SAND-data Ouderkerk aan den IJssel (K012p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03146) vertaling: Jan kin zich dat verhaal wel herinnere
opm.: reflexief: zich
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03146) vertaling: Marie en Piet zien mekaar voor de kerk
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03146) vertaling: Toon (uitspraak Ton als in voor) is zich an 't wasse
opm.: reflexief: zich
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03146) vertaling: De timmerman het gin spaikers bij 'm
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03146) vertaling: Fonns zag 'n slang neust 'm
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03146) vertaling: Erik liet me voor 'm werke
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03146) vertaling: Johanna liet d'r meedrijve op de golve
opm.: reflexief: haar
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03146) vertaling: Toon (als in voor) keek goed naer hum in de spiegel
opm.: reflexief: hem
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03146) vertaling: Jan het in twee (als in eerst) minute een biertie gedronke
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03146) vertaling: Deuze schoene lope (o als in voor) makkeluk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03146) vertaling: Eduard kin h'mzelf goed
opm.: reflexief: hemzelf
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03146) vertaling: Ward het gehoord datter fotoos van 'm in de etalagie staan
opm.: reflexief: hem
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03146) vertaling: Die aerpels schille niet makkeluk
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03146) vertaling: Dut glas breekt as 't op de grond valt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03146) vertaling: Dokter, leef ik wel gezond genog
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03146) vertaling: Al jare leeftie van de erfenis van z'n vader
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03146) vertaling: Deuze week leeft ze op water en broad (als in door)
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03146) vertaling: Leeft ut nog
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03146) vertaling: Hoelang leve jullie nou al van die erfenis
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03146) vertaling: In Bretagne leve ze veral van 't visse vange
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03146) vertaling: Na 't ete gaak slape (a als in ver)
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03146) vertaling: Zouk dat wel kinne doen
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03146) vertaling: Hij heeft z'n huis late afbreke
opm.: "late: a als in ver"
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03146) vertaling: Ik weet dat Jan hard mot kinne werke
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03146) vertaling: Ik weet dat Jan hard mot kinne werke
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03146) vertaling: Ik weet dat Jan hard mot kinne werke
komt voor: j
gebr.: 4
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03146) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03146) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03146) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03146) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03146) komt voor: n
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03146) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03146) komt voor: n
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03146) komt voor: n
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03146) komt voor: n
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03146) komt voor: n
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03146) komt voor: n
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03146) komt voor: n
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03146) komt voor: n
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03146) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03146) komt voor: n
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03146) komt voor: n
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03146) komt voor: n
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 2
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 2
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03146) komt voor: n
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03146) komt voor: n
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03146) komt voor: n
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03146) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03146) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03146) komt voor: n
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03146) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03146) vertaling: Jan heeft gien een boek meer
opm.: "uitspraak een: als in beer"
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03146) vertaling: Jan heeft gien een boek meer
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03146) vertaling: Boeken het Jan niet
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03146) vertaling: Jan het nie veul geld meer
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03146) vertaling: Er mag niemand over dut prebleem prate
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03146) vertaling: Er mag niemand over dut prebleem prate
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03146) vertaling: Niemand zegt dattie komt
opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging 3.ev.mann. pronomina
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03146) vertaling: Zitte hier erregus muize?
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03146) vertaling: Ik geef niks an 'n ander
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03146) vertaling: Niemand weel werke
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03146) vertaling: We wiste niet dattie thuis was
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 03146) vertaling: Ik wistut ok niet
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03146) vertaling: Hij mag over dut prebleem met niemand prate
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03146) vertaling: Jan weet dattie voor drie uur de wage gemaakt mot hebbe
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03146) komt voor: n
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03146) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03146) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03146) komt voor: j
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 4
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 4
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03146) vertaling: Maries auto is kepot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03146) vertaling: Marie d'r auto is kepot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 03146) vertaling: Piet's auto is kepot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03146) vertaling: Piet z'n auto is kepot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 03146) vertaling: Die man z'n auto is kepot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03146) vertaling: Die man z'n auto is kepot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03146) vertaling: Die auto is niet van mijn maar van hum
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03146) vertaling: De krant van gisteren legt onder de T.V.
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03146) vertaling: Jan is 't broertje van Karolien en Kristien
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03146) vertaling: Die jongens d'r fietse zijn gestole
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03146) vertaling: Die zusse d'r moeder is op visite
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03146) vertaling: Die auto is van Wim
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03146) vertaling: Die fiets is mijnes
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03146) vertaling: Over dat probleem mag hij met niemand prate
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03146) vertaling: Ik wul niemand zeer doen
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03146) vertaling: 't Is jammer dat wij niet magge komme
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03146) vertaling: Dat gaak niet doen
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03146) vertaling: 'k Heb niet gewerkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03146) vertaling: Hij had 't nog mar net verteld toen Marie al begon te huile/schrette
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03146) vertaling: Ga die bestelling nou maar ophale
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03146) vertaling: Hij werkt niet
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03146) vertaling: Ik wul niet dat je hier komt
opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t.
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03146) vertaling: Jan hield tege dat we Marie ginge belle
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03146) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03146) fragment: te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03146) fragment: om te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: wil (wil voor 2 weggestreept) (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: wil (wil voor 2 weggestreept) (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: wil (wil voor 2 weggestreept) (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: wil (wil voor 2 weggestreept) (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03146) fragment: dan (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: kunnen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: kunnen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: kunnen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: kunnen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: kunnen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: te kunnen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: te kunnen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: te kunnen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: te kunnen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: te kunnen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: te kunnen (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03146) fragment: kunnen (2)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03146) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03146) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03146) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03146) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03146) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03146) fragment: als (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03146) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03146) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03146) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03146) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03146) fragment: als (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03146) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03146) fragment: (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03146) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03146) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03146) fragment: (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 03146) fragment: 0 (daar tussen we en aankwamen) (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03146) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03146) fragment: (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03146) fragment: dat (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03146) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03146) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03146) fragment: dat (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03146) vertaling: Ik weet dat jullie op niemand boos zijn
opm.: "uitspraak boos als in door"
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03146) vertaling: Ik weet dat zij op niks groos is
opm.: "uitspraak groos als in door"
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03146) vertaling: Els dinkt dat ut niet makkeluk is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03146) vertaling: Ik weet dat uk te laet bin en jij niet
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03146) vertaling: Je weet toch wel dat jij mot werke en ikke niet
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03146) vertaling: Iedereen dinkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog magge blijve
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03146) vertaling: 't Is jammer dat hij komt en zij weg gaat
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03146) vertaling: Ik dink dat Lisa ziek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03146) vertaling: Ik dink dat Pieter en Liesje gaan trouwen
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 03146) vertaling: Hij doet 't
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03146) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03146) komt voor: j
betekenis: bevestigend
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03146) komt voor: j
betekenis: bevestigend
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03146) komt voor: n
229 (y01(ii)) A: Hij zal niet komen B: Hij/'t (en) doet (inf. 03146) vertaling: Hij doet 't niet
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03146) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03146) komt voor: j
betekenis: ontkennend
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03146) komt voor: j
betekenis: ontkennend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03146) komt voor: n
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 03146) vertaling: Ja, hij doet 't
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03146) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03146) komt voor: j
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03146) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03146) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03146) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03146) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03146) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03146) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03146) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03146) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03146) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03146) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03146) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03146) komt voor: n
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03146) fragment: die z'n (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03146) fragment: die z'n (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03146) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03146) fragment: wiens (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03146) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03146) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03146) fragment: - (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03146) fragment: - (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03146) fragment: waar (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03146) komt voor: j
fragment: waarop (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03146) komt voor: j
fragment: waarop (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03146) fragment: dat was (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03146) fragment: dat was (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03146) fragment: was (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03146) fragment: was (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03146) fragment: zoals (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03146) fragment: die (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03146) fragment: die (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03146) fragment: zoals (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03146) fragment: waar (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03146) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03146) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03146) fragment: waarop (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03146) fragment: waarop (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03146) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03146) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03146) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03146) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03146) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03146) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03146) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03146) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03146) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03146) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03146) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03146) fragment: die (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03146) vertaling: Wat dink je die/wie ik in de stad tegen kwam
opm.: D-woord voorop in bijzin
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03146) vertaling: Hoe dinken jullie dat ze 't hebbe opgelost
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03146) vertaling: Hoe dinken jullie dat ze 't hebbe opgelost
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03146) vertaling: Magda weet niet wie wij wulle opbelle
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03146) vertaling: Weet iemand wie wij geroepe hebbe
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03146) vertaling: Wie dink je, dat ik in de stad tegen kwam
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03146) vertaling: Wie dink je, dat ik in de stad tegen kwam
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03146) vertaling: Hij het z'n hande afgewasse
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03146) vertaling: Hij het z'n hemd gewasse
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03146) vertaling: Hij het een hoed op z'n hoofd
opm.: "uitspraak hoofd als in door"
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03146) vertaling: Hij het 'n vlek op z'n hemd
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03146) vertaling: Hij het z'n been gebroke
opm.: "uitspraakt been als in zeer"
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03146) vertaling: Zij het d'r pijn gedaan
opm.: "uitspraak gedaan: aa als in ver" reflexief: haar
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03146) vertaling: Marie trok de deken / het dek naar zich toe
opm.: reflexief: zich
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03146) vertaling: Luc weet dat 'r foto's vam 'm te koop zijn
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03146) vertaling: Je herinnert je toch wel, dat we toen door dat zijn gelope
opm.: reflexief: je
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03146) vertaling: Ik herinner me, dat de auto van Merie kepot was
opm.: reflexief: me
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03146) vertaling: Zij herinnert zich dattie as een varke zat te ete
opm.: reflexief: zich
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03146) vertaling: Wij wete nog wel, dat al Jan z'n boeke gestole zijn maar hij wet ut niet meer
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03146) vertaling: Wete jullie nog dat we Jan op de mart hebbe gezien
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03146) vertaling: Hij het zich 'n ongeluk gewerkt
opm.: reflexief: zich
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03146) vertaling: Hij voelde zich deur 't ijs zakke
opm.: reflexief: zich
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03146) vertaling: Zou hij dat hebben kinnen doen
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03146) vertaling: b
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03146) vertaling: b
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03146) vertaling: Zou hij dat hebben kinnen doen
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03146) fragment: kinne doen (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03146) fragment: kinne doen (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03146) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03146) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03146) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03146) vertaling: Ik dink dat hij weg is
komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03146) vertaling: Ik dink dat hij weg is
komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03146) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03146) vertaling: Ik weet dat hij weg is
komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03146) vertaling: Ik weet dat hij weg is
komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03146) vertaling: De politie zou bij 'm komme en 'm mee neme
komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03146) vertaling: De politie zou bij 'm komme en 'm mee neme
komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03146) vertaling: Al de koeien van Merie zijn ....
komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03146) vertaling: Al de koeien van Merie zijn ....
komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03146) vertaling: Van kaas (als in ver) make weet ik niets
komt voor: j
opm.: dav
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03146) vertaling: Van kaas (als in ver) make weet ik niets
komt voor: j
opm.: dav
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03146) vertaling: Met Jan bin ik naer de mart geweest
komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03146) vertaling: Met Jan bin ik naer de mart geweest
komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03146) vertaling: Ik heb de drie eerste somme gemaakt. Welke heb jij gemaakt? Alle drie de eerste somme
komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03146) vertaling: Ik heb de drie eerste somme gemaakt. Welke heb jij gemaakt? Alle drie de eerste somme
komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03146) vertaling: Waffore heb jij al mee gebrocht
komt voor: j
opm.: dav
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03146) vertaling: Waffore heb jij al mee gebrocht
komt voor: j
opm.: dav
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03146) vertaling: Ik zou die niet durve opete
komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03146) vertaling: Ik zou die niet durve opete
komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03146) vertaling: Die zou ik niet durve opete
komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03146) vertaling: Die zou ik niet durve opete
komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03146) vertaling: Ik weet dat Jan naar de mart geweest is
komt voor: j
opm.: dav
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03146) vertaling: Ik weet dat Jan naar de mart geweest is
komt voor: j
opm.: dav
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03146) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03146) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03146) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03146) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03146) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03146) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03146) vertaling: In die tijd leefde ik d'r op los
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03146) vertaling: Vroeger leefde hij as een beest (ee als in is)
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03146) vertaling: Daer leefden wij as God in Frankrijk
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03146) vertaling: Niemand mag ut zien, dus ik vind, dat jij 't ok niet mag zien
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03146) vertaling: 't Gebeurde toen jij wegging
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03146) vertaling: Ik weet waer je gebore ben
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03146) vertaling: Nou je klaar bent, mag je gaan
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03146) vertaling: Omdat Merie overlede was heeft d'r man Anna niet meer kunne helpe
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03146) vertaling: Ik weet dat hij is gaan zwemme
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03146) komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03146) komt voor: j
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03146) komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03146) komt voor: j
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03146) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03146) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03146) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03146) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03146) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03146) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03146) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03146) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03146) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03146) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03146) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03146) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: - (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: - (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: - (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: - (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: dat hij (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03146) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03146) fragment: (2)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03146) fragment: waar (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03146) fragment: wie (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03146) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03146) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03146) fragment: waar (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03146) fragment: waar (1)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03146) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03146) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03146) fragment: zoals (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03146) fragment: zoals (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03146) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03146) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03146) fragment: Wie (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03146) fragment: wier (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03146) fragment: die d'r (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03146) fragment: die d'r (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03146) fragment: wier (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03146) vertaling: Piet dinkt, dat Jan en Marie op niemand boos (oo als in door) zijn
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03146) vertaling: Piet dinkt, dat Jan en Marie op niemand boos (oo als in door) zijn
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03146) vertaling: Wim dinkt, dat we nooit iemand 'n prijs geve
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03146) vertaling: Wim dinkt, dat we nooit iemand 'n prijs geve
betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03146) vertaling: 't Is waer dat ze niet met Marie magge prate
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03146) vertaling: 't Is waer dat ze niet met Marie magge prate
betekenis: negatie > modaal
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03146) vertaling: nergus
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03146) vertaling: Teus het de auto mee genome
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03146) vertaling: 't Zel wel nooit vree in de wereld weze
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03146) vertaling: Weet ik niet
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03146) vertaling: De vorse koeie heeft tie gemolke
opm.: "vorse: pas gekalfd"
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03146) vertaling: Je mag 'm niet zegge dat ik buite geweest bin
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03146) vertaling: Niet vertelle dat je 'n cadeau voor 'm kocht, hor.
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03146) vertaling: weet je niet dattie gevalle is?
opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging 3.ev.mann.
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03146) vertaling: Wendy prebeerde niemand pijn te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03146) vertaling: Ze zou niets magge ete
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03146) vertaling: Ze zou niets magge ete
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03146) vertaling: Ze perbere de hele (e als in veer) dag al mekaar op te belle
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03146) vertaling: 't Belooft weer een mooie dag te worre
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03146) vertaling: meschien is 't beter nog effe te wachte
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03146) vertaling: We hadde 't geluk 'm drek terug te vinde
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03146) vertaling: As de kippe 'n valk zien, zijn ze bang
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03146) vertaling: As we de errepels niet kinne verkope zitte we in de prebleme
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03146) vertaling: As jullie 'm niet mee neme, word uk boos (als in voor)
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03146) vertaling: Hij wist ut
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03146) vertaling: Op dut feest (als in meer) wordt er veul gedaanst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03146) vertaling: Nou wordt er alleen (als in veer) nog mar brood verkocht in die winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03146) vertaling: As tie met de fietse komt zel die wel laet zijn
opm.: twijfelgeval voegwoordcongruentie 'als'
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03146) vertaling: As ie tijd het, kom dan us 'n keertie laangs
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03146) vertaling: As uk rijk bin, koop (als in voor) 'k 'n dure auto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03146) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03146) vertaling: Misschien ga'k (gaak) ut wel krijge
komt voor: j
opm.: dav
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03146) vertaling: Misschien ga'k (gaak) ut wel krijge
komt voor: j
opm.: dav
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03146) vertaling: Durruf jij d'r op te douwe
komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03146) vertaling: Durruf jij d'r op te douwe
komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03146) vertaling: Durruf jij 'm uit te nooie
komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03146) vertaling: Durruf jij 'm uit te nooie
komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03146) vertaling: Durruf jij ze uit te nooie
komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03146) vertaling: Durruf jij ze uit te nooie
komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03146) vertaling: Is Pol hier geweest?
komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03146) vertaling: Is Pol hier geweest?
komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03146) vertaling: Hoe het Pol dat opgelost
komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03146) vertaling: Hoe het Pol dat opgelost
komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03146) vertaling: He je me die brief opgestuurd
komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03146) vertaling: He je me die brief opgestuurd
komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03146) vertaling: Ik heb 't 'm gegeve
komt voor: j
opm.: dav
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03146) vertaling: Ik heb 't 'm gegeve
komt voor: j
opm.: dav
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03146) vertaling: Zij leeft op water en brood (als in door) deuze week
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03146) vertaling: Marie het gezegd dat jij heb geprebeerd 'n liedje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03146) vertaling: Marie het gezegd dat jij geperbeerd heb een liedje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03146) vertaling: Marie het gezegd dat jij heb geprebeerd 'n liedje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03146) vertaling: Marie het gezegd dat jij geperbeerd heb een liedje te zinge
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03146) vertaling: Marie het gezegd dat jij geperbeerd heb haar een boek te geve
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03146) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03146) gebr.: 4
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03146) vertaling: Die van de stad, die hebbe hier veul huize gebouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03146) vertaling: An die nieuwe vaert, daer zie je gien mens (lange e) meer
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03146) vertaling: Gisteru is Jan hier geweest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03146) vertaling: De dag dat Jan belde, was ik niet thuis
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03146) vertaling: Jef, die zou uk nooit uitnodige
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03146) vertaling: Marie zou zoiets nooit doen
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03146) vertaling: Bert drinkt wel 'ns 'n glas te veul
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03146) vertaling: Martha, die zouk wel ns bij me thuis wulle nooie
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03146) vertaling: Dat huis dat zouk nooit wulle kopen (o als in voor)
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03146) vertaling: Dat huis, dat staat daer al vijftig jaer
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03146) vertaling: Het Gunther gebeld?
473 (z11b) En pas op! (inf. 03146) vertaling: Uitkijke!
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03146) vertaling: Ut was mar net goed genog
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03146) vertaling: Marjo het nou meer keoie dan vroeger
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03146) vertaling: As Susannne had kunne komme dat had ze't gedaen
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03146) vertaling: Zij is de beste dokter die ik kin
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03146) vertaling: Voor je iet weggooit, mot je effe belle
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03146) vertaling: Hier is alles wat ik gekrege heb
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03146) vertaling: Jan is te gierig om iets aan z'n kindere te geve
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03146) vertaling: Asof jij iets van voeballe wet
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03146) vertaling: Leg neer dat boek
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03146) vertaling: As je echt niet kin wachte, kom dan mar
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03146) vertaling: Ik weet, dat Jan de dokter had kunne roepe
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03146) vertaling: Ik weet, dat Jan de dokter geroepe had kunne hebbe
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03146) vertaling: Hij zei, dat ik 't had motte doen
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03146) vertaling: Hij zei, dat ik 't gedaan mos hebbe
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03146) vertaling: Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03146) vertaling: Hij wordt marge door dokter Mertens geopereerd
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03146) vertaling: Ik dink dat je veul zou motte weggooie
positie: 1,3
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03146) vertaling: Ik dink dat je veul zou motte weggooie
positie: 1,3
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03146) vertaling: 't Is dom om zukke dure dingen weg te gooie
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03146) vertaling: 't Is dom om zukke dure dingen weg te gooie
positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03146) vertaling: Hij is al de kepotte spulle aan 't weggooie
positie: 2
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03146) vertaling: Hij is al de kepotte spulle aan 't weggooie
positie: 2
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03146) vertaling: Ik vind dat je meer de krant zou motte leze
positie: 1
opm.: met lidwoord ingevuld, ook in de vertaling
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03146) vertaling: Ik vind dat je meer de krant zou motte leze
positie: 1
opm.: met lidwoord ingevuld, ook in de vertaling
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03146) vertaling: "t Is dom om de krant in 't donker te leze
positie: 1
opm.: met lidwoord ingevuld, ook in de vertaling
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03146) vertaling: "t Is dom om de krant in 't donker te leze
positie: 1
opm.: met lidwoord ingevuld, ook in de vertaling
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03146) vertaling: Hij is de hele dag aan 't krant leze
positie: 1
opm.: met lidwoord ingevuld, zonder in vertaling
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03146) vertaling: Hij is de hele dag aan 't krant leze
positie: 1
opm.: met lidwoord ingevuld, zonder in vertaling
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03146) fragment: door (1)
507 (z14b) Ze hebben aan hem laten lachen (inf. 03146) fragment: -- (1)
508 (z14c) Ze hebben aan hem laten vallen omdat hij zijn werk niet goed deed (inf. 03146) fragment: - (1)
506 (z14d) Heb jij aan Jan gezien? (inf. 03146) fragment: - (1)
510 (z14e) Heb jij aan mijn portefeuille gezien? (inf. 03146) fragment: - (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03146) vertaling: Zo'n ding het ik nog nooit gezien
komt voor: n
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03146) vertaling: Zo'n ding het ik nog nooit gezien
komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03146) vertaling: Zo'n vrouw kin je beter maar niet tegenspreke
komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03146) vertaling: Zo'n vrouw kin je beter maar niet tegenspreke
komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03146) vertaling: Zo'n mens het altijd wat om over te klage
komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03146) vertaling: Zo'n mens het altijd wat om over te klage
komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03146) vertaling: Jij bin ok'n rare
komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03146) vertaling: Jij bin ok'n rare
komt voor: n
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03146) vertaling: Robert het ??n groene appel weg gegeve, nu het hij nog twee rooie
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03146) vertaling: D'r wazze veul mense op 't feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03146) vertaling: Wazze d'r veul mense op 't feest?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03146) vertaling: Wat voor boeke heb je gekocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03146) vertaling: Wat voor boeke heb je gekocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03146) vertaling: Wat --?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03146) vertaling: Wat --?
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03146) vertaling: Hij weunt bij Merietjie
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03146) vertaling: Hij weunt bij Wim (of Wimp)
opm.: twijfelgeval thuisnaamval op eigennaam 3.ev.mann.
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03146) vertaling: Loop effe naer de bakker Wim (oo als in goor)
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03146) vertaling: Wie he je gezien?
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03146) vertaling: Wie het jou gezien?
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03146) vertaling: As ik dat gewete had, had ik 't niet gedaen
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03146) vertaling: t Zou beter zijn nog effe te wachte
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03146) vertaling: Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was 'r erg gauw
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03146) vertaling: Loop (als in door) nou toch deur, verveulende jonges
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 4
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03146) komt voor: j
gebr.: 3
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03146) komt voor: n
gebr.: 1

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Ouderkerk aan den IJssel

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Ouderkerk aan den IJssel