SAND-data Maaseik (L372p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
035 (x01a) | Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03245) |
vertaling: J herinnert zich det verhaol waal opm.: reflexief: zich |
036 (x01b) | Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03245) |
vertaling: M en P zeen zich vuur de kerk |
037 (x01c) | Toon wast ... (inf. 03245) |
vertaling: T was zich opm.: reflexief: zich |
038 (x01d) | De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03245) |
vertaling: den timmerman haef gein nagels bij zich opm.: reflexief: zich |
039 (x01e) | Fons zag een slang naast ... (inf. 03245) |
vertaling: F zaag 'n slang langs zich opm.: reflexief: zich |
040 (x01f) | Erik liet mij voor zich werken (inf. 03245) |
vertaling: E laet miech vuur zich werke opm.: reflexief: zich |
041 (x01g) | Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03245) |
vertaling: J loet zich metdrijven op de golve opm.: reflexief: zich |
042 (x01h) | Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03245) |
vertaling: T bekik zichzelf 'ns good in de spegel opm.: reflexief: zichzelf |
043 (x01i) | Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03245) |
vertaling: Jan haef in twie menujte n pint gedronke |
044 (x01j) | Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03245) |
vertaling: diej sjoon loupe gemekkelik |
045 (x01k) | Eduard kent zichzelf goed (inf. 03245) |
vertaling: E kent zichzelf good opm.: reflexief: zichzelf |
046 (x01l) | Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03245) |
vertaling: W haef gehuurd detter foto's van zich in de etelaag stoen opm.: reflexief: zich |
047 (x01m) | Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03245) |
vertaling: diej ierpele sjelle zich neet gemekkelik |
884 (x01n) | Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03245) |
vertaling: det glaas brik es 't op te grond vilt |
052 (x02a) | Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03245) |
vertaling: dokter, laef ich waal gezond genog |
054 (x02b) | Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03245) |
vertaling: al jaore laef ter van de ?rfenis van ze vader |
056 (x02c) | Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03245) |
vertaling: dees week laef ze op water en broed |
058 (x02d) | Leeft het nog? (inf. 03245) |
vertaling: laeft 't nog |
060 (x02e) | Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03245) |
vertaling: wijlang laef gie noene al van dij ?rfenis |
062 (x02f) | In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03245) |
vertaling: in B lieve ze vuural van de vesvangs |
064 (x02g) | Na het eten ga ik slapen (inf. 03245) |
vertaling: nao t iete gaon iech slaope |
065 (x02h) | Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03245) |
vertaling: zou iech det waal konne doon |
066 (x02i) | Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03245) |
vertaling: hae liet z'n hoews aafbreke |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03245) |
vertaling: iech weit det Jan hel mot kenne werke komt voor: j gebr.: 5 |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03245) |
vertaling: iech weit det Jan hel mot kenne werke komt voor: j gebr.: 5 |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03245) |
vertaling: iech weit det Jan hel mot kenne werke komt voor: j gebr.: 5 |
076 (x03b) | Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03245) |
komt voor: n |
078 (x03c) | Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03245) |
komt voor: n |
079 (x03d) | Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03245) |
komt voor: n |
081 (x03e) | Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03245) |
komt voor: n |
083 (x03f) | Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 3 |
083 (x03f) | Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 3 |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03245) |
komt voor: j |
880 (x04(iii)b) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03245) |
komt voor: j |
088 (x04(iii)c) | Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03245) |
komt voor: n |
089 (x04(iii)d) | Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03245) |
komt voor: n |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
093 (x04(iv)c) | Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03245) |
komt voor: n |
094 (x04(iv)d) | Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03245) |
komt voor: n |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
096 (x04(ix)b) | Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 3 |
096 (x04(ix)b) | Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 3 |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03245) |
komt voor: n |
098 (x04(ix)d) | Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03245) |
komt voor: n |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
102 (x04(v)c) | Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03245) |
komt voor: n |
103 (x04(v)d) | Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03245) |
komt voor: n |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
107 (x04(vi)c) | Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03245) |
komt voor: n |
110 (x04(vi)d) | Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03245) |
komt voor: n |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
114 (x04(vii)c) | Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03245) |
komt voor: n |
115 (x04(vii)d) | Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03245) |
komt voor: n |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03245) |
komt voor: n |
121 (x04(viii)d) | Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03245) |
komt voor: n |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
124 (x04(x)b) | Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03245) |
komt voor: n |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03245) |
komt voor: n |
126 (x04(x)d) | Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03245) |
komt voor: n |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
130 (x04(xi)c) | Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03245) |
komt voor: n |
131 (x04(xi)d) | Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03245) |
komt voor: n |
133 (x05a) | Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03245) |
vertaling: Jan haef geinein book gelieze |
134 (x05b) | Jan en heeft geen boek meer (inf. 03245) |
vertaling: Jan haef geinein book mie |
135 (x05c) | Boeken heeft Jan geen (inf. 03245) |
vertaling: beuk haef Jan neet |
136 (x05d) | Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03245) |
vertaling: Jan haef neet veul gelsj mie |
144 (x05e) | Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03245) |
vertaling: dao maag nemes sprieke uver dit probleem |
138 (x05f) | Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03245) |
vertaling: dao maag nemes sprieke uver dit probleem |
139 (x05g) | Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03245) |
vertaling: nemes zaet detter kump |
140 (x05h) | Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03245) |
vertaling: zitten hiej ?rges muujs |
141 (x05i) | Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03245) |
vertaling: iech gaef niks aan emes angers |
142 (x05j) | Niemand wil niet werken niet (inf. 03245) |
vertaling: nemes wil werke |
143 (x05k) | Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03245) |
vertaling: we wisten neet detter toews waas |
144a (x05l) | Ik wist het niet ook niet (inf. 03245) |
vertaling: iech wis't auch neet |
145 (x05m) | Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03245) |
vertaling: hae maag met nemes kalle uver dit probleem |
155 (x06) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03245) |
vertaling: Jan wet detter vuur drei ore de wage mot h?bbe gemaak |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
158 (x06c) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03245) |
komt voor: n |
159 (x06d) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03245) |
komt voor: n |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
161 (x06f) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03245) |
komt voor: n |
162 (x07a) | Maries auto is kapot (inf. 03245) |
vertaling: M haoren otto is kepot |
163 (x07b) | Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03245) |
vertaling: M haoren otto is kepot |
163 (x07b) | Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03245) |
vertaling: M haoren otto is kepot |
163 (x07b) | Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03245) |
vertaling: den otto van M is kepot |
163 (x07b) | Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03245) |
vertaling: den otto van M is kepot |
164 (x07c) | Piets auto is kapot (inf. 03245) |
vertaling: de otto van P is kepot opm.: prenominale possessieve genitief '-s': n.v.t. |
165 (x07d) | Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03245) |
vertaling: Piet z'nen otto is kepot |
166 (x07e) | Die mans auto is kapot (inf. 03245) |
vertaling: den otto van dae man is... |
167 (x07f) | Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03245) |
vertaling: dae man z'nen otto is... |
168 (x07g) | Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03245) |
vertaling: daen otto is neet van miech mer van hem |
169 (x07h) | Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03245) |
vertaling: de gezet van gister ligk onger den TV |
170 (x07i) | Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03245) |
vertaling: Jan is K en K hun breurke |
171 (x07j) | Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03245) |
vertaling: dij jonges hun fitse zeen gestoele |
172 (x07k) | Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03245) |
vertaling: diej z?sters hun moeder is op bezeuk |
173 (x07l) | Die auto is Wims (inf. 03245) |
vertaling: daen otto is van Wim |
173 (x07l) | Die auto is Wims (inf. 03245) |
vertaling: daen otto is Wim ter zijne |
173 (x07l) | Die auto is Wims (inf. 03245) |
vertaling: daen otto is Wim ter zijne |
173 (x07l) | Die auto is Wims (inf. 03245) |
vertaling: daen otto is van Wim |
174 (x07m) | Die fiets is mijns (inf. 03245) |
vertaling: dae fits is van miech |
178 (x08a) | Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03245) |
vertaling: hae maag met nemes kalle uver dit probleem |
179 (x08b) | Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03245) |
vertaling: iech wil nemes neet kwetse |
180 (x08c) | Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03245) |
vertaling: 't is jaomer det we neet mooge komme |
181 (x08d) | Dat niet en ga ik doen (inf. 03245) |
vertaling: det gaon iech neet doon |
182 (x08e) | (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03245) |
vertaling: iech h?b neet gewerk |
183 (x08f) | Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03245) |
vertaling: nog mer zjus han der't miech verteld of M begos te buke |
184 (x08g) | Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03245) |
vertaling: gank dij bestelling mer ophoele |
185 (x08h) | Hij en werkt (inf. 03245) |
vertaling: hae werk neet |
186 (x08i) | Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03245) |
vertaling: iech verbeij diech om hiej te komme |
187 (x08j) | Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03245) |
vertaling: Jan belette det we M belden |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: vuur (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: vuur (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: vuur (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: vuur (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03245) |
fragment: om (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03245) |
fragment: om (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03245) |
fragment: om (1) |
190 (x09c) | Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03245) |
fragment: om te (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03245) |
fragment: (2) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03245) |
fragment: es (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03245) |
fragment: es (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03245) |
fragment: (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03245) |
fragment: (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03245) |
fragment: te (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03245) |
fragment: (1) |
193 (x09f) | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03245) |
fragment: es (1) |
194 (x09g) | Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03245) |
fragment: es (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03245) |
fragment: es (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03245) |
fragment: den (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03245) |
fragment: den (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03245) |
fragment: es (1) |
196 (x09i) | Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03245) |
fragment: es (1) |
197 (x09j) | Is Jan even oud als jij? (inf. 03245) |
fragment: es (1) |
199 (x09k) | Hij staat te zeuren (inf. 03245) |
fragment: te (1) |
198 (x09l) | Hij kan staan zeuren (inf. 03245) |
fragment: (1) |
200 (x09m) | Toen we aankwamen regende het (inf. 03245) |
fragment: (1) |
201 (x09n) | Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03245) |
fragment: dat (1) |
202 (x09o) | Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03245) |
fragment: (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 03245) |
fragment: of (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 03245) |
fragment: of dat (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 03245) |
fragment: of dat (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 03245) |
fragment: of (1) |
204 (x10a) | Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03245) |
vertaling: ich weit det ge op nemes kwaod zeet |
205 (x10b) | Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03245) |
vertaling: iech weit det ze op niks gruuts is |
206 (x10c) | Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03245) |
vertaling: E dink det t neet gemekkelik is |
207 (x10d) | Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03245) |
vertaling: iech weit det iech te laat ben en gie neet |
208 (x10e) | Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03245) |
vertaling: de wets toch des tiech mos werke en iech neet |
209 (x10f) | Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03245) |
vertaling: edereen denk det wie eivers gaon en det zij nog moge bliejve |
210 (x10g) | Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03245) |
vertaling: 't is jaomer det hae kump en det zij weggae |
211 (x10h) | Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03245) |
vertaling: ich denk det L krank is |
213 (x10i) | Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03245) |
vertaling: iech denk det P en L gaen trouwe |
226 (y01(i)a) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03245) |
komt voor: n |
227 (y01(i)b) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03245) |
komt voor: n |
228 (y01(i)c) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03245) |
komt voor: n |
230 (y01(ii)a) | A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03245) |
komt voor: n |
231 (y01(ii)b) | A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03245) |
komt voor: n |
232 (y01(ii)c) | A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03245) |
komt voor: n |
234 (y01(iii)a) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03245) |
komt voor: n |
235 (y01(iii)b) | A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03245) |
komt voor: n |
236 (y01(iii)c) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03245) |
komt voor: n |
237 (y01(iii)d) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03245) |
komt voor: j |
238 (y01(iii)e) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03245) |
komt voor: n |
239 (y01(iii)f) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03245) |
komt voor: n |
240 (y01(iii)g) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03245) |
komt voor: n |
241 (y01(iii)h) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03245) |
komt voor: j |
242 (y01(iii)i) | A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03245) |
komt voor: n |
243 (y01(iii)j) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03245) |
komt voor: n |
244 (y01(iii)k) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03245) |
komt voor: n |
245 (y01(iv)a) | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03245) |
komt voor: n |
246 (y01(iv)b) | Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03245) |
komt voor: n |
247 (y01(iv)c) | Doe het brood even snijden! (inf. 03245) |
komt voor: n |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03245) |
fragment: woevan (1) |
250 (y02b) | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03245) |
fragment: woe (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03245) |
fragment: woe (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03245) |
fragment: - (2) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03245) |
fragment: - (2) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03245) |
fragment: woe (1) |
252 (y02d) | De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03245) |
fragment: dij (1) |
253 (y02e) | Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03245) |
fragment: waat (1) |
254 (y02f) | Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03245) |
fragment: daeste (1) |
255 (y02g) | In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03245) |
fragment: woe (1) |
256 (y02h) | Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03245) |
fragment: ton (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
256 (y02h) | Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03245) |
fragment: det (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
256 (y02h) | Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03245) |
fragment: det (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
256 (y02h) | Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03245) |
fragment: ton (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03245) |
fragment: waat (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03245) |
fragment: det (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03245) |
fragment: det (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03245) |
fragment: waat (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
257 (y02j) | Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03245) |
fragment: det (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03245) |
fragment: dae (1) |
260 (y03a) | Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03245) |
vertaling: waem denkste det iech ben tiegegekomme |
261 (y03b) | Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03245) |
vertaling: wij denk ge det zet h?bbe opgelos |
265 (y03c) | Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03245) |
vertaling: wij denkste det ze 't h?bbe opgelos |
263 (y03d) | Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03245) |
vertaling: M wet neet waem we wille opbelle |
264 (y03e) | Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03245) |
vertaling: wet emes waem we h?bbe gerope |
262 (y03f) | Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03245) |
vertaling: waem denkste det iech ben tiegegekomme |
267 (y04a) | Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03245) |
vertaling: hae haef z'n han gewasse opm.: reflexief: zich |
267 (y04a) | Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03245) |
vertaling: hae haef z'n han gewasse opm.: reflexief: zich |
267 (y04a) | Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03245) |
vertaling: hae haef zich z'n han gewasse opm.: reflexief: zich |
267 (y04a) | Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03245) |
vertaling: hae haef zich z'n han gewasse opm.: reflexief: zich |
268 (y04b) | Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03245) |
vertaling: hae haef z'n humme gewassen |
269 (y04c) | Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03245) |
vertaling: hae haef enen hood op z'ne kop |
270 (y04d) | Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03245) |
vertaling: hae haef 'n plek op z'n humme |
271 (y04e) | Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03245) |
vertaling: hae haef ze bein gebroeke |
272 (y04f) | Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03245) |
vertaling: ze haef zich pijn gedoen opm.: reflexief: zich |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03245) |
vertaling: zou hae det h?bbe konne doon |
296 (y05(iii)a) | Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03245) |
komt voor: n |
297 (y05(iii)b) | Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03245) |
komt voor: n |
298 (y05(iii)c) | Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03245) |
komt voor: n |
299 (y05(iii)d) | Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03245) |
komt voor: n |
300 (y05(iii)e) | Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03245) |
komt voor: n |
301 (y05(iii)f) | Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03245) |
komt voor: n |
302 (y05(iii)g) | Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03245) |
komt voor: n |
303 (y05(iii)h) | Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03245) |
komt voor: n |
304 (y05(iii)i) | Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03245) |
komt voor: n |
305 (y05(iii)j) | Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03245) |
komt voor: n |
306 (y05(iii)k) | Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03245) |
komt voor: n |
307 (y05(iii)l) | Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03245) |
komt voor: n |
309 (y06a) | Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03245) |
vertaling: we motte nao de sjeur en vore de kuj komt voor: j |
309 (y06a) | Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03245) |
vertaling: we motte nao de sjeur en vore de kuj komt voor: j |
310 (y06b) | Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03245) |
komt voor: n |
311 (y06c) | Ik denk hij weg is (inf. 03245) |
vertaling: iech denk detter weg is komt voor: j opm.: dav |
311 (y06c) | Ik denk hij weg is (inf. 03245) |
vertaling: iech denk detter weg is komt voor: j opm.: dav |
312 (y06d) | Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03245) |
vertaling: iech denk hae is weg komt voor: j |
312 (y06d) | Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03245) |
vertaling: iech denk hae is weg komt voor: j |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. 03245) |
vertaling: iech weit detter weg is komt voor: j opm.: dav |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. 03245) |
vertaling: iech weit detter weg is komt voor: j opm.: dav |
315 (y06f) | Ik weet hij is weg (inf. 03245) |
vertaling: iech weit hae is weg komt voor: j |
315 (y06f) | Ik weet hij is weg (inf. 03245) |
vertaling: iech weit hae is weg komt voor: j |
316 (y06g) | Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03245) |
komt voor: n |
317 (y06h) | Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03245) |
vertaling: M al h?r kuj zeen verdronken met het hoeg water komt voor: j |
317 (y06h) | Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03245) |
vertaling: M al h?r kuj zeen verdronken met het hoeg water komt voor: j |
318 (y06i) | Kaas maken weet ik niets van (inf. 03245) |
komt voor: n |
321 (y06j) | Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03245) |
komt voor: n |
322 (y06k) | Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03245) |
komt voor: n |
323 (y06l) | De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03245) |
komt voor: n |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03245) |
komt voor: n |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. 03245) |
komt voor: n |
326 (y06o) | Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03245) |
komt voor: n |
330 (y07a) | Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03245) |
vertaling: loupentaere kwoem iech 'm tiege komt voor: j |
330 (y07a) | Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03245) |
vertaling: loupentaere kwoem iech 'm tiege komt voor: j |
331 (y07b) | Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03245) |
komt voor: n |
332 (y07c) | Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03245) |
komt voor: n |
333 (y07d) | Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03245) |
komt voor: n |
334 (y07e) | De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03245) |
komt voor: n |
335 (y07f) | Ga je naar huis denk? (inf. 03245) |
komt voor: n |
336 (y08a) | In die tijd leefde ik erop los (inf. 03245) |
vertaling: in daen tiejd laefde iech ter mer op los |
337 (y08b) | Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03245) |
vertaling: vreuger laefde hae wij e bie?s |
338 (y08c) | Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03245) |
vertaling: dao laefde we wij G in F |
339 (y08d) | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03245) |
vertaling: nemes maag t zeen dus veng iech des tiech 't auch neet moogs zeen |
340 (y08e) | Het gebeurde toen je wegging (inf. 03245) |
vertaling: het gebuurde tonstiech weg ginks |
341 (y08f) | Ik weet waar je geboren bent (inf. 03245) |
vertaling: iech weit woes tiech gebaere bes |
342 (y08g) | Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03245) |
vertaling: noewste klaor bes moogste goen |
343 (y08h) | Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03245) |
vertaling: omdet M gestorve waas haef haore mins A neet mie k?nne helpen |
346 (y09) | Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03245) |
vertaling: iech weit det ter is goen zw?mme |
347 (y09a) | Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
347 (y09a) | Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
348 (y09b) | Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03245) |
komt voor: n gebr.: 1 |
348 (y09b) | Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03245) |
komt voor: n gebr.: 1 |
349 (y09c) | Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03245) |
komt voor: n gebr.: 1 |
349 (y09c) | Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03245) |
komt voor: n gebr.: 1 |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03245) |
komt voor: n gebr.: 1 |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03245) |
komt voor: n gebr.: 1 |
351 (y09e) | Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03245) |
komt voor: n gebr.: 1 |
351 (y09e) | Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03245) |
komt voor: n gebr.: 1 |
352 (y09f) | Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03245) |
komt voor: n gebr.: 1 |
352 (y09f) | Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03245) |
komt voor: n gebr.: 1 |
353 (y10a) | Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03245) |
komt voor: n |
354 (y10b) | Gaat ze dansen? Jase (inf. 03245) |
komt voor: n |
355 (y10c) | Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03245) |
komt voor: n |
356 (y10d) | Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03245) |
komt voor: n |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03245) |
vertaling: wae det komt voor: j |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03245) |
vertaling: wae det komt voor: j |
359 (y11a) | Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03245) |
komt voor: n |
360 (y11b) | Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03245) |
komt voor: n |
361 (y11c) | Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03245) |
komt voor: n |
362 (y11d) | Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03245) |
komt voor: n |
363 (y11e) | Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03245) |
komt voor: n |
365 (y11f) | Hem is dood (inf. 03245) |
komt voor: n |
364 (y11g) | Is hem dood? (inf. 03245) |
komt voor: n |
366 (y11h) | Haar is ziek (inf. 03245) |
komt voor: n |
367 (y11i) | Is haar ziek? (inf. 03245) |
komt voor: n |
368 (y11j) | Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03245) |
komt voor: n |
369 (y11k) | Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03245) |
komt voor: n |
370 (z01a) | Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03245) |
fragment: dae (1) |
370 (z01a) | Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03245) |
fragment: waem (1) |
370 (z01a) | Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03245) |
fragment: waem (1) |
370 (z01a) | Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03245) |
fragment: dae (1) |
371 (z01b) | Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03245) |
fragment: dae (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03245) |
fragment: dae (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03245) |
fragment: dae (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03245) |
fragment: dae (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03245) |
fragment: dae (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03245) |
fragment: dae (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03245) |
fragment: dae (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03245) |
fragment: dae (2) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03245) |
fragment: dae (2) |
374 (z01e) | De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03245) |
fragment: woe (1) |
375 (z01f) | De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03245) |
fragment: waem (1) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03245) |
fragment: woe (1) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03245) |
fragment: woe (1) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03245) |
fragment: (2) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03245) |
fragment: (2) |
377 (z01h) | Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03245) |
fragment: det (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
379 (z01i) | Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03245) |
fragment: dij (1) |
380 (z01j) | Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03245) |
fragment: det (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03245) |
fragment: waem (1) |
382 (z01l) | De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03245) |
fragment: woevan de (1) |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03245) |
vertaling: P denk det J en M op nemes neet kwaos zeen betekenis: negative concord |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03245) |
vertaling: P denk det J en M op nemes neet kwaos zeen betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03245) |
vertaling: Wim denk det we noeit nemes ene prijs gieve betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03245) |
vertaling: Wim denk det we noeit nemes ene prijs gieve betekenis: negative concord |
386 (z02c) | Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03245) |
vertaling: het is waar det ze neet met M moge kalle opm.: mogelijke betekenis niet ingevuld |
389 (z03a) | A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03245) |
vertaling: n?rges |
388 (z03b) | A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03245) |
vertaling: nemes |
387 (z03c) | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03245) |
vertaling: noeit |
390 (z03d) | A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03245) |
vertaling: niks |
391 (z03e) | A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03245) |
vertaling: gein |
392 (z04a) | Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03245) |
vertaling: zegk m neet det iech boewte ben gewaes |
393 (z04b) | Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03245) |
vertaling: neet vertelle deste ene kedo vuur h'm gekoch h?bs huur |
394 (z04c) | Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03245) |
vertaling: wetste neet detter gevallen is |
399 (z05a) | Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03245) |
vertaling: W probeerde nemes piejn te doon |
397 (z05b) | 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03245) |
vertaling: 't sjijnt det ze niks maag iete |
398 (z05c) | Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03245) |
vertaling: ze sjijnt niks te mogen iete |
399a (z05d) | Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03245) |
vertaling: ze probere zich al den ielen daag op te belle |
400 (z05e) | Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03245) |
vertaling: het beloof weer ene sjoenen daag te wiere |
401 (z05f) | 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03245) |
vertaling: 't is mesjujn bieter nog effe te wachte |
402 (z05g) | We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03245) |
vertaling: we hawwe 't gel?k h'm drek tr?k te vienje |
404 (z06a) | Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03245) |
vertaling: es de hoonder ene valk zeen zeen ze bang |
405 (z06b) | Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03245) |
vertaling: es we de ierpele neet kenne verkoupe zitte we in de probleme |
406 (z06c) | Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03245) |
vertaling: es ge h'm neet metpak maak iech miech kwaod |
407 (z06d) | Hij wist he(n)t (inf. 03245) |
vertaling: hae wis't |
408 (z06e) | Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03245) |
vertaling: op tet fie?s wie?rd v??l gedans |
409 (z06f) | Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03245) |
vertaling: noew wird er alleen nog mer broed verkoch in dae winkel |
410 (z06g) | Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03245) |
vertaling: ester met de fits kump wie?rd 't laat |
412a (z06h) | Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03245) |
vertaling: es te tijd h?bs kom den 'ns langs |
413a (z06i) | Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03245) |
vertaling: es iech rijk ben koup iech enen deuren otto |
881 (z07(i)) | Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03245) |
komt voor: n |
417 (z07(ii)a) | Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03245) |
komt voor: n |
418 (z07(ii)b) | Durfder gij op duwen? (inf. 03245) |
komt voor: n |
419 (z07(ii)c) | Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03245) |
komt voor: n |
420 (z07(ii)d) | Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03245) |
komt voor: n |
421 (z07(ii)e) | Is hij Pol hier geweest? (inf. 03245) |
komt voor: n |
422 (z07(ii)f) | Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03245) |
komt voor: n |
423 (z07(ii)g) | Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03245) |
komt voor: n |
424 (z07(ii)h) | Ik heb hem het gegeven (inf. 03245) |
komt voor: n |
425 (z07(ii)i) | Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03245) |
komt voor: n |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03245) |
vertaling: M haef gezag deste geprobeerd h?bs e leedsje te zenge |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03245) |
vertaling: M haef gezag deste geprobeerd h?bs e leedsje te zenge |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03245) |
vertaling: M haef gezag destiech h?bs geprobeerd e leedsje te zenge |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03245) |
vertaling: M haef gezag destiech h?bs geprobeerd e leedsje te zenge |
549 (z08(v)) | Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03245) |
vertaling: M haef gezag des tiech h?bs geprobeerd h??r e book te gieve |
543a (z08a) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03245) |
komt voor: n |
546 (z08b) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 3 |
546 (z08b) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 3 |
537 (z08c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03245) |
komt voor: n |
604a (z08d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03245) |
komt voor: n |
547 (z08e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03245) |
komt voor: n |
543 (z08f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03245) |
komt voor: n |
535 (z08g) | Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03245) |
komt voor: j |
440 (z09a) | Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03245) |
vertaling: dij van de stad dij h?bbe hij v??l hoenzer gekoch |
441 (z09b) | Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03245) |
vertaling: aan't noen kanaal dao zujste geine mins |
442 (z09c) | Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03245) |
vertaling: gister is Jan hij gewaes |
443 (z09d) | De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03245) |
vertaling: den daag ton Jan belde, waas ich neet biej os |
444 (z09e) | Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03245) |
vertaling: Jef, dae zou iech noeit oetnudige |
445 (z09f) | Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03245) |
vertaling: Marie, dij zou zoeget noeit doon |
446 (z09g) | Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03245) |
vertaling: Bert, dae drink waal ins e glaas te v??l |
447 (z09h) | Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03245) |
vertaling: Martha, dij zou iech ins bij os wille oetnudige |
448 (z09i) | Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03245) |
vertaling: det hoews det zou iech noeit wille koupe |
449 (z09j) | Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03245) |
vertaling: det hoews det stuit dao al fijfteg jaor |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
452 (z10(i)b) | Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03245) |
komt voor: n |
453 (z10(i)c) | Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03245) |
komt voor: n |
454 (z10(i)d) | Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03245) |
komt voor: n |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
457 (z10(ii)b) | Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03245) |
komt voor: n |
458 (z10(ii)c) | Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03245) |
komt voor: n |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
462 (z10(iii)b) | Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03245) |
komt voor: n |
464 (z10(iii)c) | Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03245) |
komt voor: n |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
467 (z10(iv)b) | Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03245) |
komt voor: n |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
470 (z10(v)b) | Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03245) |
komt voor: n |
471 (z10(v)c) | Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03245) |
komt voor: n |
472 (z11a) | En heeft Gunther gebeld? (inf. 03245) |
vertaling: haef G gebeld |
473 (z11b) | En pas op! (inf. 03245) |
vertaling: paz op |
474 (z11c) | 't En was maar net goed genoeg (inf. 03245) |
vertaling: het waas mer net good genog |
475 (z11d) | Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03245) |
vertaling: M haef noen mie kuj es ze vreuger han |
476 (z11e) | Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03245) |
vertaling: es S haw kenne komme, han ze det gedoen |
477 (z11f) | Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03245) |
vertaling: ze is de besten dokter dae iech ken |
478 (z11g) | Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03245) |
vertaling: vuurste get weggoeis moste effe belle |
479 (z11h) | Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03245) |
vertaling: hij is alles waat iech gekrie?ge h?b |
480 (z11i) | Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03245) |
vertaling: Jan is te gierig om get aan z'n kenger te gieve |
481 (z11j) | Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03245) |
vertaling: of tste get van voetballe wets |
482 (z11k) | Dat boek leg neer! (inf. 03245) |
vertaling: legk det book weg |
483 (z11l) | Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03245) |
vertaling: este ech neet kens wachte, kom den mer |
488 (z12a) | Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03245) |
vertaling: iech weit det Jan den doktoer han kennen rope |
489 (z12b) | Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03245) |
vertaling: iech weit det Jan den doktoer kos geroepe h?bbe |
490 (z12c) | Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03245) |
vertaling: hae zag det iech 't han motte doon |
491 (z12d) | Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03245) |
vertaling: hae zag det iech 't mos gedoen h?bbe |
492 (z12e) | Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03245) |
vertaling: hae is de vurige wie?k doer dokter M geopereerd |
493 (z12f) | Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03245) |
vertaling: hae wie?rd m?rrege doer dokter M geopereerd |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03245) |
vertaling: iech denk deste v??l zous motte weggoeie positie: 3 |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03245) |
vertaling: iech denk deste v??l zous motte weggoeie positie: 3 |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03245) |
vertaling: 't is stom om zoe'n deur dinger weg te goeie positie: 1 |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03245) |
vertaling: 't is stom om zoe'n deur dinger weg te goeie positie: 1 |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03245) |
vertaling: hae is alle kapotte spulle aan't weggoeie positie: 2 |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03245) |
vertaling: hae is alle kapotte spulle aan't weggoeie positie: 2 |
498 (z13d) | Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03245) |
positie: 1 |
499 (z13e) | Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03245) |
positie: 1 |
500 (z13f) | Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03245) |
positie: 1 |
509 (z14a) | Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03245) |
fragment: voor (1) |
512 (z15a) | Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03245) |
komt voor: n |
513 (z15b) | Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03245) |
komt voor: n |
514 (z15c) | Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03245) |
komt voor: n |
515 (z15d) | Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03245) |
komt voor: n |
516 (z16a) | Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03245) |
vertaling: R haef eine greunen appel weggegieve en noew haeft hae ter nog twie roeje |
413 (z16c) | Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03245) |
vertaling: waere ter v??l minse op 't fie?s |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03245) |
vertaling: waat h?bste vuur beuk gekoch |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03245) |
vertaling: waat fuur beuk h?bste gekoch |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03245) |
vertaling: waat fuur beuk h?bste gekoch |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03245) |
vertaling: waat h?bste vuur beuk gekoch |
521 (z16e) | Hij woont bij Marietje (inf. 03245) |
vertaling: hae woent bij Marietje |
522 (z16f) | Hij woont bij Wim (inf. 03245) |
vertaling: hae woent bij Wim |
523 (z16g) | Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03245) |
vertaling: loup 'ns effe nao de bekker, Wim |
524 (z16h) | Wie heb je gezien? (inf. 03245) |
vertaling: waat h?bste gezie?n |
525 (z16i) | Wie heeft jou gezien? (inf. 03245) |
vertaling: waem haef tiech gezie?n |
527 (z16j) | Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03245) |
vertaling: haw iech tet geweite den haw iech 't neet gedoen |
528 (z16k) | 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03245) |
vertaling: 't zou bieter zeen om nog effe te wachte |
528 (z16k) | 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03245) |
vertaling: 't zou bieter zeen nog effe te wachte |
528 (z16k) | 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03245) |
vertaling: 't zou bieter zeen nog effe te wachte |
528 (z16k) | 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03245) |
vertaling: 't zou bieter zeen om nog effe te wachte |
882 (z16l) | Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03245) |
vertaling: gel?kkig han J den dokter gebeld en dae waas ter al hiel gauw |
883 (z16m) | Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03245) |
vertaling: loup noew toch doe?r, vervaelende jonges |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 5 |
534 (z17b) | Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
534 (z17b) | Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03245) |
komt voor: j gebr.: 4 |
545 (z17d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03245) |
komt voor: n |
536 (z17e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03245) |
komt voor: n |
605a (z17f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03245) |
komt voor: n |
548 (z17g) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03245) |
komt voor: n |
542 (z17h) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03245) |
komt voor: n |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]L372[/k][h]638[/h][i]639[/i][vw]ANS[/vw][/meta] Spontaan gesprek | |||
hulpinterviewer |
[a] Ich vraag me af ze die zich weg late heel dikwijls. Die zich lateze weg denkich. Die heef geen nagel bij. [/a]
late ze denk ich |
Vraag [v=038] weggevallen. | ||
informant | [a] Bij zich. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ja tis ook goed. [/a]
t is |
|||
informant | [a] Bij zich zou ich zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=040] Louis liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant | [a] Louis liet liet mich voor em voor em werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Jeanne liet zich mee drijve op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Jeanne liet zich mit drijve op de golven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorve is. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet neet dat Marie gisteren is is gestorve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Maar dit is ooch goed he dat zeggeze ooch gestorve is. [/a]
zegge ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant | [a] Eduard kent zichzelf goed ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant |
[a] ward heef goord dat fotos van van zeneige in de vitrine staan [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemes heef dat ooit gewild of of xxx. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Gekend. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Gekend zou ich zegge ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=043] Jan heeft in twee minuten een biertje gedronke. [/v] | |||
informant | [a] Jan heef in twee minuten een pint uit. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=044] Deze schoenen lope gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Die schoen zin heel gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wel wille op ete. [/v] | |||
informant | [a] Jan haat heel brood wel wille op ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=047] Die aardappelen schille niet gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Die petatten schille zich neet gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Of late zich neet gemakkelijk schille. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=048] De sneeuw smelt in de zon. [/v] | |||
informant | [a] De sneeuw smelt in de zon. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] De sneeuw smelt zich in de zon? [/v] | |||
informant | [a] Nee nee nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Smelt in de zon he. [/a] | |||
informant | [a] Smelt in de zon ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=053] Als ik eerlijk leef leef ik zo als mijn ouders wille. [/v] | |||
informant |
[a] Asich eerlijk leef leefch wie mijn ouders wille. [/a]
as ich leef ch |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer als zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Aser nog drie jaar leef leefter langer as ze vader. [/a]
as er leef ter |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Als ze als ze zo gevaarlijk leef leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Ich zou zegge asse zo gevaarlijk blijf leve leefse neet lang meer. [/a]
as se leef se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Aset nu nog leef dan leefet morgen ooch nog. [/a]
as et leef et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Als jullie zo gevaarlijk leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Asgie zo gevaarlijk leef dan leefge nooit zo lang as wie. [/a]
as gie leef ge |
tagging | ||
informant |
[a] Asich. [/a]
as ich |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=063] Als ze voor hun werk leve dan leveze niet voor hun kinderen. [/v]
leve ze |
|||
informant |
[a] Asse voor hun werk leve leveze neet voor hun kinder. [/a]
as se leve ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Als Marcel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Marcel nog leef leef Leo ooch nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [n] [v=044] Deze schoenen lope niet gemakkelijk. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die schoen lope neet gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of die zitte neet gemakkelijk he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Asste gezond leefs leefste langer. [/a]
as ste leef ste |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leve dan levener veel mensen van werk in de fabriek. [/v]
leve n er |
|||
informant |
[a] As zoveel mensen van de landbouw van de landbouw
zo veel |
tagging | ||
informant | leve | |||
informant | dan leve veel mensen van werk in de fabriek. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Als Lisa en Pierre in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant |
[a] As Lisa en Pierre int paradijs leve dan leve Rosa en den andere in de hel. [/a]
in t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=071] Aswe rustig leve levewe gelukkig. [/v]
as we leve we |
|||
informant |
[a] Godverdekke toch aswe rustig leve levewe gelukkig he he. [/a]
as we leve we |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Als we eerlijk leve levewe gelukkig. [/v]
leve we |
|||
informant |
[a] Aswe eerlijk leve levewe gelukkig. [/a]
as we leve we |
|||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef get gezonder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef get minder gevaarlijk kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
informant | [a] Ich denk dat Marie hem zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te hale? [/v] | |||
informant |
[a] Hebste genoeg mensen voor het hooi van het land te hale? [/a]
heb ste |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Het was vriendelijk van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant |
[a] Het was twas vriendelijk
t was |
tagging | ||
informant | van Jan van te kome werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Dees ton is zwaar voor te drage. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ja om gebruikewe neet he. [/a]
gebruike we |
|||
hulpinterviewer | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant |
[a] Wope allemaal op tijd bij os te zijn. [/a]
w ope |
|||
hulpinterviewer | [v=198] Hij kan staan zeure. [/v] | |||
informant | [a] Die kan zage. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] ggg En staan zage dat gaat eigenlijk ooch he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Die kan staan zage. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Die kan staan zage ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=200] Toen we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Wie we aan kome regendenet. [/a]
regende n et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=215] Ik geloof dat ik groter ben als hij. [/v] | |||
informant |
[a] Ich geloof datich groter ben asij. [/a]
dat ich as ij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ze gelooft datich voor dich thuis ben. [/a]
dat ich |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] En eh ze gelooft datich eerder thuis ben as astich dat gaat ooch he. [/a]
dat ich as tich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Je gelooft toch niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant |
[a] De geloofs toch neet datij sterker is astich? [/a]
dat ij as tich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Ze gelove dat wij rijker zijn als zij.? [/v] | |||
informant |
[a] Ze gelove datwie rijker zijn assie sie. [/a]
dat wie as sie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] We gelove dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant |
[a] We gelove daste ni zo slim bis aswie. [/a]
da ste as wie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Jullie gelove toch niet dat zij armer zijn als jullie? [/v] | |||
informant |
[a] Gie geloof toch neet dat dat sie armer zin asgie? [/a]
as gie |
as-gie | tagging | |
hulpinterviewer | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Gie gelooft dat Lisa even schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Hij gelooft dat Gaston en Jan sterker zijn als Theo en Pierre. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft dat | tagging | ||
informant | sterker zin as Theo en Pierre. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=199] Hij staat te zeure. [/v] | |||
informant |
[a] Hijs aant zevere. [/a]
hij s aan t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Hij staat dat gebruikewe ni he hij staat. [/a]
gebruike we |
|||
hulpinterviewer | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De jong die zen moeder hertrouwd is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of waar van de moeder. [/a] | |||
informant | [a] Waar van de moeder hertrouwd stong achter mich. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De jongen de jongen wie dat zijn moeder. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] De jong wem dat ze moeder zeggewe dat? [/v]
zegge we |
|||
informant | [a=n] De jong die zen moeder. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De jongen die dat ze moeder? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Die dat ze moeder dat zeggewe neet he. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer | [v] En zeker de jongen diens moeder? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee occh neet nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De jongen waar van de moeder de jong waar van de moeder? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat kuns ooch. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank woe ze op zate was pas geverf. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
informant | [a] Die geld heet moe mich maar get geve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=267] Hij heeft zijn handen gewasse. [/v] | |||
informant |
[a] Hijf zen handen gewasse. [/a]
hij f |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Hij heef zich de handen gewasse gebruikewij dat? [/v]
h eef gebruike wij |
|||
informant |
[a=n] Hijf ze handen gewasse. [/a]
h ijf |
|||
hulpinterviewer | [v=268] Hij heeft zijn hemd gewasse. [/v] | |||
informant |
[a] Heef zen hemd zen hemd gewasse. [/a]
h eef |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=271] Hij heeft zijn been gebroke. [/v] | |||
informant |
[a] Heef ze been gebroke. [/a]
h eef |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=273] Marie trok de dekens naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de dekens naar zich toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Ja niemand mag het zien. [/v] | |||
informant |
[a] Niemes maget zien. [/a]
mag et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Dus vinich dastich het ooch ni moogs zien. [/a]
vin ich da stich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=340] Het gebeurde toen je weg ging. [/v] | |||
informant |
[a] Het gebeurde wieste weg gings. [/a]
wies te |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=341] Ik weet waar je gebore bent. [/v] | |||
informant |
[a] Ich weet woestich gebore bis. [/a]
woes tich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=342] Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
informant |
[a] Nuste fertig bis moogste gaan. [/a]
nus te moogs te |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepe hebbe. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man diese geroepe hebbe. [/a]
da s die se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man die t vertelselke hee verteld. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man die ich denk dat het verhaal hee verteld. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebbe. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man die ich denk dat ze geroepe hebbe. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=397] Het schijnt dat ze niets mag ete. [/v] | |||
informant | [a] Het schijnt dat ze neet mag ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=398] Ze schijnt niets te moge ete. [/v] | |||
informant | [a] Ze schijnt niks te moge ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=403] Het lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant | [a] Het is juist of iemes in den hof staat. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant |
[a] Wat voor boek hebste gekoch? [/a]
heb ste |
|||
hulpinterviewer | [v=526] Wie heeft jou op de kermis gezien? [/v] | |||
informant |
[a] Wie heefstich op de kermis gezien? [/a]
heef stich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=162] Maries auto is kapot. [/v] | |||
informant | [a] Marie zenne auto is kapot. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of heuren auto gaa ooch he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=193] Dat is zo zeker als één en één en één twee is. [/v] | |||
informant |
[a] Das zo zeker as één en één twee es ja. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=253] Op zondag gingewe met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v]
ginge we |
|||
informant |
[a] Op zondag gingewe met heel de familie naar de zee wat heel plezierig was. [/a]
ginge we |
|||
hulpinterviewer | [a] Maar maar ik vind dat we zo ne bijzin er niet make en dat was heel fijn. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ja ja ja ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=255] In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
informant | [a] In het dorp woe ich woon staat een oud kerkske. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=256] Op de dag dat we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Den dag dat we aan kome regendenet. [/a]
regende n et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=257] Dat is iets wat heel mooi is. [/v] | |||
informant | [a] Dat is get wat heel schoon is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of dat is get heel schoons. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Dat is iets die heel mooi is dat is get die heel schoon is. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das foutief. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=308] Zou hij dat hebbe kunne doen? [/v] | |||
informant |
[a] Zouter zou hij dat hebbe kunne doen? [/a]
zou ter |
tagging | ||
informant |
[a] Zouter dat zouter dat hebbe kunne doen? [/a]
zou ter |
|||
hulpinterviewer | [v=393] Niet vertelle dat je een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
informant |
[a] Neet vertelle dastem ne cadeau hebs gekoch. [/a]
da ste m |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=440] Die van de stad die hebbe hier veel huizen gebouwd. [/v] | |||
informant | [a] Die van de stad hebbe hier veel huizen gebouwd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] En dat gaat ooch he die van de stad die hebbe hier. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ja kuns ooch ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=444] Jef die zou nooit uit nodige die zou ik nooit uit nodige. [/v] | |||
informant |
[a] Jef die zouch nooit he invitere. [/a]
zou ch |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=445] Marie die zou zo iets nooit doen. [/v] | |||
informant | [a] Marie zou get nooit doen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=446] Louis die drinkt wel eens een glas te veel. [/v] | |||
informant | [a] Louis die drink wel eens een glas te veel ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=447] Martha die zou ik wel eens bij mij thuis wille uit nodige. [/v] | |||
informant |
[a] Martha zouch wel eens bij os wille uit nodige. [/a]
zou ch |
|||
hulpinterviewer | [a] En hier hier gaat het ooch weer Martha die zou ich. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ja ja ja ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=448] Dat huis dat zou ik nooit wille kope. [/v] | |||
informant |
[a] Dat huis dat zouch noots wille kope. [/a]
zou ch |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=449] Dat huis dat staat daar al vijfitg jaar. [/v] | |||
informant | [a] Dat huis dat staat daar al vijtig jaar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=049] Ik heb me daar goed geamuseerd. [/v] | |||
informant | [a] Ich heb mich daar goed gamuseerd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=050] Ze heeft zich niet geamuseerd op het bal. [/a] | |||
informant |
[a] Zeef zich neet gamuseerd op het bal. [/a]
z eef |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=275] Je herinnert je toch wel dat je me toen onder die ladder door liet lope. [/v] | |||
informant |
[a] De rappeleerst dich toch daste mich onder die ladder liets door lope. [/a]
da ste |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of door liets lope. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
informant | [a] Ich herinner mich nog dat daar iemand os altijd roepte. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakke. [/v] | |||
informant | [a] Hij voelde zich door het ijs zakke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we Marieke langs ginge. [/v] | |||
informant | [a] De herinnerst dich wel dat we bij Marieke langs zin gewees. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Of langs ginge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=293] Ze herinnere zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
informant | [a] Ze herinnere zich ze rappelere zich nog get maat neet alles. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=336] In die tijd leefdenik er op los. [/v]
leef de n ik |
|||
informant | [a] In dien tijd leefde ich leefde ich er op los. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] In dien tijd leefdenich er op los. [/a]
leef de n ich |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=337] Vroeger leefdenij als een beest. [/v]
leef de n ij |
|||
informant |
[a] Vroeger leefdenij wie een beest. [/a]
leef de n ij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=338] Daar leefdeze als God in Frankrijk. [/v]
leef de ze |
|||
informant |
[a] Daar leefdeze wie God in Frankrijk. [/a]
leef de ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
informant |
[a] Toen leefde leefdeste wie ne koning. [/a]
leef de ste |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=412] Er ware veel mensen op het feest. [/v] | |||
informant | [a] Er ware veel mensen op het feest. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=413] Jammer dat ik gisteren niet je verjaardag kon kome. [/v] | |||
informant |
[a] Jammer datich gisteren naar de allé verjaardag. [/a]
dat ich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Kos kome kome kos gaat ooch he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Jammer datich neet kos kome jammer datich neet kome kos. [/a]
dat ich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Kos kome is toch het meest courante ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Ware er veel mensen op het feestje? [/v] | |||
informant | [a] Ware veel mensen op het feest? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=003] Ich denk dat Marie heef probere van hem ne brief te schrijve. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich denk dat Marie geprobeerd heef van hem ne brief te schrijve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=022] Daar niemes neet danse. [/v] | |||
informant | [a=n] Niemes wil danse. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja maar die dubbele ontkenning gebruikewe toch zo. [/a]
gebruike we |
|||
hulpinterviewer | [a] Daar wil niemes ni danse. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Niemes neet niemes neet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=027] Vertel maar neet wem ze haa kunne roepe. [/v] | |||
informant |
[a=g] Wieze haa kunne roepe neet wem wie. [/v]
wie ze |
|||
informant |
[a] Vertel maar neet wieze haa kunne roepe. [/a]
wie ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=028] Vertel mich eens wie dat of wem dat ze haa kunne roepe. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=029] Vertel mich eens wem of ze haa kunne roepe. [/v] | tagging | ||
informant | [a=n] Nee nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=030] Vertel mich eens wem of dat ze haa kunne roepe. [/v] | |||
informant |
[a=n] Vertel mich eens wieze wieze wieze haa kunne roepe zou ich zegge. [/a]
wie ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] Welke zou u het meeste gebruike wie ze had kunne roepe of wie dat ze had kunne roepe? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wem dat ze haa kunne roepe dat wordt toch gebruikt he maar wat wordt het meest gebruikt? [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich zou zegge wem ze haa kunne roepe is het meest courante. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ja ich vin dat ooch ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Ich weet dat Eddy morgen wil brood ete. [/v] | |||
informant | [a=n] Brood wilt ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Eddy moet moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a=n] Moet vroeg kunne op staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Hij wil geen soep neet meer ete neet. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij wil geen soep meer ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Zitte hier nergens geen muis? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
Da zeggeze.
zegge ze |
|||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=023] Els wil ni danse en ze wil neet zinge ooch neet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee Els wil neet danse en ze wilt ooch ni zinge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Ich vin dat iedereen moet kunne zwemme. [/v] | |||
informant | [a=g] Ich vin dat iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Ich vin dat iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=080] Ich vin dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Ich vin dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ich vin dat iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=084] Ich vin dat iedereen zwemme zwemme moet kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ich vin dat iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=146] Hij sprik neet goed geen Frans. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee hij sprik hij sprik neet goed Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hij sprik zo goed geen Frans. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=006] Gisteren wandeldedie door het park. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant | [a] Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=148] Iedereen is gene vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja he iedereen is gene vakman. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Meer couranter neet iedereen is vakman dat is couranter. [/a] | |||
veldwerker | [v] Maar het zou wel kunne? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Iedereen is gene vakman ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Hij heef overal geen vrienden. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee heef nergens vrienden. [/a]
h eef |
|||
hulpinterviewer | [v=154] Boek heef Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan hee drie boek. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=150] Hij weet alles neet van de zaak. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij weet neet alles van de zaak. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=151] Hij heeft altijd gene tijd. [/v] | |||
informant |
[a=n] Heef nooit gene tijd. [/a]
h eef |
|||
hulpinterviewer |
[v=156] Jan weet dater voor dater voor drie uren de wagen moet hebbe gemaakt. [/v]
da ter |
|||
informant |
[a=n] Jan weet dater voor drie uur de wagen moet gemaak hebbe. [/a]
da ter |
|||
hulpinterviewer | [v=157] Jan weet dat hij voor drie uren de wgane moet gemaakt hebbe. [/v] | tagging | ||
informant | [a=g] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=160] Jan weet dater voor drie uren de wagen gemaakt moet hebbe. [/v]
da ter |
tagging | ||
informant | [a=j] Gaat ooch. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Gaat ook maar t vorige was couranter. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=161] Jan weet dater voor drie uren de wagen gemaakt hebbe moet. [/v]
da ter |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=260] Wa wat denkste wem ich in de stad gezien heb? [/v]
denk ste |
|||
informant |
[a=n] Wie denkste datich in de stad gezien heb? [/a]
denk ste dat ich |
|||
hulpinterviewer | [v=262] Wem denkste die ich in de stad gezien heb? [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant |
[a] Wie denkste datich in de stad gezien heb? [/v]
denk ste dat ich |
|||
veldwerker | [v] Maar dus ni met twee keer wie? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Wem denkste wem ich in d stad gezien heb? [/v]
denk ste |
tagging | ||
informant |
[a=n] Wie denkste datich gezien heb zou ich zegge. [/a]
denk ste dat ich |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Dat wier toch gezag wem denkste wem ich gezien heb? [/a]
denk ste |
|||
hulpinterviewer | [a] Maar t eerste is zeker couranter. [/a] | |||
veldwerker |
[v] Maar tzou eventueel misschien wel kunne? [/v]
t zou |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ja wem denkste wem ich gezien heb? [/a]
denk ste |
|||
hulpinterviewer | Volgens mich wel. | |||
informant |
[a] Ich zout neet zegge enfin. [/a]
zou t |
|||
hulpinterviewer | [v=248] Ich doen wel even de sjatten wasse af wasse. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich zal wel even de sjatten af wasse. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=296] Zou hij dat gedoen hebbe gekend. [/v] | |||
informant | [a=n] Zou hij dat kunne gedoen hebbe? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Ich heb geen goesting en voere de koe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Om de koe te voere. [/a] | |||
informant | [a=n] Ich heb geen goestind de koe te voere. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=316] De politie zou bij em kome en pakke hem mit. [/v] | |||
informant | [a=n] En hem mit pakke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Marie al haar koe zen verdronke bij de overstroming. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja al de koe van Marie. [/a] | |||
informant | [a] De koe van Marie zou ich zegge ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Marie al her koe zeggeze. [/a]
zegge ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Marcel heel zen boek zen verkoch. [/a] | |||
informant | Ja. | Twijfel. | ||
hulpinterviewer | Dan leg je meer de klemtoon op de bezitter. | |||
hulpinterviewer | Marie al her koe. | |||
hulpinterviewer |
[v=265] Wie denkste wieze het hebbe op gelos? [/v]
denk ste |
|||
informant |
[a=n] Wie denkste dat ze het hebbe op gelos? [/a]
denk ste |
|||
hulpinterviewer |
[v=319] Dat denkich neet aan. [/v]
denk ich |
|||
informant |
[a=n] Daar denkich neet aan. [/a]
denk ich |
|||
hulpinterviewer |
[v=321] Die rare jong benich mit naar de markt gewees. [/v]
ben ich |
|||
informant |
[a=n] Met die rare jong benich naar de markt gewees. [/a]
ben ich |
|||
hulpinterviewer |
[v] Die rare jong hebich mit naar de markt gewees. [/v]
heb ich |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=322] Ich heb al de eerste drie sommen gemaakt. [/v] | |||
informant | [a] Ich heb de eerste drie sommen al xxx. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] De welke hebstich gemaak? [/v]
heb stich |
|||
informant |
[a=n] Welke hebstich gemaak? [/a]
heb stich |
|||
hulpinterviewer |
[v=329] Ich geloof deze jong vinneze allemaal vriendelijk. [/v]
vinne ze |
|||
informant | [a=n] Ich geloof dat dat ze deze jong allemaal vriendelijk vinne. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=323] De de watvoore waffere hebste al mit gebracht? [/v]
heb ste |
|||
informant | [a=n] Welke welke hebste al weg gebrach? [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ne Mercedes of ne Volkswagen? Wat voor ne auto? Wat voor ne boek? Dan vraagt ge naar de soort he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=347] Ich weet datij is gaan zwemme. [/v]
dat ij |
|||
informant |
[a=g] Ich weet datij is gaan zwemme ja. [/a]
dat ij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=350] Ich weet datij gaan zwemme is. [/v]
dat ij |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=351] Ich weet datij zwemme is gaan. [/v]
dat ij |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=353] As Lea vraag wilse nog get koffie Jan kan Jan dan antwoorde jaak? [/v]
wil se |
|||
informant |
[a=n] Nee dat zeggewe hier neet ja. [/a]
zegge we |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=364] Isem dood? [/v]
is em |
|||
informant |
[a=n] Ister dood? [/a]
is ter |
|||
hulpinterviewer |
[v=387] Wanneer zal der vrede in de werled kome? Nooitneet. [/v]
nooit neet |
|||
informant | [a=j] Ja juist. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Maar nooitneet dat wir toch gezeg he.
nooit neet |
|||
informant |
Nooitneet ja ja ja.
nooit neet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=399] Rosa probeerde om niemes pijn te doen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=400] Het beloof weer ne schone dag te wirre. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=459] Hij heef de bal gegooid in de mand. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij heef de bal in de mand gegooid. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=486] Da boek beloof mich daste nooit meer zuls verstoppe. [/v]
da ste |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee daste het nooit meer dat is mis. [/a]
da ste |
|||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer |
[v=487] Wat zeg mich daste gekoch hebs. [/v]
da ste |
|||
veldwerker |
In sommige dialecten zeggeze dat in plaats van zeg mij wat je gekocht hebt.
zegge ze |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=512] Zo een ding eene hebich nog nooit gezien. [/v]
heb ich |
|||
informant | [a=n] Die eene nee dat is neet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=515] Je bent ook ne rare eene. [/v] | |||
informant | [a=n] De bis ooch ne rare. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Maar neet die eene der achter he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=530] Marie zei daste Pierre e boek hebs geprobeerd te verkope. [/v]
da ste |
|||
informant |
[a=n] Nee daste geprobeerd hebs Pierre e boek te verkope. [/a]
da ste |
|||
hulpinterviewer |
[v=531] Julien dach datich Anna haa geprobeerd na cadeau te geve. [/v]
dat ich |
|||
informant |
[a=n] Nee Julien dach datich geprobeerd haa Anna ne cadeau te geve. [/a]
dat ich |
|||
hulpinterviewer |
[v=532] Karel weet daste hebs geprobeerd Marie e boek te verkope. [/v]
da ste |
|||
informant |
[a=n] Karel weet daste geprobeerd hebs Marie e boek te verkope. [/a]
da ste |
|||
hulpinterviewer | [v=227] As Frans zei hij slaap kan Jan dan antwoorde hij doet? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] As Frans zegt hij slaap kan Jan dan antwoorde het doet? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=243] As Frans zegt slaapter kan Jan dan antwoorde ie doet? [/v]
slaap ter |
|||
informant | [a=n] [/a] | Schudt nee. | ||
hulpinterviewer |
[v=485] As Frans vraag zalich vanavond koke kan Marie dan antwoorde xxx. [/v]
zal ich |
|||
informant | [a] Dan zou Marie zegge doet maar. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ja maar neet dat doe maar? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee nee doet maar. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=495] Ich denk daste veel weg zuls moete gooie. [/v]
da ste |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ich denk daste veel zuls moete weg gooie. [/v]
da ste |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=g] Ooch he allebei mogelijk. [/a] | |||
veldwerker | En de deze? | |||
hulpinterviewer |
[v] Ich denk daste veel zou weg moete gooie. [/v]
da ste |
|||
informant |
[a=n] Daste veel zouts moete weg daste veel zouts moete weg gooie. [/a]
da ste |
|||
veldwerker | [v] Weg zou moete gooie da zou eventueel wel kunne? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Daste veel zous moete gooie weg zous moete gooie dat gaat ja. [/a]
da ste |
|||
hulpinterviewer | [v=497] Hij is alle kapotte spullen weg aan het gooie. [/v] | tagging | ||
informant |
[a] Hijs alle kapotte spullen aant weg gooie. [/a]
hij s aan t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja maar dat gaat toch ooch he hij is alle kapotte spullen weg aan het gooie. [/a] | |||
informant | Ja ja. | |||
hulpinterviewer | Maar de ander is beter. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v] Hij is alle kapotte spullen aan het weg gooie. [/v] | |||
informant | [a=g] Ja ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=136] Jan en heef neet veel geld neet meer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Die en gebruikewe niet. [/a]
gebruike we |
|||
hulpinterviewer | [v=141] Hij geef niks aan een ander neet. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij geef niks aan een ander. [/a] | |||
informant | Neet nee. | |||
hulpinterviewer | [v=142] Niemes wil neet werke neet. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee die neet dat gebruikewe neet. [/a]
gebruike we |
|||
hulpinterviewer |
[v=388] Wem heef den auto mit gepak? Niemesneet. [/v]
niemes neet |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Dat zijn toch lui die dat zegge zo he niemesneet. [/a]
niemes neet |
tagging | ||
informant | Ja dat zout ge misschien zegge ja. | |||
hulpinterviewer |
[v=389] Woe groeit het geld aan de bomen? Nergensneet. [/v]
nergens neet |
|||
informant |
[a=j] Nergensneet ja. [/a]
nergens neet |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=390] Wat is rond en vierkantig tegelijk? Niksneet. [/v]
niks neet |
|||
informant | [a=n] Niks zou ich het neet die neet neet zette nie. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=391] Welke koe heefter gemolke? Geen enkel neet. [/v]
heef ter |
|||
informant | [a=n] Nee geen één. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=475] Louisa of Wiske ggg | |||
hulpinterviewer | heef nu meer koe dan ze vroeger en haa. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee heef nu meer koe as asse vroeger haa. [/a]
as se |
|||
hulpinterviewer |
[v=479] Hier is alles wase gekrege en heef. [/v]
wa se |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Die en nee. | |||
veldwerker | [v=600] Hoe zou je zegge pas op dat je niet valt. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Pas op daste neet vals. [/a]
da ste |
|||
hulpinterviewer | [v=170] Pol is Rosa en Wiskes hun broer. [/v] | |||
informant | [a=n] Pol is de broer van van xxx. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hun broer zeker neet he. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | [v=174] Die die fiets is mijns. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee die fiets is van mich. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=395] Geloofste neet dater gevallenis? [/v]
geloof ste da ter gevalle n is |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Geloofste neet datij gevalle heef? [/v]
geloof ste dat ij |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=324] De zulke de zo een of de zulke zou ich neet durve op ete. [/v] | |||
informant | [a=n] Zo één zou ich neet durve op ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=325] De die zou ich neet durve op ete. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=494] Ich vin dat Jan beter den dokter kos hebbe geroepe. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich vin dat Jan beter den dokter haa geroepe. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Kos hebbe geroepe das toch neet heel mis he. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a] Ich vin dat Jan beter den dokter kos hebbe geroepe. [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat gaat ooch. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ja he. | |||
hulpinterviewer |
[v=517] Robert heef drie groen appelen en Marie heefter drie rode. [/v]
heef ter |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De er? | |||
hulpinterviewer |
En Marie heefter drie rode? [/v]
heef ter |
|||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Kan dat zelfde ook zonder er ich lees Robert heef drie groen appelen en Marie | |||
informant |
En Marie heeter heeter.
hee ter |
|||
hulpinterviewer | heef drie rode zonder er en Marie heef drie rode. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Dat gaat he ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=424] Ich heb hem het gegeve. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich heb het hem gegeve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=001] Marie denk datij haa wille naar huis. [/v]
dat ij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Gaan. Zonder gaan gaat het niet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=002] Ich heb dat gezeg gehad. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja he. | |||
informant | [a=j] Ja ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=330] Lopentere kwam ich hem tegen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=357] As Frans zegt er komp daar kump morgen iemand langs. | |||
hulpinterviewer | Kan Marie dan antwoorde wem dat? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Wem of wem dat. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=408] Op dit feest wordt daar veel gedans. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Op dat feest wordt veel gedans. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Zonder er? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=409] Nu wordter nog alleen maar brood verkoch in die winkel. [/v]
wordt er |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Nu wordt nog alleen brood verkoch in die winkel. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=414] Gisteren stonder ne rare kerel in den hof. [/v]
stond er |
|||
informant |
[a=n] Stong ne rare ich zou die er gebruikewe toch zo veel neet he. [/a]
gebruike we |
|||
hulpinterviewer | [a] Ich zou dat toch zegge. [/a] | |||
veldwerker | [v] Maar zonder de er ook? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ook ja gisteren stong ne rare gisteren stong ne rare kerel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
Gisteren stonger in de gazet dat en gisteren stong in de gazet dat die gestorve is. [/a]
stong er |
|||
informant | Gisteren stong in de gazet zou ich zegge. | |||
veldwerker | [v] Het meeste dan eigenlijk zonder? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=482] Da boek leg neer. [/v] | |||
informant | [a=n] Leg da boek neer. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=483] Aste echt neet kuns wachte dan kom maar. [/v]
a ste |
|||
informant |
[a=j] Ja aste echt neet kuns wachte dan kom maar. [/a]
a ste |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja of kom dan maar. [/a] | |||
informant | [a] Of kom dan maar ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=484] Dat kijk maar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee verstaan ich zelfs neet die zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=358] Ich denk dat iemes de koekjes heef op gegete maar ich weet neet wem dat. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich weet neet wie. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=401] Tis misschien beter om nog even te wachte. [/v]
t is |
Antwoord na vraag 402. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=402] We haan het geluk om hem direct terug te vinne. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Allebei goed he. [/a] | Antwoord op vraag 402 dus [a=j] | ||
hulpinterviewer |
[a] Tis misschien beter nog even te wachte ja. [/a]
t is |
|||
hulpinterviewer |
[v=301] Zouter dat gekend gedoen hebbe? [/v]
zou ter |
|||
informant | [a=n] Zouter dat gedoen kunne hebbe? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=302] Zouder zouder dat hebbe gekend gedoen? [/v]
zou der |
|||
informant |
[a=n] Nee zouder da kunne gedoen hebbe? [/a]
zou der |
|||
hulpinterviewer | [v=303] Zou hij dat hebbe doen gekend? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=304] Zou hij dat doen hebbe gekend? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=307] Zou hij dat gekens doen hebbe? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=308] Zou hij gekend hebbe doen? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ah ich lees een zin in het dialect maak de zin af in het dialect. | |||
hulpinterviewer | [v=036] Dat is Marie en Piet. Marie en Piet wijze naar xxx. [/v] | |||
informant | [a] Naar één. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Dat is Toon. Toon was xxx. [/v] | |||
informant | [a] Toon was zen arm. [/a] | |||
informant |
[a] Was zeneige. [/a]
zen eige |
tagging | ||
informant |
[a] Is zich aant wasse. [/a]
aan t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Toon was zen eige ja of was zich wordt ook veel gebruikt tegenwoordig. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=039] Dat is Fons. Fons zag een slang langs xxx. [/v] | |||
informant | [a] Langs zich op de bank. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [n] [v=018] Zou u ook kunne zegge ze en weet ni da Marie gisteren gestorve is? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ze en weet ni? Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En zou u kunne zegge ze weet niet dat Marie gisteren gestorve heeft? [/v] | |||
informant | [a=n] Gestorve is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=045] Eduard kent zichzelf goed zou u daar iets anders kunne zegge bijvoorbeeld kent xxx. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] kent zeneige goed [/a]
zen eige |
tagging | ||
informant | Kent zen eige goed. | |||
veldwerker | [v] En kent hemzelf? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee hem niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Maar zich zichzelf gebruike we niet zoveel hij kent zich goed hij kent zichzelf ja die kent zen eige goed. [/a] | |||
veldwerker | [v] En zich alleen zou ook gaan Eduard kent zich goed? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Maar zichelf gaat ook he die kent zichzelf goed. [/a] | |||
veldwerker | [v=046] Ward heeft gehoord dat er foto's van zen eige in de etalage staan zou u daar kunne zegge van van hem of van hemzelf of? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij weet hij heef gezien datter foto's van hem. [/a]
dat ter |
|||
informant | [a] Van hem. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. Zou u in de plaats gekund of gekend ook iets zo als gekos kunne zegge of gekunne? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dat hebich nooit gekos. [/a]
heb ich |
tagging | ||
veldwerker | [v=026] Zou u ook kunne zegge Jan had het hele brood wel op eten gewild? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee wel wille op ete. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=057] En eh hoe zou je zegge zij leeft gevaarlijk? [/v] | |||
informant | [a] Dich leefs gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ze leef ze leef gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=190] Deze ton is zwaar voor te drage zou u ook kunne zegge deze ton is zwaar te drage? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zwaar voor te drage ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=192] We hope allemaal op tijd thuis te zijn zou u daar kunne zegge we hope allemaal van op tijd thuis te zijn of voor op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant |
[a] Ja wope allemaal van op tijd bij os te zijn. [/a]
w ope |
tagging | ||
veldwerker | [v=250] De bank waar ze op zaten was pas geverfd zou ook kunne zegge de bank waar op ze zate? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee ik vind van niet. [/a] | |||
veldwerker | [v] De bank daar ze op zaten? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] De bank daar ze op zate nee he. [/a] | |||
informant | [a] Nee woe ze op zate. [/a] | |||
veldwerker | [v] En de bank dat ze op zate? [/v] | |||
informant | [a=n] Ich zou zegge de bank woe ze op zate. [/a] | |||
veldwerker | [v] En de bank waar dat ze op zate? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich zou het neet zegge zelf maar ich vin het toch. [/a] | |||
informant | [a] Dat kan ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=249] De jongen waar van dat de moeder. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Waar van de moeder gestorve is dat zeggeze hoor. [/a]
zegge ze |
tagging | ||
informant | [a] De jong die zen moeder gestorve is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
Ja dat zeggeze meer.
zegge ze |
|||
veldwerker | [v] En waar van dat? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Waar van dat de moeder gestorve? Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Maar dat is toch minder minder gebruikelijk maar dat wordt toch gezegd. | |||
informant | Zeg Treeske de heb mich dat gegeve voor te leze maar woe woe moet ich dat terug legge ergens? | |||
veldwerker | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet zien moog zou u dat kunne zegge? [/v] | |||
informant |
[a=n] Dastich het ooch ni moog zien. [/a]
da stich |
|||
veldwerker | [v] Dus niemand mag het zien dus vind ik dat jij het ook niet zien moog? [/v] | |||
informant | [a=n] Moog zien. [/a] | |||
veldwerker | [v=370] En zou u iets anders kunne zegge dan dat is de man die ze geroepe hebbe? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das de man die ze geroepe hebbe. [/a]
da s |
tagging | ||
veldwerker |
[v=372] En das de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld zou u kunne zegge dat is de man waar van ik denk dat hij het verhaal. [/v]
da s |
|||
hulpinterviewer |
Das de man waar van ich denk datij het heef uit gebrach.
da s dat ij |
|||
informant |
[a] Das de man die ich denk dat het heef uit gebrach. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | Dat is veel couranter toch. | |||
veldwerker | [v=397] Het schijnt dat ze niets mag ete zou u ook kunne zegge schijnt dat ze niets mag ete zonder die het? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee zonder het nee het schijnt he. [/a] | |||
veldwerker | [v] En dat schijnt? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Niet als er iets volgt. [/a] | |||
veldwerker | [v=398] En ze schijnt van niets te moge ete? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=403] En dan eh het lijkt wel of er iemand in de tuin staat zou daar die er ook kunne blijve staan? [/v] | |||
informant | [a=j] Het schijnt dat er iemes in den hof is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=338] En daar leefden wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Daar leefdewie wie God in Frankrijk. [/a]
leef de wie |
tagging | ||
veldwerker | [v=413] Jammer dat gisteren niet naar je verjaardag kon kome of kos kome kan dat dan ook zijn jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kome kos? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Jammer dat ich ni kome kos het wordt toch gezegd hoor. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=399] Rosa probeerde om niemand pijn te doen zou u daar iets anders kunne zegge in plaats van om? [/v] | |||
veldwerker | [v] Rosa probeerde niemand pijn te doen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | [a] Probeerde niemes pijn te doen ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
Das couranter zelfs he.
da s |
|||
veldwerker | [v] En Rosa probeerde van niemand pijn te doen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ook. [/a] | |||
veldwerker | [v=400] Zou je ook kunne zegge het belooft weer van een mooie dag te worde? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=401] Het is misschien beter nog even te wachte zou u daar xxx? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Van van tis toch beter van nog even te wachte. [/a]
t is |
tagging | ||
veldwerker | [v=402] En bij we hadde t geluk om hem direct terug te vinde. | |||
veldwerker | Zou u ook kunne zegge we hadde t geluk hem direct terug te vinde? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En van? [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] En van ook. We hadde t geluk van hem ja. [/a] | |||
commentaar | Ander interview. |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
035 | Jan herinnert zich dat verhaal wel | Vorm zich invullen bij VORM. |
komt voor
: j vorm: zich |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland | |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. | opmerking: zie veldwerk |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. | opmerking: zie veldwerk |
267 | Hij heeft zijn handen gewassen | als zonder reflexief vertaald, vragen of de variant met 'zich' ook kan voorkomen. Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen. Als 'zich' voorkomt dan 'zijn handen' en 'de handen' afvragen. |
komt voor
: j vorm: zich de handen |
267 | Hij heeft zijn handen gewassen | als zonder reflexief vertaald, vragen of de variant met 'zich' ook kan voorkomen. Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen. Als 'zich' voorkomt dan 'zijn handen' en 'de handen' afvragen. |
komt voor
: j vorm: zich zen handen |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
489 | Ik vind dat Jan beter de dokter kon geroepen hebben. |
komt voor
: n |
|
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | opmerking: 600 en 606 onmogelijk |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan rookt neet mie |
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: we |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wie |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: j vorm: weets dich |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: j vorm: weetste |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: de weets |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: das dich |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: daste |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: bes |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
komt voor
: j vorm: zich |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: j vorm: zich |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
758 | Jullie geloven datst jullie eerder this zijn dan ik. | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n |
759 | Jullie geloven datst eerder thuis zijn dan ik | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ich goan |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ich |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dich gees |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gees te |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ter geet |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geet ter |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze geet |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geet ze |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: het geet |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geet et |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: we goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan we |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gie goat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat ge |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: gank |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ich ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginks dich |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dich gings |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ich |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gie gink |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging hij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gink gie |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: et ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wie ginge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gink gie |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: toen dat eventueel |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gie gink |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge wie |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j opmerking: Hier evntueel ook: dat is de man wie ik denk |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: j vorm: maar ook: aan t weg smijten |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j opmerking: enkel in bepaalde gevallen, bijvoorbeeld het huis is verkocht geweest maar de koper had geen geld dus huis nu terug bij oorspronkelijke eigenaar |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich (zelf) |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich opmerking: geen andere mogelijkheden |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut