SAND-data Eeklo (I158p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
035 (x01a) | Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03131) |
vertaling: Jan erinnerd em da nog wel opm.: reflexief: hem |
036 (x01b) | Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03131) |
vertaling: Marie en Piet zien mekaar aan de kerk |
037 (x01c) | Toon wast ... (inf. 03131) |
vertaling: Toon wast hem opm.: reflexief: hem |
038 (x01d) | De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03131) |
vertaling: Den temmerman ee geen nagels mee |
039 (x01e) | Fons zag een slang naast ... (inf. 03131) |
vertaling: Fons zag een slang neevest em opm.: reflexief: hem |
040 (x01f) | Erik liet mij voor zich werken (inf. 03131) |
vertaling: Erik liet mij voor em werken opm.: reflexief: hem |
041 (x01g) | Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03131) |
vertaling: Johanna liet eur meedrijven op de golvn opm.: reflexief: haar |
042 (x01h) | Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03131) |
vertaling: Toon keek ne keer goe naar em in de spiegel opm.: reflexief: hem |
043 (x01i) | Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03131) |
vertaling: Jan eed in twie menuten zijn pintje uitgedronken |
044 (x01j) | Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03131) |
vertaling: die schoenen zijn gemakkelijk |
045 (x01k) | Eduard kent zichzelf goed (inf. 03131) |
vertaling: Eduard ken zijn eigen goed opm.: reflexief: z'n eigen |
046 (x01l) | Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03131) |
vertaling: Ward ee g'hoord dat er foto's van hem in de etalage liggen opm.: reflexief: hem |
047 (x01m) | Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03131) |
vertaling: Die eirapels schellen niet goed |
884 (x01n) | Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03131) |
vertaling: da glas breek o 't op de grond valt |
052 (x02a) | Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03131) |
vertaling: dokteur, leef ek wel gezond genoeg |
054 (x02b) | Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03131) |
vertaling: al jaren leeft ij van 't geen dat ij va zijn vader gedeeld eet |
056 (x02c) | Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03131) |
vertaling: van de weke leeft zij op water en brood |
058 (x02d) | Leeft het nog? (inf. 03131) |
vertaling: leev et nog |
060 (x02e) | Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03131) |
vertaling: hoelange leefde gulder al van wat dade gedeeld et |
062 (x02f) | In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03131) |
vertaling: in Bretagne leven ze vooral van de visvangst |
064 (x02g) | Na het eten ga ik slapen (inf. 03131) |
vertaling: achter 't eten go 'k goan slapen |
065 (x02h) | Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03131) |
vertaling: zou 'k ik da wel keunen |
066 (x02i) | Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03131) |
vertaling: ij liet zijn uis afbreken |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03131) |
vertaling: ik weet da Jan hard moet keunen weirken komt voor: j gebr.: 5 |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03131) |
vertaling: ik weet da Jan hard moet keunen weirken komt voor: j gebr.: 5 |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03131) |
vertaling: ik weet da Jan hard moet keunen weirken komt voor: j gebr.: 5 |
076 (x03b) | Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03131) |
komt voor: n |
078 (x03c) | Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03131) |
komt voor: n |
079 (x03d) | Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03131) |
komt voor: n |
081 (x03e) | Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03131) |
komt voor: n |
083 (x03f) | Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03131) |
komt voor: n |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
880 (x04(iii)b) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03131) |
komt voor: n |
088 (x04(iii)c) | Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03131) |
komt voor: n |
089 (x04(iii)d) | Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03131) |
komt voor: n |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03131) |
komt voor: n |
093 (x04(iv)c) | Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
093 (x04(iv)c) | Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
094 (x04(iv)d) | Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03131) |
komt voor: n |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
096 (x04(ix)b) | Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03131) |
komt voor: n |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
098 (x04(ix)d) | Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03131) |
komt voor: n |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03131) |
komt voor: n |
102 (x04(v)c) | Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03131) |
komt voor: n |
103 (x04(v)d) | Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03131) |
komt voor: n |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03131) |
komt voor: n |
107 (x04(vi)c) | Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03131) |
komt voor: n |
110 (x04(vi)d) | Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03131) |
komt voor: n |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03131) |
komt voor: n |
114 (x04(vii)c) | Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
114 (x04(vii)c) | Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
115 (x04(vii)d) | Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03131) |
komt voor: n |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03131) |
komt voor: n |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
121 (x04(viii)d) | Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03131) |
komt voor: n |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
124 (x04(x)b) | Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03131) |
komt voor: n |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
126 (x04(x)d) | Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03131) |
komt voor: n |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03131) |
komt voor: n |
130 (x04(xi)c) | Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
130 (x04(xi)c) | Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
131 (x04(xi)d) | Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03131) |
komt voor: n |
133 (x05a) | Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03131) |
vertaling: Jan ee geeneenen boek ne mier |
135 (x05c) | Boeken heeft Jan geen (inf. 03131) |
vertaling: Boek ee Jan nie |
136 (x05d) | Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03131) |
vertaling: Jan en ee nie veel geld ne mier |
144 (x05e) | Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03131) |
vertaling: over da probleem en meug t'r niemand nie spreken |
140 (x05h) | Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03131) |
vertaling: zitten d'r ier nievers geen muizen |
143 (x05k) | Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03131) |
vertaling: wij ('n) wisten nie dat ij thuis was |
144a (x05l) | Ik wist het niet ook niet (inf. 03131) |
vertaling: 'k en wist 't ook nie |
145 (x05m) | Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03131) |
vertaling: ij meug mee niemand nie spreken over da probleem |
155 (x06) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03131) |
vertaling: Jan weet dat ij voor ten drijen den otto gemaakt moe'n en |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03131) |
komt voor: n |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
158 (x06c) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03131) |
komt voor: n |
159 (x06d) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03131) |
komt voor: n |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
161 (x06f) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03131) |
komt voor: n |
162 (x07a) | Maries auto is kapot (inf. 03131) |
vertaling: Maries s'n otto is kapot opm.: twijfelgeval: prenominale possessiee genitief '-s' of Marie z'n. |
164 (x07c) | Piets auto is kapot (inf. 03131) |
vertaling: Piets s'n is kapot |
165 (x07d) | Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03131) |
vertaling: Piets s'n otto is kapot |
167 (x07f) | Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03131) |
vertaling: diene vent zijnen otto is kapot |
168 (x07g) | Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03131) |
vertaling: dien otto is niet van mij maar van hem |
169 (x07h) | Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03131) |
vertaling: de gezette van gisteren ligd' onder den TV |
170 (x07i) | Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03131) |
vertaling: Jan is Karolien en Kristiens broerken opm.: genitief -'s |
171 (x07j) | Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03131) |
vertaling: De jongens ulderen velo is gestolen |
172 (x07k) | Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03131) |
vertaling: die zusterkens ulder moeder is op bezoek |
173 (x07l) | Die auto is Wims (inf. 03131) |
vertaling: da 's Wim zijnen otto |
174 (x07m) | Die fiets is mijns (inf. 03131) |
vertaling: da 's mijne velo |
178 (x08a) | Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03131) |
vertaling: ij mag met niemand nie spreek'n over da probleem |
179 (x08b) | Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03131) |
vertaling: 'k en wille nieman nie kwetsen |
184 (x08g) | Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03131) |
vertaling: goan alt die bestellinge nu maar op |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03131) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03131) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03131) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03131) |
fragment: te (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03131) |
komt voor: n |
190 (x09c) | Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03131) |
fragment: om te (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03131) |
fragment: as (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03131) |
fragment: as (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03131) |
fragment: (tan) (2) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03131) |
fragment: (tan) (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03131) |
fragment: (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03131) |
fragment: damme (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03131) |
fragment: damme (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03131) |
fragment: (2) |
193 (x09f) | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03131) |
fragment: of dat (1) |
194 (x09g) | Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03131) |
fragment: of (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03131) |
fragment: of ons (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03131) |
fragment: of wij (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03131) |
fragment: of wij (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03131) |
fragment: of ons (1) |
196 (x09i) | Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03131) |
fragment: of (1) |
197 (x09j) | Is Jan even oud als jij? (inf. 03131) |
fragment: of (1) |
199 (x09k) | Hij staat te zeuren (inf. 03131) |
fragment: te (1) |
201 (x09n) | Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03131) |
fragment: dat (1) |
202 (x09o) | Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03131) |
fragment: dat (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 03131) |
fragment: of dat (1) |
204 (x10a) | Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03131) |
vertaling: ik wete dae gulder op nieman (nie) kwaad zijt opm.: dubbele negatie |
205 (x10b) | Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03131) |
vertaling: 'k wete da z' op niet fier is |
206 (x10c) | Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03131) |
vertaling: Els peist da 't nie gemakkelijk is |
207 (x10d) | Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03131) |
vertaling: 'k wete da 'k ik te loate zij en gij nie |
208 (x10e) | Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03131) |
vertaling: ge weet toch dae gij moete wirken en ik nie |
209 (x10f) | Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03131) |
vertaling: iedereen peist damme wij naar uis gaan en dan zij nog mogen blijven |
210 (x10g) | Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03131) |
vertaling: 't is spijtig dat ij komt en da ze zij weggaat opm.: subjectdubbeling bijzin 3.ev.vrouw. in contrast |
211 (x10h) | Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03131) |
vertaling: ik peize da Lisa ziek is |
213 (x10i) | Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03131) |
vertaling: 'k peize da Pieter en Liesje gaan trouwen |
226 (y01(i)a) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03131) |
komt voor: j betekenis: ontkennend |
226 (y01(i)a) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03131) |
komt voor: j betekenis: ontkennend |
227 (y01(i)b) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03131) |
komt voor: n |
228 (y01(i)c) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03131) |
komt voor: n |
230 (y01(ii)a) | A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03131) |
komt voor: n |
231 (y01(ii)b) | A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03131) |
komt voor: n |
232 (y01(ii)c) | A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03131) |
komt voor: j betekenis: bevestigend |
232 (y01(ii)c) | A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03131) |
komt voor: j betekenis: bevestigend |
233 (y01(iii)) | A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 03131) |
vertaling: neen, hij en doet |
234 (y01(iii)a) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03131) |
komt voor: n |
235 (y01(iii)b) | A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03131) |
komt voor: n |
236 (y01(iii)c) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03131) |
komt voor: n |
237 (y01(iii)d) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03131) |
komt voor: j |
238 (y01(iii)e) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03131) |
komt voor: n |
239 (y01(iii)f) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03131) |
komt voor: n |
240 (y01(iii)g) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03131) |
komt voor: n |
241 (y01(iii)h) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03131) |
komt voor: j |
242 (y01(iii)i) | A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03131) |
komt voor: n |
243 (y01(iii)j) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03131) |
komt voor: n |
244 (y01(iii)k) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03131) |
komt voor: n |
245 (y01(iv)a) | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03131) |
komt voor: n |
246 (y01(iv)b) | Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03131) |
komt voor: n |
247 (y01(iv)c) | Doe het brood even snijden! (inf. 03131) |
komt voor: n |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03131) |
komt voor: n |
250 (y02b) | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03131) |
fragment: waar dan (1) |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03131) |
komt voor: n |
252 (y02d) | De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03131) |
komt voor: n |
253 (y02e) | Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03131) |
komt voor: n |
254 (y02f) | Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03131) |
fragment: die (1) |
255 (y02g) | In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03131) |
fragment: waar da (1) |
256 (y02h) | Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03131) |
fragment: da (1) opm.: Twijfelgeval D-woord of voegwoord |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03131) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
257 (y02j) | Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03131) |
fragment: da (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03131) |
fragment: wie (1) |
263 (y03d) | Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03131) |
vertaling: Magda weet nie wie damme willen bellen |
267 (y04a) | Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03131) |
vertaling: ij ee zijn angen gewassen |
268 (y04b) | Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03131) |
vertaling: ij ee zijn engde gewassen |
269 (y04c) | Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03131) |
vertaling: ij ee nen oed op |
270 (y04d) | Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03131) |
vertaling: ij eed e plek op zijn engde |
271 (y04e) | Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03131) |
vertaling: ij ee zijn been gebroken |
272 (y04f) | Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03131) |
vertaling: ij eed em zeer gedaan opm.: mannelijk i.p.v. vrouwelijk reflexief: hem |
273 (y04g) | Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03131) |
vertaling: Marie trok de choarge noar eur opm.: reflexief: haar |
051 (y04h) | Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03131) |
vertaling: Luc weet dan d'r foto's van em verkocht worden opm.: voegwoordvervoeging |
274 (y04i) | Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03131) |
vertaling: je weet toch nog wel damme tan deur den bos gelopen en |
277 (y04j) | Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03131) |
vertaling: 'k wete nog da Marie s'n otto kapot waart |
280 (y04k) | Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03131) |
vertaling: ze weet nog dat ij zat t' eten gelijk e virken |
283 (y04l) | Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03131) |
vertaling: wij weten nog da Jan al zijn boeken gestolen waren maar zij weten 't nie meer |
286 (y04m) | Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03131) |
vertaling: wete gulder nog damme Jan op de mart gezien en |
289 (y04n) | Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03131) |
vertaling: ij eed em en ongeluk gewerkt opm.: reflexief: hem |
290 (y04o) | Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03131) |
vertaling: ij voeld' em deur 't ijs zakken opm.: m.i. presens i.p.v. praeteritum reflexief: hem |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03131) |
vertaling: zoet ij da kunnen doen en |
877 (y05(i)) | Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03131) |
fragment: gekeunen (1) |
878 (y05(ii)) | Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03131) |
fragment: gedoun (1) |
296 (y05(iii)a) | Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03131) |
komt voor: n |
297 (y05(iii)b) | Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03131) |
komt voor: n |
298 (y05(iii)c) | Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03131) |
komt voor: n |
299 (y05(iii)d) | Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03131) |
komt voor: n |
300 (y05(iii)e) | Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03131) |
komt voor: n |
301 (y05(iii)f) | Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03131) |
komt voor: n |
302 (y05(iii)g) | Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03131) |
komt voor: n |
303 (y05(iii)h) | Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03131) |
komt voor: n |
304 (y05(iii)i) | Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03131) |
komt voor: n |
305 (y05(iii)j) | Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03131) |
komt voor: n |
306 (y05(iii)k) | Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03131) |
komt voor: n |
307 (y05(iii)l) | Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03131) |
komt voor: n |
309 (y06a) | Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03131) |
komt voor: n |
310 (y06b) | Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03131) |
komt voor: n |
311 (y06c) | Ik denk hij weg is (inf. 03131) |
komt voor: n |
312 (y06d) | Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03131) |
komt voor: n |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. 03131) |
komt voor: n |
315 (y06f) | Ik weet hij is weg (inf. 03131) |
komt voor: n |
316 (y06g) | Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03131) |
komt voor: n |
317 (y06h) | Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03131) |
vertaling: Marie al eur koen zijn verdronken bij d' overstroming |
318 (y06i) | Kaas maken weet ik niets van (inf. 03131) |
komt voor: n |
321 (y06j) | Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03131) |
komt voor: n |
322 (y06k) | Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03131) |
vertaling: 'k e al d' eerste drei somn gemaakt. Wuk'en e gij gemaakt komt voor: j opm.: DAV, uit vertaling blijkt 'nee'. |
322 (y06k) | Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03131) |
vertaling: 'k e al d' eerste drei somn gemaakt. Wuk'en e gij gemaakt komt voor: j opm.: DAV, uit vertaling blijkt 'nee'. |
323 (y06l) | De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03131) |
komt voor: n |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03131) |
komt voor: n |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. 03131) |
vertaling: de die zou 'k nie durven opeten komt voor: j |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. 03131) |
vertaling: de die zou 'k nie durven opeten komt voor: j |
326 (y06o) | Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03131) |
vertaling: 'k wete da Jan naar de markt geweest eet |
330 (y07a) | Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03131) |
komt voor: n |
331 (y07b) | Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03131) |
komt voor: n |
332 (y07c) | Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03131) |
komt voor: n |
333 (y07d) | Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03131) |
vertaling: ij dee j gelijk dat ij just uit zijn bedde kwamt |
334 (y07e) | De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03131) |
komt voor: n |
335 (y07f) | Ga je naar huis denk? (inf. 03131) |
komt voor: n |
336 (y08a) | In die tijd leefde ik erop los (inf. 03131) |
vertaling: in dien tijd leefdeg 'k er op los |
337 (y08b) | Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03131) |
vertaling: vroegere leefdeg' ij gelijk een beeste |
338 (y08c) | Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03131) |
vertaling: we leefden doar gelijk God in Frankrijk |
339 (y08d) | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03131) |
vertaling: Niemand mou 't zien en ton vinnek dae 't ook nie mou 'n zien opm.: 'n in bijzin is m.i. negatiepartikel; dat + subj. 2 enk. samengetrokken tot 'dae' |
340 (y08e) | Het gebeurde toen je wegging (inf. 03131) |
vertaling: 't gebeurdig os ge weggingt |
341 (y08f) | Ik weet waar je geboren bent (inf. 03131) |
vertaling: 'k wete waar da e geboren zijt opm.: waar dat - ja |
342 (y08g) | Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03131) |
vertaling: os ge greet zijt meugde gaan |
343 (y08h) | Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03131) |
vertaling: achter da Marie dood waart eed eure vent Anna nie meer keunen helpen |
346 (y09) | Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03131) |
vertaling: 'k wete dat ij gaan zwemmen is |
347 (y09a) | Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03131) |
komt voor: n |
348 (y09b) | Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03131) |
komt voor: n |
349 (y09c) | Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03131) |
komt voor: n |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
351 (y09e) | Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03131) |
komt voor: n |
352 (y09f) | Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03131) |
komt voor: n |
353 (y10a) | Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03131) |
komt voor: j |
354 (y10b) | Gaat ze dansen? Jase (inf. 03131) |
vertaling: joanz |
355 (y10c) | Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03131) |
vertaling: joanz |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03131) |
vertaling: wien dade |
359 (y11a) | Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03131) |
komt voor: n |
360 (y11b) | Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03131) |
vertaling: os 't kermisse ist, de mensen komen buiten, etc. (sic) opm.: DAV: lijkt wel opsomming te geven |
361 (y11c) | Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03131) |
komt voor: n |
362 (y11d) | Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03131) |
komt voor: n |
363 (y11e) | Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03131) |
komt voor: n |
365 (y11f) | Hem is dood (inf. 03131) |
komt voor: n |
364 (y11g) | Is hem dood? (inf. 03131) |
komt voor: n |
366 (y11h) | Haar is ziek (inf. 03131) |
komt voor: n |
367 (y11i) | Is haar ziek? (inf. 03131) |
komt voor: n |
368 (y11j) | Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03131) |
vertaling: mee ij te wirkn moest ze zij de gielen dag thuis blijven komt voor: j |
368 (y11j) | Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03131) |
vertaling: mee ij te wirkn moest ze zij de gielen dag thuis blijven komt voor: j |
369 (y11k) | Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03131) |
komt voor: n |
370 (z01a) | Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03131) |
fragment: dien (1) |
371 (z01b) | Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03131) |
fragment: die (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03131) |
fragment: die (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03131) |
fragment: die (1) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03131) |
fragment: die (2) |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03131) |
fragment: die (2) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03131) |
fragment: dien (2) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03131) |
fragment: die (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03131) |
fragment: die (1) |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03131) |
fragment: dien (2) |
374 (z01e) | De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03131) |
fragment: waar da (1) |
375 (z01f) | De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03131) |
fragment: wie dat (1) |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03131) |
komt voor: n |
377 (z01h) | Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03131) |
fragment: dat (1) opm.: twijfelgeval D-woord of voegwoord |
379 (z01i) | Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03131) |
fragment: die (1) |
380 (z01j) | Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03131) |
fragment: dat (1) |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03131) |
fragment: die (1) |
382 (z01l) | De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03131) |
komt voor: n |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03131) |
vertaling: Piet peist da Jan en Marie op niemand nie kaad zijn betekenis: negative concord |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03131) |
vertaling: Piet peist da Jan en Marie op niemand nie kaad zijn betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03131) |
vertaling: Wim peist damme nooit niemand ne prijs geven betekenis: negative concord |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03131) |
vertaling: Wim peist damme nooit niemand ne prijs geven betekenis: negative concord |
386 (z02c) | Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03131) |
vertaling: 't is waar dan ze mee Marie nie meugen spreken betekenis: negatie > modaal |
386 (z02c) | Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03131) |
vertaling: 't is waar dan ze mee Marie nie meugen spreken betekenis: negatie > modaal |
389 (z03a) | A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03131) |
vertaling: nievers |
388 (z03b) | A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03131) |
vertaling: niemand |
387 (z03c) | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03131) |
vertaling: nooit |
390 (z03d) | A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03131) |
vertaling: niet |
391 (z03e) | A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03131) |
vertaling: geene |
392 (z04a) | Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03131) |
vertaling: zeg em niet da 'k buiten geweest e |
393 (z04b) | Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03131) |
vertaling: niet zeggen dae em ne kado gekocht et, zille |
394 (z04c) | Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03131) |
vertaling: wete niet dat ij gevallen eet |
399 (z05a) | Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03131) |
vertaling: Wendy probeerdege niemand zeer te doen |
397 (z05b) | 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03131) |
vertaling: 't schijnt da ze niets meug ('n) eetn |
398 (z05c) | Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03131) |
vertaling: opm.: komt niet voor |
399a (z05d) | Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03131) |
vertaling: ze proberen al giel den dag mee mekaar op te bellen |
400 (z05e) | Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03131) |
vertaling: 't ga weere ne schoonen dag worden |
401 (z05f) | 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03131) |
vertaling: 't is misschien betre nog een beetje te wachten |
402 (z05g) | We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03131) |
vertaling: we en me de chance da 'm em direk weere vonden opm.: subjectdubbeling 1 mv. initieel |
404 (z06a) | Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03131) |
vertaling: os de kiekens e valke zien, zijn ze benet |
405 (z06b) | Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03131) |
vertaling: omme d' eirappels nie kunnen verkoopn, zittem in de miserie |
406 (z06c) | Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03131) |
vertaling: os g' em nie meedoet wor ik kaat |
407 (z06d) | Hij wist he(n)t (inf. 03131) |
vertaling: ij wist et |
408 (z06e) | Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03131) |
vertaling: op die feeste wort er vele gedanst |
409 (z06f) | Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03131) |
vertaling: nu verkoopn ze nog alleene brood in die winkele |
410 (z06g) | Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03131) |
vertaling: at ij mee de velo komt zalt ij wel te loute zijn |
412a (z06h) | Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03131) |
vertaling: as ge tijd et springt dan ne keer binnen |
413a (z06i) | Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03131) |
vertaling: os ek rijke zij koop ik nen dieren otto |
881 (z07(i)) | Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03131) |
komt voor: j |
417 (z07(ii)a) | Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03131) |
vertaling: misschien ga 't ekik wel krijgen komt voor: j |
417 (z07(ii)a) | Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03131) |
vertaling: misschien ga 't ekik wel krijgen komt voor: j |
418 (z07(ii)b) | Durfder gij op duwen? (inf. 03131) |
vertaling: durfder gij op duwen |
419 (z07(ii)c) | Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03131) |
komt voor: n |
420 (z07(ii)d) | Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03131) |
komt voor: n |
421 (z07(ii)e) | Is hij Pol hier geweest? (inf. 03131) |
vertaling: eet ij Pol ier geweest komt voor: j |
421 (z07(ii)e) | Is hij Pol hier geweest? (inf. 03131) |
vertaling: eet ij Pol ier geweest komt voor: j |
422 (z07(ii)f) | Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03131) |
vertaling: oe eet ij Pol dad opgelost komt voor: j |
422 (z07(ii)f) | Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03131) |
vertaling: oe eet ij Pol dad opgelost komt voor: j |
423 (z07(ii)g) | Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03131) |
komt voor: n |
424 (z07(ii)h) | Ik heb hem het gegeven (inf. 03131) |
komt voor: n |
425 (z07(ii)i) | Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03131) |
vertaling: ze leeft zij op wauter en brood van de weke komt voor: j |
425 (z07(ii)i) | Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03131) |
vertaling: ze leeft zij op wauter en brood van de weke komt voor: j |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03131) |
vertaling: Marie ee gezoit da e liedjen proberen zingen et opm.: DAV |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03131) |
vertaling: Marie ee gezeet dae gij geprobeerd et e liedjen te zingen opm.: DAV |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03131) |
vertaling: Marie ee gezoit da e liedjen proberen zingen et opm.: DAV |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03131) |
vertaling: Marie ee gezeet dae gij geprobeerd et e liedjen te zingen opm.: DAV |
549 (z08(v)) | Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03131) |
vertaling: Marie ee gezeed dae gij geprobeerd et eur nen boek te geven |
543a (z08a) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03131) |
komt voor: n gebr.: 5 |
543a (z08a) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03131) |
komt voor: n gebr.: 5 |
546 (z08b) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03131) |
komt voor: n |
537 (z08c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03131) |
komt voor: n |
604a (z08d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03131) |
komt voor: n |
547 (z08e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03131) |
komt voor: n |
543 (z08f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03131) |
komt voor: n |
535 (z08g) | Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03131) |
komt voor: n |
440 (z09a) | Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03131) |
vertaling: die van 't stad en ie veel huizen gezet |
441 (z09b) | Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03131) |
vertaling: an de nieven vaart zie e giene mens ne meer |
442 (z09c) | Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03131) |
vertaling: gisteren ee Jan ie geweest |
443 (z09d) | De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03131) |
vertaling: den dag da Jan gebeld eet waar 'k nie tuis |
444 (z09e) | Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03131) |
vertaling: Jef zou 'k nooit uitnodigen |
445 (z09f) | Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03131) |
vertaling: Marie zout da nooit doen |
446 (z09g) | Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03131) |
vertaling: Bert den dienen drinkt wel eens een pint te vele |
447 (z09h) | Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03131) |
vertaling: Martha (de die) zoe 'k wel ne kier thuis willen uitnodigen |
448 (z09i) | Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03131) |
vertaling: dad uis zoe 'k nooit willen koopn |
449 (z09j) | Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03131) |
vertaling: dad huis da staat er al tfijftig jaar |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03131) |
komt voor: n |
452 (z10(i)b) | Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
452 (z10(i)b) | Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
453 (z10(i)c) | Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 03131) |
komt voor: n |
454 (z10(i)d) | Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
454 (z10(i)d) | Ze hebben geweest naar de markt (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 2 |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
457 (z10(ii)b) | Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 03131) |
komt voor: n |
458 (z10(ii)c) | Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 03131) |
komt voor: n |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
462 (z10(iii)b) | Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 03131) |
komt voor: n |
464 (z10(iii)c) | Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 03131) |
komt voor: n |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
467 (z10(iv)b) | Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 03131) |
komt voor: n |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
470 (z10(v)b) | Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 03131) |
komt voor: n |
471 (z10(v)c) | Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 03131) |
komt voor: n |
472 (z11a) | En heeft Gunther gebeld? (inf. 03131) |
vertaling: Ee Gunther gebeld |
473 (z11b) | En pas op! (inf. 03131) |
vertaling: past op |
474 (z11c) | 't En was maar net goed genoeg (inf. 03131) |
vertaling: 't was maar jus genoeg |
475 (z11d) | Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03131) |
vertaling: Marjo hee nu meer koen of vroeger |
476 (z11e) | Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03131) |
vertaling: ou Suzanne kunne kommen, ou ze da gedaan |
477 (z11f) | Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03131) |
vertaling: z' es den besten dokteur da 'k kenne |
478 (z11g) | Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03131) |
vertaling: voor dae wa wegsmijt moe e ne keer bellen |
479 (z11h) | Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03131) |
vertaling: da 's al da 'k gekregen e |
480 (z11i) | Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03131) |
vertaling: Jan is te gierig dat ij wa on zijn kinders geeft |
481 (z11j) | Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03131) |
vertaling: zjust gelijk da gij wa van voetbal kent |
482 (z11k) | Dat boek leg neer! (inf. 03131) |
vertaling: legt dien boek nere |
483 (z11l) | Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03131) |
vertaling: as ge echt nie keune wachten, moe e kommen |
488 (z12a) | Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03131) |
vertaling: 'k weet da Jan den dokteur zoe keune roepen en |
489 (z12b) | Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03131) |
vertaling: 'k wete da Jan den dokteur zoe keune geroepen emmen |
490 (z12c) | Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03131) |
vertaling: ij zeid da t ekik oa moeten doen |
491 (z12d) | Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03131) |
vertaling: ij zeid da t ekik moeste gedaan en |
492 (z12e) | Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03131) |
vertaling: ij is verlede weke deur dokter Mertens gopereert |
493 (z12f) | Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03131) |
vertaling: ij wor moren deur dokteur Mertens gopereert |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03131) |
vertaling: 'k peize da e vele goa moete weg geun |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03131) |
vertaling: 't is dom om zukke diere dingen we te geun |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03131) |
vertaling: ij is alle kapotte dingen aan 't weg geun |
498 (z13d) | Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03131) |
vertaling: 1: een gazet |
499 (z13e) | Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03131) |
vertaling: 1: de gazet |
500 (z13f) | Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03131) |
vertaling: 1: de gazet |
509 (z14a) | Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03131) |
fragment: door (1) |
512 (z15a) | Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03131) |
komt voor: n |
513 (z15b) | Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03131) |
komt voor: n |
514 (z15c) | Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03131) |
komt voor: n |
515 (z15d) | Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03131) |
komt voor: n |
516 (z16a) | Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03131) |
vertaling: Robert ed eene groenen appele weggegeven en nu eet ij nog twie rooe over |
412 (z16b) | Er waren veel mensen op het feest (inf. 03131) |
vertaling: der waren veel menschen op die feeste |
413 (z16c) | Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03131) |
vertaling: woaren der veel menschen op dei feeste |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03131) |
vertaling: wa voor 'n boeken e e gekocht |
521 (z16e) | Hij woont bij Marietje (inf. 03131) |
vertaling: e weun bij Marietjen |
522 (z16f) | Hij woont bij Wim (inf. 03131) |
vertaling: ij weun bij Wim |
523 (z16g) | Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03131) |
vertaling: ga ne keer naar den bakkere, Wim |
524 (z16h) | Wie heb je gezien? (inf. 03131) |
vertaling: wie e e gezien |
525 (z16i) | Wie heeft jou gezien? (inf. 03131) |
vertaling: wie eet er ui gezien |
527 (z16j) | Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03131) |
vertaling: oa 'k da geweetn 'k en oat nie gedoan |
528 (z16k) | 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03131) |
vertaling: 't zoe beter zij no en beetsje te wachten |
882 (z16l) | Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03131) |
vertaling: gelukkig oa Jan den dokteur gebeld en dienen woart er rap |
883 (z16m) | Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03131) |
vertaling: all? vooruit ambetanterikken |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
534 (z17b) | Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03131) |
komt voor: n |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 4 |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 4 |
545 (z17d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03131) |
komt voor: n |
536 (z17e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
536 (z17e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03131) |
komt voor: j gebr.: 5 |
605a (z17f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03131) |
komt voor: n |
548 (z17g) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03131) |
komt voor: n |
542 (z17h) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03131) |
komt voor: n |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | Eeklo (I158p) ; GUV [meta][k]I158p[/k][i]788[/i][i]789[/i][i]790[/i][vw]GUV[/vw][/meta] | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
veldwerker | vroeger deen ze da me van die gigantische bandopnemers | |||
informant2 | jaans | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant2 | da keunt | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant2 | Kijk. k peizeg azo ommedeweg op e woord he die me wij nie meer zeggen | let op keuze relatief pronomen | ||
commentaar | spontaan gesprek | |||
veldwerker | [v=018] Ze weet nie da Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant1 | [a] Ze weet nie da Marie gisteren dood is. [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] ze weet nie da Marie gisteren gestorven is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en ze weet nie da Marie gisteren gestorven eet. [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
informant3 | [a] nee. gestorven is. [/a] | |||
veldwerker | [v] en ze en weet nie da Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant2 | [a] nee ook niet. [/a] | |||
veldwerker | [v] k en e gene. [/v] | |||
informant2 | [a] ja maar. k en e gene wor gezeid zunne. [/a] | |||
informant3 | [a] k en e gene ook. [/a] | |||
informant3 | [a] of k en e dr nog nie op gepeist. [/a] | |||
informant2 | [a] maar da kom nie in dien eerste zin voorne. [/a] | |||
veldwerker | [v] en past op da ge nie en valt? [/v] | |||
informant3 |
[a] Past op dae nie en valt ja.[/a]
da e |
tagging | ||
veldwerker | [v=022] Dr wil iemand nie dansen. [/v] | |||
informant1 | [a=j] t wil niemand nie dansen. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a=j] t wil niemand nie dansen. [/a] | |||
veldwerker | [v=023] Els wil nie dansen en ze wil nie zingen ook nie. [/v] | |||
informant2 | [a=n] _ of ze wil nie zingen ook. [/a] | |||
informant3 | [a=n] Ze wil nie dansen en _ en nie zingen ook. [/a] | |||
veldwerker | [v=025] Niemand eet da van ze leven gewild of gekunnen. [/v] | |||
informant1 | [a] Niemand eet da gewild of gekunn. [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] gekeunn. [/a] | |||
informant2 | [a] t en eet da niemand gekeunn. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] d eettant niemand gekeunen. [/a]
eet tan t |
moelijk verstaanbaar; ook rare woordvolgorde als analyse van het cluster klopt, met clitisch 't achter dan... | tagging | |
veldwerker | [v=026] Jan had heel da brood wel willen opeten. [/v] | |||
informant2 | [a] Jan a geheel da brood wel willen opeten. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=027] Vertel maar nie wie da zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant1 |
[a] Vertel maar nie wie dassezij zou geropn en. [/a]
da se zij |
tagging | ||
informant3 |
[a] wien dassezij [/a]
da se zij |
tagging | ||
veldwerker | [v=028] Vertel mij eens wie da zij had kunne roepen. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Vertel mij ne keer wien dasse zou kunne roepn en. [/a]
da se |
tagging | ||
informant2 |
[a=j] Vertel mij ne keer wien dasse zou kunn roepm en. [/a]
da se |
|||
veldwerker | [v] zoude in plek van die wien da ook wien a kunne zeggen? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee nee nee. Wien a. Da s nie van hiere. [/a] | |||
veldwerker | [v=029] en wien of ze had kunnen roepn? [/v] | tagging | ||
informant2 | [a=n] nee. ook niet. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=030] en wien of dasse? [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee [/a] | |||
informant3 | [a=n] wien da [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=035] Jan herinnert zich da verhaal wel. [/v] | |||
informant1 | [a] Ee herinnerd em da v_ da wel. [/a] | |||
informant3 | [a] Jan herinnerd em da verhaal niet. [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] Jan herinnert em da vertelselke wel. [/a] | |||
veldwerker | [v=036] Marie en Piet kijken naar mekaar voor de kerk. [/v] | |||
informant3 | [a] Ze kijken naar mallekaar voor _ voor de kerk. [/a] | |||
informant1 | [a] Ze kijken naar mallekaar voor de kerk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=037] Toon wast zich. [/v] | |||
informant3 | [a] Hij wast em he. [/a] | |||
informant1 | [a] Toon wast em. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=038] Dn timmerman ee geen nagels bij zich. [/v] | |||
informant3 | [a] Dn timmerman ee geen nagels bij em. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] of gewoon hij ee geen nagels bij? [/v] | |||
informant3 | [a] altijd dienen em staat dr bij. [/a] | |||
veldwerker | [v=039] fons zag een slang neffest zich. [/v] | |||
informant1 | [a] Fons zag een slang neefest em. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=040] Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant1 | [a] _ liet mij voor em werken. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=041] Johanna liet zich meedrijven op de golven. [/v] | |||
informant2 | [a] Johanna liet eur meedrijven op de wolv _ op de golven ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ee keek ne keer goed no zneigene in de spiegel. [/a]
zn eigene |
tagging | ||
veldwerker | [v=045] Eduard ken zichzelf goed. [/v] | |||
informant1 |
[a] Eduard ken zeneigen goed. [/a]
zen eigen |
tagging | ||
veldwerker | [v=046] Ward ee gehoord datr foto's van zichzelf in d etalage staan. [/v] | |||
informant2 |
[a] dander fotos van em in d etalage staan. [/a]
dan der |
tagging | ||
informant1 |
[a] Ward ee gehoord dander van em fotos in d etalage staan. [/a]
dan der |
|||
veldwerker | [v] en datr foto's van zeneigen in d etalage staan? [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | verderop lijkt het erop alsof de vorm wel voorkomt, maar dan als beklemtoonde vorm | ||
informant3 |
[a] dander fotos van zeneigen azo liggen. Maar da moe zeggen van em. [/a]
dan der moe e |
|||
informant1 | [a] Me zeggeme da niet _ nie vlug. | |||
informant1 | [a] We gaan gemakkelijker zeggen. T liggen foto's van me _ meneigen _ van em. [/a] | zeneigen is blijkbaar beklemtoonde vorm | ||
veldwerker | [v] t is azo wa sterker azo? [/v] | |||
informant3 | [a] ja ja ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] maar nie dr liggen foto's van emzelve in d etalage? [/v] | |||
informant3 | [a] nee nee nee nee. Da s al te schone. [/a] | |||
veldwerker | [v=048] De sneeuw smelt zich in de zon. [/v] | |||
informant1 | [a] De sneeuw smelt in de zon. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=049] Ik heb mij daar goe geamuseerd. [/v] | |||
informant2 | [a] K e mij do goe geamuseerd. Da blijft. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=050] Zij ee zich nie geamuseerd op t bal. [/v] | |||
informant1 | [a] Zij eed eur nie geamuseerd. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=003] k peis da Marie heeft proberen van em nen brief te schrijven. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ik peis da Marie geprobeerd eet voor em _ [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] _ van em nen brief te schrijven. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a=n] k peis da Maries _ dasse Marie geprobeerd eet van em nen brief te schrijven. [/a]
da se |
subjectverdubbeling bij eigennaam of gewoon een afgebroken zin die opnieuw begonnen wordt?; let bovendien op de -s na Marie. | tagging | |
veldwerker | [v=004] Vroeger probeerdeken van tomaten te kweken. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Vroeger probeerdegek van tomaten te kweken. [/a]
probeerdege k |
tagging | ||
veldwerker | [v] en probeerdekege? [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee nee nee nee. [/a] | |||
informant3 |
[a] In de kindertaal gae da nog ne keer vinnen. Onze leren spreken de kindjes. [/a]
ga e on ze |
|||
informant2 |
[a] jaans. [/a]
jaa ns |
tagging | ||
veldwerker | [v=005] Gisteren probeerdemege van droog thuis te geraken. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Gisteren probeerdegeme _ probeerdegeme van were thuis te geraken. [/a]
probeerdege me probeerdege me |
tagging | ||
veldwerker | [v=053] Azek profijtig leef dan levek gelijk da mijn ouders da willen. [/v] | |||
informant3 |
[a] _ profijtig leve dan leefdegek gelijk da mijn ouders da willen. [/a]
leefdege k |
tagging | ||
informant2 |
[a] Ozek profijtig leve _ leve _ dan levek gelijk of da mijn _ [/a]
oz ek leve k |
tagging | ||
informant1 | [a] _ mijn ouders da wildegen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en onek of onk. [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee [/a] | |||
informant1 |
[a] okik [/a]
o k ik |
|||
informant3 |
[a] nee. Ozekik. [/a]
oz ek ik |
|||
veldwerker | [v=055] Asij nog drie jaar leeft dan leeftij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ostij nog drie jaar leeft leeftij langer of zijn vader. [/a]
ost ij leeft ij |
tagging | ||
informant3 | [a] _ langer of zijn vader. [/a] | |||
informant2 |
[a] da wordt ook gezeid. Ostiejij. [/a]
ost ie ij |
|||
informant2 |
[a] Ostiejij da gedaan eet dan gak zwijgen. [/a]
ost ie ij ga k |
van informant twee blijkt verderop dat zn moeder uit Wondelgem is, bij Gent, waar die jij-vorm wel vaker voorkomt. | ||
informant3 | [a] jij. Nee t is _ k peis dat da meer al van de buitens komt. [/a] | |||
informant2 | [a] ja t kunt. [/a] | |||
informant2 |
[a] ostij is misschien wa meer van hiere zulle. [/a]
ost ij |
|||
veldwerker | [v=057] Aszij zo gevaarlijk leeft dan leefze nie lang nie meer. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ossezij zo gevaarlijk leeft _ [/a]
o se zij |
tagging | ||
informant1 |
[a] _ gosse nie lange nie meer leven. [/a]
go se |
tagging | ||
informant1 |
[a] Osse zo gevaarlijk leeft _ [/a]
o se |
tagging | ||
veldwerker | [v] en oszij zo gevaarlijk leeft | |||
informant3 | [a] nee [/a] | |||
informant1 |
[a] t is ossezij. [/a]
o se zij |
|||
veldwerker | [v=059] Ast nu nog leeft dan levet morgen ook nog. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ast nu nog leeft dan levet morgen ook nog. [/a]
as t lev et |
tagging | ||
veldwerker | [v] en ostet nu nog leeft? [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] of ostie nu nog leeft? [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=061] Asgulder zo gevaarlijk leeft dan leefdegulder nooit zo lang alskik. [/v] | |||
informant3 |
[a] Osgegulder _ [/a]
os ge gulder |
tagging | ||
informant2 |
[a] _ zo gevaarlijk leeft dan leefdegulder nooit zo lang ovvekik. [/a]
leef de gulder of ek ik |
tagging | ||
informant1 |
[a] _ dan leefde nooit zo lang ovvekik. [/a]
leef de of ek ik |
tagging | ||
informant3 |
[a] Osge wilt _ [/a]
os ge |
tagging | ||
informant3 |
[a] osgegij wilt _ [/a]
os ge gij |
enkelvoud i.p.v. meervoud | tagging | |
veldwerker | [v] en odde wilt? [/v] | |||
informant1 |
[a] oë wilt _ [/a]
o e |
vorm mogelijk alleen voor enkelvoud, aangezien verderop niet te horen is of het ogulder (zonder dubbeling) of oëgulder is | ||
veldwerker | [v] of oëgulder? [/v] | |||
informant1 |
[a] Ogulder da wilt _ [/a]
o gulder |
niet hoorbaar of er eventueel nog een 'e' tussen o en gulder staat | ||
veldwerker | [v=063] Asse voor ulder werk leven dan leven ze nie voor ulder kinders. [/v] | |||
informant2 |
[a] Onze voor ulder werk leven dan levenze nie voor ulder kinders. [/a]
on ze leven ze |
tagging | ||
informant2 |
[a] onzezuldre of onze. [/a]
on ze zuldre on ze |
verdubbeling lijkt wat moeilijk in deze zin; informanten hebben andere context nodig. | tagging | |
veldwerker | [v] kunde daar zeggen onzuldre? [/a] | |||
informant3 |
[a] Onze. Dienen_ moeter altijd bij. [/a]
on ze moet er |
|||
veldwerker | [v=067] As Rudy nog leeft dan leef Leo ook nog. [/v] | |||
informant2 | [a] As Rudy nog leeft _ [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] Os Rudy nog leeft dan leeftingen ook nog. Hoe heet hij? [/a]
leeft dingen |
tagging | ||
informant3 |
[a] _ dan leeften anderen ook nog. [/a]
leeft en |
tagging | ||
veldwerker | [v] en astjij Rudy nog leeft _ [/v] | |||
informant2 | [a] tr zijn wel dialecten dien da zeggen maar wij niet zullle. Astjij. [/a] | tagging | ||
informant3 |
[a] ostijt Rudy nog leeft _ [/a]
ost ij t |
tagging | ||
informant1 |
[a] Ostijt Rudy nog leeft _ [/a]
ost ij t |
|||
informant3 | [a] Ostijt mijn moeder da wilt _ [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] Ostijt voor u goed is _ [/a] | tagging | ||
informant3 | [a] dat is iets dat e wel aan t verdwijnen is een beetje. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=068] Asge gezond leeft dan leefde langer. [/v] | |||
informant3 |
[a] Osge gezond leeft leefde langer. [/a]
os ge leef de |
tagging | ||
informant1 |
[a] Oe zo blijve roken. [/a]
o e |
let op flectie: de t is afwezig en vervangen door een e | tagging | |
informant2 |
[a] Osge zo blijve roken _ Ja da wordt ook gezeid. [/a]
os ge |
let op flectie: de t is afwezig en vervangen door een e | ||
commentaar | verdubbeling lijkt moeilijk; voor een vb. van een subjectverdubbeling in 2enk. zie sec. 1248 | |||
veldwerker | [v=069] Asser zo weinig mensen van de landbouw leven dan levedr veel mensen van t werk in de fabriek. [/v] | |||
informant3 |
[a] onder azo weinig_ [/a]
on der |
|||
informant3 |
[a] onder zo weinig mensen van dn boerenstiel leven_ [/a]
on der |
tagging | ||
informant1 |
[a] onder zo weinig mensen boeren_ [/a]
on der |
|||
informant1 |
[a]_ tan levender veel mensen van de fabriek. [/a]
leven der |
tagging | ||
veldwerker | [v=070] As Bart en Liesken in den hemel leven dan leven Marie en Frans in d helle. [/v] | |||
informant3 | [a] On Bart en Marie _ dan leven de _ [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] of ozn [/a] | interessante voegwoordvormen: stam met -s die vervoegd wordt | tagging | |
informant1 | [a] Osn Bart en Marie _ [/a] | interessante voegwoordvormen: stam met -s die vervoegd wordt | tagging | |
informant2 | [a] _ in den hemel leven dan leven de dinge daar _ hoe heten die twee _ in d helle. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=071] Aswe sober leven da levewe gelukkig. [/v] | |||
informant1 |
[a] Omme sober leven _ [/a]
o me |
tagging | ||
informant3 |
[a] Of osme. k weet niet. [/a]
os me |
|||
informant2 |
[a] osme sober leven dan leefme gelukkigere. [/a]
os me leef me |
tagging | ||
informant2 |
da zaltij wel weten.
zalt ij |
|||
informant3 |
[a] Osmewuldre bijvoorbeeld dan mogenzezulder dat ook bijvoorbeeld. [/a]
os me wuldre mogen ze zulder |
tagging | ||
informant2 |
[a] Osm alleen leven dan levem ongelukkig. [/a]
os m leve m |
tagging | ||
veldwerker | [v] en osmen alleen leven? [/v] | |||
informant2 |
[a] nee. osme. [/a]
os me |
|||
veldwerker | [v=072] Leefd eens wa gezonder Jan! [/v] | |||
informant2 | [a] Leef ne keer wa gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=073] Leef ne keer wa minder achterlijk kinders. [/v] | |||
informant3 | [a] Leef ne keer wa minder achterlijk kinders. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=075] k vin da iedereen moet kunnen zwemmen. [/v] | |||
informant1 | [a=j] k vinne dad iedereen moete kunne zwemm | let op vorm pv.; wordt hersteld | tagging | |
informant2 | [a=j] k vind dad iedereen moe kunne zwemm | tagging | ||
veldwerker | [v=077] k vin da iedereen moet zwemme kunnen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=080] k vin da iedereen kunne zwemmen moet. [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=082] k vin da iedereen zwemme kunnen moet. [/v] | |||
informant3 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=084] k vin da iedereen zwemn moe kunnen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [n] [v=872] k weet datij zal moeten werekeren. [/v] | |||
informant1 |
[a] k wete datij zal moete werekeren. [/a]
dat ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=873] k weet datij were zal moete keren. [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=874] k weet datij zal were moete keren. [/v] | |||
informant3 | [a=n] nee [/a] [/n] | tagging | ||
veldwerker | [v=086] k weet da Eddy morgen wil brood eten. [/v] | |||
informant1 |
[a=n] _ datij morgen brood willen eten. [/a]
dat ij |
let op vorm werkwoord | ||
informant3 |
[a=n] _ datij morgen brood willen eten. [/a]
dat ij |
let op vorm werkwoord | ||
veldwerker | [v=087] Eddy moet kunne vroeg opstaan. [/v] | |||
informant2 | [a=n] _ moe vroeg kunnen opstaan. [/a] | |||
veldwerker | [v=114] Ik weet da Jan wilt varkens kopen. [/v] | |||
informant3 | [a=n] Ik weet da Jan varkens wille kopen. [/a] | |||
veldwerker | [v=132] k peis da Marie hem zal moete roepen. [/v] | |||
informant1 | [a] k peis da Marie hem zal moete roepn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=136] Jan en ee nie veel geld nie meer. [/v] | |||
informant3 | [a=j] Jan en een nie veel geld nie meer. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] zoude kunne zeggen Jan en ee nie veel geen geld nie meer. [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=137] Hij wil geen soepe nie meer eten nie. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Hij wil geen soepe nie meer eten. [/a] | |||
veldwerker | [v=140] Zitten ier nieverst geen muizen. [/v] | |||
informant1 | [a=j] Zitten dr ier nieverst geen muizen? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=146] Hij spreek nie goe geen Frans. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. Hij spreek geen goe Frans. [/a] | |||
informant2 | [a=n] Hij spreek nie goe Frans. [/a] | |||
informant2 |
[a] Zo goe spreekek geen Frans. [/a]
spreek ek |
|||
veldwerker | [v] en ik spreek zo goe geen Frans. [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
informant1 |
[a] ke spreke zo goe geen Frans. [/a]
k e |
negatiepartikel of pronomen 'ke' (beide zijn geattesteerd in deze streek). Ke of k en | ||
veldwerker | [v=148] Iedereen is gene stielman. [/v] | |||
informant1 | [a=j] Iedereen is gene stielman. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en wa is dan de betekenis eigenlijk van die zin. [/v] | |||
informant3 | [a] iedereen kunt da niet he. [/a] | antwoord met soortelijke constructie als bevraagd: zinsnegatie 'niet' slaat slechts op constituent 'iedereen' | ||
informant2 | [a] dat iedereen nie even vaardig is in iets he. [/a] | |||
veldwerker | [v=149] Hij eet overal geen vrienden. [/v] | |||
informant1 | [a] e d overal geen maten. [/a] | dit is herhalen van de aangeboden constructie; verderop blijkt ze niet voor te komen | tagging | |
informant1 | [a=n] Eej en ee nieverst geen maten. [/a] | |||
informant2 | [a=n] IJ ee nie overal vrienden he. [/a] | |||
veldwerker | [v=154] Boeken heeft Jan drie. [/v] | |||
informant3 |
[a=n] watadde? [/a]
wat adde |
|||
informant2 | [a=n] Jan eet drie boeken. [/a] | |||
veldwerker | [v=150] Hij weet van die zaak nie. [/v] | |||
informant2 | [a] O hij weet van die zake niet. [/a] | |||
veldwerker | [v] Hij weet alles van die zake nie. [/v] | |||
informant2 | [a] IJ weet nie alles van die zake. [/a] | |||
veldwerker | [v] en hij weet alles nie van die zake? [/v] | |||
informant3 | [a] nie alles. [/a] | |||
veldwerker | [v=156] Jan weet datij voor den drieën de wagen moet ein gemaakt. [/v] | |||
informant2 | [a=n] _ voor den drieën dienen auto moe gemaakt en. [/a] | |||
veldwerker | [v=157] Jan weet datij voor den drieën die wagen moe gemaakt ein. [/v] | |||
informant1 | [a=j] Jan weet datij voor den drieën diene wagen moe gemaakt en. [/a] | tagging | ||
informant3 | [a=j] moeten gemaakt en. [/a] | let op vorm pv. | tagging | |
informant1 | [a=j] moeten gemaakt en. [/a] | let op vorm pv. | ||
informant2 | [a=j] moe gemaakt _ moe gemaakt ein. [/a] | |||
informant3 | [a] wij zeggen moeten ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] en kunde dan ook zeggen. Hij moeten naar huis komen? [/v] | |||
informant3 | [a] nee nee nee nee. Hij moe naar huis komen. [/a] | |||
veldwerker | [v=160] Jan weet datij voor den drieën die wagen gemaakt moet ein. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Jan weet datij voor den drieën diene wagen gemaakt moeten en. [/a]
dat ij |
tagging | ||
informant2 | [a] kom minder voren. [/a] | |||
veldwerker | [v=161] Jan weet datij voor den drieën die wagen gemaakt ein moet. [/v] | |||
informant3 | [a=n] nee nee. [/a] | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant2 |
ie weetjij da nie
weet jij |
|||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant1 |
k en ekik da nog nooit nie gehoord.
e k ik |
|||
commentaar | spontaan gesprek | |||
veldwerker | [v=188] Edde genoeg mensen om t hooi van t land t halen. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ehe genoeg mensen veu t hooi van _ veu t hooi van den akker t halen of van t veld te gaan haaln. [/a]
e he |
tagging | ||
veldwerker | [v] zoude ook om kunne zeggen? [/v] | |||
informant2 | [a] nee veur. [/a] | |||
veldwerker | [v=189] T was schoon van Jan om te komen werken. [/v] | |||
informant3 | [a] t was schone van hem _ van Jan van te kome werkn. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] _ om te kome werkn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en veur te kome werkn? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=190] Die ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant2 | [a] Die ton is zwaar om te draagn. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ zwaar veu te dragen. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] ja. Veur te dragen is betre. [/a] | |||
veldwerker | [v] en die ton is zwaar om dragen? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en t is goed om weten? [/v] | |||
informant2 | [a] ja. t is goed om weten. Da wor gezeid. [/a] | |||
informant1 | [a] T is goed om te weten. [/a] | |||
veldwerker | [v=192] W hopen allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant2 | [a] Wen hopen allemaal he _ [/a] | merkwaardige n op we; blijkbaar typsch voor eerste meervoud (zie verder) | ||
informant1 |
[a] Wen hopeme van allemaal _ [/a]
hope me |
merkwaardige n op we; blijkbaar typsch voor eerste meervoud (zie verder) | ||
informant1 | [a=j] W hopen allemaal van op tijd thuis te zijn. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a=j] Wen hopen allemaal van op tijd thuis te zijn. [/a] | merkwaardige n op we; blijkbaar typsch voor eerste meervoud (zie verder) | ||
veldwerker | [v] zoude ook ein. Gen hoopt van op tijd thuis te zijn? [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee nee nee nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] zoude daar voor op tijd _ [/v] | |||
informant2 | [a=j] nee van op tijd thuis. [/a] | |||
informant1 | [a] of om op tijd thuis te zijn. [/a] | |||
informant3 | [a] veur op tijd. [/a] | later komen ze op hun antwoord terug, hoewel de zinnen hier echt wel spontaan klinken. Het blijft een twijfelgeval. | ||
informant1 | [a] veur op tijd thuis te zijn. [/a] | later komen ze op hun antwoord terug, hoewel de zinnen hier echt wel spontaan klinken. Het blijft een twijfelgeval. | ||
veldwerker | [v] en w hopen allemaal op tijd thuis te zijn. [/v] | |||
informant3 | [a] nee da s al te schone. [/a] | |||
informant3 |
[a] van ist. [/a]
is t |
|||
veldwerker | [v] dus die veur? [/v] | |||
informant3 | [a] nee nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=193] Da s zo zeker as één en één twee is. [/v] | |||
informant2 | [a] Ja. Dat is zo zeker of dad één en één twee is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=198] Hij kan staan zagen. [/v] | |||
informant1 | [a] IJ keu staa zagen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=199] Hij staat te zagen. [/v] | |||
informant3 | [a] IJ staat te zagen. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=200] Toen we aankwamen regendet. [/v]
aan kwamen regende t |
|||
informant2 |
[a] Osm aankwamen regendeget. [/a]
os m aan kwamen regendege t |
tagging | ||
veldwerker | [v=215] k geloof dak groter ben dan hij. [/v] | |||
informant1 |
[a] k gelove dak groter benne _ dak groter zij of em. [/a]
da k da k |
tagging | ||
veldwerker | [v] en oftieem? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v] of oftiejij? [/v] | |||
informant1 | [a] nee. [/a] | |||
informant2 |
[a] k gelove dakik groter zij of em. [/a]
da k ik |
|||
veldwerker | [v=216] Ze gelooft dagij eerder thuis zijt danekik. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ze gelookt dak eer thuis zij of _ oftekikke. [/a]
da k ofte k ikke |
tagging | ||
informant2 |
[a] of ikke peizek. [/a]
peis ek |
tagging | ||
informant1 | [a] of mij? [/a] | |||
informant2 |
[a] ovvekikke peizek. [/a]
of ek ikke peis ek |
|||
informant1 |
[a] Ze gelooft daegij eer thuis zijt ovvekikke _ oftekikke. [/a]
da e gij ov ek ikke ofte k ikke |
tagging | ||
veldwerker | [v=217] Ge gelooft toch nie datij sterker is da gij. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ge gelooft toch niet datij sterker is of ui. [/a]
dat ij |
tagging | ||
informant2 |
[a] _ datij sterker is dan ui. [/a]
dat ij |
|||
veldwerker | [v=218] Ze geloven da wij rijker zijn da zulder. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ze geloven damewij rijker zijn dan uldre. [/a]
da me wij |
tagging | ||
informant1 |
[a] _danzezuldre. [/a]
dan ze zuldre |
statuut twijfelachtig | tagging | |
informant1 | [a] dan zuldre. [/a] | statuut twijfelachtig | tagging | |
informant2 |
[a] _ damewij rijker zijn dan uldre. [/a]
da me wij |
tagging | ||
veldwerker | [v] en dienen danzezulder? [/v] | |||
informant3 |
[a] dan uldre. We gamet azo zeggen. [/a]
ga me t |
verbaal affix me | ||
informant3 |
[a] danzezuldre. da bestaat ook. [/a]
dan ze zuldre |
|||
veldwerker | [v=219] We geloven da gulder nie zo slim zijt als wij. [/v] | |||
informant2 |
[a] We geloven daegulder nie zo slim zijt _ [/a]
da e gulder |
statuut dubbelvormen onduidelijk | tagging | |
informant1 |
[a] _ daegulder nie zo slim zijt ofwewuldre. [/a]
da e gulder of we wuldre |
tagging | ||
informant1 |
[a] onwewuldre. [/a]
on we wuldre |
tagging | ||
informant1 |
[a] ofmewuldre [/a]
of me wuldre |
tagging | ||
commentaar | statuut dubbelvormen onduidleijk | |||
informant1 |
[a] ommewuldre [/a]
o me wuldre |
tagging | ||
informant2 |
[a] We geloven daegulder nie zo slim zijt of wulder. [/a]
da e gulder |
tagging | ||
informant2 |
[a] da zoukik nie zeggen. Ofmewuldre. [/a]
zou k ik |
|||
informant1 |
[a] me geloveme da niet. [/a]
gelove me |
tagging | ||
informant2 | [a] me geloven da niet ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=220] Gulder gelooft toch nie da zulder armer zijn da gulder. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ge gelooft toch niet danzezulder armer zijn dan _ dan _ [/a]
dan ze zulder |
tagging | ||
informant2 | [a] Ge gelooft toch niet danzezulder armer zijn of uldre. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=221] U gelooft da Lisa eve schoon is as Anna. [/v] | |||
informant2 | [a] Ge gelooft dat dat _ [/a] | tagging | ||
informant1 |
[a] _ da Lisa zo schoon ist ofgeguldre. [/a]
of ge guldre |
hier eigenlijk antwoor dop de vorige vraag, mat dubbelvorm in nominatief. Let ook op de t op 'is'. | tagging | |
informant3 | [a] _ zo schoon is of [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=222] Hij gelooft da Bart en Peter sterker zijn dan Geert en Jan. [/v] | |||
informant1 | [a] IJ gelooft da Bart en Peter sterker zijn _ | tagging | ||
commentaar | hier bij twee informanten mogelijke AN-invloed door vermoeidheid: het is één van de zeldzame niet-vervoegde voegwoorden en het voegwoord voor comparatief is het standaardtalige 'dan' i.p.v. 'of' | |||
informant2 | [a] _ en Peter sterker zijn dan Geert en Jan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=231] Hij zal nie komen zeker. [/v] | |||
informant3 |
[a=j] Bajij doet. [/a]
ba j ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=230] zie vorige vraag [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Bajendoet. [/a]
ba j en doet |
tagging | ||
commentaar | tegenstrijdige antwoorden; zie ook onder vraag 232, waar neejendoet betekent dat de persoon inderdaad niet gaat komen. | |||
informant3 |
[a] En doet niet he. Bahij doet he. [/a]
ba hij |
|||
veldwerker | [v=232] toetoet? [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Toetoet ij za wel komen. [/a]
t oet t oet |
tagging | ||
veldwerker | [v] Hij zal nie komen en ik gaan inderdaad nie komen. [/v] | |||
informant1 |
[a] neejendoet. [/a]
nee j en doet |
|||
veldwerker | [v=226] Hij slaapt al zeker. [/v] | |||
informant3 |
[a=j] Jahijndoet hij slaapt niet he. [/a]
ja hij n doet |
tagging | ||
informant2 |
[a=j] bajendoet hij slaaptij nie meer. [/a]
ba j en doet slaapt ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=228] en als hij wel slaapt? [/v] | |||
informant3 |
[a=j] bah toet. [/a]
t oet |
tagging | ||
informant2 |
[a=j] bah toet hij slaap nog. [/a]
t oet |
tagging | ||
veldwerker | [v=244] Slaapt hij? Zoude dan iets kunne zeggen als toetoet? [/v] | |||
informant3 | [a=n] nee. jaaj. [/a] | |||
veldwerker |
[v=243] ja hijndoet en zo? [/v]
hij n doet |
|||
informant2 | [a=n] nee nee nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=245] Ge meugt die lamp he _ ge meug ze proberen aansteken maar branden doesse nie meer. [/v] | |||
informant3 |
[a=j] Brannen doesse nie meer he. [/a]
doe se |
tagging | ||
veldwerker | [v] Die lamp doe nie meer brannen. [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee nee nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=248] Ik doe wel ne keer die tassen afwassen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant3 | [a] _ va wien da zij moeder _ [/a] | |||
informant2 | [a] De jongn va wien dat de moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en de jongen die zijn moeder gisteren hertrouwd is. [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | de vrouw van informant één mengt zich later in het gesprek met de mededeling dat deze vorm voor haar wel kan; ze is van een kilometer of tien verderop. De informanten rond de tafel blijven echter ontkennen. | ||
veldwerker | [v] of de jongen da zijn moeder gisteren hertrouwd is? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=250] De bank waar z op zaten was juist geverfd. [/v] | |||
informant2 |
[a] De bank waar danz op _ waar danze op zaten _ [/a]
dan z dan ze |
tagging | ||
informant1 |
[a] _ waar danz op zaten was juist geverfd. [/a]
dan z |
|||
veldwerker | [v] en waar op danze zaten? [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=253] De zondag gingen we me heel de familie naar de zee wa da heel plezierig was. [/v] | |||
informant1 | [a] Zondag gingewe me geheel de familie naar de zee _ [/a] | |||
informant2 | [a] da geheel leutig was _ wat da geheel leutig was. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=255] In t dorp waar ik woon staat een oud kerksken. [/v] | |||
informant2 |
[a] In t dorp waar dakik wone _ [/a]
da k ik |
|||
informant2 |
[a] staatere een ou kerke_ staater een ou kerskn. [/a]
staat ere staat er |
|||
veldwerker | [v=256] Op dn dag da w aankwamen regendeget. [/v] | |||
informant1 |
[a] Dn dag danwe toekwamen regendeget. [/a]
dan we |
tagging | ||
veldwerker | [v=257] Da s iets wa heel schoon is. [/v] | |||
informant2 | [a] Da s iets da geheel schoon is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en da s iets die geheel schoon is. [/v] | |||
informant3 | [a] nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=259] Wie geld eet moet mij maar wa geven. [/v] | |||
informant3 |
[a] Wie dater geld eet moe mij maar wa geven. [/a]
dat er |
tagging | ||
veldwerker | [v] en die geld eet moet mij maar wa geven? [/v] | |||
informant3 | [a] nee [/a] | |||
informant3 |
[a] dienen dater geld eet moe mij maar wa geven. [/a]
dat er |
tagging | ||
veldwerker | [v=260] Wa peisje wie dak in t stad gezien e? [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Wie peisde dak in t stad gezien e? [/a]
peis de da k |
tagging | ||
veldwerker | [v=262] Wie peisde wie dak in t stad gezien en? [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Wie peisde dak in t stad gezien e? [/a]
peis de da k |
tagging | ||
veldwerker |
[v=266] Wie peisde diek in t stad gezien e? [/v]
peis de die k |
|||
informant2 |
[a=n] nee dak. [/a]
da k |
|||
veldwerker | [v=261] Wa peisde hoe da ze t opgelost ein? [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Hoe peisde danzet op gelost en. [/a]
peis de dan ze t |
tagging | ||
veldwerker | [v=265] Hoe peisde hoe da ze t opgelost ein? [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant1 | [a] Marie trokt de sarze naar eur. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=296] Zoutij da gedaan hebbe gekund. [/v] | |||
informant3 |
[a=n] Zoute da keunn gedaan en? [/a]
zout e |
|||
veldwerker | [v=297] Zoutij da gedaan gekund en? [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=308] Zoutij ein kunnen doen? [/v] | |||
informant3 |
[a] Zoutij da kunn doen en he? [/a]
zout ij |
|||
veldwerker | [v=502] Marie zit patatten en schillen. [/v] | |||
informant3 | [a=n] _ zit aardappels te schillen. [/a] | |||
veldwerker | [v=309] Ik heb geen goeste en voeren de koeien. [/v] | |||
informant2 | [a=n] k en e geen goeste om de koeien eten te geven. [/a] | |||
informant3 | [a] _ voor de koeien he _ [/a] | |||
veldwerker | [v=316] De politie zou bij em komen en pakken hem mee.[/v] | |||
informant3 | [a=n] De politie zou bij em komen en em meepakn. [/a] | |||
veldwerker | [v=317] Marie al haar koeien zijn verdronken bij d overstroming. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Marie al eur _ al eur koeien zijn verdronken bij de overstrominge ja. Marie al eur koeien. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=319] Dit peisik nie aan. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Dor peisek nie op. [/a]
peis ek |
|||
veldwerker | [v=321] Die rare gast ek mee naar de markt geweest. [/v] | |||
informant3 |
[a=n] Me tien aardigaard ek nor de markt geweest. [/a]
e k |
|||
veldwerker | [v=322] Ik heb al d eerste drie sommen gemaakt. De welke eddegij gemaakt? [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Ik e al d eerste drie sommen gemaakt. Wekken eëgij _ wekken eëgij gemaakt. [/a]
e e gij e e gij |
|||
veldwerker | [v=323] De waveure eddegij al weggedaan? [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Waveurene eëgij al weg gedaan? [/v]
e e gij |
tagging | ||
veldwerker | [v] zoude daar een de voor kunne zetten? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker |
[v=324] De zulke zouk nie durven opeten. [/v]
zou k op eten |
|||
informant2 |
[a=n] Zukkene zouk nie durven op eten. [/a]
zukken ne zou k |
|||
veldwerker | [v] en nie de zukkene? [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee nee nee nee nee [/a] | |||
veldwerker |
[v=325] De die zouk nie durven opeten. [/v]
zou k op eten |
|||
informant2 |
[a=j] De die zouk nie durven op eten. [/a]
zou k |
tagging | ||
veldwerker | [v=327] Gaan haalt die bestellinge maar ne keer op. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Gaan haalt die bestellinge maar ne keer. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] komen eet maar. [/v] | |||
informant1 | [a] kom maar eten. [/a] | |||
veldwerker | [v=329] Ik zeg k geloof deze gast vinnez allemaal wel nen braven. [/v] | |||
informant2 | [a=n] da klop gelijk niet. Alles aan mallekaar dare. [/a] | |||
informant3 |
[a=n] k gelove wel danze die gast allemaal nen braven vinnen. [/a]
dan ze |
|||
veldwerker | [v=347] Ik weet datij is gaan zwemmen. [/v] | |||
informant3 | [a=n] ga zwemm is. [/a] | |||
veldwerker | [v] zie vorige vraag [/v] | |||
informant1 |
[a=j] k weet datij go zwemm is. [/a]
dat ij |
|||
veldwerker | [v=875] k weet datij weeste zwemm is. [/v] | |||
informant3 |
[a] _ datij weeste zwemn eet he. [/a]
dat ij |
|||
informant2 |
[a] k wete datij weeste zwemn eet. [/a]
dat ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=353] Wilde nog koffie he? [/v] | |||
informant2 | [a=j] jaak. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=354] Gase dansen? [/v] | zie ook nagesprek | ||
informant3 | [a=j] jaas. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=355] EInz al gegeten? [/v] | |||
informant1 | [a=j] jaans. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a=j] jaans. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=356] Staat da huis te koop? [/v] | zie ook nagesprek | ||
informant2 | [a=j] jaat. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [n] [v=354] Ze gaat toch zeker nie gaan dansen? [/v] | |||
informant3 | [a] bazedoet. [/a] | tagging | ||
commentaar | vormen met en zonder negatiepartikel worden door elkaar gebruikt | |||
informant1 | [a] basendoet. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] bazedoet. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=356] zo ne vorm als jase of neete da s nie bekend? [/v] | |||
informant3 | [a] jaate en neente. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] waar zoude da dan wel kunne zeggen? [/v] | |||
commentaar | n.v.t.; informanten zoeken lange tijd naar een voorbeeld, maar vinden er niet zo onmiddeling één. Voorbeeldzin uit het Eekloos woordenboek: 'da s nie waar' - 'jaate'. [/n] | |||
veldwerker | [v=357] Dr kom morgen iemand af. [/v] | |||
informant3 | [a=j] wien dadde? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=358] k peis datr iemand de koekskes opgegeten eet maar k weet nie wie dadde. [/v] | |||
informant2 | [a=n] mo k weet nie wiene. [/a] | |||
veldwerker | [v=359] Me zulk weer ge kun nie veel doen. [/v] | |||
informant3 |
[a=n] Mee zukke weer kunde nie vele doen. [/a]
kun de |
|||
veldwerker | [v=363] Gij ga naar de voetbal kijken met ik. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Gij ga naar de voetbal ga kijken me mij. [/a] | |||
veldwerker | [v=364] Istn dood? [/v] | |||
informant3 |
[a=n] Istij dood? [/a]
ist ij |
|||
veldwerker | [v] en en is dood ook nie? [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=368] Me hij te werken moestzezij geheel den dag thuis blijven. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Me hij te werken moestzezij geheel den dag thuis blijven. [/a]
moest ze zij |
tagging | ||
veldwerker | [v] en me hem te werken? [/v] | |||
informant3 | [a] me hij te werken. [/a] | |||
veldwerker | [v=369] Me het te sneeuwen kosteme de stad nie uit. [/v] | |||
informant1 | [a] Met de sneeuw kosteme nie uit _ [/a] | |||
informant2 |
[a] Metdat sneeuwdige kosteme nie uit de stad. [/a]
met dat koste me |
|||
informant3 | [a] maar de stad niet uit gaan ze nie _ [/a] | |||
informant3 |
[a] _ kostem uit de stad nie. [/a]
koste m |
|||
informant2 | [a] ja mo da s al een beetje te beschaafd. [/a] | |||
veldwerker | [v=370] Da s de vent die ze geroepen en. [/v] | |||
informant2 | [a] Da s de vent die ze geroepen en. [/a] | tagging | ||
informant3 |
[a] _ dienze geropen en. [/a]
dien ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] en danze geroepen en. [/v] | |||
informant2 |
[a] _ de vent dienze geroepen en. [/a]
dien ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=371] Da s de vent die t verhaal verteld eet. [/v] | |||
informant3 |
[a] Da s de vent diet _ diet verhaal verteld eet. [/a]
die t die t |
tagging | ||
veldwerker | [v] zoude daar nen dat kunne zeggen? [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=372] Da s de vent diek peis dat verhaal verteld eet. [/v] | |||
informant3 |
[a] Da s de vent diek peize _ [/a]
die k |
tagging | ||
informant2 |
[a] _ diek peize dat verhaal verteld eet. [/a]
die k |
tagging | ||
veldwerker | [v] en da s de vent dak peize? [/v] | |||
informant2 |
[a] Da s de vent diek peize diet verhaal verteld eet. [/a]
die k die t |
tagging | ||
veldwerker | [v] mo k peis dage dn eerste keer gezeed et da s de vent diek peize dat verhaal verteld eet. [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee nee [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] Da s de vent diek peize diet verhaal verteld eet. [/a]
die k die t |
tagging | ||
informant3 | [a] ja [/a] | |||
veldwerker | [v=373] Da s de man diek peize dasse geroepen en. [/v] | |||
informant3 |
[a] _ diek peize danze geropen en ja. [/a]
die k dan ze |
tagging | ||
informant1 |
[a] Da s de vent diek peize danze geropen en. [/a]
die k dan ze |
tagging | ||
veldwerker | [v] dus de vent diek peize dienze geroepen en? [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=387] Wanneer gaatr ooit vrede zijn in geheel de wereld? [/v] | |||
informant2 | [a=n] nooit. [/a] | |||
veldwerker | [v] en nooit nie. [/v] | |||
informant2 | [a=n] nooit. Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=388] Wie eetr den auto meegepakt? [/v] | |||
informant2 | [a=n] ah niemand. [/a] | |||
informant3 | [a=n] ah niemand he. [/a] | |||
veldwerker | [v] en niemand nie? [/v] | |||
informant1 |
[a=n] niemand nie da zeggewij nooit he. [/a]
zegge wij |
|||
informant1 | [a] die nie dat doen wij dr nooit nie bij he. [/a] | ontbreken van negatiecongruentie geldt dus alleen voor deze bepaalde omgeving | ||
veldwerker | [v=389] Waar groeitr geld aan de bomen? [/v] | |||
informant2 | [a=n] nieverst. [/a] | |||
informant2 | [a=n] of nieverans ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] maar in elk geval genen nieveranstnie? [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee nee. Diene nie dr nie bij nooit. [/a] | |||
veldwerker | [v=390] Wa isser rond en vierkant tegelijk? [/v] | |||
informant3 | [a=n] niets. [/a] | |||
veldwerker | [v=391] Welke koeien eetij gemolken? [/v] | |||
informant3 | [a=n] gene. [/a] | |||
veldwerker | [v=393] Nie vertellen dadde ne cadeau voor em gekocht et zen. [/v] | |||
informant2 |
[a] Nie vertellen dade ne cadeau gekocht et voor em zulle. [/a]
da de |
tagging | ||
veldwerker | [v=395] Geloofde nie datij gevallen eet? [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Geloofde nie datij gevallen eet? [/a]
geloof de dat ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=397] t schijnt dasse niets mag eten. [/v] | |||
informant2 |
[a] t schijnt dasse niets meug etn. [/a]
da se |
tagging | ||
informant1 | [a] _ niets meugen eten. [/a] | |||
informant1 | [a] t schijnt da Marie niet meugen eten. [/a] | |||
veldwerker | [v] en da schijnt dasse niet mag eten? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=398] Ze schijn niets te mogen eten. [/v] | |||
informant2 |
[a] t schijnt datse niets meug eten. [/a]
dat se |
tagging | ||
veldwerker | [v=399] Wendy probeerde van niemand gene zeer te doen. [/v] | |||
informant1 | [a=j] Wendy probeerdege van niemand gee zere te doen. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a=j] _ probeerdege niemand gee zere te doen. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a=j] Ze probeerdege vur niemand gee zere te doen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] maar den om is blijkbaar _ [/v] | |||
informant3 | [a] voor is dat daar in da geval wel. [/a] | |||
veldwerker | [v=400] t beloof weer ne schonen dag te worren. [/v] | tagging | ||
informant1 | [a=j] t beloof van ne schonen dag te worren. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] ook veur daar? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v] om? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v] en zonder iets? [/v] | |||
informant2 | [a] da wordt ook gezeid. [/a] | |||
veldwerker | [v=401] t is misschien beter om nog efkes te wachten. [/v] | |||
informant2 | [a=j] T is misschien nog beter van een beetjen te wachten. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en voor een beetjen te wachten? [/v] | |||
informant1 | [a] T is beter van nog een beetjen te wachten. [/a] | |||
veldwerker | [v] om een beetjen te wachten? [/v] | |||
informant2 | [a] Nee. T is beter van een beetje te wachten. [/a] | |||
veldwerker | [v] en zonder iets? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=402] W hadden t geluk van em direct were te vinnen. [/v] | |||
informant2 | [a] Wur hadden t geluk van em sebiet _ sebiet were te vinn. [/a] | merkwaardige vorm van pronomen eerste meervoud | tagging | |
veldwerker | [v] daar nen om mogelijk? [v] | tagging | ||
informant2 | [a] nee nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v] voor? [/v] | |||
informant3 | [a] van em direct were te vinn. [/a] | |||
veldwerker | [v] en w hadden t geluk em direct were te vinnen? [/v] | |||
informant2 | [a] nee [/a] | |||
veldwerker |
[v=403] T lijk wel of dater iemand in den hof staat. [/v]
dat er |
|||
informant2 |
[a] T is juist gelijk of dater iemand in den hof staat. [/a]
dat er |
tagging | ||
veldwerker | [v=417] Misschien gaktekik wel krijgen. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Misschien gatekik wel krijgen. [/a]
gaat ek ik |
tagging | ||
veldwerker | [v=418] Durfdergij op duwen? [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Durfdergij op duwen? [/a]
durf de er gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=419] Durfdemgij uit nodigen? [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Durfdegij em uit nodigen? [/a]
durf de gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=420] Durfdezegij uit nodigen. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Durfdezegij uit nodigen? [/a]
durf de ze gij |
tagging | ||
veldwerker | [v] kan da zowel meervoudig als vrouwelijk zijn? [/v] | |||
informant2 | [a] jaat. Da kan op de twee en slaan. [/a] | ik twijfel of de 'en' er staat; je zou ze in elk geval daar niet verwachten. | tagging | |
veldwerker | [v=421] Istjij Pol hier geweest? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Is Pol ier geweest? [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a=j] Istijt Pol ier geweest? [/a]
ist ij t |
tagging | ||
veldwerker | [v=422] Hoe eetjij Pol dat opgelost? [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Hoe eetijt Pol dad opgelost? [/a]
eet ij t |
tagging | ||
veldwerker | [v=423] Eddemegij dien brief opgestuurd? [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Eddegij mij dien brief opgestuurd? [/a]
e de gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=424] Ik heb hem het gegeven. [/v] | |||
informant3 | [a=n] k en t em gegeven. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=425] Ze leef zij op water en brood van de week. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Ze leefsij op water en brood van de weke. [/a]
leef sij |
tagging | ||
veldwerker |
[v] en ze leefzezij? [/v]
leef ze zij |
|||
informant2 |
[a] neeneen. Ze leefsij op water en brood. [/a]
leef sij |
tagging | ||
veldwerker |
[v] en aster nen en tussen komt? [/v]
as ter |
|||
informant2 |
[a] Ze leefsij op water en brood. [/a]
leef sij |
tagging | ||
veldwerker | [v=426] Marie ee zij daar niets mee te maken. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Marie eetijt _ eetijt dor niets mee te maken. [/a]
eet ij t eet ij t |
tagging | ||
veldwerker | [v=427] We zijn wij daar nog nooit geweest. [/v] | |||
informant3 |
[a=j] Me zijme daar nog nooit geweest. [/a]
zij me |
tagging | ||
commentaar | twee keer verbaal affix me | |||
informant2 |
[a=j] We zijme dor nog nooit geweest. [/a]
zij me |
tagging | ||
informant3 |
[a=j] Wij zijme daar nog nooit _ [/a]
zij me |
tagging | ||
informant2 | [a=j] We zijn wij daar nog nooit geweest. [/a] | tagging | ||
informant1 |
[a=j] We zijmewulder daar nog nooit geweest. [/a]
zij me wulder |
drievoudig subject | tagging | |
veldwerker | [v=428] Marie zee damewulder zulle winnen. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Marie zeit damewulder gaan winn. [/a]
da me wulder |
tagging | ||
veldwerker | [v=429] Hij kan hij dor ook nbiets aan doen. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] E keuntij dr ook niets aan doen. [/a]
keunt ij |
tagging | ||
informant3 |
[a=j] E keuntij dr ook niets aan doen. [/a]
keunt ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=430] Ik denk datjij morgen ook komt. [/a] | |||
informant1 |
[a=n] k peize datij morgen ook komt. [/a]
dat ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=453] Z ein geweest naar de markt. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Z ein nor de markt geweest. [/a] | |||
veldwerker | [v=459] Hij eet dn bal gesmeten in de mand. [/v] | |||
informant1 | [a=n] E eet dn bal in de mande gesmeten. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=463] En hij eet den bezem geveegd helemaal kapot. [/v] | |||
informant2 | [a=n] IJ eed _ ij eet dus den borstel helemaal kapot gevaagd. [/a] | |||
veldwerker | [v=474] T en was maar juist goe genoeg. [/v] | |||
informant1 | [a=n] T waar maar juist goe genoeg. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a=j] t en waar gaat ook. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=472] En ee Richard gebeld. [/v] | |||
informant3 | [a=n] Ee Richard gebeld? [/a] | |||
veldwerker | [v=473] En past op! [/v] | |||
informant1 | [a=n] Past op. [/a] | |||
veldwerker | [v=485] Zalekik vandenavond koken? [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ja ja. Doe maar. [/a] | |||
veldwerker | [v=486] Da boek beloof mij dache nooit nie meer zult wegsteken. [/v] | |||
informant1 |
[a=n] da keutij _ da zeggewij niet. [/a]
keut ij zegge wij |
|||
informant2 |
[a] Dienen boek moeë mij beloven dahem nooit mee ga weg steken. [/a]
moe e da he m |
|||
veldwerker |
[v=487] Wa zeg mij dadde gekocht et? [/v]
dad e |
|||
informant2 |
[a=n] Wa zegdegij mij dae gekocht et? [/a]
zeg de gij da e |
|||
veldwerker | [v=492] Hij is passeerde weke deur dokter Mertens geopereerd. [/v] | |||
informant1 | [a] Hij is passeerde weke deur dn dokter Mertens geopereerd. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Hij is verlede weke van dokter _ van dn dokter Mertens. Nie door. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Hij is geopereerd geweest ja. [/a] | mogelijkheid 'geworden' bevraagd onder volgende vraag (antwoord 'neen') | ||
veldwerker | [v=493] Hij wor morgen door dokter Mertens geopereerd. [/v] | |||
informant2 | [a] Hij wor morgen van dokter Mertens geopereerd. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] maar wij zoun wel zeggen deur meer. [/a] | |||
informant1 | [a] t is van dn dokter. [/a] | |||
veldwerker | [v] Hij is geopereerd geworden? [/v] | |||
informant2 |
[a] Diene geworden doeme nie bij. [/a]
doe me |
|||
veldwerker | [v=494] Ik vin da Jan beter dn dokter kost geroepen en. [/v] | |||
informant2 | [a] _ da Jan beter dn dokter zoun geropen en. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en ik vin da Jan beter dn dokter had kunn roepn? [/v] | |||
informant3 | [a] _ zou kunn roepn en. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=497] Hij is al t kapot gerief aan t weg smijten. [/v] | |||
informant1 | [a] IJ is al t kapot _ t kapot gerief aan t weg smijten. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en t kapot gerief weg aan t smijten. [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v] Is weg aan t smijten volledig verkeerd of _ ? [/v] | |||
informant3 | [a] weg aan t smijten. Nee. [/a] | ik denk dat hiermee bedoeld wordt dat de vorm niet helemaal afgekeurd wordt, hoewel ze toch de eerste vorm blijven herhalen. | ||
veldwerker | [v=517] Robert eet drie groen appels en Marie eetr drie rooie. [/v] | |||
informant3 | [a=n] Robert eet drie groen appels en Marie eet drie rooie. [/a] | |||
veldwerker | [v] en Marie eetr drie rooie? [/v] | |||
informant2 | [a=n] nee [/a] | |||
veldwerker | [v=412] Dr waren veel mensen op de feest. [/v] | |||
informant2 | [a] t ware veel mensn op de feeste. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=413] Waren dr veel mensn op t feest? [/v] | |||
informant1 | [a] Waren dr veel mensen op de feeste. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=520] Wa veur boeken edde gekocht? [/v] | |||
informant2 |
[a] Wakken boeken ehe gekocht? [/a]
e he |
discrepantie met eerdere vraag waar 'waveuren' wél voorkwam | tagging | |
veldwerker | [v=524] Wie edde gezien? [/v] | |||
informant2 |
[a] Wien ehe gezien? [/a]
e he |
tagging | ||
veldwerker | [v=526] Wie eetr u op de kermis gezien. [/v] | |||
informant2 |
[a] Wien eeter ui op de kermis gezien? [/a]
eet er |
tagging | ||
veldwerker | [v] zoude daar die er kunne weglaten. [/v] | |||
informant2 | [a] nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=530] Marie zei dagij Piet nen boek et proberen te verkopen. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] _ daegij geprobeerd et om nen boek te verkopen. [/a]
da e gij |
|||
veldwerker | [v] Vinde dit goe? Marie zei dage da proberen doen et. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Marie zegt daegij da geprobeerd et. [/a]
da e gij |
|||
informant2 |
[a] Marie zegt dasse da proberen oplossen eet. [/a]
da se op lossen |
|||
veldwerker | [v] en Marie zei da gij Piet nen boek probere verkopen et. Da blijkt dan niet te kunn. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] T en is nie slecht maar in t Eekloos passet nie zo gemakkelijk om et te formuleren in diene zin. [/a]
pas et |
|||
informant1 |
[a=j] Marie zegt dae Piet nen boek probeern verkoopn et. [/a]
da e |
tagging | ||
veldwerker | [v=531] Wim dacht dak Els had geprobeerd ne cadeau te geven. [/v] | |||
informant1 |
[a] Wim peisde dak Els geprobeerd e ne cadeau te geven. [/a]
da k |
|||
informant2 |
[a=j] _ datij Els geprobeerd eet ne cadeau te verkopen. [/a]
dat ij |
tagging | ||
veldwerker |
[v=532] Karel weet dagij geprobeerd et Marie nen boek te verkopen. [/v]
da gij |
|||
informant1 |
[a=j] Karel weet daegij geprobeerd et om Marie nen boek te verkopen. [/a]
da e gij |
tagging | ||
veldwerker | [v] en kunde ook die om weglaten? [/v] | |||
informant1 | [a=j] jaat. [/a] | |||
informant2 |
[a=j] ja da meugd ook. [/a]
meug d |
|||
veldwerker | [v=336] In dienn tijd leefdeken drop los. [/v] | |||
informant2 |
[a] _ leefdegeker op los. [/a]
leefdege k er |
tagging | ||
veldwerker | [v] leefdegeker of leefdegeken? [/v] | |||
informant1 |
[a] leefdegeker. [/a]
leefdege k er |
|||
veldwerker | [v=337] Vroeger leefdenij as een beest. [/v] | |||
informant2 |
[a] Vroeger leefdegij gelijk een beest. [/a]
leefdeg ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=338] Daar leefdewij gelijk god in Frankrijk. [/v] | |||
informant2 |
[a] Doar leefdegeme gelijk god i Frankrijk. [/a]
leefdege me |
tagging | ||
veldwerker | [v=339] Niemand mag et zien dus k vin da gij t ook nie meugt zien. [/v] | |||
informant1 |
[a] Niemand meug et zien. K vinne daetgij ook nie meuge zien. [/a]
da et gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=345] Jaren geleden leefde jij als ne kluizenaar. [/v] | |||
informant2 |
[a] Jaren geleden leefdegegij gelijk ne kluizenaar. [/a]
leefdege gij |
tagging | ||
veldwerker | [v=408] Op dit feest wordtr veel gedanst. [/v] | |||
informant2 |
[a=j] Op die feest wordter vele gedanst. [/a]
wordt er |
tagging | ||
veldwerker | [v] en kunde die er weglaten? [/v] | |||
informant2 | [a=j] nee nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=409] Nu wordtr alleen nog maar brood verkocht in die winkel. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Nu wordter juist nog maar brood verkocht in diene winkel.
wordt er |
tagging | ||
veldwerker | [v] en ook met de er? [/v] | |||
informant2 | [a=j] nee nee nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=414] Gisteren stondr nen aardigaard in den hof. [/v] | |||
informant1 |
[a=j] Gisteren stonder nen aardigaard in den hof. [/a]
stond er |
tagging | ||
veldwerker | [v=442] Gisteren die is Jan hier geweest. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Gisteren ee Jan ier geweest. [/a] | |||
veldwerker | [n] [v=719] Erik wist zeker datijt Pol dr niks mee te maken had. [/v] | |||
informant1 |
[a] Erik wist zeker dater Pol niet mee te maken had. [/a]
dat er |
tagging | ||
commentaar | veel twijfel bij deze vraag; zie verder | |||
veldwerker | [v=000] Erik eetij da goe opgelost. [/v] | |||
informant3 | [a] Erik eet da goed opgelost. [/a] | |||
informant2 |
[a] Erik eetet da goed opge_ Da wor wel gezeid vroeger zulle. [/a]
eet et |
|||
veldwerker | terug i.v.m. vorige vraag | |||
informant1 |
[a] _ datijt Pol dr niet mee te maken had. [/a]
dat ij t |
tagging | ||
informant2 | [a] t past beter in dien andere zin dien tijt. [/a] | |||
veldwerker | [v=000] Gotijt Marie morgen ook mee? [/v] | |||
informant2 |
[a] Gotijt Marie morge mee? [/v]
got ij t |
tagging | ||
veldwerker | [v=000] Gontijt Toon en Dirk da erg vinnen? [/v] | |||
informant2 |
[a] Gontijt Pol en Dirk dad erg vinn. [/a]
gon tijt |
tagging | ||
veldwerker | [v=000] Toon dacht datijt Marie overal wel iemand kenden. [/v] | |||
informant2 | [a] dor al ietske minder peisik. [/a] | informant twee heeft last met de voorkomens na een voegwoord | ||
veldwerker | [v=000] We go zeker winn zeise Marie. [/v] | |||
informant2 | [a] We gome zeker winn zei Marie. [/a] | tagging | ||
informant1 |
[a] zeitijt Marie dame ginge winn. [/a]
zeit tijt |
tagging | ||
informant2 | [a] ja tans wel. [/a] | |||
veldwerker | [v=000] Woontet die vent nog altijd in ulder straat? [/v] | |||
informant1 |
[a] Woontet diene vent _ [/a]
woont et |
tagging | ||
veldwerker | [v=717] Istet da onweer ier ook al gepasseerd. [/v] | |||
informant2 |
[a] Istijt dat onweer hier ook gepasseerd ja. [/a]
ist tijt |
tagging | ||
veldwerker | [v=000] Istijt die vent nu al getrouwd of nie? [/v] | |||
informant2 |
[a] Istet die vent al getrouwd of niet? [/a]
is et |
tagging | ||
veldwerker | [v=000] Eetijt hier ne man gewoond of een vrouw? [/v] | |||
informant2 |
[a] eeteretier ne man gewoond of een vrouw? [/a]
eet er et ier |
|||
informant2 |
[a] t is eetrtijt [/a]
eet er tijt |
tagging | ||
veldwerker | [v=000] Dr istet ier niemand geweest. [/v] | |||
informant2 |
[a] Dr istet ier niemand geweest. [/a]
is et |
tagging | ||
informant3 |
[a] t en eetet ier niemand geweest. [/a]
ee et |
tagging | ||
veldwerker | [v=000] Eetet gesneeuwd? [/v] | |||
informant2 | [a] Ee t gesneeuwd? [/a] | |||
informant2 |
[a] Eetet ier gisteren gesneeuwd? [/a]
eet et |
|||
informant1 |
[a] Eetet gisteren gesneeuwd? [/a]
eet et |
tagging | ||
veldwerker | [v=000] T istet helemaal nie moeilijk. [/v] | |||
informant2 |
[a] t istet helemaal nie moeilijk. [/a]
is tet |
tagging | ||
veldwerker | [v=864] Ze wisten dasse waarschijnlijk s zondags moeste werken. [/v] | |||
informant3 |
[a] _ danze waarschijnlijk de zondag moeste werken he. [/a]
dan ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=865] Marie dacht da Bart e Jan da nie va plan waren. [/v] | |||
informant1 | [a] Marie peisdege da Jan en bart da nie va plan waren. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] _ dan Bart e Jan da nie van plan waren. [/a] | |||
veldwerker | [v=866] Erik zei dat die manne liever op café gingn. [/v] | |||
informant2 | [a] _ dan die die mannen _ mannen liever op café gingn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=867] Marie zei da alle manne liever op café gaan. [/v] | |||
informant1 | [a] Marie zeit dan alle venten _ alle mannen liever op café gaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=868] Iedereen weet da dieven geen eerlijke mensen zijn. [/v] | |||
informant2 | [a] Iedereen weet dan dieven geen eerlijke mensen zijn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=869] Piet zie dan dr ook dieven wonen in zijn straat. [/v] | |||
informant2 | [a] Piet zeit dan dr ook dieven _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=836] We en ga nie naar t school. [/v] | |||
informant2 | [a] Wen gaan nie naar t school. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] en men gaan nie? [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee nee. [/a] | kan betekenen dat de 'en' op 'we' eerder niet het negatiepartikel is of ook dat er geen twee clitische elementen kunnen verkomen voor de Pv. | ||
veldwerker | [v=837] Ge weet toch da t nie leutig en is. [/v] | |||
informant2 | [a] Ge weet toch da t nie leutig en is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=838] Da s iets da k nie en ken. [/v] | |||
informant2 | [a] Dad is iets da k nie en kenne. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=839] Hij en is veel slimmer dan dat r hij uit ziet. [/v] | 'en' op foute plaats afgevraagd | ||
informant1 | [a] _ slimmer dan datr hij uite ziete. [/a] | wat zijn de sjwa's? Is het eerste een negatiepartikel? | ||
veldwerker | [v=840] G en moet nie komen voor da k geschreven en. [/v] | 'en' op foute plaats afgevraagd | ||
informant2 | [a] Ge moe nie komen voor da k geschreven e. [/a] | |||
veldwerker | [v=841] k en e maar drie spekken. [/v] | |||
informant2 | [a] k en e maar drie spekken. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=842] As ge da nu nie en doet zulde later veel problemen krijgen. [/v] | |||
informant2 |
[a] As ge da nu nie en doet gae later vee problemen en. [/a]
ga e |
tagging | ||
veldwerker | [v=843] Om da Jan nie en komt moet ik nu alles zelf doen. [/v] | |||
informant1 | [a] Om da Jan nie en komt moe k alles zelf doen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=600] Past op da ge nie en valt. [/v] | |||
informant2 | [a] Past op da ge nie en valt. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=000] k en ben bang dat ij da verkeerd doet. [/v] | 'en' op foute plaats afgevraagd | ||
informant2 | [a] k zij benauwd ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=000] k en twijfel of dat ij da wel gaat doen. [/v] | 'en' op foute plaats afgevraagd | ||
informant3 |
[a] k twijfel of dat ij da wel gaan doen. [/a]
gaa n |
Ik twijfel aan de n op gaan; als die er staat kan ze infinitief-n zijn (zie elders) of negatiepartikel | tagging | |
veldwerker | [v=000] k en strij af da k da gezeed en. [/v] | 'en' op foute plaats afgevraagd | ||
informant2 | [a] k strij af ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=844] k e niemand nie gezien. [/v] | |||
informant2 | [a] k e niemand nie gezien. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=850] k geloof dak niemand nie gezien heb. [/v] | |||
informant2 | [a] k gelove da k niemand nie _ da k niemand gezien e. [/a] | |||
informant2 | [a] k geloof da k niemand nie gezien e. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=846] Niemand ee mij nie gezien. [/v] | |||
informant3 | [a] t en ee mij niemand nie gezien. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=847] k geloof da niemand mij nie gezien eet. [/v] | |||
informant1 |
[a] k geloof dater niemand mij gezien eet. [/a]
dat er |
|||
veldwerker | [v=848] Niemand ek nie gezien. [/v] | |||
informant2 | [a] nee nee nee [/a] | |||
veldwerker | [v=849] Niemand nie ek gezien. [/v] | |||
informant2 | [a] Nee. K e niemand nie gezien. [/a] | |||
veldwerker | [v=851] Ik geloof da niemand nie mij gezien eet. [/v] | |||
informant2 | [a] K geloof da niemand mij gezien eet. [/a] | |||
veldwerker | [v=845] k en e niemand nie gezien. [/v] | |||
informant2 | [a] k en e niemand nie gezien. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=000] k geloof datij niemand nie gezien en eet. [/v] | |||
informant2 | [a] k geloof dat ij niemand nie gezien eet. [/a] | |||
informant3 | [a] Dat ij niemand nie gezien en ee. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=852] Morgen gaak mij ne nieuwe velo kopen. [/v] | |||
informant1 |
[a] Morgen gaak mij ne nieuwe velo kopen. [/a]
gaa k |
tagging | ||
veldwerker | [v=853] k zal u al e pintjen besteln. [/v] | |||
informant2 | [a] k zal ui al e pintjen besteln ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=854] Als g in die winkel komt. Koop mij dan eens een gaezet alstublief. [/v] | |||
informant2 | [a] Koop mij ne keer _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=855] Ik e die boeken aan mijn broer gegeven en ij ee ze mij gekaft. [/v] | |||
informant1 | [a] k e die boeken aan mijn broer gegeven en ij ee ze mij gekaft. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=856] Mak mij ier ne stoel pakken? [/v] | |||
informant2 |
[a] Meuhek mij ier ne stoel pakken? [/a]
meug ek |
tagging | ||
veldwerker | [v=857] Allez komaan. Zind ons nog ne keer e lieken. [/v] | |||
informant3 | [a] Zing nog ne keer e liedje veur ons. [/a] | |||
veldwerker | [v=858] Wil ik u nog nen borrel inschenken. [/v] | |||
informant2 | [a] Wil ik ou nog nen druppel geve ja. [/a] | met verkeerd werkwoord vertaald | tagging | |
veldwerker | [v=859] k heb em de verkeerde sigaretten gekocht. [/v] | |||
informant3 | [a] k e em de verkeerde _ da s goed. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=860] Schrijf mij eens een briefken alstublief. [/v] | |||
informant2 | [a] Schrijf mij ne keer een briefke. [/a] | geen ondubbelzinnige benefactief. | tagging | |
veldwerker | [v=861] Mij vader ee mij nen assenbak gemaakt. [/v] | |||
informant1 | [a] Mij vader ee mij ne cendrier gemaakt. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=862] Loop mij ne keer naar de winkel om een brood of twee. [/v] | |||
informant1 | [a] Loop mij ne keer nor de winkel veur _ om een brood of twee. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=863] Allez Jan haal mijnheer pastoor eens ne stoel. [/v] | |||
informant2 | [a] Pak ne keer ne stoel veur de pastoor. [/a] | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant1 | k zijnteketik. | |||
informant2 | k zijnteketik. | |||
informant1 | k zijntetekik. | |||
veldwerker | zoude kunne zeggen k zijketik? | |||
informant2 | nee nee nee | |||
informant2 | danze nie moeten naar veure komn. | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant2 | Waarschoot died hier maaren juist nevest ligt he | |||
informant2 | in Maldegems | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant2 | Edde gij geen Urselse roots. Jaag he. | |||
informant2 | eetet ou vader nooit een beetjen Ursels geklapt. | |||
informant2 | dus vader zijnen invloed waar kleine dorin | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant1 | ik zijk ook van den binnen | niet zeker van de k op zijk | ||
commentaar | invullen personalia | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant1 | we kwameme langst d autostrade | |||
commentaar | spontaan gesprek | |||
informant2 | jaant jaant jaant | |||
commentaar | spontaan gesprek [/n] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: die zijn moeder diet |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: die zijn moeder |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: waar danz op |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. | |
600 | Pas op dat je niet en valt. | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: j |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
606 | Dat kan daar nie in nie | Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan rook nie meer. |
700 | K'zal (ek)ik het wel krijgen | Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM): |
komt voor
: j vorm: zaltekik |
701 | Ge weet gij d'r niks van. | Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727 |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
702 | Ge weet gullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
703 | Ze weten zullie d'r niks van. | Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM) |
komt voor
(1) : j komt voor (2): n |
707 | Eetr-ij(t) hier ne man gewoond of een vrouw. | Indien ja: vorm (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
708 | 't Is ij/ tet al lang geleden. | Indien ja: vorm (invullen bij VORM); Indien nee: ga verder met 712; indien ja: ga verder met 709. |
komt voor
: n |
709 | Is tijt al lang geleden | ||
710 | Tijt is al lang geleden. | ||
711 | Heeft (er) ij(t) niemand mijn paraplu gezien? | ||
712 | Pol heeft-hij daar niets mee te maken | Gistel, Brugge, Menen, Torhout: met 'tet' of 'ie' opvragen; Indien ja: verdergaan ; Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: n |
713 | Marie en Pol hebben zij/ hij... daar niets mee te maken. | Vorm pronomen invullen bij VORM |
komt voor
: n |
714 | Dat kind heeft dat/ het/ hij/ ... daar niets mee te maken. | Vorm pronomen invullen bij VORM | |
715 | Niemand heeft-hij daar iets mee te maken. | Vorm pronomen invullen bij VORM | |
716 | Is-zij Marie hier al geweest? | Vorm pronomen invullen bij VORM | |
717 | Is-hij dat onweer hier al gepasseerd? | Vorm pronomen invullen bij VORM | |
718 | Zijn-zij Pol en Marie hier al geweest? | Vorm pronomen invullen bij VORM | |
719 | Erik wist dat-hij Pol dat niet zou weten. | Vorm pronomen invullen bij VORM | |
720 | Erik wist dat-zij Marie dat niet zou weten. | Vorm pronomen invullen bij VORM | |
721 | Erik wist dat-hij dat kindje dat niet zou weten. | Vorm pronomen invullen bij VORM | |
722 | Erik wist dat-zij Pol en Marie dat niet zouden weten. | Vorm pronomen invullen bij VORM | |
726 | Durfdetzegij vragen? | Indien geen (dubb) doorbreking subjecten met objectclitic: doorvragen naar 'durfetgij'. (invullen bij ANTWOORD 2); Indien ja in Oostkerke, Oostende, Hoek, Hulst, Oosteeklo, Poelkapelle, Herne: doorvragen naar 'durfdergij op duwen'. (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
(1) : n komt voor (2): j |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: ij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: mogemewulder |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wulder |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). | |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). | |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. | ||
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mallekaar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: em |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j vorm: ook tr |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: as iedereen |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: as een vrouw |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik ga |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gakikke |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gij gaat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaegij |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. | opmerking: geen beleefdheidsvorm |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ij gaat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaatij |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gase |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaet |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: wij game |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: game |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gulder gaat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaegulder |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij gaan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaanzezuldre |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: ga ne keer weg |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: k ginge |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingdegij |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ge ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingekikke |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingtij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingsezij |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: we gingeme |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: guldre gingt |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingdeguldre |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zuldre gingn |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingnzezuldre |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: n |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: n |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: j |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zijneigene |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut