SAND-data Denekamp (G182p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03986) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03986) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03986) komt voor: n
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03986) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03986) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03986) komt voor: n
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 03986) komt voor: j
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03986) komt voor: n
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 03986) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03986) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 03986) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 03986) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 03986) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 03986) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 03986) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 03986) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 03986) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03986) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03986) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03986) komt voor: n
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03986) fragment: waarmee de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03986) fragment: waarvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03986) fragment: waarvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03986) fragment: waarmee de (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03986) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03986) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03986) fragment: waar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03986) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03986) fragment: (2)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03986) komt voor: n
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03986) fragment: waardoor het (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03986) fragment: zodat het (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03986) fragment: zodat het (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03986) fragment: waardoor het (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03986) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03986) fragment: daar waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03986) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03986) fragment: waar (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03986) fragment: daar waar (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03986) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03986) fragment: waarop (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03986) fragment: waarop (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03986) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03986) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03986) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03986) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03986) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03986) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03986) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03986) fragment: wat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03986) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03986) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03986) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03986) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03986) fragment: die (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03986) vertaling: Wie denk je wel ik in de stad heb seen
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03986) vertaling: wat denk ie hoe ze da oplost hebt
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03986) vertaling: Hoe deenk ie hoe ze dat oplost hebt
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03986) vertaling: magda weet niet wel wie wilt beln
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03986) vertaling: weet er ok een wel wie wilt beln
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03986) vertaling: Wel deenk ie dat ik in de stad teng bin komm
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03986) vertaling: Wel deenk ie dat ik in de stad teng zeen heb
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03986) vertaling: Hij he ziene haan wasked
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03986) vertaling: Hij hef zien benroem wasked
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03986) vertaling: Hij hef nen hood op 'n kop
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03986) vertaling: Hee hef ne vlek op ' bunroem
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03986) vertaling: Hij hef zien been bruk'n
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03986) vertaling: He hef zich zeer doan
opm.: reflexief: zich
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03986) vertaling: Marie trok de dek'n op zich an
opm.: reflexief: zich
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03986) vertaling: Luc weet dat der foto's van hem te koap bint
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03986) vertaling: Du wees toch nog wa dat wie toen doer dat bos hen bint loop'n
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03986) vertaling: ik herinner mie dat 'n auto van marie kapot was
opm.: reflexief: me
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03986) vertaling: Ze herinnert zich dat he as 'n vark'n zat te ettn
opm.: reflexief: zich
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03986) vertaling: Wiej herinnert ons dat alle beuk van jan gapt bint, zie weet 't nig mear
opm.: reflexief: ons
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03986) vertaling: Weet ie noch dat wie jan op de markt hebt zeen
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03986) vertaling: He hef zich kapot werkt
opm.: reflexief: zich
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03986) vertaling: He zak'n deur 't ies
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03986) vertaling: Zol he dat doan hem'm keun'n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03986) vertaling: Zol he dat keun'n hemm doan
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03986) vertaling: Zol he dat keun'n hemm doan
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03986) vertaling: Zol he dat doan hem'm keun'n
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03986) fragment: keunt (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03986) fragment: doan (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 3
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 3
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 3
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 3
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03986) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03986) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 2
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 2
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 4
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 4
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 4
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 4
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 4
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 4
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03986) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03986) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03986) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03986) vertaling: Ik denk den is vot
komt voor: j
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03986) vertaling: Ik denk den is vot
komt voor: j
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03986) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03986) vertaling: Ik weet den is vot
komt voor: j
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03986) vertaling: Ik weet den is vot
komt voor: j
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03986) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03986) vertaling: marie al zien beest bint verdunk'n bie de owerstroming
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03986) vertaling: marie al zien beest bint verdunk'n bie de owerstroming
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03986) vertaling: Keees maak'n weet ik niks van
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03986) vertaling: Keees maak'n weet ik niks van
komt voor: j
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03986) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03986) komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03986) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03986) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03986) komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03986) komt voor: n
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03986) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03986) vertaling: Ik heb wat 'n loop'n doan
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03986) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03986) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03986) vertaling: 'n schilder is hier west um te schildern
opm.: met inf. voegwoord 'om'
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03986) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03986) vertaling: in die tied leem'nik d'r op los
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03986) vertaling: Vroager leem'n he as 'n beest
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03986) vertaling: Het was net God in Frankrijk
opm.: dav
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03986) vertaling: Geeneen mag 't zeen dus du ok niet
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03986) vertaling: 't gebeurn toen's wegging
opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging ivm contractie
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03986) vertaling: ik weet woar geboorn bis
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03986) vertaling: As kloar bis mags goan
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03986) vertaling: Umdat Merie dood was, hef he anna niet meer kunn'n help'n
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03986) vertaling: Ik wet dat het is goan zwem'm
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03986) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03986) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03986) komt voor: n
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03986) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03986) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03986) vertaling: Joa ik
komt voor: j
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03986) vertaling: Joa ik
komt voor: j
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03986) vertaling: Joa ze
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03986) vertaling: Joa ze
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03986) komt voor: n
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03986) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03986) vertaling: Met zuk war kuj nig vul doan
opm.: dav
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03986) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03986) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03986) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03986) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03986) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03986) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03986) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03986) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03986) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03986) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03986) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03986) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03986) fragment: dee (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03986) fragment: dee (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03986) fragment: dee (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03986) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03986) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03986) fragment: dee (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03986) fragment: woar (1)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03986) fragment: wat (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03986) fragment: dee (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03986) fragment: wat (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03986) fragment: wel (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03986) fragment: van wel (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03986) vertaling: Piet denkt dat jan en marie op gineen hellig zind
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03986) vertaling: Het is waor dat ze niet met marie meint praotn
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03986) vertaling: neemn
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03986) vertaling: dat weet ik niet
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03986) vertaling: nooit
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03986) vertaling: gen enkel ding
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03986) vertaling: geeneen
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03986) vertaling: Zei hem niet dat ik noar boetn bin west
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03986) vertaling: Niet verteln das doe een oekske veur hem hes kocht
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03986) vertaling: Wees du niets dat he is vallen
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03986) vertaling: Wendy probeerde om geeneen zeer te doan
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03986) vertaling: 't scheint dat ze niks mag ettn
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03986) vertaling: Ze probeert heeln dag al um mekaar te belln
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03986) vertaling: Het wot weer ne mooie dag
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03986) vertaling: 't is misschien beter um eem te wachtn
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03986) vertaling: We hadn geluk dat wie hem direkt vunen
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03986) vertaling: as de hoannen ne valk zeet bint ze bang
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03986) vertaling: as wie de tuffel niet kunt verkoopn zit wie in de zorgen
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03986) vertaling: as ie him niet metnemt wod ik hellig
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03986) vertaling: Hij wust
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03986) vertaling: op dit feest wodt vol daanst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03986) vertaling: Noe wordt d'r alleen nog maar brood in den winkel verkocht
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03986) vertaling: As he met de fiets koomp zalm het wa te lat wenn
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03986) vertaling: As du tied has, kom dan moal langs
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03986) vertaling: As k riek bin, koop ik ne duurn auto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03986) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03986) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03986) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03986) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03986) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03986) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03986) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03986) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03986) komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03986) komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03986) vertaling: marie hef zeg da'j prebeerd hebt 'n leedke te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03986) vertaling: Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03986) vertaling: marie hef zeg da'j prebeerd hebt 'n leedke te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03986) vertaling: Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03986) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03986) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03986) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03986) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03986) vertaling: dee oet de stad, hebt hier v?ll huus bouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03986) vertaling: An dat water zee geen mens te
opm.: te eigenlijk onleesbaar
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03986) vertaling: Gister is jan hier west
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03986) vertaling: toen jan belde was ik d'r niet
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03986) vertaling: Jef den zol ik nooit neugen
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03986) vertaling: Marie die dot zoiets niet
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03986) vertaling: Bert den drunk mangs glas te v?l
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03986) vertaling: martha dee zol ik wal eens bie mie toes willen neugen
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03986) vertaling: Dat hoes zok nooit willn koopn
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03986) vertaling: dat hoes steet a vieftig joar
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 3
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 3
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03986) vertaling: Hef gunther belt?
473 (z11b) En pas op! (inf. 03986) vertaling: Pas op
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03986) vertaling: 't was net genog
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03986) vertaling: majo hef meer beest dan vrogger
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03986) vertaling: As Susanne had k?nn komn dan had ze dat wa doan
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03986) vertaling: Zie is de beste dokter deen ik ken
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03986) vertaling: Veur as doe iets weggooin, mos belln
opm.: voor+a(l)s
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03986) vertaling: Hier is alles wat ik heb kreng
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03986) vertaling: jan is vol te vrekkig um iets an zien kinder te gefn
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03986) vertaling: Asof du iets van voetballn wees
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03986) vertaling: Leg neer dat boek
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03986) vertaling: As echt niet kan wachten dan kooms mer
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03986) vertaling: ik weet dat jan dokter had k?nn roopn
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03986) vertaling: hij zei dat ik doon had mottn
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03986) vertaling: Hij is de leste wek door dokter mertens geopereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03986) vertaling: Hij wordt morgen door dokter mertens geopereerd
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03986) vertaling: Ik denk dat i v?l weh mot smietn
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03986) vertaling: Het is dom im zulke dure dingen weg te smietn
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03986) vertaling: hij is alle kapotte dingen an het wegsmietn
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03986) vertaling: ik vin das du vaker de krant mos lezen
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03986) vertaling: het is dom in duuster de krant te zeizn
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03986) vertaling: Hij is de heeln dag de krant an het lezen
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 03986) fragment: door (1)
000 (z14opm) (inf. 03986) opm. inf.: moelijk
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03986) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03986) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03986) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03986) komt voor: n
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03986) vertaling: M hef een greun appel weggum en nou hef he nog 2 rooi
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03986) vertaling: d'r warn v?l leu op 't feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03986) vertaling: Warn d'r v?ll leu op 't feest
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03986) vertaling: Wat veur een beuk hes kocht
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03986) vertaling: Wat hes veur boek kocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03986) vertaling: Wat hes veur boek kocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03986) vertaling: Wat veur een beuk hes kocht
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03986) vertaling: Hij wonnt bie marietje
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03986) vertaling: Hij wonnt bie wim
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03986) vertaling: Loops eem noar bakker, Wim
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03986) vertaling: Wat hes du zeen?
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03986) vertaling: wel hef die zeen?
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03986) vertaling: Had ik dat wettn dan hak dat niet doan
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03986) vertaling: 't zol better wezn um nog eem te wachn
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03986) vertaling: Gelukkig had jan dokter beld en dee was d'r al ...
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03986) vertaling: Loop dan verder, veweeld jong
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03986) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03986) komt voor: j
gebr.: 5
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03986) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03986) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03986) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03986) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03986) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Denekamp

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Denekamp