SAND-data Dommelen (L259p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03433) vertaling: Jan herinnert z'n eige de verhaol wel
opm.: reflexief: z'n eigen
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03433) vertaling: M en P zie mekaar vur de kerk
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03433) vertaling: T waast z'n eige
opm.: reflexief: z'n eigen
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03433) vertaling: den timmerman hi gin spijkers bij jhum
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03433) vertaling: F zag 'n slang langs z'n eige
opm.: reflexief: z'n eigen
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03433) vertaling: E liet me vur hum werke
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03433) vertaling: J liet z'n eige meedreeve op de golve
opm.: reflexief: z'n eigen
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03433) vertaling: T bekiik z'n eige is goed in de spiegel
opm.: reflexief: z'n eigen
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03433) vertaling: Jan hi in twii menute n bierke gedronken
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03433) vertaling: dees schoene loope hendig
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03433) vertaling: E ketn z'n eige goed
opm.: reflexief: z'n eigen
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03433) vertaling: W hi gehurd det 'r foto's van z'n eige in de etalage ston
opm.: reflexief: z'n eigen
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03433) vertaling: die errepel schelle nie hendig
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03433) vertaling: deez glas brekt as't op de grond valt
000 (x01opm) (inf. 03433) opm. inf.: ondoenlijk alle vertalingen te geven, althans bij deze uitgebreide vragenlijst
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03433) vertaling: dokter, leef ik wel gezond genoeg
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03433) vertaling: al jaore leeft ie van de erfenis van zunne vadder
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03433) vertaling: deez week leeft ze op watter en brood
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03433) vertaling: leve't nog
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03433) vertaling: hoelang leefde gellie nou al van die erfenis
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03433) vertaling: in B leeve ze vural vis vange
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03433) vertaling: nao 't eete goj ik slaope
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03433) vertaling: zouw ik de wel kanne doen
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03433) vertaling: hij liet z'n huis afbreeke
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan hard kan werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: Jan moet hard kanne werke weet ik
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: Jan moet hard kanne werke weet ik
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: Jan moet hard kanne werke weet ik
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: Jan moet hard kanne werke weet ik
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: Jan moet hard kanne werke weet ik
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan hard moet kanne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan hard moet kanne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan hard moet kanne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan hard moet kanne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan hard moet kanne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan hard kan werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan hard kan werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan hard kan werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan hard kan werke
komt voor: j
gebr.: 5
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03433) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03433) komt voor: n
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03433) komt voor: n
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03433) komt voor: n
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03433) komt voor: n
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03433) komt voor: n
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03433) komt voor: n
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03433) komt voor: n
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03433) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03433) komt voor: n
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 4
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 4
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 3
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 3
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03433) komt voor: n
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03433) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03433) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03433) komt voor: n
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03433) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03433) vertaling: Jan hi giniin boek mir
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03433) vertaling: Jan hi gin boek mir
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03433) vertaling: boeke hi Jan nie
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03433) vertaling: Jan hi nie veul geld mir
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03433) vertaling: d'r mag niemes nie praote over dees perbleem
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03433) vertaling: d'r mag niemes nie praote over dees perbleem
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03433) vertaling: niemus nie zi det ie komt
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03433) vertaling: zitte hier erreges muis
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03433) vertaling: ik geef niks an iemus ander
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03433) vertaling: niemus nie wil werke
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03433) vertaling: we wisse nie det ie thuis waar
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 03433) vertaling: ik wiz't ok nie
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03433) vertaling: hij mag mee niemusnie praote over dees perbleem
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03433) vertaling: Jan wit detie vur drie uur de waoge gemokt moet hebbe
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03433) vertaling: Jan wit det ie vur drie uur de waoge moet hebbe gemokt
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03433) vertaling: Jan wit det ie vur drie uur de waoge moet hebbe gemokt
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03433) vertaling: Jan wit detie vur drie uur de waoge gemokt moet hebbe
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03433) komt voor: n
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03433) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03433) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03433) komt voor: n
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03433) vertaling: M'rieje durren auto is kepot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03433) vertaling: M'rieje durren auto is kepot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 03433) vertaling: Piets auto is kepot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03433) vertaling: Piet zunnen auto is kepot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 03433) vertaling: dieje mens zunnen auto is kepot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03433) vertaling: dieje mens zunnen auto is kepot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03433) vertaling: diejen auto is nie van me mer van hum
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03433) vertaling: de krant van gistere li onder den TV
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03433) vertaling: Jan is Karoliens en Kristiens bruurke
opm.: genitief -'s
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03433) vertaling: die jonges d'r fietse zen weg gehold
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03433) vertaling: die zusters d'r moeder daor
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03433) vertaling: de's Wims auto
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03433) vertaling: de is menne fiets
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03433) vertaling: hij mag mee niemus nie praote over dees probleem
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03433) vertaling: ik wil niemus nie raoke
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03433) vertaling: 't is jammer de we nie magge komme
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03433) vertaling: de goj ik nie doen
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03433) vertaling: ik heb niks gewerkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03433) vertaling: hij haj 't nog mer net verteld of M begos te schreuwe
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03433) vertaling: go die bestelling nou mer ophoule
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03433) vertaling: hij werkt nie
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03433) vertaling: ik verbiej 't oe um hier te kumme
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03433) vertaling: Jan hield ons tege um M te belle
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: voor (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: voor (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: weg te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: weg te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: weg te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: weg te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: weg te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: weg te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: voor (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: voor (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: voor (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03433) fragment: voor (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: om (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: om (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: om (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: om (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03433) fragment: (2)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03433) fragment: vuur weg te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03433) fragment: vuur weg te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03433) fragment: te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03433) fragment: te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03433) fragment: te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03433) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03433) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03433) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03433) fragment: vuur weg te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03433) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03433) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03433) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03433) fragment: dan (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03433) fragment: zal (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03433) fragment: dat hij (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03433) fragment: dat hij (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03433) fragment: zal (2)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03433) fragment: als dat (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03433) fragment: als (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03433) fragment: als (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03433) fragment: als dat (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03433) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03433) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03433) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03433) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03433) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03433) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03433) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03433) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03433) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03433) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03433) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03433) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03433) fragment: dan (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03433) fragment: te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03433) fragment: te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03433) fragment: maar te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03433) fragment: maar te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03433) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03433) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03433) fragment: (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03433) fragment: (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 03433) fragment: (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03433) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03433) fragment: (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03433) fragment: of dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03433) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03433) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03433) fragment: of dat (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03433) vertaling: ik weet de gellie op niemusnie kaod bent
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03433) vertaling: ik weet de ze op niks gr??t is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03433) vertaling: Els ment det nie gemekkelek is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03433) vertaling: ik weet de'k te laat ben en de nie
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03433) vertaling: ge wit toch de ge moet werreke en ik nie
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03433) vertaling: iederiin ment de wij nur huis gon en de zij nog moete bleeve
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03433) vertaling: 't is jammer detie kumt en de ze weg gi
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03433) vertaling: ik denk de L ziek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03433) vertaling: ik denk de P en L gon truiwe
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03433) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03433) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03433) komt voor: n
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03433) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03433) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03433) komt voor: n
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03433) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03433) komt voor: n
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03433) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03433) komt voor: j
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03433) komt voor: j
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03433) vertaling: de lam duug't nie mir
opm.: dav
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03433) vertaling: duu M alle aovonde danse
komt voor: j
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03433) vertaling: duu M alle aovonde danse
komt voor: j
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03433) vertaling: doe 't brood efkes snijden
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03433) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03433) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03433) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03433) fragment: worvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03433) fragment: worvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03433) fragment: worvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03433) fragment: welke zun (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03433) fragment: welke zun (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03433) fragment: welke zun (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03433) fragment: wor (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03433) fragment: wor (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03433) fragment: wor (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03433) fragment: die (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03433) fragment: die (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03433) fragment: die (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: wor (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: die (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: wor (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: die (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: wor (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: die (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: die (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: wor (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (2)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: die (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: welke (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03433) fragment: die (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03433) fragment: wat (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03433) fragment: die (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03433) fragment: die (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03433) fragment: welke (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03433) fragment: welke (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03433) fragment: in welk (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03433) fragment: in welk (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03433) fragment: in welk (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03433) fragment: waar dat (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03433) fragment: waar dat (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03433) fragment: waar dat (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03433) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03433) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03433) fragment: waar (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03433) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03433) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03433) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03433) fragment: welke (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03433) fragment: welke (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03433) fragment: welke (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03433) fragment: die (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03433) fragment: die (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03433) fragment: die (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03433) fragment: wat (1)
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03433) fragment: welk (1)
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03433) fragment: welk (1)
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03433) fragment: wat (1)
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03433) fragment: wat (1)
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03433) fragment: wat (1)
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03433) fragment: welk (1)
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03433) fragment: welk (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03433) fragment: welke (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03433) fragment: welke (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03433) fragment: welke (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03433) fragment: hij/zij die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03433) fragment: hij/zij die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03433) fragment: hij/zij die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03433) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03433) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03433) fragment: wie (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03433) vertaling: wie denkte ge de'k in de stad tege gekomme ben
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03433) vertaling: wa denkte gellie hoe z't opgelost hebbe
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03433) vertaling: wa denkte ge hoe de z't opgelost hebbe
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03433) vertaling: M wit nie wie wij wulle opbelle
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03433) vertaling: wit iemus wie wij geroepe hebbe
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03433) vertaling: wa denkte wie ik in de stad ben tege gekomme
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03433) vertaling: wie denkte ge de'k in de stad be tege gekomme
opm.: twijfelgeval: D-woord of voegwoord voorop in bijzin
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03433) vertaling: hij hi z'n haand gewaase
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03433) vertaling: hij hi z'n hemd gewaase
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03433) vertaling: hij hi n'n hoed op zunne kop
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03433) vertaling: hij hi 'n vlek op z'n hemd
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03433) vertaling: hij hi z'n biin gebroke
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03433) vertaling: ze hit 'r eigen zeer gedon
opm.: reflexief: haar eigen
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03433) vertaling: M trok de deke nur d'r eige henne
opm.: reflexief: haar eigen
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03433) vertaling: L wit det 'r foto's van z'n eige te koop zen
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03433) vertaling: ge wit toch nog wel de we toen dur de bos henne geloope zen
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03433) vertaling: ik weet nog de d'n auto van M kepot waar
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03433) vertaling: ze wis nog det ie as 'n verreke zat te eete
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03433) vertaling: we wte nog goed de al onze Jan z'n boeke weg gehold ware mer zij kanne hut 'n eigen niemir vur de geest haolen
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03433) vertaling: witte gellie nog de we Janne op de mert gezien hebbe
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03433) vertaling: hij hi z'n eige n ongeluk gewerkt
opm.: reflexief: z'n eigen
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03433) vertaling: hij vuulde z'n eige dur 't ijs zakke
opm.: reflexief: z'n eigen
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03433) vertaling: zou hij de gedon kanne hebbe
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03433) vertaling: zou hij de gedon kanne hebbe
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03433) vertaling: zou hij de kanne gedon hebbe
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03433) vertaling: zou hij de kanne gedon hebbe
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03433) fragment: gekanne (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03433) fragment: gedon (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03433) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03433) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03433) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03433) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03433) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03433) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03433) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03433) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03433) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03433) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03433) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03433) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03433) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03433) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03433) vertaling: ik denk det ie weg is
komt voor: j
opm.: dav
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03433) vertaling: ik denk det ie weg is
komt voor: j
opm.: dav
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03433) vertaling: ik denk hij is eweg
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03433) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03433) vertaling: ik weet hij is weg
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03433) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03433) vertaling: M al d'r koei zen verdronke be de overstooming
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03433) vertaling: M al d'r koei zen verdronke be de overstooming
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03433) vertaling: kees maoke dur weet ik niks van
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03433) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03433) vertaling: de urste drie somme heb ik al gemokt, welke hedde ge gemokt
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03433) vertaling: de waffere hedde ge al weggebracht
komt voor: j
opm.: de welke wordt ook gebruikt
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03433) vertaling: de waffere hedde ge al weggebracht
komt voor: j
opm.: de welke wordt ook gebruikt
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03433) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03433) vertaling: de die zouw ik nie d?rreve op eete
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03433) komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03433) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03433) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03433) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03433) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03433) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03433) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03433) vertaling: in diejen teed leefden ik 'r op los
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03433) vertaling: vruger leefde hij as n bist
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03433) vertaling: doar leefde we as g In F
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03433) vertaling: niemus nie mag 't zien dus veen ik de ge't ok nie mocht zien
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03433) vertaling: 't gebeurde toen ge weggongt
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03433) vertaling: ik weet wor ge geborre bent
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03433) vertaling: nou ge klaor bent madde gon
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03433) vertaling: durde M gest?rreve waas hi durre man Annas nie mir kanne hellepe
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03433) vertaling: ik weet det ie is gon zwemme
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03433) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03433) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03433) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03433) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03433) vertaling: jo'k lus nog wel 'n tas koffie
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03433) vertaling: jo't dikzat
komt voor: j
opm.: twijfelgeval
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03433) vertaling: jo't dikzat
komt voor: j
opm.: twijfelgeval
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03433) vertaling: ja ze hebbe net gegeete
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03433) vertaling: ja de huis is te koop
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03433) vertaling: wie dan
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03433) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03433) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03433) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03433) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03433) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03433) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03433) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03433) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03433) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03433) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03433) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: welke (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: welke (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: welke (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: welke (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: welke (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: welke (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: welke (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: welke (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03433) fragment: dat hij (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: welke (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: welke (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: welke (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: welke (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: waarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: waarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: waarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: waarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: waarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: waarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: welke (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: welke (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03433) fragment: dat (2)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03433) fragment: waar (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03433) fragment: welke (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03433) fragment: welke (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03433) fragment: waar (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03433) fragment: wie (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03433) fragment: wie (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03433) fragment: welke (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03433) fragment: welke (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03433) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03433) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03433) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03433) fragment: waar (1)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03433) fragment: wat (1)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03433) fragment: wat (1)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03433) fragment: welk (1)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03433) fragment: welk (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03433) fragment: welke (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03433) fragment: die (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03433) fragment: die (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03433) fragment: welke (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03433) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03433) fragment: welk (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03433) fragment: welk (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03433) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03433) fragment: degene die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03433) fragment: degene die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03433) fragment: degene die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03433) fragment: hij/zij die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03433) fragment: hij/zij die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03433) fragment: hij/zij die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03433) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03433) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03433) fragment: wie (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03433) fragment: waarvan de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03433) fragment: van welke de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03433) fragment: van welke de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03433) fragment: van welke de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03433) fragment: wiens (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03433) fragment: wiens (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03433) fragment: wiens (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03433) fragment: waarvan de (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03433) fragment: waarvan de (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03433) vertaling: P denkt de Jan en M op niemusnie kaod zen
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03433) vertaling: P ment de Jan en M op niemusnie kaod zen
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03433) vertaling: P ment de Jan en M op niemusnie kaod zen
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03433) vertaling: P denkt de Jan en M op niemusnie kaod zen
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03433) vertaling: P denkt de Jan en M op niemusnie kaod zen
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03433) vertaling: P ment de Jan en M op niemusnie kaod zen
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03433) vertaling: Wim ment de we nooit iemus nne prijs geeve
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03433) vertaling: Wim ment de we nooit niemus nie unne prijs geeve
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03433) vertaling: Wim ment de we nooit niemus nie unne prijs geeve
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03433) vertaling: Wim ment de we nooit iemus nne prijs geeve
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03433) vertaling: Wim ment de we nooit iemus nne prijs geeve
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03433) vertaling: Wim ment de we nooit niemus nie unne prijs geeve
betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03433) vertaling: 't is waar de 't nie is toegeston um mee M te praote
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03433) vertaling: nerreges nie
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03433) vertaling: ik zouwt nie wete
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03433) vertaling: ik zouwt nie d?rreve zegge
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03433) vertaling: de besti nie
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03433) vertaling: ik weet 'r niks van
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03433) vertaling: zegge't hum mer nie de'k nur buite ben geweest
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03433) vertaling: nie zegge de ge 'n kedoke vur hum hed gekocht
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03433) vertaling: witte nie det ie gevallen is
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03433) vertaling: W perbeerde iemus zeer te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03433) vertaling: 't schent de ze niks mag eete
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03433) vertaling: ze schent niks te maggen eete
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03433) vertaling: ze perbere al d'n hillen dag elkaar te belle
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03433) vertaling: 't beleuft wir 'nne schonnen dag te worre
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03433) vertaling: 't is misschien beeter nog efkes te wochte
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03433) vertaling: we han't geluk um hum mee terug te veene
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03433) vertaling: as de henne nne valk zien zen ze schuiw
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03433) vertaling: as we d'errepel nie kanne verkoope zitte we in de prebleme
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03433) vertaling: as gellie 'm nie meenemt wor ik kaod
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03433) vertaling: hij wiez't
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03433) vertaling: op dees fist wordt veul gedanst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03433) vertaling: nou wordt 'r alliin nog mer brood verkocht in dieje winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03433) vertaling: as ie mee de fiets kumt zal ie wel laot zen
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03433) vertaling: as ge tied heb komt dan is 'nne keer langs
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03433) vertaling: as ge tied heb komt dan is 'nne keer langs
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03433) vertaling: as ge teed hed moete is an komme
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03433) vertaling: as ge teed hed moete is an komme
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03433) vertaling: as ik rijk ben koop ik nen duren auto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03433) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03433) vertaling: meschien ga'k 't wel kreege
komt voor: j
opm.: dav
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03433) vertaling: meschien ga'k 't wel kreege
komt voor: j
opm.: dav
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03433) vertaling: d?rrefde ge 'r op te duiwe
komt voor: j
opm.: dav
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03433) vertaling: d?rrefde ge 'r op te duiwe
komt voor: j
opm.: dav
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03433) vertaling: d?rrefde ge 't hum te vraoge
komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03433) vertaling: d?rrefde ge 't hum te vraoge
komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03433) vertaling: d?rrefde ge ze te vragen
komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03433) vertaling: d?rrefde ge ze te vragen
komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03433) vertaling: is Pol hier gewest
komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03433) vertaling: is Pol hier gewest
komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03433) vertaling: hoe hi Pol de opgelost
komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03433) vertaling: hoe hi Pol de opgelost
komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03433) vertaling: hedde ge me diejen brief gestuurd
komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03433) vertaling: hedde ge me diejen brief gestuurd
komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03433) vertaling: ik heb 't hum gegeve
komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03433) vertaling: ik heb 't hum gegeve
komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03433) vertaling: ze leeft op watter en brood dees week
komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03433) vertaling: ze leeft op watter en brood dees week
komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03433) vertaling: M hi gezeed de ge geperbeerd hed 'n liedje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03433) vertaling: M hi gezeed de ge geperbeerd hed 'n liedje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03433) vertaling: M hi gezeed de ge peperbeert hed 'n liedje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03433) vertaling: M hi gezeed de ge peperbeert hed 'n liedje te zinge
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03433) vertaling: M hi gezeed de ge geperbeerd hed heur 'n boek te geeve
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03433) komt voor: j
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03433) komt voor: j
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03433) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03433) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03433) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03433) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03433) vertaling: die van de stad die hebbe hier veul huis gebouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03433) vertaling: an de nuuw kenaol dur ziede gin mens mir
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03433) vertaling: gistere is Jan hier gewest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03433) vertaling: d'n dag de Jan belde waar ik nie thuis
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03433) vertaling: Jef zouw ik nooit vraoge
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03433) vertaling: Marie zouw z?iets nooit doen
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03433) vertaling: Bert die drinkt welis n glas te veul
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03433) vertaling: Martha die zouw ik wel is be me thuis vraoge
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03433) vertaling: de huis zouw ik nooit wulle koape
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03433) vertaling: de huis daor stit 'r al vijftig jaor
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03433) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03433) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03433) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03433) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03433) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03433) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03433) komt voor: n
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03433) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03433) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03433) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03433) vertaling: hi G gebeld
473 (z11b) En pas op! (inf. 03433) vertaling: kek ?t
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03433) vertaling: 't waar mer krek goed genoeg
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03433) vertaling: M hi nouw meer koei as de ze vruuger haj
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03433) vertaling: as S haj kanne komme dan haj ze de gedon ok
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03433) vertaling: zij is de beste dokteres die ik ken
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03433) vertaling: vur de ge iets weggojt moete fekes belle
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03433) vertaling: de's al wak gekrege heb
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03433) vertaling: Jan is te pineechtig um ie't an z'n keinder te geeve
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03433) vertaling: Jan is te pineechtig um ok mer ie't an z'n keinder te geeve
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03433) vertaling: Jan is te pineechtig um ok mer ie't an z'n keinder te geeve
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03433) vertaling: Jan is te pineechtig um ie't an z'n keinder te geeve
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03433) vertaling: asof ge iet van voetballe afwit
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03433) vertaling: legt de boek nir
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03433) vertaling: as ge echt nie kunt wachte dan komde mer
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan den dokter haj kanne roepe
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03433) vertaling: ik weet de Jan den dokter geroepe kos hebbe
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03433) vertaling: hij zee de ik 't haj moete doen
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03433) vertaling: hij zee de ik 't gedon moes hebbe
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03433) vertaling: hij is vurrige week dur dokter Mertes geoppereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03433) vertaling: hij is word merrege dur dokter Mertes geoppereerd
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03433) vertaling: ik denk de ge veul zoud moete weggoije
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03433) vertaling: 't is stom um zo'n duur dinge weg te goije
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03433) vertaling: hij is al 't kepot spul an't weggoije
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03433) vertaling: ik veen de ge dikker de krant zoud moete leeze
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03433) vertaling: 't is stom um in d'n donkere de krant te kleeze
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03433) vertaling: hij is d'n hillen dag bezig mee de krant te leeze
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03433) fragment: door (1)
506 (z14d) Heb jij aan Jan gezien? (inf. 03433) fragment: misschien (1)
510 (z14e) Heb jij aan mijn portefeuille gezien? (inf. 03433) fragment: misschien (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03433) vertaling: zo'n ding iin he'k nog nooit gezien
komt voor: j
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03433) vertaling: zo'n ding iin he'k nog nooit gezien
komt voor: j
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03433) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03433) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03433) vertaling: ge bent ok n'n aarigen inne
komt voor: n
opm.: dav
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03433) vertaling: ge bent ok n'n aarigen inne
komt voor: n
opm.: dav
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03433) vertaling: R hi 'nne gruunen appel weg gegeve nouw hit ie nog twii rooi
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03433) vertaling: d'r waar veul man op 't fist
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03433) vertaling: waar d'r veul man op 't fist
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03433) vertaling: wa vur boeke hedde gekocht
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03433) vertaling: hij wont bij Marietjes
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03433) vertaling: hij wont be Wimme
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03433) vertaling: lopt efkes nur den bakker Wim
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03433) vertaling: wie hedde gezien
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03433) vertaling: wie hi uuw gezien
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03433) vertaling: haj ik de gewete dan haj k't nie gedon
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03433) vertaling: 't zouw beeter zen um nog efkes te wochte
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03433) vertaling: gelukkig haj Jan d'n dokter gebeld en die waar d'r nogal is gaaw
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03433) vertaling: lopt nou toch dur vervelende jong
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03433) komt voor: j
gebr.: 2
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03433) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03433) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03433) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03433) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03433) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Dommelen

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Dommelen