SAND-data Opglabbeek (L416p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Opglabbeek |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]L416[/k][h]649[/h][i]650[/i][vw]ANS[/vw][/meta] Spontaan gesprek. | |||
hulpinterviewer | [v=035] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Ja Jan herinnert zich dat verhaal he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De schrijnwerker heet geen nagel bij. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=040] Louis liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant | [a] Louis liet mich voor hem werke zeker. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Die liet mich voor zich werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Jeanne liet zich mee drijve op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Jeanne die loop gewoon mit. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorve is. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet neet dat Marie gisteren gestorve is. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant |
[a] toon bekeek zijneige in de spiegel [/a]
zijn eige |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant |
[a] eddy kent zijneige goed [/a]
zijn eige |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=046] Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant |
[a] Ward heet gehoord datter foto's van hem achter de venster staan. [/a]
dat ter |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Der is gene mens in Glabbeek die dat gewild heet of die da kos. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=043] Jan heeft in twee minuten een biertje gedronke. [/v] | |||
informant | [a] Jan die kos er weg mit. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=044] Deze schoenen lope gemakkelijk. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ah ja da zijn schoontjes. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [a] Die lope gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
informant | [v=026] Jan had het hele brood wel wille op ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die haa honger Jan die haa honger die zag ze vliege die vreet bijna heel het brood op. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=047] Die aardappelen schille niet gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Die schelle neet fijn. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=048] De sneeuw smelt in de zon. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Maar as hier de zon schijnt dan is de sneeuw gauw weg. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=053] Als ik eerlijk leef leef ik zo als mijn ouders wille. [/v] | |||
informant |
[a] Asich eerlijk leef leefich gelijk mijn ouders wille. [/a]
as ich leef ich |
tagging | ||
informant | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft Leo leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] As zen pijp neet uit gaat achter drie jaar dan heeter zijn vader over leeft. [/a]
heet er |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die speelt er een beetje mit. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asert vandaag nog kan houde dan haalter morgen ooch nog. [/a]
as er t haalt er |
Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=061] Als jullie zo gevaarlijk leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] As gij zo gevaarlijk leeft asich dan trekget nooit zo lang asich. [/a]
as ich trek ge t as ich |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | Wie met vuur speelt he. | |||
informant | [v=063] Als ze voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja de moes wel wel werke voor te leve maar ni leve voor te werke he. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer |
Hebste geen tijd voor naar de wichter te kijke.
heb ste |
tagging | ||
informant | [v=067] Als Marcel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] As Cel nog leeft dan iser Leo ooch nog bij he. [/a]
is er |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Aste gezond leefs trekstet langer. [/a]
as te trek ste t |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=069] Aser zo weinig mensen van de landbouw leve dan levener veel mensen van werk in de fabriek. [/a]
as er leve n er |
|||
informant |
[a] Ja aser weinig geboerd wordt dan gaan ze int fabriek werke. [/a]
as er in t |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=070] Als Lisa en Pierre in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Lisa en Pierre die hebbe een leven maar Rosa en Frans mmm daar zou ich neet wille mit thuis zijn want daar is de hel in huis. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=071] Als we rustig leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Ja aste op de gemak leefs hebste ooch tijd om te leve. [/a]
as te heb ste |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Aste op de gemak leefs dan leefste nog gelukkig. [/a]
as te leef ste |
Vraag hernomen op einde. Tagger: twijfel over clusteropdeling leefste | tagging | |
hulpinterviewer | [v] Als we eerlijk leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Aver de kerk int midden houden dan denkich toch wel dat we gelukkig zijn. [/a]
a ver in t denk ich |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Tja let een beetje op met de gezondheid. [/a] | |||
informant | [a] Leef wat gezonder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Een beetje meer voorzichtig zijn wichter kan noots geen kwaad. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
informant | [a] Ich denk dat Marie hem zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te hale? [/v] | |||
informant |
[a] Hebste genoeg volk om te gaan hooie? [/a]
heb ste |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=189] Het was vriendelijk van Jan om te kome werke. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Het was toch fijn van Jan dater eens kwam kijke. [/a]
dat er |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Dees ton dees ton is zwaar om te drage. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [a] Die draagt zich niet gemakkelijk. [/a] | |||
informant | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant |
[a] We hope datve allemaal op tijd thuis moete zijn. [/a]
dat ve |
Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=198] Hij kan staan zeure. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die kan zevere. [/a] | |||
informant |
[v=200] Toen we aan kwame regendenet. [/v]
regende n et |
|||
hulpinterviewer |
[a] Helen dag schoon weer geweest maar toen we hier kome dan regeldet. [/a]
regel de t |
tagging | ||
informant | [v=215] Ik geloof dat ik groter ben als hij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ich denk datich groter ben asij of hij asich. [/a]
dat ich as ij as ich |
tagging | ||
informant | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ze denkt datstich eerder thuis bis asich. [/a]
da stich as ich |
tagging | ||
informant | [v=217] Je gelooft toch niet dat hij sterker is als jij? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dich geloofs toch neet datij sterker is astich he ah mijn ejong. [/a]
dat ij as tich |
tagging | ||
informant | [v=218] Ze gelove dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant |
[a] Ze mene dat wij rijker zijn assie. [/a]
as sie |
tagging | ||
informant | [v=219] We gelove dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant |
[a] We denke dat gij neet zo slim zijt aswij. [/a]
as wij |
tagging | ||
informant | [v=220] Jullie gelove toch niet dat zij armer zijn als jullie? [/v] | |||
informant |
[a] Zie denke toch neet dat zie armer zijn as euch ist dan zeker. [/a]
is t |
tagging | ||
informant | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Iedereen vindt dat de zijn tschoonste is he. [/a]
t schoonste |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=222] Hij hij gelooft dat Gaston en Jan sterker zijn als Theo en Pierre. [/v] | |||
informant | [a] Hij meent dat Ston en Jean sterker zijn as Theo en Pierre. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die jong wie dat de moeder gisteren van hertrouwd is die stond achter mich. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=250] De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] Het bankske woe ze op zate was juist geverf. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld heet moet mich maar get geve. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Wieze heet moet mich maar get geve. [/a]
wie ze |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=267] Hij heeft zijn handen gewasse. [/v] | |||
informant |
[a] Heet zen handen gewasse. [/a]
h eet |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=268] Hij heeft zijn hemd gewasse. [/v] | |||
informant |
[a] Heet zen hemd gewasse. [/a]
h eet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=271] Hij heeft ze been gebroke. [/v] | |||
informant |
[a] Heet de poot over. [/a]
h eet |
|||
hulpinterviewer | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de deken naar zich toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Niemes mag het zien dus eigenlijk vinich dat gij het ooch neet moogt zien. [/a]
vin ich |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=340] Het gebeurde toen je weg ging. [/v] | |||
informant |
[a] Het gebeurde toenste vertroks. [/a]
toens te |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Het is gebeurd wiestich vertroks. [/a]
wie stich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=341] Ik weet waar je geboren bent. [/v] | |||
informant | [a] Ich weet woe dat gij gebore zijt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=342] Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
informant |
[a] Aste fertig bis magste vertrekke. [/a]
as te mags te |
tagging | ||
informant | [v=370] Dat is de man die ze geroepe hebbe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ah is da die die ze geroepe hebbe? [/a] | tagging | ||
informant | [v=371] Dat is ooch nog de man die t verhaal verteld heet. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Oh haa hij dat verteld? [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft verteld. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ah ja ich dacht dat die dat verteld haa. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ich heb euch hore zegge dat het die man was die het verteld zou hebbe. [/a] | tagging | ||
informant | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebbe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ah ja ich dacht zo bij mij eigen zou dat die zijn die ze geroepe hebbe. [/a] | tagging | ||
informant | [v=397] Het schijnt dat ze niets mag ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Het schijnt dat ze neet mag ete of niks mag ete. [/a] | tagging | ||
informant | [v=398] Ze schijnt niets te moge ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ah naar van den hand ich gehoord heb mag ze neet ete. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=403] Het lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja maar kijk eens daar ich geloof dat daar ene in den hof staat. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wat boek hebste gekocht? [/a]
heb ste |
tagging | ||
informant |
[v=526] Wie heefter jou op de kermis gezien? [/v]
heeft er |
|||
hulpinterviewer | [a] Wie heet dich op de kermis gezien? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=162] Maries auto is kapot. [/v] | |||
informant | [a] Marie heuren auto is kapot. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=193] Dat is zo zeker als één en één twee is. [/v] | |||
informant |
[a] Ja das zo zeker as één en één twee is maar. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=253] Op zondag ginge we met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v] | |||
informant |
[a] Zondag gingewe met heel de familie naar de zee en da was fijn. [/a]
ginge we |
Vraag hernomen. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=255] In het dorp war ik woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
informant | [a] Ja in het dorp woe dat ich woon staat een oud kerkske. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=256] Op de dag dat we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Ja den dag dat vaan aan kome regeldet he. [/a]
v aan regelde t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=257] Dat is iets wat heel mooi is. [/v] | |||
informant | [a] Maar dat is get schoons. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=308] Eh zou hij dat hebbe kunne doen? [/v] | |||
informant | [a] Zou hij dat gedaan hebbe? [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=393] Niet vertelle dat je een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
informant |
[a] Niks vertelle daste voor hem een xxx. [/a]
da ste |
|||
hulpinterviewer |
[a] De moes neet zegge daste get gekocht hebs. [/a]
da ste |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=440] Die van de stad die hebbe hier veel huizen gebouwd. [/v] | |||
informant | [a] Die van de stad hemme hier veel huizen gezet he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=444] Jef die zou ik nooit uit nodige. [/v] | |||
informant |
[a] Jef die zouch noots nodige. [/a]
zou ch |
tagging | ||
informant | [v=445] Marie die zou zo iets nooit doen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie deed dat neet noots. [/a] | |||
informant | [v=446] Maar Louis die drinkt wel eens een glas te veel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja Louis ja maar jong die drinkt voor twee. [/a] | |||
informant | [v=447] Martha die zou ik wel eens bij mij thuis wille uit nodige. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Maar zo Martha ja schoon ding die zou ich wel eens wille nodige. [/a] | tagging | ||
informant | [v=448] Maar dat huis dat zou ik nooit wille kope. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Dat huis daar hier op den hoek nee dat zou ich ni wille kope. [/a] | tagging | ||
informant | [v=449] Dat huis dat staat daar al vijftig jaar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zo lang as ich weet staat dat huis daar meer as vijftig jaar. [/a] | tagging | ||
informant | [v=492] Hij is vorige week door de dokter geopereerd. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Oh verleden week istij gopereerd door den dokter. [/a]
is t ij |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=493] Hij wordt morgen door de dokter geopereerd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Oh hij ja ich heb er van gehoord morgen wordt hij door den dokter gopereerd. [/a] | tagging | ||
informant | [v=049] En ik heb me daar goed geamuseerd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich heb mich daar geamuseerd man. [/a] | tagging | ||
informant | [v=050] Zij heeft zich niet geamuseerd op het bal. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Maar zeet zich neet gamuseerd. [/a]
z eet |
tagging | ||
informant | [v=275] Je herinnert je toch dat je me toen onder die ladder door liet lope. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wetste dat nog ich stond toen op die ladder en ich dacht laat der die maar onder door lope. [/a]
wet ste |
Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Oh ich weet dat nog toen xxx waster ene aant roepe. [/a]
was ter aan t |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakke. [/v] | |||
informant | [a] Hij voelde zich door het ijs zakke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=291] Eh u herinnert zich vast wel dat we bij Marieke langs ginge. [/v] | |||
informant | [a] Gij weet dat toch nog dat we bij Marieke langs gonge. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=293] Eh zij herinnere zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
informant | [a] Ze wete dat nog wel maar hele gans? [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Die leefdeter op los. [/a]
leef de ter |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=337] Eh vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
informant | [a] Maar vroeger man dat was neet normaal die leefde wie de beesten. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=338] Maar daar leefde wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
informant |
[a] Daar leefdevij gelijk God in Frankrijk. [/a]
leef de vij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
informant |
[a] Toen leefsdedich gelijk de koning. [/a]
leef sde dich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=412] Er ware veel mensen op het feest. [/v] | |||
informant |
[a] Daar was veel volk opt feest. [/a]
op t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=413] Jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kon kome warener veel mensen op het feestje? [/v]
ware n er |
|||
informant |
[a] Eigenlijk jammer datich gisteren neet op u verjaardagsfeest kost zijn waser veel volk opt feest? [/a]
dat ich was er op t |
tagging | ||
informant |
[v=495] Ich denk dastich veel weg zuls moete gooie. [/v]
da stich |
|||
hulpinterviewer |
[a] Dich hebs veel nest ich denk daste veel moes weg gooie. [/a]
da ste |
|||
informant |
[v] Ich denk dastich veel zuls weg moete gooie. [/v]
da stich |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Ja maar die zin is neet juist he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Moete weg gooie. [/a] | |||
informant |
[v] Ich denk ich denk dastich veel zuls moete weg gooie. [/v]
da stich |
|||
hulpinterviewer | [a=g] Ja zuls moete weg gooie ja he. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zou je ook kunne zegge dastich veel weg zuls moete gooie? [/v] | |||
informant |
[a=j] Ich denk dastich veel weg zuls moete gooie dat gaat ooch. [/a]
da stich |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Moete weg gooie denkich dat ich denk dat dat beter is ja. [/a]
denk ich |
|||
informant | [v=497] Hij is alle kapotte spullen weg aan het gooie. [/v] | tagging | ||
informant | [v] Of hij is alle kapotte spullen aan het weg gooie? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Maar dat zijn twee betekenissen eigenlijk he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Aant weg gooie ja ja dat zeggewe toch ooch wel aant weg gooie. [/a]
aan t zegge we |
|||
informant |
[a] Weg aant gooie is aant op ruime eigenlijk. [/a]
aan t |
|||
informant | [v=003] Ich denk het probere van hem nen brief te schrijve. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Marie is aant probere van hem nen brief te schrijve. [/a]
aan t |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=027] Vertel maar neet wie zij haa kunne roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Vertel maar neet wie zij haa kunne roepe ich denk dat ver dat kunne blijve houde. [/a] | tagging | ||
informant | [v=028] Vertel mich eens wie dat zie haa kunne roepe. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ich denk dat dat ooch juist is. [/a] | |||
informant | [v=029] Vertel mich eens wie of zie haa kunne roepe. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee dat wringt ooch. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=030] Maar vertel mij eens wie of dat ze had kunne roepe dat kunde ni zegge.? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee dat is neet. [/a] | |||
informant | [a] Die of staat er te veel aan. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=022] Daar wilt niemandneet danse. [/v]
niemand neet |
|||
informant |
[a=j] Daar wilt niemandneet danse. [/a]
niemand neet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ich denk dat dat moet blijve he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Ich weet dat Eddy morgen wilt brood ete. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat is ich denk dat Eddy morgen wil brood ete of brood wilt ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich weet dat Eddy morgen brood wilt ete. [/a] | |||
informant | [a] Ja brood wilt ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Eddy moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a] Nee Eddy moet vroeg kunne op staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Hij wilt geen soep neet meer ete neet. [/v] | |||
informant | [a=n] ggg Hij wilt geen soep neet meer ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Zitte hier ergens geen muis? [/v] | Verkeerde vraag maar resultaat OK | ||
informant | [a=n] Da geen is er te veel aan zitte hier ergens muis? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Ich vin dat iedereen moet kunne zwemme. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=g] Ich denk dat die zin goed is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=077] Ich vin dat iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Oh ich vin dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Ich vin dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ich vin dat iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=084] Ich vin dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ich vin dat iedereen zwemme moet kunne nee das tzelfde. [/a]
da s t zelfde |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=023] Els wil ni danse en ze wilt neet zinge ooch neet. [/v] | |||
informant | [a=n] En ze wilt ooch neet zinge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Els wilt neet danse en ze wilt ooch neet zinge. [/a] | |||
informant | [v=146] Hij spreekt neet goed geen Frans. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij spreekt neet goed Frans. [/a] | |||
informant | [v] Hij spreekt zo goed geen Frans. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Maar daar zit een andere betekenis in hij kan het wel een beetje maar hij spreekt zo goed geen Frans. [/a] | |||
veldwerker | [v] Zo goed geen Frans zout ge dan kunne zegge in die betekenis? [/v] | |||
informant | [a=j] In den tweede zin as wij met zen twee op vakantie gaan kan ich zegge ich spreek zo goed geen Frans doet dich het woord maar. [/a] | tagging | ||
informant | [v=148] Iedereen is gene vakman. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja dat zou ich ooch zo houde iedereen is gene vakman. [/a] | tagging | ||
informant | [v=149] Hij heet overal geen vrienden geen kameraden. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Die heet nergens kameraden. [/a] | |||
informant | [v=154] Boek heet Jan drie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Jan heet drie boek ggg. [/a] | |||
informant |
[v=156] Jan weet dater voor drie uren de auto of de wagen moet gemaakt moet hebbe gemaakt. [/v]
dat er |
|||
hulpinterviewer | [a] Jan weet dat voor drie uren de wagen moet gemaakt zijn. [/a] | |||
informant |
[v=157] Jan weet dater voor drie uren de wagen moet gemaakt hebbe. [/v]
dat er |
|||
hulpinterviewer | [a] Ja ich denk dat wij zegge gemaakt zijn den auto moet gemaakt zijn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Gemaakt hebbe. [/a] | |||
informant |
[v=160] Jan weet Jan weet dater voor drie uren de wagen gemaakt moet hebbe. [/v]
dat er |
tagging | ||
informant | [v=161] Jan weet dater voor drie uren de wagen gemaakt hebbe moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee dat neet. [/a] | |||
informant | [a] Gemaakt moet hebbe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Gemaakt moet hebbe ja. [/a] | |||
informant |
[v=260] Wat denkste wie ich in de stad tege gekome ben? [/v]
denk ste |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Wie denkste datich in de stad ben tege gekome ben tege gekome ja. [/a]
denk ste dat ich |
|||
informant |
[v=262] Wie denkstich wie denkstich wie ich in de stad ben tege xxx? [/v]
denk stich |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee nee wie denkstich datich in de stad tege gekome ben? [/a]
denk stich dat ich |
|||
informant | [v=150] Hij weet alles neet van de zaak. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Die weet neet alles van de zaak. [/a] | |||
informant | [v=151] Hij heet altijd genen tijd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Die die heet noots tijd. [/a] | |||
informant |
[v=266] Wie densktich datich in de stad gezien heb? [/v]
denk stich dat ich |
Verkeerde vraag. | ||
hulpinterviewer |
[a] Wat denskte wie ich in de stad gezien heb? [/a]
denk ste |
|||
hulpinterviewer |
[a] Wie denkste datich in de stad gezien heb? [/a]
denk ste dat ich |
|||
hulpinterviewer | [v=248] Ich doe wel even de kopjes ah ja. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ich moet wel efkes de sjatten af wasse. [/v] | |||
informant | [a] Ich moet de sjatten wel efkes af wasse. [/a] | |||
veldwerker | [v] Maar ich doe wel efkes de sjatten af wasse? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Nee nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=296] Zou hij dat gedaan hebbe gekund? [/v] | |||
informant | [a=n] Zou hij dat hebbe kunne gedaan hebbe? [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja zou hij dat kunne gedaan hebbe? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Ich heb gene zin en voere de koeien. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich heb geen zin om om de koe te voere. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=316] De politie zou bij em kome en pakke hem mit. [/v] | |||
informant | [a=n] De politie zou em kome kome hale zeker kome mit pakke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Oh Marie al her koe zijn verdronke bij die overstroming. [/v] | |||
informant | [a=n] Marie alle koe van Marie zijn verdronke he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja bij die overstroming. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Daar denk ich neet aan. [/v] | Vraag al verbeterd. | tagging | |
hulpinterviewer | [a=j] Dat blijft zo he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dit denk ik niet aan daar denkich neet aan. [/a]
denk ich |
|||
hulpinterviewer | [v=321] Die vreemde jong ben ich mit naar de markt geweest. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich ben met die vreemde jong naar de markt geweest. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Die vreemde jong heb ich mit naar de markt geweest. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Hebich? Benich mit naar de markt geweest. [/a]
heb ich ben ich |
|||
informant |
[a] Of hebich mit gepakt naar de markt. [/a]
heb ich |
|||
hulpinterviewer |
[v=322] Ich heb al de eerste drie sommen gemaakt. Waffer hebstich gemaakt? [/v]
heb stich |
|||
informant |
[a] Ich heb de eerste drie sommen al gemaakt. Waffer hebstich al gemaakt? [/a]
heb stich |
|||
veldwerker | [v] En zou je kunne zegge de waffer? [/v] | |||
informant | [a=n] De wat voor nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=329] Ich geloof deze jongen vinneze allemaal wel vriendelijk. [/v]
vinne ze |
|||
informant | [a=n] Ich geloof dat ze deze jong wel allemaal vriendelijk vinne. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=323] De wat voore of waffere heb hebstich al weg gebracht? [/v]
heb stich |
|||
informant |
[a=j] De de de zit er weer neet bij waffer waffere hebstich weg gebracht? [/a]
heb stich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=297] Zou hij dat gedaan gekund hebbe? [/v] | |||
informant | [a=n] Zou hij dat kunne gedaan hebbe? [/a] | |||
informant | [v=347] Ich weet ich weet dat hij is gaan zwemme. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] ich weet dater is gaan zwemme ja. [/a]
dat er |
tagging | ||
informant | [v=350] Ich weet dat hij gaan zwemme is. [/v] | |||
informant | [v=351] Of ich weet dat hij zwemme is gaan. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat al zeker neet he. [/a] | |||
informant | [v=352] Of ich weet dat hij zwemme gaan is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ooch neet ich weet dater is gaan zwemme. [/a]
dat er |
|||
informant |
[a=j] Dat laatste ich weet dat hij zwemme gaan is gebruikewij wel soms as wacht xxx. [/a]
gebruike wij |
tagging | ||
hulpinterviewer | Een alibi. | |||
informant |
[a] Ja ich weet dater toen wel zwemme gaan is dus hij was daar neet bij die dag. [/a]
dat er |
|||
informant | [a] Maar ich weet dat hij is gaan zwemme. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ja ja das normale gang dat is gewoon. [/a]
da s |
|||
informant |
[v=353] Als Lea vraagt wilste nog koffie Jan kan Jan kan Jan dan antwoorde jaak? [/v]
wil ste |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Dat zeggewij neet. [/a]
zegge wij |
tagging | ||
informant | [a] Wij zegge ja. [/a] | tagging | ||
informant |
[v=364] Iser dood? [/v]
is er |
Verkeerde vraag. | ||
hulpinterviewer |
[a] Ja iser dood ja dat blijft zo. [/a]
is er |
|||
veldwerker | [v] Maar ni is hem dood? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee nee nee iser dood? [/a]
is er |
|||
informant |
[v=387] Wanneer zal de werled de wereldvrede de werledvrede kome? Nootsneet. [/v]
noots neet |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Nootsneet eh ja de twee gebruikewer noots of nootsneet voor der kracht achter te zette. [/a]
noots neet gebruike wer |
tagging | ||
informant | [v=399] Rosa probeerde om niemes pijn te doen. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Ja dat ooch Rosa probeerde niemand pijn te doen. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=400] Het belooft weer ne schone dag te worde. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja das ooch goed daar kunste niks aan verandere. [/a]
da s kun ste |
Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=459] Hij heet de bal gegooid in de mand. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee hij heet de bal in de mand gegooid. [/a] | tagging | ||
informant |
[v=486] Dat boek beloof mich dastich noots meer zuls verstoppe. [/v]
da stich |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Dich beloofs mich daste dat boek neet meer zuls verstoppe. [/a]
da ste |
|||
informant |
[v=401] Tis misschien beter om nog even te wachte. [/v]
t is |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Das goed he ja. [/a]
da s |
Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=402] Wij hadde t geluk om hem direct terug te vinne. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Das ooch goed ja. [/a]
da s |
Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer |
[v=487] Wat zeg mich daste gekocht hebs. [/v]
da ste |
|||
informant |
[a=n] Zeg mich waste gekoch hebs. [/a]
wa ste |
|||
hulpinterviewer | [v=512] Zo een ding heb ich nog noots gezien. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant |
[a] Das goed. [/a]
da s |
|||
veldwerker | [v] En zo een zo een ding een heb ich nog nooit xxx? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee zo een ding heb ich nog noots gezien | |||
hulpinterviewer | die één valt weg. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=515] Eh dich bis ooch ne rare ene. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dich bis ooch ne rare. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Marie zegt dat diene Pierre e boek het probere te verkope. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En als het is dat jij Pierre een boek eh xxx. [/v] | |||
hulpinterviewer | Hebt geprobeerd te verkope. | |||
hulpinterviewer |
[a] Marie zegt dastich Pierre een boek een broek een boek aan ze broek het wille lappe. [/a]
da stich |
|||
informant | [a] Een boek het probere te verkope. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=531] Julien dacht datich Anna haa geprobeerd e cadeau te geve. [/v]
dat ich |
|||
informant | [a=n] Nee Julien dacht dat gij Anna e cadeau had probere te geve. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=532] Karel weet dastich hebs geprobeerd Marie e boek te verkope. [/v]
da stich |
|||
informant |
[a=j] Dat is juist Karel weet dastich hebs geprobeerd aan Marie xxx. [/a]
da stich |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Dastich geprobeerd hebs ja ja. [/a]
da stich |
|||
veldwerker |
[v] Kunt ge het alle twee zegge dastich hebs geprobeerd en dastich geprobeerd hebs? [/v]
da stich |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Dat gaat alle bei dat ligt er aan xxx. [/a] | |||
informant |
[a] Wie daste de klemtoon xxx. [/a]
da ste |
|||
hulpinterviewer | [v=227] As Frans zegt hij danst kan Jan dan antwoorde hij doet hij doet? [/v] | |||
informant | [a=n] Wij zette daar hij doet het ooch nog achter he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Zal Jan antwoorde hij doetet. [/a]
doet et |
|||
hulpinterviewer | [v=227] As Frans zegt hij zingt kan Jan dan antwoorde hij doet? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=243] As Frans vraagt zingter kan Jan dan antwoorde hij doet? [/v]
zingt er |
|||
informant | [a=n] Het is ooch weer hij doe het. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=485] As Frans vraagt zal ich zal ich dezen avond koke kan Marie dan antwoorde da doeste maar? [/v]
doe ste |
Verkeerde vraag. | ||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] Zou je ook kunne zegge da doe maar? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee doeg maar he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=600] Pas op daste ni en vals. [/v]
da ste |
tagging | ||
informant | [a=j] Juist. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ja die en mag hier wel weg pas op daste ni vals tis allebei in gebruik. [/a]
da ste t is |
|||
informant | [v=136] Jan en heet neet veel geld neet meer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Oh nee Jan heet neet veel geld meer. [/a] | |||
informant | [v=141] Ich geef niks aan een ander neet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee die laatste neet eweg ich geef niks aan een ander. [/a] | |||
informant | [v=142] Niemes wilt neet werke neet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Niemes wilt werke. [/a] | |||
informant |
[v=388] Wie heet den auto mit gepakt? Niemandneet. [/v]
niemand neet |
|||
hulpinterviewer | [a] Nee nieme wie heet den auto mit gepakt? Nieme. [/a] | |||
informant |
[a=j] Ja maar niemeneet wordt ooch gezeg. [/a]
nieme neet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Dat wordt ooch gezeg ja. [/a] | |||
informant |
[v=389] Boe wast het geld aan de boom? Nergensneet. [/v]
nergens neet |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Nergens. Dat wordt ooch allebei gezeg nergens of nergensneet dat hangt er ooch weer van af. [/a]
nergens neet |
tagging | ||
informant | [v=390] Wat is rond en vierkant tegelijk? Niksneet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja niks niksneet allebei. [/a] | tagging | ||
informant |
[v=391] Welke koe heeter gemolke? Geen enkele neet. [/v]
heet er |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Waffer koe heeter gemolke? Geen. [/a]
heet er |
|||
informant | [a] Geen of geen enkel. [/a] | |||
informant | [v=475] Louisa heet nu meer koe dan ze vroeger en haa. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ja dien en neet Louisa heet meer koe as dase vroeger haa. [/a]
da se |
|||
informant | [v=479] Hier is alles wat ich gekrege en heb. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee gekrege heb. [/a] | |||
informant | [v=170] Pol is Rosa en Louise hun broertje. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Pol is het broerke van Rosa en Louise dat denkich dat ze eerder gaan zegge. [/a]
denk ich |
|||
informant | [v=174] Die fiets is mijns. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Das mine fiets. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=395] Geloofste neet dater gevallenes? [/v]
geloof ste dat er gevalle n es |
|||
informant |
[a=j] Dat vinich juist geloofste neet dater gevallenes. [/a]
vin ich geloof ste dat er gevalle n es |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Geloofste neet dater gevalleneet? [/v]
geloof ste dat er gevalle n eet |
|||
informant | [a=n] Nee dat is neet juist. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=324] Zo get zou ich ni durve op ete. De zulke. [/v] | |||
informant | [a] Dat is juist. [/a] | |||
veldwerker | [v] Maar de zulke dat kunt ge ni zegge? [/v] | |||
informant | De zulke? | |||
hulpinterviewer | [a=n] De zulke dat is hier neet he. [/a] | |||
informant | [a] Nee dat is zo get. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=325] De die zou zou ich ni durve op ete. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] De die das ooch neet zo get. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=494] Ich vin dat Jan beter den dokter kos geroepe hebbe | |||
hulpinterviewer | kos hebbe hebbe geroepe kos geroepe hebbe. [/v] | |||
informant | [a=j] Kos geroepe hebbe wel maar hebbe geroepe neet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=517] Robert heet drie groen appels en Marie heet drie rode. [/v] | Al onmiddellijk zonder er. | ||
hulpinterviewer | [v] En Marie heeter hee drie rode hier staat er tussen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeggewij neet Marie heet drie rode Marie heet drie rode. [/a]
zegge wij |
|||
informant |
[a] En as Marie ooch groen haa zouver wel er tussen zette. [/a]
zou ver |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ja heeter ooch drie dan wel maar nu neet. [/a]
heet er |
|||
hulpinterviewer | [v=424] Ich heb het hem gegeve. [/v] | Al verbeterd. | ||
hulpinterviewer |
[a] Ja das goed he. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=001] Marie denkt dat hij haa wille naar huis. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Marie denkt dater naar huis zou wille. [/a]
dat er |
tagging | ||
informant |
[a] Of dater naar huis wou. [/a]
dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=002] Ich heb dat gezegd. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
veldwerker | [v] Ich heb dat gezegd gehad? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee gehad neet. | |||
hulpinterviewer | Ich heb dat gezegd. [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] In een discussie wordt dat wel soms gezegd. Ich heb dat gezegd gehad. | tagging | ||
informant | Gij moet nu neet zegge dat het neet waar is ich heb dat gezegd gehad. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=330] Lopenterend kwam ich hem tege. [/v] | |||
informant | [a=j] Lopentere kwam ich hem tege. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=357] As Frans zegt daar komt morgen iemand langs kan Maria dan vrage wie is dat wie dat staat hier. [/v] | |||
informant |
[a=j] As Frans zegt dater morgen iemand langs komt kan Marie dan vrage wie dat?
dat er |
tagging | ||
informant | Ja dat is juist he ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=358] Ich denk dat ieme de koekjes heet op gete maar ich weet neet wie dat. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is er te veel aan ich weet neet wie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=199] Hij staat te zevere. [/v] | |||
informant | [a] Hier staan ze overal te zevere. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [n] [v=253] Marie was er ooch wat ich heel tof vind | |||
hulpinterviewer | vond. [/v] | |||
informant | [a] Marie was er ooch wat ich heel fijn vond. [/a] [/n] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=380] Dat is huis wat ich gekocht heb. [/v] | Wat in plaats van dat. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=224] Wees toch niet zo luidruchtig kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Maak eens neet zo veel lawaai. [/a] | |||
veldwerker | [v] En als er zou staan | |||
veldwerker | gevaarlijk? [/v] | |||
informant | [a] Zijt voorzichtig. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja zijt voorzichtig wichter kinder. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=223] Oh Jef wees toch niet zo vervelend. [/v] | |||
informant |
[a] Dan zeggewir Jef zijg zijg neet vervelend. [/a]
zegge wir |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Eh na het eten gaan ich slape. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Na het eten gaan ich een uiltje vange. [/a] | tagging | ||
informant |
[v=408] Op dit feest wordter veel gedanst. [/v]
wordt er |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Op dit feest wirter veel gedanst ja. [/a]
wirt er |
tagging | ||
informant | [v] Op dit feest wirt veel gedanst? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ooch goed das allebei. [/a]
da s |
|||
informant | [v=482] Dat boek leg neer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Leg dat boek neer. [/a] | |||
informant |
[v=409] Nu wirter nog alleen maar brood verkocht in die winkel. [/v]
wirt er |
|||
informant |
[a=j] Dat is juis nu wirter nog alleen maar brood verkocht in die winkel. [/a]
wirt er |
tagging | ||
informant | [v] Nu wirt nog alleen maar brood verkocht in die winkel. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja ja. [/a] | |||
informant | [a=j] Ja die er mag weg he. [/a] | |||
informant |
[v=483] Aste echt neet kuns wachte dan kom maar. [/v]
as te |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Oh kom dan maar. [/a] | |||
informant |
[v=414] Gisteren stonder ne rare vent in den hof. [/v]
stond er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja dat zou ich late. [/a] | |||
informant | [a] En gisteren stond ne rare vent in den hof kan ooch he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja ja ja. [/a] | |||
informant | [v=484] Dat kijk maar. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] En wat hebste gekocht? Dat. Kijk maar. Moet er een komma tussen staan. [/a]
heb ste |
|||
informant | [v=036] Dit zijn Marie en Pierre. Marie en Pierre wijze naar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] D één naar de andere. [/a] | |||
informant | [a] Naar één he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Wijze naar één die wijze naar d één den andere. [/a] | tagging | ||
informant | [v=037] Dit is Toon en Toon wast. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wast wast zijneigen. [/a]
zijn eigen |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ja eigenlijk zeggewij hier wast zich. [/a]
zegge wij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Hij wast zich ich was mich dich wast dich maar zijn eige dat wirt hier eigenlijk niet gebruikt. [/a] | |||
veldwerker | [v] En Toon wast hem? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Oh hem ook niet hij wast zich. [/a] | |||
informant | [v=039] Dat is Fons en Fons zag een een slang neven. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zag een slang langs de boom of langs zich. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [n] [v=038] Eh ja de schijnwerker heeft nagels bij kunt ge ook zegge de schrijnwerker heeft geen nagels bij zich? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee. Bij zich zeggewij neet.
zegge wij |
|||
informant | Het is altijd hij heet ze bij en neet bij zich. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=041] En hoe zou je zegge Jeanne liet zich op de rivier drijve? [/v] | |||
informant | [a] Jeanne liet zich mit drijve op de beek. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zou je dan kunne zegge liet heur mee drijve? [/v] | |||
informant | [a=n] Liet zich mit drijve. [/a] | |||
veldwerker | [v=018] En zou je ook kunne zegge ze weet niet dat Marie gisteren is gestorve? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gestorvenis. [/a]
gestorve n is |
|||
informant | [a] Ze ze weet dat neet dat Marie gisteren is gestorve. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Nee maar de kuns ooch zegge is gestorve in de zin van | |||
informant | ich heb bijvoorbeeld mijne garagist gebeld en ich wist neet dat zijn schoonmoeder gestorve was en toen zei ich tegen hem van ich wist neet dat u schoonmoeder was gestorve anders haa ich ooch neet gebeld. [/a] | |||
veldwerker | [v] Maar de normale volgorde is gestorve is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En ze weet niet dat Marie gestorve heeft? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker |
[v] Zen weet ni da Marie gisteren gestorve is? [/v]
z en |
|||
informant | [a=n] Ze weet neet dat Marie xxx. [/a] | |||
veldwerker | [v=042] Toon bekeek hemzelf eens in de spiegel? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee bekeek zich. [/a] | |||
informant | [a] Of zijn eige. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=045] Eduard kent zijn eige goed kunt ge ook zegge Eduard kent hemzelf goed? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee hemzelf neet. [/a] | |||
veldwerker | [v] Kent zich goed? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Dat is dan toch minder he. [/a] | |||
informant | [a] Het is altijd mijn eige. [/a] | |||
veldwerker | [v=046] Ward heeft gehoord dat er foto's van hem in de etalage staan zou je ook kunne zegge foto's van zijn eige? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee zijn eige blijft weg. [/a] | |||
veldwerker | [v=043] Jan heeft zich in twee minuten een pintje gedronke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Heeft zich neet he die zich is er neet bij he. [/a] | |||
informant |
[a=j] Wel maar dan dan wille we eigenlijk beklemtonen dater gulzig was die heet zich daar toch wel rap
dat er |
|||
informant | he twee drie pintjes achter over geschud en dan zonder te betalen der onder uit gemuisd en dan doen we het wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja voor het accent te legge. [/a] | |||
veldwerker | [v=044] En zou je dan ook kunne zegge deze schoenen lope zich gemakkelijk? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=047] Die aardappelen schille zich niet gemakkelijk? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee die zich valt daar weg. [/a] | |||
informant | [a=j] Die eerpel die schelle zich niet gemakkelijk ich heb liever die. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] In die zin is zich daar weer wel bij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Dus dan is het niet zo zeer op het schille maar op den eerpel zelf. [/a] | |||
veldwerker | [v=048] En de sneeuw smelt zich in de zon? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee die smelt gewoon. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=026] Jan had het hele brood wel op ete gewild? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=055] Hij leeft toch veel te gevaarlijk. [/v] | |||
informant | [a] Hij leeft toch veel te gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=057] En leeft ze wel gezond genoeg? [/v] | |||
informant | [a] Leeft ze wel gezond genoeg? [/a] | |||
veldwerker | [v=055] Waarom leeft hij zo gevaarlijk? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Voor wat leeft hij zo gevaarlijk? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=061] En leve jullie gelukkig? [/v] | |||
informant | [a] Leeft gij gelukkig? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=067] Leeft Leo nog? [/v] | |||
informant | [a] Ja leeft Leo nog. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=059] Als het hondje nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Aset nu nog leeft dan leeftet morgen xxx. [/a]
as et leeft et |
tagging | ||
veldwerker | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Assij zo gevaarlijk leeft dan leeft ze neet lang meer. [/a]
as sij |
tagging | ||
veldwerker | [v=063] Als ze voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Asse voor hun werk leve dan leveze neet voor hun kinder. [/a]
as se leve ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=190] Deze ton is zwaar om te drage zou je ook kunne zegge deze ton is zwaar voor te drage? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja dat wordt ooch gezegd die ton is zwaar voor te drage. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En deze ton is zwaar te drage? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
[a] Das meestal lijd wat zwaar te drage is. [/a]
da s |
|||
veldwerker | [v=189] En eh hoe zou je zegge het was vriendelijk van Jan om te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik vond dat fijn van Jan dater kwam werke. [/a]
dat er |
|||
veldwerker | [v] En zou je dat ook kunne zegge met het was fijn van Jan voor te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee voor neet het was fijn van Jan voor te kome werke om te kome werke. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En van te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Van nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En het was het was fijn van Jan te kome werke? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Te kome werke nee daar moet get bij. [/a] | |||
veldwerker | [v=188] En eh zou je ook kunne zegge heb je genoeg mensen voor hooi van het land te hale? [/v] | |||
informant |
[a=j] Ja hebste genoeg volk voor t hooi van t land te hale? [/a]
heb ste |
tagging | ||
veldwerker | [v=071] Als we op ons gemak leve leve we gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] As wop ons gemak leve levever gelukkig. [/a]
w op leve ver |
tagging | ||
veldwerker | [v=073] Hoe zou je zegge leef wat minder gevaarlijk kinderen? [/v] | |||
informant | [a] Ja leef wat minder gevaarlijk kinder. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=068] En leef je gelukkig? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Leefste gelukkig? [/a]
leef ste |
tagging | ||
veldwerker | [v=070] Els en Jan leve in Frankrijk. [/v] | |||
informant | [a] Els en Jan leve in Frankrijk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Leve ze graag in Holland? [/v] | |||
informant | [a] Wone die graag in Holland? [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=069] En als er zo weinig mensen van de landbouw leve dan levener veel mensen van werk in de fabriek. [/v]
leve n er |
|||
hulpinterviewer |
[a] Aser veel mensen van van van de boerderij leve. [/a]
as er |
tagging | ||
informant |
[a] Dan leveter veel van in xxx. [/a]
leve ter |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Aser neet veel van de boerderij leve levener veel van de fabriek. [/a]
as er leven er |
|||
veldwerker | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | Nadien blijkt [a=n] | ||
veldwerker | [v] En we hope allemaal op tijd thuis te zijn? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Oh den eerste keer was van op tijd thuis te zijn we hope allemaal op tijd thuis te zijn. [/a] | |||
informant | [a] Van moet weg. [/a] | |||
veldwerker | [v=215] Ik geloof dat ik rijk ben. [/v] | |||
veldwerker | [v=221] En hoe zou je zegge u gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Gij gelooft dat Lisa of gij meent dat Lisa even schoon is as Anna even schoon as. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=267] Hij heeft zich de handen gewasse? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee zich valt weg. [/a] | |||
veldwerker | [v=339] En zou je kunne zegge ik cind dat jij het niet zien moogt? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee ich vin dastet neet moogs zien. [/a]
da ste t |
|||
veldwerker | [v=259] Die geld heeft moet mij maar wat geve? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja die geld heet moet mich maar get geve. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=249] De jongen wie dat de moeder gisteren van getrouwd is zou je ook kunne zegge de jongen die zijn moeder gisteren getrouwd is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] De jong die zijn moeder getrouwd is of hertrouwd is. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ja dat wirt gezegd. [/a] | |||
veldwerker |
[v] Das de jongen wie zijn moeder gestorve is? [/v]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker |
[v] En das de jongen diens moeder gestorve is? [/v]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Diens moeder? Ich geloof neet dat ze die woorden hier allemaal gebruike. [/a] | |||
veldwerker | [v] En de jongen waar van dat de moeder? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Woe dat de jong van die jong woe dat de moeder van gestorve is dat zou ooch wel kunne woe dat. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=250] En dan eh de bak waar ze op zate was juist geverfd zou je ook kunne zegge de bank waar dat ze op zate? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Woe ze op zate. | |||
hulpinterviewer | De bank woe dat ze op zate. De bank woe ze op zate. [/a] | tagging | ||
informant | [a=n] Woe ze op zate die dat moet daar niet bij. [/a] | |||
veldwerker | [v] De bank waar op ze zate? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Woe ze op zate. [/a] | |||
veldwerker | [v] De bank daar ze op zate. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En de bank dat ze op zate? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=371] Dat is de man die het gedaan heeft. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dat is de man dieste moes hebbe. [/a]
die ste |
tagging | ||
veldwerker | [v] Dat is de man dat het gedaan heeft? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee die het gedaan heet. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v] En das de man wat het gedaan heeft? [/v]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee die het gedaan heet. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=398] En zou je ook kunne zegge ze schijnt niks te moge ete? [/v] | |||
informant | [a] Ze schijnt niks te moge ete wij zegge eigenlijk veel sneller het schijnt dat ze xxx. [/a] | |||
veldwerker | [v] Maar ze schijnt zou eventueel xxx? [/v] | |||
informant |
[a=n] Ze schijnt niks te moge ete nee dat zeggewe neet. [/a]
zegge we |
|||
veldwerker | [v=403] En eh het lijkt wel of er iemand in den hof staat zou die er kunne late valle dus het lijkt wel of iemand in den hof staat? [/v] | |||
informant |
[a=j] Ja tis juis of iemand in den hof staat. [/a]
t is |
tagging | ||
veldwerker | [v=257] En zou je kunne zegge dat is iets die heel mooi is? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee das iet wat he. [/a]
da s |
|||
informant | [a] Of dat is get dat. [/a] | |||
veldwerker | [v=308] Zou hij dat hebbe kunne doen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zou hij dat kunne gedaan hebbe? [/a] | |||
veldwerker | [v=492] En zou je kunne zegge hij is vorige week van de dokter gopereerd? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Door. [/a] | |||
veldwerker | [v] En hij is vorige week door den dokter gopereerd geworde? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Door den dokter gopereerd. | tagging | ||
hulpinterviewer | Geworde is daar neet bij. [/a] | |||
veldwerker | [v=275] Je vergist je veel te veel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Dich vergist dich xxx. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=281] En ik vergis me niet graag. [/v] | |||
informant | [a] Ich vergis mich neet graag. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=291] U vergist zich dikwijls. [/v] | |||
informant | [a] Gij vergist euch dik. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=293] En zij vergisse zich nooit. [/v] | |||
informant | [a] Zij vergisse zich noots. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=336] Leefde ik toen gelukkig? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Leefdenich toen gelukkig? [/a]
leef de n ich |
|||
veldwerker | [v=337] En toen leefde hij als een beest. [/v] | |||
informant |
[a] Toen leefdener as een beest. [/a]
leef de n er |
tagging | ||
veldwerker | [v=003] En zou je kunne zegge ik denk dat Marie heeft probere van hem een brief te schrijve? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Geprobeerd heet hem nen brief te schrijve. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=399] En zou je kunne zegge Rosa probeert voor niemand zeer te doen? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee die voor neet. [/a] | |||
veldwerker | [v] Rosa probeert van niemand zeer te doen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee van ooch neet. [/a] | Later blijkt [a=j] | ||
veldwerker | [v=400] En dan zou je ook kunne zegge het belooft weer van ne schone dag te worde? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Het belooft ne schone dag te worde die van is er neet bij he. [/a] | |||
informant | [a] Wij wij zegge der van bij in de verleden tijd ich heb geprobeerd van niemes pijn te doen. [/a] | Terug naar [v=399] | ||
veldwerker |
[v=401] Tis misschien beter van nog efkes te wachte. [/v]
t is |
|||
informant |
[a=j] Ja tis misschien beter van nog efkes te wachte. [/a]
t is |
tagging | ||
veldwerker | [v] En tis misschien beter nog efkes te wachte? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee ich denk dat hier van bij gaat he. [/a] | |||
veldwerker |
[v] En tis misschien beter voor nog efkes te wachte. [/v]
t is |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee dat neet van. [/a] | |||
veldwerker | [v=402] En dan we hadde het geluk van hem direct terug te vinde? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja we hadde t geluk van hem direct terug te vinde. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En we hadde het geluk hem direct terug te vinde? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Van hem. [/a] | |||
veldwerker | [v] En we hadde het geluk voor hem xxx. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] [/n] | |||
algemene gegevens | Opglabbeek L416 12februari 2002 |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
156 | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt | clustervolgorde handhaven in vertaling door hulpinterviewer |
komt voor
: j |
161 | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet | Vragen naar gebruikelijkheid van voorkomende volgordes. |
komt voor
: n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: die zijn |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: woe z op |
260 | Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? |
komt voor
: n vorm: wie...wie opmerking: wel: |
|
266 | Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? |
komt voor
: n |
|
267 | Hij heeft zijn handen gewassen | als zonder reflexief vertaald, vragen of de variant met 'zich' ook kan voorkomen. Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen. Als 'zich' voorkomt dan 'zijn handen' en 'de handen' afvragen. |
komt voor
: j opmerking: zowel met 'de handen' als met 'zijn handen' |
319 | Dit denk ik niet aan |
komt voor
: n |
|
350 | Ik weet dat hij gaan zwemmen is | In dialecten waar verplicht 'te' optreedt, aan hulpinterviewer ook zin vertaling vragen van: 'Ik weet dat hij het heeft willen verkopen'. Indien andere volgorde-restricties dan de zin met 'gaan', beide opnemen als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j |
351 | Ik weet dat hij zwemmen is gaan | In dialecten waar verplicht 'te' optreedt, aan hulpinterviewer ook zin vertaling vragen van: 'Ik weet dat hij het heeft willen verkopen'. Indien andere volgorde-restricties dan de zin met 'gaan', beide opnemen als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: n |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: j opmerking: optioneel |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j opmerking: niet met 'en' |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j opmerking: niet met 'en' |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j opmerking: niet met 'en' |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan rook ni mee |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n opmerking: 'dat' enkel mogelijk wanneer bepaald evenement in gedachten |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: we |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wee |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: j vorm: weets dich |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: j vorm: weetste |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: de weets |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: das dich |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: daste |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: bis |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: d'??n d'ander |
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekander |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: j vorm: zich zin: pronomen steeds mogelijk |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: asgij datger leeft leeft |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) | |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) | |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ich gon |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gon ich |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: te gees |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gees te |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: gij goat |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: goat gij |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij geet |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geeter |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zie geet |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geet se |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: het geet |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gee het |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: we guun |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: guun wer |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij goat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat gij |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: gang |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ich gong |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gongstich |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dich gongs |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gong ich |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gong |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gong hij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij gong |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonk gij |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zie gong |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gong et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: het gong |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gong ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wij gonge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gonkt gij |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: toen det ook mogelijk |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gonkt |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonge wij |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze gonge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gonge ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: j |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: j |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich opmerking: geen andere mogelijkheden |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut