SAND-data Gilze (K182p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Gilze |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]K182p[/k][h]161[/h][i]162[/i][vw]j[/vw][t]vw[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer |
[v=006] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Gisteren wandeldiede dooret park. [/v]
door et |
Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 132, cd 2). | ||
informant |
[a=n] Gisteren kuierde hij deurt park. [/a]
deur t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=018] Vertaal. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorvenis. [/v]
gestorven is |
Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 184 cd 2). | ||
informant | [a] Ze wete nie da Marie gisteren dood gegaan is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur. Ze weet nie da Marie gisteren is gestorve. [/v] | |||
informant |
Das tzelfde.
da s t zelfde |
|||
hulpinterviewer |
Nee gisteren gestorvenis of gisteren is gestorve. Wa zegge wij hier?
gestorven is |
|||
informant | [a=j] Ze is gisteren gestorve. [/a] | Informant antwoordt in eerste instantie 'Ze is gisteren gestorve' (dus 'a=j') maar stelt later (seconde 530) toch dat 'Wiste gij dasse gisteren gestorvenis' het beste is (dus 'a=n'). | tagging | |
informant |
[a=n] Wiste gij dasse gisteren gestorvenis. Ja. [/a]
da se gestorven is |
|||
hulpinterviewer |
Dast beste?
da s t |
|||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=022] Komt deze zin ook veur in u dialect. Vertaal. Er wil niemand niet danse. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 203 cd 2). | ||
informant | [a=n] Er wil niemand danse. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Betekente da iedereen danst of datter niemand danst. [/v]
betekent e dat er |
|||
informant |
[a] Datter niemand wil danse. [/a]
dat er |
|||
hulpinterviewer | [v=023] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Els wil niet dansen en ze wil niet zinge ook niet. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 241 cd 2). | ||
informant |
[a=n] Els wil nie danse en nie zingenook. [/a]
zingen ook |
|||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 260 cd 2). | ||
informant | [a] Niemand wou da en niemand kon da. [/a] | Informant vertaalt erg vrij. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=026] Vertaal. Jan had het hele brood wel willen op eten. [/v] | |||
informant | [a] Jan had heel brood wel willen op ete. Op willen ete. Ja op willen ete ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertaal. Vertel maar niet wie zij had kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a] Vertel maar nie _. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | _ wie zij had kunne roepe. | |||
informant | [a] Zeg maar nie wie zij hadde kunne roepe of wie zij had kunne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=028] Komt deze zin veur in u dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in u dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie dat zij had kunne roepen. [/v] | Hulpinterviewer praat er steeds doorheen en vraagt de informant uiteindelijk of hij de zin 'Vertel mij eens wie zij had kunne roepe' (dus zonder 'dat' na 'wie' zoals het in deze zin (028) geformuleerd is) wil vertalen. Uiteindelijk wordt niet duidelijk of 'Vertel mij eens wie dat zij had kunne roepen' daadwerkelijk voorkomt. Zin komt terug in nagesprek (seconde 350 cd 2). | ||
informant | Zeg mij eens _. | |||
hulpinterviewer | Komt die veur in ons dialect. | |||
hulpinterviewer | Vertel mij eens wie zij had kunne roepe. | |||
informant | Nee zo nie. | |||
hulpinterviewer | Maar hoe gebruikelijk is deze zin in u dialect. | |||
hulpinterviewer | Vertel mij eens wie zij had kunne roepe. | |||
informant | Vertel men eens wie ze ha kunne roepen. | tagging | ||
informant | Of zeg men eens wie ze had kunne roepe. | |||
hulpinterviewer | [v=029] Komt deze zin veur in u dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in u dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie of zij had kunne roepe. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 370 cd 2). | ||
hulpinterviewer |
Vertel mij eens wie of zij had kunne roepen. Was zuldegij daar van zegge.
zul de gij |
|||
informant | [a=n] Zeg me zegt eens wie ze had kunne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=030] Komt deze zin veur in u dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in u dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie of dat zij had kunne roepen. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 438 cd 2). | ||
informant | [a=n] Zeg men eens wie ze had kunne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 497 cd 2). | ||
informant | [a] Onze Jan kent da verhaal wel. [/a] | |||
commentaar | Informant vertaalt vrij: kiest niet-reflexief werkwoord. | |||
hulpinterviewer |
[v=036] Kijk naart plaatje en vul de zin oan. Marie en Piet wijze naar _. [/v]
naar t |
|||
informant | [a] Elkaars neus. Of elkaars gezicht. Of naar elkaar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=037] Kijk naart plaatje en vul de zin aan. Toon wast _. [/v]
naar t |
|||
informant |
[a] Hij wast zeneige. [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 583 cd 2). | ||
informant | [a] De timmerman hee geen spijker bij hum. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=039] Kijk noart plaatje en vul de zin oan. Fons zag een slang neffe _. [/v]
noar t |
|||
informant |
[a] Neffenum zitte. [/a]
neffen um |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant | [a] Erik liet mij veur liet mijn _. [/a] | |||
hulpinterviewer | Voor zich zegge wij nie he. | |||
informant | Nee voor zich zegge wij nie. | |||
informant | [a] _ voor mij werke voor hum werke. Voor hum. [/a] | |||
hulpinterviewer | Erik liet men of mij voor _. | |||
informant | [a] Voor hum werke. Men voor hum werke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik had veur zen eige. [/a] | |||
informant | Ja maar Erik laat men werken he voor hum he. | |||
informant | [a] Erik liet men voor hum werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Erik liet men voor zen eige werke. [/a] | |||
informant | Voor hum werke. | |||
hulpinterviewer | Ja voor hum ook. | |||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal. Johanna liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Sjo die dobberden op de golve. [/a] | |||
informant |
[a] Sjo liet dereige mee drijven op de golve. [/a]
der eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal. Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant |
[a] toon bekeek zeneige eens goed in de spiegel [/a]
zen eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal. Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant | [a] Eduard die kent zichzelf wel goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] zeneige [/a]
zen eige |
tagging | ||
informant | [a] Zen eige. Zen eige goed die kent zen eige goed ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=046] Vertaal. Ward heeft gehoord datter fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/v]
dat er |
|||
hulpinterviewer | Is da van zichzelf of van hemzelf of van hem. Of van zen eige. | |||
informant |
[a] Hijf gehoord datter fotoos van hum in de etalage staan. [/a]
hij f dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer | Of van zen eige wat zeg jij der van. | |||
informant |
[a] van zeneige ja [/a]
zen eige |
tagging | ||
informant | Ja er staan fotoos van men of van hum. Van zen eige. | |||
hulpinterviewer |
[v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leefik zoals mijn ouders willen. [/v]
leef ik |
Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 630 cd 2). | ||
informant |
[a] Ak zuinig leef dan zoue da zou onze ouders ook zo wille of dan leve _. [/a]
a k |
De zin wordt wel erg vrij vertaald. Het wordt niet echt duidelijk hoe het tweede gedeelte van de zin vertaald wordt. | tagging | |
hulpinterviewer |
[a] Nou dan leefik zoas mien _. [/a]
leef ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant | [a] As je nog drie jaar ouder wordt dan leef je langer as hullieje pa. [/a] | Zin wordt te vrij vertaald - 'leven' ontbreekt in het eerste gedeelte - en de informant gebruikt 'je' en 'hullieje' als persoonlijke voornaamwoorden en niet 'hij' en 'zijn'. | tagging | |
informant |
[a] Dan leeftie langer eigenlijk. [/a]
leeft ie |
|||
hulpinterviewer | [v=057] Vertaal. Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 664 cd 2). | ||
informant | Zo gevaarlijk leeft da zegge wij nie gevaarlijk leve. | |||
informant |
[a] _ dan leeftie nie lang meer. [/a]
leeft ie |
Informant vertaalt veel te vrij - in het eerste gedeelte ontbreekt het werkwoord 'leven' - en gebruikt de verkeerde persoonlijke voornaamwoorden ('ie' ipv 'zij' en 'ze'). | ||
informant |
[a] Astie zo deur ga leeftie nie lang meer. [/a]
as tie leeft ie |
Informant vertaalt veel te vrij - in het eerste gedeelte ontbreekt het werkwoord 'leven' - en gebruikt de verkeerde persoonlijke voornaamwoorden ('ie' ipv 'zij' en 'ze'). | ||
hulpinterviewer | [v=059] Vertaal. Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Alst nou nog leeft dan leefet morgen ook nog. [/a]
als t leef et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] As gullie zo losbandig leeft dan leefde gullie nooit zo lang as ik. [/a]
leef de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertaal. Als ze voor hun werk leven dan leve ze niet voor hun kindere. [/v] | |||
informant |
[a] Asse leve veur der werk dan leve nie veur de kinder. [/a]
as se leve e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog leeft dan leeft dinges ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] A je gezond leeft leve langer. [/a]
lev ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Vertaal. Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leve er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] Azzer zo veel mense leve van _. Asser zo weinig mense leve van de landbouw dan leveder heel veel van de fabriek. [/a]
az er as er leve der |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=070] Vertaal. Als Pieter en Liesje innet paradijs leven dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v]
in et |
Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 733 cd 2). | ||
informant | [a] Als Pietje en Liesje in den hemel leven dan leve de andere in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leven leven we gelukkig. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 788 cd 2). | ||
informant |
[a] As ge sober leeft dan leefde gelukkig. [/a]
leef de |
Informant kiest verkeerde persoonlijk voornaamwoord - 'ge' - terwijl het 'we' moet zijn. | tagging | |
hulpinterviewer | [v] Als we ongezond leve dan leve we nie gelukkig. [/v] | |||
informant | [a] As we ongezond leve leve we nie gelukkig. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gewoon leef wa gezonder Jan zouk zegge. [/a]
zou k |
|||
informant | [a] Ja leef wa gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kindere. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 816 cd 2). | ||
commentaar | Informant vertaalt te vrij: gebruikt vorm 'leef' niet maar hele werkwoord 'leven'. | |||
informant | [a] Je moe nie zo bekrompen leve kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=075] Komt deze zin veur in u dialect. Ik vind dat iedereen moet kunne zwemme. [/v] | |||
informant | [a=j] Iedereen moes eigenlijk kunne zwemme. Ik vin da iedereen moes kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Komt deze zin veur in u dialect. Ik vin da iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da komt zo nie veur. Iedereen moes kunne zwemme. Nie zwemme kunne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=080] Komt deze zin veur in u dialect. Ik vin da iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da komt ook nie veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Komt deze zin veur in u dialect. Ik vin da iedereen zwemme kunne moet. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 859 cd 2). | ||
informant | [a=n] Nee ook nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Komt deze zin veur in u dialect. Ik vin da iedereen zwemme moet kunne. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 902 cd 2). | ||
informant | [a=n] Nee moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=086] Komt deze zin veur in u dialect. Ik weet da Eddy morgen wil brood ete. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee brood wil ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Eddy moet kunne vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee hij moet vroeg _. Die komt zo nie veur. Moet vroeg kunnen op staan nee Eddy moet vroeg kunne op staan. Op kunne staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie hem zal moete roepen. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 946 cd 2). | ||
informant | [a] Ik denk da Marie hullie moes roepe. [/a] | Informant gebruikt werkwoord 'zullen' niet in vertaling en gebruikt persoonlijk voornaamwoord 'hullie' terwijl er 'hem' staat. | ||
hulpinterviewer | [v=140] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Zitte hier nergens geen muizen. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 965 cd 2). | ||
informant | [a=n] Zitte hier ergens muize. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=146] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Hij spreekt niet goed geen Frans. [/v] | |||
informant | [a=n] Zo komt hij nie veur nee. Hij praat nie goed Frans. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Iedereen is geen vakman. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 993 cd 2). | ||
informant | [a=n] Nie iedereen is ene vakman. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=149] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Hij heeft overal geen vrienden. [/v] | |||
informant |
[a=j] Hije overal geen vriende. Zou kunne. [/a]
hij e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=137] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Hij wil geen soep niet meer ete niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij wil geen soep meer ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Komt deze zin veur in u dialect. Boeken he Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan he drie boeke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Komt deze zin veur in u dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebbe gemaakt. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1104 cd 2). | ||
informant | [a=n] Gemaakt moeten hebben. Da wij voor drie uur de wagen gemaakt moeten hebben. [/a] | Informant gebruikt 'we' terwijl er 'hij' staat. | ||
hulpinterviewer | [v=157] Komt deze zin veur in u dialect. Jan weet da hij veur drie uur de wagen moet gemaakt hebbe. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1141 cd 2). | ||
informant | [a=n] Da hij de wagen gemaakt moet hebben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=160] Komt deze zin veur in u dialect. Jan weet dat hij veur drie uur de wagen gemaakt moet hebbe. [/v] | tagging | ||
informant |
[a=j] Ja das zo goed ja. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=161] Komt deze zin veur in u dialect. Jan weet da hij veur drie uur de wagen gemaakt hebbe moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=188] Vertaal. Heb je genoeg mensen om hooi vannet land te halen. [/v]
van et |
Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1177 cd 2). | ||
informant |
[a] Hejje genoeg volk omt hooi van den akker te hale. [/a]
he je om t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Komt deze zin ook veur. Hedde genoeg mense veur hooi vant land te hale. [/v]
he de van t |
|||
informant | [a=n] He genoeg mense om hooi van de waai te hale. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te kome werke. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1221 cd 2). | ||
informant |
[a] Twas heel aardig vannum dattie kwam werke. [/a]
t was van um dat ie |
|||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur. Het was aardig van Jan te kome werke. [/v] | |||
informant |
[a=n] Twas aardig van Jan dattie kwam werke. [/a]
t was dat ie |
|||
hulpinterviewer | [v] Of het was aardig van Jan om kome te werke. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee om te kome werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant |
[a] Die ton die kunne nie drage. Is te zwaar om te tille. [/a]
kun ne |
|||
hulpinterviewer | [v=199] Vertaal. Hij staat te zeure. [/v] | |||
informant | [a] Hij staat te _. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Zit niet te zeure. [/a] | |||
informant | Te mauwe. | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeuren. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1337 cd 2). | ||
informant | [a] Hij kan nog zo staan te mauwe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur. Hij kan toch staan te mauwe. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja dat is goed ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal. Toen we aan kwame regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toen we daar aan kwame toen regendet. [/a]
regende t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Vertaal. Kgeloof dattik groter ben dan hij. [/v]
k geloof dat ik |
|||
informant |
[a] Geloof dak groter ben as hij. [/a]
da k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/v] | |||
informant |
Ze geloof dak eerder thuis ben dan _. Ze geloof dak eerder thuis ben dan ik.
da k |
|||
informant | [a] Ze geloof da gij eerder thuis ben as ikke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Je gelooft toch niet dat hij sterker is dan jij. [/v] | |||
informant | [a] Ge geloof toch nie da gij sterker ben as ikke. [/a] | |||
informant | [a] Geloof toch nie dat hij sterker is as ikke of nee. As gij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze geloven dat wij rijker zijn dan zij. [/v] | |||
informant | [a] Ze gelove da wij rijker zijn as hullie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal. We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] We gelove da gullie nie zo slim bent as wij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie gelove toch niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | |||
informant | [a] Gullie geloof toch nie da zullie armer zijn as gullie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Gij gelooft da Lisa mooier is even mooi is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn dan Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn dan Geert en Peter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=227] Komt deze zin veur in u dialect. Persoon A zegt hij slaapt. Persoon B antwoordt hij doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da hore wij nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] Komt deze zin veur in u dialect. Persoon A zegt hij slaapt. Persoon B antwoordt et doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Komt deze zin veur in u dialect. Persoon A vraagt slaapt hij. Persoon B antwoordt ie doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Komt deze zin veur in u dialect. Brande doet de lamp nie meer. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1410 cd 2). | tagging | |
informant | [a=j] Ja da komt veur. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Of zegge wijt anders.
wij t |
|||
informant | Of de lamp brandt nie meer. | |||
hulpinterviewer | [v] De lamp doet nie meer brande. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De kinder doen hier nie voetballe. [/v] | |||
informant | [a=n] De kinder doen hier nie voetballe of die voetballen hier nie. Ja die voetballen hier nie dus is nie goed. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=246] Komt deze zin veur in u dialect. Doet Marie elkenavond danse. [/v]
elke n avond |
Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1359 cd 2). | ||
informant |
[a=n] Danst Marie iederenavond. Ja. Doet zegge wij nie. [/a]
iedere n avond |
|||
hulpinterviewer | [v=247] Komt deze zin veur in u dialect. Doe het brood even snijde. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Komt deze zin veur in u dialect. Ik doe wel even de komme af wasse. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1433 cd 2). | ||
informant | [a] De jongen waar de moeder gisteren van getrouwd is stond achter men. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur. De jongen wie ze moeder gisteren hertrouwd is stond achter men. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | Wiens moeder of wie zen moeder. | |||
informant | [a=j] Wie zen moeder nie wiens moeder. Wie ze moeder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin _. De jongen die ze moeder gisteren hertrouwd is stond achter men. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee denk ik nie goed is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1468 cd 2). | ||
informant | [a] De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur. De bank waar op ze zate was pas geverfd. [/v] | |||
hulpinterviewer | Dus waar ze op zate of waar op ze zate. | |||
informant |
[a=n] Nee. Waar ze op zate isset. Dus nie waar op ze zate. [/a]
is et |
|||
hulpinterviewer |
[v] Of de bank waar disse op zate was pas geverfd. [/v]
dis se |
|||
informant |
[a=j] Ja waar desse op zate. Ja de bank waar desse op zate was pas geverfd. [/a]
des se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Of de bank daar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik denk waar zop zate. [/a]
z op |
|||
hulpinterviewer |
[v] Of de bank daar desse ze op zate was pas geverfd. [/v]
des se |
|||
informant |
[a=j] Daar desse ze op zate ja. Kdenk dat beter is. [/a]
des se k denk |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Of de bank daar op ze zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld he moet mij maar wa geve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur. Die geld hee moet men maar wa geve. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja die geld he moet mij maar wa geve ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=260] Komt deze zin ook veur in u dialect. Vertaal. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant |
[a=j] Wa denkde wiek in de stad gezien heb. [/a]
denk de wie k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=261] Komt deze zin ook veur in u dialect. Vertaal. Wat denke jullie hoe ze het hebbe op gelost. [/v] | |||
informant |
[a=j] Wat denkde gullie hoe dast hebben op gelost. [/a]
denk de da s t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=265] Komt deze zin veur in in dialect. Vertaal. Hoe denk je hoe ze het hebbe op gelost. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1867 cd 2). | ||
informant |
[a=n] Hoe denkde dast hebben op gelost. [/a]
denk de da s t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=262] Komt deze zin ook veur in u dialect. Vertaal. Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1842 cd 2). | ||
informant |
[a=n] Wie denkde da gij in de stad gezien heb. [/a]
denk de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=296] Komt deze zin veur in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Zou hij dat gedaan hebbe gekund. [/v] | Hulpinterviewer vergeet 'vertaal' te zeggen en informant laat dan ook na de zin te vertalen. Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1967 cd 2). | ||
informant | [a=n] Nee komt nie veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=297] Komt deze zin veur in u dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in u dialect. Vertaal. Zou hij dat gedaan gekund hebben. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee gekund hebbe nie. Zouwie da gedaan kunnen hebbe. [/a]
zou ie |
|||
hulpinterviewer | [v=309] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Ik heb geen zin en voeren de koeien. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a=n] Ik heb geen zin om de koeie te voeiere. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=311] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Ik denk hij weg is. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik denk dattie weg is. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer |
[v=312] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Ik hebbem gisteren nog niet gezien dus ik zeg ik denk hij is weg. [/v]
heb em |
|||
informant |
[a=n] Ik hebbem gisteren nog nie gezien. Kdenk tie weg is. [/a]
heb em k denk t ie |
|||
hulpinterviewer | [v=317] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Marie al haar koeie zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1546 cd 2). | ||
informant | [a=n] Alle koeie van Marie zijn verdronke bij de overstroming. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Komt deze zin veur in u dialect. Daar denk ik nie an. [/v] | Hulpinterviewer heeft zin verkeerd ingesproken - 'daar denk ik nie an' - maar verbetert zichzelf tijdens het interview met de informant. Hulpinterviewer zegt alsnog 'dit denk ik nie an' en dat blijkt niet voor te komen ('a=n', seconde 2786 cd 1). | ||
informant | [a=n] Ja daar denk ik nie an. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Maar niet dit denk ik niet aan he. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Daar denk ik _. [/a] | |||
informant | [a=n] Daar denk ik nie an. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Komt deze zin veur in u dialect. Die rare jongen ben ik mee naar de markt geweest. [/v] | |||
informant | [a=n] Zo nie nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=322] Komt deze zin veur in u dialect. Ik heb al de eerste drie somme gemaakt. De welke hedde gij gemaakt? [/v]
he de |
tagging | ||
informant |
[a=j] Ja das wel goed. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=323] Komt deze zin veur in u dialect. De wa voore hedde gij al weg gebracht? [/v]
he de |
|||
informant | [a=j] Ja. De wa vooren he de welken he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=329] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Ik zeg ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1567 cd 2). | tagging | |
informant | [a=j] Ja. [/a] | Informant vertaalt zin niet. | ||
hulpinterviewer |
[v=339] Vertaal. Niemand magget zie dus ik vin da gij het ook nie magt zien. [/v]
mag et |
Hulpinterviewer spreekt zin in dialect in. Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1588 cd 2). | ||
informant |
[a] Niemand mooget zien he. [/a]
moog et |
tagging | ||
informant |
[a] Of magget zien. [/a]
mag et |
|||
hulpinterviewer | [a] _ dus ik vin da gij et _. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ ook nie moog zien. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Vertaal. Niemand magget zien dus ik vind dat jij het ook niet zien mag. [/v]
mag et |
|||
hulpinterviewer | Niemand mag zien of zien mag. | |||
informant | [a=n] Nee nie zien mag. [/a] | |||
hulpinterviewer | Wij zegge mag zien he. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer |
[v=347] Komt deze zin veur in u dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in u dialect. Ik weet dattie is gaan zwemme. [/v]
dat ie |
tagging | ||
informant |
[a=j] Das wel gebruikelijk ja. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer |
[v=350] Komt deze zin veur in u dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in u dialect. Ik weet dat hij gaan zwemmenis. [/v]
zwemmen is |
|||
informant |
[a=n] Nee daddis nie goed. [/a]
dad is |
|||
hulpinterviewer | [v=353] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Persoon A vraagt wil je nog koffie Jan. Jan antwoordt jaak. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1622 cd 2). | ||
informant | [a=n] Ja ik nee zo zegge we nie. [/a] | Informant vertaalt zin niet echt. | tagging | |
hulpinterviewer | Die k doen wij nie achter he. | Informant vertaalt zin niet echt. | ||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | [v=355] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Persoon A vraagt hebben ze gegeten. Persoon B antwoordt jaanze. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1635 cd 2). | ||
informant | [a=n] Nee komt zo nie veur. [/a] | Informant vertaalt zin niet. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=364] Komt deze zin veur in u dialect. Vertaal. Issem dood. [/v]
is em |
|||
informant |
[a=n] Issie zegge wij. [/a]
is ie |
|||
hulpinterviewer | Is hem zegge wij nie he. | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer |
[a] Issie dood of isse dood. [/a]
is ie is e |
|||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Das die vent die ze geroepe hebbe of die mens die ze geroepe hebbe. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das der mens die da verhaal hef verteld. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dattet verhaal heeft verteld. [/v]
dat et |
Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1678 cd 2). | ||
informant |
[a] Das de man wo van ik denk dattie da verhaal verteld heef. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebbe. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1706 cd 2). | ||
informant |
[a] Das de man dak denk die ze geroepen hebbe. [/a]
da s da k |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=387] Komt deze zin veur in u dialect. A wanneer zal de wereldvrede kome? B nooit niet denk. [/v]
denk k |
Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1739 cd 2). | ||
informant |
[a=j] Nooit nie denk ja. [/a]
denk k |
tagging | ||
hulpinterviewer | Nooit denk of nooit nie denk maar denk moet er wel achter he. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=397] Vertaal. T schijnt dat ze niets mag ete. [/v] | |||
informant |
[a] Tschijnt dat ze niks mag ete. [/a]
t schijnt |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Komt deze zin ook veur. Schijnt dasse niks mag ete. [/v]
das se |
|||
informant |
[a=n] Tschijnt da se niks mag ete ja. [/a]
t schijnt |
|||
hulpinterviewer |
[v=403] Vertaal. Tlijkt wel offer iemand in de tuin staat. [/v]
t lijkt of er |
|||
informant |
[a] Tlijkt wel offer iemand in den hof is of in den hof sta. [/a]
t lijkt of er |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Komt deze zin ook veur. Tlijkt wel of iemand in den hof staat te loere. [/v]
t lijkt |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=459] Komt deze zin ook veur in u dialect. Hij heet den bal gegooid in de mand. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee zo nie. Den bal gegooid in de mand nee. Den bal in de mand gegooid. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=485] Komt deze zin veur in u dialect. Zal ik koke zegt A. B dat doe maar. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1794 cd 2). | ||
informant |
[a=n] Dat doete maar. [/a]
doe te |
|||
hulpinterviewer | Niet dat doe maar doet da maar he. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=486] Komt deze zin veur in u dialect. Dat boek beloof mij da ge nooit meer zult verberge. [/v] | |||
hulpinterviewer | Of is de zin anders op gebouwd bij os. | |||
informant | [a=n] Ja is anders op gebouwd. [/a] | |||
hulpinterviewer | Bij os zegge ze eigenlijk beloof me da ge dat boek nooit meer zult verberge. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=487] Komt deze zin veur in u dialect. Wa zeg men da ge gekocht heb. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee zo nie. In die vorm nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee in die vorm helemaal nie he. Wat zeg men nee da kenne wij nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Komt deze zin veur in u dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in u dialect. Ik denk da ge veul weg zou moete gooie. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek (seconde 1823 cd 2). | ||
informant |
[a=j] Ja das goed ja. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v] Ik denk da ge veul zou weg moete gooie. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik denk da ge veul moet weg gooie. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Isset nou ik denk da ge veel weg zout moete gooie? Of isset ik denk da ge veel zou weg moete gooie? Of isset ik denk da ge veul zou moete weg gooie. [/v]
is et |
|||
informant | [a=g] Ik denk da ge veel zult moete weg gooie dan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=g] Nee ik dacht ik denk da ge veul weg zult moete gooie. [/a] | Hulpinterviewer en informant verschillen van mening over meest gebruikelijke zin: hulpinterviewer denkt dat de eerste de beste is en de informant denkt de derde. | ||
hulpinterviewer | En dan de tweede keus ik denk da ge veul zou weg moete gooie of ik denk da ge veul zal moete weg gooie. | |||
informant | Ja ik denk de laatste. | |||
hulpinterviewer | [v] Of ik denk da ge veul zal moete weg gooie. [/v] | Antwoord is al eerder gegeven. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=512] Komt deze zin veur in u dialect. Zoon ding ene heb ik nog nooit gezien. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee zoon ding hek nog nooit gezien isset. [/a]
he k is et |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Maar ene da komt er helemaal nie bij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=515] Komt deze zin veur in u dialect. Ge bent ook ene raren ene. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ene raren ene nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeke heb je gekocht. [/v] | |||
informant |
[a] Wa voor boeke hedde gekocht. [/a]
he de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heeft je op de kermis gezien. [/v] | |||
informant | [a] Wie hee jou op de kermis gezien. [/a] | tagging | ||
commentaar | [meta][k]K182p[/k][h]161[/h][i]162[/i][vw]j[/vw][t]vw[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant |
[a] Ja trokket deksel naar zich toe. [/a]
trok et |
|||
hulpinterviewer | Ja zeg de naar zich toe? | Vraag 273 komt terug in nagesprek (seconde 1892 cd 2). | ||
hulpinterviewer | [v=530] Komt deze zin veur in u dialect. Marie zei da gij Piet een boek het geprobeerd te verkope. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=531] Komt deze zin veur in u dialect. Wim dacht da ik Els had geprobeerd een cadeau te geve. [/v] | Informant zegt niet echt of zin nu kan voorkomen of niet. Hulpinterviewer geeft andere vertaling ('a=n') en informant gaat daar wel mee akkoord. | ||
hulpinterviewer |
[a=n] Wim dach da ik geprobeerd haai om Els zo ist he. [/a]
is t |
|||
hulpinterviewer | [v=532] Komt deze zin veur in u dialect. Karel weet da gij het geprobeerd Marie een boek te verkope. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker |
[n][v=006] De zin gisteren wandeldiede dooret park. Kan u daar iets van make int Gils. Komt die zo voor innet Gils. [/v]
door et in t in et |
|||
informant |
[a=n] Gisteren kuier deurt park. Kuierde die deuret park. [/a]
deur t deur et |
tagging | ||
veldwerker |
En isset ooit kuieriede dooret park. Gisteren kuieriede dooret park.
is et door et |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee da zegge wij nie he diede. Diede da zegge wij nie bij he. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
Kuierdiede dooret park. Of kuierdenie dooret park.
door et kuierde ie |
|||
informant |
[a=n] Ja kuierdenie deurt park ja. [/a]
kuierde ie deur t |
tagging | ||
veldwerker | [v=018] Kan u nog eens vertale. Ze weet niet dat Marie gisteren is gestorve. [/v] | |||
informant | [a=j] Ge weet nie da Marie gisteren is overleden of dood gegaan. [/a] | Informant gebruikt persoonlijk voornaamwoord 'ge' terwijl er 'ze' in de voorbeeldzin staat. | tagging | |
veldwerker | [v=022] Kan u nog eens vertale er wil niemand nie danse. [/v] | |||
informant | [a=n] Der wil niemand danse. [/a] | In eerste instantie lijkt het erop dat de zin niet voor kan komen (steeds 'a=n' getranscribeerd), maar na doorvragen blijkt dat het best kan - in de zin 'Der wil geen mens nie danse' ('a=j' seconde 225 en 227). | ||
hulpinterviewer | [a=n] Of der wil geen mens danse. [/a] | |||
veldwerker | En kan u zegge der wil geen mens niet danse. | |||
informant | Nee da zegge we niet. | |||
veldwerker | Want daarnet zei u nog dat da soms wel voor komt. | |||
hulpinterviewer | [a=j] Der wil geen mens nie danse. [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja geen mens nie. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Ja wordt wel eens gezegd eigenlijk he maar da wil eigenlijk zegge datter niemand wil danse.
dat er |
|||
veldwerker | Dus da kan wel voor kome? | |||
informant | Da kan voor kome ja. | |||
veldwerker | [v=023] Kan u nog eens vertale. Els wil nie danse en ze wil niet zinge ook nie. [/v] | |||
informant | [a=n] Els wil niet danse en nie zinge ook. Ook nie da zegge wij nie. [/a] | |||
veldwerker | [v=025] Kan u nog eens vertale. Niemand heef dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant |
[a] Dhee nooit niemand gewild of gekund. [/a]
d hee |
Informant zegt in vertaling 'nooit niemand'. | tagging | |
hulpinterviewer | [a] Gekund. Gekunne. [/a] | |||
informant | [a] Niemand heef da ooit gewild of gekunne. [/a] | tagging | ||
informant |
Gewild of gekunne denk.
denk k |
|||
hulpinterviewer | Wa had ik gezeg? | |||
veldwerker | Gewille of gekunne. | |||
hulpinterviewer | [a] Niemand heet da ooit gewillen of gekunne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Ik denk da wij toch meer gekunne zegge as gekund. | |||
informant | [a] Ja gewillen of gekunne denk ik zelf. [/a] | |||
hulpinterviewer | Of ge kunt ook zegge gewild of gekund maar da zeggen wij nie he. | |||
informant | Nee gewillen of gekunne. | |||
veldwerker | [v=028] Kan u nog eens vertale. Zeg mij eens wie dat ze had kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a=n] Zegt eens wie ze ha kunne roepe. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
En kan u ook zegge zegt u eens wie dasse haai kunne roepe?
da se |
|||
informant | [a=j] Wie da ze ha kunne roepe ja. [/a] | Antwoord behoorlijk onverstaanbaar door gehoest hulpinterviewer maar volgens mij kan zin toch voorkomen (alsnog als 'a=j' getranscribeerd). | tagging | |
veldwerker | [v=029] Kan u nog eens vertale. Zeg mij eens wie of ze haai kunne roepe. [/v] | |||
informant | Zeg eens wie ze haai kunne roepe. | tagging | ||
veldwerker | En nu is de vraag of daar nog of tusse kan staan. Dus dan zouwet worde zeg eens wie of ze haai kunne roepe. | |||
informant | Ja zeg eens wie ze of haai kunne roepe. | tagging | ||
veldwerker | Wie of ze haai kunne roepe. | tagging | ||
informant | [a=j] Ja kan wel. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=030] En kan deze dan zeg mij eens wie of dasse haai kunne roepe. [/v]
da se |
|||
informant |
Zeg men eens wie dasse of haai kunne roepe.
da se |
|||
veldwerker |
Wie of dasse haai kunne roepe?
da se |
|||
veldwerker |
Ik weet nie wie of dasse haai kunne roepe.
da se |
|||
informant | Nee. | |||
informant | Wie of ze haai kunne roepe. | |||
informant |
[a=n] Zegt eens wie ze of haai kunne roepe. Wie zof haai kunne roepe. [/a]
z of |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Ja tis zoon beetje een twijfelgeval.
t is |
|||
veldwerker | [v=035] Kan u nog eens vertale. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan kan zich dat verhaal wel herinnere. [/a] | |||
veldwerker | En zegt u dan Jan kan zich dat verhaal nog wel herinnere of zegt u Jan kan zen eige da verhaal nog wel herinnere. | |||
hulpinterviewer | Zen eige. | |||
informant | [a] Nee zen eige nie. Kan zen eige da verhaal nog wel herinnere ja. Ik denk het wel. [/a] | Informant zegt eerst dat 'zen eige' niet kan, maar komt hier vrijwel gelijk op terug: het kan wel. | ||
informant |
[a] kan zich nie dat is nie kan zeneige da verhaal nog wel herinnere [/a]
zen eige |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En Jan schaamt zich. Hoe zouwu da vertale innet Gils? [/v]
zou u in et |
|||
informant | [a] Jan schaamt zen eige. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Zen eige weer. [/a] | |||
informant | Nie zich. | |||
hulpinterviewer | Zich da zegge wij nie. Zen eige. Of der eige. | |||
veldwerker | [v=038] Kan u nog eens vertale. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant |
[a] Dhee geen spijker bij hum. [/a]
d hee |
|||
veldwerker | [v] En kan u ook zegge deen he geen spijkers bij? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja je hee geen spijker bij da kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Maar wij zeggen altijd bij hum hoor. [/a] | |||
informant | Ja bij hum ja. | |||
hulpinterviewer |
Bij me ist dan he. En bij der. En bij me. En bij hum.
is t |
|||
veldwerker | [v=053] Kan u nog eens vertale. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders wille. [/v] | |||
informant |
[a] Ak zuinig leef dan leef ik net as os ouwe lui. [/a]
a k |
tagging | ||
veldwerker | [v=057] Kan u nog eens vertale. Als zij zo gevaarlijk leeft dan leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Asse zo hard leeft dan leefse nie lang meer. [/a]
as se leef se |
tagging | ||
veldwerker |
[v=070] Kan u nog eens vertale. Als Pieter en Liesje innet paradijs leve dan leve wij in de hel. [/v]
in et |
|||
informant |
[a] As die en die int paradijs leve dan leve wij in de hel. [/a]
in t |
tagging | ||
veldwerker | [v=071] Kan u nog eens vertale. Als we sober leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant | [a] As we sober leve leve we gelukkig. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=073] Kan u nog eens vertale. Leef wat minder bekrompen kindere. [/v] | |||
veldwerker | Je kan ook van make leef wat minder losbandig kindere. | |||
informant | [a] Leeft wa minder losbandig. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Leef nie zo losbandig. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=082] Dan isser het zinnetje ik vin dat iedereen zwemme kunne moet. [/v]
is er |
|||
informant |
[a=n] Nee da zegge wij zo nie. Moet kunne zwemme. Kvind iedereen moet kunne zwemme. [/a]
k vind |
tagging | ||
veldwerker | Ben u et daarmee eens? Want u zei die is zeker nie goed maar eventueel zou die wel nog kunne. | |||
hulpinterviewer | Welke? | |||
veldwerker | Die ik vin dat iedereen zwemme kunne moet. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee da heb ik misschien gezegd maar da bedoel ik helemaal nie. [/a] | |||
veldwerker | Dus die is helemaal slecht? | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
veldwerker | [v=084] Ik vin dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Zwemme moet kunne nie. [/a] | |||
veldwerker | Want die vond u nog wel kunne. | |||
hulpinterviewer |
[a=g] Des zou dan nog kunne. Zou kunne maar iedereen moet kunne zwemme zo isset. [/a]
is et |
|||
informant | [a=g] Ik vinde ik vin iedereen moet kunne zwemme. [/a] | |||
veldwerker | En ik vin da iedereen zwemme moet kunne? | |||
informant | Nee. | |||
hulpinterviewer | Da nie zo. | |||
veldwerker | Een beetje wel? | |||
hulpinterviewer |
Ja tis beter as de ander.
t is |
'De ander' is 082. | ||
veldwerker | Is beter as de vorige? Oke ik ga der twee naast elkaar zegge en u moet zegge of ze even slecht zijn of nie. Ik vind dat iedereen zwemme kunne moet. Ik vin dat iedereen zwemme moet kunne. | |||
informant | Ja dan tweede. | Dus 084 is minder slecht. | ||
veldwerker | [v=132] Kan u nog eens vertale. Ik denk dat Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
informant | [a] Ik denk da Marie hum zal moete roepe. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=140] Kan u nog eens vertale zitte hier nergens geen muize? [/v] | |||
informant | [a=j] Zitte hier nergens geen muize? [/a] | tagging | ||
veldwerker | U had daarnet vertaald zitte hier ergens muize. | |||
hulpinterviewer | [a=j] Wij zegge toch meest nergens geen muize. [/a] | |||
veldwerker |
[v=148] Kan u innet Gils eens vertale. Iedereen is geen vakman. [/v]
in et |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Alleman is geen vakman. [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Iedereeen is gene vakman. [/a] | |||
informant | [a=j] Iedereen kent zijne stijl nie even goed. [/a] | |||
veldwerker | Want als u zegt iedereen kent zijne stijl nie even goed wat betekent dat dan? | |||
informant | Hij kent zen vak nie even goed. | |||
veldwerker | [v=156] Wa vindt u van de zin Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebbe gemaakt. [/v] | |||
informant | [a=n][a=g] Gemaak moet hebbe. Nie hebbe gemaak maar gemaak moet hebbe. [/a] | |||
veldwerker | Gemaak moet hebbe is de beste? | |||
informant | Ja. | |||
veldwerker |
Want die moet hebbe gemaakt is die echt helemaal slecht int Gils of kan dat eventueel?
in t |
|||
informant | Dat je die wagen moet hebbe gemaakt? Gemaakt moet hebbe. | |||
hulpinterviewer | Zegge wij nie zo he. Gemaak moet hebbe. | |||
veldwerker |
Maar u had gemaakt moet hebbe maar u had gezegd deze kan ook wel das de tweede beste.
da s |
|||
hulpinterviewer |
De tweede beste wel maar nie dattie dan echt Gils is.
dat ie |
|||
veldwerker | [v=157] Ja want dan hebbe we nog Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja die tweede en gemaakt moet hebbe is goed. [/a] | |||
veldwerker | En nu ga ik er terug twee naast elkaar zette en dan moet u zegge wat u of ze even slecht zijn. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebbe gemaakt. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebbe. | |||
informant |
Dant eerste.
dan t |
|||
veldwerker |
[v=188] Kan u nog eens vertale. Heb je genoeg mense om hooi vannet land te hale. [/v]
van et |
|||
informant |
[a] Hej genoeg mense om hooi van de wei te hale. [/a]
he j |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En kun u dan ook zegge heddu genoeg volk veur hooi te laaie. [/v]
he du |
|||
informant |
[a=j] Ja hedde genoeg volk voor hooi te laaie. [/a]
he de |
tagging | ||
veldwerker | [v=189] Vertale. Het was aardig van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant | [a] Da was aardig van Jannen om te kome werke. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En kan u dan ook zegge het was aardig van Jan te kome werke. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee te kome werke. Om te kome. [/a] | |||
veldwerker | Om moet er bij. | |||
informant | Ja. | |||
veldwerker | [v] En wa vindt u van et was aardig van Jan om kome te werke. [/v] | |||
informant |
[a=n] Da was aardig vannum om kome te werke. Nee da zegge wij zo nie. [/a]
van um |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=198] We hadde daarnet de zin hij kan toch staan te mauwe. Kunne we dan ook zegge hij kan toch staan mauwe. [/v] | |||
informant | [a] Ja hij kan toch staan mauwen ook ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=246] Doet Marie elkenavond danse. [/v]
elke n avond |
|||
informant | [a=n] Doet zegge wij nie he. [/a] | |||
veldwerker |
Zegt u danst Marie elkenavond?
elke avond |
|||
informant | Ja. | |||
veldwerker |
Omdat u een beetje aant twijfele was daarnet.
aan t |
|||
informant |
[a=j] Dan zegge wij doe Marie iederenavond danse? [/a]
iedere n avond |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Doe Marie iederenavond danse. Da wordt wel gezei maar wij zegge toch veul van danst Marie elkenavond. [/a]
iedere avond elke avond |
tagging | ||
informant | Ja maar niet doet he doe dan he. | |||
veldwerker | [v=245] En de kindere doen hier nie voetballe. [/v] | |||
informant | [a=j] De kindere doen hier nie voetballe of voetballen hier nie. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Maar u kan ze wel alletwee zegge? | |||
informant | Ja de kindere doen hier nie voetballe. | |||
veldwerker | [v=249] Wa vindt u van de jongen die zen moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a=n] De jongen woar de moeder gisteren van hertrouwd is stond achter men. [/a] | tagging | ||
veldwerker | En kan u zegge de jongen die zen moeder gisteren hertrouwd is? | |||
informant | Nee zen moeder. Nee nie die. | |||
veldwerker | [v=250] Wa vindt u van de bank doar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a=n] De bank woar ze op zate was pas geverfd. [/a] | |||
veldwerker | De bank doar ze op zate. | |||
informant | Nee woar ze op zate. | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Of de bank woar ze op zate of de bank doar zop zate. Ik denk dasse alletwee. [/a]
z op da se |
|||
informant |
[a=j] De bank doar zop zate kan ook ja. De bank doar zop zate was pas geverf. [/a]
z op |
tagging | ||
veldwerker | [v] En wa vindt u van de bank woar op ze zate was pas geverfd. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Da wordt ook geze ja. [/a] | |||
informant | [a=j] Ja kan ook. [/a] | |||
veldwerker | [v] En wa vindt u van de bank doar op ze zate was pas geverfd. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik vinnet dan minder. Woar zop zate of doar zop zate. [/a]
vin et z op |
|||
informant | [a=n] Ja. [/a] | |||
veldwerker |
[v=317] Marie al haar koeie zijn verdronke bij de overstroming. U had daar vertaald alle koeie van Marie zijn verdronke bij de overstroming. Betekent da da Marie al haar koeie zijn verdronke nie voor komt int Gils? [/v]
in t |
|||
informant | [a=n] Nee nee al haar koeie niet nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=329] Wa vindt u van de zin ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik geloof dasse die jongen allemaal wel aardig vinde. [/a]
da se |
|||
veldwerker | [v=339] Kan u nog eens vertale. Ik vin dat jij het niet zien mag. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik vin da gij het niet moog zien. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zien mag zegge wij nie. [/a] | |||
informant | Nee zien mag zegge we nie. | |||
veldwerker | [v=353] Kan u gewoon eens vertale. Wil je nog koffie Jan? Ja. [/v] | |||
informant | [a=n] Wil nog koffie Jan? Gaarne. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=355] Kan u eens vertale. Hebbe ze gegete? Ja. [/v] | |||
informant | [a=n] Hebbe ze gegete? [/a] | Element dat instemming - bijvoorbeeld 'ja' - moet aanduiden ontbreekt in deze vertaling maar dat is niet erg omdat tijdens het interview al gebleken was dat de zin met 'Jaanze' niet kon. | tagging | |
hulpinterviewer | Wij zegge geete. Eigenlijk in Gils wordt nie gegete gezei. | |||
veldwerker |
[v=372] Kan u nog eens vertale. Dat is de man die ik denk dattet verhaal heeft verteld. [/v]
dat et |
|||
informant |
[a] Das de man wo van ik denk dattie da verhaal verteld hee. [/a]
da s dat ie |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En zou u kunne zegge das de man dak denk dat verhaal verteld he? [/v]
da s da k dat t |
|||
hulpinterviewer |
[a=j] Dattik denk kan ook he. [/a]
dat ik |
tagging | ||
informant |
[a=j] Ja daddik denk. [/a]
dad ik |
tagging | ||
veldwerker |
[v=373] En daddis de man die ik denk dat ze geroepe hebbe? [/v]
dad is |
|||
informant |
[a] Das de man diek denk dasse ze geroepen hebbe. Das die mens diek denk dasse geroepen hebbe. [/a]
da s die k da se da s die k da se |
tagging | ||
veldwerker |
[v=387] Als iemand vraagt wanneer zal de wereldvrede kome dan hadde we als antwoord nooit nie denk. [/v]
denk k |
|||
hulpinterviewer |
Of nooit denk.
denk k |
|||
informant | Of nooit. | |||
veldwerker |
Kan die denk echt nie weg? Dus as iemand vraagt wanneer zal de wereldvrede kome? Kan je dan zegge nooit nie?
denk k |
|||
hulpinterviewer |
Nooit nie daddis nogal krachtig uit gedrukt. Wij zeggen een beetje nou ik denk van nooit.
dad is |
|||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Ik denk van nooit. | |||
veldwerker | En als u nu heel kwaad bent dus iemand vraagt wanneer ga je mij nog eens helpe? En u bent heel kwaad u zeg nooit nie. | |||
hulpinterviewer | Van ze leve nie. | |||
informant |
[a=j] Dan nooit nie. Nooit nie. Dan nooit nie ja. Aste dan kwaad zou zijn. [/a]
as te |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Aste kwaad bent dan mogte wel wat straffere taal.
as te |
|||
veldwerker | [v=485] As iemand vraagt zal ik koke? Kan je dan zegge dat doe maar? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja dat doe maar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Ik zou zegge doet da maar. [/a] | |||
hulpinterviewer | Of kan alletwee. | |||
informant |
Ja tkan alletwee.
t kan |
|||
informant |
Doet da maar meer gebruikelijk maar dander kan ook nog wel.
d ander |
|||
hulpinterviewer | Ja. | |||
veldwerker | Doet da maar is beste en dat doe maar kan ook? | |||
informant | [a=j] Ja dat doe maar. [/a] | |||
veldwerker | [v=495] Wa vindt u van de zin ik denk da je veel zou weg moete gooie. [/v] | |||
informant |
[a=n] Zou weg moete gooie daddis niet nee. [/a]
dad is |
|||
informant | [a=g] Da ge weg zou moete gooie. [/a] | Hier geeft informant toch ook de eerste zin spontaan als meest gebruikelijke zin! (tijdens het interview koos hij in eerste instantie voor zin 3). | tagging | |
veldwerker | [v=262] Kan u nog eens vertale. Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant |
[a=n] Wie denke dak in de stad gezien he. [/a]
denk e da k |
tagging | ||
veldwerker |
[v] Nu zegt u wie denkde dak in de stad gezien heb. Kan u ook zegge wie denkde wie dak in de stad gezien heb? [/v]
denk de da k |
|||
informant |
[a=j] Ja wie denkde wie dak in de stad gezien heb. [/a]
denk de da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=265] Hoe denk je hoe ze dat hebbe op gelost. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hoe denkde dasset hebbe op gelos. [/a]
denk de da se t |
|||
veldwerker |
[v] Hoe denkde hoe dasset op gelost hebbe? [/v]
denk de da se t |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. Kan u da nog eens vertale? [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de deken naar der toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ik heb ook nog kunne geze naar der eige. [/a] | |||
informant |
[a] naar dereige ja [/a]
der eige |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Naar der eige toe kan ook nog. Naar der eige toe. [/a] | |||
veldwerker | [v] En zich? Naar zich toe? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee zich nie. [/a] | |||
informant | [a=n] Naar zich toe nee naar zich nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | Naar der toe. | |||
informant | Naar der toe. | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Naar der toe of naar der eige of naar der eige toe. [/a] | |||
veldwerker | [v=296] Zou hij dat gedaan hebbe gekund. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hebbe gekund nie. Zouwie da gedaan kunnen hebbe. [/a][/n]
zou ie |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
028 | Vertel mij eens wie dat zij had kunnen roepen | Komt deze zin met 'wie dat' voor? |
komt voor
: j |
055 | Als hij nog drie jaar leeft, leeft hij langer dan zijn vader | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
komt voor
: j opmerking: geen vervoeging |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
komt voor
: j vorm: als dat 1 en 1 2 is |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : j komt voor (2): j opmerking: vroeger werd dat veel meer gezegd dan nu |
247 | Doe het brood even snijden! |
komt voor
: j |
|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: n vorm: waarvan dat |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: n vorm: waarvan |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: waar dat ze op |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: daar ze op |
296 | Zou hij dat gedaan hebben gekund? | Vorm voltooid deelwoord: zie W25 |
komt voor
: n |
327 | Gaan haalt die bestelling nu maar op! |
komt voor
: n |
|
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: j |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: j |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n vorm: geen een |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
489 | Ik vind dat Jan beter de dokter kon geroepen hebben. |
komt voor
: n |
|
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n opmerking: in oude liedjes hoor je dat nog wel es, zegt inf, maar ik weet niet of dat dan ook de betekenis heeft van neg part. |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
: n |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
: n |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
723 | Weet je (gij) al dat je (gij) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n vorm: moogt |
724 | Weet je (gullie) al dat je (gullie) ook naar het feest mogen komen? | Subjectdubbeling na V: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 1); Subjectdubbeling na COMP: ja/ nee (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wij opmerking: heeft moeite met de betekenis van de zin, komt geen goede vertaling uit. |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
vorm: weette |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
vorm: weetste |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: ge weet opmerking: Nee (geen andere vormen mogelijk) |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: dat ge opmerking: Nee (geen andere vormen mogelijk) |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: bent opmerking: Nee (geen andere vormen mogelijk) |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: j vorm: hullie |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekare |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: em |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: aske dage leeft leef |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: alsiedere |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: als er soms opmerking: letterlijke vertaling wordt niet gegeven |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: k goa |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa k |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ge goat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaot e |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: ge goat |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: goat e |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ie goa |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat ie |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze goa |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa se |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t goa |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa get |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: we goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan we |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gullie goa |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaade gullie |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: k ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingde gij |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gongt |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gong ik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gongt |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gong hij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ie gong |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingde gij |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij gong |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gong t |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: t gong |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gong se |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wij gongen |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gongde gullie |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gullie gongt |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gongen wij |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze gongen |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gongen ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n opmerking: met dat |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n opmerking: moet kunnen zien |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: n vorm: aan het weggooien |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: z'n eigen |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: z'n eigen |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: z'n eigen |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: z'n eigen |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut