SAND-data Weelde (K211p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Weelde |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]K211[/k][h]643[/h][i]644[/i][vw]ANS[/vw][/meta] | |||
commentaar | Spontaan gesprek. | |||
hulpinterviewer | [v=035] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant |
[a] jan herinnert zeneige da verhaal wel [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
hulpinterviewer | God ik heb kik dat al ingevuld. | |||
informant | [a] Den timmerman hee geen nagels bij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Louis liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant | [a] Louis liet mijn voor hem werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorvenis. [/v]
gestorve n is |
|||
informant |
[a] Ze weet neet da Marie gisteren gestorvenis. [/a]
gestorve n is |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand heet da ooit gewild of gekund. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Of gekunne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Gekunne zeggeze he. [/a]
zegge ze |
|||
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wel wille op ete. [/v] | |||
informant | [a] Jan haa t heel brood wel wille op ete. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=041] Johanna liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
informant |
[a] Jo liet dereige mee drijve op de golven. [/a]
der eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant |
[a] toon bekeek zeneige eens goed in de spiegel [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant |
[a] ward kent zeneige goed [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant |
[a] ward hee gehoord datter fotos van van hemzelf [/a]
dat ter |
tagging | ||
informant | in d etalage staan. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=053] Als ik eerlijk leef leef ik zo als mijn ouders willen. [/v] | |||
informant |
[a] Asik eerlijk leef leefik gelijk mijn ouders wille. [/a]
as ik leef ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Asie nog drie jaar leeft leeftie langer dan zenne vader. [/a]
as ie leeft ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ik denk dat ook wel gezegd wordt leeftie langer as zenne vader. [/a]
leeft ie |
|||
informant | [a] As ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=057] Als ze zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Asse zo gevaarlijk leeft leeft ze ni lang ni meer. [/a]
as se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Ast nu nog leeft dan leefet morgen ook nog. [/a]
as t leef et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Als jullie zo gevaarlijk leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Asge zo gevaarlijk leeft dan leefde nooit zo lang als ik. [/a]
as ge leef de |
tagging | ||
informant |
[a] Dan leefdegij. [/a]
leef de gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=063] Als ze voor hun werk leve dan leveze niet voor hun kinderen. [/v]
leve ze |
|||
informant |
[a] Asse voor der werk leve dan leveze ni voor der kinder. [/a]
as se leve ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Als Marcel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Marcel nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Asge gezond leeft dan leefde langer. [/a]
as ge leef de |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leve dan levener veel mensen van werk in de fabriek. [/v]
leven er |
|||
informant |
[a] Aser zo weinig mensen van de landbouw leve
as er |
tagging | ||
informant |
dan levener veel mensen van de fabriek. [/a]
leven er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Als Lisa en Pierre in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | [a] As Lies en Pierre in t paradijs wone of leve | tagging | ||
informant | dan leve Roos en Frans in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=071] Ja ja. Als we rustig leve levewe gelukkig. [/v]
leve we |
|||
informant |
[a] Aswe rustig leve levewe gelukkig. [/a]
as we leve we |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Als we eerlijk leve levewe gelukkig. [/v]
leve we |
|||
informant |
[a] As we eerlijk leve levewe gelukkig. [/a]
leve we |
|||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leeft wa gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder gevaarlijk kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leeft wa minder gevaarlijk kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
informant | [a] Ik denk da Marie hem zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te hale? [/v] | |||
informant |
[a] Hedde genoeg mensen om hooi van t land te hale? [/a]
hed de |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=189] Het was aardig van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant | [a] Het was ferm van Janne om te kome werke. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Dees ton is zwaar om te drage ja. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=192] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant | [a] We hope allemaal op tijd thuis te zijn. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=198] Hij kan staan zeure. [/v] | |||
informant | [a] Hij kan staan te zage. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=200] Toen we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toen we aan kwame regendenet. [/a]
regen de n et |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Ja kgeloof dat ik groter ben als hij. [/v]
k geloof |
|||
informant |
[a] Ik denk dak groter zen as hij. [/a]
da k |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ze denkt dagij eer thuis zijt asik. [/a]
da gij as ik |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=217] Je gelooft toch niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant |
[a] Ge gelooft toch ni dahij sterker is asgij. [/a]
da hij as gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Ja ze gelove dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant |
[a] Ze gelove dawij rijker zijn assij. [/a]
da wij as sij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] We gelove dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant |
[a] We gelove dagij ni zo slim zijt aswij. [/a]
da gij as wij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Jullie gelove toch niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
informant |
[a] Gij gelooft dazij armer zijn aswij of asgij. [/a]
da zij as wij as gij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] In da geval denkik dus daze de eerste gij gij
denk ik da ze |
|||
hulpinterviewer |
eh zwak uit spreke ge gelooft toch ni dazij armer zijn asgij. [/a]
da zij as gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Gij gelooft da Lisa even schoon is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Hij gelooft dat Marcel en Jan sterker zijn als Jef en Gaston. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft da Marcel en Jan sterker zijn as Jef en Gaston. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De jongen wiens | |||
hulpinterviewer | [a] Van wie de moeder. [/a] | |||
informant | wiens moeder ja van wie de moeder gisteren hertrouwd is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] Stond achter mij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Stond achter mijn. [/a] | |||
informant | [a] Mijn ja mijn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Kan je in de plaats van de jongen wiens moeder één van de volgende gebruike? [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] De jongen wie zen moeder. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee da kan niet he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De jongen die zijn moeder. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ah ja das toch maar heel uitzonderlijk denk ik
da s |
|||
hulpinterviewer |
daseda zoude zegge dus de jongen die ze moeder gisteren op ter nieuw of opnieuw getrouwd is
da se da |
|||
hulpinterviewer |
nee ik denk toch dase van wie de moeder. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer | [v] De jongen diens moeder. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ook ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De jongen waar van de moeder. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da zou nog ja ja da zou nog wel kunne waar van ja. [/a] | |||
informant | [a] Van wie de moeder ook wel he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Waar van de moeder ja t kan zijn daze der wel eens ne da tussen zegge maar das toch ni regulier denkik. [/a]
denk ik |
|||
hulpinterviewer | [v=250] De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant |
[a] De bank waar dase op zate was pas geverfd. [/a]
da se |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=259] Wie geld heeft moet mij moet mij maar wat geve. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld hee die moe maar wa geve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Kunde ook zegge die geld heeft moet mij maar wa geve? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Diee geld hee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Diee geld hee ja ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Moet mijn maar wa geve. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik denk dat wie meer gebruikt wordt dan die maar het kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie Marie trok het deken | |||
hulpinterviewer | naar zich toe da is eh | tagging | ||
hulpinterviewer |
naar eure kant zoue zier zegge. [/a]
z ier |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus vind dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Niemand mag da zien en dan vinek dagijda ook ni moogt zien. [/a]
vin ek da gij da |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepe hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de vent dieze geroepe emme. [/a]
die ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal verteld heeft. [/v] | |||
informant |
[a] Das de vent die t verhaal verteld hee. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de vent waar dat ik van denk dat hij het verhaal verteld hee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebbe. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de vent die ik. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Die ik denk dase geroepe hebbe. [/v]
da se |
|||
informant | [a] Waar van ik denk dase geroepe hebbe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ja das de man waar van ik denk dasem geroepe emme. [/a]
da s da se m |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=397] Tschijnt dat ze niets mag ete. [/v]
t schijnt |
|||
informant |
[a] Schijnt dase niks mag ete. [/a]
da se |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=398] Ze schijnt niks te mogen ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ze schijnt niks te moge ete. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Naar schijnt mag ze niks ete. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=403] Tlijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v]
t lijkt |
|||
informant |
[a] Tis precies of datter iemand in den hof sta. [/a]
t is dat ter |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Kan je er weg late? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Het lijkt wel of er iemand in de tuin staat kunde ook zegge het lijkt wel of iemand in de tuin staat? [/v]
kun de |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Tis precies of der staa iemand in den tuin nee die er wordt ni verdoezeld of weg gelate nee. [/a]
t is |
|||
hulpinterviewer | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant |
[a] Wa voor boeken hedde gekocht? [/a]
hed de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Wie heeft je op de kermis gezien? [/v] | |||
informant | [a] Wie hee aa op de kermis gezien? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=162] Maries aotu is kapot. [/v] | |||
informant | [a] Marie deren auto is kapot. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=193] Dat is zo zeker als één en één twee is. [/v] | |||
informant |
[a] Das zo zeker as één en één twee es. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=253] Op zondag gingewe met heel de familie naar zee wat heel leuk was. [/v]
ginge we |
|||
informant |
[a] 's Zondags gingewe me heel de familie naar de zee en da was heel plezant. [/a]
ginge we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=255] In het dorp woon staat een oud kerkje. [/v] | |||
informant |
[a] Int dorp waar ik woon staa een heel oud kerkske. [/a]
in t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=256] Op de dag dat we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Op den dag damaan kwame regerde het. [/a]
da m aan |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=257] Dat is iets wat heel mooi is. [/v] | |||
informant |
[a] Das iet da heel schoon is. [/a]
da s |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=308] Zou hij dat hebben kunne doen? [/v] | |||
informant | [a] Zou hij da kunne doen hebbe? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=393] Niet vertelle dat je een cadeau voor hem hebt gekocht hoor. [/v] | |||
informant |
[a] Ni vertelle dage ne cadeau voor hem het voor hem gekocht het hore. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=444] Jef die zou ik nooit uit nodige. [/v] | |||
informant |
[a] Jef die zouk nooit vrage. [/a]
zou k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=445] Marie die zou zo iets nooit doen. [/v] | |||
informant | [a] Marie die zou zou zo iet nooit doen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=446] Robert die drinkt wel eens een glas te veel. [/v] | |||
informant | [a] Robert diee drinkt wel eens een pint te veel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=447] Martha die zou ik wel eens bij mij thuis willen uit nodige. [/v] | |||
informant |
[a] Matha die zouk thuis bij mij wel eens bij mijn thuis wel eens wille vrage. [/v]
zou k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=448] Dat huis dat zou ik nooit wille verkope wille kope. [/v] | |||
informant |
[a] Da huis da zouk nooit wille kope. [/a]
zou k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=449] Dat huis dat staat daar al vijftig jaar. [/v] | |||
informant |
[a] Da huis staater al da staater al vijftig jaar. [/a]
staat er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=521] Hij woont bij Marie. [/v] | |||
informant | [a] Hij woont bij Marie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=522] Ja hij woont bij Jef. [/v] | |||
informant | [a] Ze woont bij Jef. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Dan zeggeze toch eer Jeffe. [/a]
zegge ze |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Jef zeggeze hier he.
zegge ze |
|||
informant |
[a] Maar ast op laatste van de zin komt he hij woont bij Jeffe. [/a]
as t |
|||
hulpinterviewer |
[a] Bij de vrouwennaam Marie zeggeze zo ook met die verlengde vorm Mariee in Retie Dessel en zo Arendonk ook nog denkik ja Arendonk ook. [/a]
zegge ze denk ik |
|||
veldwerker | [v] Maar hier ni? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja toch ook wel. [/a] | |||
informant |
[a] Die Marie laatst komt as dat laatste woord is makeze daar een verlenging. [/a]
make ze |
|||
informant | [a] Ze woont neven Mariee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=049] Ja ik heb me daar goed geamuseerd. [/v] | |||
informant | [a] Ik heb me daar goed gamuseerd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=050] Ze heeft zich niet geamuseerd op het bal. [/v] | |||
informant |
[a] zeet ereige ni gamuseerd op het bal [/a]
z eet er eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=275] Je herinnert je toch wel dat je me toen onder die ladder door liet lope. [/v] | |||
informant |
[a] Ge wet toch nog wel dageme toen onder die ladder onder door liet lope. [/a]
da ge me |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer |
[a] Ja dageme toen onder die ladder onder door het late lope. [/a]
da ge me |
|||
hulpinterviewer | [v=281] Ik herinner me nog dat iemand ons steeds riep. [/v] | |||
informant |
[a] Ik weet nog datter iemand ons altijd riep. [/a]
dat ter |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=290] Hij voelde zich door het ijs zakke. [/v] | |||
informant |
[a] hij voelde zeneige door tijs zakke [/a]
zen eige t ijs |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=291] U herinnert zich vast wel dat we bij Marieke langs ginge. [/v] | |||
informant |
[a] Ge weet zeker nog wel dawe bij Mariee
da we |
Mariee | tagging | |
informant | eh binnen ginge. [/a] | Vraag hernomen op einde. | ||
hulpinterviewer | [v=293] Ze herinnere zich nog iets maar niet alles. [/v] | |||
informant |
[a] Ze wister nog iets van iet ze wister nog iet van maar ni meer alles. [/a]
wiste r |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=336] In die tijd leefde ik er op los. [/v] | |||
informant |
[a] In die tijd leefdenik er op los. [/a]
leef de n ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=337] Ja vroeger leefde hij als een beest. [/v] | |||
informant |
[a] Vroeger leefdehij as een beest. [/a]
leef de hij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Vroeger leefdenie as een beest. [/a]
leef de n ie |
|||
hulpinterviewer | [v=338] Daar leefde wij als God in Frankrijk. [/v] | |||
informant |
[a] Daar leefdewe as God in Frankrijk. [/a]
leefde we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=345] Toen leefde jij als een koning. [/v] | |||
informant |
[a] Toen leefdegij gelijk ne koning. [/a]
leef de gij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[n] [v=338] [/v] [a] Daar leefdeze gelijk God in Frankrijk. [/a] [/n]
leefde ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=412] Er ware veel mensen op het feest. [/v] | |||
informant |
[a] Daar was veel volk opt feest. [/a]
op t |
|||
hulpinterviewer | [v=413] Jammer dat ik gisteren niet naar je verjaardag kon kome. [/v] | |||
informant |
[a] Spijtig dak gisteren ni naar uwe verjaardag kos kome. [/a]
da k |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Warener veel mensen op het feestje? [/v]
ware n er |
|||
informant |
[a] Waser veel volk opt feest? [/a]
was er op t |
tagging | ||
informant |
Nu moettegij hem in t dialect leze gelijk hier staat zeker en ik verbeter.
moet te gij |
|||
hulpinterviewer | [v=003] Ik denk da Marie geprobeerd hee nee hee probere hem nen brief te schrijve. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik denk da Marie geprobeerd hee nen brief te schrijve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Naar hem. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=022] Er wil niemandni danse. [/v]
niemand ni |
|||
informant | [a=j] Dat wordt zo gezegd. [/a] | |||
informant |
[a] Niemandni danse. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=027] Vertelt maar ni wie zaa kunne roepe. [/v]
z aa |
|||
informant |
[a=j] Vertelt maar ni wieze kunne roepe hee. [/a]
wie ze |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=028] Vertelt mij eens wie dase haa kunne roepe. [/v]
da se |
|||
informant |
[a=g] Vertelt mijn eens wie dase wie dase kunne roepe hee. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=029] Vertelt me eens wie of ze had kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a=n] Vertelt me me eens wie ze kunne roepe had. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=030] Vertel me eens wie of dase haa kunne roepe. [/v]
da se |
|||
informant |
[a=n] Vertel me eens wieze kunne roepe haa. [/a]
wie ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] En welke zou je het meeste gebruike wie ze kunne roepe haa of wie dat ze kunne roepe haa? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wie dase kunne roepe haa. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=086] Kweet da Eddy morgen wil brood ete. [/v]
k weet |
|||
informant | [a=n] Ik weet da Eddy morgen brood wil ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Eddy moet kunne moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a=n] Eddy moet vroeg op kunne staan. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=497] Hij is alle kapotte spullen weg aant gooie. [/v]
aan t |
|||
informant |
[a=j] Hij is alle kapotte spullen weg aant gooie da zounze zo wel zegge. [/a]
aan t zoun ze |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Hij is alle kapotte spullen aan het weg gooie dus aant weg gooie. [/v]
aan t |
tagging | ||
informant |
[a=g] Das misschien nog beter. [/a]
da s |
|||
informant |
[a] Alhoewel ik denk dase alle twee gebruikt worde. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer | [v=023] Els wil ni danse en ze wil ni zinge ook ni. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Kan da ni verbetere. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] De zen nog al eens twee keer ook gebruike en ze wil ook ni zinge ook ni. [/a] | |||
informant | [a] Ook ni zinge ook ni ja da kan. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=495] Ik denk dage veel weg zou moete gooie. [/v]
da ge |
|||
informant |
[a=j] Ik denk dage veel weg zot moete gooie. [/a]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Ik denk dage veel zou weg moete gooie. [/v]
da ge |
|||
informant | [a=n] Nee tzelfde as de vorige zin. [/a] | |||
informant |
[a] Ik denk dage veel weg zot moete zot moete gooie. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[v] Ik denk dage veel zou moete weg gooie. [/v]
da ge |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik denk het wel. [/a] | |||
informant | [a] Da kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Hij wil geen soep ni meer ete ni. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij wil geen soep ni meer ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja en die tweede ni die valt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Zitten hier nergens geen muizen? [/v] | |||
informant | [a=j] Zitten hier nergens geen geen muizen? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Die dubbele ontkenning hebbe wij hier ja ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Ik vin da iedereen moet kunne zwemme. [/v] | |||
informant | [a=g] Ik vin dat iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Ik vind dat iedereen moet kunne zwemme moet zwemme kunne sorry. [/v] | |||
informant | [a=n] Da wordt ni gezegd. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Ik vind dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da wordt ook ni gebruikt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Ja ik vind dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee das das te gek he. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=084] Ik vin dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Boeken hee Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan hee drie boeken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Boeken hee Jan drie boeken hee Jan drie da zen in bepaalde contexten zoun ze ook wel zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ast accent op boeken ligt dan dan ist mogelijk dan zoueze hier toch ook zegge boeken hee Jan drie. [/a]
as t is t zoue ze |
|||
hulpinterviewer | [v=146] Hij spreek ni goed geen Frans. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij spreekt geen goed Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij spreek | |||
hulpinterviewer | ni goed Frans of hij spreekt geen Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hij spreekt zo goed geen Frans. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Zo goed spreekt die geen Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Da zoudeze wel zegge he.
zoude ze |
|||
informant | Da zou kunne. | |||
hulpinterviewer | [v=148] Iedereen is gene vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Iedereen iedereen is gene stielman ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=149] Hee overal geen vrienden. [/v]
h ee |
|||
informant |
[a=n] Hee nergens vrienden. [/a]
h ee |
|||
hulpinterviewer |
[v=156] Jan weet datie voor drie uur de wagen moet hebbe gemaakt. [/v]
dat ie |
|||
informant |
[a=n] Jan weet datij voor drie uren de wagen moet gemaakt emme. [/a]
dat ij |
|||
hulpinterviewer |
[v=157] Jan weet datie voor drie uur de wagen moet gemaakt hemme. [/v]
dat ie |
tagging | ||
informant | [a=j] Dat is de goede zin. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=160] Jan weet datie voor drie uur de wagen gemaakt moet emme. [/v]
dat ie |
tagging | ||
informant | [a=g] Da zou ook nog kunne. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=161] Jan weet datie voor drie uur de wgaen gemaakt hebbe moet. [/v]
dat ie |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] En welke van die twee zou je het meeste gebruike de wagen moet gemaakt hebbe of de wagen gemaakt moet hebbe? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik denk het tweede nog wel he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=260] Wa wa denkte wie ik in de stad ontmoet heb? [/v]
denk te |
|||
informant |
[a=j] Wa denkte wie ik in de stad tege gekome zen? [/a]
denk te |
Zie ook [v=262] | tagging | |
hulpinterviewer | [a] Maar die die constructie die bestaat bij ons die wordt gebruikt. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=262] Wie denkte wie denkte wie ik in de stad tege gekome heb? [/v]
denk te |
|||
hulpinterviewer |
[v] Wa denkte wie ik in de stad ontmoet heb ist eerste he tweede is wie denkte wie ik in de stad ontmoet heb. [/v]
denk te is t |
|||
hulpinterviewer |
[a] Wie denkte dak in de stad tege gekome zen? [/a]
denk te da k |
Nog andere constructie. | ||
informant | [a] Oh dat eerste die wat is fout he da wordt xxx. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wa denkte wie ik in de stad tege gekome zen da zeggeze toch ook wel denk ik. [/a]
denk te zegge ze |
|||
hulpinterviewer |
[a] Maar tweede meer wie denk je dak in de stad tege gekome zen? [/a]
da k |
|||
veldwerker |
[v] En wie denkte wie ik in de stad tege gekome ben? [/v]
denk te |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik denk het ni he wie denkte dak in de stad tege gekome zen dat is eigelijk wa ze zegge. [/a]
denk te da k |
|||
veldwerker | [v] En dan die wat denk je wie ik in de stad xxx? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Wa denkte wie ik in de stad tege gekome zen das ni zo frequent he denkik. [/a]
denk te da s denk ik |
|||
hulpinterviewer |
[v=248] Kdoe wel efkes de tassen af wasse. [/v]
k doe |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee da da wordt ni gezegd he. [/a] | |||
commentaar | Hollanders die zulle da gemakkelijker gebruike = linksdislocatie. | |||
hulpinterviewer | [v=150] Hij weet alles ni van de zaak. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij weet ni alles van de zaak. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=151] Hij hee altijd genen tijd. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij hee nooit tijd. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij hee nooit gene tijd. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=261] Wa denktegij hoe zet hemme op gelost? [/v]
denk te gij ze t |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja da wordt zo xxx. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=265] Hoe denktegij hoe zet emme op gelost? [/v]
denk te gij z et |
|||
informant |
[a=n] Nee hoe denktegij daset daset emme op gelost. [/a]
denk te gij da se t |
|||
hulpinterviewer | [v=296] Zou hij da gedaan hebbe gekund? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee zou hij da kunne gedaan emme? [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Zou hij gedaan kunne hebbe? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Ik heb geen zin en voeren de koeien. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Hier zoueze zegge kem geen goesting om de koeien te voeiere. [/a]
zoue ze k em |
|||
hulpinterviewer | [v=316] Ja de politie zou bij em kome en em en neme hem mee. [/v] | |||
informant |
[a=n] Das ook ni he. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [a] De politie zou bij em kome en em mee neme. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Marie al er koeien zen verdronke bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=n] Al Marie er koeien. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik denk dase meer zegge Marie der koeien zen allemaal verdronke bij d overstroming. [/a]
da se |
|||
veldwerker | [v] Maar ni Marie al der koeien? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee Marie al der koeien nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Dit denk ik ni aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Daar denk ik ni aan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Die vreemde jongen ben ik mee naar de markt geweest. [/v] | |||
informant | [a=n] Met eh mee zo begint die zin dan he. [/a] | |||
informant | [a] Me die jongen zen ik naar de markt geweest. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Die rare jongen heb ik mee naar de markt geweest. [/v] | |||
informant | [a=n] Me diene arige jongen zen ik naar de markt geweest. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=322] Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heddegij gemaakt? [/v]
hed de gij |
|||
informant |
[a=n] De eerste drie sommen heb ik al gemaakt. Welke heddegij xxx? [/a]
hed de gij |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ja ni de welke he welke heddegij gemaakt? [/a]
hed de gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=329] Kgeloof deze jongen vinneze allemaal wel aardig. [/v]
k geloof vinne ze |
|||
informant |
[a=n] Ik geloof dase die jongen of deze jongen allemaal aardig vinne. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer |
[v=323] De waffere heddegij al mee weg gebracht? [/v]
hed de gij |
|||
informant |
[a=j] De waffere heddegij al weg gebracht? /a]
hed de gij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=353] As Lea vraagt wil je nog koffie Jan kan Jan dan antwoorde jaak? [/v] | |||
informant | [a] As Lea vraagt wilde nog koffie Jan? | tagging | ||
informant | Kan Jan dan antwoorde ja of jaak? [/a] | |||
veldwerker | [v] Zout ge da kunne zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Maar hier eigenlijk zo ni nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=347] Ik weet datie is gaan zwemme. [/v]
dat ie |
|||
informant |
[a=n] Ik weet datie gaan datie weeste zwemme is. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer |
[v=350] Ik weet datie gaan zwemme is. [/v]
dat ie |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ik weet datie xxx. [/a]
dat ie |
|||
informant |
[a=g] Datie weeste zwemme is. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer | [v=352] Ik weet dat hij zwemme gaan is. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=355] As Lea vraagt hebbeze gegete kan Marie dan antwoorde jaanze? [/v]
hebbe ze |
|||
informant |
[a=n] As Lea vraagt hemmeze gegete hemmeze gete
hemme ze |
tagging | ||
informant | kan Marie dan antwoorde ja? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ja hier staat jaanze. [/v] | |||
informant |
[a=n] Jaanze. Nee da kennewe ni. [/a]
kenne we |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=364] Isem dood? [/v]
is em |
|||
informant | [a=n] Is hij dood? [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hier zeggeze ni hem. [/a]
zegge ze |
|||
hulpinterviewer |
[v=387] Wanneer zal de wereldvrede de wereldvrede kome? Nooitni. [/v]
nooit ni |
|||
informant |
[a=j] Wanneer zal de wereldvrede kome? Nooit. Nooitni. [/a]
nooit ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] In ieder geval die dubbel ontkenning die hebbewij ook he. [/a]
hebbe wij |
|||
hulpinterviewer | [v=399] ggg Rosa probeerde om niemand pijn te doen. [/v] | |||
informant | [a=n] Die om mag weg. Rosa probeerde niemand zeer te doen. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=400] Het belooft weer ne mooie dag te worde. [/v] | |||
informant | [a=j] Het belooft weer ne schone dag te werre. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=425] Ze leeft zij op water en brood. [/v] | |||
informant | [a=n] Ze leeft op water en brood die tweede zij xxx. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Nee die repetitie herhaling die hebbewij ni. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=427] We zijn wij daar nog nooit xxx. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja dat gebeurt ooit wel eens. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Maar ni zo veel toch ni he we zijn daar nog nooit geweest. [/a] | tagging | ||
informant | Heel oude mensen zoude da zo nog wel kunne zegge maar. | |||
hulpinterviewer |
[v=428] Marie zei dawe zulle winne dawewij zulle winne. [/v]
da we da we wij |
|||
informant | [a=n] Nee. Die ene wij mag weg. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=401] Tis misschien om nog efkes te wachte. [/v]
t is |
|||
informant |
[a=j] Ja tis misschien beter om nog efkes te wachte ja. [/a]
t is |
Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=402] We hadde t geluk om hgem direct terug te vinne. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Om hem terug direct terug te vinne ja. [/a] | Vraag hernomen op einde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=429] Hij kan hij daar ook niks aan doen. [/v] | |||
informant | [a=n] Die tweede hij nee hij kan daar ook niks aan doen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=430] Ik denk datem hij morgen ook komt. [/v]
dat em |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hier zoueze zegge dat hij morgen ook komt. [/a]
zoue ze |
tagging | ||
informant |
[a] Datie of ie datie. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Of datie morgen morgen ook komt. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=459] Hij heet den bal gegooid in de mand. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij heet den bal in de mand gegooid. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=486] Ja da boek beloof me daget nooit meer zult verstoppe. [/v]
da ge t |
Verkeerde vraag. | ||
informant |
[a=n] Beloof me dage da boek nooit meer zult verstoppe. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer |
[v=487] Wa zeg mij daje gekocht het. [/v]
da je |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee das fout nee das onbestaande. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=512] Zo een ding één heb ik nog nooit gezien. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zo een ding heb ik nog nooit gezien. [/a] | |||
informant | [a] Zo een ding heb ik nog nooit gezien. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=515] Ge zijt ne rare vent ene he. [/v] | |||
informant | [a=n] Of gewoon weg late ge zijt ook ne rare. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=530] Marie zei dage Pierre een boek het geprobeerd te verkope. [/v]
da ge |
|||
informant |
[a=n] Marie zei dage Pierre nen boek het wille verkope. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer | [a] Probere te verkope. [/a] | |||
informant |
[a] Of Marie zei dage geprobeerd het aan Pierre nen boek te verkope. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer | [v=531] Julien dacht of dacht dak Lisa haa geprobeerd een cadeau te geve. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. | |||
informant | Julien dacht dat ik geprobeerd haa Lisa een cadeau te geve. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=532] Karel weet dagij het geprobeerd Marie een boek te verkope. [/v]
da gij |
|||
informant |
[a=n] Karel weet dagij geprobeerd het aan Marie nen boek te verkope. [/a]
da gij |
|||
hulpinterviewer | [v=227] As Frans zei hij danst kan Jan dan antwoorde hij doet? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] As Frans zei hij slaapt kan Jan dan antwoorde doet? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ja der zijn dialecten waar in dase da zegge maar hier denkik ni he. [/a]
da se denk ik |
|||
hulpinterviewer | [a] Hier maar ni in Weelde. [/a] | |||
informant | [a] Ik ken ik ken het eigenlijk ni. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=243] As Frans vraagt slaaptie kan Jan dan antwoorde ie doet?/v]
slaapt ie |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=244] As Frans zegt hij slaapt toch ni kan Jan dan antwoorde toetoet? [/v]
t oet t oet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja da ja | |||
hulpinterviewer |
Het komt wel voor denkik toetoet als antwoord he. [/a]
denk ik |
|||
hulpinterviewer |
[a] Maar toch maar zeldzaam denkik. [/a]
denk ik |
|||
hulpinterviewer |
[v=485] As Frans vraagt zak tavond koke kan Marie dan antwoorde doe maar dat doe maar. [/v]
za k t avond |
tagging | ||
informant | [a=j] Da wel. Da wordt wel gedaan. Gezegd. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=170] Jan is Rosine en Louise hun der broerke. [/v] | |||
informant |
[a] Jan is het broerke van Rosine en Louise zulleze eer. [/a]
zulle ze |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Maar ge ze zulle toch ook wel zegge Jan is Rosine en Louise der broerke. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Der broerke. Der broerke. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=173] Diene auto is Jefs. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee is van Jef. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Of das Jef zenne auto of dien auto is van Jef. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=174] Die fiets is mijns. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee is van mijn. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=368] Me hij te werke moessij den helen dag thuis blijve. [/v]
moes sij |
|||
informant | [a=n] Door da hij ging werke. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Moessij heel den dag heel den dag zeggewe he thuis blijve. [/a]
moes sij zegge we |
|||
hulpinterviewer |
[v] Me hem te werke me hem te werke moesse den helen dag thuis blijve. [/v]
moes se |
|||
informant | [a=n] Door da hij ging werke moest zij den helen dag thuis xxx. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Om da hij ging werke moesse moessij den helen dag heel den dag thuis blijve. [/a]
moes se moes sij |
|||
hulpinterviewer |
[v=395] Geloofde ni datie gevallenis? [/v]
geloof de dat ie gevalle n is |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja da is. Da wordt zo xxx. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Geloofde ni datie gevallenis ja da zeggewe. [/a]
geloof de dat ie gevalle n is |
|||
hulpinterviewer |
[v] Geloofde ni datie gevallenee? [/v]
geloof de dat ie gevalle n ee |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Onbestaande. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=136] Jan en hee ni veel geld meer. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Jan hee ni veel geld meer hier gebruike zeggeze da ni he. [/a]
zegge ze |
|||
hulpinterviewer | [v=141] Ik geef niks aan een ander ni. [/v] | |||
informant |
[a=j] Da zoueze die ni der nog eens bij zette. [/a]
zoue ze |
|||
informant | [a] Ik geef niks aan ne andere ni. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=142] Niemand wil ni werke ni. [/v] | |||
veldwerker | [v] Wordt dat hier gezegd? [/v] | |||
informant |
[a=n] Das ook wel verdwene toch za. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=388] Wie heet dien auto mee genome? Niemandni. [/a]
niemand ni |
|||
informant |
[a=j] Da wel. Niemandni. [/a]
niemand ni |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=389] Waar groeit t geld aan de bomen? Nergensni. [/v]
nergens ni |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=390] Was rond en vierkant eh tegelijk? Niksni. [/v]
wa s niks ni |
|||
informant |
[a=n] Alleen niks denkik. [/a]
denk ik |
|||
hulpinterviewer |
[v=391] Welke koeien heetie gemolke? Geen enkel ni. [/v]
heet ie |
|||
informant | [a=n] Geen één. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=475] Marie hee nu meer koeien dan ze vroeger hee dan ze vroeger en hee. [/v] | |||
informant | [a=n] Hier ni he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=479] Hier is alles wak gekregeneb wak gekrege en heb. [/v]
wa k gekrege n eb |
|||
informant | [a=n] Die en mag weg. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=324] De zokke zou ik ni durve op ete. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] De zulke ja de zukke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=325] De die zou ik ni durve op ete. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=600] Pas op dage ni en valt. [/v]
da ge |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja da komt dan wel voor he. [/a] | |||
informant |
[a] Pas op dage ni en valt.
da ge |
|||
informant | Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ze zegge ook wel pas op dage ni valt maar dage ni en valt da komt ook wel voor ja. [/a]
da ge |
|||
hulpinterviewer | [v=494] Ik vin da Jan beter den dokter kon hebbe geroepe. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ik vin da Jan beter den dokter kunne roepe hee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=506] Heddegij aan Jan gezien? [/v]
hed de gij |
|||
informant |
[a=n] Kweet ni wa wa juist de bedoeling is. [/a]
k weet |
|||
veldwerker | [v] Heb jij Jan gezien? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Heddegij Jan gezien? [/a]
hed de gij |
|||
informant |
[a] Heddegij Janne gezien? [/a]
hed de gij |
|||
hulpinterviewer |
[v=517] Robert heet drie groen appels en Marie heeter drie rode. [/v]
heet er |
|||
informant |
[a=j] Mmm. Robert heet drie groen appels en Marie heeter drie rode. [/a]
heet er |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Kant ook zonder er? [/v]
kan t |
|||
hulpinterviewer | [v] En Marie heet drie rode? [/v] | |||
informant | [a=j] En Marie heet drie rode jawel ja da kan ook zonder er. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=424] Ik heb hem het gegeve. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik heb het em gegeve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=001] Marie denkt datie hee wille naar huis. [/v]
dat ie |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=002] Ik eb da gezegd gehad. [/v] | |||
informant | [a=j] Da wel. [/a] | |||
informant | [a] Ik em da gezegd gehad. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=357] As Frans zegt er komt morgen iemand langs kan Marie dan vrage wie da? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. Ja he. [/a] | |||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=408] Op dees feest wordter veel gedanst. [/v]
wordt er |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Kant ook zonder er op dees feest wordt veel gedanst. [/v]
kan t |
tagging | ||
informant | [a=j] Da kan zonder er. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Tkan maar de er zal meer gebruikt worde. [/a]
t kan |
|||
hulpinterviewer |
[v=409] Nu wordter alleen nog maar brood verkocht in die winkel. [/v]
wordt er |
tagging | ||
informant |
[a=j] Das juist. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v] Nu wordt alleen nog maar brood verkocht in die winkel? [/v] | |||
informant | [a=n] Hier zou dien er der bij xxx. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik denk ni daset zonder er zegge. [/a]
da se t |
|||
hulpinterviewer |
[v=414] Gisteren stond er of zonder er gisteren stonder nen enge man in den tuin. [/v]
stond er |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja die er is hier noodzakelijk in de zin he ast over de constructie gaat he. [/a]
as t |
|||
hulpinterviewer | [v=482] Da boek leg neer. [/v] | |||
informant | [a=n] Leg da boek neer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=358] Ik denk da iemand de koekskes heet op gete maar ik weet ni wie da. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik denk da iemand de koekjes op gete hee maar ik weet ni wie. [/a] | |||
informant | [a] Maar ik weet ni wie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=483] As ge echt ni kunt wachte komt dan maar dan komt maar. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] As gecht ni kunt wachte dan kom maar ja. [/a]
g echt |
tagging | ||
informant | [a] Kom dan maar. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Of kom dan maar komt dan maar. [/a] | |||
informant | [a] Dees kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Maar dan komt maar ook met ook meestal met een t nog denkik. [/a]
denk ik |
|||
informant | [a] Die t moet er dan hier wel bij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=484] Da kijk maar. [/v] | |||
informant | [a=n] Bekijkt da maar. Zo ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Da kijkt maar jawel ik denk toch ook da da voor komt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=407] Hij wistent. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij wist het. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=369] Me het te sneeuwe konnewe de stad ni uit. [/v]
konne we |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Met da sneeuwe met da sneeuwe konnewe de stad ni uit. [/a]
konne we |
|||
informant | [a] Me te sneeuwe da zou wel gaan maar dees ni. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=036] Da zen Marie en Pierre en Pierre. Marie en Pierre wijze naar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Makander. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Naar bekare. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=037] Das Toon en Toon wast. [/v]
da s |
|||
informant |
[a] Zeneige. [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=039] Das Fons. Fons zag een slang neven. [/v]
da s |
|||
informant | [a] Neven hem. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [n] [v=018] Zou je ook kunne zegge ze weet ni da Marie gisteren is gestorve? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ze weet ni da Marie wij zegge gestorve is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zou je kunne zegge ze weet niet dat Marie gisteren gestorve heeft? [/v] | |||
informant | [a=n] Gestorve heeft zeker ni. [/a] | |||
veldwerker | [v] En zou je kunne zegge ze en weet ni da Marie gisteren xxx? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zen weet ni das ook weer Turnhouts he. [/a]
z en da s |
|||
veldwerker | [v=026] Zou je kunne zegge Jan had het hele brood wel gewild op eten? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Willenop ete. [/a]
wille n op |
tagging | ||
veldwerker |
[v=046] en zout ge ook kunne zegge ward heeft gehoord dat er fotos van zeneige in de vitrine staan [/v]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant |
[a] heet gehoord datter fotos van zeneige in de vitrine xxx [/a]
h eet dat ter zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] van zeneige of van hem [/a]
zen eige |
tagging | ||
veldwerker | [v=188] Heb je genoeg mensen om hopoi van het land te hale zou je ook kunne zegge heb je genoeg mensen voor hooi van het land te hale? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=189] Het was vriendelijk van Jan van te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Da zou ook kunne he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Twas vriendelijk van Jan van te kopme werke. [/a]
t was |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Allebei kome voor he. [/a] | |||
veldwerker | [v=190] En zou je kunne zegge deze ton is zwaar voor te drage? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Mmm zwaar om te drage. [/a] | |||
informant | [a] Zwaar om drage. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Zwaar voor te drage da denkik da komt toch ook wel voor maar ni zo veel. [/a]
denk ik |
tagging | ||
veldwerker | [v] En deze ton is zwaar te drage? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=192] Eh zou je ook kunne zegge we hope allemaal van op tijd thuis te zijn? [/v] | |||
informant | [a] We hope allemaal op tijd thuis te zijn. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] We hope allemaal van op tijd thuis te zijn ja tzou ook wel kunne voor kome ja. [/a]
t zou |
tagging | ||
veldwerker |
[v=215] Zout ge iets kunne zegge in de aard van ik geloof dakik groter ben xxx? [/v]
da kik |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Dan zeggewe datekik he. [/a]
zegge we dat e kik |
tagging | ||
veldwerker | [v=216] Ze gelooft eh dagegij eer thuis zijt. [/v] | |||
informant | [a=n] Da wordt hier toch ni gedaan. [/a] | |||
veldwerker |
[v] Maar dan wel dagij eer thuis zijt asekik? [/v]
da gij as e kik |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Asekik da zeggewe wel he. [/a]
zegge we |
|||
hulpinterviewer |
[a] Asik ook wel zanne. [/a]
as ik |
|||
veldwerker | [v=250] Dan de bank waar ze waar dat ze op zate zou je ook kunne zegge de bank waar op dat ze zate? [/v] | |||
informant |
[a=n] Das das te schoon das te plechtig voor ons. [/a]
da s |
|||
veldwerker | [v] En de bank daar ze op zate? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Daar zop zate ja ja daar zop zate. [/a]
z op |
|||
informant | [a] Daar ze op zate of waar ze op zate. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En de bank dat ze op zate? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=339] En zou je ook kunne zegge niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet zien moogt. [/v] | |||
informant | [a=n] Ook ni moogt zien. [/a] | |||
veldwerker |
[v=370] En dat is de man die ze geroepe hebbe zou je ook kunne zegge das de man dase geroepe hebbe? [/v]
da s da se |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee. Wase wel wa da wel voor komt is die dase geroepe emme. [/a]
wa se da se |
tagging | ||
veldwerker |
[v=397] Tschijnt dase niks mag ete zou je ook kunne zegge eh schijnt zonder die t dus schijnt dase niks mag ete? [/v]
t schijnt da se |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Maar die t die late ze wel weg hoor. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dus ik denk dat ze meer zegge schijnt dan tschijnt he. [/a]
t schijnt |
|||
veldwerker | [v] En dat schijnt dat ze niks mag ete. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=255] Zou je ook kunne zegge in het dorp waar dat ik woon staat een oud kerkske. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja waar dak woon. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=257] En zou je kunne zegge dat is iets die heel schoon is. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Das iet da heel schoon is da zeggeze dan ni die he. [/a]
da s zegge ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=276] Je ergert je er aan dat je me bijna nooit meer ziet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ge zij ni goed gezind omdat xxx. [/a] | |||
veldwerker | [v=275] Hoe zou je zegge je vergist je wel dikwijls. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] ge vergist ueige wel dikwijls [/a]
u eige |
tagging | ||
veldwerker | [v=281] Ik vergis me telkens weer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik zen altijd weer abuus. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ik denk dat ik me dat in beeld. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik denk dak me da in beeld. [/a]
da k |
|||
informant |
[a] ik denk dak meneige dat in beeld [/a]
da k men eige |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ik denk dak men eige dat in beeld ja das juist. [/a]
da k da s |
|||
veldwerker | [v=291] U beeldt zich dat vast wel in. [/v] | |||
informant |
[a] ge beeldt ueige da zeker wel in [/a]
u eige |
tagging | ||
veldwerker | [v=293] Zij vergissen zich toch wel vaak. [/v] | |||
informant | [a] Zij hebbe toch wel dikwijls abuus. [/a] | |||
veldwerker | [v] Ze beelde vaak van alles in. [/v] | |||
informant |
[a] ze beelde dereige [/a]
der eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja der eige dikwijls wat in. [/a] | |||
veldwerker | [v=399] Rosa probeerde niemand zeer te doen zou je ook kunne zegge Rosa probeerde voor niemand zeer te doen? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=400] Zou je ook kunne zegge het belooft weer van ne schone dag te worde? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Maar belooft gebruikewe ni he. [/a]
gebruike we |
|||
hulpinterviewer | [a] Het ziet er weer ne schone dag uit. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=401] Eh tis misschien beter om nog even te wachte zou je ook kunne zegge tis misschien beter voor nog even te wachte? [/v]
t is |
|||
informant |
[a=n] Nee denkek he. [/a]
denk ek |
|||
veldwerker |
[v] En tis misschien beter van nog een beetje te wachte? [/v]
t is |
tagging | ||
informant | [a=j] Da wel. [/a] | |||
veldwerker |
[v] Tis misschien beter nog een beetje te wachte. [/v]
t is |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Tis misschien beter nog een beetje te wachte. [/a]
t is |
tagging | ||
informant | [a] Dat ook. [/a] | |||
veldwerker | [v=402] We hadde t geluk om hem direct terug te vinne zou je daar kunne zegge we hadde t geluk van hem direct terug te vinne? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] We hadde t geluk om hem direct terug te vinne. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Of van hem direct terug te vinne. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] We hadde hem direct terug te vinne? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee ik denk dase toch wel eh van of om er tussen. [/a]
da se |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. | opmerking: zie veldwerk |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. | opmerking: zie veldwerk |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | opmerking: zie veldwerk |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | opmerking: zie veldwerk |
486 | Dat boek beloof mij dat je nooit meer zult verstoppen! | vraag verkeerd gesteld, met 'het' in de bijzin. |
komt voor
: n |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: j |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: j opmerking: eerder zeldzaam |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan smoort ni mer |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
: j opmerking: ekik ??n geheel; Jan en ekik onmogelijk |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n opmerking: zeldzaam |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
705 | Ze weet zij d'r niks van. |
komt voor
: n |
|
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: we |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wellie |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n opmerking: wel bij kinderen maar niet bij volwassenen |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekaar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: em zin: niet mogelijk zonder pronomen |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) | |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) | |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik ga |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ga ik |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij goat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa je |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij goa |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat ie |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze goaj |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa ze |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t goaj |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa g et |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: we goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan we |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gullie goat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa de |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: ga |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging de gij |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gingt |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gingt |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging hij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging de gij |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wij ginge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: ging de gullie |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: toen da |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gullie gingt |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge wij |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: j opmerking: zeldzaam |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: j opmerking: zeldzaam |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j opmerking: komt vaker voor |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: j |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: zen eige |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: zen eige |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut