• zoek
  • locaties
  • testzinnen
  • syntactische verschijnselen
  • mondelinge enquête
  •     zoek op data
  •     zoek op tags
  •     zoek op lemma's
  • telefonische enquête
  •     zoek op data
  • schriftelijke enquête
  •     zoek op data

  • ---

  • zoekresultaten
  • bibliografie
• kaarten
  • kaarten
  • karteer zoekresultaten
  • invoer Kloekenummers
  • atlas
• help
  • achtergrond
  • handleiding
  • atlascommentaar (Engels)
  •     deel I
  •     deel II

terug naar lijst met plaatsen

SAND-data Torhout (H116p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.	testzin	antwoorden
geen data schriftelijke enquête in Torhout

interview mondelinge enquête

spreker	tekst	commentaar
commentaar	Torhout (H116) ; GUV ; [meta][k]H116p[/k][i]781[/i][i]782[/i][i]783[/i][vw]GUV[/vw][/meta]
commentaar	personalia informanten
commentaar	spontaan gesprek
informant1	dajgie ga vragen stellen
commentaar	spontaan gesprek
informant3	en dat is e keer gefotokopieerd geweest
commentaar	spontaan gesprek
veldwerker	[v=018] Ze weet nie da Marie gisteren gestorven is. [/v]
informant3	[a] Ze wiste nie da ze gisteren dood is. [/a]		tagging
informant2	[a] Ze wiste nie of dasse doodgegaan is. [/a] da ze		tagging
informant2	[a] Ze wist nie da Marie gisteren doodgegaan is. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en zie en weet nie da Marie gisteren doodgegaan is. [/v]
informant2	[a] ze weet nie ze weet nie [/a]
informant3	[a] k peis dat da meer Poperings is. [/a]
veldwerker	[v=022] Dr wil niemand nie dansen. [/v]
informant2	[a=j] t wil niemand nie dansen. [/a]	meningsverschil met andere informanten. Uiteindelijk zegt ook informant twee dat de vorm heel zeldzaam is.	tagging
informant3	[a=n] Nie gebruikeme wieder nie voor den tweede keer. [/a] gebruike me
informant3	[a=n] Niemand wiltr dansen. [/a]
informant1	[a=n] t wil niemand dansen ja. [/a]
informant1	[a=n] die nie zeggeme wieder nie. [/a]
informant2	[a=j] Ik zeggen dat allez how. t wil niemand nie dansen. [/a]	meningsverschil met andere informanten. Uiteindelijk zegt ook informant twee dat de vorm heel zeldzaam is.
informant2	[a] t is geen geijkte term nee. k peis da ook nie. [/a]
veldwerker	[v=023] Els wil nie dansen en ze wil nie zingen ook nie. [/v]
informant1	[a] Els wil nie dansen en nie zingen. [/a]
informant3	[a=n] _ ze wil nie zingen ook. [/a]
informant1	[a=n] _ ze wil nie zingen ook. Ja. [/a]
informant1	[a=n] Die nie gamewieder dr nie bij zeggen. [/a]
informant3	k gontekik nie al zeggen we gon t ek ik
veldwerker	[v=025] Niemand eet da ooit gewild of gekunnen. [/v]
informant2	[a] t eet da nooit niemand hekunnen. [/a]		tagging
informant2	[a] T eet da nog nooit niemand hekund. [/a]
informant2	[a] t eet da nooit niemand ewild of gekund. [/a]		tagging
informant3	[a] gekunnen dat emme nie. Gekund he. [/a] en me
veldwerker	[v=026] Jan had geheel da brood wel willen opeten. [/v]
informant3	hoe dadde?
informant1	[a] Jan a heel da brood willen opeten. [/a]		tagging
informant1	[a] Jan a willen geheel da brood opeten. [/a]		tagging
informant2	eej en eet d occassie dervan gehad of euh.	negatiepartikel?
veldwerker	[v=027] Vertel maar nie zij had kunnen roepen. [/v]
informant3	[a] _ wien dazezie a kun roepen. [/a] da ze zie		tagging
informant2	[a] Vertel maar nie wien as ou kunnen roepen. [/a] a z		tagging
veldwerker	[v=028] Vertel mij eens ne keer wie azij a had kunnen roepen. [/v]
informant3	[a=j] _ wien dazezie a kun roepen. [/a] da ze zie		tagging
informant1	[a=j] Vertelt e keer wien dazezie a kunnen roepen. [/a] da ze zie		tagging
informant3	[a=j] oftewel wien daz a kunnen roepen aje dr geen nadruk op legt. [/a] da z a je
veldwerker	[v] of soms ook wien as a kunnen roepen? [/v]
informant1	[a] wien asse _ wien dasse a kunnen roepen. [/a] a ze da ze		tagging
veldwerker	[v=029] of wien os a kunnen roepen? [/v]
informant3	[a=n] wien das a kunnen roepen. [/a] da ze		tagging
veldwerker	[v] en zoud ook kunnen zeggen wien daze kunnen roepen a? [/v]
informant3	[a] nee [/a]
veldwerker	[v=035] Jan herinnert zich da verhaal wel. [/v]
informant2	[a] Jan weet da wel nog. [/a]
veldwerker	[v] Jan bukt zich. Hoe zoude da zeggen? [/v]
informant2	[a] Hij stuitegem. [/a] stuip tege hem
informant2	[a] Jan stuipt em. [/a]		tagging
informant1	aje wilt etwat oprapen. Allez stuipt e keer voor t op te rapen. a je	clusterdoorbreking met een pronomen (weliswaar geen persoonlijk) / verder blijkt 'stuipen' ook mogelijk zonder reflexivum
veldwerker	[v=036] Marie en Piet kijken naar mekaar voor de kerk. [/v]
informant3	[a] _ kijken naar mekare voor de kerke. [/a]		tagging
veldwerker	[v=037] Toon wast zich. [/v]
informant1	[a] Toon wast em. [/a]		tagging
informant2	[a] Toon wast em. [/a]
veldwerker	[v=038] Dn timmerman ee geen nagels bij zich. [/v]
informant3	[a] Ie ee geen nagels bij em. [/a]
informant1	[a] Dn timmerman ee geen nagels bij em. [/a]		tagging
veldwerker	[v=039] Fons zag een slang neffest zich. [/v]
informant2	[a] Fons zag een slange nevest em. [/a]		tagging
veldwerker	[v=040] Erik liet mij voor zich werken. [/v]
informant3	[a] _ liet me voor em werken. [/a]		tagging
informant2	[a] Erik liet mie voor em werken. [/a]
veldwerker	[v=041] Johanna liet zich meedrijven op de baren. [/v]
informant2	[a] _ liet eur meedrijven op de baren. [/a]		tagging
veldwerker	[v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v]
informant3	[a] Toon bekeek zezelven. [/a] ze zelven		tagging
informant2	[a] Toon keek naar zezelven in de spiegel. [/a]
veldwerker	[v=045] Eduard kent zichzelf goed. [/v]
informant2	[a] Warten kent zezelven goed. [/a]		tagging
veldwerker	[v] zeneigen? [/v]
informant3	[a] zezelven. [/a]
veldwerker	[v=046] Ward ee gehoord datr foto's van zichzelf in d etalage staan. [/v]
informant3	[a] Ward ee gehoord datr foto's van zezelven misschien _ of van em _ [/a]		tagging
informant2	[a] nee. van em. [/a]
informant1	[a] Jan ee ehoord dandr portretten van em in _ [/a] dan dr
informant2	[a] van hemzelve nie nee. t is van em. [/a]
veldwerker	[v=048] De sneeuw smelt zich in de zon. [/v]
informant3	[a] De sneeuw smelt in de zon. [/a]		tagging
veldwerker	[v=049] Ik heb mij daar goed geamuseerd. [/v]
informant2	[a] k e me daar geamuseerd we. [/a]		tagging
veldwerker	[v=050] Z ee zich nie geamuseerd op t bal. [/v]
informant1	[a] Z eet eur nie gejeund op den bal. [/a]		tagging
informant1	[a] eje gejeund? [/a]	werkwoord lijkt dus ook zonder reflexief mogelijk
veldwerker	[v=003] Ik denk da Marie ee proberen van em nen brief te schrijven. [/v]
informant3	[a=n] k peize da Marie ee geprobeerd van em nen brief te schrijven. [/a]		tagging
veldwerker	[v=005] Toen probeerdemege van droog thuis te geraken. [/v]
informant3	[a=n] Toen probeerdenme van droog thuis te geraken. [/a] probeerden me		tagging
veldwerker	[v=004] Toen probeerdekege van tomaten te kweken. [/v]
informant3	[a=n] Toen probeerdek _ [/a] probeerde k		tagging
veldwerker	[v=053] Als ik profijtig leef dan levik zoals da mijn ouders da willen. [/v]
informant3	[a] Ok profijtig leve zouk _ of gak leven gelijk of da mijn ouders da willen. [/a] o k zou k ga k		tagging
veldwerker	[v] en okik profijtig leve? [/v]
informant3	[a] Okik profijtig leve _ [/a] o k ik
veldwerker	[v] en onk profijtig leve? [/v]
informant3	[a] geen onk. [/a]
veldwerker	[v=055] Asij nog drie jaar leeft dan leeftij langer dan zijn vader. [/v]
informant3	[a] Otn nog drie jaar leeft _ [/a] ot n		tagging
informant2	[a] _ hij leeft dan langer dan ze vader. [/A]
informant2	[a] _ leeftn dan langer dan ze vader. [/a] leeft n		tagging
informant1	[a] oftewel of ze vader. [/a]		tagging
informant2	[a] dan ze vader. [/a]
veldwerker	[v] en otnie of otnem? [/v]
informant2	[a] otnem. ot em is. Otnie zeggen ze ook. [/a] ot n em o t ot n ie	otnem wordt later ontkend door alle drie de informanten
informant2	[a] Otnie nog drie jaar leeft _ [/a] ot n ie
informant2	[a] Otnie nog drie jaar leeft ee leeft dan langer of ze vader. [/a] ot n ie	inversieloze zin
veldwerker	[v] en otie nog drie jaar leeft? [/v]
informant2	[a] otie zeggen ze nie [/a]
veldwerker	[v=057] Asij zo gevaarlijk leeft dan leefse nie lang nie meer. [/v]
informant3	[a] Ossezie zo gevaarlijk leeft ga se nie lange leven of leeftse nie lange. [/a] o ze zie leeft ze		tagging
informant2	[a] Ossezie zo gevaarlijk leeft ze ga nie lang leven we. [/a] o ze zie	inversieloze zin	tagging
veldwerker	[v] zegde ze ga nie lange nie meer leven? [/v]
informant2	[a] ze ga nie lange meer leven. [/a]
informant3	[a] Osse _ zo leeft _ [/a] o ze
veldwerker	[v=059] Als t nu nog leeft dan levet morgen ook nog. [/v]
informant3	[a] Ot nu nog leeft levet morgen ook nog. [/a] o t leef et		tagging
informant2	[a] Ot nu nog leeft t ga morgent ook nog leven. [/a] o t	inversieloze zin	tagging
informant1	[a] _ gojet morgen ook nog leven. [/a] goj et	vreemde vorm; is de j fonologisch te verklaren?	tagging
veldwerker	[v] en otet nu nog leeft. [/v]
informant1	[a] ot nu nog leeft _ gojet morgen ook nog leven. [/a] o t goj et
veldwerker	[v] en otie nu nog leeft [/v]
informant2	[a] ot nu nog. et. [/a] o t
veldwerker	[v=061] Als gulder zo losbandig leeft dan leefde gulder nooit zo lang als ekik. [/v]
informant2	[a] A gieder zo losbandig leeft je ga nooit zo lange leven of ik we. [/a]	zin zonder subjectverdubbeling; wordt verderop bijgestuurd; inversieloze zin	tagging
informant2	[a] ojgiedieder [/a] o j giedieder		tagging
informant1	[a] ojgieder [/a] o j gieder		tagging
veldwerker	[v=063] Als ze voor ulder werk leven dan leve ze nie voor hun kinders. [/v]
informant2	[a] Osse voor under werk leven ze leven dan _ ze leven dan nie voor under joenges. [/a] o ze	inversieloze zin	tagging
veldwerker	[v] en ossezie? [/v]
informant3	[a] ossezieder blijft xxx [/a] o ze zieder
informant2	[a] in t meervoud wel he. Onzezieder. Maar ossezie. [/a] on ze zieder o ze zie
veldwerker	[v=067] As Rudy nog leeft dan leef Leo ook nog. [/v]
informant2	[a] O Rudy nog leeft dan leef Leon ook nog we. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en otie Rudy nog leeft _ [/v]
informant3	[a] O Rudy nog leeft _ [/a]		tagging
veldwerker	[v] of otet Rudy nog leeft _ [/v]
informant2	[a] O Rudy nog leeft _ [/a]		tagging
veldwerker	[v=068] Asge gie gezond leeft dan leefde langer. [/v]
informant3	[a] Oje gezond leef leef je langer. [/a] o je		tagging
informant1	[a] Ojgie smoort gaje nie lange leven. [/a] o j gie ga je		tagging
informant2	[a] Ojgie blijf smoren je ga nie lang leven. [/a] o j gie	inversieloze zin
veldwerker	[v=069] Astr zo weinig mensen van den boerenstiel leven dan levedr veel mensen van de fabriek. [/v]
informant2	[a] odr zo weinig mensen van de boerenstiel leven _ levedr vele van de fabriek. [/a] o dr leve dr		tagging
informant3	[a] _ levendr dan vele van de fabriek. [/a] leven dr
veldwerker	[v] zoude daar kunnen zeggen ondr? [/v]
informant3	[a] nie ondr. otr. [/a] ot dr
veldwerker	[v=070] Als Bart en Liesken in den hemel leven dan leven Marie en Frans in de hel. [/v]
informant3	[a] O Bart en Lieske _ [/a]		tagging
informant1	[a] in dn hemel leven. [/a]		tagging
informant1	[a] dan leven Marie _ ja dan leve Marie en _ in d hel. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en on Bart en Liesken in t paradijs leven. [/v]
informant3	[a] on _ nee. [/a]		tagging
informant2	[a] O Bart en Lieske _ [/a]		tagging
informant2	[a] maar od Annie. [/a]		tagging
veldwerker	[v=071] Als we sober leven dan leve we gelukkig. [/v]
informant3	[a] Omme sober leven leveme gelukkig. [/a] o me leve me		tagging
informant2	[a] Omme sober leven leveme gelukkig. [/a] o me leve me		tagging
informant3	[a] Ommewieder sober leven _ [/a] o me wieder		tagging
informant2	[a] O wiedre sober leven da ga je naar den hemel. [/a]	ontbreken van subjectverdubbeling is merkwaardig. informant twee herhaalt de 'o wiedre' nochtans enkele keren.	tagging
veldwerker	[v=072] Jan leef ne keer wa gezonder! [/v]
informant2	[a] leefd e keer e beetje _ een beetje gezonder! [/a]		tagging
informant3	[a] Leef ne keer een beetje gezonder! [/a]		tagging
informant2	[a] Leefd e keer e beetje gezonder! [/a]
veldwerker	[v=072] Kinders leef nu eens wa minder achterlijk! [/v]
informant1	[a] Leef gieder e keer e beetje _ [/a]
veldwerker	[v=075] k vin da iedereen moe kunnen zwemmen. [/v]
informant3	[a=j] k vin dad iedereen moe kunnen zwemmen. [/a]		tagging
informant2	[a=j] k vin dad iedereen moe kunnen zwemmen he. [/a]
veldwerker	[v=077] k vin dad iedereen moe zwemmen kunnen. [/v]
informant3	[a=n] nee [/a]
veldwerker	[v=080] k vin dad iedereen kunnen zwemmen moet. [/v]
informant1	[a=n] ook nie. nee [/a]
veldwerker	[v=082] k vin dad iedereen zwemmen kunnen moet. [/v]
informant3	[a=n] nee [/a]
veldwerker	[v=084] k vin dad iedereen zwemmen moe kunnen. [/v]
informant2	[a=n] nee [/a]
veldwerker	[n] [v=872] k peis datij nog zal moeten werekeren. [/v]
informant3	[a] _datn nog zal moeten were keren. [/a] dat n		tagging
informant2	[a] k peizen da(n?)k ga moeten were keren. [/a] k dan k	voegwoordvervoeging eerste enkelvoud???
veldwerker	[v=873] k peizen datn nog were ga moeten keren. [/v]
informant2	[a] Ik peizen datn nog ga moeten were keren. [/a] dat n		tagging
veldwerker	[a] Ik peizen datn nog ga were moeten keren. [/a]
informant3	[a] _ datn nog ga moeten were keren. [/a] [/n] dat n
veldwerker	[v=086] k weet da Eddy morgen wilt brood eten. [/v]
informant2	[a=n] k weten dat Eddy morgen brood wilt eten. [/a]
informant2	[a=j] k weten dat Eddy morgen wil brood eten. [/a]		tagging
veldwerker	[v=087] Eddy moet kunnen vroeg opstaan. [/v]
informant3	[a=n] Eddy moe vroeg kunnen opstaan. [/a]
informant2	[a] t is te zien waarom dat n moe kunnen vroeg opstaan. [/a]
informant2	[a] Eddy moe morgen kunnen vroeg opstaan. [/a]
veldwerker	[v=107] k weet da Hans mag nie komen. [/v]
informant3	[a=n] k weten dad Hans nie _ kan komen. [/a]
veldwerker	[v] dus k weten da Hans mag nie komen _ [/v]
informant2	[a=n] da wor nie gezeid. [/a]
veldwerker	[v=088] k weet da Jan moet een nieuwe schuur bouwen. [/v]
informant2	[a=n] k weten da Jan een nieuwe schuur moe bouwen. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en datn moet een nieuwe schuur bouwen? [/v]
informant2	[a=n] da wordt hier nie gezeid. [/a]	verderop komt het wel voor (nagesprek)
veldwerker	[v=093] k vin da Marie moet naar Jef bellen. [/v]
informant3	[a=n] k vin da Marie naar Jef moe bellen. [/a]
informant1	[a=j] Ik vin da Marie moe naar Jef bellen. [/a]		tagging
informant2	[a=j] Ik vin da Marie moet naar Jef bellen. [/a]
veldwerker	[n] [v=088] k weet da Jan moet een nieuwe schuur bouwen. [/v]
informant1	[a=j] k weten da Jan moet een nieuwe schuur bouwen. [/a]		tagging
veldwerker	[v=107] k weet da Hans mag nie komen. [/v]
informant2	[a=n] nee da gaj nooit zeggen. [/a] [/n] ga j
veldwerker	[v=102] k weet da Jan moet spijtig genoeg vertrekken. [/v]
informant3	[a=n] k weten da Jan spijtig genoeg moe vertrekken. [/a]
veldwerker	[v=114] k weten da Jan wil varkens kopen. [/v]
informant2	[a=n] k weten da Jan zwijns wil kopen. [/a]
informant2	[a=j] k weten da Jan _ maar k zegget datnie wilt zwijns kopen. [/a] zeg et dat n ie		tagging
veldwerker	[v=130] Ik zei da Willy moest den auto verkopen. [/v]
informant2	[a=n] k zein da Willy zn auto moeste verkopen. [/a]
veldwerker	[v] k zei da Willy moest zn auto verkopen. Is da echt slecht? [/v]
informant3	[a=n] da s nie goed. [/a]
informant1	[a=n] neen [/a]
veldwerker	[v=132] k denk da Marie zal moeten hem roepen. [/v]
informant1	[a=n] k peizen da Marie hem zou moeten roepen. [/a]
veldwerker	[v=136] Jan en ee nie veel geld nie meer. [/v]
informant2	[a=n] Jan ee nie vele geld meer. [/a]
informant2	[a=n] nie meer zegge ze _ meer. [/a]
veldwerker	[v] en Jan ee nie vele geen geld meer? [/v]
informant1	[a=n] hier nie. [/a]
informant2	[a=j] Otn tr vele verteerd eet e kunt ook zeggen. Jan ee nie veel geen geld meer. [/a] ot n	ik twijfel aan de 'geen'. De overige informanten reageren er niet op en bovendien wordt de g zowel in geen als in geld als h uitgesproken wat de verstaanbaarheid niet te goede komt. Aan de andere kant: in zin 146 gebruikt informant twee ook 'geen' zonder zich ervan bewust te zijn.	tagging
informant3	[a=j] Hij ee nie vele geld ne meer. t schiet nie vele meer over azo dan. [/a]		tagging
veldwerker	[v=137] Hij wil geen soep nie meer eten nie. [/v]
informant1	[a=n] Ie wilt geen soepe meer eten. [/a]
veldwerker	[v=140] Zitten ier nievers geen muizen. [/v]
informant2	[a=j] Zitten dr ier nievers geen muizen? [/a]		tagging
veldwerker	[v=146] Hij klap nie goe geen Frans. [/v]
informant2	[a=n] Ie spreekt nie goed Frans. [/a]
informant2	[a=j] Ie spreek nie goed geen Frans. [/a]		tagging
informant1	[a=j] Ie spreekt nie goed geen Frans. [/a]
informant3	[a=n] Ik zoun geen nie zeggen maar ja. [/a]
veldwerker	[v=148] Iedereen is geen stielman. [/v]
informant1	[a] t zijn al geen stielmannen. [/a]		tagging
informant2	[a] t zijn al geen stielmannen. [/a]
informant2	[a] t zijn nie al geen stielmannen. [/a]		tagging
informant1	[a] t zijn nie al geen stielmannen. [/a]
veldwerker	[v=149] Hij ee overal geen vrienden. [/v]
informant2	[a=n] E ee nieverst geen vrienden. [/a]
informant2	[a] Ja jieniet overal geen vrienden. Ie eetr ier misschien maar jeeniet overal geen vrienden. [/a] ie ee niet eet dr ie ee niet	cluster is moeilijk hoorbaar. Mede afgaande op de reacties van informant één is het zoals op de clustertier. Theoretisch gezien is er de mogelijkheid om te splitsen als ie-en (negatiepartikel)- eet, maar negatiepartikels komen in het hele interview niet voor, terwijl het toch om heel dialectvaste informanten gaat.
informant1	[a=n] maar geen drin zeggemewieder dan gelijk nie _ Ie ee nie over _ Ie ee nie overal vrienden. [/a] zegge me wieder
informant1	[a] Ie ee nie overals geen maten. [/a]
informant1	moetr niemand geen beetje water hebben bij de koffie? moet dr
veldwerker	[v=154] Boeken ee Jan drie. [/v]
informant3	[a=n] Jan eet drie boeken. [/a]
veldwerker	[v=150] Hij weet van de zaak nie. [/v]
informant1	[a] Ie weet van die zaak nie. [/a]
veldwerker	[v] Hij weet alles nie van die zaak. [/v]
informant1	[a] Ie weet nie alles van de zaak. [/a]
veldwerker	[v] of hij weet van de zaak alles nie. [/v]
informant1	[a] Ie weet nie alles van de zaak. [/a]
veldwerker	[v=156] Jan weet datn voor den drieën de wagen moet ein vermaakt. [/v]
informant3	[a=n] _ de wagen moe vermaakt en. [/a]
veldwerker	[v=157] Jan weet datn voor den drieën de wagen moe vermaakt ein. [/v]
informant3	[a=j] _ datn voor den drieën de wagen moe vermaakt ein. [/a] dat n		tagging
veldwerker	[v=160] Jan weet datn voor den drieën de wagen wermaakt moet ein. [/v]
informant3	[a=n] nee [/a]
informant1	[a=n] nee [/a]
veldwerker	[v=161] Jan weet datn voor den drieën de wagen vermaakt ein moet. [/v]
informant3	[a=n] nee [/a]
informant1	[a=n] nee [/a]
informant3	ie kendie goe dialect kent ie
informant3	k en e keer geweest naar em.	extrapositie richtingscomplement
veldwerker	[v=188] Eje genoeg mensen om t hooi van t land t halen? [/v]
informant2	[a] E je mensen genoeg voor t hooi van t land t halen. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en om t hooi van t land t halen. [/v]
informant1	[a] voor t hooi van t land t halen. [/a]
informant3	zou je geen om gezeid en?
informant2	om t land. Nee we zeggen da nie. In t patois he.
informant2	in t Nederlands zoukik zeggen om. zou k ik
veldwerker	[v=189] t was schone van Jan om te komen werken. [/v]
informant1	[a] t is schone van Jan voor te komen werken. [/a]		tagging
veldwerker	[v] zoud ook kunnen zeggen van te komen werken? [/v]
informant1	[a] voor te komen [/a]		tagging
informant3	[a] ik zou nog durven om zeggen maar ja. [/a]	wordt door informanten zelf toegeschreven aan AN-invloed, wat een plausibele verklaring is, aangezien informant drie de 'minst zuivere' is (elders gestudeerd)
veldwerker	[v=190] Die ton is zwaar om te dragen. [/v]
informant3	[a] Die ton is zwaar om te dragen. [/a]	'om' AN-invloed?	tagging
informant1	[a] Die ton is zwaar voor te dragen. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en zwaar voor dragen? [/v]
informant1	[a] nee voor te dragen. [/a]
veldwerker	[v=192] W hopen allemaal van op tijd thuis te zijn. [/v]
informant3	[a=j] W hopen allemaal van op tijd thuis te zijn. [/a]	alweer meningsverschil. Mijns inziens is het oordeel van de andere informanten ('voor') betrouwbaarder.	tagging
informant1	[a=n] _ voor op tijd thuis te zijn. [/a]
informant2	[a=n] voor op _ ah ja. [/a]
veldwerker	[v=193] Da s zo zeker as één en één twee is. [/v]
informant3	[a] t is zo zeker gelijk of da één en één twee is. [/a]		tagging
informant2	[a] t is zo zeker of één en één is twee. [/a]
veldwerker	[v=198] Hij kan een beetje staan zagen. [/v]
informant2	[a] Hij kan staan zagen we. [/a]		tagging
informant3	t ander deel trok in Holland	'in' in betekenis 'naar'
informant1	a je toekwamt in Sint-Niklaas	t op preteritum derde persoon enkelvoud
informant3	kregementon mattetaarte krege me n dan	VSO-zin: -n op -me is normaal veel oostelijker. (let wel: -me wordt nergens verdubbeld)
veldwerker	[v=199] Hij staat te zagen. [/v]
informant2	[a] Je staat te zagen. [/a]	wel degelijk derde persoon	tagging
veldwerker	[v=200] Toen we aankwamen regende t. [/v]
informant1	[a] Omme toekwamen t regende. [/a] o me		tagging
veldwerker	[v=215] k geloof dak groter ben oftij. [/v]
informant3	[a] k gelove dak groter ben ovvie. [/a] da k of ie		tagging
informant1	[a] k peizen dakik groter zijn of em. [/a] da k ik		tagging
informant2	[a] k geloven dak groter zijn of em. [/a] da k		tagging
veldwerker	[v] zoude ier iets kunnen zeggen zoals oftieem? [/v]
informant3	[a] nee [/a]
informant1	[a] of ie zoun wij veel eerder zeggen of _ [/a]
veldwerker	[v=216] Ze gelooft dajgie vroeger thuis zijn danekik. [/v]
informant3	[a] Ze gelooft dajgie vroeger _ thuis zijt _ [/a] da j gie		tagging
informant1	da s een beetje t zelfste voor wieder he	nominatief 'wieder' na voorzetsel
informant1	[a] _ daje vroeger thuis zijt of ik. [/a] da je		tagging
informant1	de zuster sprak zie ook Torhouts tegen wieder.
informant1	de zuster sprak zie ook Torhouts tegen wieder.
informant1	ja ik weten nog de zusters dan zieder gewoon spraken tegen _
informant1	nonniejes ge ziet da nie meer in t schole.
informant2	k e t vergeten	VTT van 'vergeten' met zijn
informant1	z is zij geen Torhoutse eigenlijk nie he.
informant3	t reden zoveel geen treins
informant3	ik weet nie osse van Antwerpen komen. o ze
veldwerker	[v] en ze gelooft daje vroeger thuis zijt ovvekik? [/v]
informant1	[a] nee. of ik. [/a]
veldwerker	[v=217] Je gelooft toch nie dat hij sterker is dan gij. [/v]
informant3	[a] je gelooft toch nie datn sterker is _ [/a] dat n		tagging
informant1	[a] je gelooft toch nie datn sterker is of gie. [/a] dat n		tagging
informant2	[a] u zeggen ze niet. [/a]
veldwerker	[v=218] Ze geloven da wij rijker zijn dan zij. [/v]
informant3	[a] Ze geloven dame _ of aje nadruk wilt leggen _ damewieder rijker zijn of zie. [/a] da me a je da me wieder		tagging
informant2	[a] Ze geloven da wieder rijker zijn of eur _ of zij _ of zieder. [/a]		tagging
informant3	[a] of zieder [/a]		tagging
veldwerker	[v=219] We geloven da gulder _ da gieder nie zo slim zijt als wij. [/v]
informant3	[a] Me geloven dajgieder _ nie zo slim zijt _ [/a] da j gieder		tagging
informant1	[a] ik zou zeggen geen zo slim. [/a]
informant3	[a] _ dajgieder nie zo slim zijt of zieder. [/a] da j gieder		tagging
informant1	[a] Ze geloven da gieder _ dajgieder geen zo slim zijt of _ of zieder. [/a] da j gieder		tagging
informant2	geen zo slim
veldwerker	en me geloveme?
informant2	nee
informant3	nee
veldwerker	[v=220] Gieder gelooft toch nie da zieder armer zijn dan gieder. [/v]
informant3	[a] Gieder gelooft toch nie dazezieder _ [/a] da ze zieder		tagging
informant1	[a] dazezieder armer zijn of wieder. [/a] da ze zieder		tagging
informant1	[a] _ of giedre ja. [/a]		tagging
informant1	[a] je geloof gieder toch nie _ [/a]		tagging
informant2	[a] Je geloof gieder toch nie dazieder rijker zijn of wieder. [/a] da zieder		tagging
veldwerker	[v] en kunde daar zeggen ofgegieder? [/v]
informant3	[a] of gieder. [/a]
veldwerker	[v=221] U gelooft da Lisa even schoon is as Anna. [/v]
informant3	[a] Je gelooft _ da Lisa even schoon is of _ [/a]		tagging
informant1	[a] _ of Anna. [/a]		tagging
veldwerker	[v=222] Hij gelooft da Bart en Peter sterker zijn dan Geert en Jan. [/v]
informant1	[a] Je gelooft da Bart en Peter sterker zijn _ sterker zijn of Jan. [/a]		tagging
informant3	[a] Je gelooft _ [/a]		tagging
informant3	[a] _ da Bart en Peter sterker zijn of _ Geert en Jan. [/a]		tagging
veldwerker	[v=231] Hij zal nie komen zeker. [/v]
informant1	[a=j] ba je doet. [/a]		tagging
informant2	[a=j] Ja je doet. [/a]		tagging
informant3	[a] of jendoet ga ook. [/a] j en doet
informant1	[a=j] ba je doet. [/a]		tagging
informant1	da ventje die nie kan klappen
informant1	t weetie dakik hier woon da k ik	subjectverdubbeling met onzijdig subject (hoewel: antecedent: dat ventje)
veldwerker	[v=232] of toetoet? [/v]
informant2	[a=j] toetoet zeggen z ook. [/a] t oet t oet		tagging
veldwerker	[v=226] Hij slaapt al zeker! [/v]
informant3	[a=j] jajendoet. [a] ja j en doet		tagging
informant1	[a=j] jajendoet. [/a] ja j en doet		tagging
informant1	[a] a jaaj hij is dan wakker. [/a]
veldwerker	[v=244] en zoude daar toetoet kunnen zeggen. [/v]
informant3	[a=n] nee [/a]
veldwerker	[v=243] slaapt n? [/v]
veldwerker	[v] kunde dan ja je det of nee jendoet? [/v]
informant1	[a=n] en otn slaapt zeg je ba jaaj. [/a]
veldwerker	[v=244] Maar nie zoiets als toetoet. [/v]
informant3	[a=n] nee nee [/A]
informant1	[a=n] neen [/a]
veldwerker	[v=245] maar branden doe ze toch nie meer. [/v]
informant2	[a=j] Maar branden doe ze nie meer we. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en ze doe nie meer branden. [/v]
informant1	[a] nee [/a]
veldwerker	[v=248] Ik doe wel ne keer die tassen afwassen.[/v]
informant3	[a=n] nee. t is iemand anders dan. Ik doe ze we e keer wassen. [/a]
informant2	[a=n] anders ga je zeggen. K wassen ze wel e keer. [/a]
veldwerker	[v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v]
informant3	[a] De jongen _ [/a]		tagging
informant1	[a] _ die ze moeder gisteren hertrouwd is je stond achter me. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en de jongen wie ze moeder gisteren hertrouwd is? [/v]
informant1	[a] die ze moeder. [/a]
informant1	[a] die jongen die z emoeder. [/a]
veldwerker	[v=250] De bank waar ze op zaten was juist geverfd. [/v]
informant1	[a] De bank waar dan z op zaten was juist geschilderd. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en de bank waar op dan ze zaten was juist geschilderd. [/v]
informant3	[a] de bank waar op da ze zaten. [/a]	andere twee informanten vinden deze vorm ongrammaticaal	tagging
informant1	[a] De bank waar dan z op zaten is juist geschilderd. [/a]
veldwerker	[v=253] Op zondag gingen we met heel de familie naar de zee wat heel plezierig was. [/v]
informant1	[a] s zondags gamewe met heel _ gama met heel de familie naar de zee _ en t was geestig. [/a] ga me we ga me	combinatie clitisch en dof pronomen	tagging
veldwerker	[v] maar nie zoiets als wat dat heel geestig was. [/v]
informant1	[a] nee [/a]
informant3	[a] waar da t geestig was ku je wel zeggen. [/a]
veldwerker	[v=255] In t dorp waar ik woon staat een oud kerksken. [/v]
informant3	[a] In t dorp waar dak wone staatr _ dien er komtr bij _ staatr een oud kerksje. [/a] da k staat dr komt dr		tagging
informant2	[a] In Torhout staatr _ waar dakik wone _ waar dakik wone staatr een oud kerkske. [/a] staat dr da k ik da k ik staat dr
veldwerker	[v=256] Op den dag da we toekwamen regende t. [/v]
informant3	[a] Op den dag dame toekwamen regendet. [/a] da me		tagging
informant2	[a] dam aankwamen [/a]
veldwerker	[v=257] Da s ietsken wat da heel schoon is. [/v]
informant3	[a] t is entwat da stief schoon is. [/a]		tagging
informant1	[a] t is entwat da _ die stief schoon is. [/a]
informant1	[a] entwadde die stief schoon is. [/a]		tagging
veldwerker	[v=258] Da s etwadde diek nie gaarne doe. [/v]
informant3	[a] da s entwat dak nie gaarne doen. [/a] da k		tagging
veldwerker	[v] en entwadde diek nie gaarne doen? [/v]
informant1	[a] nee dak gaarne. Dak. [/a] da k da k
veldwerker	[v=259] Wie geld eet moet mij maar wa geven. [/v]
informant3	[a] Die geld eet moe me maar entwadde geven. [/a]		tagging
veldwerker	[v=260] Wat peisje wiek in t stad gezien e. [/v]
informant1	[a=n] Wie peisje dak in t stee gezien en? [/a] peis je da k
veldwerker	[v=262] Wie peis je wiek in t stad gezien e. [/v]
informant1	[a=n] Wie peisje dak in t stad _ in t stee gezien en? [/a] peis je da k
veldwerker	[v=266] Wie peisje diek in t stee gezien en? [/v]
informant3	[a=n] neen [/a]
veldwerker	[v=261] Wa peisje hoe ze t ein opgelost?. [/v]
informant2	[a=n] Hoe peisje dasset arrangeert ein. [/a] peis je da ze t
veldwerker	[v=265] Hoe peisje hoe danzet gearrangeert ein. [/v]
informant3	[a=n] Hoe peisje dasset gearrangeert ein. [/a] peis je da ze t
veldwerker	[v=273] Marie trok de sarze naar zich toe. [/v]
informant3	[a] Ze trok de sarze naar eur. [/a]		tagging
veldwerker	[v=296] Zoutn da gedaan ein gekund. [/v]
informant3	[a=n] Zoutn da kunnen gedaan ein. [/a] zout n
veldwerker	[v=297] Zoutn da gedaan gekund ein. [/v]
informant3	[a=n] nee [/a]
veldwerker	[v=308] Zoutn da kunnen doen en. [/v]
informant3	[a] Zoutn da kunnen doen ein. [/a] zout n
veldwerker	[v=502] Marie zit patatten en schillen. [/v]
informant3	[a=n] Ze zit patatten te schillen. [/a]
veldwerker	[v=309] K e geen goeste en voeren de koeien. [/v]
informant2	[a=n] k e geen goeste voor de koeien eten te geven. [/a]
veldwerker	[v=316] De politie zou bij hem komen en pakken hem mee. [/v]
informant3	[a=n] De politie _ zal bij hem komen en hem mee pakken. [/a]
veldwerker	[v=317] Marie al eur koeien zijn versmooord bij d overstroming. [/v]
informant3	[a=j] Al de koeien van Marie of Marie al eur koeien zijn versmoord bij d overstrominge. [/a]
veldwerker	[v] en Marie al se koeien? [/v]
informant3	[a] Marie al eur koeien. [/a]		tagging
informant2	[a] met d overstrominge. [/a]
veldwerker	[v=319] Dit peisik nie aan. [/v]
informant2	[a=n] Daar peisik nie op. [/a] peis ik
veldwerker	[v=321] Dien aardigaard ebbik mee naar de markt geweest. [/v]
informant3	[a=n] Met rie raren enk naar de markt geweest. [/a] en k
veldwerker	[v] en die raren ek mee naar de markt geweest? [/v]
informant2	[a=n] da e verkeerd. [/a]
veldwerker	[v=322] Ik heb al d eerste drie sommen gemaakt. De welkste ejgie gemaakt. [/v]
informant1	[a=n] Ik en al d eerste drie sommen gemaakt en wukke ejgie gemaakt? [/a] e j gie
veldwerker	[v] en de wukke? [/v]
informant1	[a=n] nee. wukke. [/a]
veldwerker	[v=323] De waffoore ejgie al weggedaan. [/v]
informant2	[a=j] Effoore ejgie al weggemaakt? [/a] e j gie
veldwerker	[v=324] De zulke zouk nie durven opeten. [/v]
informant1	[a=n] Zukke zoukik nie opeten we. [/a] zou k ik
veldwerker	[v=325] De die zouk nie durven opeten. [/v]
informant1	[a=j] De die de die gaak nie opeten we. [/a] ga k		tagging
veldwerker	[v=327] Gaan haalt die bestelling maar eens op. [/v]
informant1	[a=n] Haalt e keer die bestelling. [/a]
informant2	[a=n] Haal maar e keer je veste. [/a]
veldwerker	[v=329] k zeg k geloof deze jongen vinden z allemaal wel nen braven. [/v]
informant2	[a=n] k zeggen dat die jongen _
informant2	[a=n] k zeggen dat da ne fraaie jongen is. [/a]
veldwerker	[v=347] k weet datn is gaan zwemmen. [/v]
informant1	[a=n] zie volgende vraag [/a]
veldwerker	[v=350] zie vorige vraag [/v]
informant2	[a=j] k weten datn gaan zwemmen is. [/a] dat n		tagging
informant1	[a=j] k weten datn gaan zwemmen is. [/a] dat n
veldwerker	[v=875] k weet datn weeste zwemmen is. [/v]
informant2	[a] datn weeste gaan zwemmen eet. [/a] dat n		tagging
veldwerker	[v=353] Wilde nog koffie? [/v]
informant3	[a=j] jaak. [/a]		tagging
informant1	[a=j] jaak. [/a]		tagging
veldwerker	[v=354] Gase dansen. [/v]
informant3	[a=j] jaas. [/a]		tagging
informant1	[a=j] jaas. [/a]		tagging
veldwerker	[v=355] Ein z al gegeten. [/v]
informant3	[a=j] jaas. [/a]		tagging
informant1	[a=j] jaas. [/a]		tagging
veldwerker	[v=356] Staat da huis te koop? [/v]
informant1	[a=j] jaat. [/a]		tagging
informant3	[a=j] jaat. [/a]		tagging
veldwerker	[n] [v=354] Ze gaat toch zeker nie dansen. Zoude dan kunnen zeggen in plek van jaas. Jase. [/v]
informant3	[a] ze zeggen dat in den omtrek maar nie in Torhout. [/a] [/n]		tagging
veldwerker	[v=357] Dr kom morgen iemand langs. [/v]
informant3	[a=n] wien? [/a]
informant2	[a=j] wien dadde? [/v]		tagging
veldwerker	[v=358] k peizen dat iemand de koekskes opgegeten eet maar k weet nie wien dadde. [/v]
informant3	[a=n] k peize datr entwien de koeksjes opgegeten eet en dan _ maar k weet nie wien. [/a] dat dr
veldwerker	[v=359] Met zo n weer je kun nie veel doen. [/v]
informant3	[a=n] Met zukke weer kun je nie veel doen. [/a]	de drie informanten keuren deze zin af; nochtans komen er nogal wat inversieloze zinnen voor in de spontane spraak.
veldwerker	[v=363] Ge gaa naar t voetbal kijken met ik. [/v]
informant3	[a=n] je ga naar t voetbal gaan kijken met mij he. [/a]	tegenvoorbeelden in spontane spraak, weliswaar met 'wieder'
veldwerker	[v] en met wieder? [/v]
informant3	[a=n] met us. [/a]	tegenvoorbeelden in spontane spraak
veldwerker	[v=364] Isn dood? [/v]
informant3	[a=j] Istn dood? [/a] ist n		tagging
informant3	[a=j] Of istnie dood? [/a] ist n ie
veldwerker	[v] is eur dood? [/v]
informant3	[a] Issezie dood?[/v] is ze zie
veldwerker	[v=368] Met ie te werken moestzezie geheel den dag thuis blijven. [/v]
informant2	[a=j] Met hem te werken _ [/a]		tagging
informant1	[a] _ moestzezie geheel den dag thuis blijven. [/a] moest ze zie
veldwerker	[v=369] Met het te sneeuwen koste we de stad nie uit. [/v]
informant3	[a=n] Deurdat sneeuwde kosteme de stad nie uit. [/a] deurda t koste me	'de stad nie uit' is ongebruikelijk. misschien AN-invloed (via vraag)?
veldwerker	[v=370] Da s de man die ze geroepen en. [/v]
informant3	[a] Da s de man da ze geropen en. [/a]		tagging
veldwerker	[v] dus die is verkeerd. [/v]
informant3	[a] ja [/a]
veldwerker	[v=371] Da s de man die t vretellingske verteld eet. [/v]
informant3	[a] Da s de man die t vertellingske _ da gaat he. [/a]		tagging
veldwerker	[v] dus nie t is de vent da t vertellingske verteld eet. [/v]
informant3	[a] t ventje _ dat [/a]		tagging
veldwerker	[v=372] Da s de vent diek peizen da t vertellingske verteld eet. [/v]
informant2	[a] t is de vent diek peizen da _ [/a]		tagging
veldwerker	[v=373] t is de vent diek peizen daze geropen en. [/v]
informant2	[a] Da s de vent dak peizen daze geropen en. [/a] da k da ze		tagging
veldwerker	[v] en da s de vent diek peizen danze geropen en. [/v]
informant3	[a] dak [/a] da k		tagging
veldwerker	[v] da s de vent diek peizen danze geropen en. [/v]
informant2	[a] alleszins dak [/a] da k		tagging
veldwerker	[v=387] Wanneer gaatr ooit vrede zijn in geheel de wereld. [/v]
informant3	[a=n] nooit zeker. [/a]
veldwerker	[v] en nooit nie? [/v]
informant2	[a] nooit gene [/a]
informant2	[a=j] nooit nie. [/a]		tagging
veldwerker	[v=388] Wie eetr den auto meegepakt? [/v]
informant3	[a=n] niemand [/a]
veldwerker	[v] en niemand nie? [/v]
informant3	[a=n] nee [/a]
veldwerker	[v=389] Waar groeitr geld aan de bomen? [/v]
informant3	[a=n] nieverst. [/a]
veldwerker	[v] ook nie nievers nie of nievers gene? [/v]
informant3	[a=n] nee [/a]
veldwerker	[v=390] Wa istr rond en vierkant tegelijk? [/v]
informant3	[a=n] nietent. [/a]
veldwerker	[v] ook nie nietent nie? [/v]
informant3	[a=n] neeneen [/a]
veldwerker	[v=391] Welkste koeien eet hij gemolken? [/v]
informant3	[a=n] gene. [/a]
veldwerker	[v=393] Nie vertellen daj e cadeau voor em gekocht et we. [/v]
informant2	[a] Nie vertellen daje _ daje ne cadeau voor em gekocht et we. [/a] da je da je		tagging
veldwerker	[v] en nie vertellen dajem e cadeau gekocht et? [/v]
informant2	[a] neen [/a]
veldwerker	[v=395] Geloofje nie datn gevallen eet? [/v]
informant2	[a=j] Geloofje niet datn gevallen eet? [/a] geloof je dat n		tagging
veldwerker	[v=397] t schijnt da ze niet mag eten. [/v]
informant2	[a] t Schijnt da ze nie mag eten. [/a]		tagging
veldwerker	[v=398] Ze schijnt niets te mogen eten. [/v]
informant2	[a] t Schijnt da ze nie mag eten. [/a]
veldwerker	[v=399] Wendy probeerde van niemand geen zeer te doen. [/v]
informant3	[a=j] _ van niemand zeer te doen. [/a]		tagging
informant3	em ee gezeid van niemand geen zeer te doen. Maar t is van niemand zeer te doen.
veldwerker	[v] soms ook voor niemand zeer te doen? [/v]
informant2	[a=n] van niemand zeer te doen. [/a]
veldwerker	[v] en om iemand zeer te doen? [/v]
informant3	[a=n] t is van. [/a]
veldwerker	[v=400] t beloof weer ne schonen dag te worden. [/v]
informant2	[a=n] t ga weer ne schonen dag worden we. [/a]
veldwerker	[v=401] t is misschien beter van nog een beetje te wachten. [/v]
informant3	[a=j] t i misschien beter van nog een beetje te wachten. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en is t ook altijd van of kunde daar ook voor of om zeggen. [/v]
informant2	[a=j] _ voor e beetje te wachten. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en om [/v]
informant2	[a=n] neen [/a]
veldwerker	[v=402] W hadden t geluk om em direct were te vinden. [/v]
informant3	[a=j] W hadden t geluk _ van em _ van em seffes were te vinden. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en voor em seffes weer _ [/v]
informant3	[a=n] nee [/a]
veldwerker	[v=403] t lijkt wel of datr iemand in den hof staat. [/v]
informant2	[a] Henriette t is lijk datr etwien in den hof staat. [/a] dat dr		tagging
veldwerker	[v=417] Misschien gaktekik wel krijgen. [/v]
informant3	[a=j] Misschien _ gaketekik wel krijgen. ga k et ek ik	niet helemaal zeker van de eerste k	tagging
informant2	[a=j] Misschien gaktekik wel krijgen. ga k t ek ik	niet helemaal zeker van de eerste k	tagging
veldwerker	[v] en misschien gaketik wel krijgen. [/v]
informant3	[a=j] gaanketekik. [/a] gaan k et ek ik		tagging
veldwerker	[v=418] Durjer gie op duwen. [/v]
informant2	[a=j] Durfdr gie op duwen? [/a] durf j dr		tagging
veldwerker	[v=419] Durfjemgij uitnodigen? [/v]
informant2	[a=n] Durfjegie em uitnodigen? [/a] durf je gie		tagging
veldwerker	[v=420] Durfjezegie uitnodigen? [/v]
informant2	[a=j] Durfjezegie uitnodigen? [/a] durf je ze gie		tagging
informant2	[a] ze kan meervoud zijn of zij. [/a]		tagging
veldwerker	[v=421] Istie Pol hier geweest? [/v]
informant3	[a=n] Is Pol hier geweest? [/a]		tagging
veldwerker	[v] Is tet Pol hier geweest. [/v]
informant3	[a=n] nee [/a]
veldwerker	[v=422] Hoe eetjij Pol of hoe ee tet Pol dat opgelost? [/v]
informant3	[a=n] Hoe ee Pol dat opgelost? [/a]		tagging
veldwerker	[v=423] Eje me gie dien brief opgestuurd? [/v]
informant2	[a=n] Ej gie mie die brief opgestuurd? [/a]		tagging
veldwerker	[v=424] Ik heb hem het gegeven. [/v]
informant3	[a=n] Ik entem gegeven. [/a] en t em		tagging
veldwerker	[v=425] Ze leef zij op water en brood van de weke. [/v]
informant3	[a=j] Ze leeft zie van de week op water en brood. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en ze leef ze zie van de week op water en brood? [/v]
informant2	[a] zezie. dade ga je nie zeggen. [/a]		tagging
veldwerker	[v=426] Marie ee zie daar niets mee te maken. [/v]
informant3	[a=n] Marie eet daar nie mee te maken. [/a]		tagging
veldwerker	[v=427] Me zijn wieder daar nog nooit geweest. [/v]
informant3	[a=j] m ein wieder daar nog nooit geweest. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en w eimewieder daar nog nooit geweest? [/v]
informant3	[a] nee [/a]
veldwerker	[v] en wieder emme daar nog nooit geweest. [/v]
informant2	[a] neen [/a]
veldwerker	[v=428] Marie zei damewij zullen winnen. [/v]
informant3	[a=j] Marie zei dame _ damewieder gaan winnen. [/a] da me da me wieder		tagging
informant2	[a] Marie ee gezeid da wieder gaan winnen. [/a]		tagging
veldwerker	[v=429] Hij kan hij daar ook niets aan doen. [/v]
informant1	t kumewieder daar ook nie aan doen.
informant2	[a=j] Je kan ie daar ook nie aan doen. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en t kan ie daar ook nie aan doen. [/v]
informant3	[a] neen [/a]
veldwerker	[v=430] k peizen datnie morgen ook komt. [/v]
informant3	[a] k peize datnie morgent ga komen. [/a] dat n ie		tagging
veldwerker	[v] datnem da kon hier nie zeker he. [/v]
informant3	[a] neen [/a]
veldwerker	[v=453] Z ein geweest naar de markt. [/v]
informant3	[a=n] Z ee naar de markt geweest. [/a]
veldwerker	[v=459] Hij den bal gesmeten in de mand. [/v]
informant2	[a=n] Ie eet de bol in de mand gesmeten. [/a]		tagging
veldwerker	[v=463] Hij eet den bezem geveegd helemaal kapot. [/v]
informant2	[a=n] Ie eet de bezem geheel kapot gevaagd. [/a]
veldwerker	[v=474] t en was maar juist goe genoeg. [/v]
informant3	[a=n] t was maar juist goe genoeg. [/a]
veldwerker	[v=485] Wilekik vandenavond koken? [/v]
informant3	[a=n] doe maar. [/a]
informant3	[a=n] Doet da maar. [/a]
veldwerker	[v=486] Dienen boek beloof mij da ge nooit ne meer zult wegsteken. [/v]
informant3	[a=n] Beloof me dajem nooit ne meer ga wegdoen. [/a] da j em
veldwerker	[v=487] Wat zeg mij daje gekocht et? [/v]
informant3	[a=n] Wat zei je daje gekocht et. [/a] da je
veldwerker	[v=492] En is passeerde week geopereerd van dokter Mertens. [/v]
informant3	[a] Ie is passeerde week geopereerd. Van wien? [/a]
veldwerker	[v=493] Hij wordt morgen van dokter Mertens geopereerd. [/v]
informant3	[a] Ie wordt morgen geopereerd van dokter Martens. [/a]		tagging
veldwerker	[v=494] k vin da Jan beter den dokter kon geroepen emmen. [/v]
informant3	[a=j] k vinde da Jan beter den dokter koste geroepen en. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en k vinde da Jan beter den dokter had kunnen roepen. [/v]
informant2	[a] datn beter de dokter a kunnen roepen. [/a] dat n
veldwerker	[v=497] Hij is al t kapotte tuig weg aan t gooien. [/v]
informant3	[a] Ie is t kapotte tuig aan t weg smijten. [/a]		tagging
veldwerker	[v] en weg aan t smijten? [/v]
informant3	[a] aan t weg smijten. [/a]
veldwerker	[v=517] Robert eet drie groene appels en Marie eetr drie rooie. [/v]
informant3	[a=n] _ eet drie groen appels en Marie eet drie rooie. [/a]
veldwerker	[v] en Marie eetr drie rooie. [/v]
informant3	[a] nee da niet. [/a]
veldwerker	[v] en Robert ee vier groen appels en Marie eetr drie. [/v]
informant3	[a] da gaat. [/a]
veldwerker	[v=412] Dr waren veel mensen op t feest. [/v]
informant2	[a] t waren veel boeren op de ding. [/a]		tagging
veldwerker	[v=413] Waren dr veel boeren op t feest? [/v]
informant3	[a] Waren dr veel boeren _ op die feest? [/a]		tagging
veldwerker	[v=520] Wa voor boeken eje gekocht? [/v]
informant1	[a] Wukke boeken eje gekocht. [/a] e je		tagging
informant2	[a] Waffoore boeken eje _ [/a] e je		tagging
veldwerker	[v=524] Wie eje gezien? [/v]
informant3	[a] Wien eje gezien? [/a] e je		tagging
veldwerker	[v=526] Wie heeft er je op de kermis gezien. [/v]
informant1	[a] Wien eetr je op de kermis gezien. [/a] eet dr		tagging
veldwerker	[v] en zoude die er kunnen weglaten? [/v]
veldwerker	[v] Wien ee joe op de kermis gezien? [/v]
informant2	[a] wien eetr joe op de kermis gezien. [/a] eet dr
veldwerker	[v=530] Marie zei dajgie Piet nen boek et proberen te verkopen. [/v]
informant3	[a=j] _ dajgie ne boek e weten _ proberen te verkopen aan Marie of k weet nie.. [/a] da j gie
informant3	[a=j] of dajgie aan Piet _ maar da s dan met nadruk we _ nen boek e proberen te verkopen. [/a] da j gie
veldwerker	[v=531] Wim dacht dak Els had geprobeerd ne cadeau te geven. [/v]
informant3	[a] _ dakik geprobeerd hadden ne cadeau te kopen voor Els. [/a] da k ik
informant3	[a] _ dak ein geprobeerd ne cadeau te kopen voor Els. [/a] da k
veldwerker	[v=532] Karel weet da gij geprobeerd et Marie nen boek te verkopen. [/v]
informant3	[a=j] Karel weet dajgie geprobeerd et van nen boek _ van aan mij nen boek te verkopen. [/a] da j gie		tagging
veldwerker	[v=336] In dienen tijd leefdeken drop los. [/v]
informant3	[a] In die tijd leefdek erop los. [/a] leefde k
veldwerker	[v=337] Vroeger leefdenij as een beest. [/v]
informant3	[a] Vroeger leefden lijk e beest. [/a] leefde n		tagging
informant2	[a] Vroeger ie leefde lijk e beest. [/a]
veldwerker	[v] en en leefde lijk e beeste. [/v]
informant2	[a] neen [/a]
veldwerker	[n] [v=364] en is dood. [/v]
informant2	[a] nee ook niet. [/a] [/n]
veldwerker	[v=338] Daar leefdewij gelijk god in Frankrijk. [/v]
informant3	[a] Daar leefdnme lijk god in Frankrijk. [/a] leefdn me		tagging
veldwerker	[v=339] Niemand mag et zien dus ik vin da gij t ook nie moogt zien. [/v]
informant3	[a] Niemand mag et zien dus k vinde dajetgie ook nie meug zien. [/a] da je t gie		tagging
veldwerker	[v=345] en toen leefdegij gelijk ne kluizenaar. [/v]
informant3	[a] Toen leefdjegij lijk ne kluizenaar. [/a] leefd je gie		tagging
veldwerker	[v=408] Op dit feest wordt veel gedanst. [/v]
informant3	[a=j] Op die feeste wordtr veel gedanst. [/a] wordt dr		tagging
veldwerker	[v] zoude daar de er kunnen weglaten? [/v]
informant2	[a=j] nee [/a]
veldwerker	[v=409] Nu wordter alleen nog maar brood verkocht in die winkel. [/v]
informant3	[a=j] Nu wordtr alleen brood verkocht in die winkel. [/a] wordt dr		tagging
veldwerker	[v] ook zonder die er? [/v]
informant2	zeggent e keer.
veldwerker	[v] kan die er weg? [/v]
informant2	[a=j] neent [/a]
veldwerker	[v=414] Gisteren stondr ne raren in den hof. [/v]
informant3	[a=j] Gisteren stondr ne raren in den hof. [/a] stond dr		tagging
veldwerker	[n] [v=864] Bart en Jan wisten dan ze de zondag moesten werken. [/v]
informant3	[a] Bart en Jan wisten da ze de zondag moesten werken. [/a]
veldwerker	[v] en zoude ook kunnen zeggen danze de zondag moesten werken? [/v]
informant3	[a] daze [/a]	discrepantie met antwoorden eerder in het interview
informant2	[a] Bart en Jan wisten da ze zieder _ [/a]
veldwerker	[v=865] Marie dacht da Bart en Jan da nie van plan waren. [/v]
informant1	[a] Marie peisde da Jan en Bart da nie van plan waren. [/a]		tagging
veldwerker	[v=866] Ze zei dan die mannen liever op café gingen. [/v]
informant1	[v] Ze zei ja dat die mannen liever op café gaan. [/v]		tagging
veldwerker	[v=867] Erik zei dan alle mannen liever op café gaan. [/v]
informant1	[a] _ dan al de venten liever op café gaan. [/a]		tagging
informant2	[a] _ dad al de venten liever op café gaan. [/a]
veldwerker	[v=868] Iedereen weet dan dieven geen eerlijke mensen zijn. [/v]
informant3	[a] Iedereen weet dat dieven geen eerlijke mensen zijn. [/a]		tagging
informant1	ja ja jaans.
veldwerker	[v=869] Piet weet dandr ook dieven wonen in zijn straat. [/v]
informant3	[a] Piet weet datr ook dieven wonen in zijn straat. [/a] dat dr		tagging
veldwerker	[v=708] t is ie nie zo gemakkelijk. [/v]
informant3	[a] t is nie zo gemakkelijk. [/a]
veldwerker	[v=709] is ie da echt waar? [/v]
informant1	[a] is dat echt waar? [/a]		tagging
veldwerker	[v] Is tet da echt waar? [/v]
informant3	[a] Is t echt waar. [/a]		tagging
commentaar	n.v.t. [/n]
veldwerker	[v=442] Gisteren die is Jan hier geweest. [/v]
informant3	[a=n] Gisteren is Jan hier geweest. [/a]
commentaar	[n] spontaan gesprek
informant3	t is ik die niet goed zijn
commentaar	spontaan gesprek
informant3	ga gie mee
commentaar	spontaan gesprek
informant1	t is daar nooit geen oorlog in Frankrijk nie he.
commentaar	spontaan gesprek [/n]

data telefonische enquête

zinsnr.	testzin	instructie	antwoorden
018	Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven heeft	gestorven heeft niet bevraagd.
030	Vertel mij eens wie of dat zij had kunnen roepen	Komt deze zin met 'wie of dat' voor?
057	Als zij zo gevaarlijk leeft, leeft ze niet lang meer	Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen.; ; Oszie niet bevraagd. Komt allicht niet voor.	vorm: ossezie nie oppast
061	Als jullie zo losbandig leven, dan leven jullie nooit zo lang als ik	Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen.; ; 'O-gieder' en 'o-je' niet expliciet bevraagd.	vorm: ojgieder nie oppast
071	Als we sober leven, leven we gelukkig	Zoek een adjectief dat met een klinker begint; ; niet aangeboden met adjectief dat met vocaal begint.
087	Eddy moet kunnen erg vroeg opstaan	Als voorkomt, ook variant met 'erg vroeg' opvragen	komt voor : j vorm: moe kunn stijf vroeg opstaan
148	Iedereen is geen vakman	Patroon universele kwantor-negatie, met betekenis negatie-universele kwantor. Betrekkelijk neutrale intonatie	komt voor : n vorm: t zijn nie al geen stielmann
149	Hij heeft overal geen vrienden	Patroon universele kwantor-negatie, met betekenis negatie-universele kwantor. Betrekkelijk neutrale intonatie	komt voor : n
190	Deze ton is zwaar om te dragen		vorm: zwaar vo te draagn
227	Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet	Peilen naar betekenis (bevestigend of ontkennend).; Laten inspreken: Betekent dit dat hij slaapt of juist niet?	komt voor : n
230	A: Hij zal niet komen. B: Hij en doet.	door elkaar gebruikt (met 231)	komt voor : n
231	A: Hij zal niet komen. B: Hij doet.	door elkaar gebruikt (met 230)	komt voor : j vorm: jajedoet Ie gaatie komn
249	De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij	Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden.	vorm: die zijn
250	De bank waar ze op zaten was pas geverfd.	Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag.	vorm: waar dat ze op
260	Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb?		komt voor : j
261	Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost?		komt voor : n
262	Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb?		komt voor : n
265	Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost?		komt voor : n
359	Met zulk weer je kunt niet veel doen	discrepantie met aantal spontane uitingen	komt voor : j vorm: Me zukke were je kun niet doen.
371	Dat is de man die het verhaal heeft verteld	als vertaling niet 'die' is, laat hulpinterviewer vragen of bovenstaande zin echt niet voor kan komen. Experimenteer met intonatie
372	Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld	als vertaling niet 'die' is, laat hulpinterviewer vragen of bovenstaande zin echt niet voor kan komen. Experimenteer met intonatie
373	Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben		komt voor : n
388	Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet.		komt voor : n
389	Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet.	Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen)	komt voor : n
390	Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet.	Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen)	opmerking: zie veldwerk
391	Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet.	Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen)	opmerking: zie veldwerk
395	Geloof je niet dat hij gevallen heeft?	Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld.	opmerking: zie veldwerk
399	Wendy probeerde om niemand pijn te doen	Aanbieden in drie varianten: met van/voor/om/geen voegw.	vorm: Wendy probeerde vo niemand zeer te doen.
489	Ik vind dat Jan beter de dokter kon geroepen hebben.		komt voor : j
600	Pas op dat je niet en valt.	Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden.	komt voor : n
601	Maar en kom je niet?	In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen).
602	Waarom en kom je niet?	In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen).
605	Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen.	In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt.
606	Dat kan daar nie in nie	Ook vragen of 'en' weggelaten kan worden.
610	We konden nergens niet zitten in die volle zaal	Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen.	komt voor : n
611	We zullen nooit niet winnen van de sterkste man.	Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen.	komt voor : n
612	Ik heb niks niet gezien want ik sliep	Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen.	komt voor : n
613	Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op	Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen.	komt voor : n
614	Jan rookt niet meer (VERTAAL)	Vertaling bij VORM	vorm: Jan smoor nie meer.
700	K'zal (ek)ik het wel krijgen	Indien ja: Is de postverbale 'ik' een geheel of twee pronomina? ; Indien ja: kan ook: Jan en ekik hebben dat gedaan. ; Vorm postverbale pronomina en 'het' (invullen bij VORM):	komt voor : j vorm: zaltekik
701	Ge weet gij d'r niks van.	Indien ja: Kan de preverbale 'ge' ook vol zijn? (invullen bij ANTWOORD2); Indien 700 en 702 nee: ga naar 727	komt voor (1) : j komt voor (2): n
702	Ge weet gullie d'r niks van.	Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM)	komt voor (1) : j komt voor (2): n
703	Ze weten zullie d'r niks van.	Indien ja: Kan het preverbale pronomen ook vol zijn (zullie & var.)? ; (zo ja: vorm invullen bij VORM)	komt voor (1) : j komt voor (2): n
709	Is tijt al lang geleden		komt voor : n
710	Tijt is al lang geleden.		komt voor : n
711	Heeft (er) ij(t) niemand mijn paraplu gezien?
712	Pol heeft-hij daar niets mee te maken	Gistel, Brugge, Menen, Torhout: met 'tet' of 'ie' opvragen; Indien ja: verdergaan ; Vorm pronomen invullen bij VORM	komt voor : n
713	Marie en Pol hebben zij/ hij... daar niets mee te maken.	Vorm pronomen invullen bij VORM
714	Dat kind heeft dat/ het/ hij/ ... daar niets mee te maken.	Vorm pronomen invullen bij VORM
715	Niemand heeft-hij daar iets mee te maken.	Vorm pronomen invullen bij VORM
726	Durfdetzegij vragen?	Indien geen (dubb) doorbreking subjecten met objectclitic: doorvragen naar 'durfetgij'. (invullen bij ANTWOORD 2); Indien ja in Oostkerke, Oostende, Hoek, Hulst, Oosteeklo, Poelkapelle, Herne: doorvragen naar 'durfdergij op duwen'. (invullen bij ANTWOORD 2)	komt voor (1) : n komt voor (2): j
729	Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL)	Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2.	vorm: em
729	Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL)	Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2.	vorm: je kan em dat ook nie oplossen.
730	Hoe laat is dat eigenlijk?		komt voor : n
731	Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL)	Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?)	vorm: mogeme
731	Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL)	Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?)	vorm: wieder
732	Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL)	Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2).
733	Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL)	Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN).
734	Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken.
737	Marie en Piet kussen elkaar.	vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is.	vorm: mekaar
738	Hij riep alle familieleden bij zich.	Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176)	vorm: em
739	Er zat een inbreker in deze kast.		komt voor : n
740	Het zat een inbreker in deze kast.		komt voor : j
741	Daar zat een inbreker in deze kast.		komt voor : n
742	Gisteren zat een inbreker in deze kast.		komt voor : n
743	Gisteren zat er een inbreker in deze kast.		komt voor : j
744	Gisteren zat het een inbreker in deze kast.		komt voor : n
745	Gisteren zat daar een inbreker in deze kast.		komt voor : n
746	't Is net of een hond in deze kast zit.		komt voor : n
747	't Is net of er een hond in deze kast zit.		komt voor : n vorm: lijk datter
748	't Is net of het een hond in deze kast zit.		komt voor : n
749	't Is net of daar een hond in deze kast zit.		komt voor : n
750	Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL)	Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM	opmerking: geen beleefdheidsvorm
753	Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL)	In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM)	vorm: ot iedereen
754	Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL)	In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM)	vorm: ot een vrouw etwat vraagt je moe zeker luisteren. opmerking: inversieloze zin
762	Als ik ga, ga ik (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: ik gaan
762	Als ik ga, ga ik (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gakik
763	Als je gaat, ga je. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: je gaat
763	Als je gaat, ga je. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gajgie
764	Als u gaat, gaat u. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben.	opmerking: geen beleefdheidsvorm
765	Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: ie gaat
765	Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gaatnie
766	Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gasezie
767	Als het gaat, gaat het. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM
768	Als we gaan, gaan we. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: we gaan
768	Als we gaan, gaan we. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gamewieder
769	Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gieder gaat
769	Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gajegieder
770	Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: ziedre gaan
770	Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gaanzezieder
771	Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL)	Vorm van gaan invullen bij VORM	vorm: ga maar voort.
772	Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: k ging
773	Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gie gink
774	Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM
775	Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM
776	Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM
777	Toen het ging, ging ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gongze
778	Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2)	vorm: wieder gingn
779	Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM
780	Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: ze gongn
781	Vertel mij eens wie er aan de deur was?	Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt.	komt voor : n
782	Dat is de man wie ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : n
783	Dat is de man dat ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : j
784	Dat is de man die ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : n
785	Dat is de man wie het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : n
786	Dat is de man dat het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : n
787	Dat is de man die het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : j
788	Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft.		komt voor : n
789	Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : n
790	Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : n
791	Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : j
792	Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : n
793	Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : j
794	Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.	komt voor : n
798	Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk.		komt voor : n
799	Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen.		komt voor : n
804	Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen.		komt voor : n
817	Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken.		komt voor : n
818	Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken.		komt voor : n
819	Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken.		komt voor : j
820	Hij zal wel weer staan te zeuren.		komt voor : n
821	Hij zal wel weer staan zeuren.		komt voor : j
822	Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad.		komt voor : n
823	Ben je met die fiets gevallen geweest?		komt voor : n
824	Het huis is verkocht geworden.		komt voor : n
825	Het huis is verkocht geweest.		komt voor : j
826	Ik heb hem gisteren tegengekomen.		komt voor : j
827	Jan liet zich meedrijven op de golven	Vorm zich invullen bij VORM	vorm: em
828	Toon bekeek zich eens goed in de spiegel	Vorm zich invullen bij VORM	vorm: em
829	Eduard kent zich goed	Vorm zich invullen bij VORM	vorm: zezelven
831	Jan trok de deken naar zich toe	Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM	vorm: em

terug naar lijst met plaatsen

© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut