SAND-data Klaaswaal (K087p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03169) vertaling: Jan kan dat verhaal nog wel voor hem trekken
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03169) vertaling: Marie en Piet zien mekaar voor de kerk
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03169) vertaling: Toon wast z'n aaige
opm.: reflexief: z'n eigen
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03169) vertaling: D'n tummerman heb geen spijkers bij um
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03169) vertaling: Fons die zag een slang neffen um
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03169) vertaling: Erik lieme werke voor um
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03169) vertaling: Johanna lieter aaige meedrijve op te golleve
opm.: reflexief: haar eigen
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03169) vertaling: Toon die bekeek z'n aaige is goed in de spiegel
opm.: reflexief: z'n eigen
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03169) vertaling: Jan die heb in twee minute een biertje uitgedronke
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03169) vertaling: Deuze schoene loope makkelijk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03169) vertaling: Eduard die ken z'n aige goed
opm.: reflexief: z'n eigen
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03169) vertaling: Ward die heb gehoord dat d'r portrette vannum in de etalage staan
opm.: reflexief: hem
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03169) vertaling: Die errepels schille nie makkelijk
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03169) vertaling: Dut glas dat breekt as ut op de grond valt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03169) vertaling: Dokter, leef ik wel gezond genog?
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03169) vertaling: Al jaere leeftie van de erfenis van z'n vader
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03169) vertaling: Deuze week leef ze op water en brood
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03169) vertaling: leef ut nog?
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03169) vertaling: hoelang leve jullie noou al van die erfenis?
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03169) vertaling: In Bretagne leve ze vooral van de visvangst
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03169) vertaling: Nae 't ete gaa'k slaepe
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03169) vertaling: Zou ik dat wel kenne doen?
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03169) vertaling: Hij liet z'n huis ofbreke
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03169) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03169) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03169) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03169) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03169) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 1
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 1
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03169) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03169) komt voor: n
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 1
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 1
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03169) komt voor: n
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03169) komt voor: n
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 3
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 3
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03169) komt voor: n
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03169) komt voor: n
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 3
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 3
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03169) komt voor: n
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03169) komt voor: n
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 3
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 3
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03169) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03169) komt voor: n
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 3
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 3
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03169) komt voor: n
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03169) komt voor: n
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 1
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 1
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03169) komt voor: n
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03169) komt voor: n
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03169) komt voor: n
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03169) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03169) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 5
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03169) komt voor: n
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03169) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03169) vertaling: Jan heb geeneen boek meer
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03169) vertaling: Jan heb glad geen boek meer
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03169) vertaling: Jan heb glad geen boek meer
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03169) vertaling: Jan heb geeneen boek meer
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03169) vertaling: Jan heb geeneen boek meer
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03169) vertaling: Boeken heb jan geeneen
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03169) vertaling: Jan heb nie veul geld meer
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03169) vertaling: Er mag geen mens wat zegge over dut prebleem
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03169) vertaling: Er mag geen mens wat zegge over dut prebleem
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03169) vertaling: Geen mens zegt dattie zel komme
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03169) vertaling: Zitte hier nerregus geen muize
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03169) vertaling: Ik geef niks an een ander
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03169) vertaling: Geen mens wil werreke
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03169) vertaling: Wij wisse niet dattie thuis was
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 03169) vertaling: Ik wisset ok niet
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03169) vertaling: Hij mag met geen mens prate over dat probleem
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03169) vertaling: Jan die weet dattie voor drie uur de wage gemaakt mot hebbe
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 2
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 2
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03169) komt voor: n
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03169) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03169) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03169) komt voor: n
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03169) vertaling: Merie-e auto is kapot
opm.: andere possesieve uitgang
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03169) vertaling: Marie d'r aut o is kapot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 03169) vertaling: Piette auto is kapot
opm.: andere possesieve uitgang
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03169) vertaling: Piet z'n auto is kapot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 03169) vertaling: Die man z'n auto is kapot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03169) vertaling: Die man z'n auto is kapot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03169) vertaling: Dien auto is niet van mijn, maar van zijn
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03169) vertaling: De krant van gisteren leg onder de TV
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03169) vertaling: Jan is Karliene en Kristiene d'r broertie
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03169) vertaling: Die jonges d'r fietse zijn gestole
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03169) vertaling: Die zusse d'r moeder is op bezoek
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03169) vertaling: Dien auto is van Wimme
opm.: ander genitief suffix
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03169) vertaling: Die fiets is van mijn
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03169) vertaling: Hij mag met geen mens prate over dat probleem
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03169) vertaling: Ik wil geen mens kwetsen
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03169) vertaling: Het is jammer damme niet magge komme
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03169) vertaling: Dat ga'k nie doen
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03169) vertaling: Ik henniet gewerkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03169) vertaling: Hij hettut nog op z'n best verteld of Marie begon te huile
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03169) vertaling: Gaat die bestelling nou maar ophale
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03169) vertaling: Hij werkt niet
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03169) vertaling: Ik verbied je om hier te komme
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03169) vertaling: Jan verhinderde damme Marie-e-belde
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: 1 die 2 kunnen (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: 1 om 2 te (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: 1 die 2 kunnen (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: 1 om 2 te (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: 1 die 2 kunnen (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: 1 om 2 te (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: 1 om 2 te (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: 1 die 2 kunnen (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03169) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: voor het (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: voor het (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: voor het (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: voor het (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03169) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03169) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03169) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03169) fragment: om te kunnen (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03169) fragment: om te kunnen (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03169) fragment: dan (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: weer (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: zullen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: weer (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: zullen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: weer (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: zullen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: weer (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: zullen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03169) fragment: dat we (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03169) fragment: als dat (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03169) fragment: als (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03169) fragment: als (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03169) fragment: als dat (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03169) fragment: dan (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03169) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03169) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03169) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03169) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03169) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03169) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03169) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03169) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03169) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03169) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03169) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03169) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03169) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03169) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03169) fragment: als (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03169) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03169) fragment: te (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 03169) komt voor: n
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03169) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03169) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03169) fragment: alsof (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03169) fragment: alsof (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03169) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03169) fragment: of dat (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03169) vertaling: Ik weet dan jullie op geen mens boos zijn
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03169) vertaling: Ik weet dasse nergus trots op is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03169) vertaling: Els die denkt dattet niet makkelijk is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03169) vertaling: Ik weet da'k te laet bin en jij niet
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03169) vertaling: Je weet toch dajje werke mot en ik niet
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03169) vertaling: Iedereen dekt damme naer huis gaan en dan zijn nog magge blive
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03169) vertaling: t Is jammer dat hij komt en da-sij weggaat
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03169) vertaling: Ik gloof dat Lisa mankerende is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03169) vertaling: Ik gloof dat Pieter en Liesje gaan trouwe
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03169) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03169) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03169) komt voor: n
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03169) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03169) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03169) komt voor: n
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 03169) vertaling: Wat doetie
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 03169) vertaling: Hij doetet
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 03169) vertaling: Hij doetet
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 03169) vertaling: Wat doetie
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03169) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03169) komt voor: j
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03169) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03169) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03169) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03169) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03169) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03169) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03169) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03169) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03169) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03169) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03169) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03169) komt voor: n
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03169) fragment: waarvan zijn (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03169) fragment: waarvan zijn (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03169) fragment: waarvan zijn (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03169) fragment: die zijn (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03169) fragment: die zijn (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03169) fragment: die zijn (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03169) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03169) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03169) fragment: wiens (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03169) fragment: daar (1)
opm.: Twijfelgeval voegwoord en voegwoordvervoeging
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03169) fragment: daar (1)
opm.: Twijfelgeval voegwoord en voegwoordvervoeging
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03169) fragment: daar (1)
opm.: Twijfelgeval voegwoord en voegwoordvervoeging
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03169) fragment: waar (1)
opm.: Twijfelgeval voegwoord en voegwoordvervoeging
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03169) fragment: waar (1)
opm.: Twijfelgeval voegwoord en voegwoordvervoeging
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03169) fragment: waar (1)
opm.: Twijfelgeval voegwoord en voegwoordvervoeging
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03169) fragment: waer dan (1)
opm.: Twijfelgeval voegwoord en voegwoordvervoeging
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03169) fragment: waer dan (1)
opm.: Twijfelgeval voegwoord en voegwoordvervoeging
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03169) fragment: waer dan (1)
opm.: Twijfelgeval voegwoord en voegwoordvervoeging
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03169) komt voor: n
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03169) komt voor: n
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03169) fragment: omdattet (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03169) fragment: omdattet (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03169) fragment: omdattet (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03169) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03169) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03169) fragment: daar waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03169) fragment: daar waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03169) fragment: waar (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03169) fragment: waarop (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03169) fragment: waarop (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03169) fragment: waarop (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03169) fragment: toen (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03169) fragment: toen (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03169) fragment: toen (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03169) fragment: hetgeen (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03169) fragment: hetgeen (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03169) fragment: hetgeen (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03169) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03169) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03169) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03169) fragment: die (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03169) vertaling: Wie denkie da'k in de stad tege kwam?
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03169) vertaling: Wat denke jullie hoe danze 't opgelos hebbe?
opm.: voegwoordvervoeging na 'dat' + 3pl
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03169) vertaling: Hoe denkie danze 't opgelost hebbe?
opm.: voegwoordvervoeging na 'dat' + 3pl
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03169) vertaling: Magda weet niet wie damme wille belle
opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03169) vertaling: Weet iemand wie of damme gerope hebbe?
opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03169) vertaling: WIe denkie da'k in de stad tege kwam?
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03169) vertaling: WIe denkie da'k in de stad tege kwam?
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03169) vertaling: Hij heb sun hande gewasse
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03169) vertaling: Hij hessun hande gewasse
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03169) vertaling: Hij hessun hande gewasse
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03169) vertaling: Hij heb sun hande gewasse
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03169) vertaling: Hij heb sun hemd gewasse
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03169) vertaling: Hij heb un hoed op sun hood
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03169) vertaling: Hij heb eenvlek op sun hempt
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03169) vertaling: Hij hessun been gebroke
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03169) vertaling: Ze hetter aaige zeer gedaen
opm.: reflexief: haar eigen
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03169) vertaling: Marie trok tun deke naer d'r aaige toe
opm.: reflexief: haar eigen
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03169) vertaling: Luc die weet dat tur petrette van z'n aaige te koop zijn
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03169) vertaling: Je weet toch nog wel damme deur dat bos heen zijn geloope?
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03169) vertaling: Ik weet nog dattun outo van Merie-e kuppot waas
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03169) vertaling: Zij weet nog dattie as een verreke zat te ete
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03169) vertaling: Wij wete nog wel dan al Janne boeke waere gestole maar zij wete dur niks meer van
opm.: twijfelgeval X-'zijn'-N-possessief, naamval op X
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03169) vertaling: Kenne jullie je aaige nog herinneren damme Janne op te mart hebbe gezien
opm.: reflexief: je eigen
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03169) vertaling: Hij heb zun aaige een ongeluk gewerkt
opm.: reflexief: z'n eigen
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03169) vertaling: Hij voelde zun aaige deur het ijs heen zakke
opm.: reflexief: z'n eigen
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03169) vertaling: Zou hij dat doen gekend hebbe
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03169) vertaling: Zou hij dat doen, vroeger gekend hebbe?
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03169) vertaling: Zou hij dat doen, vroeger gekend hebbe?
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03169) vertaling: Zou hij dat doen gekend hebbe
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03169) fragment: gekend (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03169) fragment: gedaen (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 3
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 3
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03169) komt voor: n
gebr.: 1
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03169) vertaling: We motte naer de schuur om de koeie te voer
komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03169) vertaling: We motte naer de schuur om de koeie te voer
komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03169) vertaling: Ze kwamme angewandeld
komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03169) vertaling: Ze kwamme angewandeld
komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03169) vertaling: Ik denk dattie weg is
komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03169) vertaling: Ik denk dattie weg is
komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03169) vertaling: ik denk : "hij is weg."
komt voor: j
opm.: directe rede
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03169) vertaling: ik denk : "hij is weg."
komt voor: j
opm.: directe rede
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03169) vertaling: Ik denk dattie weg is
komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03169) vertaling: Ik denk dattie weg is
komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03169) vertaling: Ik denk dattie weg is
komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03169) vertaling: Ik denk dattie weg is
komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03169) vertaling: De pliesse zou bij hem kommen ennum meeneme
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03169) vertaling: Al Marie-e koeien zijn verdronken bij de voerstroming
komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03169) vertaling: Al Marie-e koeien zijn verdronken bij de voerstroming
komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03169) vertaling: Kaas maken daar weet ik niks vanaf
komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03169) vertaling: Kaas maken daar weet ik niks vanaf
komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03169) vertaling: Met jan ben ik mee naar de markt geweest
komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03169) vertaling: Met jan ben ik mee naar de markt geweest
komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03169) vertaling: Welke heb jij gemaakt?
komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03169) vertaling: Welke heb jij gemaakt?
komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03169) vertaling: Waffere hejje weggebrocht
komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03169) vertaling: Waffere hejje weggebrocht
komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03169) vertaling: Zukke zou ik niet durreve ete
komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03169) vertaling: Zukke zou ik niet durreve ete
komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03169) vertaling: Die zou ik niet durve opete
komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03169) vertaling: Die zou ik niet durve opete
komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03169) vertaling: Ik weet dat jan naar de markt geweest is
komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03169) vertaling: Ik weet dat jan naar de markt geweest is
komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03169) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03169) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03169) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03169) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03169) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03169) vertaling: Ga jenae huis, denk?
komt voor: j
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03169) vertaling: Ga jenae huis, denk?
komt voor: j
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03169) vertaling: In dien tijd leefden ik t'r op los
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03169) vertaling: Vroeger leefdenie as een beest
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03169) vertaling: Daer levende wij as god in Frankrijk
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03169) vertaling: Geen mens mag het zien, dus ik vingt da jij 't ok nie mag zien
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03169) vertaling: Het gebeurde toen je wegging
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03169) vertaling: Ik weet waerie gebore bin
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03169) vertaling: Nou -ie klaar bin, maggie gaan
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03169) vertaling: Deurdat murrie overleje was hetter man Anna's niet meer kenne hellepe
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03169) vertaling: Ik weet dattie is gaan zwemme
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03169) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03169) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 4
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 4
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03169) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03169) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03169) vertaling: Ja zeker
komt voor: j
opm.: mogelijk vraag verkeerd begrepen: vertaald naar Nederlands
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03169) vertaling: Ja zeker
komt voor: j
opm.: mogelijk vraag verkeerd begrepen: vertaald naar Nederlands
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03169) vertaling: welja
komt voor: j
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03169) vertaling: welja
komt voor: j
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03169) komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03169) vertaling: Ja zeker
komt voor: j
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03169) vertaling: Ja zeker
komt voor: j
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03169) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03169) vertaling: Me zukke weer kenje nie veul doen
komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03169) vertaling: Me zukke weer kenje nie veul doen
komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03169) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03169) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03169) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03169) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03169) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03169) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03169) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03169) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03169) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03169) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03169) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: dat die (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: dat die (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: dat die (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03169) fragment: dat die (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03169) fragment: aan wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03169) fragment: toen (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03169) fragment: toen (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03169) fragment: aan wie (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03169) fragment: waarmee (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03169) fragment: waarmee (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03169) fragment: met wie (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03169) fragment: met wie (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03169) fragment: wie (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03169) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03169) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03169) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03169) fragment: (2)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03169) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03169) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03169) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03169) fragment: die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03169) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03169) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03169) fragment: die (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03169) fragment: wier (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03169) fragment: wier (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03169) fragment: wier (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03169) fragment: wies (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03169) fragment: wies (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03169) fragment: wies (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03169) fragment: an wie d'r (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03169) fragment: an wie d'r (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03169) fragment: an wie d'r (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03169) vertaling: Piet denkt dat Jan en marie op geen mens boos binne
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03169) vertaling: Wim denkt damme nooit geen mens een prijs geve
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03169) vertaling: Wim denkt damme nooit geen mens een prijs geve
betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03169) vertaling: Het is waer danze niet met Marieje magge prate
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03169) vertaling: Het is waer danze niet met Marieje magge prate
betekenis: negatie > modaal
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03169) vertaling: nerges
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03169) vertaling: geen mens
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03169) vertaling: nooit
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03169) vertaling: as kersemus en pasen op een dag valle
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03169) vertaling: as kersemus en pasen op een dag valle
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03169) vertaling: nooit
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03169) vertaling: onmogelijk
opm.: dav
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03169) vertaling: De beeste die droog staan
opm.: dav
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03169) vertaling: Zeg niet tegenum da'k nae buite geweest bin
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03169) vertaling: Nie zegge dajje een kedoo veoor um gekucht heb, hoor!
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03169) vertaling: Weetjie niet dattie is gevalle?
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03169) vertaling: Wendy perbeerde om geen mens zeer te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03169) vertaling: t Schijnt dasse niks mag ete
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03169) vertaling: Ze schijnt niks te magge ete
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03169) vertaling: Ze perbere den helen dag al om mekaar op te belle
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03169) vertaling: t Beloof weer een mooien dag te worre
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03169) vertaling: t Is beschie beter om nog eefies te wachte
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03169) vertaling: We hadden ut geluk emmum drek trug te vinge
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03169) vertaling: Azze de kippe een valk zien, zijn ze benauwd
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03169) vertaling: Azzeme de errepels nie kenne verkoope, dan zitte me in de probleme
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03169) vertaling: As jullie um nie meeneme, dan wor ik kwaad
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03169) vertaling: Hij wisset
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03169) vertaling: Op tut feest worter veul gedanse
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03169) vertaling: Nou worter allenig nog maar brood verkocht in die winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03169) vertaling: Astie mette fiets komt, zel die wel laet zijn
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03169) vertaling: Azzie tijd heb, mojje nogges een keertie langs kumme
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03169) vertaling: Azzik rijk bin, koop ik een duren ooto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03169) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03169) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03169) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03169) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03169) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03169) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03169) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03169) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03169) komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03169) komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03169) vertaling: marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt om een liedje te zingen
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03169) vertaling: Merie heb gezaaid dajij heb geperbeerd om d'r een boek te geve
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03169) komt voor: n
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03169) komt voor: n
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03169) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03169) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03169) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03169) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03169) komt voor: n
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03169) vertaling: Die van de stad hebbe hier veul huize gebouwd
opm.: twijfelgeval subject linksdislocatie
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03169) vertaling: An de nieuwe vaart, daer zie je geen mens meer
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03169) vertaling: Gister is jan heir geweest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03169) vertaling: Op ten dag da Jan belde wazzuk nie thuis
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03169) vertaling: Jeffe ze'k nooit uitnoodige
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03169) vertaling: Marie die zou zoo-iets nooit doen
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03169) vertaling: Bert, die drinkt nogal is een glas te veul
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03169) vertaling: martha, die zou ik wellis bij mijn thuis uit wille noodige
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03169) vertaling: Dat huis, dat zou ik nooit wille koope
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03169) vertaling: Dat huis dat staat daer al vijftig jaer
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03169) komt voor: j
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03169) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03169) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03169) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03169) komt voor: j
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03169) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03169) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03169) komt voor: j
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03169) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03169) komt voor: n
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03169) komt voor: j
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03169) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03169) komt voor: j
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03169) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03169) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03169) vertaling: Heb Gunther gebeld?
473 (z11b) En pas op! (inf. 03169) vertaling: Kijk uit!
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03169) vertaling: t was maar amper goed genogt
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03169) vertaling: marjo heb nou meer koeien as dasse vroeger had
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03169) vertaling: As susanne kenne komme had, dan hasse't gedaen
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03169) vertaling: Zij is ten besten dokter die ik ken
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03169) vertaling: Voor dajje wat weggooit, mojje eve belle
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03169) vertaling: Hier is alles wa'k gekerge heb
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03169) vertaling: Jan is te hebberig om wat an z'n kindere te geve
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03169) vertaling: Ofda-jij wat van voetballe weet!
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03169) vertaling: Leg neer dat boek!
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03169) vertaling: Azzie echt niet ken wachte, komt dan maar
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03169) vertaling: Ik weet da Jan den dokter had kenne roepe
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03169) vertaling: Ik weet dat Jan den dokter gerope kon hebbe
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03169) vertaling: Hij zee da'k ut he motte doen
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03169) vertaling: Hij zee da'k ut gedaen mos hebbe
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03169) vertaling: Hij is vlede wek deur dokter Mertens geopereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03169) vertaling: Hij wor merrege deur dokter Mertens geopereerd
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03169) vertaling: Ik denk dajje veul weg zou motte gooie
positie: 1
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03169) vertaling: Ik denk dajje veul weg zou motte gooie
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03169) vertaling: 't Is dom om zukke dinge weg te gooie
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03169) vertaling: 't Is dom om zukke dinge weg te gooie
positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03169) vertaling: Hij is alle kapotte spulle an het weggooie
positie: 2
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03169) vertaling: Hij is alle kapotte spulle an het weggooie
positie: 2
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03169) vertaling: Ik ving dajje meer krant zou motte leze
positie: 1
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03169) vertaling: Ik ving dajje meer krant zou motte leze
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03169) vertaling: het is stom om in den donker krant te lezen
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03169) vertaling: het is stom om in den donker krant te lezen
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03169) vertaling: Hij is den heelen dag an het krant lezen
positie: 2
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03169) vertaling: Hij is den heelen dag an het krant lezen
positie: 2
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03169) fragment: door (1)
506 (z14d) Heb jij aan Jan gezien? (inf. 03169) fragment: soms (1)
510 (z14e) Heb jij aan mijn portefeuille gezien? (inf. 03169) fragment: misschien (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03169) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03169) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03169) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03169) komt voor: n
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03169) vertaling: Robert heb un groene appekl weggegeve en nou hettie d'r nog twee rooie
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03169) vertaling: D'r waere veul mense op ut feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03169) vertaling: Waere d'r veul mense op ut feest
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03169) vertaling: Waffore boeke hejje gekocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03169) vertaling: Wat hebbei voor boeke gekocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03169) vertaling: Wat hebbei voor boeke gekocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03169) vertaling: Waffore boeke hejje gekocht?
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03169) vertaling: Hij weunt bij Marietjie
opm.: twijfelgevall thuisnaamval
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03169) vertaling: Hij weunt bij Wimme
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03169) vertaling: Loop eve naer den bakker , Wim
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03169) vertaling: Wie hebbie gezien
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03169) vertaling: Wie hejjou gezien?
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03169) vertaling: Ha'k tat gewete dan akket nie gedaen
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03169) vertaling: t Zu beter zijn om nog eefies te wachte
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03169) vertaling: Gelukkig ha Jan den dokter gebeld en die was t'r al erg gauw
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03169) vertaling: Loop nou toch is deur, vervelende jonges!
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
opm.: met 'te'
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03169) komt voor: j
gebr.: 5
opm.: met 'te'
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03169) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03169) komt voor: n
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03169) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03169) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03169) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03169) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03169) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Klaaswaal

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Klaaswaal