SAND-data Eksel (L353p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Eksel |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]L353[/k][h]604[/h][i]605[/i][vw]ANS[/vw][/meta] | |||
algemene gegevens | Eksel L353 7 augustus 2001 | |||
commentaar | Test | |||
hulpinterviewer | [v=035] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | Jan herinnert zich dat verhaal wel? | |||
hulpinterviewer | Ik zou zegge [a] da Jan zich da verhaal nog herinnert. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Of datie da verhaal nog kent. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De schrijnwerker het geen nagels bij zich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Louis liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant | [a] Louis liet mich voor em werken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] [/v] [a] Jeanne liet zich mee drijve op de golven. [/a] | Vraag niet gesteld. Onmiddellijk antwoord. | ||
hulpinterviewer |
[v=018] [/v] [a] Ze wet ni da Marie gisteren gestorvenis. [/a]
gestorve n is |
Vraag niet gesteld. Onmiddellijk antwoord. | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Toon Toon keek zelf goed in de spiegel. [/a] | |||
informant | [a] Toon bekeek zichzelve heel goed in de spiegel. [/a] [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=045] [/v] [a] Eduard kent zichzelf heel goed. [/a] | Vraag niet gesteld. Onmiddellijk antwoord. | ||
hulpinterviewer |
[a] eduard kent zijneige goed [/a]
zijn eige |
tagging | ||
informant |
[v=046] Ward heeft gehoord dater foto's van zichzelf in de etalage staan. [/v]
dat er |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ward heet gehoord dater foto's van hem in de etalage staan. [/a]
dat er |
tagging | ||
informant | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Niemand heet dat ooit gewild of gekunne. [/a] | tagging | ||
informant | [v=043] Jan heeft in twee minuten een biertje gedronke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] In twee minuten heet Jan een pintje gedronke. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [n] [v=018] En kunt ge ook zegge ze weet niet dat Marie gisteren is gestorve? [/v] | [v=018] wordt hernomen. | ||
hulpinterviewer |
[a=n] Ze wet ni da Marie gistren gestrovenis. [/a]
gestorve n is |
tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge ook zegge ze en wet ni da Marie gisteren gestorve is? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ze wet ni da Marie gisteren gestorvenis. [/a]
gestorve n is |
|||
informant | [v=044] Deze schoenen lope gemakkelijk. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Dees schoenen zin gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Lope gemakkelijk. [/a] [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=026] Jan had het hele brood wille op ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan heet heel brood wille op ete. [/a] | tagging | ||
informant | Goed. | |||
informant | [v=047] Die aardappelen schille ni gemakkelijk. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die petatten schille ni gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
informant | [v=048] De sneeuw smelt in de zon. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] De sneeuw smelt in de zon. [/a] | tagging | ||
informant | [v] De sneeuw smelt zich in de zon? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] De sneeuw smelt in de zon. [/a] | |||
informant | Zich staat er ni bij he. | |||
hulpinterviewer |
Tis ni wederkerig. [/e=1]
t is |
|||
informant | Nee. | |||
informant | [v=053] Als ik eerlijk leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As ich eerlijk leef dan leef ich gelijk da mijn ouders da wille. [/a] | tagging | ||
informant | Goed. | |||
informant | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Assie nog drie jaar leeft leeftie langer as zenne pa. [/a]
as ie leeft ie |
tagging | ||
informant | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asie zo gevaarlijk leeft dan leeftie ni lang ni meer. [/a]
as ie leeft ie |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ast nu nog leeft dan leefet morgen ook nog. [/a]
as t leef et |
tagging | ||
informant | [v=061] Als jullie zo gevaarlijk leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asgij zo gevaarlijk leeft dan leefdegij nooit zo lang as ich. [/a]
as gij leef de gij |
tagging | ||
informant | [v=063] Als ze voor hun werk leven dan leve ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asse voor hun werk uit kome dan leveze ni voor hun kinderen. [/a]
as se leve ze |
tagging | ||
informant | [v=067] Als Marcel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As Marcel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
informant | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asge gezond leeft dan leefde langer. [/a]
as ge leef de |
tagging | ||
informant | [v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Aser zo weinig mensen van de landbouw leve dan levener veel mensen van t werk in t fabriek. [/a]
as er leven er |
tagging | ||
informant | [v=070] Als Lisa en Pierre in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As Lisa en Pierre in t paradijs leve dan leven Rosa en Frans in de hel. [/a] | tagging | ||
informant | [v=071] Als we rustig leven leve we gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Aswe rustig leve levewe gelukkig. [/a]
as we leve we |
tagging | ||
informant | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Leef een beetje gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
informant | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Leeft een beetje minder gevaarlijk jong. [/a] | tagging | ||
informant | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich denk da Marie hem zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
informant | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hedde genoeg mensen om hooi van t land te hale? [/a]
hed de |
Vraag hernomen. | tagging | |
informant | [v=189] Het was vriendelijk van Jan om te kome werken. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Twas vriendelijk van Jan om te kome werke. [/a]
t was |
tagging | ||
veldwerker | [v] Kunt ge ook zegge voor te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Voor te kome werke sorry ja. [/a] [/e=1] | tagging | ||
veldwerker | [n] [v=188] En in die vorige zin dan ook? Heb je genoeg mensen voor hooi van t land te hale? [/v] | Terug op [v=188] | ||
hulpinterviewer | [a] Voor hooi van t land te hale ja sorry. [/a] | tagging | ||
informant | [v=190] Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Dees ton is zwaar voor te drage. [/a] | tagging | ||
informant | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wope allemaal op tijd thuis te zijn. [/a]
w ope |
|||
informant | [v=198] Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij kan staan te zage. [/a] | |||
informant | [v=200] Toen we aan kwamen regende het. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Toen we aan kwame regende het. [/a] | tagging | ||
informant | [v=215] Ik geloof dat ik groter ben dan hij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich geloof dat ich groter ben dan hij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge ook zegge ik geloof dat ik groter ben als _? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Als hij maar nee _. | |||
hulpinterviewer | Nee groter dan hij groter dan. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ze gelooft dagij eerder thuis zet dan ich. [/a]
da gij |
tagging | ||
informant | [v=217] Je gelooft toch niet dat hij sterker is dan jij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge gelooft datie sterker is asgij. [/a]
dat ie as gij |
Hier wel als en bij [v=215 en 216] niet. | tagging | |
informant | [v=218] Ze gelove dat wij rijker zijn dan zij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ze gelove dawe rijker zien dan zij. [/a]
da we |
Dan? | tagging | |
informant | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] We denke dagellie ni slim zet aswij. [/a]
da gellie as wij |
tagging | ||
informant |
Das goed.
da s |
|||
informant | [v=220] Jullie gelove toch niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge gelooft toch ni dase armer zien dan gij. [/a].
da se |
Dan? | tagging | |
informant | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ge denkt da Lisa even schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Zo schoon is as Anna. | |||
informant | [v=222] Hij gelooft dat Gaston en Jan sterker zijn dan Theo en Pierre. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij denkt hij denkt dat Gaston en Jan sterker zen dan Theo en Pierre. [/a] | tagging | ||
informant | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] De jong van wie de moe gisteren hertrouwd is stond achter mich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | De jong van wie de moeder. [/e=1] | Als antwoord op kaartje met vraag naar andere mogelijkheden. | ||
informant | [v=250] De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | De bank waar ze op zate was juist geverfd. [/e=1] | Op vraag naar andere plaats voor op. | ||
informant | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die geld het moet mich maar wat geve. [/a] | tagging | ||
informant | [v=267] Hij heeft zijn handen gewassen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij eet zijn handen gewasse. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=268] Hij heeft zijn hemd gewassen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij eet zen hemd gewasse. [/a] | tagging | ||
informant |
Heet zen hemd gewasse. [/e=1]
h eet |
|||
informant | [v=271] Hij heeft zijn been gebroke. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Heet ze been gebroke. [/a]
h eet |
tagging | ||
informant | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie trok de deken naar zich toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ofwel naar heur toe. [/a] [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat gij het ook niet mag zien. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Niemand magt zien dan vinich dagijet ook ni moogt zien. [/v]
mag t vin ich da gij et |
tagging | ||
informant | [v=340] Het gebeurde toen je weg ging. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Het gebeurde toen ge weg gint. [/a] | tagging | ||
informant | [v=341] Ik weet waar je geboren bent. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich wit woe gij gebore zet. [/a] | tagging | ||
informant | [v=342] Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Nu dage gereed zet moogde gaan. [/a]
da ge moog de |
tagging | ||
informant | [v=370] Dat is de man die ze geroepe hebbe. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das de mens dieze geroepe ebbe. [/a]
da s die ze |
tagging | ||
informant | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Da is de mens die het verhaal verteld et. [/a] | tagging | ||
informant | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich denk da da de mens is die t verhaal verteld heet die t vertelselke verteld eet. [/a] | tagging | ||
informant | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebben. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ich denk da da de mens is waarvan ich denk dasem geroepe emme. [/a]
da s em |
tagging | ||
informant | [v=397] Het schijnt dat ze niets mag eten. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] 't Schijnt dase niks mag ete. [/a]
da se |
tagging | ||
informant | [v=398] Ze schijnt niets te mogen eten. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Het schijnt dase niks mag ete. [/a]
da se |
tagging | ||
informant | [v=403] Het lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Tis juist of dater iemand in den hof staat. [/a]
t is dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Tis juist of iemand in den hof staat. Dat kan ook. [/a] [/e=1]
t is |
Reageert op kaartje | tagging | |
informant | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Welke boek welke boeken hedde gekocht? [/a] | tagging | ||
informant | [v=495] Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ich denk dage veel moet weg moet weg gooie. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Ich denk dage veel weg moet gooie. [/e=1]
da ge |
Op 1225 sec wordt [v=495] hernomen. | ||
informant | [v=497] Hij is alle kapotte spullen weg aan het gooien. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Hij is bezig met allemaal die kapotte rommel weg te gooie. [/a] | |||
informant | [v=526] Wie heeft jou op de kermis gezien? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie heet euch op de kermis gezien? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ich denk dage veel zult moete weg gooie. [/a]
da ge |
[v=495] hernomen. | ||
hulpinterviewer | [v=003] Ich denk da Marie heet geprobeerd van em nen brief te schrijve. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich denk da Marie hem geprobeerd et van een briefke te schrijve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=022] Daar wilt niemandni danse. [/v]
niemand ni |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Zou da gaan? Ja. [/a] | |||
informant | [a] Daar is geen enkele die en danst. [/a] | Negatiepartikel gebruikt. | ||
informant | Er is dus niemand die en danst. | |||
hulpinterviewer |
[a] Der is niemandni die en danst. [/a]
niemand ni |
Negative concord en negatiepartikel in zelfde zin. | tagging | |
informant | Der is niemand die en danst. | |||
hulpinterviewer |
Daar is niemandni diene danst. [/e=1]
niemand ni |
|||
hulpinterviewer | [v=027] Vertel maar ni wie ze aa kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a=j] Vertel maar ni wie ze haa kunne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=028] Vertel mich eens wie dase haa kunne roepe. [/v]
da se |
|||
informant | [a=n] Vertel mich maar eens wie ze haa kunne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=029] Vertel mich eens wie wie of zij haa kunne roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Maar wie of dat ken ik ni. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Vertel mich eens wie dase haa kunne roepe. | Dus [v=028] [a=j] | ||
hulpinterviewer |
[v=030] Vertel mich eens wie of dase haa kunne roepe. [/v]
da se |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Die of is er weer te veel aan. [/a] | |||
veldwerker |
[v] En kun je ook zegge vertel me eens wie dase haa kunne roepe? [/v]
da se |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Wie dase haa kunne roepe da bestaat ook. [/a] | |||
veldwerker | [v] En wa zou je het meest zegge wie ze had kunne roepe of wie dat ze _? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wie dase haa kunne roepe. [/a]
da se |
Dus [v=028] [a=g] | tagging | |
informant |
Wie dase haa kunne roepe. [/e=1]
da se |
|||
informant | [v=086] Ich wet dat Eddy morgen wil brood eten. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ich wet dat Eddy morgen brood wilt ete. [/v] | |||
informant | [v=087] Eddy moet vroeg kunne op staan. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
hulpinterviewer | [a=j] Eddy moet kunne vroeg op staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij wilt geen soep niet meer ete. [/a] | Vraag [v=137] ontbreekt. Kijken beide op blad. | ||
informant | [v=140] Zitte hier nog ergens muizen? [/v] | Verkeerde vraag. | ||
hulpinterviewer | [a=j] Zitten hier nergens geen mmuizen ni meer? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=088] Da Jan moet een nieuw schuur bouwe. [/v] | |||
commentaar | Informant kijkt op blad. | |||
informant | [a=n] Ich wet da Jan een nieuw schuur zal bouwe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=093] Ich vin da Marie moet naar Jef belle. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich vin ook da Marie naar Jef moet belle. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=102] Ich wit da Jan moet jammer genoeg vertrekke. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich wet da Jan jammer jammer genoeg moet vertrekke he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=107] Ich wet da Henri mag ni kome. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ich wet da Henri ni mag kome. | |||
informant | [a=n] Ich wet da Henri ni mag kome. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=114] Ich wet da Jan wil varkens kope. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich wet da Jan varkens zal kope. [/a] | |||
veldwerker | En kun je ook zegge ik weet dat Jan wil varkens kope? | |||
hulpinterviewer | [a] Ich wet da Jan wil varkens kope ja ja natuurlijk. [/a] | Dus [a=j] | tagging | |
hulpinterviewer | Ich wet da Jan varkens wilt varkens kope ja dat kan ook. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=501] Marie das Marie he die zit te stoofperen schille. [/v]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Maar da zeggewe ni in Eksel. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer | [a] Marie zit stoofperen te schille. [/a] | |||
informant | Marie zit stoofperen te schille. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=023] Els wil ni danse en ze wil ni zinge ook ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Els wil ni danse en zinge wil ze ook ni. [/a] | |||
informant |
Ja das goed. [/e=1]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=075] Ich vin da iedereen moet kunne zwemme. [/v] | |||
informant | [a=g] Ich vin dat iedereen moet kunne zwemme ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | En [v=077] Ich vin dat iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
informant | [a=j] ich vin dat iedereen moet zwemme kunne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=080] Ich vin dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Ich vin dat iedereen moet zwemme kunne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Ich vin da iedereen kunne zwemme moet denkge da da bestaat in Eksel? [/v]
denk ge |
|||
hulpinterviewer |
[a] Das een beetje gedraaid. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer |
Das geforceerd.
da s |
|||
informant | Ja das gedraaid das zo een beetje das raar da mag ni das niks. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Ich vin da iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee dast ook ni das niks. [/a]
da s t da s |
|||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | Das gene gene zin he. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Ich vin da iedereen zwemme moet kunne. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Das al minder.
da s |
|||
informant | Minder ja. | |||
informant | Ich vin dat iedereen zwemme moet kunne en basta gedaan. | |||
veldwerker | [v] En wa zegt ge het meeste ik vin dat iedereen moet kunne zwemme _? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja dat ja. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | Hij kalt ni goed Frans. | |||
hulpinterviewer | [v=146] Hij kalt ni goed geen Frans. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Das die geen die geen is er te veel aan. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a] Hij kalt geen goed Frans. [/a] | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v] Hij kalt zo goed geen Frans? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee das ook ni. [/a] [/e=1]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=006] Gisteren wandeldenie door t park. [/v]
wandel de n ie |
Niet de juiste vraag. | ||
informant |
[a=n] Gisteren wandeldetij door t park. [/a]
wandel de tij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=148] Iedereen is gene vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Iedereen is gene stielman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Hij eet overal geen vrienden. [/v] | |||
informant | [a] Hij eet nergens geen vrienden. [/a] | |||
hulpinterviewer | Nee hij et overal geen vrienden. | |||
informant | Hij et nergens geen vrienden. | |||
hulpinterviewer | Daar en daar maar overal ni. | |||
informant | [a=j] Hij et overal geen vrienden ja ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=154] Boek heet Jan drie. [/v] | tagging | ||
informant |
[a=j] Ja das goed. [/a]
da s |
|||
informant | [a] Boek heet Jan drie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Drie boek heet Jan. [/a] | |||
informant | Drie boek heet Jan. | |||
hulpinterviewer |
Das eigenlijk meer voorkomend.
da s |
|||
hulpinterviewer | Niet de boeken voorop he. | |||
hulpinterviewer | Nee boeken heet Jan drie. | |||
hulpinterviewer | Ja soms wel eens maar _. | |||
hulpinterviewer |
Jan heet drie boek drie boek heetie.
heet ie |
|||
informant | Jan heet drie boek. | |||
informant | Ja Jan heet drie boek. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=150] Hij weet alles ni van de zaak. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | [v=151] Hij heeft altijd genen tijd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij nooit gene tijd. [/a] | |||
hulpinterviewer | Hij het altijd gene tijd hij het altijd gene tijd. | |||
informant | Oh ja. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | [a] Hij het altijd gene tijd da wil zegge soms wel maar altijd ni. [/a] | |||
informant | Ja ja. | |||
hulpinterviewer | Hij het altijd gene tijd. | tagging | ||
informant | Hij het altijd gene tijd. | |||
informant | Ja ja. [/e=1] | Dus [a=j] | ||
hulpinterviewer |
[v=156] Jan weet datie voor drie uur de wagen moet hemme gemaakt. [/v]
dat ie |
|||
informant | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebbe moete gemaakt. | |||
hulpinterviewer | Nee manneke. | |||
informant | Jan weet dat hij Jan _. | |||
hulpinterviewer | Gij spreekt ABN nu. | |||
informant | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebbe gemaakt. | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Jan weet datie voor drie uur de wagen moet gemaakt hebbe. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer | Gemaakt hebbe. | |||
informant | Gemaakt hebbe. | |||
hulpinterviewer | De wagen _. | |||
hulpinterviewer |
Jan weet datie voor drie uur de wagen moet gemaakt hebbe.
dat ie |
|||
informant | De wagen moet gemaakt hebbe. | |||
hulpinterviewer | Moet gemaakt hemme. | |||
veldwerker | [v] En dus ni moet hebbe gemaakt? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Nee moet gemaakt hebbe. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=157] Jan weet datie voor drie uur de wagen moet gemaakt hebbe. [/v]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Ziede.
zie de |
|||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=160] Jan weet datie voor drie uur de wagen gemaakt moet hebbe. [/v]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da ligt goed da mag. [/a] | |||
veldwerker | Kunt ge dat ook zegge? | |||
hulpinterviewer | Ja ja absoluut. | |||
informant | Ja ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=161] Jan weet datie voor drie uur de wagen gemaakt hebbe moet. [/v]
dat ie |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee. [/v] | |||
veldwerker | [v] En wat zout ge het meeste zegge? | |||
informant | [a] Gemaakt hebbe ja. [/a] | |||
veldwerker | Dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebbe? Of _. | |||
hulpinterviewer |
Ja asge
as ge |
|||
veldwerker | De wagen gemaakt moet hebbe? [/v] | |||
hulpinterviewer | in de betekenis gaat van hij moet hem af hebbe. | |||
hulpinterviewer |
[a] Datie voor drie uur de wagen gemaakt moet hebbe. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer |
[a] Datie xxx moet gemaakt hebbe voor drie uur. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer | In die zin. | |||
hulpinterviewer | Voldoende? | |||
veldwerker | [v] Dus alle twee even veel? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja ja zeker. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=260] Wa denktege wie ich in de stad gezien hem? [/v]
denk te ge |
|||
informant |
[a=j] Ja wa denktege wie ich in de stad gezien hem? [/a]
denk te ge |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=262] Wie denktege da ich in de stad tege gekome ben? [/v]
denk te ge |
Verkeerde vraag. | ||
informant |
[a=j] Wie denktege da ich in de stad tege gekome ben? [/a]
denk te ge |
tagging | ||
veldwerker | [v] Maar dus ni wie denk je wie ik in da stad tege gekome ben? [/v] | |||
hulpinterviewer | Wie denktegij wie ich in de stad tege gekome ben? | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Dat zou moge. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Maar wie denktege da ich in de stad gezien hem?
denk te ge |
|||
hulpinterviewer |
Wie denktege wie ich in de stad tege gekome ben das ook goed.
denk te ge da s |
|||
informant |
Ja zeggewe. [/e=1]
zegge we |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Ich zal wel even de sjatten af wasse. [/a] | Onmiddellijk antwoord op [v=248] | ||
veldwerker | [v] Dus ni ik doe wel even de kopjes af wasse? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ich zal wel even de kopjes de sjatten af wasse. [/a] [/e=1] | |||
informant | Sjatten. | |||
hulpinterviewer | [v=296] Zou hij da gedaan hebbe gekund? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee zou hij da kunne gedaan hebbe iset. [/a]
is et |
|||
informant | Ja. | |||
informant | Zou hij da kunne gedaan hemme? [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Ich hem geen goesting _. [/v] | |||
commentaar | Hulpinterviewer en informant kijken beide op blad. | |||
informant | [a=n] Ich heb gene zin voor de koeien te voeren. [/a] | |||
hulpinterviewer | Om. | |||
informant | [a] Ich heb geen goesting voor de koeien te voere. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Om te koeien te voere. [/a] | |||
informant | Om de koein te voere. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [a=n] De politie zou bij em kome en hem mee pakke. [/a] | Onmiddellijk antwoord op [v=316] | ||
hulpinterviewer | Die schikking hier gaat niet op. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Marie al haar koeien zen verdronke bij d overstroming. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Al de koeien van Marie. [/a] | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Omschrijve. | |||
hulpinterviewer | [a] Alle koeien van Marie zen verdronke bij d overstroming. [/a] | |||
informant | Ja das goed. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=261] Wa denktegij hoe ze da op gelost emme? [/v]
denk te gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Hoe mendege dase da op gelost emme? [/a]
men de ge da se |
|||
informant | Hoe mendege hoe dase da op gelost emme? | |||
veldwerker | [v] Maar dus ni wa denken jullie hoe? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | Wa mende gellie hoe? | |||
hulpinterviewer |
Nee wa denktege hoe dase da op gelost emme?
denk te ge da se |
Dus toch [a=j] ? | ||
informant | Wa denktege hoe dase da op gelost ebben? [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=265] Hoe denktege dase da op gelost emme? [/v]
denk te ge da se |
Verkeerde vraag. Later goed herhaald. | ||
hulpinterviewer |
Hoe denktege dase da hemme op gelost da mag ook.
denk te ge da se |
|||
informant | Mmm. | |||
hulpinterviewer |
Hoe denktege hoe ze da op gelost emme?
denk te ge |
tagging | ||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Das goed. [/a]
da s |
|||
informant |
Das goed ja. [/e=1]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=319] Dit denk ich ni aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Daar denk ich ni aan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Aan daar aan da denk ich ni. [/a] | |||
informant | Aan da denk ich ni. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Diene onnozele jong ben ich mee naar de markt geweest. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Met diene onnozele jong ben ich naar de markt geweest. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hem ich mee naar de markt geweest nee da zeg men ni. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ich em al de eerste drie sommen gemaakt en welke heddegij gemaakt? [/a]
hed de gij |
Al onmiddellijk antwoord op [v=322] | ||
hulpinterviewer |
[v=329] Ich geloof deze jongens vindeze allemaal wel vriendelijk. [/v]
vinde ze |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Ich geloof dase deze jongen allemaal vriendelijk vinne. [/a]
da se |
|||
informant | Ja. | |||
commentaar | Informant kijkt weer mee op blad. | |||
hulpinterviewer |
[v=323] Welke heddegij weg gebracht? [/v]
hed de gij |
Verkeerde vraag. | ||
hulpinterviewer | Waffere. | |||
informant |
[a=n] Waffer hebgij weg gebracht? [/a]
heb gij |
|||
informant | Ja waffere. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=350] Ich weet datie gaan zwemmenis. [/v]
dat ie zwemme n is |
|||
informant |
[a=j] Ich weet datie gaan zwemmenis. [/a]
dat ie zwemme n is |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=347] Ich weet datie is gaan zwemme. [/v] | tagging | ||
informant | [a=g] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | Is ook goed. | |||
informant | Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=351] Ich weet datie zwemme is gaan. [/v]
dat ie |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee da gebruikewe ni. [/a]
gebruike we |
|||
hulpinterviewer |
Datie is gaan zwemme. [/e=1]
dat ie |
|||
hulpinterviewer |
[v=353] As gellie wildegij nog ne koffie Jan. Kan Jan dan antwoorde jo? [/v]
wil de gij |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Jo maar ni jak. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=364] Isie dood? [/v]
is ie |
Verkeerde vraag. | ||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer |
Isie dood?
is ie |
|||
informant |
Isie dood?
is ie |
|||
veldwerker | Dus ni is hem dood? | |||
informant |
[a=n] Nee nee isie. [/a]
is ie |
|||
hulpinterviewer |
[v=387] Wanneer zal de werledvrede kome? Nooitni. [/v]
nooit ni |
tagging | ||
informant |
[a=j] Juist das goed. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=399] Rosa probeerde voor niemand pijn te doen. [/v] | tagging | ||
informant |
[a=n] Ja das goed. [/a]
da s |
Geen om. | ||
hulpinterviewer | [a] Rosa probeerde niemand pijn te doen. [/a] | |||
informant | Rosa probeerde niemand pijn te doen. | tagging | ||
hulpinterviewer | Is ook goed. | |||
hulpinterviewer | [a] Rosa probeerde om niemand pijn te doen. [/a] [/e=1] | dus toch [a=j] | ||
hulpinterviewer | [v=400] Het beloofde weer ne schone dag te werre. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Goed ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Das goed.
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=459] Heet de bal gegooid in de mand. [/v]
h eet |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Heet de bal in de mand gegooid. [/a]
h eet |
tagging | ||
informant | Ja ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=486] Da boek belooft mich daget nooitni meer zult weg steke. [/v]
da ge t nooit ni |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Beloof mich dage da boek nooitni meer zult weg steke das eigenlijk t logische. [/a]
da ge nooit ni da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=487] Wa zegde mich dage gekocht het. [/v]
zeg de da ge |
Verkeerde vraag. | tagging | |
informant | [a=j] Goed ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=512] Zo een ding een heb ich nog nooitni gezien. [/v]
nooit ni |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Zo een ding hem ich nog nooitni gezien die één is er teveel aan. [/a]
nooit ni |
|||
hulpinterviewer | [v=515] Ge bent mich ook ne arige. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant | [a=n] Ge zet mich ook ne arigen ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=530] Marie zei dagij Pierre ne boek hee probeerd te verkope. [/v]
da gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Marie zei dagij Pierre ne boek hebt probere te verkope. [/a]
da gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | Hebt probere te verkope. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer |
[a] Dagij geprobeerd het aan Pierre ne boek te verkope zei Marie. [/a] [/e=1]
da gij |
|||
hulpinterviewer | [v=531] Julien dacht da ich Anna ha geprobeerd ne cadeau te geve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Julien dacht da ich Anna geprobeerd haa ne cadeau te geve. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Karel weet dagij geprobeerd et Marie ne boek te verkope. [/a]
da gij |
Onmiddellijk antwoord op [v=532] | ||
hulpinterviewer |
[v=401] Tis misschien beter van nog efkes te wachte. [/v]
t is |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Tis misschien beter van nog efkes te wachte van. [/a]
t is |
|||
hulpinterviewer | [v=402] We haan t geluk van hem direct terug te vinne. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Van. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] As Frans zet hij slaapt kan Jan dan antwoorde hij doet? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee da kan hij ni. [/a] | |||
informant | Nee da kan hij ni. | |||
hulpinterviewer | [v=228] As Frans zet hij slaapt kan Jan dan antwoorde toet? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee da kan ni das weer Westvlaams. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=243] As Frans vraagt slaaptie kan Jan dan antwoorde ie doet? [/v]
slaapt ie |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee kan ni. Kanie ni. [/a]
kan ie |
|||
informant |
Kanie ni. [/e=1]
kan ie |
|||
hulpinterviewer | [v=485] As Frans vraagt zal ich van den avond koke? | |||
hulpinterviewer | Kan Marie dan antwoorde da doe maar? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Da doede maar. [/a]
doe de |
|||
informant | Doe da doe da maar. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [a] Da zin Marie en Pierre en Marie en Pierre wijze naar makander. [/a] | Onmiddellijk antwoord op [v=036] | ||
hulpinterviewer | Naar makander. [/e=1] | |||
informant |
Ja das goed naar makander.
da s |
|||
hulpinterviewer | [a] Dit is Toon en Toon wast zich. [/a] | Onmiddellijk antwoord op [v=037] | ||
informant | Toon wast zen arm. | |||
hulpinterviewer | Ja of hij wast zich. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [a] Dit is Fons en Fons die zag een slang langs zich. [/a] | Onmiddellijk antwoord op [v=039] | ||
hulpinterviewer | Langs zich. | |||
informant | Naast zich langs zich. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=136] Jan en heeft niet veel geld niet meer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Jan heet ni veel geld meer. [/a] | |||
informant | Jan heet ni veel geld meer. | |||
hulpinterviewer | Jan het ni veel geld ni meer. | |||
informant | Ni meer. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=141] Ich geef niks aan een ander ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da zegt men ni in Eksel. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | [a] Ich geef niks aan ne andere. [/a] [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=142] Niemand wil ni werke ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da bestaat ni he. [/a] | |||
informant | Ook ni. | |||
hulpinterviewer | [v=388] Wie heet den auto mee gepakt? | |||
hulpinterviewer |
Niemandni. [/v]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Das goed. [/a]
da s |
|||
informant |
Ja niemandni. [/e=1]
niemand ni |
|||
hulpinterviewer |
[v=389] Boe wast het geld aan de bomen? Nergensni. [/v]
nergens ni |
|||
informant |
[a=j] Nergensni. [/a]
nergens ni |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=390] Wat is rond en vierkant tegelijk? [/v] | |||
hulpinterviewer | Niks. | |||
informant | [a=n] Niks. [/a] | |||
hulpinterviewer | Dus niks niets niet _. | |||
informant | Da kan ni. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=391] Welke koeien heetie gemolke? [/v]
heet ie |
|||
hulpinterviewer | Geen enkel. | |||
informant | [a=n] Geen enkel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Louisa hee nu meer koeien dan ze vroeger haa. [/a] | Onmiddellijk antwoord op [v=475] | ||
hulpinterviewer |
[a=n] Hier is alles wach gekregeneb. [/a]
wa ch gekrege n eb |
Onmiddellijk antwoord op [v=479] | ||
hulpinterviewer | [v=170] Pol is Rosa en Louise ze broerke. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ze broerke. | |||
informant | [a=j] Ze broerke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] De fiets is de menne. [/a] | Onmiddellijk antwoord op [v=174] | ||
hulpinterviewer | [v=395] Geloof je niet dat hij gevalle is? Ja. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] geloofdege ni datie gevallenis? [/a]
geloof de ge dat ie gevalle n is |
tagging | ||
informant | Ja ja goed. | |||
hulpinterviewer | [v] Geloof je niet dat hij gevalle heeft? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee das niks. [/a]
da s |
|||
informant | Nee dat bestaat ni. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=324] De zulke zou ik niet durve op ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] De zulke zou ich ni durve op ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
Ja das goed.
da s |
|||
informant | Das goed goed. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=325] De die zou ik ni durve op ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] De die zou ich ni durve op ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | De die. | |||
informant | Ja ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=494] Ik vin ik vin da Jan beter de dokter kon hebbe geroepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ich vin da Jan beter den dokter haa kunne roepe. [/a] | |||
informant | Den dokter haa geroepe hebbe. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=517] Robert heeft drie groene appels en Marie heeft er drie rode. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Robert heet drie groen appel en Marie heeter drie rode. [/a]
hee ter |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Heet drie rode. [/a] | |||
hulpinterviewer | Die er mag mag er ook af. | |||
informant | Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ich emetem gegeve. [/a]
em et em |
Onmiddellijk antwoord op [v=424] | ||
hulpinterviewer | [v=001] Marie Marie denkt dat hij had wille naar huis. [/v] | |||
informant | [a=j] Marie denkt da hij wil naar huis. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Marie denkt datie naar huis zou wille gaan. | |||
informant | Ja. [/e=1] | `Dus [a=n]? | ||
hulpinterviewer | [v=506] Hab jij aan Jan _. [/v] | Informant kijkt weer mee. | ||
informant |
[a=n] Heddegij Jan gezien? [/a]
hed de gij |
|||
informant | [v=162] Maries auto is kapot. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Den auto van Maries is kapot. [/a] | Maries hier als voornaam, geen genitief. | tagging | |
informant | [v=193] Dat is zo zeker als één en één twee is. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Das zo zeker as één en één twee es. [/a] | tagging | ||
informant |
[v=253] Op zondag gingewe heel de famlie naar zee wat heel leuk was. [/v]
ginge we |
|||
hulpinterviewer |
[a] 's Zondags ginkewe me heel de familie naar de zee wa heel plezierig was. [/a]
ginke we |
tagging | ||
informant | [v=255] In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] In t dorp woe ich woon staat een oud kerkske. [/a] | tagging | ||
informant | [v=256] Op de dag dat we aan kwame regende het. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Den dag dawe aan kwampe regendet. [/a]
da we regende t |
tagging | ||
informant | [v=257] Dat is iets wat heel mooi is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das iet wa heel schoon is. [/a]
da s |
tagging | ||
informant | [v=308] Zou hij dat hebben kunne doen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zou ie da gedaan kunne emme? [/a] | |||
informant | [v=393] Niet vertelle dat je een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ni zegge dage ne cadeau voor em gekocht et zelle. [/a]
da ge |
tagging | ||
informant | [v=440] Die van de stad die hebben hier veel huizen gebouwd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die van de stad emme hier veel huis gebouwd. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En kunt ge ook zegge die van de stad die hebbe? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Die hebben? Ja ge kunt da nog eens herhalen die emme ja ja absoluut kan. [/a] [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=444] Jef die zou ik nooit uit nodigen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jef zou ich nooit verzoeke. [/a] | |||
veldwerker | [v] En dus ge zou ook kunne zegge Jef die zou ik nooit uit nodige? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da kan ook. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=445] Marie die zou zo iets nooit doen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie zou zo iets nooit doen. [/a] | |||
informant | [v=446] Louis die drinkt wel eens een glas te veel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Louis drinkt wel eens een pint te veel. [/a] | |||
informant | [v=447] Martha die zou ik wel eens bij mij thuis wille uit nodigen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Martha zou ich wel eens thuis wille uite. [/a] | |||
informant | [v=448] Dat huis dat zou ik nooit willen kopen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Da huis zou ich nooit wille kope. [/a] | tagging | ||
informant | [v=449] Dat huis dat staat daar al vijftig jaar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Da huis staat daar al vijftig jaar. [/a] | tagging | ||
informant | [v=049] Ik heb me daar goed geamuseerd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich em mich daar goed geamuseerd. [/a] | tagging | ||
informant | [v=050] Ze heeft zich niet geamuseerd op het bal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ze eet zich niet gamuseerd op t bal. [/a] | tagging | ||
informant | [v=275] Je herinnert toch je toch wel dat je me toen onder die ladder liet door lopen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge wet toch nog dage mich toen onder die ladder liet door lope. [/a]
da ge |
Vraag hernomen op einede. | tagging | |
informant | Goed. | |||
informant | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich wet nog da ons toen iemand riep. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakken. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij voelde zich door t ijs zakke. [/a] | tagging | ||
informant | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we Marieke bij Marieke langs gingen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ge wet nog zeker dawe bij Marieke langs ginke. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=293] Zij herinneren zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ze wete nog iets maar ni alles ni meer. [/a] | tagging | ||
informant | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] In die tijd leefde ich er op los. [/a] | tagging | ||
informant | [v=337] vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Vroeger leefde ie gelijk een beest. [/a] | tagging | ||
informant | [v=338] daar leefde wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Daar leefdewe gelijk God in Frankrijk. [/a]
leefde we |
tagging | ||
informant | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Toen leefdegij wie ne koning. [/a]
leefde gij |
tagging | ||
informant | [v=412] Er ware veel mensen op het feest. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Daar ware veel mensen op t feest. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Daar was veel volk op t feest. [/e=1] | |||
informant | [v=413] Jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kon komen. Waren er veel mensen op het feestje? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Spijtig da ich gisteren ni naar de verjaardag kos kome. Waser veel volk op t feest? [/a]
was er |
tagging | ||
informant | [v=524] Wie heb je gezien? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wie hedde gezien? [/a]
hed de |
tagging | ||
informant | [v=002] Ik heb dat gezegd gehad. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Da hem ich gezeid gad. [/a] | tagging | ||
informant | [v=330] Lopentere kwam ik hem tege. [/v] | |||
commentaar | V | |||
informant |
Wa wilda zegge?
wil da |
|||
veldwerker | Al lopend. | |||
informant | [a=n] Lopend kwam ich hem tege. [/a] | |||
informant | [v=357] Als Frans zegt er komt morgen iemand langs. | |||
informant | Kan Marie dan vragen wie dat? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] As Frans zet daar komt morgen iemand langs. Kan Marie dan vrage wie da? [/a] | tagging | ||
informant | [v=408] Op dit feest wordt er veel gedanst. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Op dit feest werter veel gedanst. [/a]
wert er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Wordt veel gedanst kan ook ja. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=409] Nu wordt er alleen maar brood verkocht in die winkel. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Nu werter alleen nog maar brood verkocht in die winkel. [/a]
wert er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Nu wert alleen nog alleen maar brood verkocht in die winkel da kan ook ja. [/a] [/e=1] | tagging | ||
informant | [v=414] Gisteren stond er een rare man in de tuin. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Gisteren stonder nen arigen mens in den hof. [/a]
stond er |
tagging | ||
hulpinterviewer | Liever niet. | Reageert op kaartje met vraag naar er. | ||
hulpinterviewer | [a] Ik zou diene er der bij late. [/a] [/e=1] | |||
informant | [v=482] Dat boek leg neer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da boek leg da neer. [/a] | |||
informant | [v=483] Als je echt niet kunt wachte dan kom maar. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] As ge echt ni wachte kunt dan komde maar. [/a]
kom de |
|||
informant | [v=484] Dat kijk maar. [/v] | |||
informant | [a=j] Da kijk maar ja ja. [/a] | Twijfel. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=358] Ich denk da iemand de koekjes heet op gete maar ich wet ni wie da. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Maar ich wet ni wie. [/a] | |||
hulpinterviewer | Die dat kunt ge weg late maar ich weet ni wie. | |||
hulpinterviewer | Maar wie da? | |||
hulpinterviewer | Maar wie da? | |||
hulpinterviewer | Dat is dan de vraag. [/e=1] | |||
veldwerker | Dan had ik nog een paar vraagjes en dan is het gedaan. | |||
veldwerker | [n] Hoe zou je zegge in het dialect? | |||
veldwerker | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft zij niet lang meer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asse zo gevaarlijk leef leefze ni lang ni meer. [/a]
as se leef ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=275] Je realiseert je toch wel dat je een fout gemaakt hebt. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge wet toch wel dage een fout gemaakt het? [/a]
da ge |
tagging | ||
veldwerker | En hoe zou je zegge [v=281] ik beeld mij in dat iemand ons roept? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ich denk da iemand ons roept. [/a] | tagging | ||
informant | Roept. | |||
veldwerker | En hoe zou je zegge [v=291] U realiseert zich vast wel dat u fout was. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge wet heel zeker dage in fout waart. [/a]
da ge |
|||
commentaar | Spontaan gesprek. | |||
veldwerker | Hoe zou je in het dialect zegge [v=268] hij heeft zijn hemd gewasse. [/v] | |||
informant | [a] Hij eet zen hemd gewasse. [/a] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
061 | Als jullie zo losbandig leven, dan leven jullie nooit zo lang als ik | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
vorm: alsge |
063 | Als ze voor hun werk leven, dan leven ze niet voor hun kinderen | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
vorm: asse leven leven se |
220 | Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...).; Zin laten inspreken met 'hun' i.p.v. 'zij' als 'komt voor'-vraag; Als voegwoordvervoeging, afvragen zonder pronomen. |
vorm: gullie gelooft dassij als gellie |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: n vorm: van wie de |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: n vorm: die zijn |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: n vorm: waarvan |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: waar dat ze op |
267 | Hij heeft zijn handen gewassen | als zonder reflexief vertaald, vragen of de variant met 'zich' ook kan voorkomen. Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen. Als 'zich' voorkomt dan 'zijn handen' en 'de handen' afvragen. |
vorm: hij heeft de hand |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: j |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: j |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n vorm: geen een |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: jan reukt ne mie |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hij zou da ook nie kunnen oplosssen |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: n vorm: wij |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: n vorm: of dat wij |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
vorm: weette gij |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: ge weet |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: dage |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: sijt |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n vorm: sij |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekander |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: bij sich |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: bij hem |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j vorm: do |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: asge left lef dan |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: alsn dokter |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: asge soms |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: k goan |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ich |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij got |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: godde |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: gij got |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: godde gij |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ie get |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: get ie |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: sie get |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: get se |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t geht |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: geht t |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: we goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goanwe |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gellie goat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goade gellie |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: se goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan se |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: got |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik gink |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingde gij |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gingt |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gink ich |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gingt |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging hij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij gink |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingde gij |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: sij gink |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginkt |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t gink |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gink se |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wij ginken |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingen gellie |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij ginkt |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginke wij |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: se ginken |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginken se |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j vorm: wie dat |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n vorm: moet kunnen zien |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: j |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: j |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: j |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: sich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: s'n eigen |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: z'n eigen |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: over zich |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut