SAND-data Sint-Jozef-Olen (K274a)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Sint-Jozef-Olen |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]K274a[/k][h]680[/h][i]681[/i][vw]ANS[/vw][/meta] | |||
commentaar | Spontaan gesprek. | |||
hulpinterviewer | [v=035] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan onthoudt da verhaal wel. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De schrijnwerker heet geen nagels bij. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=040] Louis liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant | [a] Louis liet liet mij ve um werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorve is. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet ze weet ni da Marie gisteren dood gegaan is. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand heet da nooit gewille of gekunne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wel wille op ete. [/v] | |||
informant | [a] Jan had hiel da brood op gete. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ah ja wel wille op ete ja. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=041] Jeanne liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Jeanne liet liet heur mee drijve op de golven. Heur he. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zich zelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant |
[a] toon bezag zezelve es goed in de spiegel [/a]
ze zelve |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zich zelf goed. [/v] | |||
informant |
[a] eduard kent zezelve goed [/a]
ze zelve |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of zen eige. [/a] | |||
informant |
[a] of zeneige ja [/a]
zen eige |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=046] Ward heeft gehoord dat er foto's van zich zelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant |
[a] war hee gehoord dater fotos van van zeneige in d etalage staan [/a]
dat er zen eige |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer |
Wildegij nu misschien?
wil de gij |
|||
informant | [v=053] Als ik eerlijk leef leef ik zo als mijn ouders wille. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asek rechtdoor leef dan leefek gelek os moe en onze va of men men ouders wille he. [/a]
as ek leef ek |
tagging | ||
informant | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asem nog drie jaar leeft dan leeftem nog langer dan uwe va. [/a]
as em leeft em |
Dan? Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asse zo gevaarlijk blijft voort leve dan leefse toch ni lang ni meer. [/a]
as se |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asert nu nog is of ast nu nog leeft dan leefet morgen ook nog. [/a]
as er t as t leef et |
tagging | ||
informant | [v=061] Als jullie zo gevaarlijk leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asgelle zo gevaarlijk leeft dan leefdegelle nooit zo lang azekik. [/a]
as gelle leef de gelle az ek ik |
tagging | ||
informant | [v=063] Als ze voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asse vui heule werk leve dan leveze ni vui heule jong. [/a]
as se leve ze |
tagging | ||
informant | [v=067] Als Marcel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As Marcel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
informant | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Asge gezond leeft dan leefde langer. [/a]
as ge leef de |
tagging | ||
informant | [v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leve dan leve er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Aser zo weinig van den boer leve of van de landbouw dan leveder
as er leve der |
tagging | ||
hulpinterviewer | hiel vuil mensen van t fabriek van t werk in t fabriek. [/a] | tagging | ||
informant | [v=070] As Lisa en Pierre in het paradijs leve dan leve leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As Lisa en Pierre in t paradijs leve dan leve die ander | tagging | ||
hulpinterviewer | in de hel. [/a] | tagging | ||
informant | [v=071] As we rustig leve leve we gelukkig. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Aswe rustig leve dan leveme gelukkig. [/a]
as we leve me |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] As we eerlijk leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Asme rechtdoor leve dan levewe gelukkig he. [/a]
as me leve we |
|||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef wa gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef wa minder gevaarlijk kinderen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk da Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik denk da Marie tem zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te hale? [/v] | |||
informant |
[a] Hede genoeg man vui te hooie? [/a]
he de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Het was vriendelijk van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant | [a] Het was vriendelijk van Jan om te kome werke. [/a] | Om? Hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Dees vat was vuil vuil te zwaar vui te drage ggg. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant | [a] Ja me hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=198] Hij kan zeure. [/v] | |||
informant | [a] Amai die kan zage. [/a] | Constructie zonder 'staan' wel bij zin 199. | ||
hulpinterviewer | [v=200] Toen we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant | [a] Toen we aan kwame kwame regende het. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Kgeloof dat ik groter ben als hij. [/v]
k geloof |
|||
informant |
[a] Kdenk dak groter zijn asij. [/a]
k denk da k as ij |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ze gelooft da dagij eer thuis zijt asekik. [/a]
da gij as ek ik |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=217] Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ge geloof zeker ni datem sterker is. [/a]
dat em |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Datem sterker is asgij? [/a]
dat em as gij |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=218] Ze geloven dat wij rijker zijn as zij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ze gelove dawelle rijker rijker zijn ashij ashaa of ashij? Assij dan. [/a]
da welle as hij as haa as sij |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | Assij. | |||
informant | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] We gelove dagelle ni zo slim zijt aswelle. [/a]
da gelle as welle |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=220] Jullie gelove misschien niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gelle geloof misschien ni dawelle? Dasij armer zijn asgelle. [/a]
da welle da sij as gelle |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | Da zij armer zijn als jullie. | |||
informant | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gij gelooft da Lisa even even schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
informant | [v=222] Hij gelooft dat Marcel en Jan sterker zijn als Jef en Gaston. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij gelooft da Marcel en Jan sterker zijn as Jef en Gaston. [/a] | tagging | ||
informant | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Die jongen wiens moe gisteren hertrouwd is die stond achter mij. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=250] De bank waar op zij zaten was pas geverfd. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] De bank waar op ze zate was pas geschilderd. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie geld hee moet mij maar wa geve. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie trok de sosse no eur. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Iemandni mag het zien. [/a]
iemand ni |
tagging | ||
informant |
[a] Dus ik vind dagijt ook ni meugt zien. [/a]
da gij t |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Das de vent dieeze geroepe hemme. [/a]
da s die e ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de vent dien het verhaal verteld hee. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de vent die ik denk dat verhaal verteld hee. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=373] Da is de man die dakik denk dase geroepe hebbe. [/v]
da k ik da se |
|||
informant |
[a] Das de vent die ik denk dase geroepe hemme. [/a]
da s da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=397] Tschijnt dat ze niets mag wete. [/v]
t schijnt |
Verkeerde vraag, op einde hernomen. | ||
informant |
[a] Schijnt. Het schijnt dase van niks mag wete. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=398] Ze schijnt niks te moge ete. [/v] | |||
informant | [a] Ze schijnt niks te meugen ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=403] Tlijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v]
t lijkt |
|||
informant |
[a] Tis precies of er iemand in den hof staa. [/a]
t is |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Wa voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant |
[a] Wa voor boeken wa ve boeken boeken hede gekocht? [/a]
he de |
|||
hulpinterviewer |
Of dagij gene schonen boek het ve te leze?
da gij |
|||
hulpinterviewer | [v=526] Wie heeft je op de kermis gezien? [/v] | |||
informant | [a] Wie hee ei ei op de foor gezien? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertel maar niet wie zij had kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a] Vertelt mo ni wie zij had kunne roepe. [/a] | tagging | ||
informant | [v=162] Maries auto is kapot. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie derren auto is kapot. [/a] | tagging | ||
informant | [v=193] Dat is zo zeker als één en één twee is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das zo zeker of zo juist as da één en één twee en is. [/v]
da s |
En? | tagging | |
informant | [v=253] Op zondag ginge we met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] E zondag gingeme me hiel de familie no de zee da was echt ferm. [/a]
ginge me |
Vraag hernomen later. | tagging | |
informant | [v=255] In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] In het dorp waar dakik woon staat een oud kerk. [/a]
da k ik |
tagging | ||
informant | [v=256] Op de dag dat we aan kwame regende het. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Op den dag damer aan kwame regendenet. [/a]
da me r regende n et |
tagging | ||
informant | [v=257] Dat is iets wat heel mooi is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das iet wa da hiel schoon is. [/a]
da s |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=308] Zou hij dat hebbe kunne doen? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Zouem da hemme kunne doen? [/a]
zou em |
tagging | ||
informant | [v=393] Niet vertellen dat je een cadeau van hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ni vertelle dage van hem het gekocht he. [/a]
da ge |
tagging | ||
informant | Vui. | |||
hulpinterviewer | [a] Ah vui hem het gekocht. [/a] | |||
informant | [v=444] Jef die zou ik nooit uit nodige. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Jef zouk nooitni vrage of uit nodige. [/a]
zou k nooit ni |
Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=445] Marie die zou zo iets nooit doen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie zou zo iet nooit doen. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
informant | Nee iet opgeplakt geweest. | Combinatie van twee participia | ||
hulpinterviewer | [v=446] Robert die drinkt wel eens een glas te veel. [/v] | |||
informant | [a] Robert die zuipt wel es te veel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=447] Martha die zou ik wel eens bij mij thuis wille uit nodige. [/v] | |||
informant |
[a] Martha die zouek wel es wille vrage thuis. [/a]
zou ek |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=448] Dat huis dat zou ik nooit wille kopen. [/v] | |||
informant |
[a] Da huis da zouk na nooitni wille kope ze. [/a]
zou k nooit ni |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=449] Dat huis dat staat daar al vijftig jaar. [/v] | |||
informant | [a] Da huis da staat do al vijfitg jaar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=521] Hij woont bij Marie. [/v] | |||
informant | [a] Hij woont bij Marie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=522] Hij woont bij Jef. [/v] | |||
informant | [a] Hij woont bij Jef. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=049] Ik heb me daar goed geamuseerd. [/v] | |||
informant |
[a] Kem mij goed gamuseerd. [/a]
k em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=050] Ze heeft zich niet gamuseerd op het bal. [/v] | |||
informant |
[a] ze hee der eige dereige ni gamuseerd op da bal [/a]
der eige |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | Of we gaan ons zelve wasse zo. | |||
hulpinterviewer | [v=275] Je herinnert je toch wel dat je me toen onder die ladder door liet lope. [/v] | |||
informant |
[a] Ge vergeet toch ni dageme toen onder die ladder het doen lope. [/a]
da ge me |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
informant | [a] Ik herinner me nog dat iemand os steeds os altijd riep. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakken. [/v] | |||
informant | [a] Hij voelde zich dui t ijs zakke. [/a] | Zich? Vraag hernomen op einde. ik heb indruk dat informant hier meer beinvloed wordt door AN door verwarring met herinneren. | tagging | |
commentaar | n.v.t. | |||
informant | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we bij Marieke langs ginge. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gij weet toch nog dawij bij Marieke langs gegaan zijn. [/a]
da wij |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=293] Zij herinnere zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ze herinnere zich nog wel iet mo ni alles. [/a] | Zich? Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] In dienen tijd leefdenek er op los. [/a]
leef de n ek |
tagging | ||
informant | [v=337] Vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Vroeger leefdenem as een beest. [/a]
leef de n em |
tagging | ||
informant | [v=338] Daar leefde wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ah doe leefdewelle as God in Frankrijk. [/a]
leef de welle |
tagging | ||
informant | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Toen leefdegij as ne koning. [/a]
leef de gij |
tagging | ||
informant | [v=412] Er er waren veel mensen op het feest. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Der ware vuil mensen op t feest. [/a] | tagging | ||
informant | [v=413] Jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kon kome. Waren er veeln mensen op het feestje? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Spijtig dakik gisteren ni na die verjaardag kos kome. Wareder vuil mensen op t feestje? [/a]
da k ik ware der |
tagging | ||
informant | [v=003] Ik denk da Marie hee geprobeerd van hem nen brief te schrijve. [/v] | Verkeerde vraag: geprobeerd i.p.v. proberen | ||
hulpinterviewer | [a] Ik denk da Marie hee geprobeerd van hem nen brief te schrijve ja ik zou da ni beter kunne ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zoude eventueel ook kunne zegge ik denk da Marie hee probere van hem nen brief te schrijve? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Heeft geprobeerd. Nee. Heeft probere? Nee da zeggewelle ni. [/a]
zegge welle |
|||
informant |
[v=022] Ter wil niemandni danse. [/v]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Daa wilt niemandni danse. [/a]
niemand ni |
|||
informant |
[a] De wilt iemandni danse. [/a]
iemand ni |
Enkel informant gebruikt deze vorm in plaats van niemand. Hulpinterviewer zegt gewoon niemand. | ||
informant | [v=137] Hij wil gen soep ni meer ete ni. [/v] | |||
veldwerker | [v] Zoude da gaan me die ni daar nog eens achter? [/v] | |||
informant | [a=n] Nie nie. [/a] | |||
informant | [a] Hij wil gen soep ni mie ete. [/a] | |||
informant |
[v=028] Vertel mij es wie da wie dase had kunne roepe. [/v]
da se |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Vertelt mij es wien dase had kunne roepe. [/a] | Wien i.p.v. wie. | tagging | |
informant | [v=029] Vertel me es wie of ze had kunne roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Vertel me es wien dase dan wel had kunne roepe. [/a]
da se |
tagging | ||
veldwerker | [v] Ja die of gebruiktegelle ni? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee die gebruikewelle ni. [/a]
gebruike welle |
|||
informant | [v=030] Vertel me es wie of dat ze had kunne roepe. [/v] | |||
informant |
[a=n] Die of zeggewelle ni he. [/a]
zegge welle |
|||
informant | [v=086] Ik weet dat Eddy merge wilt brood ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik weet da Eddy morge merge brood zou willen ete. [/a] | |||
informant | [v=087] Eddy moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Eddy moet vroeg kunne op staan. | |||
hulpinterviewer | Just t omgedraaide. [/a] | |||
informant | [v=497] Hij is alle kapotte spullen weg aan t gooie. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Hijs alle kapotte rommel weg aan t smijte. Aan t weg smijte. [/a]
hij s |
Straks explicieter [a=n]. | tagging | |
informant | [a] Aan t weg smijte. [/a] | |||
informant |
[v] Hijs alle kapotte spullen aan t weg gooie. [/v]
hij s |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Hes alle kapotte rommel spullen dingen dingen aan t weg gooie. [/a]
he s |
|||
veldwerker | [v] Dus tis aan t weg smijte en ni weg aan t smijte? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee ni weg aan t smijte. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=495] Ik denk dage veul weg zou moete gooie. [/v]
da ge |
|||
informant |
[a] Ik denk dage veul weg zul zult moete smijte. [/a]
da ge |
Later herzien. | tagging | |
hulpinterviewer |
[a=n] Ik denk dage veul zou moete weg smijte zoukik denke omdraaie. [/a]
da ge zou k ik |
|||
hulpinterviewer | [a] Zou moete he. [/a] | |||
informant |
[a] Ik denk dage veul zou moete weg smijte. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat je veel zou weg moete gooie. [/v] | AN! | ||
informant |
[a=n] Ik denk dage veul zult moete weg smijte. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dage veul zou moete weg gooien. [/v] | |||
veldwerker | [v] Weg zot moete smijte. Zot weg moete smijte. Of zot moete weg smijte? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ik denk dage veel zou moete weg smijte. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer | [v=140] Zitte hie nergens gen muizen? [/v] | |||
informant | [a] Zitte hie ieverans gen muizen? [/a] | Vraag hernomen op einde. Nergens geen blijkt ook mogelijk te zijn. Informant heeft voorkeur voor ieverans geen (te vergelijken met iemand niet), terwijl hulpinterviewer nergens geen (en niemand niet) gebruikt. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=075] Ik vin da iedereen moet kunne zwemme. [/v] | |||
informant | [a=g] Ja. Ik vin da iedereen moet kunne zou zou moete kunne zwemme. [/a] | Later ook gebruikt zonder 'zou', vandaar [a=j]. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=077] Ik vin da iedereen moe moet zwemme kunnen. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik vin da iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=080] Ik vin da iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik vin da iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=082] Ik vin da iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik vin da iedereen moet kunne zwemme ggg. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=084] Ik vin da iedereen zwemme moet kunne. ggg [/v] | |||
informant | [a=n] Ik vin da iedereen moet kunne zwemme. | tagging | ||
informant |
Da blijfek bij. [/a]
blijf ek |
|||
hulpinterviewer | [v=154] Boeken hee Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan hee drie boeken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=146] He spreek ni goed ge Frans. [/v] | |||
informant | [a=n] He spreek ni goed Frans. [/a] | |||
informant | [v] He klapt zo goed gen Frans. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] He klap gen goed Frans. [/a] | |||
informant | [v=148] Iedereen is gene vakman. [/v] | |||
informant |
[a=j] Ja das juist. Alleman is gene stielman. [/a]
da s |
tagging | ||
informant | [v=149] He hee overal gen maten. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] He hee ni overal maten. [/a] | |||
informant | [v=156] Jan weet dat hij ve drie uur ve drie uur den auto moet hemme ah nee toch moet hemme gemaakt. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ah Jan weet datem binne drie uren den auto moet gemaakt emme. [/a]
dat em |
|||
informant | [v=157] Jan weet dat hij ver drie uren den auto moet gemaakt emme. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Jan weet datem binne de drie uren den auto moet gemaakt emme. [/a]
dat em |
tagging | ||
informant | [v=160] Jan weet dat hij ve drie uren den auto gemaakt moet hemme. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Jan weet datem binne drie uren den auto moet gemaakt hemme. [/a]
dat em |
Niet expliciet [a=n]. | ||
informant |
[v=161] Jan weet datem vui drie uren den auto gemaakt moet hemme moet gemaakt hemme moet. [/v]
dat em |
|||
informant | [a=n] Chris da klinkt ni he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Jan awel daa mee zeggewelle Jan vind datem binne drie uren den auto moet gemaakt hemme. [/a]
zegge welle dat em |
|||
informant |
[v=260] Wa denkte wiek in de in de stad gezien hem? [/v]
denk te wie k |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Wa denkte da zeggewelle xxx. Wie denktegij dak in de stad gezien xxx. [/a]
denk te zegge welle denk te gij da k |
Antwoord op vraag 262 spreekt [a=n] tegen. Bij doorvragen blijkt dat deze constructie toch mogelijk is. | ||
informant |
[v=262] Wie denkte wiek in t stad gezien hem? [/v]
denk te wie k |
|||
hulpinterviewer |
[a] Wa denkte nee wie denktegij dak in t stad gezien hem? [/a]
denk te denk te gij da k |
|||
veldwerker | [v] En wie denkte wie? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wa denkte wien dak gezien hem? [/a]
denk te da k |
|||
hulpinterviewer |
[a] Wie denkte wie da zeggewelle ni. Wa denkte wien dak gezien hem? [/a]
denk te zegge welle da k |
Spreekt antwoord op vraag 260 tegen. Vraag 260 hernomen na deze zin. | ||
veldwerker | [n] [v=260] Zoude da kunne zegge wa denkde wie dak gezien heb? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja wa denktegij wien dak gezien hem? [/a] [/n]
denk te gij da k |
Constructie blijkt dus toch mogelijk te zijn. | tagging | |
informant | [v=248] Ik doen wel efkes de sjatten af wasse. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik was de sjatten wel af. [/a] | |||
informant |
[v=296] Zoutem da gedaan hemme gekund? [/v]
zout em |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Zoutem da kunne gedaan hemme? [/a]
zout em |
|||
informant |
[v=401] Tis misschien beter om nog efkes te wachte. [/v]
t is |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Tis misschien beter om nog afkes te wachte. [/a]
t is |
Om? Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=402] Me hadde t geluk hem direct nee rap terug te vinde. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] We hadde chance van hem rap terug te vinne. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=309] Ik em gen goesting en voere voere de koeien. [/v] | |||
informant |
[a=n] Kem gen goesting om de koeie te voeiere. [/a]
k em |
|||
hulpinterviewer | [v=316] De politie zou bij hem bij hum kome en neme hum mee. [/v] | |||
informant | [a=n] De politie zou bij hum kome vui tem mee te neme. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Marie al her koeien zijn verdronke baa d overstroming. [/v] | |||
informant | [a] Marie al her koeien zijn verdronke be d overstroming. [/a] | Later herzien. | ||
hulpinterviewer |
[a] Al haar koeien da al her koeien. Alle koeien van Marie zeggewelle da zo ni? [/a]
zegge welle |
|||
informant | [a=n] Alle van koeien van Marie ja alle koeien van Marie zijn verdronke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Dees denk ik ni aan. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hie denkik ni aan. [/a]
denk ik |
|||
hulpinterviewer |
[v=321] Die rare jongen benek mee no de markt geweest. [/v]
ben ek |
|||
informant |
[a=n] Dien arige jongen daa zenek mee no de markt geweest. [/a]
zen ek |
|||
hulpinterviewer |
[v] Die rare jongen hemek mee no de markt geweest. [/v]
hem ek |
|||
informant |
[a=n] Ja me dien arige jongen zenek no de markt geweest. [/a]
zen ek |
|||
hulpinterviewer |
[v=322] Ik em al de eerste drie sommen gemaakt. De welke hedegij gemaakt? [/v]
he de gij |
|||
informant |
[a=n] Kem al d eerste drie sommen gemaakt. Hoen hedegij gemaakt? [/a]
k em he de gij |
Later explicieter [a=n]. | ||
veldwerker | [v] De welke da zoude ni zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel vriendelijk. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik denk wel dase die jongen hie allemaal vriendelijk vinne. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer | [v=323] De wat voore of waffere xxx. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zeggewelle gien één van de drie. [/a]
zegge welle |
|||
hulpinterviewer |
[v] Waffere hedegij al weg gebracht? [/v]
he de gij |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Waffere zeggewelle ook ni echt he. [/a]
zegge welle |
|||
informant |
[a] Of hoene. Hoene hedegij weg gedaan? [/a]
he de gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=353] As Lea vraagt wilde nog koffie Jan. Kan Jan dan antwoorde jaak?
wil de |
|||
informant | [a] Ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ja ma ni jaak? [/v] | |||
informant | [a=n] Ni jaak nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=023] Els wil ni danse en ze wil ni zinge ook ni. [/v] | |||
informant |
[a] Els wil ni danse en zinge wilt zook ni. [/a]
z ook |
|||
veldwerker | [v] En ze wilt ni zinge ook ni zoude da kunne zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Da kunnewe zegge ma da zeggewe ni. [/a]
kunne we zegge we |
Nog verder doorgevraagd maar resultaat blijft zelfde. | ||
hulpinterviewer | [v=150] Hij weet alles ni van de zaak. [/v] | |||
informant | [a] Hij weet niks van de zaak. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Of he weet ni alles mo ni weet alles niet da zeggewelle ni he. [/a]
zegge welle |
|||
hulpinterviewer | [v=151] He hee altijd genen tijd. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hee noot gene tijd. [/a]
h ee |
|||
hulpinterviewer |
[v=261] Wa denktegelle hoezet hemme op gelost? [/v]
denk te gelle hoe ze t |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Da denkik wel. Wa denktegelle hoezet hebbe hoezet hebbe op gelost? [/a]
denk ik denk te gelle hoe ze t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Hoezet op gelost hebbe toch weeral achter aan. [/a]
hoe ze t |
|||
hulpinterviewer |
Wacht. [v=265] Hoe denkte hoezet hebbe op gelost? [/v]
denk te hoe ze t |
|||
hulpinterviewer |
[a] Hoe denkte daset zoun op gelost hemme? [/a]
denk te da se t |
|||
veldwerker | [v] Geen twee keer hoe? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=266] Wie denkte die ik in de stad gezien hem? [/v]
denk te |
|||
informant |
[a=n] Wie denkte dak gezien hem in t stad? [/a]
denk te da k |
Achterop plaatsen van bepaling. | ||
informant |
[v=347] Ik weet datem is gaan zwemme. [/v]
dat em |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik weet datem gaan zwemme is. [/a]
dat em |
|||
informant | [v=350] Ik weet dat hij gaan zwemme is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=g] Ik weet datem gaan zwemme is. [/a]
dat em |
tagging | ||
informant | [v=352] Ik weet dat hij gaan zwemme dat hij zwemme gaan is. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik weet datem gaan zwemme is. [/a] | |||
informant |
[v=355] Als Lea vraagt hemmeze gete kan Marie dan antwoorde jaanze? Jaanze? [/v]
hemme ze |
|||
informant | [a] Ma ni jaanze ja ze ja ze of ja zalle. [/a] | 'Ze' hier geen pronomen. | tagging | |
veldwerker | [v] Die die ze is dan meer iets zo als zalle? Da wilt ni zegge van ze? [/v] | |||
veldwerker | [v] Ni van eh ja ze hebbe gete? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
[v=364] Isem dood? [/v]
is em |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Isem dood? Ja. [/a]
is em |
tagging | ||
informant |
[v=387] Wannier zal de wereldvrede kome? Nooitni. [/v]
nooit ni |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Wanneer zal de wereldvrede kome? Nooitni. [/a]
nooit ni |
|||
hulpinterviewer |
[a] Nootni. [/a]
noot ni |
tagging | ||
informant |
[v=399] Rosa probeerde om om iemandni zeer te doen. [/v]
iemand ni |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Rosa probeerde om niemand zeer te doen dan he. [/a] | Om? Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant |
[a] Ja niemand maakik niemand eh iemandni he. [/a]
iemand ni |
|||
informant |
[a] Plat ist iemandni he. [/a]
is t iemand ni |
|||
hulpinterviewer |
[a] Rosa probeerde om niemandni zeer te doen. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
informant |
[a] Ja iemandni zoukik zegge. [/a]
iemand ni zou k ik |
Opnieuw zelfde: informant gebruikt iemandni, hulpinterviewer niemand en zelfs niemandniet. | ||
informant | [v=400] Ja het belooft wee om ne schonen dag te worde. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Da belooft van ne schonen dag te worde. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
informant | [v=425] Ze leeft ze op water en brood. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ze leeft op water en brood. [/a] | Later expliciet nee. | tagging | |
veldwerker | [v] Dus ni ze leeft zij? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee [/a] | |||
informant |
[v=427] We zijn daa nog noot nog nootni nootni ze nootni geweest. [/v]
noot ni |
Verkeerde vraag zonder dubbeling. | ||
hulpinterviewer |
[a] Daa zijme nog nootni geweest. [/a]
zij me noot ni |
tagging | ||
veldwerker | [v] We zijn welle doe nog nootni geweest? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee. Daa zijn welle nog nootni geweest da wel. [/a]
noot ni |
tagging | ||
informant |
[v=428] Marie zei dame zulle winne. [/v]
da me |
Verkeerde vraag zonder dubbeling. | ||
hulpinterviewer |
[a] Marie zei dame zulle winne. [/a]
da me |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En Marie zei dame damewij zulle winne? [/v]
da me da me wij |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
commentaar | n.v.t. | |||
informant | [v=365] Hem is dood. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Hes dood. [/a]
he s |
|||
informant | [v=366] Heur is ziek. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zij is ziek. [/a] | |||
informant | [v=367] Is heur ziek? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Issij ziek? [/a]
is sij |
|||
hulpinterviewer | [v=429] Hij kan hij do niks aan doen. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij kan do niks aan doen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=430] Ik denk datemhij morgen ook komt. [/v]
dat em hij |
|||
informant |
[a=n] Ik denk datem mergen ook komt. [/a]
dat em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=459] Hij hee den bal gegooid in de mand. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij hee den bal in de mand gesmete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=486] Da boek beloof mij da je dage nootni meer zult verstoppe. [/v]
da ge noot ni |
|||
informant |
[a=n] Da snapekik na ni. [/a]
snap ek ik |
|||
informant |
[a] Beloof me dage da boek nootni meer zult verstoppe. [/a]
da ge noot ni |
|||
hulpinterviewer |
[v=487] Wa zeg mij dage gekocht het? [/v]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeg me wa dage gekocht het. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[v=512] Zo een ding één hebik nog nooit gezien. [/v]
heb ik |
|||
informant |
[a=n] Zo een ding hemek na nog nootni gezien. [/a]
hem ek noot ni |
|||
hulpinterviewer | [v=515] Jij bent ook ne rare he. [/v] | Verkeerde vraag. | ||
informant | [a] Gij zij ne arige. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Jij bent ook een rare één. [/v] | |||
informant | [a=n] Gij zij ook nen arige he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=530] Marie zei da je dage Pierre e boek het geprobeerd te verkope. [/v]
da ge |
|||
informant |
[a=n] Marie zei zei dage Pierre ne boek het wille aan smere. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[v=531] Julien dacht dakik Lisa had geprobeerd een cadeau te geve. [/v]
da k ik |
|||
informant |
[a=n] Julien dacht dak geprobeerd had van Lisa ne vadeau te geve. [/a]
da k |
|||
hulpinterviewer |
[v=532] Karel weet dagij het geprobeerd Marie een boek te verkope. [/v]
da gij |
|||
informant |
[a=n] Karel weet dage Marie het probere nen boek te verkope. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer | [v=227] Als Frans zegt zei hij danst kan Jan dan antwoorde hij doet? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee. Dan zouwelle zegge oh danstem. [/a]
zou welle danst em |
|||
informant | [v=228] Als Frans zegt hij slaapt kan Jan dan antwoorde toet? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Nee want da zegtem ni. [/a]
zegt em |
|||
informant | [v=243] Als Frans slaapt hij kan Jan dan antwoorde ie doet? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee dan zeggewe ja hij slaapt. [/a]
zegge we |
|||
informant | [v=244] Als Frans zegt hij slaapt toch ni kan Jan dan antwoorde toetoet? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ofwel zeggewelle wel kort af ja of neen he. [/a]
zegge welle |
|||
veldwerker | [v] Ma toetoet? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
[v=485] As Frans vraagt zalek t avond koke. Kan Marie dan antwoorde da doe mo? [/v]
zal ek |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Marie zou kunne antwoorde doe da mo. [/a] | |||
informant | [v=170] Jan is Rosine en Louis heule broerke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Jan is Rosine en Louis heule broerke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Mmm. [/a] | Knikt. | ||
veldwerker | [v] Zoude da zo kunne zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Of Jan is t broerke van Louis en Rosine. [/a] | |||
informant | [v=173] Diene auto is Jefs. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Das den auto van Jef. [/a]
da s |
|||
informant | [v=174] Die velo is mijns. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das mijne velo. [/a]
da s |
|||
informant | [n] [v=173] Die auto is Jefs. [/v] | Vraag hernomen na telefoongesprek. | ||
hulpinterviewer |
[a] Das Jef zennen auto. [/a] [/n]
da s |
|||
informant | [v=368] Me me hem te werke moest zij hiel den dag thuis blijve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Om da hij werkt moet zij nen hielen dag thuis blijve. [/a] | |||
informant |
[v=395] Geloofde ni da hij gevallen is? [/v]
geloof de |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Geloofde ni datem gevallen is? [/a]
geloof de dat em |
tagging | ||
informant |
[v] Geloofde ni da hij gevallen ee? [/v]
geloof de |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Geloofde ni datem gevallen is? [/a]
geloof de dat em |
|||
hulpinterviewer | [v=136] Jan en hee ni veil geld mee ni meer. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan hee ni veul geld ni mie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=141] Ik geef niks aan een ander ni. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik geef niks aan een ander. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=142] Niemand wil ni werke niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Iemand wil ni werke. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=388] Wie heet den auto mee genome? Niemandniet. [/v]
niemand niet |
|||
informant |
[a=n] Wie heet den auto mee genome? Iemandni. [/a]
iemand ni |
|||
hulpinterviewer |
[v=389] Waar groeit het geld aan de bomen? Nergensni. [/v]
nergens ni |
|||
informant |
[a=n] Waa groeit het geld aan de bomen? Ieveransni. [/a]
ieverans ni |
|||
hulpinterviewer |
[v=390] Wa is rond en vierkant tegelijk? Nietsni. [/v]
niets ni |
|||
informant | [a=n] Wa is rond en vierkant tegelijk. Niks. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=391] Welke koeien heetem gemolke? Geen enkele niet. [/v]
heet em |
|||
informant | [a=n] Welke koeien heetem gemolke? Geen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=475] Marie heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had. [/v] | |||
informant |
[a=n] Marie hee ne meer koeien dan dase vroeger had. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer | [v=479] Hier is alles wat ik gekregen en heb. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hie is alles wak gekregen eb.
wa k |
|||
informant | Em. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Of wa dak hem gekrege. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=324] De zulke zou ik ni durve op ete. [/v] | |||
informant |
[a=n] Zoon zouk noot nootni op ete. [/a]
zou k noot ni |
|||
hulpinterviewer |
[v=325] De die zouk ni durve op ete. [/v]
zou k |
tagging | ||
informant |
[a] Die zouek nootni durve op ete. [/a]
zou ek noot ni |
|||
veldwerker | [v] En de die zou je da kunne zegge? [/v] | |||
informant | [a=j] Da kan ja da kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] We zegge vooral toch die. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=600] Pas op dat je niet en valt. [/v] | |||
informant |
[a=j] Pas op dage ni en valt. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Pas op dage ni valt zeggewelle gewoonlijk. [/a]
da ge zegge welle |
Negatiepartikel dus optioneel. | ||
veldwerker | [v] Ma dage ni en valt da zou ook kunne? [/v] | |||
informant |
[a=j] Dage ni en valt? Ja. [/a]
da ge |
|||
informant | [v=494] Ik vin da Jan beter den dokter kon hemme geroepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik vin ik vin da Jan beter den dokter had geroepe. [/a] | |||
informant |
[v=517] Robert hee drie groen appels en Marie heeter drie rood. [/v]
heet er |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Robert hee drie groen appels en Marie heeter drie rood. [/a]
heet er |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=424] Ik hem het gegeve. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Kemetem gegeve. [/a]
k em et em |
tagging | ||
informant |
[v=001] Marie denkt dat hij datem had wille no huis. [/v]
dat em |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Marie denkt datem had wille nor huis gaan. [/a]
dat em |
tagging | ||
veldwerker | [v] Mar tkan waarschijnlijk ni zonder de gaan? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
[v=002] Kem da gezegd gehad. [/v]
k em |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Kem da gezegd gehad. [/a]
k em |
tagging | ||
informant | [v=357] As Frans zegt er komt merge iemand langs kan Marie dan vrage wie da ? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant |
[v=408] Op dit feest werter veel gedanst. [/v]
wert er |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Op dees feest weunter veul gedanst. [/a]
weunt er |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant |
[v=409] Nu werter alleen mer brood verkocht in die winkel. [/v]
wert er |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Do weunt alleen ma brood verkocht in die winkel. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
informant |
[v=414] Gisteren stonder ne ne rare man in den hof. [/v]
stond er |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Do stond gistere ne rare vent in den hof. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
informant | [v=482] Da boek leg neeer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Legt die boek dor es henne. [/a] | |||
informant |
[v=483] Asgecht nu kunt wachte dan komde mo. [/v]
as g echt kom de |
Verkeerde vraag | ||
hulpinterviewer |
[a] Asgecht ni kunt wachte komde mo. [/a]
as g echt kom de |
|||
veldwerker | [v] En asgecht ni kunt wachte dan kom mo? [/v] | |||
informant | [a=n] Dan kom mo ni. [/a] | |||
informant |
[v=358] Ik denk da iemand de koekskes hee hee op gete mo kweet ni wie da. [/v]
k weet |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik denk da iemand de koekskes hee op gete mo kzou ni wete wien. [/a]
k zou |
|||
veldwerker | [v] Wien da? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=484] Dat kijk maar. [/v] | |||
informant |
[a=n] Da ziede mo. [/a]
zie de |
|||
informant | [a] Zie daa es. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=407] Hij wistent. [/v]
wist ent |
|||
informant |
[a=n] Hij wistet. [/a]
wist et |
|||
informant |
[a=n] Nee. Hij wistet. [/a]
wist et |
|||
hulpinterviewer | [v=369] Met het te sneeuwe konde we de stad ni uit. [/v] | |||
informant |
[a] Me dat sneeuwde konnewe t stad ni uit. [/a]
konne we |
|||
veldwerker | [v] En me het te sneeuwe? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=036] Dit zijn Marie en Pierre. Marie en Pierre wijze naar. [/v] | |||
informant | [a] No één. No één. No één. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Dit is Toon. Toon wast. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] zeneige [/a] | |||
veldwerker | [v] En zoude ook kunne zegge hij wastem? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En hij wast zezelve. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja wel. Ze zelve wel. Hij wast ze zelve ja. [/a] | |||
informant |
[a] Hes zeneige aan t wasse. [/a]
he s zen eige |
tagging | ||
veldwerker | [v] Zen eige is t beste? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=039] Das weer Fons Chris en Fons zag een slang naast. [/v]
da s |
|||
informant | [a] Naast zen eige. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Neffe zen eige. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Neffe hem. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Neffe ze zelve? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee welle zegge da ni nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=224] Wees toch niet zo luidruchtig kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Maak es zo veel lawaai es ni. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of zij toch ni zo rumoerig. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=223] Wees toch niet zo vervelend Jef. [/v] | |||
informant | [a] Doe na es ni zo ambetant Jef. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zoude da ook kunne zegge me zij toch ni zo ambetnat of xxx? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zij toch ni zo ambetant Jef. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [n] [v=253] Marie was er ook wat ik heel tof vond. [/v] | |||
informant |
[a] Marie waser ook wak hiel plezant von. [/a] [/n]
was er wa k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=380] Dat is het huis dat ik gekocht heb. [/v] | |||
informant |
[a] Das t huis dak gekocht hem. [/a]
da k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=199] Hij staat te zeure. [/v] | |||
informant | [a] Hij staat te zage. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Na het ete ga ik slape. [/v] | |||
informant |
[a] Na t ete gonek slape. [/a]
gon ek |
|||
veldwerker | [n] [v=035] Jan vergist zich. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] jan vergist zeneige [/a]
zen eige |
tagging | ||
informant |
[a] Hi abuustem. [/a]
abuust em |
tagging | ||
veldwerker | [v] En as ge vergisse gebruikt zoude dan zegge hij vergist zen eige of hij vergist hem? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zen eige. [/a] | |||
veldwerker | [v=038] De schrijnwerker heef geen nagels bij em? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee de schrijnwerker hee gien nagels bij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=018] Ze weet ni da Marie gistere is gestorve? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee wij ni. [/a] | |||
veldwerker | [v] Zen weet ni da Marie gistere gestorve is? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En ze weet ni da Marie gisteren gestorve heeft? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=026] Jan had da ganse brood wel op ete gewild? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Op wille ete. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=041] Jeanne liet er eige mee drijve? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Welle wel jeanne liet ereige mee drijve ja. [/a]
er eige |
tagging | ||
veldwerker |
[v=042] toon bekeek zeneige in de xxx [/v]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En Toon bekeek hem zelf in de spiegel? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker |
[v] en toon bekeek zeneigezelve in de spiegel [/v]
zen eige zelve |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Zen eige zelve da kan ma zen eige meer dan die zelve da nog es bij. [/a] | |||
veldwerker | [v=045] Eduard kent hem zelf goed? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker |
[v] en eduard kent zeneigezelve goed [/v]
zen eige zelve |
tagging | ||
informant | [a=j] Da zou gaan. [/a] | Mogelijk maar vorm zonder 'zelve' krijgt voorkeur. | ||
veldwerker | [v=046] Ward heeft gehoord dat er foto's van hem in de vitrine staan? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da ga na wel. [/a] | |||
veldwerker | [v] En van ze zelve? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] nee van zeneige dan [/a]
zen eige |
tagging | ||
veldwerker | [v] En foto's van hem zelf? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Foto's van hem zelf? Nee foto's van zen eige dan of van hem. [/a] | |||
veldwerker | [v=055] Hij leeft langer dan zijn vader. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij leeft dan zijn vader. [/a] | AN. | ||
veldwerker | [v] Hij leeft langer as ze vader. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij leeft as zelle va aswet in t dialect zegge wel he. [/a]
as we t |
|||
veldwerker | [v=057] Ze leeft veel te gevaarlijk. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ze leeft veul te gevaarlijk ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=189] Twas vriendelijk van Jan van te kome werke. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Twas vriendelijk van Jan van te kome werke ja wel. [/a]
t was |
tagging | ||
veldwerker | [v] Of voor te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee voor ni. [/a] | |||
veldwerker | [v] Twas vriendelijk van Jan van kome te werke? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Twas vriendelijk van kome te werke da gaa. [/a]
t was |
tagging | ||
veldwerker | [v] Twas vriendelijk van Jan te kome werke. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | [a] Te kome werke ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=190] Deze ton is zwaar voor drage. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee voor te drage. [/a] | |||
veldwerker | [v] En deze ton is zwaar te drage. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zwaar te drage zeggewij ni. [/a]
zegge wij |
|||
hulpinterviewer | [a] Is zwaar om te drage wel ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=192] Wope allemaal op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Wope allemaal op tijd thuis te zijn ja. [/a]
w ope |
tagging | ||
veldwerker | [v=215] Ik geloof dakik groter ben asenij of zo iets? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=216] Ze gelooft dagegij vlugger gaat thuis zijn? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] Ma wel ze gelooft dagij vlugger gaat thuis zijn asekik? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Azekik ja. [/a]
az ek ik |
|||
veldwerker | [v=217] Hij is sterker asgegij. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=218] Ze gelove dawewelle rijker zijn aszezelle? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Wewelle nee welle wel ma wewelle aszezelle nee. [/a]
we welle as ze zelle |
|||
veldwerker | [v=219] En we gelove zou je ook kunne zegge me gelove? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | Nochtans spontaan gebruikt. | ||
veldwerker | [v] En we gelove dagegelle ni zo slim zijt aswewelle? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=220] Jullie gelove dazezelle armer zijn asgegelle. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=249] De jongen wie da ze moeder gestorve is? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wa dat de moeder van gestorve is zeggewelle. Wie daze moeder? [/a]
zegge welle da ze |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] De jongen wie daze moeder gestorve is ja. [/a]
da ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] En de jongen die daze moeder? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] De jongen die da ze moeder nee ik denk xxx. [/a] | |||
informant |
[a=n] Nee da zei ma ni da kanek ni. [/a]
kan ek |
|||
veldwerker | [v] En de jongen diens moeder? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Wiens gebruikewe ma diens ni. [/a]
gebruike we |
|||
veldwerker | [v] En de jongen waar van dat de moeder? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] De jongen waar van dat de moeder ja. | tagging | ||
informant | [a] We zulle wel eerder waa dat de moeder van gestorve is. [/a] | |||
veldwerker | [v=250] De bank eh waar op dase zate? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] De bank waar op dase zate ja. [/a]
da se |
tagging | ||
informant |
[a] Waa dase op zate. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] De bank waar op dase zate. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer | Ja. | Ik vermoed dat beide vormen mogelijk zijn: waar dat ze op zate en waar op dat ze zate, maar blijkbaar voorkeur voor waar dat ze op zate. Alhoewel tijdens interview spontaan waarop gebruikt. | ||
informant |
[a] Nee waa dase op zate. [/a]
da se |
|||
veldwerker | [v] En de dank daar dasop zate? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En de bank dasop zate? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] De bank dasop zate? Nee. [/a]
da s op |
|||
veldwerker | [v=259] Die geld heeft moet mij maar wat geve? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Degene ma die ni. Degene die geld hee moet ma wa geve ma die nee en wie ook ni. [/a] | Nochtans 'wie' gebruikt tijdens interview. | ||
veldwerker | [v=339] Ik vind dat jij het niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Ik vin dagij da ni meugt zien. [/a]
da gij |
|||
veldwerker | [v] Zoude ook kunne zegge dagij da ni zien meugt. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=397] Da schijnt dase niks mag ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=403] Tis precies of iemand in den hof staat zonder er? [/v] | tagging | ||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=257] Das iets die heel schoon is. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=444] Jef die zouk nooitni vrage. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Jef die zouk nooitni vrage ja. [/a]
zou k nooit ni |
tagging | ||
veldwerker | [v=445] En Marie die zou zo iets nooitni doen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja Marie die zou zo iet nootni doen. [/a]
noot ni |
tagging | ||
veldwerker | [v=050] Zeedeur ni gamuseerd? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Der eige altijd der eige. [/a] | |||
veldwerker | [v=275] Je vergist je toch wel dikwijls. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] ja ge vergist aaeige wel [/a]
aa eige |
tagging | ||
veldwerker | [v] Ni ge vergist aa of zo? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=281] En ik vergis me. [/v] | |||
informant |
[a] ik vergis meneige [/a]
men eige |
tagging | ||
veldwerker | [v=290] Hij voeldenem door t ijs xxx. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker |
[v] en hij voelde zeneige door t ijs zakke [/v]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] Da wel? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En das dan beter dan zich? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=291] U vergist zich wel eens. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ge vergist aa wel es wel efkes. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=293] Zij vergisse zich wel eens. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ze vergisse zich wel eens asme vergisse moete zegge. [/a] | AN | ||
hulpinterviewer |
[a] Ze vergisse hulle wel es. Hun eige? Nee hun eige dan weer ni tis meer over os eige ma hun eige. [/a]
t is |
|||
hulpinterviewer | [a] Ze vergisse hulle wel es. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=140] Zitten ier nieverans geen muizen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Zitte hie nieverans gen muizen? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=401] Tis misschien eh voor nog even voor nog efkes te wachte. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Tis misschien beter van van nee dan ist van. [/a]
t is is t |
|||
veldwerker | [v] En tis misschien beter nog efkes te wachte. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=402] Wadde de chance voor hem direct terug te vinne. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Welle emme de chance voor em direct. Welle emme de chance van toch denkek van he. [/a]
denk ek |
|||
veldwerker | [v] En wadde de chance hem direct terug te vinne. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da wel. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Van hem toch denkek za. [/a]
denk ek |
Hulpinterviewer geeft voorkeur aan 'van' maar zonder voegwoord lijkt ook mogelijk. | tagging | |
veldwerker | [v=399] Rosa probeerde van iemandni zeer te doen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Rosa probeerde van niemandni zeer xxx. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
veldwerker | [v] En Rosa probeerde voor niemand zeer xxx. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] Rosa probeerde niemand zeer te doen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Rosa probeerde niemand zeer te doen? Ja. Da zoume die om misschien zegge. Ma Rosa probeerde niemand zeer te doen? Ja. [/a]
zou me |
tagging | ||
veldwerker | [v=400] Tbelooft weer ne schonen dag te worde. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=517] Robert heeft drie groen appels en Marie heeft drie rood? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=408] Op da feest weunt veel gedanst. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Op da feest weunt veel gedanst ja zo zeggewelle het denkek. [/a]
zegge welle denk ek |
tagging | ||
veldwerker | [v=409] En eh nu weunt nog alleen brood verkocht in die winkel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=414] Gistere stond nen arige vent in den hof. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Stonder nen arige ja. [/a] [/n]
stond er |
|||
commentaar | Nog deel ander interview. |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
198 | Hij kan staan zeuren | Zin zonder 'staan' vertaald; Peilen naar variatie in 1. aanwezigheid en vorm voegwoord 'om' 2. aanwezigheid en positie van 'te'. Varianten van hulpinterviewer opnemen als 'komt voor'-vragen. |
komt voor
: j opmerking: niet mogelijk met 'te' |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: wie da ze |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: wies |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: waar da ze op |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: waar ze op |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j opmerking: ook: er was ieverans geen plaats |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan smoor ni mie |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n vorm: ekik et opmerking: ik zal ik onmogelijk; Jan en ekik onmogelijk |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
: n |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
704 | Hij weet hij d'r niks van. |
komt voor
: n |
|
705 | Ze weet zij d'r niks van. |
komt voor
: n |
|
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: we |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: welle |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekandere |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: j vorm: zich zin: vorm zonder zich onmogelijk |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: j vorm: hem zin: vorm zonder zich onmogelijk |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik gon |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gon ik |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ge goa |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa de |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: em goa |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa tem |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze goa |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa ze |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: et goa |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa get |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: we gaan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaan we |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gelle goa |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa de |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze gaan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaa |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging de gij |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging kik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij ging |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging hij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging de gij |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: et ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wij ginge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: ging de gelle |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: toen da ook mogelijk |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gelle ging |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge welle |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: j |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich zelve |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ze zelve |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zichzelf |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ze zelve |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zichzelf |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: zen eige |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: hem |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut