?
opm.: betekenis: is 't waar?
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03543) vertaling: t'noet t'noet
opm.: = 't en doet ??; betekenis: neen, hij slaapt niet
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03543) vertaling: t'noet
opm.: = 't en doet ??; betekenis: neen, hij slaapt niet
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03325) komt voor: j
betekenis: ontkennend
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03543) komt voor: n
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03325) komt voor: j
betekenis: ontkennend
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03543) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03543) komt voor: n
229 (y01(ii)) A: Hij zal niet komen B: Hij/'t (en) doet (inf. 03325) vertaling: doet 'n
opm.: betekenis: is 't waar?
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03543) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03325) komt voor: j
betekenis: bevestigend
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03325) komt voor: j
betekenis: bevestigend
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03543) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03543) vertaling: toet
komt voor: j
betekenis: bevestigend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03543) vertaling: toetoet
komt voor: j
betekenis: bevestigend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03543) vertaling: toet
komt voor: j
betekenis: bevestigend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03325) komt voor: j
betekenis: bevestigend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03543) vertaling: toetoet
komt voor: j
betekenis: bevestigend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03543) vertaling: toet
komt voor: j
betekenis: bevestigend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03543) vertaling: toetoet
komt voor: j
betekenis: bevestigend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03325) komt voor: j
betekenis: bevestigend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03543) vertaling: toet
komt voor: j
betekenis: bevestigend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03543) vertaling: toetoet
komt voor: j
betekenis: bevestigend
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03325) komt voor: n
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03543) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03543) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03325) komt voor: n
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03325) komt voor: n
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03543) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03325) komt voor: j
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03543) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03543) komt voor: n
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03325) komt voor: j
opm.: zonder 'nee'
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03325) komt voor: j
opm.: zonder 'nee'
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03543) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03325) komt voor: j
opm.: zonder 'nee'
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03543) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03543) komt voor: j
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03325) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03325) komt voor: n
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03543) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03543) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03543) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03325) komt voor: j
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03543) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03325) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03543) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03325) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03543) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03325) komt voor: n
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03325) fragment: waarvan dat de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03543) fragment: wovan dat de (1)
opm.: 's = se ?
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03325) fragment: waarvan dat de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03325) fragment: wie z'n (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03543) fragment: wovan dat de (1)
opm.: 's = se ?
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03543) fragment: va wien da 's (1)
opm.: 's = se ?
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03325) fragment: wie z'n (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03543) fragment: va wien da 's (1)
opm.: 's = se ?
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03325) fragment: waar dat (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03543) komt voor: n
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03325) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03325) fragment: dat (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03543) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03543) fragment: op (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03325) fragment: dat (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03543) fragment: op (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03325) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03543) fragment: waar (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03325) komt voor: n
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03543) komt voor: n
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03325) komt voor: n
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03543) komt voor: n
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03325) fragment: dat (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03543) fragment: da (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03325) fragment: wo dan (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03543) fragment: woa da (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03325) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03325) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03325) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03325) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03325) fragment: wie dat er (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03325) fragment: wie dat er (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03325) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03543) fragment: wien dat er (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03325) vertaling: wie peis je dan ke in 't stei tegenekomen zien
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03543) vertaling: wie peis je da 'k in 't stee en ezien
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03543) vertaling: oe peis je gieder da ze 't e doan
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03543) vertaling: ... peis junder ...
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03543) vertaling: ... peis junder ...
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03325) vertaling: oe peis je giedr d? ze upelost en
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03543) vertaling: oe peis je gieder da ze 't e doan
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03543) vertaling: oe peis je da ze 't e doan
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03325) vertaling: oe peis je gie d? ze upelost en
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03325) vertaling: Magda e wit nie mi wie da me willen telefoneren
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03543) vertaling: Magda wit nie wie da wieder willen bellen
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03543) vertaling: wit er etwien da wieder en eroopn
opm.: andere zin dan opgave
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03325) vertaling: wit er etwien wien d? 'm eroepen en
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03543) vertaling: wie peis je da 'k in 't stee en ezien
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03325) vertaling: wien peis je dan ke in 't stei tegenekomen en
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03325) vertaling: wien peis je dan ke in 't stei tegenekomen en
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03543) vertaling: wie peis je da 'k in 't stee en ezien
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03325) vertaling: en e se ane ewassen
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03543) vertaling: 'n e z'n an gewossen
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03325) vertaling: en e s'n emde ewassen
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03543) vertaling: 'n e z'n emde gewossen
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03325) vertaling: 'n ed een oet up s'n ooft
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03543) vertaling: 'n ed 'n oet op z'n oofd
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03325) vertaling: en ed e plek up s'n emde
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03543) vertaling: 'n ed e plekke op z'n ende
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03325) vertaling: en e s'n been ebroken
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03543) vertaling: 'n e ze been brookn
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03325) vertaling: en e mum zeer gedaan
opm.: mannelijk i.p.v. vrouwelijk reflexief: hem
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03543) vertaling: z e neur zier edoan
opm.: reflexief: haar
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03325) vertaling: M trok de sarze nu neur
opm.: reflexief: haar
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03543) vertaling: Marie trok 't loaken noa neur
opm.: reflexief: haar
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03543) vertaling: zezeven
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03543) vertaling: Luc wit da t'r foto's van nem te kope zien
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03325) vertaling: Luc wit dan d'r pertretten va num zelve te kope sin
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03543) vertaling: Luc wit da t'r foto's van nem te kope zien
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03543) vertaling: zezeven
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03325) vertaling: je wit alglik nog da me toens deur da bos elopen en
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03543) vertaling: je wit glik nog da we te deur 't bus e loopn
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03325) vertaling: 'k wete nog dat 'n oto va Marie kapot was
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03543) vertaling: 'k weetn nog da t'n otto va Marie in panne was
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03325) vertaling: 'k wete nog dat 'n zat t' eten lik e zwie
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03543) vertaling: ze weet nog dat 'n zat t' eten lik e zwie
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03325) vertaling: wieder weten nog wel dad ul Jan zen boeken estolen waren mo zieder weten da nie me
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03543) vertaling: wieder weetn nog goed dat ol Jan ze boekn woarn epakt, moa zieder weetn da nie me
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03325) vertaling: wit je giedr nog da me J? up de mart ezie en
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03543) vertaling: wit je gieder nog da we Jan op de markt en ezien
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03543) vertaling: 'n et em kapot gewrocht
opm.: reflexief: hem
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03325) vertaling: en ed em en ungluk ewerkt
opm.: reflexief: hem
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03325) vertaling: e voelde nem deur 't ies zakken
opm.: reflexief: hem
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03325) vertaling: zoet 'n dad en kunn doe~
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03543) vertaling: zoet 'n ie da e kun edoa e
opm.: lijkt mij best wel vreemd antwoord, van een informant die totaal niet aan de criteria beantwoord; het is bovendien niet duidelijk wat die 2 e's betekenen.
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03543) fragment: ekun (1)
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03325) fragment: ekunt (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03325) fragment: edoen (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03543) fragment: edoan (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03325) komt voor: n
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03543) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03325) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03543) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03543) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03325) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03325) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03543) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
opm.: dav
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03325) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
opm.: dav
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
opm.: dav
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
opm.: dav
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03325) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03543) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03325) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03543) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03325) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03543) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03325) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03543) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03325) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
opm.: dav
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03325) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
opm.: dav
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03325) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03543) vertaling: wieder moet'n noa de schuur e geev'n de koeien t' eetn
komt voor: j
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03325) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03543) vertaling: wieder moet'n noa de schuur e geev'n de koeien t' eetn
komt voor: j
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03543) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03325) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03325) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03543) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03543) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03325) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03543) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03325) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03325) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03543) komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03543) komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03325) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03543) vertaling: Marie neur koeien zien verdroenken a 't oender water kwam
komt voor: j
opm.: dav
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03325) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03543) vertaling: Marie neur koeien zien verdroenken a 't oender water kwam
komt voor: j
opm.: dav
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03325) komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03543) komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03325) vertaling: 'k zi me nu de mart ewist
komt voor: j
opm.: twijfelgeval prepositie-stranding
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03543) komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03325) vertaling: 'k zi me nu de mart ewist
komt voor: j
opm.: twijfelgeval prepositie-stranding
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03325) vertaling: 'k e ul de ieste drie sumn emakt, wuk fer e je gie emakt
komt voor: j
opm.: dav: niet echt 'de welke'
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03543) vertaling: ik en ol d' ieste drie optellingen emakt. Wuffer e j gie emakt
komt voor: j
opm.: dav
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03325) vertaling: 'k e ul de ieste drie sumn emakt, wuk fer e je gie emakt
komt voor: j
opm.: dav: niet echt 'de welke'
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03543) vertaling: ik en ol d' ieste drie optellingen emakt. Wuffer e j gie emakt
komt voor: j
opm.: dav
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03325) vertaling: wuk fer e je gie al weggebrocht
komt voor: j
opm.: dav?
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03543) vertaling: wuffer e j gie ol weg ebracht
komt voor: j
opm.: dav : 'de' staat er niet
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03325) vertaling: wuk fer e je gie al weggebrocht
komt voor: j
opm.: dav?
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03543) vertaling: wuffer e j gie ol weg ebracht
komt voor: j
opm.: dav : 'de' staat er niet
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03543) vertaling: zukke zoe n kik nie durvn opeetn
komt voor: j
opm.: dav : 'de' staat er niet
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03325) vertaling: zukke zun kik nie durven upeten
komt voor: j
opm.: dav
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03543) vertaling: zukke zoe n kik nie durvn opeetn
komt voor: j
opm.: dav : 'de' staat er niet
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03325) vertaling: zukke zun kik nie durven upeten
komt voor: j
opm.: dav
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03325) vertaling: de dieje zun kik nie durven opeten
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03543) vertaling: de dieje zoen kik nie durven opeten
komt voor: j
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03543) vertaling: de dieje zoen kik nie durven opeten
komt voor: j
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03325) vertaling: 'k weete da J? no de mart ewist et
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03543) vertaling: 'k weetn da Jan noa de markt ewist et
komt voor: j
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03543) vertaling: 'k weetn da Jan noa de markt ewist et
komt voor: j
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03543) komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03325) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03543) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03325) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03543) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03325) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03543) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03325) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03543) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03325) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03543) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03325) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03325) vertaling: in dien tit leefde ik d'rop los
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03543) vertaling: in dien tied woaren kik en echten levoard
opm.: dav
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03325) vertaling: vroeger leefd 'n lik e beeste
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03543) vertaling: vroegerder leefde 'n juste lik e bieste
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03543) vertaling: doa leefde wieder lik God in 't Franse
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03325) vertaling: du leefden wieder lik God in Frankrijk
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03325) vertaling: niemand meug dat sie~ dus fin ik da 't gie un nie meugt sie~
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03543) vertaling: niemand meuchd et zieje, dus ik ving da j' gie 't ook nie meucht zieje
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03325) vertaling: 't gebeurde o je wegging
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03543) vertaling: 't gebeurde toe da j weggoenk
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03543) vertaling: 'k weetn woa da j zie geboren
opm.: waar dat - ja
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03325) vertaling: 'k wete wu da je eboren zit
opm.: waar dat - ja
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03325) vertaling: nu da je streke zit, meug je g?
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03543) vertaling: nu da j geried ziet, meuch je weggoan
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03325) vertaling: deurda Marie overleden was ed eur vint Anna ni mi kunn elpm
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03543) vertaling: deurda Marie doed was, et neur vent Anna nie mee kun elpn
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03543) vertaling: 'k weetn dat 'n is goa zwemmen
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03325) vertaling: 'k weet dat 'n go zwemn is
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 4
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 4
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03543) komt voor: n
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03325) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03543) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03325) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03543) komt voor: n
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03325) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03543) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03325) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03543) vertaling: jaak
komt voor: j
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03543) vertaling: jaak
komt voor: j
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03325) vertaling: juk
komt voor: j
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03325) vertaling: juk
komt voor: j
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03543) vertaling: joas
komt voor: j
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03325) vertaling: jus
komt voor: j
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03325) vertaling: jus
komt voor: j
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03543) vertaling: joas
komt voor: j
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03325) vertaling: jus
komt voor: j
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03543) vertaling: joas
komt voor: j
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03543) vertaling: joas
komt voor: j
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03325) vertaling: jus
komt voor: j
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03325) vertaling: jut
komt voor: j
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03543) vertaling: jaat
komt voor: j
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03543) vertaling: jaat
komt voor: j
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03325) vertaling: jut
komt voor: j
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03543) vertaling: wien dadde
komt voor: j
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03325) vertaling: wie dade
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03543) vertaling: wien dadde
komt voor: j
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03325) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03543) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03543) vertaling: a 't kermesse is de mensen kommen butn
komt voor: j
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03543) vertaling: a 't kermesse is de mensen kommen butn
komt voor: j
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03325) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03325) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03543) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03543) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03325) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03543) vertaling: gie goat noa 't voetbal kiek'n met ik(ke)
komt voor: j
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03543) vertaling: me mie
komt voor: j
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03543) vertaling: gie goat noa 't voetbal kiek'n met ik(ke)
komt voor: j
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03543) vertaling: me mie
komt voor: j
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03543) vertaling: me mie
komt voor: j
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03543) vertaling: gie goat noa 't voetbal kiek'n met ik(ke)
komt voor: j
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03325) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03543) vertaling: 'n is dood
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03325) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03543) vertaling: 'n is dood
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03543) vertaling: nem is dood
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03543) vertaling: nem is dood
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03325) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03543) vertaling: ist 'n dood
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03543) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03325) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03325) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03543) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03325) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03543) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03325) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03543) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03325) fragment: dã (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03325) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03325) fragment: die (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: 2: woava 2: dat'n (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: 2: woava 2: dat'n (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: dat 'n (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03325) fragment: dã (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: dat 'n (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: 2: woava 2: dat'n (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03325) fragment: dã (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: dat 'n (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03325) fragment: die (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: 2: woava 2: dat'n (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03543) fragment: dat 'n (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03325) fragment: dã (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03325) fragment: dã (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: woava (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03325) fragment: dã (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: woava (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: woava (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03325) fragment: dã (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: woava (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03543) fragment: da (2)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord alweer een twijfelachtig antwoord (1ste)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03543) komt voor: n
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03325) komt voor: n
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03543) komt voor: n
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03325) fragment: wi~ dã (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03325) fragment: wo (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03325) fragment: - (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03543) fragment: dan (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03325) fragment: - (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03543) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03325) fragment: wo (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03543) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03543) fragment: dan (2)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03543) fragment: dan (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03325) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03543) fragment: die (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03325) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03543) fragment: dan (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03325) fragment: da (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03325) fragment: die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03543) fragment: wiejen dat er (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03325) fragment: die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03325) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03325) fragment: wie (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03543) fragment: woavan da de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03325) fragment: va wie (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03543) vertaling: Piet peist da J&M op niemand nie kwaad zie
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03325) vertaling: Piet peist a Jan e Marie up niemant nie kwaad zijn
betekenis: negative concord
opm.: zin zonder 'nie' gewoner
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03543) vertaling: Piet peist da J&M op niemand nie kwaad zie
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03325) vertaling: Piet peist a Jan e Marie up niemant nie kwaad zijn
betekenis: negative concord
opm.: zin zonder 'nie' gewoner
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03543) vertaling: Wim peist da we nooit niemand e pries geven
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03543) vertaling: ... nooit etwien ...
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03325) vertaling: Wim peist d? me nooit a niemant e pries geve
betekenis: negative concord
opm.: negative concord vreplicht
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03543) vertaling: ... nooit etwien ...
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03543) vertaling: Wim peist da we nooit niemand e pries geven
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03325) vertaling: Wim peist d? me nooit a niemant e pries geve
betekenis: negative concord
opm.: negative concord vreplicht
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03543) vertaling: Wim peist da we nooit niemand e pries geven
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03543) vertaling: ... nooit etwien ...
betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03543) vertaling: ('t is woa da ze meuge nie me Marie klappen)
opm.: zin staat tussen haakjes (wegens +/- ongrammaticaal?)
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03325) vertaling: 't is woa d? ze me Marie nie meugen klappen
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03325) vertaling: 't is woa d? ze me Marie nie meugen klappen
betekenis: negatie > modaal
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03543) vertaling: nowers
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03325) vertaling: nowers
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03325) vertaling: niemant
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03543) vertaling: niemand
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03325) vertaling: nooit
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03543) vertaling: nooit
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03543) vertaling: niet'n
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03325) vertaling: nieten
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03543) vertaling: ginne
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03325) vertaling: gee
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03543) vertaling: ginne
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03543) vertaling: ginien
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03543) vertaling: ginien
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03325) vertaling: zegt ni d? ke no buten ewist e
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03543) vertaling: zegt nie an em dan 'k noa butn en ewist
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03325) vertaling: nie verteln da j' e kado ve nem ekocht et, we
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03543) vertaling: nie zeggen da j e kado vo nem ekocht et, wi
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03543) vertaling: wit je nie dat 'n evollen et
opm.: ook ... is evollen
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03543) vertaling: wit je nie dat 'n evollen et
opm.: ook ... is evollen
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03543) vertaling: wit je nie dat 'n evollen et
opm.: ook ... is evollen
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03543) vertaling: ... et evollen
opm.: ook ... is evollen
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03543) vertaling: ... et evollen
opm.: ook ... is evollen
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03543) vertaling: ... et evollen
opm.: ook ... is evollen
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03543) vertaling: ... evollen is
opm.: ook ... is evollen
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03543) vertaling: ... evollen is
opm.: ook ... is evollen
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03543) vertaling: ... evollen is
opm.: ook ... is evollen
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03325) vertaling: wit je 't nie dat 'n gevallen et
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03543) vertaling: Wendy probeerde niemand zeer te doen
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03325) vertaling: W probeerde ve niemand zeer te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03325) vertaling: 't schint da ze nietn (e) meugd eten
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03543) vertaling: 't schient da se niet'n meucht eten
opm.: twijfelgeval negatiepartikel ('n?)
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03325) vertaling: ze schint nietn te meugen eten
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03543) vertaling: ze schient niet'n te meugen eten
opm.: twijfelgeval negatiepartikel (ev. de 'n voor 'meugen')
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03543) vertaling: ze proberen ol 'n ielen dag noa makaars te bellen
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03325) vertaling: ze proberen al heel den dag mekaar(sen) up te bellen
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03325) vertaling: 't belooft e schone dag te komen
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03543) vertaling: 't belooft were e schoenen dag te komen
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03543) vertaling: 't is misschien beter (om) nog e bitje te wachten
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03325) vertaling: 't is misschie beter nog e bitje te wachten
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03543) vertaling: wieder adden de chance om nem subit were te vinden
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03325) vertaling: m' adn 't geluk vu em direkt were te vingen
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03543) vertaling: an de kiekens e valke zieje, zie ze benauwd
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03325) vertaling: u~ de kiekens e sperwer zie en ze benauwd
opm.: twijfelgeval voegwoordcongruentie 'als'
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03543) vertaling: a w de patatn nie kun verkopen, zitten w' in de probleemn
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03325) vertaling: u me de patatten nie kunen verkopen, zitn men in de problemen
opm.: twijfelgeval voegwoordcongruentie 'als'
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03543) vertaling: a j gieder em nie meenimt goan 'ke kwaad komen
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03325) vertaling: u d' em nie meepakt, go me kwaad komen
opm.: 1.mv. i.p.v. 1.ev.
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03543) vertaling: ne wist et
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03325) vertaling: e wist et
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03543) vertaling: op deeze fieste is er vele edanst
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03325) vertaling: up die feeste is er veel edanst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03543) vertaling: nu is er allene nog mo brood verkocht in dien winkel
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03325) vertaling: nu is er allene nog brood vrekocht in die winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03543) vertaling: ot 'n met 'n velo is, goat 'n wel loate zie
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03325) vertaling: ut en mi t'n velo komt, gaat en wel te late zin
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03543) vertaling: a j tied et komt e ki binnen
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03325) vertaling: u j' tid et, stik tu ne ki over
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03543) vertaling: an kik rikke zien, koopn kik e dieren otto
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03325) vertaling: u ke rike zie~, kop ek e dieren otto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03325) komt voor: j
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03543) komt voor: j
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03543) vertaling: mischien gon k et ik wel kriegen
komt voor: j
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03325) vertaling: messchie gan 'k et ik wel krijgen
komt voor: j
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03543) vertaling: mischien gon k et ik wel kriegen
komt voor: j
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03325) vertaling: messchie gan 'k et ik wel krijgen
komt voor: j
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03325) vertaling: durf de gie d'r op duwen
komt voor: j
opm.: dav
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03543) vertaling: durfje 'r gie op duwen
komt voor: j
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03325) vertaling: durf de gie d'r op duwen
komt voor: j
opm.: dav
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03543) vertaling: durfje 'r gie op duwen
komt voor: j
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03543) vertaling: durfje 'm gie inviteren
komt voor: j
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03325) vertaling: durf de gie nem uutnodigen
komt voor: j
opm.: dav
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03543) vertaling: durfje 'm gie inviteren
komt voor: j
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03325) vertaling: durf de gie nem uutnodigen
komt voor: j
opm.: dav
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03543) vertaling: durfje ze gie inviteren
komt voor: j
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03325) vertaling: durf de gie nulder uutnodigen
komt voor: j
opm.: dav
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03543) vertaling: durfje ze gie inviteren
komt voor: j
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03325) vertaling: durf de gie nulder uutnodigen
komt voor: j
opm.: dav
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03325) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03543) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03325) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03543) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03543) vertaling: e je gie diejen brief verzon noa mi
komt voor: j
opm.: dav
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03325) vertaling: e je gie mi die~brief upgezonden
komt voor: j
opm.: dav
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03543) vertaling: e je gie diejen brief verzon noa mi
komt voor: j
opm.: dav
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03325) vertaling: e je gie mi die~brief upgezonden
komt voor: j
opm.: dav
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03543) vertaling: 'k en em da gegeven
komt voor: j
opm.: dav (aanw. vnw. i.p.v. clitic)
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03325) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03543) vertaling: 'k en em da gegeven
komt voor: j
opm.: dav (aanw. vnw. i.p.v. clitic)
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03325) vertaling: ze leeft zie up water e brood v? de weke
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03543) vertaling: ze leeft zie deze weke op water e brood
komt voor: j
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03543) vertaling: ze leeft zie deze weke op water e brood
komt voor: j
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03543) vertaling: Marie et ezeit da j gie et eprobeerd e liedje te zing
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03543) vertaling: M et ezeid da j gie e liedje proberen zingen et
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03325) vertaling: ... da je eprobeerd ed e liedje te zing
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03543) vertaling: M et ezeid da j gie e liedje proberen zingen et
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03325) vertaling: ... da je eprobeerd ed e liedje te zing
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03325) vertaling: Marie ed ezei da je eprobeerd ed e liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03325) vertaling: Marie ed ezei da je eprobeerd ed e liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03543) vertaling: Marie et ezeit da j gie et eprobeerd e liedje te zing
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03325) vertaling: Marie ed ezeid da je neur e proberen e boek te geven
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03543) vertaling: Marie et ezeid da j gie et eprobeerd e boek te geevn an eur
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03325) komt voor: n
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 2
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 2
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 2
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 2
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03325) komt voor: n
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 2
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 2
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03325) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03325) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03543) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03325) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03543) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03543) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03325) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03325) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03543) vertaling: de dieje van 't steej, de dieje en ier vele uuzn ezet
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03325) vertaling: de die va de stad en ier veel uuzn gebouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03325) vertaling: an de nieuwen vaart ge zie du gi mins mi
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03543) vertaling: a dien nieuw'n voart,doa zie je gin lus ne mie
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03325) vertaling: gisteren is Jan ier ewist
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03543) vertaling: gistern i Jan ier ewist
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03543) vertaling: den dag da Jan belde, woar'n kik nie tus
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03325) vertaling: de dag da J? belde wus ik nie tuus
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03325) vertaling: Jef, de dienn zu 'k noois uutnodigen
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03543) vertaling: Jef, 'n dien zoen 'k nooit inviteren
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03543) vertaling: Marie de dieje zoet dat nooit doewe
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03325) vertaling: Marie de die zu zuks noois doe~
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03543) vertaling: Bert, 'n dien drinkt oltemets e ki e glas tevele
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03325) vertaling: Bert de dien drinkr wel altemets e glas te vele
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03325) vertaling: Marta 'k zu de die we e ki bi mie willen uutnodigen
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03543) vertaling: Martha, de dieje zoen 'kik wel e ki bi mi tuus willen inviteren
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03543) vertaling: dad uus, da zoen kik aglik nooit willen kopen
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03325) vertaling: dad uus 'k sa da noois wiln koopn
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03543) vertaling: dad uus, da stoat doar ol fiftig joar
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03325) vertaling: dad uus da staat d'r al viftig jaar
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 3
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 3
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03325) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03325) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03325) komt voor: j
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03325) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03543) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03325) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03325) komt voor: j
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03325) komt voor: n
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03543) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03543) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03325) komt voor: n
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03325) komt voor: j
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03543) komt voor: n
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03325) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03325) komt voor: j
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03325) komt voor: n
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 4
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03325) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03543) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03543) vertaling: e Gunther ebeld
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03325) vertaling: ee G ebeld
473 (z11b) En pas op! (inf. 03543) vertaling: let up
473 (z11b) En pas op! (inf. 03325) vertaling: past up
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03543) vertaling: 't wa mo juste enoeg
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03325) vertaling: te was mo juste goed genoeg
opm.: twijfelgeval negatiepartikel bij 'maar net'
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03543) vertaling: Marjo e nu mier koeien dan da ze vroeger had
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03325) vertaling: M e nu meer koeien d? ze vroeger a
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03543) vertaling: a Susanne a kunnen komen, a se da zeker gedoan
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03325) vertaling: a Susanne ade kunn komn z' a da edaan
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03325) vertaling: z' is de besten dokteur dan kik kenne
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03543) vertaling: zie is 'n besten dokteur dan ke ken
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03543) vertaling: vo da j etwat wegsmit, moe j e ki bellen
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03325) vertaling: ve da je etwade wegsmiet moe je eert ne kee bellen
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03543) vertaling: ier is alles wuk dan 'kik en ekregen
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03325) vertaling: hier is 't al dan 'k ekregen en
opm.: twijfelgeval relatiefpronomen na 'alles': dat of voegwoorden na 'alles'
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03325) vertaling: J? is te gierig om etwadde a ze inders te geven
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03543) vertaling: Jan e veel te gierig om etwot a ze joens te geven
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03543) vertaling: juste lik of da j gie etwot va foetbal wit
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03325) vertaling: lik of da je gi etwade va voetballen kent
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03543) vertaling: legt da boek neere
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03325) vertaling: da boek leg et neer
opm.: twijfelgeval topicalisatie volle NP in imperatief
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03325) vertaling: u je serieus nij e ku wachten, kom tu more
opm.: twijfelgeval negatiepartikel in voorwaardelijke bijzin
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03543) vertaling: a j echt nie ku wachten, komt toe mo
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03543) vertaling: 'k weetn da Jan 'n dokteur a kun roepn
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03325) vertaling: 'k weetn da Jan 'n dokteur adde kunn roepen
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03543) vertaling: 'k weetn da Jan 'n dokteur kust eroepn e
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03325) vertaling: 'k wete da Jan 'n dokteur koste eroepen en
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03543) vertaling: ne zei dan 'k et ik a moeten doen
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03325) vertaling: e zee da 'k ed adde moeten doen
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03543) vertaling: ne zei dan k et ik moesten edoan en
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03325) vertaling: e zee da ke moeste gedaan en
opm.: object is weggevallen
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03543) vertaling: n' is vlede weke deur dokteur Mertens opereerd
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03325) vertaling: en is passeerde week deur dokteru Mertens opereert
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03543) vertaling: ne goa mor'n deur dokteur Mertens opereerd zin
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03325) vertaling: en go morent deur dokteur Mertens opereert zin
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03325) vertaling: 'k peize da je vele zu moeten wegsmietn
positie: 3
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03543) vertaling: 'k peizen da j vele zoe moeten wegsmittn
positie: 3
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03325) vertaling: 'k peize da je vele zu moeten wegsmietn
positie: 3
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03543) vertaling: 'k peizen da j vele zoe moeten wegsmittn
positie: 3
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03325) vertaling: 't is dom om zukke diere dingen weg te smietn
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03543) vertaling: 't is dom vo zukke diere dingen weg te smitt'n
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03325) vertaling: 't is dom om zukke diere dingen weg te smietn
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03543) vertaling: 't is dom vo zukke diere dingen weg te smitt'n
positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03543) vertaling: 'n is ol 't kapot an 't wegsmieten
positie: 2
opm.: positie 1 aanvankelijk ingevuld maar geschrapt
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03325) vertaling: en is alle kapotte dingen an 't wegsmitn
positie: 2
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03543) vertaling: 'n is ol 't kapot an 't wegsmieten
positie: 2
opm.: positie 1 aanvankelijk ingevuld maar geschrapt
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03325) vertaling: en is alle kapotte dingen an 't wegsmitn
positie: 2
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03543) vertaling: 'k vin da j vele meer de gazette zoe moeten lezen
positie: 1
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03325) vertaling: 'k fine da e meer de gazette zu moeten lezen
positie: 1,3
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03543) vertaling: 'k vin da j vele meer de gazette zoe moeten lezen
positie: 1
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03325) vertaling: 'k fine da e meer de gazette zu moeten lezen
positie: 1,3
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03543) vertaling: 't is dom vo in 'n donkeren de gazette te lezen
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03325) vertaling: 't is dom va in den donkeren de gazette te lezen
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03543) vertaling: 't is dom vo in 'n donkeren de gazette te lezen
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03325) vertaling: 't is dom va in den donkeren de gazette te lezen
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03543) vertaling: 'n is heel den dag de gazette an 't lezen
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03325) vertaling: en is de helen dag de gazette a 't lezen
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03543) vertaling: 'n is heel den dag de gazette an 't lezen
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03325) vertaling: en is de helen dag de gazette a 't lezen
positie: 1
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03543) fragment: deur (1)
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03325) fragment: van (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03543) komt voor: n
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03325) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03543) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03325) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03325) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03543) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03543) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03325) komt voor: n
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03325) vertaling: R ed e groen appel weggeven e nu et 'n d'r nog twee roe
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03543) vertaling: R et iejen groen appel weggegeven e nu et 'n der nog twie roe over
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03325) vertaling: 't waren vele mensen up de feeste
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03543) vertaling: 't woaren veele mensen op die feeste
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03543) vertaling: waren d'r vele mensen op die feeste
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03325) vertaling: waren d'r vele mensen up de feeste
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03325) vertaling: wuk fer boeken e je ekocht
opm.: wel: wuk e je gekocht v? boeken
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03543) vertaling: wuffer boeken e j ekocht
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03325) vertaling: e wund bi Marietse
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03543) vertaling: ne weunt bi M
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03543) vertaling: ne weunt bie W
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03325) vertaling: e weund bi Wim
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03325) vertaling: lopt e kie nu d'n bakker, Wim
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03543) vertaling: goad e ki no 'n bakker, W
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03325) vertaling: wien e je ezien
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03543) vertaling: wien e j ezien
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03543) vertaling: wien et er joen ezien
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03325) vertaling: wien e t'r joen ezien
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03325) vertaling: an kik dad eweten tun en ade ikke da nij edaan
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03543) vertaling: an ke dad an eweten ton an ke dad nie edoa
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03325) vertaling: 't su beter zin va nog e bitsje te wachten
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03543) vertaling: 't zoe beter zie om nog e bitje te wachten
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03543) vertaling: chance da Jan 'n dokteur et ebeld en 'n dien was t'r stief rappe
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03325) vertaling: gelukkig adde Jan 'n dokteur ebeld en den dien was er heel rap
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03325) vertaling: lop toch deure vervelende joengs
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03543) vertaling: goat e ki rapper ambetante joens
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 4
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 4
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 4
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03325) komt voor: j
gebr.: 4
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03325) komt voor: n
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03543) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03325) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03543) komt voor: j
gebr.: 3
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03325) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03543) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03543) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03325) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03325) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03543) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Westvleteren

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Westvleteren