SAND-data Mol (K276p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
035 (x01a) | Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03321) |
vertaling: Jan wetta nog wel |
036 (x01b) | Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03321) |
vertaling: M en P zie mekaandere veu de kerk |
037 (x01c) | Toon wast ... (inf. 03321) |
vertaling: T wast z'n eige opm.: reflexief: z'n eigen |
038 (x01d) | De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03321) |
vertaling: de schrijnwerker he gen nagels bij |
039 (x01e) | Fons zag een slang naast ... (inf. 03321) |
vertaling: F zag een slang neffen m opm.: reflexief: hem |
040 (x01f) | Erik liet mij voor zich werken (inf. 03321) |
vertaling: E liet mij veu hem werke opm.: reflexief: hem |
041 (x01g) | Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03321) |
vertaling: J liet d'r eige meedrijven op de golve opm.: reflexief: haar eigen |
042 (x01h) | Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03321) |
vertaling: T bezag z'n eigen s goed in de spiegel opm.: reflexief: z'n eigen |
043 (x01i) | Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03321) |
vertaling: J he een pint gedronken in twee minute |
044 (x01j) | Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03321) |
vertaling: da zijn gemakkelijke schoene |
045 (x01k) | Eduard kent zichzelf goed (inf. 03321) |
vertaling: de War kent z'n eige goe opm.: reflexief: z'n eigen |
046 (x01l) | Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03321) |
vertaling: War he gehoord dat er foto's van hem in de vitrine staan opm.: reflexief: hem |
047 (x01m) | Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03321) |
vertaling: die petatte kunne ge nie goe schelle |
884 (x01n) | Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03321) |
vertaling: dees glas brekt as t op de grond valt |
052 (x02a) | Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03321) |
vertaling: meneer doktoor, levek wel gezond genoeg |
054 (x02b) | Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03321) |
vertaling: al jare leeft em van de erfenis van ze vader |
056 (x02c) | Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03321) |
vertaling: Dees week leeft ze op water en brood |
058 (x02d) | Leeft het nog? (inf. 03321) |
vertaling: levet nog |
060 (x02e) | Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03321) |
vertaling: oe lank leve gelie al van die erfenis |
062 (x02f) | In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03321) |
vertaling: In Bretagne leve ze veral van de visvangst |
064 (x02g) | Na het eten ga ik slapen (inf. 03321) |
vertaling: na t ete gonek slape |
065 (x02h) | Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03321) |
vertaling: zou'k da wel kunnen doen |
066 (x02i) | Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03321) |
vertaling: Hij liet z'n huis afbreken |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03321) |
vertaling: ik weet da Jan hard moet kunne werke komt voor: j gebr.: 5 |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03321) |
vertaling: ik weet da Jan hard moet kunne werke komt voor: j gebr.: 5 |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03321) |
vertaling: ik weet da Jan hard moet kunne werke komt voor: j gebr.: 5 |
076 (x03b) | Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03321) |
komt voor: n |
078 (x03c) | Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03321) |
komt voor: n |
079 (x03d) | Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03321) |
komt voor: n |
081 (x03e) | Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03321) |
komt voor: n |
083 (x03f) | Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03321) |
komt voor: n |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
880 (x04(iii)b) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03321) |
komt voor: n |
088 (x04(iii)c) | Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03321) |
komt voor: n |
089 (x04(iii)d) | Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03321) |
komt voor: n |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03321) |
komt voor: n |
093 (x04(iv)c) | Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03321) |
komt voor: n |
094 (x04(iv)d) | Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03321) |
komt voor: n |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
096 (x04(ix)b) | Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03321) |
komt voor: n |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03321) |
komt voor: n |
098 (x04(ix)d) | Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03321) |
komt voor: n |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03321) |
komt voor: n |
102 (x04(v)c) | Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03321) |
komt voor: n |
103 (x04(v)d) | Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03321) |
komt voor: n |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03321) |
komt voor: n |
107 (x04(vi)c) | Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03321) |
komt voor: n |
110 (x04(vi)d) | Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03321) |
komt voor: n |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03321) |
komt voor: n |
114 (x04(vii)c) | Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03321) |
komt voor: n |
115 (x04(vii)d) | Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03321) |
komt voor: n |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03321) |
komt voor: n |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03321) |
komt voor: n |
121 (x04(viii)d) | Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03321) |
komt voor: n |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
124 (x04(x)b) | Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03321) |
komt voor: n |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03321) |
komt voor: n |
126 (x04(x)d) | Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03321) |
komt voor: n |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03321) |
komt voor: n |
130 (x04(xi)c) | Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03321) |
komt voor: n |
131 (x04(xi)d) | Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03321) |
komt voor: n |
133 (x05a) | Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03321) |
vertaling: Jan he gennen ienen boek ne mier |
134 (x05b) | Jan en heeft geen boek meer (inf. 03321) |
vertaling: Jan he gennen boek ne mie |
135 (x05c) | Boeken heeft Jan geen (inf. 03321) |
vertaling: boeke, die he Jan nie |
136 (x05d) | Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03321) |
vertaling: Jan he nie veul geld ne mie |
144 (x05e) | Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03321) |
vertaling: over dees probleem mag iemand nie klappen |
138 (x05f) | Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03321) |
vertaling: over dees probleem mag iemand nie klappen |
139 (x05g) | Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03321) |
vertaling: niemand ze datm komt |
140 (x05h) | Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03321) |
vertaling: zitten ier ieverans muize |
141 (x05i) | Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03321) |
vertaling: ik geef niks aan nen andere |
142 (x05j) | Niemand wil niet werken niet (inf. 03321) |
vertaling: niemand wilt werke |
143 (x05k) | Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03321) |
vertaling: me wisse nie dat m thuis was |
144a (x05l) | Ik wist het niet ook niet (inf. 03321) |
vertaling: ik wisse't ook nie |
145 (x05m) | Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03321) |
vertaling: hij mag mee iemand nie spreke over dees probleem |
155 (x06) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03321) |
vertaling: Jan wet dat m den auto veu drie ure moet gemaakt hemme |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03321) |
komt voor: n |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
158 (x06c) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03321) |
komt voor: n |
159 (x06d) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03321) |
komt voor: n |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 3 |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 3 |
161 (x06f) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03321) |
komt voor: n |
162 (x07a) | Maries auto is kapot (inf. 03321) |
vertaling: den auto va M is kapot opm.: Prenominale possessieve genitief '-s': n.v.t. |
163 (x07b) | Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03321) |
vertaling: M d'ren auto is kapot |
164 (x07c) | Piets auto is kapot (inf. 03321) |
vertaling: den auto va P is kapot opm.: prenominale possessieve genitief '-s': n.v.t. |
165 (x07d) | Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03321) |
vertaling: P z'nen auto is kapot |
166 (x07e) | Die mans auto is kapot (inf. 03321) |
vertaling: den auto van die vent is kapot |
167 (x07f) | Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03321) |
vertaling: die vent z'nen auto is kapot |
168 (x07g) | Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03321) |
vertaling: dien auto is nie va mij ma van hem |
169 (x07h) | Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03321) |
vertaling: de gazet van gistere lee onder den TV |
170 (x07i) | Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03321) |
vertaling: J is t bruurke van K en K |
171 (x07j) | Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03321) |
vertaling: die jonges d'r velos ze gepikt |
172 (x07k) | Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03321) |
vertaling: de zusters d'r moeder is op bezoek |
173 (x07l) | Die auto is Wims (inf. 03321) |
vertaling: dien auto is va Wim |
174 (x07m) | Die fiets is mijns (inf. 03321) |
vertaling: die velo is van mij |
179 (x08b) | Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03321) |
vertaling: ik wil iemand nie kwetse |
180 (x08c) | Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03321) |
vertaling: t is spijtig da me nie meuge kome |
181 (x08d) | Dat niet en ga ik doen (inf. 03321) |
vertaling: da gonnek nie doen |
182 (x08e) | (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03321) |
vertaling: ik hem nie gewerkt |
183 (x08f) | Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03321) |
vertaling: hij had t nog ma juust verteld of M begos te blete |
184 (x08g) | Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03321) |
vertaling: gaat ie bestelling na mar ophale |
185 (x08h) | Hij en werkt (inf. 03321) |
vertaling: hij werkt nie |
186 (x08i) | Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03321) |
vertaling: gij meugt hie ne mie komme opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t. |
187 (x08j) | Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03321) |
vertaling: Jan wilde nie da'me M opbelde opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t. |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03321) |
fragment: vu (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03321) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03321) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03321) |
fragment: vu (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03321) |
fragment: vu te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03321) |
fragment: vu te (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03321) |
fragment: (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03321) |
fragment: (2) |
190 (x09c) | Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03321) |
fragment: vu te (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03321) |
fragment: as (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03321) |
fragment: (2) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03321) |
fragment: (2) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03321) |
fragment: as (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03321) |
fragment: (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03321) |
fragment: (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03321) |
fragment: te (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03321) |
fragment: te (2) |
193 (x09f) | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03321) |
fragment: as (1) |
194 (x09g) | Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03321) |
fragment: as (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03321) |
fragment: as (1) |
196 (x09i) | Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03321) |
fragment: as (1) |
197 (x09j) | Is Jan even oud als jij? (inf. 03321) |
fragment: as (1) |
199 (x09k) | Hij staat te zeuren (inf. 03321) |
fragment: te (1) |
198 (x09l) | Hij kan staan zeuren (inf. 03321) |
fragment: (1) |
200 (x09m) | Toen we aankwamen regende het (inf. 03321) |
fragment: da me (1) opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging |
201 (x09n) | Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03321) |
fragment: dat m (1) |
202 (x09o) | Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03321) |
fragment: dat m (maar zonder of) (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 03321) |
fragment: of dat m (1) |
204 (x10a) | Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03321) |
vertaling: ik weet da gelie op iemand nie kwaad zijt |
205 (x10b) | Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03321) |
vertaling: ik weet da's op niks fier is |
206 (x10c) | Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03321) |
vertaling: Els denkt da't nie gemakkelijk is |
207 (x10d) | Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03321) |
vertaling: ik weet da'k te laat zijn en gij nie |
208 (x10e) | Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03321) |
vertaling: ge wet toch da gij moet werke en ik nie |
209 (x10f) | Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03321) |
vertaling: alleman denkt da welie naa huis gon en da zelie nog meuge blijve |
210 (x10g) | Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03321) |
vertaling: t is spijtig da hij komt en da zij eweggaa |
211 (x10h) | Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03321) |
vertaling: ik denk da Lisa ziek is |
213 (x10i) | Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03321) |
vertaling: ik denk da P en L gon trawe |
226 (y01(i)a) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03321) |
komt voor: n |
227 (y01(i)b) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03321) |
komt voor: n |
228 (y01(i)c) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03321) |
komt voor: n |
230 (y01(ii)a) | A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03321) |
komt voor: n |
231 (y01(ii)b) | A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03321) |
komt voor: n |
232 (y01(ii)c) | A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03321) |
komt voor: n |
234 (y01(iii)a) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03321) |
komt voor: n |
235 (y01(iii)b) | A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03321) |
komt voor: n |
236 (y01(iii)c) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03321) |
komt voor: n |
237 (y01(iii)d) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03321) |
komt voor: j |
238 (y01(iii)e) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03321) |
komt voor: n |
239 (y01(iii)f) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03321) |
komt voor: n |
240 (y01(iii)g) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03321) |
komt voor: n |
241 (y01(iii)h) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03321) |
komt voor: j |
242 (y01(iii)i) | A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03321) |
komt voor: n |
243 (y01(iii)j) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03321) |
komt voor: n |
244 (y01(iii)k) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03321) |
komt voor: n |
245 (y01(iv)a) | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03321) |
komt voor: n |
246 (y01(iv)b) | Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03321) |
komt voor: n |
247 (y01(iv)c) | Doe het brood even snijden! (inf. 03321) |
komt voor: n |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03321) |
fragment: waa dat de (1) |
250 (y02b) | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03321) |
fragment: waa da (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03321) |
komt voor: n |
252 (y02d) | De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03321) |
komt voor: n |
253 (y02e) | Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03321) |
komt voor: n |
254 (y02f) | Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03321) |
fragment: die (1) |
255 (y02g) | In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03321) |
fragment: waar da (1) |
256 (y02h) | Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03321) |
fragment: da (1) opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03321) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
257 (y02j) | Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03321) |
komt voor: n |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03321) |
fragment: wien da (1) |
260 (y03a) | Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03321) |
vertaling: wien denke ge da'k in t stad gezien hem |
261 (y03b) | Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03321) |
vertaling: hoe denke ge da'ze 't opgelost hemme |
265 (y03c) | Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03321) |
vertaling: hoe denke ge da'ze 't opgelost hemme |
263 (y03d) | Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03321) |
vertaling: M wet nie wien da wellie wille opbelle |
264 (y03e) | Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03321) |
vertaling: wet iemand wien da welie geroepen hemme |
262 (y03f) | Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03321) |
vertaling: wien denke ge da'k in t stad gezien hem |
266 (y03g) | Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03321) |
vertaling: wien denke ge da'k in t stad gezien hem |
267 (y04a) | Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03321) |
vertaling: hij he z'n hande gewasse |
268 (y04b) | Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03321) |
vertaling: hij he z'n hem gewasse |
269 (y04c) | Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03321) |
vertaling: hij he nen hoed op zene kop |
270 (y04d) | Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03321) |
vertaling: hij he een plek op z'n hem |
271 (y04e) | Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03321) |
vertaling: hij he ze been gebroke |
272 (y04f) | Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03321) |
vertaling: ze he d'r eige zier gedon opm.: reflexief: haar eigen |
273 (y04g) | Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03321) |
vertaling: M trok t deke no heure kant |
051 (y04h) | Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03321) |
vertaling: L wet datter foto's van hem te koop zijn |
274 (y04i) | Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03321) |
vertaling: ge wet toch nog wel dame toen deu da bos gelope zen |
277 (y04j) | Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03321) |
vertaling: ik weet nog dat n auto van M kapot was |
280 (y04k) | Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03321) |
vertaling: ze wet nog dat m as een verke zat te ete |
283 (y04l) | Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03321) |
vertaling: welle wete nog da Jan z'n boeke gepikt ware, ma zellie weten t ne mie |
286 (y04m) | Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03321) |
vertaling: wette gelle nog dame Jan op de met gezien hemme |
289 (y04n) | Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03321) |
vertaling: hij he z'n eige een ongeluk gewerkt opm.: reflexief: z'n eigen |
290 (y04o) | Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03321) |
vertaling: hij voelde z'n eige deu t ijs zakke opm.: reflexief: z'n eigen |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03321) |
vertaling: zou hij da kunne gedaan hemme |
877 (y05(i)) | Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03321) |
fragment: gekunne (1) |
878 (y05(ii)) | Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03321) |
fragment: gedaan (1) |
296 (y05(iii)a) | Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03321) |
komt voor: n |
297 (y05(iii)b) | Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03321) |
komt voor: n |
298 (y05(iii)c) | Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03321) |
komt voor: n |
299 (y05(iii)d) | Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03321) |
komt voor: n |
300 (y05(iii)e) | Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03321) |
komt voor: n |
301 (y05(iii)f) | Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03321) |
komt voor: n |
302 (y05(iii)g) | Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03321) |
komt voor: n |
303 (y05(iii)h) | Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03321) |
komt voor: n |
304 (y05(iii)i) | Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03321) |
komt voor: n |
305 (y05(iii)j) | Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03321) |
komt voor: n |
306 (y05(iii)k) | Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03321) |
komt voor: n |
307 (y05(iii)l) | Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03321) |
komt voor: n |
309 (y06a) | Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03321) |
komt voor: n |
310 (y06b) | Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03321) |
komt voor: n |
311 (y06c) | Ik denk hij weg is (inf. 03321) |
komt voor: n |
312 (y06d) | Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03321) |
komt voor: n |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. 03321) |
komt voor: n |
315 (y06f) | Ik weet hij is weg (inf. 03321) |
komt voor: n |
316 (y06g) | Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03321) |
komt voor: n |
317 (y06h) | Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03321) |
komt voor: n |
318 (y06i) | Kaas maken weet ik niets van (inf. 03321) |
komt voor: n |
321 (y06j) | Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03321) |
komt voor: n |
322 (y06k) | Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03321) |
komt voor: n |
323 (y06l) | De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03321) |
komt voor: n |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03321) |
komt voor: n |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. 03321) |
vertaling: de die zouk nie durven opete komt voor: j |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. 03321) |
vertaling: de die zouk nie durven opete komt voor: j |
326 (y06o) | Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03321) |
komt voor: n |
330 (y07a) | Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03321) |
komt voor: n |
331 (y07b) | Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03321) |
komt voor: n |
332 (y07c) | Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03321) |
komt voor: n |
333 (y07d) | Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03321) |
komt voor: n |
334 (y07e) | De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03321) |
komt voor: n |
335 (y07f) | Ga je naar huis denk? (inf. 03321) |
komt voor: n |
336 (y08a) | In die tijd leefde ik erop los (inf. 03321) |
vertaling: in dien tijd leefden k r op los |
337 (y08b) | Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03321) |
vertaling: vroeger leefden m lak e biest |
338 (y08c) | Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03321) |
vertaling: daa leefde welie... |
339 (y08d) | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03321) |
vertaling: niemand mag da zien, dus vindek da gij t ook nie meugt zien |
339 (y08d) | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03321) |
vertaling: iemand mag da nie zien, dus vindek da gij t ook nie meugt zien |
339 (y08d) | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03321) |
vertaling: iemand mag da nie zien, dus vindek da gij t ook nie meugt zien |
339 (y08d) | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03321) |
vertaling: niemand mag da zien, dus vindek da gij t ook nie meugt zien |
340 (y08e) | Het gebeurde toen je wegging (inf. 03321) |
vertaling: t is gebeurd as ge vertrok |
341 (y08f) | Ik weet waar je geboren bent (inf. 03321) |
vertaling: ik weet waa da gij gebore ze opm.: waar dat - ja |
342 (y08g) | Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03321) |
vertaling: na da gij gedaan he, meuge gon |
343 (y08h) | Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03321) |
vertaling: omda M gestorve was, het heure man A ne mie kunnen helpe |
346 (y09) | Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03321) |
vertaling: ik weet dat m go zwemmen is |
347 (y09a) | Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03321) |
komt voor: n |
348 (y09b) | Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03321) |
komt voor: n |
349 (y09c) | Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03321) |
komt voor: n |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
351 (y09e) | Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03321) |
komt voor: n |
352 (y09f) | Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03321) |
komt voor: n |
353 (y10a) | Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03321) |
komt voor: n |
354 (y10b) | Gaat ze dansen? Jase (inf. 03321) |
komt voor: n |
355 (y10c) | Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03321) |
komt voor: n |
356 (y10d) | Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03321) |
komt voor: n |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03321) |
vertaling: wien da komt voor: j |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03321) |
vertaling: wien da komt voor: j |
359 (y11a) | Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03321) |
komt voor: n |
360 (y11b) | Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03321) |
komt voor: n |
361 (y11c) | Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03321) |
komt voor: n |
362 (y11d) | Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03321) |
komt voor: n |
363 (y11e) | Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03321) |
komt voor: n |
365 (y11f) | Hem is dood (inf. 03321) |
komt voor: n |
364 (y11g) | Is hem dood? (inf. 03321) |
vertaling: is m dood komt voor: j |
364 (y11g) | Is hem dood? (inf. 03321) |
vertaling: is m dood komt voor: j |
366 (y11h) | Haar is ziek (inf. 03321) |
komt voor: n |
367 (y11i) | Is haar ziek? (inf. 03321) |
komt voor: n |
368 (y11j) | Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03321) |
komt voor: n |
369 (y11k) | Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03321) |
komt voor: n |
370 (z01a) | Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03321) |
fragment: die (1) |
371 (z01b) | Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03321) |
fragment: die (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03321) |
komt voor: n |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03321) |
komt voor: n |
374 (z01e) | De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03321) |
fragment: waa da (1) |
375 (z01f) | De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03321) |
komt voor: n |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03321) |
komt voor: n |
377 (z01h) | Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03321) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
379 (z01i) | Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03321) |
fragment: die (1) |
380 (z01j) | Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03321) |
fragment: da (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03321) |
fragment: wien da (1) |
382 (z01l) | De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03321) |
komt voor: n |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03321) |
vertaling: Piet denkt da J en M op iemand nie kwaad zijn betekenis: negative concord |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03321) |
vertaling: Piet denkt da J en M op iemand nie kwaad zijn betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03321) |
vertaling: W denkt da me nooit aan iemand genne prijs geven betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03321) |
vertaling: W denkt da me nooit aan iemand genne prijs geven betekenis: negative concord |
386 (z02c) | Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03321) |
vertaling: t is waar da ze nie mee Marie meuge klappe betekenis: negatie > modaal |
386 (z02c) | Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03321) |
vertaling: t is waar da ze nie mee Marie meuge klappe betekenis: negatie > modaal |
389 (z03a) | A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03321) |
vertaling: ieverans nie |
388 (z03b) | A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03321) |
vertaling: iemand nie |
387 (z03c) | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03321) |
vertaling: nooit nie |
387 (z03c) | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03321) |
vertaling: nooit nie |
387 (z03c) | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03321) |
vertaling: nooit |
387 (z03c) | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03321) |
vertaling: nooit |
390 (z03d) | A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03321) |
vertaling: niks nie |
390 (z03d) | A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03321) |
vertaling: niks |
390 (z03d) | A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03321) |
vertaling: niks |
390 (z03d) | A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03321) |
vertaling: niks nie |
391 (z03e) | A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03321) |
vertaling: gen |
392 (z04a) | Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03321) |
vertaling: nie zenge da'k buite geweest zen |
393 (z04b) | Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03321) |
vertaling: nie zenge da ge ne cadeau veu hem gekocht he |
394 (z04c) | Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03321) |
vertaling: wete ge nie dat m gevallen is |
399 (z05a) | Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03321) |
vertaling: W probeerde iemand nie zeer te doen |
397 (z05b) | 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03321) |
vertaling: t schijnt da ze niks mag ete |
398 (z05c) | Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03321) |
vertaling: t schijnt da ze niks mag ete |
399a (z05d) | Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03321) |
vertaling: ze proberen al den hielen dag veu mekanderen op te bellen |
400 (z05e) | Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03321) |
vertaling: ik denk da't ne schonen dag wordt |
401 (z05f) | 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03321) |
vertaling: 't is misschien beter da me nog efkes wachte |
402 (z05g) | We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03321) |
vertaling: me hadde geluk da'm 'm direct terugvonne |
404 (z06a) | Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03321) |
vertaling: as de keikes een valk zien zen ze bang |
405 (z06b) | Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03321) |
vertaling: as me de petatte nie kunne verkope, zitte me in de probleme |
406 (z06c) | Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03321) |
vertaling: as ge 'm nie meeneemt, won ik kwaad |
407 (z06d) | Hij wist he(n)t (inf. 03321) |
vertaling: hij wis't |
408 (z06e) | Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03321) |
vertaling: op dees feest wordt veel gedanst |
409 (z06f) | Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03321) |
vertaling: na verkope ze nog maar alleen brood in die winkel |
410 (z06g) | Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03321) |
vertaling: as'm mee de velo komt, zal'm wel laat zen |
412a (z06h) | Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03321) |
vertaling: as ge tijd he, komt dan eens af |
413a (z06i) | Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03321) |
vertaling: as'k rijk sen, koop k ne chiquen auto |
881 (z07(i)) | Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03321) |
komt voor: n |
417 (z07(ii)a) | Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03321) |
komt voor: n |
418 (z07(ii)b) | Durfder gij op duwen? (inf. 03321) |
komt voor: n |
419 (z07(ii)c) | Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03321) |
komt voor: n |
420 (z07(ii)d) | Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03321) |
komt voor: n |
421 (z07(ii)e) | Is hij Pol hier geweest? (inf. 03321) |
komt voor: n |
422 (z07(ii)f) | Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03321) |
komt voor: n |
423 (z07(ii)g) | Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03321) |
komt voor: n |
424 (z07(ii)h) | Ik heb hem het gegeven (inf. 03321) |
komt voor: n |
425 (z07(ii)i) | Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03321) |
komt voor: n |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03321) |
vertaling: M he geze da gij geprobeerd he een lieke te zingen |
549 (z08(v)) | Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03321) |
vertaling: Marie he geze da gij geprobeerd he nen boek aan heur te geve |
543a (z08a) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03321) |
komt voor: n |
546 (z08b) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03321) |
komt voor: n |
537 (z08c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03321) |
komt voor: n |
604a (z08d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03321) |
komt voor: n |
547 (z08e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03321) |
komt voor: n |
543 (z08f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03321) |
komt voor: n |
535 (z08g) | Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 2 |
535 (z08g) | Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 2 |
440 (z09a) | Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03321) |
vertaling: die van t stad die hemmen hie veul huize gezet |
441 (z09b) | Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03321) |
vertaling: an die nief vaart daa ziere ge iemand ne meer |
442 (z09c) | Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03321) |
vertaling: gisteren is Jan hie geweest |
443 (z09d) | De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03321) |
vertaling: dien dag da Jan belde warek nie thuis |
444 (z09e) | Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03321) |
vertaling: Jef dieje zouk nooit nie vrage |
445 (z09f) | Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03321) |
vertaling: Marie, die zou dda nooit nie doen |
446 (z09g) | Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03321) |
vertaling: Ber, die drinkt wel es te veul |
447 (z09h) | Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03321) |
vertaling: Martha, die zouk wel es willen vrage |
448 (z09i) | Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03321) |
vertaling: dat huis, da zou'k nooit nie wille kope |
449 (z09j) | Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03321) |
vertaling: dat huis, da staat daar al vijftig jaar |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
452 (z10(i)b) | Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03321) |
komt voor: n |
453 (z10(i)c) | Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03321) |
komt voor: n |
454 (z10(i)d) | Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03321) |
komt voor: n |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
457 (z10(ii)b) | Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03321) |
komt voor: n |
458 (z10(ii)c) | Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03321) |
komt voor: n |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
462 (z10(iii)b) | Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03321) |
komt voor: n |
464 (z10(iii)c) | Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03321) |
komt voor: n |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
467 (z10(iv)b) | Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03321) |
komt voor: n |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 5 |
470 (z10(v)b) | Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03321) |
komt voor: n |
471 (z10(v)c) | Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03321) |
komt voor: n |
472 (z11a) | En heeft Gunther gebeld? (inf. 03321) |
vertaling: he G gebeld |
473 (z11b) | En pas op! (inf. 03321) |
vertaling: pas op |
474 (z11c) | 't En was maar net goed genoeg (inf. 03321) |
vertaling: t was ma juust goe genoeg |
475 (z11d) | Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03321) |
vertaling: ze he naa meer koeien as vroeger |
476 (z11e) | Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03321) |
vertaling: as S kunne kome was, dan had ze da gedaan |
477 (z11f) | Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03321) |
vertaling: z'is den besten doktoor da'k ken |
478 (z11g) | Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03321) |
vertaling: vooda g'iet ewegsmijt, moete ge's belle |
479 (z11h) | Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03321) |
vertaling: hier is alles da'k gekregen hem |
480 (z11i) | Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03321) |
vertaling: J is te gier voor iet aa z'n kindere te geve |
481 (z11j) | Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03321) |
vertaling: pecies of da gij iet va voetbal kent |
482 (z11k) | Dat boek leg neer! (inf. 03321) |
vertaling: legt dien boek neer |
483 (z11l) | Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03321) |
vertaling: as ge echt nie kunt wachte, komt da ma |
488 (z12a) | Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03321) |
vertaling: ik weet da Jan den doktoor kunne roepen had |
489 (z12b) | Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03321) |
vertaling: ik weet da Jan den doktoor kos geroepen hemme |
490 (z12c) | Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03321) |
vertaling: hij ze da'k ik 't moeten doen had |
491 (z12d) | Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03321) |
vertaling: hij ze da'k ik 't moes gedaan hemme |
492 (z12e) | Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03321) |
vertaling: hij's verleje week doo dokter M gopereerd |
493 (z12f) | Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03321) |
vertaling: hij wordt merege doo dokter M gopereerd |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03321) |
vertaling: ik denk da ge veul zou moeten wegsmijte positie: 3 |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03321) |
vertaling: ik denk da ge veul zou moeten wegsmijte positie: 3 |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03321) |
vertaling: t is lomp van zo'n dier dinges eweg te smijte positie: 1 |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03321) |
vertaling: t is lomp van zo'n dier dinges eweg te smijte positie: 1 |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03321) |
vertaling: hij's alle kapotte dinges eweg aan't smijte positie: 1 |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03321) |
vertaling: hij's alle kapotte dinges eweg aan't smijte positie: 1 |
498 (z13d) | Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03321) |
vertaling: ik vind da ge de gazet wa meer zou moeten lezen positie: 1 |
498 (z13d) | Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03321) |
vertaling: ik vind da ge de gazet wa meer zou moeten lezen positie: 1 |
499 (z13e) | Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03321) |
vertaling: t is lomp van in den donkere de gazet te leze positie: 1 |
499 (z13e) | Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03321) |
vertaling: t is lomp van in den donkere de gazet te leze positie: 1 |
500 (z13f) | Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03321) |
vertaling: hij is den hielen dag de gazet aan't leze positie: 1 |
500 (z13f) | Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03321) |
vertaling: hij is den hielen dag de gazet aan't leze positie: 1 |
512 (z15a) | Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03321) |
komt voor: n |
513 (z15b) | Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03321) |
komt voor: n |
514 (z15c) | Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03321) |
komt voor: n |
515 (z15d) | Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03321) |
komt voor: n |
516 (z16a) | Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03321) |
vertaling: R he iene groenen appel eweggegeven en na he 't 'm nog twee rooi |
412 (z16b) | Er waren veel mensen op het feest (inf. 03321) |
vertaling: d'r was veul volk op 't feest |
413 (z16c) | Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03321) |
vertaling: was er veul volk op 't feest |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03321) |
vertaling: wa boeke herre gekocht |
521 (z16e) | Hij woont bij Marietje (inf. 03321) |
vertaling: hij woont bij Marieke |
522 (z16f) | Hij woont bij Wim (inf. 03321) |
vertaling: hij woont bij Wim |
523 (z16g) | Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03321) |
vertaling: loopt 's naa den bakker, Wim |
524 (z16h) | Wie heb je gezien? (inf. 03321) |
vertaling: wien herre gezien |
525 (z16i) | Wie heeft jou gezien? (inf. 03321) |
vertaling: wien he jaw gezien |
527 (z16j) | Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03321) |
vertaling: as'k da gewten had, had 'k 't nie gedaan |
528 (z16k) | 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03321) |
vertaling: ge zou beter nog efkes wachte |
882 (z16l) | Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03321) |
vertaling: gelukkig had Jan den doktoor gebeld en die was heel rap daar |
883 (z16m) | Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03321) |
vertaling: loopt na toch voort, ambetanterikke |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 4 |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03321) |
komt voor: j gebr.: 4 |
534 (z17b) | Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03321) |
komt voor: n |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03321) |
komt voor: n |
545 (z17d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03321) |
komt voor: n |
536 (z17e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03321) |
komt voor: n |
605a (z17f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03321) |
komt voor: n |
548 (z17g) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03321) |
komt voor: n |
542 (z17h) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03321) |
komt voor: n |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
hulpinterviewer | [v=018] Ze weet nie dat Marie gisteren gestorven is. | |||
informant |
Ze wet ni _ . [a] Ze wet et ni dase gisteren gestorvenis. [/a]
da se gestorve n is |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Da Marie gisteren gestorvenis.
gestorve n is |
|||
hulpinterviewer | Ja. [v=035] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
hulpinterviewer | Jan wet da nog. | |||
informant | Ja. [a] Jan wet da nog. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=038] de timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] den timmerman heet geen nagels bij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Louis liet mij voor zich werke. [/v] | |||
hulpinterviewer | Voor em. | |||
informant | Liet me voor mij werke. | |||
hulpinterviewer | [a] Liet me voor em werke. [/a] | tagging | ||
informant | Voor em. | |||
hulpinterviewer | Ja. [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant |
[a] Niemand kanda of niemand wilta. [/a]
kan da wil ta |
tagging | ||
veldwerker | Kunt ge ook iets anders zeggen? | |||
hulpinterviewer | Niemand heet dat ooit gewille of gekunnen. | |||
informant | Ja. Gekunne. Ja zoiets. | |||
hulpinterviewer | Niemand. Geen man. | |||
informant | Geen man. | |||
hulpinterviewer | Geen man heet dat ooit gewille of gekunne. | |||
informant |
Geen man ist. Ja [/e=1]
is t |
|||
hulpinterviewer | [v=041] Jeanne liet zich meedrijve op de golven. [/v] | |||
informant |
[a] Liet hereige op de baren mee drijve. [/a]
her eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Toon bezag | |||
hulpinterviewer | zijn eige | |||
informant |
[a] bezag zich zijneige in de spiegel [/a]
zijn eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
hulpinterviewer | Kent zen eige goed. | |||
informant | Zen eige goed. Ja. | |||
hulpinterviewer | Ja hier zeggen ze niet eduard maar het gaat over _ . De Ward. | |||
informant | Ward. | |||
hulpinterviewer | De Ward die kent zen eige goed. | |||
informant |
[a] de ward die kent zeneige goed [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=046] Ward heeft gehoord datter foto's van zichzelf in de etalage staan. [/v]
dat ter |
|||
hulpinterviewer | [a] De Ward heet hore zegge. | |||
hulpinterviewer | Datter foto's van em in de venster voor de venster staan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wel willen opete. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Jan had t iel brood willenopete.
wille n opete |
tagging | ||
informant | Ja. | |||
veldwerker | Kunt ge ook zeggen gewild opeten of opeten gewild? | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | Nee. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=053] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders wille. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Als ik zuinig leef leef ik gelijk mijn ouders da zoue wille. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055 Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | [a] As ie nog drie jaar te trekke hee | tagging | ||
informant |
of leeft ie leeft ie zo lang as dak
da k |
|||
hulpinterviewer | As ze vader. | |||
informant | As ze vader. [/a] | |||
hulpinterviewer | Leeft ie zo lang as ze vader. | |||
hulpinterviewer |
En we zeggen misschien assem [/e=1]
as em |
|||
hulpinterviewer | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As zij zo gevaarlijk leeft leeft ze ni lang ni meer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] ast nu nog leeft dan leeftet _ ook nog. [/a]
as t leeft et |
tagging | ||
informant | Morgen en overmorgen. | |||
hulpinterviewer | [v=061] Als jullie zo ongezond leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. | |||
informant | Ongezond. | |||
hulpinterviewer | [a] As gellie zo ongezond leeft he | tagging | ||
hulpinterviewer |
Dan leve gellie nooit zo lang asekik. [/a]
as ek ik |
tagging | ||
informant |
Nooit zo lang as dakik leef. [/e=1]
da k ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Als ze voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Asse voor t werk leve
as se |
tagging | ||
hulpinterviewer | Dan leve ze ni _ . Ja. Of voor der kinderen. [/a] | tagging | ||
informant | Dan leve ze ni voor hullie kinderen. | |||
hulpinterviewer | [v=067] Als Marvel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
hulpinterviewer | nog leeft | |||
informant | [a] As de Cel nog leeft | tagging | ||
informant | dan leeft de Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] As ge gezond leeft dan leefde gij langer. [/a]
leef de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leve dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant | ggg | |||
commentaar | n..v.t. | |||
hulpinterviewer | As er zo weinig boeren zijn misschien. [a] As er zo weinig boeren zijn nog dan leven er veel van t werk in t fabriek. [/a] | tagging | ||
informant | Ja. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=070] Als Lisa en Pierre in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [a] As Lisa en Pierre in den hemel in den hemel leve dan leve Rosa en Sus | tagging | ||
informant | In den hemel. Leve. | tagging | ||
hulpinterviewer | in de hel. [/a] | tagging | ||
informant | In de hel. | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Als we rustig leve leve we gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer | As we rustig leve | |||
informant |
Ame rustig leve
a me |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] As me rustig leve dan leveme gelukkig. [/a]
leve me |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Als we eerlijk leve leve we gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As me eerlijk leve dan leve me gelukkig of dan zen me gelukkig. [/a] | tagging | ||
informant |
Amme eerlijk leve dan zen me gelukkig.
am me |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
hulpinterviewer | Leef maar wa gezonder. | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Leeft gij maar wat gezonder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ja dan zouden we al zeggen. [a] Leeft gellie maar wat minder leeft gellie maar wat minder gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
informant | Minder gevaarlijk ja. | |||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
informant | Ja. [/e=1] | |||
informant | [a] Ik denk da Mar Marie ja Marie hem zou moete roepe. [/a] | |||
hulpinterviewer | Of hem ga moete roepe. | tagging | ||
informant | Of ga roepe. | |||
hulpinterviewer | Ja. [/e=1] | |||
informant | Ja ga roepe. | |||
hulpinterviewer | [v=188] heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? [/v] | |||
hulpinterviewer |
Ja. Hedde genoeg volk voor voor t hooi
he de |
|||
informant | [a] Hedde genoeg volk | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | voor t hooi van t land te halen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Maar we zeggen niet om we zeggen voor he [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=189] Het was vriendelijk van Jan om te komen werken. [/v] | |||
commentaar | n.v;t. | |||
hulpinterviewer | Om zegge we nie he | |||
informant | Nee. | |||
informant | Gaan te werke. Nee. Kome te werken | |||
hulpinterviewer | [a] T was vriendelijk van Jan voor te kome werke. [/a] Zou ik zegge. | tagging | ||
informant | Voor te kome werke. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Da vat is te zwaar voor te drage. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=192] We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant |
We zijn blij dame thuis zen.
da me |
|||
hulpinterviewer | Ja maar we zijn er nog ni he. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer |
[a] Me hope allemaal op tijd thuis te zen. [/a] Of we hopen dame allemaal op tijd thuis zen. [/e=1]
da me |
|||
informant | ggg Me hope. | |||
hulpinterviewer | [v=198] Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die kan een stukje zagen. [/a] ggg | |||
informant | Die kan een stukje zagen. Die kan een stukje | |||
veldwerker | ggg | |||
hulpinterviewer |
[v=200] Toen we aankwame regendenet. [/v]
regende n et |
|||
hulpinterviewer |
Toen da me. Toen da me. Toen dame daar kwame regendenet.
da me regende n et |
|||
informant | Toen me daar kwame. [a] Toen dame daar kwame regendenet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja; [v=215] Ik geloof dat ik groter ben dan hij. [/v] | |||
informant |
Ik geloof dakik _ .
da k ik |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ik denk dak groter zen as ij. [/a]
da k |
tagging | ||
informant | ij | |||
hulpinterviewer | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Ze denkt da gij. Da gij. Of rapper. As ekik.
ek ik |
|||
informant |
[a] Ze denkt dakik da gij eer thuis zijt as ekik. [/a] Of rapper. As ekik.
da k ik ek ik ek ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | Je gelooft _ . | |||
hulpinterviewer | Nee. Ze denkt da gij. | |||
veldwerker | En kunt ge ook zeggen dagegij of zoiets? | |||
hulpinterviewer |
rapper thuis zijt asekik. Niet dan as.
as e kik |
|||
informant |
Asekik. [/e=1]
as ek ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Je gelooft toch niet dat hij sterker is dan jij. [/v] | |||
hulpinterviewer | Da ij sterker is dan | |||
informant |
[a] Ge gelooft toch ni as dage sterker zet asekik. [/a]
da ge as ek ik |
tagging | ||
veldwerker | da-ge as-e-kik | |||
hulpinterviewer | Dat ij sterker is as gij he. | tagging | ||
informant | as ik | |||
hulpinterviewer | Ge denkt toch ni dat ij sterker is as gij. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=218] Ze geloven dat wij rijker zijn dan zij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ze denken _ da wellie | tagging | ||
informant | Ze denken _ da wellie rijker | tagging | ||
hulpinterviewer | rijker zen as | tagging | ||
informant | rijker zen as | |||
hulpinterviewer | as zullie as zullie ja ja he [/a] | tagging | ||
informant | as zullie as zullie | |||
hulpinterviewer | [v=219] We gelove dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] We denke da gellie ni zo slim ze as wellie. [/a] Ja. | tagging | ||
informant |
We denk dame da gellie ni zo slim ze as wellie.
da me |
|||
hulpinterviewer | [v=219] Jullie gelove toch niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gellie denkt toch ni da zellie armer zen as gellie. [/a] | tagging | ||
informant | da wellie armer zen as zellie as gellie ja | |||
hulpinterviewer | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | Gelooft toch ni as dase veel schoonder is _ . | |||
hulpinterviewer | Nee; Nee. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. | |||
hulpinterviewer | [a] Ge denkt toch ni da Lisa even schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
informant | As Anna. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=222] Hij gelooft dat Gaston en Jan sterker zijn dan Theo en Pierre. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij denkt da Gaston en Jan sterker zen as Theo en Pierre en de Pierre. [/a] Ja. | tagging | ||
informant | Ja. Jan. Sterker zen. En Pierre. En de Pierre. | |||
hulpinterviewer | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
hulpinterviewer | De jongen wiens moeder da zegge we zo ni. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Die gast van wie van wien dat de moeder _ . | |||
informant | Van de moeder is. | |||
hulpinterviewer | gisteren hertrouwd is. | |||
hulpinterviewer |
De gast die zijn moeder gisteren hertrouwd is. Zegge wet zo ni?
we t |
tagging | ||
informant | Ja zoiets. | |||
hulpinterviewer | [a] De gast die zijn moeder gisteren hertrouwd is die stond achter mij [/a] Ja. Achter mij. [/e=1] | |||
informant | Die stond achter mij. | |||
hulpinterviewer | [v=250] De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] de bank waar ze op zate was pas geschilderd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
Maar we zegge ni de bank waar ze op zate. de bank waar dase.
da se |
|||
hulpinterviewer | op zate. | |||
hulpinterviewer | De bank waar dase op zate. | tagging | ||
hulpinterviewer | was pas geverfd of geschilderd. | |||
informant | Of geschilderd. | |||
veldwerker | En kunt ge ook zeggen de bank waarop dat ze zaten? | |||
hulpinterviewer | Nee. Nee. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld heet moet moet mij maar wat geve. [/a] he. Ja. | tagging | ||
hulpinterviewer | Maar zeggen we wie geld heeft? Zeggen we wie? | |||
informant | Moet mij wat. | |||
hulpinterviewer | Ik denk da we zegge die. | |||
informant | Nee. Die. | |||
hulpinterviewer | Die moet mij wat geve. | |||
informant | Die geld heet moet wa geve. Die moet mij wat geve. Ja. [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de sosse. | |||
hulpinterviewer | Of t deke. Sosse zegge ze wel vroeger he. | |||
informant | Sosse ja. | |||
hulpinterviewer | Trok het deke. | |||
hulpinterviewer | Naar zich toe da zegge we ni he. | |||
informant | Nee. | |||
informant | Naar her. | |||
hulpinterviewer | Marie trok het deke naar der toe. Nee. Nee. | |||
informant | Ja. Nee. | |||
hulpinterviewer | Speelt da ne rol? Ja he? | |||
hulpinterviewer | Trok het deke dichter of zo iet denk ik. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Naar der. | |||
informant | Trok het deke dichter naar der. | |||
hulpinterviewer | Of de sosse naar der. Ja. | |||
informant | Trok het deke naar der naar der. | |||
hulpinterviewer | Naar haar. | |||
informant | Naar haar. Naar der. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
hulpinterviewer | Geen man mag et zien | |||
informant | Geen man mag et zien | |||
hulpinterviewer | dan moogt gij et ook ni zien. | |||
informant | dan moogt gij et ook ni zien. | |||
hulpinterviewer | [a] Geen man mag et zien dan vin ik da gij et ook ni moogt zien. [/a] | tagging | ||
informant | Geen man mag et zien gij moog et ook ni zien. | |||
veldwerker | En kunt ge dan zeggen zien moogt? | |||
hulpinterviewer | Nee. Nee. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=370] dat is de man die ze geroepe hebbe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Dat is die vent die ze geroepe hemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Die ze geroepe hemme. Hemme geroepe dus ni he. | |||
informant | Ja. Die vent die ze_ . Ja. Ja. | |||
hulpinterviewer | Dat is die vent die ze geroepe hemme. [/e=1][v=371] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] dat is de vent die et verteld hee. [/a] | tagging | ||
informant | die et verteld hee. Ja. Ja. | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebbe. [/v] | |||
hulpinterviewer | Dat zegge ze zo ni in t Mols. | |||
informant | Nee. Da zegge ze zo ni. | |||
hulpinterviewer |
[a] Da is de vent da ik denk dase geroepe hemme. [/a] Ja.
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=397] Het schijnt dat ze niets mag ete. [/v] | |||
hulpinterviewer |
t Schijnt dase niks mag ete. He; 't Schijnt.
da se |
tagging | ||
informant | Mag ete. Ja. [a] t Schijnt dase niks mag ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ja; [v=398] ze schijnt niets te mogen ete. | |||
hulpinterviewer |
da zegge we ni. Ik denk da we da zegge zo as de vorige. [a] t Schijnt dase niks mag ete. [/a]
da se |
|||
informant | Nee. Ja. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=403] Het lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Of datter enen in den hof staat. [/e=1]
dat ter |
|||
informant |
[a] Tis juist datter enen in den hof staat. [/a]
t is |
tagging | ||
veldwerker | Kan je die er ook laten weg vallen? | |||
hulpinterviewer | Tis juist datter enen dat enen. | |||
hulpinterviewer | In den hof sta. | |||
hulpinterviewer |
Zegge we da? Tis juist da enen in _? Nee; Datter enen.
t is dat ter |
|||
informant | Datter. | |||
hulpinterviewer | Ja. Er. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=520] wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | [a] Waffer boeke hegge juist gekocht? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=495] Ik denk dat je veel weg zou moete gooie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik peins da ge veel eweg zou moete smijten. [/a] | tagging | ||
informant | Eweg. | |||
hulpinterviewer |
Ik denk nida we die zou _ . He. Zegge we da Ik denk dage veel eweg zou moete smijte?
da ge |
|||
hulpinterviewer | Ja. Eweg moet doen. [/e=1] | |||
informant | Ik denk dage veel eweg moet doen. Zo. | |||
hulpinterviewer | [v=497] Hij is alle kapotte spulle weg aan het gooie. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | Alle kapotte rommel. | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij is alle kapotte rommel aan deweg doen. [/a] Aan deweg doen.
de weg |
|||
informant | Aan deweg doen. | |||
hulpinterviewer | [v=526] Wie heeft je op de kermis gezien? [/v] | |||
informant | [a] Wie hee u op de kermis gezien? [/a] Ja. | |||
hulpinterviewer | Wien hee. Wien hee a op de kermis gezien? Wien hee a op de kermis gezien? | |||
informant | Wien hee a op de kermis gezien? [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | En dan is de vraag. Komen de zinnen voor in het Mols? Zo ja, hoe zeg je ze? | |||
hulpinterviewer | [v=003] Ik denk da Marie hee probere van em nen brief te schrijve. [/v] [a=n] Nee da zegge we ni he. [/a] | |||
hulpinterviewer | ik denk da Marie geprobeerd hee _ . | |||
hulpinterviewer | Nee. Da moe ni altijd. | |||
informant | Van em. | |||
hulpinterviewer | Ik denk da Marie geprobeerd hee van em nen brief te schrijve. | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. Marie heeft probere _ . | tagging | ||
informant | Van em nen brief te schrijve. | tagging | ||
hulpinterviewer | Hee probere? Zeker ni. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | Gistere wandelden. [v=006] Gistere wandel wandeldiee | |||
hulpinterviewer | wandeldiede door het park. [/v] [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Wandeltenem door t park. [/e=1]
wandelte n em |
|||
informant | Gisteren wandel ter. Wandeldenem door _. | |||
hulpinterviewer | [v=022] Daar wilt niemand ni danse. [/v] | |||
hulpinterviewer | Geen man. | |||
informant |
Geen man wilter danse.
wilt er |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Geen man wilter danse. [/a]
wilt er |
|||
hulpinterviewer |
[v=027] Vertel maar ni wien zij ad kunne roepe. [/v] Vertel maar ni wien dase ad kunne roepe.
da se |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Zeg maar ni wien dase ad kunne roepe. Ja. [/a] | Nee blijkt uit volgende vraag. | tagging | |
informant | Ja. Ongeveer op die manier. | |||
hulpinterviewer | Zeg maar ni wien dase ad kunne roepe. | |||
informant | Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=028] Vertel me eens wien dase ad kunne roepe. [/v] Ja. Datis em ze.
da se dat is |
|||
hulpinterviewer |
[a=g] Zegtis wien dase ad kunne roepe. [/a] Zeg gij nu eens wien dase ad kunne roepe.
zegt is da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | Iemand nie. Ja; Die van hellie.ggg | |||
informant | Die van hellie. ggg | |||
veldwerker | ggg | |||
veldwerker | En zonder die dat komt dat niet voor? | |||
hulpinterviewer |
Wien ze ad kunne roepe. Nee. Ik denk da ni. Zegtis wien dase ad kunne roepe. [/e=1]
zegt is da se |
|||
hulpinterviewer | Vertel mij eens. [v=029] Vertel me eens wien of ze had kunne roepe. [/v] [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Das t zelfde. Vertel zeg eens wien dase ad kunne roepe.
da se |
tagging | ||
informant | Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=030] Vertel me eens wien of dase ad kunne roepe. [/v] [a=n] Nee. Ook ni. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer |
Vertel me eens wien dase ad kunne roepe. Tis altijd t zelfde. [/e=1]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=086] Ik weet dat Eddy morgen brood morgen wilt brood ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zegge we ni. [/a] | |||
informant | Ik denk da Eddy _ . | |||
hulpinterviewer | Ik weet _ . Ik weet dat Eddy morgen brood wilt ete. | |||
informant | Eddy morgen zal wilt ete. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Eddy moet kunne vroeg opstaan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Eddy moet vroeg kunne opstaan. [/a] | |||
hulpinterviewer | Eddy moet vroeg kunne opstaan. We zegge ni Eddy moet kunne vroeg opstaan. He. | |||
informant | Nee. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | Nu moette gij _ . | |||
hulpinterviewer | Dus ik lees de zin voor in het Mols en gaa moet em af make. | |||
informant | Aha. | |||
hulpinterviewer | [v=036] Dat is Marie en Piet. Marie en Piet wijze naar _ . [/v] | |||
informant | [a] Makandere. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Dat is Toon. Toon wast _ . [/v] | |||
informant |
[a] Zeneige. [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] En dat is Fons. Fons zag een slang neffe _ . [/v] | |||
hulpinterviewer |
Neffenem. Ja.
neffe n em |
|||
informant | [a] Hem. [/a] Neffenem. | tagging | ||
veldwerker | Ja. | |||
hulpinterviewer |
Datis weer zo kome ze voor in het Mols of ni.
dat is |
|||
informant | Ja. Ja. | |||
hulpinterviewer |
[v=075] Ik vin dadiedereen moet kunne zwemme. [/v]
dad iedereen |
|||
hulpinterviewer | Ik denk het wel he. | |||
informant |
[a=g] Ja. [/a] Das alleman kunne zwemme. [/e=1]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Ik vin dat iedereen moet zwemme kunne. [/v] [a=n] Da zegge we ni he. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | [v=080] Ik vin dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] [a=n] ook ni. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | [v=082] ik vin dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] [a=n] Ook ni. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | [v=084] Ik vin dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] [a=n] ook ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | Het is het eerste. Ik vin dat iedereen moet kunne zwemme. Ja. | |||
informant | Alleman moet kunne zwemme. [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=137] Hij wilt geen soep ni meer ete ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij wilt geen soep ni meer ete. [/a] | |||
informant | Hij wilt _ . | |||
hulpinterviewer | Die nie van achter ni he. | |||
informant | Hij wilt geen soep ni meer ete. Ja. Nee. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Zitten hier nergens geen muizen? [/v] | |||
hulpinterviewer | Zitten hier _ . [a=n] Zitten hier ieverans geen muizen. [/a] | |||
informant | Zitten hier ieverans _ . | |||
hulpinterviewer | Dus het is ni nieverans. [/e=1] | |||
veldwerker | Nee. | |||
hulpinterviewer | [v=146] Hij spreekt ni goed geen Frans. [/v] | |||
informant | Hij spreekt _. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij spreekt ni goed geen Frans. Da zegge we zeker ni. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Maar. | |||
informant | Nee. Nee. Hij spreekt zen Frans ni goed. | |||
hulpinterviewer | Hij spreekt zen Frans ni goed. Of hij kent ni goed Frans. Ja. | |||
informant | Of hij kent ni goed Frans. | |||
hulpinterviewer | Hij spreekt zo goed geen Frans. Da zegge we ook ni. | |||
informant | Nee. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Iedereen is gene vakman. [/v] | |||
hulpinterviewer | Alleman is gene stielman. Ja. Ja. [/e=1] | |||
informant | [a=j] Iedereen is gene stielman. [/a] Alleman is gene stielman | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=023] els wil ni danse en ze wil ni zinge ook ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ook ni zegge we da zo? | |||
informant | Els wil ni danse en ze wil ni zinge. Nee. | |||
hulpinterviewer | Els wil ni danse en _ . | |||
informant | En ze wil ni zinge. | |||
hulpinterviewer |
Ja. Maar het gaadem over die ook ni van achter.
gaa d em |
|||
informant | Ook ni. Ja. | |||
hulpinterviewer | [a=j] Els wil ni danse en ze wil ni zinge ook ni. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja; da bestaat he. | |||
informant | En ze wil ni zinge ook ni. | |||
hulpinterviewer |
Vindege da ni? Els wil ni danse en ze wil ni zinge ook ni.
vin de ge |
|||
informant |
Ja. Ja. Ja. Zo ist. [/e=1]
is t |
|||
hulpinterviewer | [v=150] Ij wet alles ni van de zaak. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da zegge we ni he. Ij wet alles ni van de zaak. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ij wet ni veel van de zaak af. | |||
informant | Ij wet ni veel ni veel van de zaak of van _ . | |||
hulpinterviewer | Ij wet ni veel van de zaak af. | |||
informant | Of van de zaak af. | |||
hulpinterviewer |
Ij wetter ni veel van. Ij wetter ni veel van. Ja. [/e=1]
wet ter |
|||
informant | Ij wetter ni veel van. Ij wetter ni veel van. | |||
hulpinterviewer | Hij heeft _ . [v=151] Ij hee altijd genen tijd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. Ij hee altijd genen tijd. [/a] | tagging | ||
informant | Ij hee altijd genen tijd. | |||
hulpinterviewer | [v=149] Ij hee overal geen vrienden. [/v] | |||
hulpinterviewer | Mmm. Ij hee overal geen vrienden. | |||
hulpinterviewer | Zegge we da? Ij hee overal geen vrienden? | |||
informant | Ij hee overal geen vrienden. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ij hee ni overal vrienden. [/a] Ij hee ni overal vrienden. | |||
informant | Ij hee ni overal vrienden. | |||
hulpinterviewer | Ik denk da da wel beter is. | |||
informant | Ja. Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Boeken hee Jan drie. [/v] [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Boeken hee jan drie. Da zegge we ni he. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Jan hee drie boeke. Ja. [/e=1] | |||
informant | Jan hee drie boeke. | |||
hulpinterviewer |
[v=156] Jan wet dattem voor drie uur den auto moet hemme gemaakt.
dat em |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Moet gemaakt hemme. [/a] | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Moet klaar hemme. Ja. Of_. Ja. | |||
informant |
Jan wet as dattem voor drie uur den auto moet klaar hemme.
dat em |
|||
hulpinterviewer |
[v=157] Jan wet dattem voor drie uur den auto moet gemaakt hemme. [/v] [a=g] Ja. Dat is de zin dus. [/a]
dat em |
tagging | ||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer |
[v=160] Jan wet dattem voor drie uur de wagen den auto gemaakt moet hemme. [/v]
dat em |
|||
hulpinterviewer |
Zouwe da ook kunne zegge? [a=n] Dattem voor drie uur den auto gemaakt moet hemme. Moet gemaakt hemme. Gemaakt moet hemme.
zou we dat em |
Nee blijkt uit discussie. | ||
hulpinterviewer | Ja. Of moet klaar hemme. Maar zegge we dan ook moet klaar hemme? | |||
informant | Moet fertig hemme. Of klaar hemme. | |||
hulpinterviewer | Nee? | |||
informant | Klaar. | |||
hulpinterviewer |
Jan wet dattem voor drie uur den auto klaar moet hemme.
dat em |
|||
hulpinterviewer | Klaar moet hemme. Af moet hemme. | |||
informant | Af moet hemme. | |||
hulpinterviewer | Nee. Dat is meer van huiswerk he. | |||
informant | Nee. Nee. Ja. | |||
hulpinterviewer | Moet gemaakt hemme of moet klaar hemme. Ja. Ja. [/e=1] | |||
informant | Nee. Moet gemaakt hemme. Of klaar hemme of fertig hemme. | |||
hulpinterviewer |
Dus. [v=161] Jan wet dattem voor drie uur de wagen gemaakt hemme moet. [/v] [a=n] Ni. [/a]
dat em |
|||
hulpinterviewer |
[v=260] Wa denkege wien ik in de stad wien ik in t stad gezien hem? [/v]
denke ge |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee. [/a] Wien denkege dak in t stad gezien hem? [/e=1]
denke ge |
|||
informant | Wien denkege. Wien dekege. | |||
hulpinterviewer |
[v=262] [/v] [a=n] Dus ook de volgende. Wien denkege dak in t stad gezien hem? [/a]
denke ge |
Vraag niet expliciet gesteld. Onmiddellijk antwoord. | ||
hulpinterviewer | [v=248] Ik doen wel efkes de sjatte afwasse. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] Maar ik doe. | |||
informant | Nee. Ik zal subiet de sjatte afwasse. | |||
hulpinterviewer | Zou hij _ . [v=296] Zou ij da gedaan hemme gekund? [/v] [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Zoum da kunne gedaan hemme? Zou hij da kunne gedaan hemme?
zou m |
|||
informant | Zou hij da _ . Zou em da kunne gedaan emme. Ja. Ja. | |||
informant |
Zo ist. [/e=1]
is t |
|||
hulpinterviewer | [v=309] Ik heb gene zin en voere de koeien. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ah ja. Ik em geen goesting voor _. Voor de koeien te voeiere. | |||
informant | [a=n] Ik em geen goesting voor de koei te voere. [/a] | |||
hulpinterviewer | De politie _ . [v=316] de politie zou bij em kome en em en nemen em mee. [/v] [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Ja. [/e=1] | |||
informant | De politie kwam bij em en nam em mee. | |||
hulpinterviewer | [v=317] Marie al al her koeien zen verdronke bij d overstroming. [/v] | |||
hulpinterviewer | Marie der koeien. Ja. | |||
informant | Marie der koeien zen verdronke. | |||
hulpinterviewer | Ja. Zen verdronke bij d overstroming. | |||
informant | Bij d overstroming. | |||
hulpinterviewer | Of in d overstroming. | |||
informant | In d overstroming. Ja. | |||
hulpinterviewer | Maar zegge we Marie al der koeien? | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Marie der koeien. [/a] | |||
informant | Marie der koeien. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Dit denk ik niet aan. [/v] [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Daar dank ik ni aan. Daar dank ik ni aan. [/e=1] | |||
informant | Daar dank ik ni aan. Daar dank ik ni aan. | |||
hulpinterviewer | [v=321] Die rare jongen zen ik mee naar de markt geweest. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Met diene arigen zen ik mee naar de markt geweest. [/a] | |||
informant | Met dien arigen. Ja. | |||
hulpinterviewer | Die rare jongen heb ik mee naar de markt geweest. Ook ni. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=322] Ik em al de eerste drie sommen gemaakt. De welke herregij gemaakt? [/v]
herre gij |
|||
hulpinterviewer | Ik em al _ . | |||
informant | Ja. De eerste drie sommen _ . | |||
hulpinterviewer | Îk denk da wellie zegge de drie eerste in het Mols. | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | De drie eerste. Ja. Ik em de drie eerste gemaakt. | |||
hulpinterviewer | En welke heeregij gemaakt? Ja. | |||
informant |
En welke herregij gemaakt?
herre gij |
|||
hulpinterviewer | [a=n] De welke ni he? [/a] | |||
informant | Nee. | |||
informant | Welke? [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Ik geloof deze jongen vinne ze allemaal iel _ . [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Maar. Ja. Zo zegge wet in elk geval ni. [/a]
we t |
|||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Ik denk da alleman die jongen wel ja sympathiek vint. Of zo. [/e=1] | |||
informant | Wel kent. | |||
hulpinterviewer |
[v=323] De waffere herregij al weg gebracht? [/v]
herre gij |
|||
hulpinterviewer | Of gewoon welke? | |||
informant | De welke. | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Welke. Welke herregij al eweg gedaan? [/a] Welke herregij al eweg gedaan?
herre gij |
|||
informant | Welke herregij al eweg gedaan? | |||
informant | Welke herregij al eweg gedaan? [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=347] Ik weet datem is gaan zwemme. [/v] [a=n] Nee. [/a]
dat em |
|||
informant |
Ik weet datem _ .
dat em |
|||
hulpinterviewer | Maar da zegge we ni he. | |||
informant | Is gaan zwemme? Nee. | |||
hulpinterviewer |
Ik weet datem zwemmenis.
dat em zwemme n is |
|||
informant | Ik weet datem zwemmenis. | |||
informant |
Of datem weest zwemmenis. [/e=1]
dat em zwemme n is |
|||
hulpinterviewer |
Dus ja. [v=350] Ik weet datem gaan zwemmenis. [/v]
zwemme n is |
|||
hulpinterviewer |
Ik weet datem gaan zwemmenis.
zwemme n is |
|||
hulpinterviewer |
Ik weet datem gaan zwemmenis. Zegge we da?
zwemme n is |
tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. Misschien wel. | |||
informant | [a=j] Ja.[/a] As ie thuis komt en _ . | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant |
En zei ik weet dattem gaan zwemmenis he.
zwemme n is |
|||
hulpinterviewer |
Ja; Ja. Das juist. [/e=1]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=352] [/v] [a=n] En dan die volgende ni. [/a] | Vraag niet gesteld. Onmiddellijk antwoord. | ||
hulpinterviewer |
[v=353] As Julie vraagt moettegij nog koffie hemme jan. Dan kan Jan _ . Kan Jan dan antwoorde jak? [/v] [a=n] Nee. Nee. [/a]
moet te gij |
|||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | As Julie vraagt moettegij nog koffie hemme? | |||
hulpinterviewer | Dan antwoord Jan ja. Ni jak. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Da zegge we ni. [/e=1] | |||
informant |
Dan zeitem ja.
zei t em |
|||
hulpinterviewer | [v=364] Is em dood? [/v] | |||
hulpinterviewer |
Da zeggeme he? Is em dood.
zegge me |
|||
informant | [a=j] Ja. Is em dood. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=387] Wanneer zal de vrede kome? Nooit ni. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Maar zeggeme nooit ni?
zegge me |
|||
hulpinterviewer | Ja; Ik weet ni. | |||
hulpinterviewer | Nooit ni. Wa zegge welle dan? | |||
informant | Nooit ni da zegge we ni. Ja; Wa zegge welle? | tagging | ||
informant | t Zal ni gedaan gerake. | |||
hulpinterviewer | t Zal nooit ni gedaan zen. Da zegge we toch he.. | |||
hulpinterviewer | Gerake. Of gerake. [a=j] Maar nooit ni zegge we wel he. [/a] | |||
informant | t Zal nooit ni gedaan gerake. Of zen. xxx | |||
hulpinterviewer | [v=399] Rosa probeerde om niemand pijn te doen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Rosa probeerde voor niemand zeer te doen. | |||
informant | Niemand zeer te doen. | tagging | ||
hulpinterviewer | He. Om ni he. | |||
informant |
Ja. Das juist.
da s |
|||
hulpinterviewer | Rosa probeerde voor niemand zeer te doen. | |||
informant | Nee. | |||
informant | xxx | |||
hulpinterviewer | Rosa probeerde iemand ni zeer te doen. Ja. [/e=1] | |||
informant | Iemand ni zeer te doen. | |||
hulpinterviewer | [v=400] t Belooft weer ne schonen dag te wenne. [:v] | |||
hulpinterviewer | [a] Da zegge we ook ni. t Belooft ni he. [/a] | |||
informant | t Belooft nee. | |||
hulpinterviewer | t Ga ne schonen dag wenne. | |||
informant | t Ga ne schonen dag _ . | |||
hulpinterviewer | t Ga ne schonen dag wenne. Ja; [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=425] Ze leeft zij op water en brood. [/v] | |||
informant | Ze leeft? | |||
hulpinterviewer | Zegge we da ze leeft zij op water en brood? | |||
hulpinterviewer | Ze leeft zij. Zegge we da? | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Zij leeft op water en brood. Ja. [/e=1] | |||
informant | Zij leeft op water en brood. | |||
hulpinterviewer | We zen wij _ . [v=427] We zen wij daar nog nooit geweest. [:v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Wellie zen daar nog nooit ni geweest. [/a] | tagging | ||
informant | Wellie zen daar nog nooit ni geweest. | |||
hulpinterviewer | xxx | Dubbele negatie. | ||
hulpinterviewer | Wellie zen daar nog nooit ni geweest. | |||
informant | Wellie zen daar nog nooit ni geweest. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=428] Marie zei da we wij zulle winne. [/v] | |||
hulpinterviewer | Da wellie zulle winne. | |||
informant | [a=n] Da wellie zulle winne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=429] Hij kan hij daar ook niks aan doen. [/v] | |||
hulpinterviewer | Hij kan daar _ . [a=n] Hij kan daar ook niks aan doen. [/a] Ja. | tagging | ||
informant | Hij kan daar ook niks aan doen | |||
hulpinterviewer |
[v=430] Ik denk dattem hij morgen morgen ook komt. [:v]
dat em |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
Ik denk dattem morgen komt.
dat em |
|||
hulpinterviewer |
Datem morgen ook komt.
dat em |
|||
hulpinterviewer |
Ik denk datem morgen ook komt. [/e=1]
dat em |
|||
informant | Datem morgen komt. | |||
hulpinterviewer | [v=365] Hem is dood. [/v] [a=n] Da zegge we ni. [/a] | |||
informant | Nee | |||
hulpinterviewer | Hij is dood. | |||
informant | Hij is dood. Hij is dood. | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Of zij is dood. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=366] Haar is ziek. [:v] [a=n] Zegge we ook ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | Zij is ziek. | |||
informant | Zij is ziek of hij is ziek. | |||
hulpinterviewer | Is hij ziek? [v=367] [/v] [a=n] Is zij ziek? [/a] Ja. | Vraag niet gesteld. Onmiddellijk antwoord. | ||
informant | Zij ziek. | |||
hulpinterviewer |
[v=401] Tis misschien beter om nog efkes te wachte? [/v]
t is |
|||
hulpinterviewer |
Tis misschien beter _ . [a] Tis misschien beter nog efkes te wachte? [/a]
t is |
tagging | ||
hulpinterviewer | Of da we nog efkes wachte. Maar ni om he. | |||
informant | Ja. Nee. | |||
hulpinterviewer |
Tis misschien beter dame nog efkes wachte.
t is da me |
|||
informant | Dame nog efkes wachte. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=402] We adden t geluk om em direkt terug te vinne. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Me adden t geluk dame em direkt terug vonne. [/a]
da me |
|||
informant | dame em direkt terug vonne. Ja. | |||
hulpinterviewer |
Dame.
da me |
|||
informant | Da me em. | |||
veldwerker | Kunt ge dat nog anders zeggen? | |||
hulpinterviewer |
Me adden t geluk dame em direkt terug vonne.
da me |
|||
informant | Me adden t geluk dame em direkt terug vonne. | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | Nee. | |||
veldwerker | Kunt ge ook zeggen van em direkt terug te vinden? | |||
hulpinterviewer | Nee. We adden t geluk van em direkt _ . Nee da zegge we ni. | |||
informant | Nee. Nee. Da zegge we ni. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=459] Hij eet den bal gesmete in de mand. [/v] | |||
hulpinterviewer | Hij heet den bal in de mand gesmete. | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] Hij heet den bal in de mand gesmete. [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=486] Da boek beloof me dage nooit ni meer zult verstoppe. [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer | â=n$ Da zegge we ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | We beginne ni met die boek die boek. Daar beginne we ni mee. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Beloof _ . Ge moet me belove _ nooit ni meer te verstoppe. | |||
informant | _ belove van die boek nooit ni meer te verstoppe. | |||
hulpinterviewer |
Of dage die boek nooit ni meer zult verstoppe.
da ge |
|||
informant | Of dage die boek nooit ni meer zult verstoppe. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
Wat [v=487] Wa zeg mij dage gekocht hee. [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ge moet zegge wa dage gekocht hee. Ge moet zegge wa dage gekocht hee. | |||
informant | Ge moet zegge wa dage gekocht hee. Ge moet zegge wa dage gekocht hee. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=512] Zo een ding één heb ik nog nooit gezien. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zo iet hem ik nog nooit gezien. Zo iet hem ik nog nooit ni gezien. [/a] | |||
informant | xxx | |||
hulpinterviewer | [v=515] Gij zijt ook ne rare. [/v] | |||
hulpinterviewer | Gij zijt ook nen arigen | |||
informant | Gij zijt nen arigen. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Gij zijt ook nen arigen gij. [/a] | Wel dubbeling, maar niet met één. | ||
informant | Gij zijt ook nen arigen gij. | |||
hulpinterviewer | Ja. Zowel. maar ene daar van achter ni. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Marie zei da gij Pierre nen boek hee geprobeerd te verkope. [/v] [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Marie zie da gij geprobeerd hee _ . | |||
informant | Van. | |||
hulpinterviewer | Da gij geprobeerd hee aan Pierre nen boek te verkope. Ja. [/e=1] | |||
informant | Aan Pierre nen boek te verkope. | |||
hulpinterviewer |
[v=531] Julien dacht dakik Anna geprobeerd ad nen cadeau te geve. [/v]
da kik |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Julien dacht dakik geprobeerd ad aan Anna ne cadeau te geve. [/a]
da kik |
|||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=532] Karel weet da gij hee geprobeerd Marie nen boek te verkope. [:v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Karel wet da gij hee geprobeerd aan Marie nen boek te verkope. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ni? | |||
hulpinterviewer | Karel wet da gij hee geprobeerd aan Marie nen boek te verkope. | |||
informant | Karel wet da gij hee geprobeerd aan Marie nen boek te verkope. | |||
hulpinterviewer | Of da gij geprobeerd hee voor aan Marie nen boek te verkope. | |||
hulpinterviewer | Misschien ook al. | |||
informant | Ook al. Ja. | |||
hulpinterviewer | Vroeger was altijd die voor daar tussen. Maar dat is voor een stuk aan t verdwijne. [/e=1] | |||
veldwerker | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=227] As Frans zegt ij slaapt kan Jan dan antwoorde ij doe? [/v] [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Ja; Maar dan kan Jan alleen antwoorde oh ja? | |||
hulpinterviewer | Slaapt em? | |||
hulpinterviewer | Maar ni ij doe. Da zeker ni. | |||
informant |
Dan slaaptem. [/e=1]
slaapt em |
|||
hulpinterviewer | [v=228] as Frans zegt hij slaapt kan Jan dan antwoorde het doe? [/v] [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Nee; as Frans zegt hij slaapt | |||
hulpinterviewer |
dan kan Jan _ . Ja. Dan zal Jan zegge oh ja slaaptem? Maar meer ni he. [/e=1]
slaapt em |
|||
informant | Ja. Slaaptem? | |||
hulpinterviewer |
[v=243] [/v] [a=n]Dus das ook voor die volgende t geval. [/a]
da s |
Impliciet een antwoord op 243 | ||
hulpinterviewer | [v=244] As Frans zegt hij slaapt toch ni kan Jan dan antwoorde toetoet? [/v] | |||
hulpinterviewer | Hij slaapt toch ni? | |||
hulpinterviewer | Mmm. Toetoet. Zegge we da? | |||
informant | [a=n] Nee. Da zegge wij ni. Toetoet ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | Toch ni in die context. Nee. Toch ni in die zin. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | As Frans zegt hij slaapt toch ni | |||
informant |
Dan slaaptem ni.
slaapt em |
|||
hulpinterviewer | As Frans zegt hij slaapt toch ni kan Jan dan antwoorde toetoet? | |||
hulpinterviewer |
Ja; dan zouwe zegge jawel. Jawel. Hij slaapt wel. [/e=1]
zou we |
|||
informant | xxx | |||
hulpinterviewer |
[v=485] As Frans vraagt zalek t avond koke
zal ek |
|||
hulpinterviewer | kan Marie dan antwoorde da doe maar? [/v] [a=n] Nee. [/a] Nee. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Moet ik t avond koke. Wa zei Marie dan? | |||
hulpinterviewer | Doe maar op. [/e=1] | |||
informant | Doe maar op. | |||
hulpinterviewer | [v=136] Jan en hee ni veel geld ni meer. [/v] | |||
hulpinterviewer | Jan hee ni veel _ . Of hee ni veel geld ni meer. | |||
informant | [a=n] Jan hee geen geld ni meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ja. Maar ja. | |||
informant | Of weinig geld. | |||
hulpinterviewer | t Gaat over die ni meer van achter. Denk ik. Jan hee ni veel geld ni meer. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=141] Ik geef niks aan een ander ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a]=n Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ik geef niks aan iemand anders. | |||
informant | Aan iemand anders. [:e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=142] Niemand wilt ni werke ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Da zegge we ni. [/a] | |||
informant | Niemand wilt ni meer werke. | |||
hulpinterviewer | Ja. Geen man wil _ . Geen man wilt _ . | |||
informant | Geen man wilt nie meer _ . | |||
hulpinterviewer | xxx | |||
informant | Geen man wilt ni meer werke. | |||
hulpinterviewer | [v=388] Wien heet den auto mee genome? Iemandnie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Niemand ni zegge we ni. Maar wel iemand nie. [/a] | |||
informant | Iemand nie. | |||
hulpinterviewer | [v=389] Waar groeit et geld aan de bomen? [/v] [a=n] Ieveranst nie. [/a] | |||
informant | Ieveranst nie. | |||
hulpinterviewer | [v=390] Wat is rond en vierkant tegelijk? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Niks. Niks nie zegge welle ni. [/a] | |||
informant | Niks. Nee. | |||
hulpinterviewer | Niks. | |||
informant | Niks. | |||
hulpinterviewer | [v=391] Welke koeien heetem gemolke? Geen enkele ni. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Geen één. [/a] Geen één. | |||
informant | Geen één. | |||
hulpinterviewer | [v=475] Louisa hee nu meer keoien dan ze vroeger en had. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik zou zegge. Louisa hee nu meer koeien as vroeger. [/a] | |||
informant | As vroeger. Ja. | |||
hulpinterviewer |
[v=479] Hier is alles wak gekrege en em. [/v]
wa k |
|||
hulpinterviewer |
Hier is _ alles wa dak _ .
da k |
|||
informant | Hier is alles wa dak em. | |||
hulpinterviewer |
Ja. Of wa dak gekregenem.
da k gekregen em |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Hier is alles wa dak gekregenem. [a]
da k gekregen em |
|||
hulpinterviewer | [v=170] Jan is Rosa en Julie der broerke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] da zegge we zo ni. Denk ik. [/a] | |||
informant | Der broer. | |||
hulpinterviewer | Ja maar. Da zegge we ni. Jan is Rosa en Julie der broerke. | |||
hulpinterviewer |
Jan ist broerke van Rosa en Julie.
is t |
|||
informant | Van Rosa en Julie. | |||
hulpinterviewer |
Zo he? Ist broerke van.
is t |
|||
informant | Van. Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=173] Die auto is Jefs. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee; Die auto is van Jef. [/a] | |||
informant | Nee. Die auto is van onze Jef. | |||
hulpinterviewer | Ja. Of van de Jef. | |||
informant | Of van onze Jef. | |||
informant | Of van de Jef. Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=174] Die velo is mijns. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Die velo is van mij. [/a] | |||
informant | Nee. Die velo is van mij. | |||
hulpinterviewer | [v=368] Me hem te werke moest zij den helen dag thuis blijve. [:v] | |||
hulpinterviewer | Me hem te werke da zegge we ook ni. | |||
hulpinterviewer | Me hem te werke moest zij den helen dag thuis blijve. | |||
hulpinterviewer | Me hem te werke? | |||
hulpinterviewer | Nee. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Nee. as ij werke was. | |||
hulpinterviewer | As ij werke was moest zij den helen dag thuis blijve. | |||
hulpinterviewer | Me hem gaan te werke? Zegge we da? | |||
informant | Nee. Me em gaan te werke. [a=jJ Me hem gaan te werke. | |||
hulpinterviewer | Moest zij thuis blijve. Kan dus toch. Me hem gaan te werke. [/e=1] | |||
informant | moest zij thuis blijve. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Gelove _ . [v=395] Denkege ni datem gevallenis? [/v]
denke ge dat em gevalle n is |
|||
hulpinterviewer |
Denkege ni datem gevallenis?
denke ge dat em gevalle n is |
|||
informant | Gelove? | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Das goed he die zin. [/a] Denkege ni datem gevallenis? [/a]
denke ge dat em gevalle n is |
tagging | ||
hulpinterviewer | Want de volgende is denkege ni datem gevallen hee. Da zegge we ni. | |||
informant | Nee. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=324] De zulke zou ik niet durvenop ete. [/v]
durve n op |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Zo een? [/a] | |||
hulpinterviewer |
Of [v=325] De die zou ik ni durvenop ete. [/v] [a=j] De die zou ik ni durvenop ete. zou ik ni durvenop ete. Op ete. [/a]
durve n op |
|||
informant | De die. xxx | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=494] Ik vin da Jan beter den dokter kon hemme geroepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | [a=n] Ik vin da Jan den dokter ha moete roepe. [/a] | |||
hulpinterviewer | Of da Jan beter den dokter _ of geroepe had. | |||
informant | Had moee roepe. Ja zo iet. [/e=1] | |||
hulpinterviewer |
[v=506] Herregij aan Jan gezien? [/v]
herre gij |
|||
hulpinterviewer | Da. [a=n] Da zegt mij niks. | |||
hulpinterviewer | [v=517] Robert hee drie groen appels en Marie hee drie rode. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Heeter drie rode.
hee t er |
|||
informant | Heeter. | |||
hulpinterviewer | Er zegge we ni. | |||
informant |
Heeter.
hee t er |
|||
hulpinterviewer | Ja maar. Zegge me Robert hee drie groen appels en Marie hee drie rode? | |||
hulpinterviewer |
Heeter. Nee. Ja?
hee t er |
|||
informant | Heeter drie rode. Ja. | |||
informant |
Ik em er drie rode en gij heter ook drie rode.
he t er |
|||
hulpinterviewer | Ja maar hier staat er hee drie groen appels. | |||
hulpinterviewer | Robert hee drie groen appels en Marie hee _ . | |||
informant | Ja. Ja. | |||
hulpinterviewer | Ja maar da zen rode en die andere zen groen. | |||
informant | Drie rode appels. | |||
hulpinterviewer | ggg | |||
hulpinterviewer |
Robert hee drie groen appels en Marie heeter drie rode. Zouge da zo zegge?
hee t er zou ge |
|||
hulpinterviewer |
Heeter drie rode of hee drie rode?
hee t er |
|||
informant |
Heeter drie rode.
hee t er |
|||
hulpinterviewer | Toch. | Twijfel. | ||
informant |
[a=j] Ja. Ja. Heeter drie rode. [/a]
hee t er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=424] Ik em et em gegeve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Maar we zegge ni ik em ik em et gegeve. [/a] Me zegge | tagging | ||
informant | Nee. Nee. | |||
hulpinterviewer | et em | |||
informant | em | |||
hulpinterviewer | Ik em et em gegeve. Ja. Ja. [/e=1] | |||
informant | Ik em et em gegeve. | |||
hulpinterviewer | [v=001] Marie denkt dat ij had wille naar huis. [/v] [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Marie denkt datem _ .
dat em |
|||
informant | Nee. Marie denkt datem naar huis is. | tagging | ||
hulpinterviewer |
Of datem graag naar huis _ .
dat em |
|||
informant | Of datem graag naar huis gaa. | tagging | ||
hulpinterviewer |
Of datem graag naar huis gegaan was.
dat em |
tagging | ||
informant | Of ja zo in _ . Ja. Ja. [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=162] Maries auto is kapot. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Den auto va Marie is kapot. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Marie deren auto _ . Ja. Marie deren auto is kapot. [/e=1] | |||
informant | Deren auto is kapot. | |||
hulpinterviewer | [v=193] Dat is zo zeer als één en één twee is. [/v] | |||
informant |
[a] Das zo zeker as één en één twee is. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=253] Op zondag ginge we met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] s Zondags ginge we me heel de familie naar de zee | |||
informant | xxx | |||
informant | Of ja. Me heel de familie naar de zee. | |||
hulpinterviewer | en da was heel plezant want wa da zegge we ni. [/a] | |||
informant | en da was heel plezant. | tagging | ||
hulpinterviewer | Wat heel plezant was da zegge we ni. | |||
informant | Da was heel plezant. | |||
hulpinterviewer | En t was plezant. En da was heel plezant. Ja. [/e=1] | |||
informant | Nee. En et was heel plezant. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=255] In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Waar dak woon.
da k |
|||
informant | [a] In t dorp waar dak woon _ . Waar dak woon | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja.. | |||
informant | sat een oude kerk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
In t dorp waar dak woon. Ja. [/e=1]
da k |
|||
hulpinterviewer |
[v=256] Op de dag da we aankwame regendenet. [/v]
regende n et |
|||
hulpinterviewer |
Dame aan kwame.
da me |
|||
informant | Op den dag da we aan _ . Aan Kwame. | |||
hulpinterviewer |
Dame aan kwame regendenet. [/a]
da me regende n et |
|||
informant | Dame aan kwame regendenet. | |||
hulpinterviewer |
Of ook den dag dame aan _ . Of op den dag dame aan kwame. [/e=1]
da me |
|||
informant | Den dag. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=257] Dat is iets wat heel mooi is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das iet heel schoon. [/a]
da s |
|||
informant | Das iet heel schoon. | |||
hulpinterviewer | Nee. Nee. [/e=1] | |||
veldwerker | Kunt ge soms ook zeggen dat is iets die heel schoon is, | |||
hulpinterviewer | [v=308] Zou hij dat hebbe kunne doen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zou hij da kunnen doen hemme? [/a] | |||
hulpinterviewer | Zou hij da hemme kunne doen? zegge we ni. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Zou hij da kunnen doen hemme? | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Zou hij zo iet kunnen doen hemme? Ja. [/e=1] | |||
informant | Zo iet kunnen doen hemme? | |||
hulpinterviewer | [v=393] Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
hulpinterviewer | Of ni zegge. | |||
informant | Ni voort vertelle. Of ni zegge. | |||
hulpinterviewer | [a] Ni zegge dage ne cadeau voor em voor em gekocht hee. [/a] | tagging | ||
informant | Voor em gekocht hee. | |||
hulpinterviewer | [v=444] Jef die zou ik nooit uitnodigen. [/v] | |||
hulpinterviewer | Nooit vrage. | |||
informant | De Jef die zou ik nooit _ nooit vrage. [/a] | |||
hulpinterviewer | Maar kunne we da zegge zo me die naam van voor? | |||
hulpinterviewer | De Jef die zou ik nooit vrage. | |||
informant |
Ja. Zo zouwet zegge. [/e=1]
zou we t |
|||
hulpinterviewer | [v=445] Marie die zou zou zo iets nooit doen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie die zou _ die zou da nooit ni doen. [/a] | tagging | ||
informant | Die zou da nooit ni doen. | |||
hulpinterviewer | [v=446] Jules die drinkt wel eens een glas te veel. [/v] | |||
hulpinterviewer | Jules die durft wel eens | tagging | ||
informant | Die durft wel eens | |||
hulpinterviewer | te veel drinke. [/a] Te veel drinke. En die durft wel eens te veel drinke. | |||
informant | Te veel. Te veel in de pint zien. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=447] Martha die zou ik wel eens bij mij thuis wille uit nodige. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Martha die zou ik wel eens wille | tagging | ||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | wille vrage. [/a] Ja. Ja. | |||
informant | Wille vrage voor te kome. | |||
hulpinterviewer | [v=448] Dat huis dat zou ik nooit wille kope. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Da huis da zou ik nooit wille kope. [/a] | tagging | ||
informant | Dat huis. Da zou ik nooit wille kope. | |||
hulpinterviewer | Eh. [v=449] Dat huis dat staat daar al vijftig jaar. [/v] | |||
informant |
[a] Da huis stater al vijftig jaar. [/a]
sta t er |
tagging | ||
hulpinterviewer | Dat huis da stater al vijftig _ . Ja dat kan. Dat huis da stater al vijftig jaar. [/e=1] | tagging | ||
informant | xxx | |||
hulpinterviewer | [v=521] Hij woont bij Marie. [/v] | |||
hulpinterviewer | Hij woont _ . Of [a] hij woont bij Marie. [/a] Ja da kan hij woont bij Marie. | tagging | ||
informant | Hij is bij Marie. Hij is bij Marie of hij woont _ . Hij woont bij Marie. Ja. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=522] Hij woont bij Wim. [/v] [a] Hij woont bij Wim. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=049] Ik heb me daar goed geamuseerd. [/v] | |||
informant | Mmm. Ik em me daar goed _ . | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ik em me daar goed geamuseerd. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=050] Ze heeft zich niet geamuseerd op het bal. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] dan zeggeme ze heet dereige ni geamuseerd [/a]
zegge me der eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | op t bal. [/a] He. | |||
hulpinterviewer | [v=275] Je herinnert je toch wel dat je me toen onder die ladder door liet lope. [/v] | |||
hulpinterviewer | Maar da zegge we ni. Ge wet toch wel _ . | |||
informant | Ge herinnert _ . Nee. Ge wet toch nog wel as da ge _ . | |||
hulpinterviewer |
dage me toen onder die ladder _ .
da ge |
|||
hulpinterviewer | Ja. | |||
informant | Hee late lope. | |||
hulpinterviewer |
Of dage me toen onder die ladder _ .
da ge |
|||
informant | Hee late onder door lope. | |||
hulpinterviewer |
Onder de ladder _ . Ja. Onder de ladder hee late onder door lope. Of dage me onder de ladder onder door liet lope.
da ge |
|||
hulpinterviewer | Of dee lope. | |||
informant | Ja. Dee lope. | |||
hulpinterviewer | [a] Ge wet toch nog wel dage me toen onder de ladder onder door dee lope. [/a] | tagging | ||
informant | Dee lope. | |||
hulpinterviewer | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik weet nog dat er ene altijd op mij riep. [/a] | tagging | ||
informant | Ik herinner _ . Ik weet nog dat er ene altijd op u riep. | |||
hulpinterviewer | En dat er ene altijd op mij riep. Of op ons. | |||
informant |
Ja. Das juist. Op ons of op mij. [/e=1]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakke. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij voelde datem door t ijs zakte. [/a]
dat em |
|||
informant | Hij was _ . | |||
hulpinterviewer | Want me zegge ni hij voelde zen eige door t ijs zakke. | |||
informant | Ja. Ja. Nee. Nee. Nee. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we bij Marieke langs ginge. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Ge wet toch nog wel dame bij Marieke _ .
da me |
|||
informant | Dame bij Marie _ . | |||
informant |
Daar ginge. Langs. Dame daar .
da me |
|||
hulpinterviewer | [a] ge wet toch nog wel dame bij marieke binnen ginge. [/a] | |||
informant | Binnen ginge. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=293] Ze herinnere zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ze wete er nog een beetje van maar alles ni. | |||
informant | Ze wet _ . [a] Ze wete er nog een beetje van maar alles ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Leefdenek er op los. Ja.
leefde n ek |
|||
informant |
[a] In die tijd leefdenik er _. Leefdenek er op los. [/a] Ja.
leefde n ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=337] Vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Vroeger leefdenem gelijk e beest. [/a]
leefde n em |
tagging | ||
hulpinterviewer | Of lijk een beest. | |||
informant | Lijk een beest. | |||
hulpinterviewer | Vroeger leefdenem lijk een beest. | |||
informant | Lijk een beest. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=338] Daar leefde wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
hulpinterviewer | ggg Ik denk ni dat in dialect gezegd wordt as God in Frankrijk. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | [a] Daar leefde wellie _ . [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Daar hadde wellie e schoon leven. | |||
informant | Daar hadde wellie e schoon leven. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Toen leefde gij _ . | tagging | ||
informant | _ a ne koning. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Lijk. Lijk ne koning. Toen leefde gij lijk ne koning. | |||
informant | Lijk ne koning. Lijk ne koning. Toen leefde lijk ne koning. [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=412] Er waren veel mensen op het feest. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] daar was veel volk op t feest. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=413] Jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kon kome. Waren er veel mensen op het feestje? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Spijtig dak _ nie kost kome naar uwe verjaardag
da k |
tagging | ||
informant |
Spijtig dame gisteren ni kunne kome
da me |
tagging | ||
hulpinterviewer | En was er veel vol op da feestje? [/a] Ja. | tagging | ||
informant | En was er veel volk op da feest? | |||
hulpinterviewer | [v=524] Wie heb je gezien? [/v] [a] Wien herre gezien? [/a] | |||
hulpinterviewer |
He. Wien herrege gezien? Da zegge we toch he?
herre ge |
|||
informant | Wien herrege gezien? Ja. [/e=1] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=002] Ik heb dat gezegd gehad. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik em da gezei. [/a] | tagging | ||
informant | Ik em da gezei. | |||
hulpinterviewer | [v=357] Als Frans zegt er komt morgen iemand langs. Kan Marie dan vrage wie dat? [/v] | |||
hulpinterviewer | As Frans zegt morgen komt er iemand kan ze dan antwoorde wien wien? | |||
hulpinterviewer | Wien da? | |||
informant | [a=j] Wien wien da. Ja. Wien da komt er morgen? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja maar dan _ . | |||
hulpinterviewer | Morgen komt er iemand. Wien da? | |||
hulpinterviewer | Ja. Wien da? Mmm. [/e=1] | |||
informant | Wien da? | |||
hulpinterviewer | [v=408] Op dit feest wort er veel gedanst. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Op dees feest wenter veel gedanst. [/a]
went er |
tagging | ||
hulpinterviewer | Hier weunt veel gedanst. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Ja. [/e=1] | |||
veldwerker | Kunt ge die er laten weg vallen? | |||
hulpinterviewer | [v=409] Nu wordt er nog alleen maar brood verkocht in die winkel. [/v] | |||
hulpinterviewer | Ik denk da we hier xxx zegge nu verkope ze alleen verkope ze alleen nog maar brood in die winkel. | |||
informant | Ze alleen nog maar brood in die winkel. | |||
hulpinterviewer | Ik denk dat we minder zegge [a=j] Daar went nog alleen maar brood verkocht. [/a] | |||
informant | Nee. Nee. | |||
hulpinterviewer | [v=414] Gisteren stond er een enge man in de tuin. [/v] | |||
informant | xxx | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Gisteren stoner nen arige vent in den hof. [/a]
ston er |
tagging | ||
veldwerker | En hier kunt ge die er niet late weg vallen? | |||
hulpinterviewer |
Kunne gij zegge gisteren ston nen arige vent _ . Nee. Stoner.
ston er |
|||
hulpinterviewer | Ja. Ja. [/e=1] | |||
informant |
Stoner nen arige vent.
ston er |
|||
hulpinterviewer | [v=482] Dat boek leg neer. [/v] [a=n] Da zegge we ni he. [a] | |||
hulpinterviewer | Dat boek leg neer. Da zegge we ni he. Legt die boek neer. | |||
informant | Nee. Legt die boek neer. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=483] Als je echt niet kunt wachte dan kom maar. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] As gecht ni kunt wachte komt dan maar. [/a]
g echt |
|||
hulpinterviewer | [v=484] Dat kijk maar. [/v] [a=n] Nee. Nee. [/a] | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Dat kijk maar da zegge we ni. Zie eens. | |||
informant | Dat kijk _ . Nee. Zie eens. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=407] Hij wist hent. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hij wistet. [/a]
wist et |
|||
hulpinterviewer |
Hij wiset zonder de t. Hij wiset.
wis et |
|||
informant | Ja. Hij wiset. [/e=1] | |||
hulpinterviewer | [v=369] Met het te sneeuwen konde we konde we de stad niet uit. [./v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Om dat sneeuwde kosse we t stad ni uit. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Zegge me dat sneeuwde? Ja. Me dat sneeuwde kosseme ni eweg. [/e=1]
kosse me |
|||
informant | Me dat sneeuwde. Me dat sneeuwde. | |||
hulpinterviewer | [v=358] Ik denk dat iemand de koekjes heeft opgegeten maar ik weet niet wie dat. [/v] | |||
hulpinterviewer | Opgeten hee. | |||
informant | [a=n] Nee. Ik denk da iemand de koekjes opgegeten opgeten hee maar ik weet ni wien. [/a] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: die zijn |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: van wie zijn |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: woe da s op |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j opmerking: ook: de man die da ik denk |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j opmerking: maar: ieverans ni of ergens ni beter |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n opmerking: twijfel |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan smoor ni mie |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n vorm: ekik et opmerking: ekik ??n geheel: ik zal (k)ik onmogelijk; Jan en ekik onmogelijk |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
(1) : j komt voor (2): j |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n opmerking: wel twijfel of preverbaal vol kan zijn |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: me |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wellie |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekandere |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: n vorm: em zin: pronomen noodzakelijk |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j opmerking: enkel bij nadruk of aanwijzend |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik gon |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gon ek |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaa goa |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa re ge |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: haa goa |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa t em |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zaa goa |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa se |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t goa |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa g et |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: me goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa me |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gellie goa |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa re ge |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zellie goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: toen dakik ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging de gaa |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaa ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging kik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaa ging |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging haa |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: haa ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging de gaa |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zaa ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: et ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wellie ginge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: ging de gellie |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: toen da |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gellie ging |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge wellie |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j opmerking: mogelijk maar wie dat beter |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: hem |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: zen aige |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: zen aige |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: zen aige zelve |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: hem |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut