SAND-data Stokkem (L423p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
035 (x01a) | Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03249) |
vertaling: Jan rappeleert zich dat verhaol wel opm.: reflexief: zich |
036 (x01b) | Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03249) |
vertaling: M en P zien zich veur de kirk |
037 (x01c) | Toon wast ... (inf. 03249) |
vertaling: T was zich opm.: reflexief: zich |
038 (x01d) | De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03249) |
vertaling: den timmerman aet gein negel bei zich opm.: reflexief: zich |
039 (x01e) | Fons zag een slang naast ... (inf. 03249) |
vertaling: F zoeg en slang langs zich opm.: reflexief: zich |
040 (x01f) | Erik liet mij voor zich werken (inf. 03249) |
vertaling: E liet miech veur zich wirke opm.: reflexief: zich |
041 (x01g) | Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03249) |
vertaling: J liet zich metdrieve op de golve opm.: reflexief: zich |
042 (x01h) | Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03249) |
vertaling: T bekeek zichzelf ins good in de spiegel opm.: reflexief: zichzelf |
043 (x01i) | Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03249) |
vertaling: Jan eit in twie menute e pintje gedrunke |
044 (x01j) | Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03249) |
vertaling: dees sjoon laope gemekelek |
045 (x01k) | Eduard kent zichzelf goed (inf. 03249) |
vertaling: E kent zen eige good opm.: reflexief: z'n eigen |
046 (x01l) | Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03249) |
vertaling: W geheurd dat er fotos van zen eigen in de vitrin staon opm.: reflexief: z'n eigen |
047 (x01m) | Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03249) |
vertaling: dei eerpel schjelle neet gemekelek |
884 (x01n) | Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03249) |
vertaling: dit glas bruck as et op de grond viltj |
052 (x02a) | Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03249) |
vertaling: dokter, laof iech waal gezond genog |
054 (x02b) | Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03249) |
vertaling: jaore lank laof e van de erfenis van ze vader |
056 (x02c) | Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03249) |
vertaling: dees week laof ze op water en broet |
058 (x02d) | Leeft het nog? (inf. 03249) |
vertaling: laof et nog |
060 (x02e) | Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03249) |
vertaling: wielang laoft geer nouw al van die erfenis |
062 (x02f) | In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03249) |
vertaling: in bretagne laove ze veural van de ves dei ze vange |
064 (x02g) | Na het eten ga ik slapen (inf. 03249) |
vertaling: nao et ete gaon iech slaope |
065 (x02h) | Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03249) |
vertaling: zou iech dat waal konnen doen |
066 (x02i) | Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03249) |
vertaling: e leit zen oes aafbreeke |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03249) |
vertaling: iech weit dat Jan el moot kenne wirke komt voor: j gebr.: 5 |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03249) |
vertaling: iech weit dat Jan el moot kenne wirke komt voor: j gebr.: 5 |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03249) |
vertaling: iech weit dat Jan el moot kenne wirke komt voor: j gebr.: 5 |
076 (x03b) | Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03249) |
komt voor: n |
078 (x03c) | Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03249) |
komt voor: n |
079 (x03d) | Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03249) |
komt voor: n |
081 (x03e) | Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03249) |
komt voor: n |
083 (x03f) | Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03249) |
komt voor: n |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
880 (x04(iii)b) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
880 (x04(iii)b) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
088 (x04(iii)c) | Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03249) |
komt voor: n |
089 (x04(iii)d) | Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03249) |
komt voor: n |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
093 (x04(iv)c) | Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03249) |
komt voor: n |
094 (x04(iv)d) | Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03249) |
komt voor: n |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
096 (x04(ix)b) | Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03249) |
komt voor: n |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
098 (x04(ix)d) | Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03249) |
komt voor: n |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
102 (x04(v)c) | Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03249) |
komt voor: n |
103 (x04(v)d) | Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03249) |
komt voor: n |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
107 (x04(vi)c) | Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03249) |
komt voor: n |
110 (x04(vi)d) | Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03249) |
komt voor: n |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
114 (x04(vii)c) | Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03249) |
komt voor: n |
115 (x04(vii)d) | Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03249) |
komt voor: n |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03249) |
komt voor: n |
121 (x04(viii)d) | Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03249) |
komt voor: n |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
124 (x04(x)b) | Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03249) |
komt voor: n |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
126 (x04(x)d) | Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03249) |
komt voor: n |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
130 (x04(xi)c) | Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03249) |
komt voor: n |
131 (x04(xi)d) | Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03249) |
komt voor: n |
133 (x05a) | Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03249) |
vertaling: Jan eit geinein book mie |
140 (x05h) | Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03249) |
vertaling: zitte ei nergens gein muis |
155 (x06) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03249) |
vertaling: Jan weit dat er veur drij ore den otto moot gemaak ?bbe |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
158 (x06c) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03249) |
komt voor: n |
159 (x06d) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03249) |
komt voor: n |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 4 |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 4 |
161 (x06f) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03249) |
komt voor: n |
165 (x07d) | Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03249) |
vertaling: Piet zenne otto is kapot |
167 (x07f) | Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03249) |
vertaling: dei mins zenne otto is kepot |
168 (x07g) | Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03249) |
vertaling: dei otto is neet van miech mer van eum |
171 (x07j) | Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03249) |
vertaling: die jonges un fitse zien gestole |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03249) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03249) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03249) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03249) |
fragment: te (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03249) |
fragment: te (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03249) |
fragment: om (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03249) |
fragment: om (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03249) |
fragment: te (2) |
190 (x09c) | Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03249) |
fragment: te (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03249) |
fragment: als (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03249) |
fragment: als (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03249) |
fragment: dan (2) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03249) |
fragment: dan (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03249) |
fragment: te (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03249) |
fragment: (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03249) |
fragment: (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03249) |
fragment: te (2) |
193 (x09f) | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03249) |
fragment: als (1) |
194 (x09g) | Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03249) |
fragment: als (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03249) |
fragment: als (1) |
196 (x09i) | Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03249) |
fragment: als (1) |
197 (x09j) | Is Jan even oud als jij? (inf. 03249) |
fragment: als (1) |
199 (x09k) | Hij staat te zeuren (inf. 03249) |
fragment: te (1) |
198 (x09l) | Hij kan staan zeuren (inf. 03249) |
fragment: (1) |
200 (x09m) | Toen we aankwamen regende het (inf. 03249) |
fragment: (1) |
201 (x09n) | Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03249) |
fragment: dat (1) |
202 (x09o) | Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03249) |
fragment: (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 03249) |
fragment: of (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 03249) |
fragment: als (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 03249) |
fragment: als (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 03249) |
fragment: of (1) |
204 (x10a) | Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03249) |
vertaling: iech weit dat geer op niemes kaod zeet |
205 (x10b) | Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03249) |
vertaling: iech weit dat zei op niks gruuts is |
206 (x10c) | Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03249) |
vertaling: Els denkt dat e neet gemekelek is |
207 (x10d) | Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03249) |
vertaling: iech weit dat ich te laat ben en diech neet |
208 (x10e) | Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03249) |
vertaling: de wets toch dat dich moos wirke en iech neet |
209 (x10f) | Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03249) |
vertaling: ederein denkt dat weer eivers gaon en dat zei nog moge blieve |
210 (x10g) | Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03249) |
vertaling: et is jaomer dat e kump en dat zei weggeit |
211 (x10h) | Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03249) |
vertaling: iech denk dat Lisa krank is |
213 (x10i) | Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03249) |
vertaling: iech denk dat P en L gaon trouwe |
226 (y01(i)a) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03249) |
komt voor: n |
227 (y01(i)b) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03249) |
komt voor: n |
228 (y01(i)c) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03249) |
komt voor: n |
230 (y01(ii)a) | A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03249) |
komt voor: n |
231 (y01(ii)b) | A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03249) |
komt voor: n |
232 (y01(ii)c) | A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03249) |
komt voor: n |
234 (y01(iii)a) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03249) |
komt voor: n |
235 (y01(iii)b) | A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03249) |
komt voor: n |
236 (y01(iii)c) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03249) |
komt voor: n |
237 (y01(iii)d) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03249) |
komt voor: j |
238 (y01(iii)e) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03249) |
komt voor: n |
239 (y01(iii)f) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03249) |
komt voor: n |
240 (y01(iii)g) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03249) |
komt voor: n |
241 (y01(iii)h) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03249) |
komt voor: j |
242 (y01(iii)i) | A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03249) |
komt voor: n |
243 (y01(iii)j) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03249) |
komt voor: n |
244 (y01(iii)k) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03249) |
komt voor: n |
245 (y01(iv)a) | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03249) |
komt voor: n |
246 (y01(iv)b) | Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03249) |
komt voor: n |
247 (y01(iv)c) | Doe het brood even snijden! (inf. 03249) |
komt voor: n |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03249) |
fragment: waarvan (1) |
250 (y02b) | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03249) |
fragment: waar (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03249) |
fragment: (2) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03249) |
fragment: waar (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03249) |
fragment: waar (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03249) |
fragment: (2) |
252 (y02d) | De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03249) |
komt voor: n |
253 (y02e) | Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03249) |
fragment: wat (1) |
254 (y02f) | Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03249) |
fragment: die (1) |
255 (y02g) | In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03249) |
fragment: waarin (1) |
256 (y02h) | Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03249) |
fragment: dat (1) opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03249) |
fragment: dat (1) opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord |
257 (y02j) | Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03249) |
fragment: dat (1) opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord |
257 (y02j) | Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03249) |
fragment: wat (1) opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord |
257 (y02j) | Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03249) |
fragment: wat (1) opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord |
257 (y02j) | Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03249) |
fragment: dat (1) opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03249) |
fragment: wie (1) |
260 (y03a) | Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03249) |
vertaling: Wat denkste wei ich in de stad ben tegegekomme |
261 (y03b) | Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03249) |
vertaling: wat denk geer weij ze et ?bben opgelos |
265 (y03c) | Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03249) |
vertaling: weij denks diech weij ze et ?bben opgelos |
263 (y03d) | Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03249) |
vertaling: M weit neet weij dat weer wille belle |
264 (y03e) | Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03249) |
vertaling: weit iemes weir weer gerope ?bben |
262 (y03f) | Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03249) |
vertaling: we denkste we ich in de stad ben tegegekomme |
266 (y03g) | Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03249) |
vertaling: we denkste dat ich in de stad ben tegegekomme |
267 (y04a) | Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03249) |
vertaling: e eit zen han gewasse |
268 (y04b) | Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03249) |
vertaling: e eit zen umme gewasse |
269 (y04c) | Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03249) |
vertaling: e eit enne oot op de kop |
270 (y04d) | Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03249) |
vertaling: e eit en plek op zen umme |
271 (y04e) | Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03249) |
vertaling: e eit ze bein gebroke |
272 (y04f) | Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03249) |
vertaling: e eit zich pein gedaon opm.: reflexief: zich |
273 (y04g) | Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03249) |
vertaling: M trog de deke nao zich touw opm.: reflexief: zich |
051 (y04h) | Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03249) |
vertaling: L wet dat er foto's van ?m te kaup zien |
274 (y04i) | Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03249) |
vertaling: de wetst toch waal dat weer dau door dat bos zien gelaope |
277 (y04j) | Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03249) |
vertaling: iech kan mieg nog indenke dat den otto van M kepot was opm.: reflexief: me |
280 (y04k) | Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03249) |
vertaling: zei rappeleert zich dat e as e verke zaat te ete opm.: reflexief: zich |
283 (y04l) | Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03249) |
vertaling: weer erinnere us waal dat al de beuk van Jan gestole waore, mej zei erinnere et zich neet opm.: reflexief: ons reflexief: zich |
286 (y04m) | Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03249) |
vertaling: rappeleert geer uch nog dat weer Jan op de mertsj gezeen ?bben opm.: reflexief: je |
289 (y04n) | Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03249) |
vertaling: e eit zich en ongel?k gewirk opm.: reflexief: zich |
290 (y04o) | Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03249) |
vertaling: e veulde zich door et ies zakke opm.: reflexief: zich |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03249) |
vertaling: zouw e dat ?bben kenne doen |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03249) |
vertaling: zouw e dat ?bben kenne doen |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03249) |
vertaling: zouw e in staot zien geweis om dat te kenne doen |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03249) |
vertaling: zouw e in staot zien geweis om dat te kenne doen |
877 (y05(i)) | Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03249) |
fragment: gekend (1) |
878 (y05(ii)) | Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03249) |
fragment: gedaon (1) |
296 (y05(iii)a) | Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03249) |
komt voor: n |
297 (y05(iii)b) | Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03249) |
komt voor: n |
298 (y05(iii)c) | Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03249) |
komt voor: n |
299 (y05(iii)d) | Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03249) |
komt voor: n |
300 (y05(iii)e) | Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03249) |
komt voor: n |
301 (y05(iii)f) | Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03249) |
komt voor: n |
302 (y05(iii)g) | Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03249) |
komt voor: n |
303 (y05(iii)h) | Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03249) |
komt voor: n |
304 (y05(iii)i) | Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03249) |
komt voor: n |
305 (y05(iii)j) | Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03249) |
komt voor: n |
306 (y05(iii)k) | Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03249) |
komt voor: n |
307 (y05(iii)l) | Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03249) |
komt voor: n |
309 (y06a) | Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03249) |
vertaling: war mote nao de sjeur en vore de keuj komt voor: j |
309 (y06a) | Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03249) |
vertaling: war mote nao de sjeur en vore de keuj komt voor: j |
310 (y06b) | Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03249) |
komt voor: n |
311 (y06c) | Ik denk hij weg is (inf. 03249) |
komt voor: n |
312 (y06d) | Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03249) |
vertaling: iech denk e is weg komt voor: j |
312 (y06d) | Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03249) |
vertaling: iech denk e is weg komt voor: j |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. 03249) |
vertaling: iech denk dat e weg is komt voor: j opm.: DAV |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. 03249) |
vertaling: iech denk dat e weg is komt voor: j opm.: DAV |
315 (y06f) | Ik weet hij is weg (inf. 03249) |
vertaling: iech weit e is weg komt voor: j |
315 (y06f) | Ik weet hij is weg (inf. 03249) |
vertaling: iech weit e is weg komt voor: j |
316 (y06g) | Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03249) |
vertaling: de pellis zouw bei eum komme en pakke eum met komt voor: j |
316 (y06g) | Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03249) |
vertaling: de pellis zouw bei eum komme en pakke eum met komt voor: j |
317 (y06h) | Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03249) |
komt voor: n |
318 (y06i) | Kaas maken weet ik niets van (inf. 03249) |
komt voor: n |
321 (y06j) | Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03249) |
komt voor: n |
322 (y06k) | Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03249) |
komt voor: n |
323 (y06l) | De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03249) |
komt voor: n |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03249) |
komt voor: n |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. 03249) |
komt voor: n |
326 (y06o) | Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03249) |
komt voor: n |
330 (y07a) | Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03249) |
vertaling: lopenteire keem iech eum tege komt voor: j |
330 (y07a) | Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03249) |
vertaling: lopenteire keem iech eum tege komt voor: j |
331 (y07b) | Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03249) |
komt voor: n |
332 (y07c) | Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03249) |
komt voor: n |
333 (y07d) | Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03249) |
vertaling: e deid zich veur dat e just oet ze bed keim komt voor: j |
333 (y07d) | Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03249) |
vertaling: e deid zich veur dat e just oet ze bed keim komt voor: j |
334 (y07e) | De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03249) |
komt voor: n |
335 (y07f) | Ga je naar huis denk? (inf. 03249) |
komt voor: n |
336 (y08a) | In die tijd leefde ik erop los (inf. 03249) |
vertaling: indertied laefde iech erop los |
337 (y08b) | Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03249) |
vertaling: vreuger laefde iech as en bies |
338 (y08c) | Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03249) |
vertaling: dao laefde weer wie God in frankriek |
339 (y08d) | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03249) |
vertaling: nemes maag et zien, daorum iech venj dat diech et auch neet maag zien |
340 (y08e) | Het gebeurde toen je wegging (inf. 03249) |
vertaling: et gebeurgde weiste weggeinkst |
341 (y08f) | Ik weet waar je geboren bent (inf. 03249) |
vertaling: iech weit woste gebore bes |
342 (y08g) | Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03249) |
vertaling: nouste vaerdig bes, maogste gaon |
343 (y08h) | Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03249) |
vertaling: doordat M doet waas, eit eure mins A neet mee kenne elpe |
346 (y09) | Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03249) |
vertaling: iech weit dat e is gaon zw?mme |
347 (y09a) | Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
347 (y09a) | Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
348 (y09b) | Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03249) |
komt voor: n |
349 (y09c) | Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03249) |
komt voor: n |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
351 (y09e) | Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03249) |
komt voor: n |
352 (y09f) | Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03249) |
komt voor: n |
353 (y10a) | Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03249) |
komt voor: n |
354 (y10b) | Gaat ze dansen? Jase (inf. 03249) |
komt voor: n |
355 (y10c) | Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03249) |
komt voor: n |
356 (y10d) | Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03249) |
komt voor: n |
359 (y11a) | Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03249) |
vertaling: mzt zoe e weir kenste neet veul doen komt voor: j opm.: DAV |
359 (y11a) | Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03249) |
vertaling: mzt zoe e weir kenste neet veul doen komt voor: j opm.: DAV |
360 (y11b) | Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03249) |
komt voor: n |
361 (y11c) | Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03249) |
komt voor: n |
362 (y11d) | Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03249) |
komt voor: n |
363 (y11e) | Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03249) |
komt voor: n |
365 (y11f) | Hem is dood (inf. 03249) |
komt voor: n |
364 (y11g) | Is hem dood? (inf. 03249) |
vertaling: is e doet komt voor: j opm.: DAV |
364 (y11g) | Is hem dood? (inf. 03249) |
vertaling: is e doet komt voor: j opm.: DAV |
366 (y11h) | Haar is ziek (inf. 03249) |
komt voor: n |
367 (y11i) | Is haar ziek? (inf. 03249) |
komt voor: n |
368 (y11j) | Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03249) |
komt voor: n |
369 (y11k) | Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03249) |
komt voor: n |
370 (z01a) | Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03249) |
fragment: die (1) |
371 (z01b) | Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03249) |
fragment: die (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03249) |
fragment: die (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03249) |
fragment: die (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03249) |
fragment: dat (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03249) |
fragment: dat (2) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03249) |
fragment: dat (2) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03249) |
fragment: die (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03249) |
fragment: die (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03249) |
fragment: dat (2) |
374 (z01e) | De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03249) |
fragment: waar (1) |
375 (z01f) | De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03249) |
fragment: wie (1) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03249) |
fragment: (2) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03249) |
fragment: waar (1) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03249) |
fragment: waar (1) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03249) |
fragment: (2) |
377 (z01h) | Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03249) |
fragment: dat (1) opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord |
377 (z01h) | Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03249) |
fragment: wat (1) opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord |
377 (z01h) | Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03249) |
fragment: wat (1) opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord |
377 (z01h) | Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03249) |
fragment: dat (1) opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord |
379 (z01i) | Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03249) |
fragment: die (1) |
380 (z01j) | Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03249) |
fragment: dat (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03249) |
fragment: die (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03249) |
fragment: wie (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03249) |
fragment: wie (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03249) |
fragment: die (1) |
382 (z01l) | De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03249) |
fragment: waarvan de (1) |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03249) |
vertaling: Pier denk dat Jan en Merrie op niemend neet koat zeen betekenis: negative concord |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03249) |
vertaling: Pier denk dat Jan en Merrie op niemend neet koat zeen betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03249) |
vertaling: W denk dat wer noeit niemend enne pries geve betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03249) |
vertaling: W denk dat wer noeit niemend enne pries geve betekenis: negative concord |
386 (z02c) | Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03249) |
vertaling: et is woar dat ze neet met M moge kalle |
389 (z03a) | A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03249) |
vertaling: n?rges |
388 (z03b) | A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03249) |
vertaling: niemes |
387 (z03c) | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03249) |
vertaling: noets |
390 (z03d) | A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03249) |
vertaling: niks |
391 (z03e) | A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03249) |
vertaling: gein |
392 (z04a) | Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03249) |
vertaling: zek em neet dat iech noa boete ben geweis |
393 (z04b) | Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03249) |
vertaling: neet vertelle datste enne cadeau veur eum ub gekoch, heur |
394 (z04c) | Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03249) |
vertaling: wetste neet dat er gevalle is |
399 (z05a) | Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03249) |
vertaling: W probeerde om niemes pein te doen |
397 (z05b) | 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03249) |
vertaling: t scheint dat ze niks maag ete |
398 (z05c) | Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03249) |
vertaling: ze scheint niks te moge eten |
399a (z05d) | Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03249) |
vertaling: ze prebere al de gansen daag om zich op te belle |
400 (z05e) | Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03249) |
vertaling: et beloaf weer enne sjoenen daag te were |
401 (z05f) | 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03249) |
vertaling: 't is meschien beter om nog effe te wachte |
402 (z05g) | We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03249) |
vertaling: weer auwe et gel?k met em direk truck te vinje |
404 (z06a) | Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03249) |
vertaling: as de inne enne valk zien zien ze bang |
405 (z06b) | Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03249) |
vertaling: as ver de eerpel neet kenne verkaupe zitte we in de probleme |
406 (z06c) | Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03249) |
vertaling: as geer em neet metpakt weir iech koad |
407 (z06d) | Hij wist he(n)t (inf. 03249) |
vertaling: e wosj et |
408 (z06e) | Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03249) |
vertaling: op dit fies wuurd er veul gedans |
409 (z06f) | Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03249) |
vertaling: nauw wuurd allein nog broed verkoch in dei winkel |
410 (z06g) | Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03249) |
vertaling: as er met de fits kump, zal e waal laat zien |
412a (z06h) | Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03249) |
vertaling: asste tied h?bs, kom dan enne kier langs |
413a (z06i) | Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03249) |
vertaling: as iech riek ben, kaup iech miech enne deure otto |
881 (z07(i)) | Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03249) |
komt voor: n |
417 (z07(ii)a) | Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03249) |
komt voor: n |
418 (z07(ii)b) | Durfder gij op duwen? (inf. 03249) |
komt voor: n |
419 (z07(ii)c) | Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03249) |
komt voor: n |
420 (z07(ii)d) | Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03249) |
komt voor: n |
421 (z07(ii)e) | Is hij Pol hier geweest? (inf. 03249) |
komt voor: n |
422 (z07(ii)f) | Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03249) |
komt voor: n |
423 (z07(ii)g) | Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03249) |
komt voor: n |
424 (z07(ii)h) | Ik heb hem het gegeven (inf. 03249) |
vertaling: iech ?b ?m et gegeve komt voor: j |
424 (z07(ii)h) | Ik heb hem het gegeven (inf. 03249) |
vertaling: iech ?b ?m et gegeve komt voor: j |
425 (z07(ii)i) | Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03249) |
komt voor: n |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03249) |
vertaling: M eit gezag das diech geprobeert ?bst e leedsje te zenge |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03249) |
vertaling: M eit gezag das diech e leedsje ?b geprebeert te zinge |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03249) |
vertaling: M eit gezag das diech e leedsje ?b geprebeert te zinge |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03249) |
vertaling: M eit gezag das diech geprobeert ?bst e leedsje te zenge |
549 (z08(v)) | Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03249) |
vertaling: M eit gezag das diech eur h?bs geprebeert e book te geve |
543a (z08a) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
543a (z08a) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
546 (z08b) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
546 (z08b) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
537 (z08c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03249) |
komt voor: n |
604a (z08d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03249) |
komt voor: n |
547 (z08e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03249) |
komt voor: n |
543 (z08f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03249) |
komt voor: n |
535 (z08g) | Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
535 (z08g) | Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
440 (z09a) | Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03249) |
vertaling: die van de stad, die ?bbe eij veul oezer gebauwt |
441 (z09b) | Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03249) |
vertaling: aan de noawe kenaal, doa zuiste gei mins mie |
442 (z09c) | Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03249) |
vertaling: gistere is J eij geweis |
443 (z09d) | De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03249) |
vertaling: den daag dat J belde, waas iech neet bie?s |
444 (z09e) | Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03249) |
vertaling: Jef, de zou iech noest nuijen |
445 (z09f) | Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03249) |
vertaling: M, deej zou zoeget noest doen |
446 (z09g) | Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03249) |
vertaling: Ber, de drunk waal ins e glaas te veul |
447 (z09h) | Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03249) |
vertaling: M, dej zou iech waal ins bie miech wille oetnujen |
448 (z09i) | Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03249) |
vertaling: dat oes, dat zou iech noets wille kaope |
449 (z09j) | Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03249) |
vertaling: dat oes, dat steit dao al fieftig jaor |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
452 (z10(i)b) | Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03249) |
komt voor: n |
453 (z10(i)c) | Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
453 (z10(i)c) | Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
454 (z10(i)d) | Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03249) |
komt voor: n |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03249) |
komt voor: j |
457 (z10(ii)b) | Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03249) |
komt voor: n |
458 (z10(ii)c) | Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03249) |
komt voor: n |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
462 (z10(iii)b) | Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
462 (z10(iii)b) | Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
464 (z10(iii)c) | Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
464 (z10(iii)c) | Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 2 |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03249) |
komt voor: j |
467 (z10(iv)b) | Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03249) |
komt voor: n |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
470 (z10(v)b) | Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03249) |
komt voor: n |
471 (z10(v)c) | Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03249) |
komt voor: n |
472 (z11a) | En heeft Gunther gebeld? (inf. 03249) |
vertaling: eit Gunther gebeld |
473 (z11b) | En pas op! (inf. 03249) |
vertaling: pas op |
474 (z11c) | 't En was maar net goed genoeg (inf. 03249) |
vertaling: t waas maar jus good geog |
475 (z11d) | Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03249) |
vertaling: M eit noaw mie keuj asse vreuger auw |
476 (z11e) | Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03249) |
vertaling: as S auw kenne komme dan auw ze dat gedaon |
477 (z11f) | Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03249) |
vertaling: zej iste beste doktoer deij iech ken |
478 (z11g) | Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03249) |
vertaling: veurste get wegguitst moos te effe belle |
479 (z11h) | Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03249) |
vertaling: hei is al wat iech gekrege ?b |
480 (z11i) | Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03249) |
vertaling: J is te pin um get aan zen kenjer te geve |
481 (z11j) | Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03249) |
vertaling: ofste get van voetballe wetst |
482 (z11k) | Dat boek leg neer! (inf. 03249) |
vertaling: lek dat book neer |
483 (z11l) | Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03249) |
vertaling: este echt neet kens wachte, dan kom maar |
488 (z12a) | Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03249) |
vertaling: iech weit dat Jan den doktoer auw kenne rope |
489 (z12b) | Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03249) |
vertaling: iech weit dat jan den doktoer kochj gerope ?ben |
490 (z12c) | Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03249) |
vertaling: iech zag dat iech et auw mote doen |
491 (z12d) | Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03249) |
vertaling: e zag dat iech et meusj gedaon ?ben |
492 (z12e) | Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03249) |
vertaling: e is verleje week door doktoer M geoppereerd |
493 (z12f) | Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03249) |
vertaling: e wuurd m?rge door doktoer M geoppereerd |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03249) |
vertaling: iech denk datste veul zauws mote weggoeie positie: 3 |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03249) |
vertaling: iech denk datste veul zauws mote weggoeie positie: 3 |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03249) |
vertaling: et is stom om zoeen deur denger weg te goeie positie: 1 |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03249) |
vertaling: et is stom om zoeen deur denger weg te goeie positie: 1 |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03249) |
vertaling: e is alle kepotte denger weg aan et goeie positie: 1 |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03249) |
vertaling: e is alle kepotte denger weg aan et goeie positie: 1 |
498 (z13d) | Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03249) |
vertaling: iech venj das ste dekker de gezet zauw mote leze positie: 1 |
498 (z13d) | Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03249) |
vertaling: iech venj das ste dekker de gezet zauw mote leze positie: 1 |
499 (z13e) | Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03249) |
vertaling: et is stom um in den dunkele de gezet te leze positie: 1 |
499 (z13e) | Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03249) |
vertaling: et is stom um in den dunkele de gezet te leze positie: 1 |
500 (z13f) | Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03249) |
vertaling: e is de gansen daag de gezet aan et leze positie: 1 |
500 (z13f) | Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03249) |
vertaling: e is de gansen daag de gezet aan et leze positie: 1 |
509 (z14a) | Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03249) |
fragment: door (1) |
512 (z15a) | Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03249) |
komt voor: n |
513 (z15b) | Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03249) |
komt voor: n |
514 (z15c) | Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03249) |
komt voor: n |
515 (z15d) | Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03249) |
komt voor: n |
516 (z16a) | Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03249) |
vertaling: Rob eit eine greune appel weggegeve en nouw eiter nog twee roeje opm.: er = hij |
412 (z16b) | Er waren veel mensen op het feest (inf. 03249) |
vertaling: dao woren veul minse op et fies |
413 (z16c) | Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03249) |
vertaling: wore der veul minse op et fies |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03249) |
vertaling: waat veur beuk ?bste gekoch |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03249) |
vertaling: waat veur beuk ?bste gekoch |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03249) |
vertaling: waat ?bste veur beuk gekoch |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03249) |
vertaling: waat ?bste veur beuk gekoch |
521 (z16e) | Hij woont bij Marietje (inf. 03249) |
vertaling: e woent beij Merrieke |
522 (z16f) | Hij woont bij Wim (inf. 03249) |
vertaling: e woent beij Wim |
523 (z16g) | Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03249) |
vertaling: laop effe nao de bekker, Wim |
524 (z16h) | Wie heb je gezien? (inf. 03249) |
vertaling: wer ?bste gezeen |
525 (z16i) | Wie heeft jou gezien? (inf. 03249) |
vertaling: wer eit diech gezeen |
527 (z16j) | Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03249) |
vertaling: au iech dat gewete dan auw iech et neet gedaon |
528 (z16k) | 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03249) |
vertaling: t zau beter zien um nog effekens te wachte |
882 (z16l) | Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03249) |
vertaling: gel?kkig auw jan den doktoer gebeld en de waas er al iel gauw |
883 (z16m) | Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03249) |
vertaling: laop nouw toch weijer verveilende jung |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 5 |
534 (z17b) | Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
534 (z17b) | Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 4 |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 4 |
545 (z17d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
545 (z17d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03249) |
komt voor: j gebr.: 3 |
536 (z17e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03249) |
komt voor: n |
605a (z17f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03249) |
komt voor: n |
548 (z17g) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03249) |
komt voor: n |
542 (z17h) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03249) |
komt voor: n |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]L423[/k][h]616[/h][i]617[/i][vw]ANS[/vw][/meta] | |||
hulpinterviewer | Hoe zeg je de volgende zinnen in het dialect? | |||
hulpinterviewer | [v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/a] | Op 925 sec wordt vraag hernomen. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=035] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De schrijnwerker heet geen nagel bij zich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand heet dat ooit gewild of kost dat. [/a] | Vraag wordt later hernomen. | tagging | |
hulpinterviewer | Louis _ . | |||
informant | Niemand wol dat of kost dat. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=040] Louis liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant | [a] Louis liet mich voor zich werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Jeanne liet zich mee drijve op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Jeanne liet zich mee drijve op de golven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wel wille op ete. [/v] | |||
informant |
[a] Jan houwet gans brood wel wille op ete. [/a]
houw et |
tagging | ||
veldwerker | [v] Kunt ge ook zegge op eten gewild of gewild op ete? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Nee. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant | [a] Eduard kent zichzelf goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=046] Ward heeft gehoord dater foto's van zichzelf in de etalage staan. [/v]
dat er |
|||
hulpinterviewer | Van zich. Ja. | |||
informant | [a] Ward heet goord dater foto's van zichzelf van zich in de etalage staan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=047] Die aardappelen schille niet gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Die eerpel schelle zich niet gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=048] De sneeuw smelt in de zon. [/v] | |||
informant | [a] De sneeuw smelt in de zon. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Als ik eerlijk leef leef ik zoals mijn ouders wille. [/v] | |||
informant | [a] Als ich eerlijk leef dan leef ich wie mijn ouders dat wille. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij lander dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Aser nog drie jaar leef dan leefer langer as ze vader. [/a]
as er leef er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Asse zo gevaarlijk leef dan leefze ni lang meer. [/a]
as se leef ze |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=059] Als het nu nog leeft dan leeftet morgen ook nog. [/v]
leeft et |
|||
informant |
[a] Aset nu nog leef dan leefet morgen ook nog. [/a]
as et leef et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Als jullie zo ongezond leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant | [a] As geer zo ongezond leef | tagging | ||
informant | dan leef geer nooit zo lang as ich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=063] Als ze voor hun werk leve dan leveze niet voor hun kinderen. [/v]
leve ze |
|||
informant |
[a] Asse voor hun werk leve leve dan leveze niet voor hun kinder. [/a]
as se leve ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Als Marcel nog leeft dan leef Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Marcel nog leef dan leef Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Als ge gezond leeft dan leef je langer; [/v] | |||
informant |
[a] Aste gezond leefs dan leefste langer. [/a]
as te leefs te |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leve dan leve er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] Aser zo veel mensen van de landbouw leve dan leveder meer mensen as in de fabriek. [/a]
as er leve der |
tagging | ||
informant |
Aser zo min mensen leve van de landbouw
as er |
tagging | ||
informant |
dan leveder veel meer mensen van het werk van werk in t fabriek. [/e=1]
leve der |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Als Lisa en Pierre in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | [a] As Lisa en Pierre in het paradijs leve dan leve | tagging | ||
informant | dan leve Rosa en Frans in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Als we rustig leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Asve rustig leve dan levever gelukkig. [/a]
as ve leve ver |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Als we eerlijk leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Asve eerlijk leve levever gelukkig. [/a] [/e=1]
as ve leve ver |
|||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef get gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef get minder gevaarlijk kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
informant | [a] Ik denk dat Marie hem zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te hale? [/v] | |||
informant |
[a] Hebger genoeg lui om hooi van het land te hale? [/a]
heb ger |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Het was braaf van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant | [a] Het was braaf van Jan om te kome werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Die ton die is zwaar om te drage. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant | [a] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Hij kan staan zeure. [/v] | |||
informant | [a] Hij kan staan _. Hij kan zage. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=200] Toen we aan kwame regendenet. [/v]
regende n et |
|||
informant |
[a] Toen ver aan kwame toen regendenet. [/a]
regende n et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=215] Ik geloof dat ik groter ben dan hij. [/v] | Vraag later hernomen. | ||
informant | [a] Ich geloof dat ich groter ben dan ie. [/a] | Dan? Elders wordt as gebruikt. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ze geloof datstich eerder thuis bes as ich. [/a]
dat s tich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Je gelooft toch niet dat hij sterker is dan jij. [/v] | |||
informant |
[a] De geloofst toch niet dater sterker is dan dich. [/a]
dat er |
Dan? Elders wordt as gebruikt. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=218] Ze gelove dat wij rijker zijn dan zij. [/v] | |||
informant |
[a] Ze gelove datwie rijker zien dan zie. [/a]
dat wie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] We gelove dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant |
[a] Wir gelove datgeer niet zo slim zijt as wir of as os. [/a]
dat geer |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Jullie gelove toch niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | |||
informant | [a] Ger gelooft toch niet dat weer dat zij armer zijn as euch of wat is dat _ . | tagging | ||
hulpinterviewer | Dan jullie. | |||
informant | Dan geer. [/a] | Eerst as gebruikt. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Ger gelooft toch niet dat Lisa even schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Hij gelooft dat Gaston en Jan sterker zijn dan Theo en Pierre. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft dat Gaston en Jan sterker zijn dan Theo en Pierre. [/a] | Dan? Elders ook as gebruikt. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De jongen die gisteren hertrouwd is die stond achter mich. [/a] | Vraag later hernomen. | tagging | |
veldwerker | De zin is iets anders. | |||
hulpinterviewer | [v=250] De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank woe ze op zate was pas geverf. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Die op ook nog op een andere plaats zette? [/v] | |||
informant | [a] De bank woe ze op zate was juist geverf. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld het moet mich maar get geve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=267] Hij heeft zijn handen gewasse. | |||
informant | [a] Hij het zen handen gewasse. [/a] | Vraag later hernomen. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=268] Hij heeft zijn hemd gewasse. [/v] | |||
informant |
[a] Heet zen hemden gewasse. [/a]
h eet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=271] Hij heeft zijn been gebroke. [/v] | |||
informant | [a] Hij et zen been gebroke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de deken naar zich toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Niemand maget zien dus ich vind dastich et ook niet mag zien. [/a]
mag et das tich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=340] Het gebeurde toen je wegging; [/v] | |||
informant |
[a] Het gebeurde wieste weg gings. [/a]
wies te |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=341] Ik weet waar je gebore bent. [/v] | |||
informant |
[a] Ich weet woe daste gebore bis. [/a]
das te |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=342] Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
informant |
[a] Nu ich klaar bin magste gaan. [/a]
mags te |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Nuste fertig bis.
nu s te |
|||
informant |
[a] Nuste nuste klaar of nuste fertig bis magste gaan. [/a] [/e=1]
nus te nus te mags te |
tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Ja. | |||
informant2 | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepe hebbe. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de man dieze geroepenemme. [/a]
die ze geroepen emme |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man die het verhaal | tagging | ||
informant | die het verhaal et verteld. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man wa ich denk dat het verhaal et verteld. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepe geroepe hebbe. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de man wa ich denk datze geroepe hebbe. [/a]
dat ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=397] Het schijnt dat ze niets mag ete. [/v] | |||
informant |
[a] Het schijnt dase niks mag ete. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=398] Ze schijnt niets te moge ete. [/v] | |||
informant | Het schijnt _ . | |||
hulpinterviewer | Ze schijnt niets te moge ete. | |||
informant | Ze schijnt. Het schijnt. Ze schijnt niks te moge ete? | |||
informant2 | Ze schijnt. | |||
hulpinterviewer |
Nee da zegste ni.
zeg s te |
|||
informant | Ze schijnt? | |||
informant | [a] Het schijnt dat ze niks zou moge ete. [/a] | |||
informant | Wir zegge het schijnt. | |||
hulpinterviewer | Het schijnt ja ja. | |||
informant | Dat ze. T schijnt dat ze niks mag ete. | |||
informant |
Ze schijnt da zeggever niet. [/e=1]
zegge ver |
|||
hulpinterviewer | [v=403] Het lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant | Het leek wel? | |||
informant2 | Het schijnt. Het schijnt. | |||
hulpinterviewer | Het lijkt wel. | |||
hulpinterviewer | Het is juist of iemand _. | |||
informant |
[a] Tis juist of er iemand in den hof staat. [/a]
t is |
tagging | ||
veldwerker | [v] Kunt ge die er ook late weg valle? [/v] | |||
informant2 | Maar die er moet er bij bij euch? | |||
informant | [a] Ja. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=520] wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant |
[a] Wat voor boek hebger gekoch of hebste gekoch? [/a]
heb ger heb s te |
|||
hulpinterviewer |
Hebste.
hab s te |
|||
informant | Hebste. | |||
hulpinterviewer |
Het is je dus hebste. [/e=1]
hab s te |
|||
hulpinterviewer | [v=495] Ik denk dat je veel weg zou moete gooie. [/v] | |||
informant |
[a] Ich denk daste veel eweg zulst moete gooie. [/a]
da ste |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=497] Hij is alle kapotte spullen weg aan het gooie. [/v] | |||
hulpinterviewer | Prullen. | |||
informant |
[a] Ies alle kapotte spullen aan t eweg gooie. [/a]
ie s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Wie heeft jou op de kermis gezien? [/v] | |||
informant | [a] Wee eet wee eet dich op de kamer gezien? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Op de kermis. | |||
informant | Op de kermis? Op de kermis gezien. [/e=1] | |||
informant | Ze weet niet. | [v=018] hernomen. | ||
veldwerker | [n] [v=018] Dus as ge zegt ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is kunt ge dan ook zegge ze en weet niet? [/v] | |||
informant | [a=n] Ze weet niet dat Marie gisteren is gestorve. [/a] | Andere volgorde. | tagging | |
veldwerker | [v=025] En kunt ge nog iets anders zegge voor gewild of gekund? [/v] | [v=025] Hernomen. | ||
informant | [a] De wils of de kens. De kens. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge ook zegge groter as hij in plaats van dan? [/v] | [v=215] hernomen. | ||
informant | [a] Groter dan. [/a] | |||
informant |
Dies groter dan Marie of groter dan Marie maar groter as Marie?
die s |
|||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Ja. As Marie. | |||
informant | Da kan ook. | |||
informant | [a] Pierre is wel groter as Marie. [/a] | |||
informant | Ja da kan wel. | |||
informant | En Jefke is kleiner as Pierre. | |||
veldwerker | [v=249] En de jongen wiens moeder hoe zou je dat zegge? [/v] | [v=249] hernomen. | ||
informant | [a] De moeder zen jong? [/a] | |||
informant | De jongen wiens moeder? | |||
informant | [a] De jong van de moeder. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] De jong zen moeder. [/a] | |||
informant | De jong zen moeder. | tagging | ||
veldwerker | [v=267] En kunt ge ook zegge hij heeft zich de handen gewasse? [/v] | [v=267 | ||
informant | Nee. Hij heeft zich _. | |||
hulpinterviewer | Hij heet zen handen gewasse. | |||
informant | Of heet zen handen gewasse | |||
hulpinterviewer | Heet zen handen gewasse. | |||
informant | [a] Niet heet zich zen handen heet zen handen gewasse. [/a] | |||
informant | [v=003] Ik denk dat Marie geprobeerd et van em nen brief te schrijve. [/v] | Niet juiste vraag, onmiddellijk antwoord. | tagging | |
hulpinterviewer |
[a=n] Ja ja das juist. [/a]
da s |
|||
informant |
[v=022] Daar wilt niemandniet danse. [/v]
niemand niet |
|||
informant |
[a=j] Der wilt niemandni danse. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer | Der wilt niemand _ . | |||
veldwerker | [v] Dus ni niemandni. Tis niemand? [/v] | |||
informant |
[a] Er wil niemandneet danse. [/a] [/e=1]
niemand neet |
|||
informant | [v=027] Vertel maar neet wie ze haa kunne roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=g] Ja. [/a] | |||
informant | [v=028] Vertel mich eens wie dat ze haa kunne roepe. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=g] Ja. [/a] | |||
informant | [v=029] Vertel mich eens wie of zij haa kunne roepe. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Mmm ja. [/a] | tagging | ||
informant | [v=030] Vertel mich eens wie of dat ze haa kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a=j] Of dat zij of dat ze _. :a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Alle vier zegge en welke zou je het meest zegge wie ze had kunne roepe _. [/v] | |||
informant | Vertel mich een swie. | |||
hulpinterviewer | [a] Vertel wie wie ze haa kunne roepe. [/a] | |||
informant | [a] Wie dat ze haa kunne roepe. [/a] [/e=1] | tagging | ||
informant | Dat woord? Dat heb ich _. | Dus [v=004] [a=n] | ||
informant | [v=086] Ich weet dat Eddy morgen wil brood ete. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | [v=087] Eddy moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
informant | Draait eens om is dat beter? | |||
hulpinterviewer | Ja. [a=n] vroeg kunnen op staan. [/a] | |||
informant | Eddy moet vroeg _. | |||
informant | Beter he. | |||
hulpinterviewer | Klinkt beter. | |||
informant2 | Klinkt beter. | |||
hulpinterviewer | Vroeg kunne op staan. | |||
informant | Eddy moet kunne vroeg op staan niet Eddy moet vroeg kunne op staan. | |||
informant | Vroeg. Moet vroeg kunne op staan. | |||
veldwerker | Maar bij de vorige zin dus wel daar kunt ge wel zegge _. | |||
informant | k weet dat Eddy morgen wilt brood gaan ete. | |||
hulpinterviewer | Dat gaat wel. [/e=1] | |||
informant | Dat gaat wel. | |||
informant | [v=088] Ich weet dat Jan moet een nieuw schuur bouwe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Een nieuw schuur moet bouwe. [/a] | tagging | ||
informant | [v=093] Ich weet dat Marie moet naar Jef belle. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ich weet dat Marie moet naar Jef belle. | |||
informant2 | Naar Jef moet belle. | |||
informant2 |
Das beter he.
da s |
|||
hulpinterviewer |
Das beter eigenlijk.
da s |
|||
informant | [a] Ich weet dat Marie moet naar Jef belle. [/a] | |||
informant |
[a] En hier zek ich weet dat Jef naar Marie moet belle. [/a]
ze k |
|||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant2 | Ja. | |||
informant | Goed. | Dus [a=n] | ||
informant | [v=102] Ich weet dat Jan jammer genoeg moet vertekke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Jammer genoeg moet al vertrekke. [/a] | |||
informant | [v=107] Ich weet dat Hans mag neet kome. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Ich weet dat Hans neet mag kome. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=114] Ich weet dat Jan wil varkens kope. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Dat wel. [/a] | |||
informant |
Das goed. [/e=1]
da s |
|||
informant | [v=501] Marie zit te stoofperen schelle. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant2 | [a] Nee nee zit stoofperen te schelle. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=075] Ich vin dat iedereen moet kunne zwemme. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=g] Das goed. [/a] | |||
informant | [v=077] Ich vin dat iedereen moet zwemme kenne. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Dat hoortge ook nog zegge. [/a]
hoort ge |
|||
hulpinterviewer | Met een andere betekenis. | |||
informant2 | Nee. | |||
informant | [v=080] Ich vin dat iedereen | |||
informant | kunne zwemme moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
informant2 | Moet kunne zwemme. [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=082] Ich vin dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [v=084] Ich vin dat iedereen zwemme moet kenne. [/v] | tagging | ||
informant2 | [a=j] Dat gaat. [/a] | |||
informant | [v] Wat zoudge dan het beste vinne ich vin dat iedereen | |||
hulpinterviewer | [a] Moet kenne zwemme. [/a] | |||
informant | zwemme moet kunne of ich vin dat iedereen moet kenne zwemme? [/v] | |||
hulpinterviewer | Das het eerste das het beste. [/e=1] | |||
informant | [v=137] Hij wil geen soep niet meer ete niet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Oh nee. [/a] | |||
informant | [a] Hij wilt niet meer soep ete. [/a] | |||
informant | [a] Hij wilt geen soep ni ete. [/a] [/e=1] | Speciale constructie | ||
informant | [v=140] Zitte hier nergens geen muizen? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | [v=146] Hij spreekt niet goed geen Frans. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [v] Hij spreekt zo goed geen Frans? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ook niet. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=148] Iedereen is gene vakman. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Das juist. [/a]
da s |
|||
informant |
[v=149] Heet overal geen vrienden. [/v]
h eet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant |
[v=006] Gisteren wandeldie wandel wandel
wandel die |
|||
informant |
diede wandelde wandeldiede door het park. [/v]
wandel die de |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [v=154] Boek heet Jan drie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Jan hee drie boek. [/a] [/e=1] | |||
informant |
[v=156] Jan weet dater voor drie uur de wagen moet hebbe gemaak. [/v]
dat er |
|||
informant | [v] Moet hebbe gemaak of moet gemaak hebbe? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Moet gemaak hebbe. [/a] | |||
informant |
[v=157] Jan weet dater voor drie uur den auto moet gemaak hebbe. [/v]
dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da vin ich beter. [/a] | |||
informant |
[v=160] En Jan weet dater voor drie uur den auto gemaak moet hebbe. [/v]
dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=g] Ja da kanste wel. [/a]
kan ste |
|||
hulpinterviewer | Dat gaat ook. | |||
informant2 | Dat gaat ook. | |||
informant |
[v=161] Jan weet dater voor drie uur de auto gemaak hebbe moet. [/v]
dat er |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
Das helemaal niet goed.
da s |
|||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant |
Jan weet dater voor drie uur den auto gemaak moet hebbe das beste. [/e=1]
da s |
|||
informant |
[v=260] Wa denkgeer wie ich in de stad ben tege gekome? [/v]
denk geer |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Das juist. [/a] | |||
informant |
[v=262] Wie denkste wie ich in de stad ben tege gekome? [/v]
denk ste |
|||
informant |
[a=j] Wir zegge altijd wie denkste. [/a]
denk ste |
Dus [v=260] [a=n] | ||
informant |
Wa denkste wie ich ben tege gekome da zegste neet. [/e=1]
denk ste |
|||
informant | [v=248] Ik gaan wel even de tassen af wasse. [/v] | Niet de juiste vraag. Onmiddellijk al antwoord. | ||
hulpinterviewer | [a=n] Ja. [/a] | |||
informant | [v=296] Zou hij gedaan hebbe gekos? [/v] | |||
informant | [a=n] Zou hij dat gedaan hebbe gekrege? [/a] | |||
veldwerker | Maar ni met gekos? | |||
informant | Nee. [/e=1] | |||
informant | [v=150] Hij wet ni alles van de zaak. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij wet neet over wat het gaat. [/a] | |||
informant | [v=151] Hij heeft altijd genen tijd. [/v] | |||
hulpinterviewer | Nooits gene tijd. | |||
informant |
[a=n] Heet nooits gene tijd. [/a] Heet nooits gene tijd.
h eet |
|||
hulpinterviewer | Ja. [/e=1] | |||
informant |
[v=261] Wa denkgeer wie ze dat hebbe op gelos wiezet hebbe op gelos wie ze dat hebbe op gelos? [/v]
denk geer wie z et |
tagging | ||
informant |
[a=j] Wa denkgeer
denk geer |
|||
hulpinterviewer | wie ze dat hebbe op gelos? [/a] | |||
hulpinterviewer |
Ja das juist.
da s |
|||
informant |
Wieset hebbe op gelost. [/e=1]
wie s et |
|||
informant | [v=265] En wie denkgeer dat ze dat hebbe op gelos? [/v] | Niet juiste vraag. | ||
hulpinterviewer | [a=n] Kan ook. [/a] | |||
veldwerker | [v] Maar ni wie denkgeer wie? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee wie denkgeer dat ze dat hebbe op gelos? [/a] [/e=1]
denk geer |
|||
informant | [v=309] Ich heb geen goesting en voere de koeien. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Ich heb geen ich heb geen goesting om de koeien voor de koeien te voere te voeiere. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=316] De politie zou bij em kome en pakken em mit. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee geen gangbare nee. [/a] | |||
informant2 | Nee geen gangbare. | |||
informant2 | [a] En hem mee pakke en hem mit pakke anders om zo. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=317] Marie al heur koeien zen verdronke bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=n] Alle koeie van Marie zen verdronke. [/a] | |||
informant | [a] Of Marie heur koeien Marie heur koeien zen verdronke bij met de overstroming. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=319] Dit denk ich neet aan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da kan neet. [/a] | |||
informant |
[a] Daar denk ich neet aan zeggewir. [/a] [/e=1]
zegge wir |
|||
informant | [v=321] Die rare jong ben ich mit naar de markt gewees. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Mit die rare jong ben ich naar de markt gewees. [/a] | |||
informant | [v] Die rare jong heb ich mit naar de markt. [/v] | |||
informant | Die rare jong heb ich mit naar de markt gepak gewees. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] [/e=1] | |||
informant |
[v=322] Ich heb al de eerste drie sommen gemaak. Welke _. De welke de welke hebstich gemaak? [/v]
heb stich |
|||
informant |
[a=n] De welke zeggewir neet nooitneet. [/a]
zegge wir nooit neet |
|||
informant2 | Gewoon welke. | |||
hulpinterviewer | Welke. | |||
informant | Welke. | |||
informant |
[a] Welke hebstich gemaak? [/a] [/e=1]
heb stich |
|||
informant |
[v=329] Ich geloof deze jong vinneze allemaal wel vriendelijk. [/v]
vinne ze |
|||
informant |
[a=n] Ich geloof deze jong vinneze allemaal wel vriendelijk nee. [/a]
vinne ze |
|||
informant | [a] Ze vinne die jong allemaal vriendelijk. [/a] [/e=1] | |||
informant |
[v=323] De wat voore waffere hebstich al weg gebrach? [/v]
heb stich |
|||
informant | [a=n] Nooit van goor. [/a] | |||
hulpinterviewer | Nooit van goord. [/e=1] | |||
informant |
[v=347] Ich weet neet dater is gaan zwemme. [/v]
dat er |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant |
Dat hij dater is gaan zwemme. [/e=1]
dat er |
tagging | ||
informant |
[v=350] Ich weet dater gaan zwemme is. [/v]
dat er |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. /a] | |||
informant |
[v=351] Ich weet dater zwemme is gegange. [/v]
dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da wel. [/a] | |||
informant |
[a] Nee dater is gaan zwemme. [/a]
dat er |
|||
informant |
Dater zwemme is gegange?
dat er |
|||
informant2 | Of gewees. | |||
informant |
Dater zwemme is gewees?
dat er |
|||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant |
[a] Ich weet dater zwemme is gewees. [/a]
dat er |
|||
informant2 | Gewees is. | |||
informant |
[a] Ich weet dater zwemme gewees is. [/a]
dat er |
|||
informant |
Ich weet dater zwemme is gewees of ich weet dater zwemme gewees is?
dat er |
|||
hulpinterviewer | Dat gaat alle twee. | |||
informant2 | Dat gaat alle twee. | |||
informant |
[a] Maar ich pak altijd ich weet dater zwemme is gewees. [/a]
dat er |
|||
informant |
En neet ich weet dater zwemme is ich weet dater zwemme is
dat er |
|||
informant | gegange gewees. | |||
informant |
Ich weet dater zwemme gewees is.
dat er |
|||
informant2 |
Das meer gengbaar he.
da s |
|||
veldwerker | [v] En welke is | |||
veldwerker | het mees gebruikelijke ik weet dat hij zwemme gaan is of ik weet dat hij is gaan zwemme? [/v] | |||
informant |
[a] Ich wet dater zwemme gewees is.
dat er |
|||
informant |
Of ich weet ich weet dater zwemme is gewees. [/a]
dat er |
|||
hulpinterviewer | Allebei. | |||
informant | Allebei. | |||
veldwerker | [v] En dees hier dan ik weet dat hij is gaan zwemme? [/v] | |||
hulpinterviewer |
Ich weet dater is gaan zwemme.
dat er |
|||
informant | [a] Ich weet dater is gaan zwemme. [/a] | |||
veldwerker | Dus alle drie? | |||
hulpinterviewer | Alle drie. | |||
hulpinterviewer | Ja. [/e=1] | |||
informant |
[v=353] Asgeer vraag wiltge nog koffie Jan. Kan Jan dan zegge ja ich? [/v]
as geer wilt ge |
|||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | [a=n] Jaak neet he. [/a] | tagging | ||
informant2 | Nee. | |||
informant |
[v=364] Iser dood? [/v]
is er |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Ja. [/a] | Niet hem. | ||
informant |
Isie dood?
is ie |
|||
hulpinterviewer | [a] Hem neet. [/a] [/e=1] | |||
informant |
[v=387] Wanneer zal vrede kome? Nooitneet. [/v]
nooit neet |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Nootsneet. [/a]
noots neet |
tagging | ||
informant | [v=399] Rosa prbeert om niemand pijn te doen. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | [a] Nee om. [/a] | |||
veldwerker | [v] Kunt ge daar ook iets anders zette bijvoorbeeld voor niemand pijn te doen van niemand pijn te doen of niks? [/v] | |||
informant | Rosa probeerde om niemand pijn te doen. | |||
informant | Voor niemand pijn te doen neet het om om niemand pijn te doen. [/e=1] | |||
informant | [v=400] Het beloof weer ne schone dag te werre. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
veldwerker | [v] Het belooft weer van een mooie dag te worde of voor? [/v] | |||
informant | Het belooft weer om ne schone dag _. | |||
informant | T belooft weer van ne schone dag _. | |||
informant | Het belooft weer nen schone dag. Die om ne schone dag? | |||
informant | [a] Nee t belooft weer ne schone dag te werre. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=459] Hij het de bal gegooid in de mand. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij het de bal in de mand gegooid. [/a] | tagging | ||
informant |
[v=486] Dat boek beloof mich datger nooit meer zult verstoppe. [/v]
dat ger |
|||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant |
[a=n] Beloof mich datge da boek nooit meer zult verstoppe. [/a]
dat ge |
|||
informant |
[v=487] Wat zeg mich datger gekoch heb? [/v]
dat ger |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [v=512] Zo een ding heb ich nog nooit gezien. [/v] | Niet juiste vraag, onmiddellijk antwoord. | ||
informant | Zo een ding ene zo een ding. | |||
hulpinterviewer | Ene? Nee. | |||
hulpinterviewer | Ene komt er neet bij. [/e=1] | |||
informant | [a=n] Ene komt er nooit bij. [/a] | |||
informant | [v=023] Els wil ni danse en ze wil niet zinge en ze wilt neet ziinge ook neet. [/v] | |||
hulpinterviewer | ggg | |||
informant | [a=n] En ze wil ook neet zinge. [/a] | |||
informant | [v=515] De bis een rare één. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
[v=530] Marie zeit datgeer Pierre een boek hebt geprobeerd datgeer Pierre een boek hebt geprobeerd te verkope. [/v]
dat geer |
|||
informant |
[a=n] Das totaal verkeerd datgeer geprobeerd hebt een boek te verkope. [/a]
da s dat geer |
|||
informant | ggg [v=531] Julien dacht dat ich Anna ha geprobeerd e cadeau te geve. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | [a=n] Julien dacht dat ich Anna had geprobeerd heb geprobeerd ne cadeau te geve. [/a] | |||
informant |
[v=532] Karel wet datgeer hebt geprobeerd Marie e boek te verkope. [/v]
dat geer |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja dat wel dat gaat wel. [/a] | |||
informant | Dat gaat wel. | |||
informant | [v=227] As Frans zeit hij slaap kan Jan dan anwtoorde kan Jan dan zegge hij doet? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [v=228] As Frans zeit hij slaap kan Jan dan zegge het doet het doet? [/v] | |||
informant | [a=n] Gaat neet. [/a] | |||
informant |
[v=243] As Frans vraag slaaper kan Jan dan zegge hij doet? [/v]
slaap er |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [v=485] As Frans zeit zal ich vanavond koke kan Marie dan zegge da doe maar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Bekijk het prentje. | |||
informant | Ik lees een zin voor in het dialect. Maak de zin af in het dialect. | |||
informant | [v=036] Dit zijn Marie en Pierre. Marie en Pierre wijze naar _. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Naar één. [/a] | tagging | ||
informant |
[v=037] Das Raymond en Raymond was _ . [/v]
da s |
|||
informant2 | Zich. | |||
informant | [a] Wus zich. [/a] | tagging | ||
informant | [v=039] Das Fons. Fons zag een slang neve _. [/v] | |||
informant | [a] Een slang neve zich. [/a] | tagging | ||
informant | [v=136] Jan Jan en heet neet veel geld en heet neet veel geld neet meer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [v=141] Ich geef niks aan een ander niet. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ich geef niks aan een andere zo zeggewe. [/a]
zegge we |
|||
informant2 | Diene niet hoeft daar neet achter te staan. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Twee keer neet nee. [/e=1] | |||
informant | [v=142] Niemand wilt neet werke neet. [/v] | |||
informant | [a=n] Niemand wilt neet werke. [/a] | |||
informant2 | Nee. | |||
informant |
[v=388] Wie heet den auto mit gepak? Niemandneet? [/v]
niemand neet |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Das juist. [/a]
da s |
|||
informant |
[v=389] Woe groeit het geld aan de bomen? Nergensneet. [/v]
nergens neet |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Nergensneet. [/a]
nergens neet |
tagging | ||
informant |
[v=390] Wat is rond en vierkant tegelijk? Niksneet. [/v]
niks neet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant |
[v=391] Welke koien heeter gemolke? Geen enkel neet. [/v]
hee ter |
|||
hulpinterviewer | Geen enkel neet? | |||
informant | [a=n] Geen enkel.. [/a] | |||
hulpinterviewer | Geen enkel. | |||
informant2 | Geen enkel. | |||
informant | [v=475] Louisa hee nu meer koeien dan ze vroeger en houw. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Dan ze vroeger houw. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=479] Hier is alles wa ich gekrege en heb. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | Die en die moet hier weg. [/e=1] | |||
informant | [v=170] Pol is Rosa en Louisa hun broerke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Heur broerke. [/a] | |||
informant | [a] Hun broerke hun broerke. [/a] | tagging | ||
informant | Niet heur broerke hun broerke. | |||
hulpinterviewer | Hun broerke. [/e=1] | |||
informant | [v=174] Die fiets is mijns. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Dat wert neet gezeg. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
informant | [a] Van mich en niet mijns. Niks. [/a] [/e=1] | |||
informant2 | Die fiets is van mich niet mijns. | |||
informant |
[v=395] Geloofste neet dater gevallenis? [/v]
geloof ste dat er gevalle n is |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | Ja dat gaat he. | |||
informant |
[v] Geloofste neet dater gevalleneet? [/v]
geloof ste n eet dat er |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=324] De zulke zou ich neet durve op ete. [/v] | |||
informant | [a=n] Zo get. [/a] | |||
informant |
De zulke dat ken ich zeggewe neet.
zegge we |
|||
hulpinterviewer | Nee. [/e=1] | |||
informant | [v=325] De die zou ich neet durve op ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant |
[a=n] De die zeggewe hier ook neet. [/a]
zegge we |
|||
informant | [a] Die of deze of dat zou ich neet durve op ete. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=494] Ich vin da Jules beter den dokter kos hebbe geroepe. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | [a] Ja kos hebbe geroepe beter de dokter kunne geroepe hebbe. [/a] | |||
informant | Kos hebbe geroepe? | |||
hulpinterviewer | Ja. Ja. | |||
informant | Ich vin dat Jules beter den dokter _. | |||
hulpinterviewer | [a] Kos hebbe geroepe ja. [/a] | |||
informant2 | Kos geroepe hebbe. | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Kos geroepe hebbe? | |||
informant2 | Kos hebbe geroepe t gaat alle twee. | |||
hulpinterviewer | T gaat alle twee. | |||
hulpinterviewer |
Tis minder as as de vorige.
t is |
|||
informant | Kos hebbe geroepe. [/e=1] | |||
informant |
[v=517] Robert hee drie groen appel en Marie hee drie rode heeter heeter drie rode. [/v]
hee ter |
|||
informant |
Heet? Marie heeter drie rode?
hee ter |
|||
informant |
[a=n] Heeter drie rode. Heeter drie rode. Die er moet weg. [/a]
hee ter |
|||
veldwerker | [v] En hoe zoutge het dan wel zegge? [/v] | Dus toch er. | ||
informant |
[a] Marie heeter drie. [/a]
hee ter |
|||
hulpinterviewer | [a] Of drie rode. [/a] | |||
informant | Maar neet heeter drie. | |||
informant | [a] Maar neet heeter drie rode. Wel heet drie rode appel. Dan moet appel daar achter staan. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=424] Ich heb em et gegeve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ich heb het em gegeve. [/a] | tagging | ||
informant | [v=001] Marie | |||
informant | denkt dat hij haa wille naar huis. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Marie denkt dat hij haa wille naar huis. Marie denkt dat hij haa naar huis wille gaan. [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=162] Maries auto is kapot. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie zenne auto is kapot. [/a] | tagging | ||
informant | [v=193] Dat is zo zeker als één en één twee is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das zo zeker as da één en één twee is. [/a]
da s |
tagging | ||
informant | [v=253] Op zondag ginge we met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v] | |||
hulpinterviewer | E zondag gingewe naar met heel de familie naar | |||
informant | Met heel de familie. | |||
hulpinterviewer | naar de zee | |||
informant2 | Zee. | |||
informant | Wat heel leuk was. | tagging | ||
hulpinterviewer | wat heel fijn was. [/a] | |||
informant | [v=255] In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] In het dorp woe ich daar staat een heel oud kerkske. [/a] | |||
informant | [v=256] Op de dag dat we aan kwame regende het. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Op den dag datwer aan kame wast aant regene. [/a]
dat wer was t aan t |
tagging | ||
informant |
[a] Of regendenet. [/a] [/e=1]
regende n et |
|||
informant | [v=257] Dat is iets wat heel mooi is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das get dat heel schoon is. [/a]
da s |
tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge ook zegge dat is iets die heel mooi is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
informant2 | Nee. [/e=1] | |||
informant | [v=308] Zou hij dat hebbe kunne doen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zou hij dat hebbe kenne make? [/a] | tagging | ||
informant | [v=393] Niet vertelle dat je een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ni vertelle daste ne cadeau voor em hebst gekoch. [/a]
da ste |
tagging | ||
informant | Een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. | |||
informant | [v=440] Die van de stad die hebbe hier veel huizen gebouwd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die uit de stad hebbe hier veel huizen gebouwd. [/a] | tagging | ||
informant | Die uit de stad of die van de stad? | |||
hulpinterviewer | [a] Die van de stad. [/a] | |||
hulpinterviewer | Of uit de stad kan alle twee. | |||
informant | Die ebbe hier veel huizen gebouwd. [/e=1] | |||
informant | [v=444] Jef die zou ik nooit uit nodige. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Jef da zou ich nootneet uit nodige. [/a]
noot neet |
tagging | ||
informant |
Nootsneet he. [/e=1]
noots neet |
|||
informant | [v=445] Marie die zou zo iets nooit doen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Marie zou zo get zo get nootsneet flikke. [/a]
noots neet |
|||
veldwerker | [v] En kunt ge dat ook met Marie die zegge? [/v] | |||
informant | Marie die zo get noots doen? | |||
hulpinterviewer |
[a] Marie die ja ja die zou dat nootsneet doen. [/a]
noots neet |
tagging | ||
hulpinterviewer | Ja dat mag. [/e=1] | |||
informant | [v=446] Albert die drinkt wel eens een glas te veel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Albert die drinkt wel eens een glas _. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Albert die drinkt wel eens een glas te veel. [/e=1] | |||
informant | [v=447] Martha die zou zou ik wel eens bij mij thuis wille uit nodige. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Martha zou ich wel eens wille bij ons uit nodige. [/a] | |||
informant | [v=448] Dat huis dat zou ik nooit wille kope. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Dat huis zou ich nootsneet wille kope. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge daar ook zegge dat huis dat staat _ ? [/v] | |||
informant | [a] Dat huis dat huis dat zou ich noot wille kope. [/a] [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=449] Dat huis dat staat daar al vijftig jaar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Dat huis staat daar al vijftig jaar. [/a] | |||
informant |
[v] Dat huis dat staat daar al vijftig jaar zouste da ook zegge? [/v]
zou ste |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=492] Hij is vorige week door de dokter geopereerd. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hijs vorige week door den dokter gopereerd. [/a]
hij s |
tagging | ||
informant | [v=493] Hij wordt morgen door de dokter geopereerd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Morgen wurter door den dokter gopereerd. [/a] | tagging | ||
informant | Hoe zeg je de volgende zinnen in het dialect? | |||
informant | [v=049] Ik heb ik heb me daar goed geamuseerd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich heb mich daar goed gamuseerd. [/a] | tagging | ||
informant | [v=050] Zij heeft zich niet geamuseerd op het bal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zeet zich neet gamuseerd op het bal. [/a] | z-eet | tagging | |
informant | [v=275] Je herinnert je toch wel dat je me toen onder die ladder door liet lope. [/v] | |||
informant |
De herinnertstich toch wel _.
herinner s tich |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ge wets toch nog wel daste daste mich toen onder die ladder door hebs late lope. [/a]
da ste |
|||
informant | Ja dat je me toen onder de ladder _. | |||
veldwerker | En kunt ge dan herinneren ook gebruike? | |||
informant |
Herinnerstich dat neet?
herinner s tich |
|||
hulpinterviewer |
Of rappeleerste dich dat.
rappeleer ste |
|||
veldwerker | En hoe zout ge dat dan zegge die zin met rappeleren? | |||
hulpinterviewer |
[a] Rappeleerste dich nog nog wel daste mich toen onder die ladder hebs late door lope. [/a] [/e=1]
rappeleer ste da ste |
tagging | ||
informant | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich kan mich nog goed indenk | tagging | ||
informant | Iemand dat iemand ons steeds riep. | |||
hulpinterviewer | dat dat ene ons altijd na riep. [/a] | |||
informant | Ja. | |||
informant | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakke. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij voelde dater door het ijs zakte. [/a]
dat er |
|||
veldwerker | Kunt ge dat nog anders zegge ook? | |||
hulpinterviewer | [a] Hij voelde zch door het ijs zakke ja. [/a] [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we bij bij Marieke langs ginge. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] U kan zich toch u kan zich nog wel rappelere of u kan zich nog wel indenke datwer bij Marieke langs ginge. [/a]
dat wer |
tagging | ||
informant | [v=293] Zij herinnere zij herinnere zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ze rappelere zich nog wel get maar neet alles. [/a] | tagging | ||
informant | Maar niet alles. | |||
informant | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] In dien tijd daar leefde ich der op los. [/a] | tagging | ||
informant | [v=337] Vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Vroeger leefdenie als een beest. [/a]
leefde n ie |
tagging | ||
informant | As een beest. | |||
informant | [v=338] Daar leefden wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Daar leefdewe wie God in Frankrijk. [/a]
leefde we |
tagging | ||
informant | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Daar leefdestich wie ne koning. [/a]
leefde stich |
tagging | ||
informant | [v=412] Er waren veel mensen op het feest. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Er ware veel lui op het feest. [/a] | tagging | ||
informant | [v=413] Jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kon kome. | |||
hulpinterviewer | [a] Jammer da ich gisteren neet naar de verjaardag ben kunne kome of da ich neet kos naar de verjaardag kome. | tagging | ||
informant | Waren er veel mensen op het feestje? [/v] | |||
hulpinterviewer |
Wareder veel lui op het feest? [/a]
ware der |
tagging | ||
veldwerker | [v] Kunt ge die er ook late valle? [/v] | |||
informant | Ware veel lui op het feest of ware er veel mensen? | |||
hulpinterviewer | [a] Warer veel lui op het feestje? Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ware veel lui op het _. | |||
informant | Kunt ge zegge ja ware veel. [/e=1] | |||
informant | [v=524] Wie heb je gezien? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wee hebste gezien? [/a]
heb ste |
tagging | ||
informant | Komen de volgende zinnen voor in het dialect? Zo ja hoe zeg je ze? | |||
informant | [v=002] Ich eb da gezag gad. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ich heb dat gezag gad ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | [v=330] Lopentere kam ich em tege. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | [v=357] As Frans zeit er kump morgen iemand langs. | |||
informant | kan Marie dan zegge wie dat wie dat? [/v] | |||
hulpinterviewer | Zou zijn. | |||
informant | Wie dat. | tagging | ||
hulpinterviewer | En dan scheit het uit? | |||
informant | [a=n] Dat zeggewer neet he. [/a] | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | Wie kump wie kump langs neet wie dat. | |||
informant | Wie dan? [/e=1] | |||
informant | [v=408] Op dat feest woer er veel gedans. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En ook zonder er? [/v] | |||
informant | [v] Woer er veel gedans of woer veel gedans? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Woer veel gedans. Alle twee. [/a] | |||
informant | Kan ook allebei. | |||
informant | Woer er veel of woer veel gedans. [/e=1] | |||
informant |
[v=409] Nu woert woerter nog alleen maar brood verkoch in de winkel. [/v]
woert er |
|||
informant | [a=j] Nu woert er alleen of nu woert nog alleen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Alle twee. | |||
informant | Dat zijn twee mogelijkheden weer. | |||
informant | [a] Met er of zonder er he. [/a] | |||
hulpinterviewer | Dat mag alle twee. [/e=1] | |||
informant |
[v=414] Gisteren stonder ne rare kerel in den hof. [/v]
stond er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | En zonder er? | |||
informant | Gisteren stong ne rare kerel in den hof gisteren stong ne rare kerel in den hof. | |||
informant2 | Alle twee t mag alle twee denk ich. | |||
informant | [v] Gisteren stong er ne rare kerel in den hof of gisteren stong ne rare kerel in den hof? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Alle twee zou ich zegge. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=482] Dat boek leg neer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
[v=483] Aste echt neet kons wachte dan kom maar. [/v]
as te |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Kom dan maar ja. [/a] | |||
informant | Kom dan maar of dan kom maar neet kom dan maar he. | |||
hulpinterviewer | Kom dan maar. [/e=1] | |||
informant | [v=484] Dat kijk maar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant2 | Nee. | |||
commentaar | Spontaan gesprek in dialect. |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland | |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: die zijn |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: woe de moeder van |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: woe ze op |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: woe op ze |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: woe da ze op |
267 | Hij heeft zijn handen gewassen | als zonder reflexief vertaald, vragen of de variant met 'zich' ook kan voorkomen. Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen. Als 'zich' voorkomt dan 'zijn handen' en 'de handen' afvragen. |
komt voor
: n |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j opmerking: ook vreemde constructie: de man die wat ik denk |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
489 | Ik vind dat Jan beter de dokter kon geroepen hebben. |
komt voor
: n |
|
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j opmerking: minder |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan rookt neet mie |
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hee |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wer opmerking: geen vorm met lieden |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wier opmerking: geen vorm met lieden |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: j vorm: weetste opmerking: maar komt zelden voor, is heel persoonlijk, volgens informant zelfs tegen eigen kinderen 'geer' |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: dich weets opmerking: maar komt zelden voor, is heel persoonlijk, volgens informant zelfs tegen eigen kinderen 'geer' |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: de weets opmerking: maar komt zelden voor, is heel persoonlijk, volgens informant zelfs tegen eigen kinderen 'geer' |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: daste opmerking: maar komt zelden voor, is heel persoonlijk, volgens informant zelfs tegen eigen kinderen 'geer' |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: bis opmerking: maar komt zelden voor, is heel persoonlijk, volgens informant zelfs tegen eigen kinderen 'geer' |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: zich |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: j vorm: zich |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
komt voor
: n vorm: geer leeft |
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
komt voor
: n vorm: asgeer datger leef ger |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
758 | Jullie geloven datst jullie eerder this zijn dan ik. | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n |
759 | Jullie geloven datst eerder thuis zijn dan ik | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ich gon |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gon ich |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: de gees |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geeste |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: ger goat |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: goat ger |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: er geet |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geet er |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze geet |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geet ze |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: het geet |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geet et |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: wer goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan wer |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geer goat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat ger |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: gang |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ich ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingsdich |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: wiestich gings |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ich |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: wietgeer ging |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ie |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ee ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gink geer |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: et ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: weer ginge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gink geer |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geer gink opmerking: steeds 'wie' |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge weer opmerking: steeds 'wie' |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j opmerking: vreemd: die wat |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j opmerking: vreemd: die wat |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j opmerking: die wat ik denk |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich opmerking: enkel zich |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut