SAND-data Ammerstol (K018a)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03148) vertaling: Jan herinnert zen eige dat verhaol wel
opm.: reflexief: z'n eigen
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03148) vertaling: Marie en Piet zien mekaor voor de kark
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03148) vertaling: Toon was zen eige
opm.: reflexief: z'n eigen
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03148) vertaling: De timmerman het gin speikers bai um
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03148) vertaling: Fons zag en slang naast um
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03148) vertaling: Erik liet mai voorrum warke
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03148) vertaling: Jehanna lietter meedraive op de golve
opm.: reflexief: haar
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03148) vertaling: Toon bekeek zen aige es goet in de spiegel
opm.: reflexief: z'n eigen
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03148) vertaling: Jan het en twei minute en biertie gedronke
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03148) vertaling: Deuze schoene lope makkelek
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03148) vertaling: Eduard kin zen aige goet
opm.: reflexief: z'n eigen
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03148) vertaling: Wart het gehoort datter foto's van hum in de etelaogie staen
opm.: reflexief: hem
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03148) vertaling: Die aerpels schille nie makkelek
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03148) vertaling: Dut glas breekt as et op de gront valt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03148) vertaling: Dokter leef ik wel gezond genog?
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03148) vertaling: Al jaere leeftie van de urfenis van zen vaoder
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03148) vertaling: Deuze weak leeft ze op waoter in brod
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03148) vertaling: Leeft et nog?
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03148) vertaling: Hoelang leve jullie nou al van die urfenis
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03148) vertaling: In Bretanje leve ze vooral van de visvangst
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03148) vertaling: Nae 't ete gae'k slaepe
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03148) vertaling: Zou'k da wel kinne doen?
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03148) vertaling: Hai liet zen huis afbreke
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03148) vertaling: Ik weet dat Jan hart mot kinne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03148) vertaling: Ik weet dat Jan hart mot kinne werke
komt voor: j
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03148) vertaling: Ik weet dat Jan hart mot kinne werke
komt voor: j
gebr.: 5
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03148) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03148) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03148) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03148) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03148) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03148) komt voor: n
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03148) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03148) komt voor: n
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03148) komt voor: n
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03148) komt voor: n
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03148) komt voor: n
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03148) komt voor: n
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03148) komt voor: n
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03148) komt voor: n
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03148) komt voor: n
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03148) komt voor: n
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03148) komt voor: n
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03148) komt voor: n
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03148) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03148) komt voor: n
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03148) komt voor: n
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03148) komt voor: n
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03148) komt voor: n
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03148) komt voor: n
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03148) komt voor: n
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03148) komt voor: n
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03148) komt voor: n
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03148) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03148) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03148) komt voor: n
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03148) komt voor: n
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03148) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03148) vertaling:
opm.: De zinnen van vraag 5 komen niet voor in dit dialect
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03148) vertaling: Jan weet dattie voor drie uur de waoge gemaokt mot hebbe
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 2
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 2
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03148) komt voor: n
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03148) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03148) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03148) komt voor: n
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03148) vertaling: Maries auto is kapot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03148) vertaling: Marie der auto is kepot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 03148) vertaling: Piets auto is kepot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03148) vertaling: Piet z'n auto is kepot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 03148) vertaling: Die man zen auto is kepot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03148) vertaling: Die man zen auto is kepot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03148) vertaling: die auto is nie van main maor van hum
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03148) vertaling: De krant van gistere legt onder de tv
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03148) vertaling: Jan is karolien en kristien der broertjie
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03148) vertaling: Die jongens der fietse zain gestole
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03148) vertaling: Die zusse der moeder is op bezoek
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03148) vertaling: Die auto is van Wumme
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03148) vertaling: Die fiets is van main
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03148) vertaling:
opm.: zinnen van vraag 8 komen niet voor in dit dialect
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03148) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03148) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03148) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03148) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03148) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03148) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03148) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03148) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03148) fragment: om te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03148) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03148) fragment: as (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03148) fragment: as (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03148) fragment: dan (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03148) fragment: te (2)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03148) fragment: as (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03148) fragment: as (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03148) fragment: as (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03148) fragment: as (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03148) fragment: as (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03148) fragment: te (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03148) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03148) fragment: of (1)
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03148) vertaling: Ik weet dak te laot bin en jai niet
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03148) vertaling: Je weet toch dat jai mot warke en ik (ikke) niet
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03148) vertaling: Ieereen dinkt dawe naer huis gaen en dat zai nog magge blaive
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03148) vertaling: t Is jammer dat hai komt en dat zai weggeet
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03148) vertaling: k dink da lisa ziek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03148) vertaling: k dink dat Pieter in Liessie gaen trouwe
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03148) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03148) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03148) komt voor: n
229 (y01(ii)) A: Hij zal niet komen B: Hij/'t (en) doet (inf. 03148) komt voor: n
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03148) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03148) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03148) komt voor: n
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03148) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03148) komt voor: j
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03148) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03148) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03148) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03148) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03148) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03148) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03148) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03148) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03148) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03148) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03148) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03148) komt voor: n
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03148) fragment: die zen (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03148) fragment: waer (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03148) fragment: waer (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03148) fragment: - (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03148) fragment: - (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03148) fragment: waer (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03148) komt voor: n
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03148) fragment: wat (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03148) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03148) fragment: waer (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03148) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03148) fragment: wat (1)
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03148) fragment: wat (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03148) fragment: wie (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03148) vertaling: Wat dink ie wiek in de stad ontmoet heb
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03148) vertaling: Wat dinke jullie hoe ze't hebbe opgelost
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03148) vertaling: hij het zen hande gewasse
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03148) vertaling: hei het zen himpt gewasse
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03148) vertaling: hei het en hoet op zen hooft
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03148) vertaling: Hei het en vlek op zen himpt
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03148) vertaling: hei het zen ben gebroke
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03148) vertaling: Ze het er zeer gedaen
opm.: reflexief: haar
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03148) vertaling: Merie trok et deke naer der toe
opm.: reflexief: haar
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03148) vertaling: Luc weet dat er foto van em zelf te koop zein
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03148) vertaling: Je weet toch wel dat we toen deur dat bos zijn heen gelope
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03148) vertaling: Ik weet nog wel dat de auto van Merie kepot was
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03148) vertaling: Ze weet nog wel dattie as en varke zat te ete
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03148) vertaling: We wete nog wel al jan zen boeke gestole, maer zei wete et niet meer
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03148) vertaling: Wete jullie nog dat we Jan op de mart gezien hebbe
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03148) vertaling: Hai het zich un ongeluk gewarkt
opm.: reflexief: zich
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03148) vertaling: Hai voelde zich deur t eis zakke
opm.: reflexief: zich
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03148) vertaling: Zou ie dat gedaen kinne hebbe
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03148) fragment: gekint (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03148) fragment: gedaen (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03148) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03148) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03148) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03148) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03148) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03148) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03148) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03148) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03148) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03148) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03148) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03148) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03148) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03148) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03148) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03148) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03148) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03148) komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03148) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03148) vertaling: Merie al der koei zain verdronke bai de overstroming
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03148) vertaling: Merie al der koei zain verdronke bai de overstroming
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03148) komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03148) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03148) vertaling: Ik heb al de eerste somme gemaokt. Welke heb jai gemaokt?
komt voor: j
opm.: dav
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03148) vertaling: Ik heb al de eerste somme gemaokt. Welke heb jai gemaokt?
komt voor: j
opm.: dav
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03148) vertaling: De waffere heb jai al weggebrocht?
komt voor: j
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03148) vertaling: De waffere heb jai al weggebrocht?
komt voor: j
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03148) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03148) vertaling: Den diee zou ik niet durve opete
komt voor: j
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03148) vertaling: Den diee zou ik niet durve opete
komt voor: j
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03148) komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03148) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03148) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03148) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03148) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03148) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03148) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03148) vertaling: In die taid leefde ik ter op los
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03148) vertaling: Vroeger leefde die as en beest
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03148) vertaling: Daer leefde we as god in Frankraik
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03148) vertaling: Niemand mag et zien, dus jai ok niet
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03148) vertaling: t gebeurde toen je wegging
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03148) vertaling: Ik weet waer je gebore bin
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03148) vertaling: nou je klaar bin maggie gaen
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03148) vertaling: deurdat merie gesturve was, het ter man Anne niet meer kinne helpe
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03148) vertaling: ik weet dattie is gaen zwemme
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03148) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03148) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 2
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 2
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03148) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03148) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03148) komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03148) komt voor: j
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03148) komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03148) vertaling: beljaot
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03148) vertaling: beljaot
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03148) vertaling: beljaot
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03148) vertaling: jaa
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03148) vertaling: jaa
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03148) vertaling: jaa
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03148) vertaling: jaat
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03148) vertaling: jaat
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03148) vertaling: jaat
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03148) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03148) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03148) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03148) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03148) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03148) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03148) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03148) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03148) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03148) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03148) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03148) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03148) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03148) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03148) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03148) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03148) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03148) fragment: dattie (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03148) komt voor: n
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03148) fragment: waer (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03148) fragment: wie (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03148) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03148) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03148) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03148) fragment: waar (1)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03148) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03148) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03148) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03148) fragment: wie (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03148) fragment: die der (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03148) vertaling: Piet dinkt da J. en M, op niemand boos zain
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03148) vertaling: Piet dinkt da J. en M, op niemand boos zain
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03148) vertaling: Wim dinkt da we nooit niemant en prais geve
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03148) vertaling: Wim dinkt da we nooit niemant en prais geve
betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03148) vertaling: 't waer da ze niet met Merie magge praote
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03148) vertaling: 't waer da ze niet met Merie magge praote
betekenis: negatie > modaal
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03148) vertaling: nerges
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03148) vertaling: niemant
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03148) vertaling: nooit
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03148) vertaling: niks
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03148) vertaling: Cin een
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03148) vertaling: Zeggem niet da'k naer buite geweest bin
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03148) vertaling: Nie vertelle daje en kado veurum gekocht heb hoor!
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03148) vertaling: Weet je niet dattie gevalle is?
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03148) vertaling: Wendy prebeerde niemand pain te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03148) vertaling: t Schaint dazze niks mag ete
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03148) vertaling: Ze schaint niks te magge ete
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03148) vertaling: ze prebere al de hele dag mekaor op te bellen
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03148) vertaling: t Belooft weer en mooie dag te worde
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03148) vertaling: 't Is meschien beter nog effe te wachte
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03148) vertaling: We hadde 't geluk (om) hum direkt trug te vinge
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03148) vertaling: As de kippe en valk zien, zain ze bang
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03148) vertaling: As we de aerepels ni kinne verkope, zitte we in de naorigheit
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03148) vertaling: As jullie hum ni meeneme work kwaet
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03148) vertaling: Hai wistet
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03148) vertaling: Op da feest wort er veul gedanst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03148) vertaling: Nou wort er alleen nog maor brood verkocht in die winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03148) vertaling: Astie met de fiets komt, zaldie wel laot zain
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03148) vertaling: Azzie tait het, kom dan is en kiertie langs
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03148) vertaling: Azzik raik bin, koop ik en dure auto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03148) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03148) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03148) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03148) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03148) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03148) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03148) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03148) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03148) komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03148) komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03148) vertaling: Merie het gezait da jai geprobeert het en liegie te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03148) vertaling: Merie het gezegt da jai geprebeerd het en liegie te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03148) vertaling: Merie het gezait da jai geprobeert het en liegie te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03148) vertaling: Merie het gezegt da jai geprebeerd het en liegie te zinge
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03148) komt voor: n
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03148) komt voor: n
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03148) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03148) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03148) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03148) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 3
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 3
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03148) vertaling: Die van de stad, die hebbe hier veul huize gebouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03148) vertaling: An die nuwe vaert, daer zie je gin mins meer
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03148) vertaling: Gistere is Jan hier geweest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03148) vertaling: De dag dat Jan belde was'k nie thuis
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03148) vertaling: Jef, die zou'k nooit uitnodige
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03148) vertaling: Merie die zou zoiets nooit doen
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03148) vertaling: Bert, die drinkt welles en glas te veul
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03148) vertaling: Martha, die zou'k wel is bai me thuis wulle uitnodege
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03148) vertaling: Dat huis, dat zou'k nooit wulle kope
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03148) vertaling: Dat huis, dat staet ter al faiftig jaer
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03148) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03148) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03148) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03148) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03148) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03148) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03148) komt voor: n
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03148) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03148) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03148) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03148) vertaling: Het Gunter gebelt
473 (z11b) En pas op! (inf. 03148) vertaling: kaik uit
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03148) vertaling: t was maor net goet genoeg
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03148) vertaling: Marje het nou meer koeje dan ze vroeger hat
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03148) vertaling: As susanne hat kinne komme, dan hat zet gedaen
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03148) vertaling: Ze is de beste dokter diek kin
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03148) vertaling: Veur je iets weggooit, moje eve belle
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03148) vertaling: Hier is alles wa'k gekrege heb
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03148) vertaling: Jan is te gierug om iets an zen kainders te geve
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03148) vertaling: Asof jai iets van voeballe weet
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03148) vertaling: leg neer da boek!
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03148) vertaling: Azzie echt nie kin wachte, dan kom je maor
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03148) vertaling: Azzie echt nie kin wachte, dan kom je maor
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03148) vertaling: Azzie echt nie kin wachte, kom dan maor
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03148) vertaling: Azzie echt nie kin wachte, kom dan maor
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03148) vertaling: Ik weet da Jan den dokter hat kinne roepe
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03148) vertaling: Ik weet da Jan den dokter geroepe kon hebbe
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03148) vertaling: Hai ze dak et hat motte doen
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03148) vertaling: Hai zee da ik het gedaen mos hebbe
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03148) vertaling: Hai is verleje week deur dokter M geopereert
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03148) vertaling: Hai wort marge deur dokter M geopereert
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03148) vertaling: k Dink daje veul weg zou motte gooie
positie: 1
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03148) vertaling: k Dink daje veul weg zou motte gooie
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03148) vertaling: t Is dom om zukke dure dinge weg te gooie
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03148) vertaling: t Is dom om zukke dure dinge weg te gooie
positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03148) vertaling: hai is alle kapotte spulle an 't weggooie
positie: 2
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03148) vertaling: hai is alle kapotte spulle an 't weggooie
positie: 2
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03148) vertaling: Ik vint daje vaoker de krant zou motte lieze
positie: 1
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03148) vertaling: Ik vint daje vaoker de krant zou motte lieze
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03148) vertaling: t Is dom om in 't donker de krant te leze
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03148) vertaling: t Is dom om in 't donker de krant te leze
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03148) vertaling: hai is de hele dag an t krant lezen
positie: 2
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03148) vertaling: hai is de hele dag an t krant lezen
positie: 2
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03148) fragment: deur (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03148) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03148) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03148) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03148) komt voor: n
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03148) vertaling: R het in groene appel weggegeve in nou hettie nog twee roje
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03148) vertaling: Der waer veul minse op et feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03148) vertaling: Waer der veul minse op et feest
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03148) vertaling: Waffer boeke hebie gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03148) vertaling: Waffer boeke hebie gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03148) vertaling: Wat heje veur boeke gekocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03148) vertaling: Wat heje veur boeke gekocht
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03148) vertaling: Hai weunt bai Mariechies
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03148) vertaling: Hai weunt bai Wumme
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03148) vertaling: Lop effe naer de bakker, Wum
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03148) vertaling: Wie heje gezien
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03148) vertaling: Wie het joe gezien?
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03148) vertaling: Azziek dat gewete hat, dan haddik t niet gedaen
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03148) vertaling: t Zou beter zain om nog eve te wachte
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03148) vertaling: Gelukkig hat jan den dokter gebelt, in die wes ter al gauw
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03148) vertaling: Lop nou toch deur, vervelende jonges
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
opm.: met 'te'
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 5
opm.: met 'te'
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03148) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 2
opm.: met 'te'
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03148) komt voor: j
gebr.: 2
opm.: met 'te'
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03148) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03148) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03148) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03148) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03148) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Ammerstol

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Ammerstol