SAND-data Boxtel (K172p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03186) vertaling: Jan herinnert z'n eige de verhaal wel
opm.: reflexief: z'n eigen
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03186) vertaling: Marie en Piet zien mekaar vur de kerk
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03186) vertaling: Toon waast z'n eige
opm.: reflexief: z'n eigen
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03186) vertaling: de timmerman hi gi spijkers bij 'm
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03186) vertaling: Fons zaag 'n slang neeven 'm
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03186) vertaling: Erik liet men vur hum werke
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03186) vertaling: Johanna liet d'r eige meedrijve op de golven
opm.: reflexief: haar eigen
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03186) vertaling: Toon bekeek z'n eige us goed in de spiegel
opm.: reflexief: z'n eigen
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03186) vertaling: Jan hi in twee minuten n pilske gedronken
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03186) vertaling: dees schoen loopen hendig
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03186) vertaling: Eduard kent z'n eige goed
opm.: reflexief: z'n eigen
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03186) vertaling: Ward hi geheurd dettur foto's van hum in de etalage staon
opm.: reflexief: z'n eigen reflexief: hem
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03186) vertaling: Ward hi geheurd dettur foto's van hum in de etalage staon
opm.: reflexief: z'n eigen reflexief: hem
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03186) vertaling: Ward hi geheurd dettur foto's van z'n eige in de etalage staon
opm.: reflexief: z'n eigen reflexief: hem
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03186) vertaling: Ward hi geheurd dettur foto's van z'n eige in de etalage staon
opm.: reflexief: z'n eigen reflexief: hem
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03186) vertaling: die errepel schellen nie hendig
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03186) vertaling: dit glas brikt es 't op de grond valt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03186) vertaling: dokter, leef ik wel gezond genoeg
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03186) vertaling: al jaoren leeft hij van de erfenis van z'n vader
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03186) vertaling: deze week leeft zij op water en brood
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03186) vertaling: leef't nog?
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03186) vertaling: hoelang leefde gullie nou al van die erfenis
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03186) vertaling: in Bretagne leven ze vural van de visvangst
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03186) vertaling: nao t eten gao ik slaope
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03186) vertaling: zo'k de wel kunnen doen
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03186) vertaling: hij liet z'n huis afbreeke
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03186) vertaling: ik weet de Jan hard moet kunne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03186) vertaling: ik weet de Jan hard moet kunne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03186) vertaling: ik weet de Jan hard moet kunne werke
komt voor: j
gebr.: 5
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03186) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03186) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03186) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03186) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03186) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03186) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03186) komt voor: n
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03186) komt voor: n
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03186) komt voor: n
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03186) komt voor: n
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03186) komt voor: n
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03186) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03186) komt voor: n
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03186) komt voor: n
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03186) komt voor: n
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03186) gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03186) komt voor: n
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03186) komt voor: n
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03186) komt voor: n
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03186) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03186) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 4
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03186) komt voor: n
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03186) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03186) vertaling: Jan hi gin boek mer
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03186) vertaling: Jan hi gin boek mer
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03186) vertaling: boeken hi Jan nie
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03186) vertaling: Jan hi nie veul geld mer
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03186) vertaling: er mag niemand spreken over dit probleem
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03186) vertaling: er mag niemand spreken over dit probleem
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03186) vertaling: niemand zi de hij komt
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03186) vertaling: zitten hier erreges muize
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03186) vertaling: ik geef niks aan naander
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03186) vertaling: niemand wil werke
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03186) vertaling: wij wissen nie de hij thuis waar
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 03186) vertaling: ik wies t ok nie
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03186) vertaling: hij mag mi niemand spreken over dit probleem
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03186) vertaling: Jan wit de hij vur drie ure de waage moet hebben gemokt
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03186) komt voor: n
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03186) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03186) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03186) komt voor: n
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03186) vertaling: Marie durren auto is kapot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03186) vertaling: Marie durren auto is kapot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 03186) vertaling: Piets auto is kapot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03186) vertaling: Piet zunnen auto is kapot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03186) vertaling: dieje man zunnen auto is kapot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03186) vertaling: diejen auto is nie van men mer van hum
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03186) vertaling: de krant van giesteren lig onder de TV
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03186) vertaling: Jan is K's en K's brureke
opm.: genitief -'s
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03186) vertaling: die jongens d'r fietsen zen gestoole
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03186) vertaling: de moeder van die zusters is op bezoek
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03186) vertaling: diejen auto is van Wimme
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03186) vertaling: des Wim zunnen auto
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03186) vertaling: des Wim zunnen auto
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03186) vertaling: diejen auto is van Wimme
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03186) vertaling: die fiets is van men
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03186) vertaling: die fiets is van men
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03186) vertaling: de is min fiets
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03186) vertaling: de is min fiets
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03186) vertaling: hij mag me niemand over dit probleem spreke
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03186) vertaling: ik wil niemand kwesten
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03186) vertaling: 't is jammer de wij ni meuge komme
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03186) vertaling: de gao ik nie doen
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03186) vertaling: ik heb nie gewerkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03186) vertaling: hij haggut nog mer net verteld of M begon te schreeuwe
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03186) vertaling: gao die bestelling nou mer ophale
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03186) vertaling: hij werkt nie
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03186) vertaling: ik verbied oe um hier te komme
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03186) vertaling: Jan verhinderde de we M belde
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03186) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03186) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03186) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03186) fragment: om (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03186) fragment: (2)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03186) fragment: om te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: zo (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: zo (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: zo (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: zo (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: zo (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: zo (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03186) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03186) fragment: te (2)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03186) fragment: als (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03186) fragment: als dat (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03186) fragment: als dat (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03186) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03186) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03186) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03186) fragment: tegenover (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03186) fragment: tegenover (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03186) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03186) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03186) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03186) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03186) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03186) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03186) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03186) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03186) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03186) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03186) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03186) fragment: dan (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03186) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03186) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03186) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03186) fragment: (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03186) fragment: (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 03186) fragment: (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03186) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03186) fragment: alsof (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03186) fragment: of (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03186) vertaling: ik weet de gullie op niemand kwaod bent
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03186) vertaling: ik weet de zij nerreges gruts op is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03186) vertaling: Els denk de t nie hendig is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03186) vertaling: ik weet de ik te laot ben en gij nie
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03186) vertaling: ge wit toch de ge werke moet en ikke nie
opm.: subjectdubbeling 1.ev.
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03186) vertaling: iedereen denkt de wij noa huis gaon en de hullie nog meuge blijve
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03186) vertaling: t is jammer de hij komt en de zij weggoa
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03186) vertaling: ik denk de L ziek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03186) vertaling: ik denk da P en L gaon trouwe
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03186) vertaling: de doet ie
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03186) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03186) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03186) komt voor: n
229 (y01(ii)) A: Hij zal niet komen B: Hij/'t (en) doet (inf. 03186) vertaling: de doet ie
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03186) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03186) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03186) komt voor: n
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03186) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03186) komt voor: j
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03186) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03186) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03186) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03186) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03186) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03186) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03186) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03186) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03186) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03186) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03186) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03186) komt voor: n
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03186) fragment: van wie de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03186) fragment: waarvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03186) fragment: waarvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03186) fragment: van wie de (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03186) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03186) komt voor: n
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03186) komt voor: n
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03186) fragment: wat (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03186) fragment: wat (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03186) fragment: iets wat (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03186) fragment: iets wat (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03186) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03186) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03186) fragment: alwaar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03186) fragment: alwaar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03186) fragment: waar (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03186) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03186) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03186) fragment: toen (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03186) fragment: toen (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03186) fragment: wat (1)
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03186) fragment: wat (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03186) fragment: hij die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03186) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03186) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03186) fragment: hij die (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03186) vertaling: wie denkte de ik in de stad heb ontmoet
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03186) vertaling: hoe denken jullie de ze de hebben opgelost
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03186) vertaling: hoe denkte de ze de hebben opgelost
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03186) vertaling: M wit nie de wij willen bellen
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03186) vertaling: wit er iemand wie wij geroepen hebben
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03186) vertaling: wie denkte de ik in de stad heb ontmoet
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03186) vertaling: wie denkte de ik in de stad heb ontmoet
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03186) vertaling: hij hi z'n haand gewaasse
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03186) vertaling: hij hi z'n hemd gewaasse
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03186) vertaling: hij hi unnen hoed op zunne kop
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03186) vertaling: hij hi unne vlek op z'n hemd
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03186) vertaling: hij hi z'n been gebrooke
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03186) vertaling: ze hi d'r eige pijn gedaon
opm.: reflexief: haar eigen
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03186) vertaling: M trok de deken nao zich toe
opm.: reflexief: zich
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03186) vertaling: L wit detter foto's van hemzelf te koop zen
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03186) vertaling: ge herinnert oe eige toch wel de we toen dur de bos zen geloope
opm.: reflexief: je eigen
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03186) vertaling: ik herinner me de d'n auto van Marie kupot waar
opm.: reflexief: me
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03186) vertaling: ze herinnert zich de hij es un verreke zaat te eete
opm.: reflexief: zich
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03186) vertaling: wij herinneren ons wel de al Jan z'n boeken gestolen waren, mer hullie herinneren zich de nie
opm.: reflexief: ons reflexief: zich
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03186) vertaling: herinnerde gullie oe nog de we Jan op de mert hebben gezien
opm.: reflexief: je
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03186) vertaling: hij hi z'n eige n ongeluk gewerkt
opm.: reflexief: z'n eigen
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03186) vertaling: hij vuulde z'n eige dur t ijs zakke
opm.: reflexief: z'n eigen
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03186) vertaling:
opm.: kan me geen enkele zin voorstellen
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03186) fragment: gekund (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03186) fragment: gedaon (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03186) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03186) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03186) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03186) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03186) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03186) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03186) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03186) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03186) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03186) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03186) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03186) vertaling: we moeten naar de schuur en voeieren de koeien
komt voor: j
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03186) vertaling: we moeten naar de schuur en voeieren de koeien
komt voor: j
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03186) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03186) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03186) vertaling: ik denk hij is weg
komt voor: j
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03186) vertaling: ik denk hij is weg
komt voor: j
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03186) vertaling: ik dettie weg is
komt voor: j
opm.: dav
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03186) vertaling: ik dettie weg is
komt voor: j
opm.: dav
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03186) vertaling: ik weet hij is weg
komt voor: j
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03186) vertaling: ik weet hij is weg
komt voor: j
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03186) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03186) komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03186) komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03186) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03186) vertaling: ik heb al de eerste drie sommen gemakt. dewelke hedde gij gemakt?
komt voor: j
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03186) vertaling: ik heb al de eerste drie sommen gemakt. dewelke hedde gij gemakt?
komt voor: j
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03186) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03186) vertaling: de zulke zo'k nie durven opeete
komt voor: j
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03186) vertaling: de zulke zo'k nie durven opeete
komt voor: j
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03186) vertaling: de die zo'k nie durven opeete
komt voor: j
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03186) vertaling: de die zo'k nie durven opeete
komt voor: j
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03186) komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03186) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03186) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03186) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03186) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03186) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03186) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03186) vertaling: in dieje tijd leefde ik erop los
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03186) vertaling: vruuger leefde hij es n biest
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03186) vertaling: daor leefden wij es g in F
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03186) vertaling: niemand mag t zien, dus ik vein de gij t ok nie meugt zien
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03186) vertaling: t gebeurde toen gij weggingt
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03186) vertaling: ik weet waor giij geboren bent
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03186) vertaling: nou ge klaor bent, meugde gaon
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03186) vertaling: durde M gesturven waar, hi heure man A nie mir kunnen helpen
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03186) vertaling: ik weet de hij is gaon zwemme
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03186) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03186) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 3
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 3
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03186) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03186) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03186) vertaling: ja ikke
komt voor: j
opm.: dav
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03186) vertaling: ja ikke
komt voor: j
opm.: dav
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03186) komt voor: n
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03186) komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03186) komt voor: n
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03186) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03186) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03186) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03186) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03186) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03186) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03186) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03186) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03186) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03186) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03186) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03186) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: over wie (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: over wie (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03186) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03186) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03186) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03186) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03186) fragment: dat hij (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: van wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: over wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: over wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: van wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: over wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: van wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: over wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: van wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03186) fragment: dat (2)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03186) fragment: waarmee (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03186) fragment: waarmee (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03186) fragment: met wie (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03186) fragment: met wie (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03186) fragment: wie (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03186) komt voor: n
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03186) fragment: wat (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03186) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03186) fragment: wat (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03186) fragment: al wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03186) fragment: al wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03186) fragment: al wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03186) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03186) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03186) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03186) fragment: hij die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03186) fragment: hij die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03186) fragment: hij die (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03186) fragment: van wie de (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03186) vertaling: P denkt de j en M op niemand nie kaod zen
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03186) vertaling: P denkt de j en M op niemand nie kaod zen
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03186) vertaling: Wim? denkt de we nooit niemand unne prijs geeve
betekenis: geen negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03186) vertaling: Wim? denkt de we nooit niemand unne prijs geeve
betekenis: geen negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03186) vertaling: t is waor de ze nie mi M meuge praote
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03186) vertaling: t is waor de ze nie mi M meuge praote
betekenis: negatie > modaal
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03186) vertaling: nerregus
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03186) vertaling: gin mens
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03186) vertaling: noit ofte nimmer
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03186) vertaling: niks nie
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03186) vertaling: gin ??n
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03186) vertaling: zeg nie teege hum de ik nao buiten geweest ben
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03186) vertaling: nie vertelle de ge un kado vur hum het gekocht , hoor
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03186) vertaling: witte ge nie de hij is gevalle
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03186) vertaling: Wendy probeerde um gin mens pijn te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03186) vertaling: t schijnt de ze niks mag eete
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03186) vertaling: ze schijnt niks te meugen eete
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03186) vertaling: ze proberen al hil den dag um mekaar op te belle
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03186) vertaling: t belooft wir unne mooien dag te worre
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03186) vertaling: t is misschien beter um nog efkes te wochte
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03186) vertaling: we han t geluk hum direct terug te veine
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03186) vertaling: es de kiepen unne valk zien zen ze bang
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03186) vertaling: es we de errepul nie kunne verkope, zitten we in de problemen
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03186) vertaling: es gullie hum nie meenimt wor ik kaod
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03186) vertaling: hij wies ut
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03186) vertaling: op dit feest wordt veul gedanst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03186) vertaling: nou wordt er alleen nog mar brood verkocht in dieje winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03186) vertaling: es hij mi de fiets komt, zal ie wel loat zen
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03186) vertaling: as ge tijd het, kom dan us unne keer langs
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03186) vertaling: es ik rijk ben, koop ik unnen dure auto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03186) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03186) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03186) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03186) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03186) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03186) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03186) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03186) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03186) komt voor: j
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03186) komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: M i gezeed de gij geprobeerd het um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: Marie hee gezeed de gij het geprobeerd um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: Marie hee gezeed de gij geprobeerd het um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: M i gezeed de gij het geprobeerd um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: Marie hee gezeed de gij geprobeerd het um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: M i gezeed de gij het geprobeerd um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: M i gezeed de gij geprobeerd het um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: Marie hee gezeed de gij het geprobeerd um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: Marie hee gezeed de gij geprobeerd het um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: M i gezeed de gij geprobeerd het um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: Marie hee gezeed de gij het geprobeerd um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: Marie hee gezeed de gij geprobeerd het um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: M i gezeed de gij het geprobeerd um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: M i gezeed de gij geprobeerd het um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: Marie hee gezeed de gij het geprobeerd um n liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03186) vertaling: M i gezeed de gij het geprobeerd um n liedje te zingen
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03186) vertaling: Marie hi gezeed de gij geprobeerd het um heur n boek te geve
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03186) komt voor: n
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03186) komt voor: n
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03186) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03186) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03186) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03186) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03186) vertaling: die van de stad die hebben hier veul huizen gebouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03186) vertaling: aon die nieuwe vaart daor ziede gin mens mir
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03186) vertaling: gisteren is Jan hier geweest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03186) vertaling: den dag de Jan belde waar ik nie thuis
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03186) vertaling: Jef, die zo ik nooit uitnodigen
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03186) vertaling: Marie,die zo zoiets noit doen
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03186) vertaling: Bert, die drinkt wel us n gleske te veul
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03186) vertaling: Martha, die zou ik wel es be men thuis willen uitnodigen
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03186) vertaling: de huis, de zo ik noit willen koope
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03186) vertaling: de huis, de stao daor al vijfteg jaor
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03186) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03186) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03186) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03186) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03186) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03186) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03186) komt voor: n
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03186) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03186) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03186) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03186) vertaling: hi Gunther gebeld
473 (z11b) En pas op! (inf. 03186) vertaling: pas op
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03186) vertaling: t waar mer net genoeg
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03186) vertaling: M hi nou meer koeien dan ze vruuger ha
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03186) vertaling: es S ha kunne komme dan ha ze de gedaon
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03186) vertaling: zij is den beste dokter die ik keb
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03186) vertaling: vur ge iets weggooit moete urst efkens belle
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03186) vertaling: hier is alles we ik gekregen heb
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03186) vertaling: Jan is te gierig um iets aon z'n keindere te geeve
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03186) vertaling: net of ge iets van voetballe wit
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03186) vertaling: leg de boek nir
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03186) vertaling: es ge echt nie kunt wochten dan kom mer
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03186) vertaling: ik weet de Jan den dokter ha kunne roepen
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03186) vertaling: ik weet de Jan den dokter kon geroepen hebben
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03186) vertaling: hij zin de ik 't ha moeten doen
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03186) vertaling: hij zin de ik 't moes hebbe gedaon
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03186) vertaling: hij is vurrige week dur dokter M geopereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03186) vertaling: hij wordt merrege dur dokter M geopereerd
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03186) vertaling: ik denk dat je veel weg zou moeten gooien
positie: 1,3
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03186) vertaling: ik denk dat je veel weg zou moeten gooien
positie: 1,3
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03186) positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03186) vertaling: hij is alle kapotte spullen aan het weggooien
positie: 1,2
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03186) vertaling: hij is alle kapotte spullen aan het weggooien
positie: 1,2
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03186) positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03186) positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03186) positie: 1
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03186) fragment: door (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03186) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03186) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03186) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03186) komt voor: n
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03186) vertaling: R hi inne gruunen appel weggegeven en nou hittie nog twee rooie
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03186) vertaling: d'r waren veul m?ensen op t feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03186) vertaling: waren er veul mensen op t feest
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03186) vertaling: we vur boeken hedde gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03186) vertaling: we vur boeken hedde gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03186) vertaling: we hedde vur boeken gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03186) vertaling: we hedde vur boeken gekocht
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03186) vertaling: hij wont be Marietje
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03186) vertaling: hij wont be Wimme
opm.: twijfelgeval thuisnaamval op eigennaam 3.ev.mann.
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03186) vertaling: lop efkes nao d'n bekker, Wim
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03186) vertaling: we hedde gezien
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03186) vertaling: wie hi jou gezien
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03186) vertaling: ha ik de geweete dan ha'k t nie gedaon
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03186) vertaling: t zo beter zen um nog efkes te wochte
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03186) vertaling: gelukkig ha Jan d'n dokter gebeld en die waar er al heel gauw
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03186) vertaling: lop nou toch dur, vervelende jong
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03186) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 3
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03186) komt voor: j
gebr.: 3
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03186) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03186) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03186) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03186) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03186) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Boxtel

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Boxtel