SAND-data Rossum (G180p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Rossum |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta] [k] G180p [/k] [h] [/h] [i] [/i] [vw] HZ [/vw] [/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Vertaal in het Rossums. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant | [a] Ze wist niet dat Marie gisteren storven is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal in het Rossums. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Geen een het dat ooit wild of kund. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Vertaal in het Rossums. Jan had het hele brood wel willen op eten. [/v] | |||
informant |
[a] Jan hadt brood wel kunnn op eetn. [/a]
had t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertaal in het Rossums. Vertel maar niet wie zij had kennnen roepen. [/v] | |||
informant | [a] Vertel maar nich wie ze had kunn roepn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal in het Rossums. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal in het Rossums. De timmerman heeft geen spijker bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De timmerman heft geen spijkers bie zich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal in het Rossums. Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant | [a] Erik lut mich veur zich werken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] De verleden tijd is liet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal in het Rossums. Johanna liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Johanna lut zich met drijvn op de golvn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal in het Rossums. Toon bekeek zich zelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] toon bekeek zichzelven eens goed in de spiegel [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=043] Vertaal in het Rossums. Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken. [/v] | |||
informant | [a] Jan hef in twee minuutn een biertje dronken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=044] Vertaal in het Rossums. Deze schoenen lopen gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Disse schoen loopt makkelijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal in het Rossums. Eduard kent zich zelf goed. [/v] | |||
informant | [a] eduard kent zichzelf goed [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Vertaal in het Rossums. Bert heeft gehoord dat er fotoos van zich zelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant | [a] Bert hef heurd dat er fotoos van zich zelf in de etalage staat. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=047] Vertaal in het Rossums. Die aardappelen schillen niet gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Die tuffel schilt nich makkelijk. [/a] | tagging | ||
informant | [a] De tuffel laat zich nich makkelijk schiln is dan eigenlijk beter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=048] Vertaal in het Rossums. De sneeuw smelt in de zon. [/v] | |||
informant | [a] De sneeuw smelt in de zon. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Vertaal in het Rossums. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders wille. [/v] | |||
informant | [a] As ik zuinig leew dan leewt ik zoals mien oude leu wilt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal in het Rossums. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant | [a] Als hij nog drie jaar leewt dan leewt hij langer as zien vader. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Vertaal in het Rossums. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant | [a] As zij zo gevaarlijk leewt leewt ze niet lang meer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Vertaal in het Rossums. Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As zie nu nog leewt dan leewt zie morgen ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal in het Rossums. Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant | [a] As je zo losbandig leewt dan leew je nooit zo lang als ik. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertaal in het Rossums. Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant | [a] As zie veur ier werk leewt dan leewt ze nich veur der kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal in het Rossums. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog leewt dan leewt Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal in het Rossums. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Ajje gezond leewt dan leew je langer. [/a]
aj je |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Vertaal in het Rossums. Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] Ader zo weinig leu van de landbouw leewt dan leewt er meer leu van werk in de fabriek. [/a]
a der |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Vertaal in het Rossums. As Pieter en Liesje in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | [a] As Pieter en Liesje in et paradijs leewt dan leewt Rosa en Frans in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal in het Rossums. Als we sober leven dan leven we gelukkig. [/v] | |||
informant | [a] As je zo leewt dan leewt jie gelukkig. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal in het Rossums. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leew wat gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal in het Rossums. Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leew wat minder bekrompen kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal in het Rossums. Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
informant | [a] Ik dat Marie hem zal mutn roepn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Vertaal in het Rossums. Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen. [/v] | |||
informant |
[a] Hejje genoeg leu om hooi vant land te haaln. [/a]
hej je van t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal in het Rossums. Et was aardig van Jan om te komen werken. [/v] | |||
informant |
[a] Twas aardig van Jan um te komn werkn. [/a]
t was |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal in het Rossums. Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zwaar um te dragn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt de volgende zin ook veur. Deze ton is zwaar te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Meestal met um is dat. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal in het Rossums. Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij kan staan en zeurn. [/a] | |||
informant | [a] Dat staan komt er eigenlijk nich. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=199] Vertaal in het Rossums. Hij staat te zeurn | |||
informant |
[a] Hij is aant zeurn. [/a]
aan t |
tagging | ||
informant |
[a] Ja maar da staan da kun je der wel bie zegn maar wordt nadrukkelijk van hij staat datte nich zit. [/a]
dat te |
|||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal in het Rossums. Toe we aan kwamen regende et. [/v] | |||
informant |
[a] Toen we an kamn redendet. [/a]
regende t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Vertaal in het Rossums. Kgeloof dat ik groter ben als hij. [/v]
k geloof |
|||
informant |
[a] Kgeleu ak groter ben as hie. [/a]
k geleu a k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal in het Rossums. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Zie gelaut daj eerder in huis bent als ik. [/a]
da j |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal in het Rossums. Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant |
[a] Doe geloofs zeker nich ak sterker ben as die. [/a]
a k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal in het Rossums. Ze geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant |
[a] Ie gelaut dawe rijker bint as zie. [/a]
da we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal in het Rossums. We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant |
[a] Zie gelaut daw niet zo slim bent als wie. [/a]
da w |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal in het Rossums. Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
informant | [a] Ie gelaut jammer genoeg nich dat zie armer bint as ie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal in het Rossums. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/a] | |||
informant | [a] U gelaut dat Lisa even mooi is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal in het Rossums. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn als Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Ie gelaut dat Louis en Jan sterker zijn as Geert en Peter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal in het Rossums. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De jongen woor de moeder gisteren van hertrouwd is stond achter mie. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ja maar wiens dat_ [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] _zeggen wie nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Maar ik had van wel de moeder. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal in het Rossums. De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank woor ze op zaten was pas verfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] komt de volgende zin ook veur. De bank woor op ze zatten was pas verfd. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ja et kan veur komen ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal in het Rossums. Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
informant | [a] Wel geld hef moet mie maar wat geven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=267] Vertaal in het Rossums. Hij heeft zijn handen gewassen. [/v] | |||
informant | [a] Hie heef zien handen wasket. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=268] Vertaal in het Rossums. Hij heeft zijn hemd gewassen. [/v] | |||
informant | [a] Hij hef zie hemd wasket. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=271] Vertaal in het Rossums. Hij heeft zijn been gebroken. [/v] | |||
informant | [a] Hie hef zien been breuken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal in het Rossums. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie truk de deken op zich aan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Vertaal in het Rossums. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Geen een magt zien dus in vind ast doet ook nich mag zien. [/a]
mag t doe t |
tagging | ||
informant |
[a] Astoet ook nich zien dufst. [/a]
as toe t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt de volgende zin ook veur. Ik vind dat doe et ook nich zien dufst. [/v] | |||
informant | [a] Ja die komt veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal in het Rossums. Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man die ze roepen hebt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal in het Rossums. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de man diet verhaal hef verteld. [/a]
die t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Vertaal in het Rossums. Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de kerel waar ik van denk datiet verhaal heeft verteld. [/a]
dat ie t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=323] Vertaal in het Rossums. Dat is de man die ik denk dat ze geroepe hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is den kerel waar van ik denk dazem roepen hebt. [/a]
da ze m |
|||
hulpinterviewer |
[v=397] Vertaal in het Rossums. Tschijnt dat ze niets mag eten. [/v]
t schijnt |
|||
informant | [a] Et schient dat ze niks mag wetn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=403] Vertaal in het Rossums. Et lijkt wel ofder iemand in de tuin staat. [/v]
of der |
|||
informant |
[a] Tliekt wel ofder een inde tuin staat. [/a]
t liekt in de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht. [/v] | |||
informant |
[a] Wat voor boek hejje kocht. [/a]
hej je |
|||
informant | [a] Wat veur ke boek. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal in het Rossums. Wie heef je op de kermis gezien. [/v] | |||
informant | [a] Wel hef du op de kermis zien. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Kiek maar naar het plaatke. Marie en Piet wijst ... [/v] | |||
informant | [a] Wijst naar mekaar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Kiek naar et plaatke. Toon wast ... [/v] | |||
informant | [a] Wasket zich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] Kiek naar et plaatke. Fons zag een slang naast ... [/v] | |||
informant | [a] Een slang naast zich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=006] Wat vin je van deze zin. Gisteren wandeldiede deurt park. [/v]
wandel die de deur t |
|||
informant | [a=n] Is een aparte zin [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=022] Kenst du deze zin. Ast nich zo is moet muddet beter zeggen. Der wil nums nich dansen. [/v]
as t mud de t |
|||
informant | [a=j] Der wil geen een nich danse. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=023] Nog weer zo ne zin. As et nich goed is must du em beter zegge. Els wil nich dansn en ze wil nich zingn ook nich. [/v] | |||
informant | [a=n] Els wil nich dansn en ze wil ook niet zingn. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=087] Wie gaat nog eens even deur. As et nich goed is dan mut jet verbetern. [/v]
je t |
|||
informant | [a=n] Eddy moet vroeg kunnen op staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] We kunnen op dezelfde voet voort. Hij wil geen soep nich meer eetn nich. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij wil geen soep meer eetn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Idem dito. Zit hier nergens geen muiz. [/v] | |||
informant | [a=n] Zitn hier nergens muiz. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Het zelfde. Al man is geen vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Al man is geen vakman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=149] Komt deze zin veur in dien dialect. Anders mus jet verbetern. Hij heeft overal geen kameraden. [/v]
je t |
|||
informant | [a=n] Hij heef nergens kameraden. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=260] Komt deze zin veur in dien plat. Als et nich zo is verbetern. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Wat denks doe wel ik in de stad tegen bin komen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat zal ik ook zo zegge. Dat is goed. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=261] komt deze zin veur in dien plat anders verbetern wat denkt ieleu hoe zet hebt op lost [/v]
ze t |
tagging | ||
informant |
[a] Ja das ook wel goed. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=262] Komt deze zin veur in dien dialect. Anders verbetern. Wel denkst du wel ik in de stad tegen bin komen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v=265] Komt deze zin veur in dien plat. Anders verbetern. Hoe denkst doe hoe zet hebt op lost. [/v]
ze t |
|||
informant | [a] Da komt wel veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Komt deze zin veur in dien plat. Anders verbetern. Ik heb geen zin en voern de beest. [/v] | |||
informant |
[a] Das een beetje aparte zin. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=317] Komt deze zin veur in dien dialect. Anders verbetern. Marie al ziene beest zint verdronken bie de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=j] Marie al ziene beest. Ja da is wel goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=329] Komt deze zin veur in dien dialect. Anders verbetern. Ik zei nog tegen ier. Ik gelau disse jongen vind ze allemaal wel aardig. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] ja dat kan zo wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=353] Komt deze zin veur in dien dialect. Anders verbetern. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Persoon A vraag wilstoe nog koffie Jan. Jan geef geef als antwoord jaak. [/v]
wilst oe |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Da klopt nie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=355] Komt deze zin veur in dien plat. Anders vertaaln. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon A vraag heb ze getn. Persoon B geef tot antwoord jaanze. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. [/a] | |||
informant | [a] Heb ze getn. Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=364] Komt deze zin veur in dien plat. Anders vertaaln. Em is dood. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. [/a] | |||
informant | [a] Hee is dood. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=501] Komt deze zin veur in dien plat. Anders verbetern. Marie zit en stoofpeern schiln. [/v] | |||
informant | [a] Marie zit en stoofpeern te schiln. Ja dat kan wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=502] Komt deze zin veur in dien plat. Anders verbetern. Marie zit stoofpeern en schiln. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da komt nich veur. [/a] | |||
informant | [a] Marie zit en stoofpeern te schiln. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=029] Komt deze zin veur in dien dialect. Vertel mie eens wel of zee had kunne roepn. [/v] | tagging | ||
informant |
[a=j] Ja das wel goed. ja. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Is disse zin gewoon in dien dialect. [/a] | |||
informant | [a] Ja da is goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=030] Komt deze zin veur in dien dialect. Vertel mei eens wel of as zie had kunne roepn. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Is in mien dialect een beetje veel van het goede. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] En as u een betere zin weet dan mag u et ook wel zegge. [/v] | |||
informant | [a] Vertel mie eens wel of zie had kunne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=296] Komt deze zin veur in dien plat. Zol hee dat daan hebn kund of wist du een betere zin. [/v] | |||
informant | [a=n] Zol hij dat kunnen daan hebn. [/a] | |||
veldwerker | [v] Zoals u hem hoorde hoe gebruikelijk is dat. [/v] | |||
informant | [a] Dat is eigenlijk ongebruikelijk. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=297] Komt deze zin veur in dien plat. Zol hee dat daan kund hebn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Of wist u wat beters. [/v] | |||
informant | [a=n] Zol hee dat daan kunnen hebn. [/a] | |||
veldwerker | [v] En hoe gebruikelijk was die zin zoals u hem hoorde. [/v] | |||
informant | [a] Ongebruikelijk. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=305] Komt deze zin veur in dien plat. Zol hee dat doen kund hebn. [/v] | |||
informant | [a=n] Zol hee dat kunnen daan hebn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Of wist du wat beters. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=347] Komt deze zin veur in dien dialect. Ik weet as hij is gaan zwemn. [/v] | |||
informant | [a=j] Nee komt nich voor. Ik weet at hij is gaan zwemn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Wis u een betere zin misschien. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=350] Komt deze zin veur in dien plat. Ik weet as hie gaan zwemn is. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee komt nie veur. Ik weet dat hij en zwemn is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=351] Is deze zin gewoon in dien dialect. Ik weet as hij zwemn is gaan. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Et kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=352] De volgende zin. Komt deze zin veur in dien dialect. Anders verbetern. Ik weet as hij zwemn gaan is. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da komt nich veur. As hij zwemn is gaan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Komt deze zin veur in dien dialect. Ik weet as doe veel vort zou moete smijten. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat zou wel kunne ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Volgende. Ik denk as doe veel zol vort mutn smijten. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat komt nich veur. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] De volgende zin. Dis ook volop plat. Ik denk as doe veel zol mutn vort smijten. [/v]
di s |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat zou nog wel kunnen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ja welke van deze drie zinnen vindst du de beste daar van. [/v] | |||
informant |
[a] Ik denk den laatste vink denk ik het beste he. [/a]
vin k |
|||
hulpinterviewer | [v=075] Komp deze zin veur in dien plat. Ik vind as alman moet kunnen zwemn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=077] En deze zin. Ik vind as alman mot zwemn kunnen. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja wat minder gebruikelijk. [/a] | |||
informant | [a] Ja mogelijk. Misschien mogelijk. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Wat vind je et van deze zin. Ik vind as alman kunnen zwemn mut. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat is em neut. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] En deze zin. Ik vind as alman zwemn kunnen mut. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Ook niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] En deze zin. Ik vind dat alman zwemn mut kunnen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat zou kunnen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] En deze zin. Ik weet as Eddy morgen wil brood eetn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Et kan [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Komp deze zin veur in dien plat. Boek heeft Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan heeft drie boek zou ik eerder zegn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Komp deze zin veur in dien plat. Jan weet as hij voor drie uur de wagen mut hebn maakt. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da komt veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=157] Komp deze zin veur in dien dialect. Jan weet as hij voor drie uur de wagen mut maakt hemn. [/v] | |||
informant | [a] Wat ongebruikelijk. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=160] Komp deze zin veur in dien dialect. Jan weet as hij veur drie uur de wagen emaakt moet hemn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Da komt voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=161] Komp deze zin veur in dien dialect. Jan weet as hij veur drie uur de wagen maakt hemn moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Da komt nie veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Komp deze zin veur in dien plat. Persoon A vraagt hij slaap. Persoon B geeft tot antwoord het dut. [/v] | |||
informant | [a=j] Dat dut. [/a] | |||
informant |
Dat dutte. [/a]
dut te |
|||
hulpinterviewer | [v=228] Komp deze zin veur in dien plat. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon A vraagt hij slaapt. Persoon B geeft tot antwoordt et dut. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. Et zoude we niet zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Komp deze zin veur in dien plat. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Persoon A vraagt slaape. Persoon B geeft tot antwoord he dut. [/v]
slaap e |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Komp deze zin veur in dien plat. De lamp dut niet meer brandn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Hij komt op deze manier niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De kindere doet hier nich voetbaln. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee hier ook niet. Zonder et werkwoord doon. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Brandn doet de lamp nich meer. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat zou wel kunnen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Komp deze zin veur in dien dialect. Dut Marie elke avond dansn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat zou kunnen ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=247] Komp deze zin veur in dien dialect. Doe de stoet even snijden | stoet is brood | tagging | |
informant | [a=j] Ja da komt veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Komp deze zin veur in dien plat. Ik doe wel even de kopkes af wasn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da kan ook veur koomn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Komp deze zin veur in dien dialect. Dit denk ik nich aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da komt nie veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Komp deze zin veur in dien plat. Die rare jongen heb ik mit naar de markt weest. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja da kan veur koomn ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=328] Komp deze zin veur in dien plat. Jan vindt as as doe moes zukke dinge nich geloven. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da komt nie veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=387] Komp deze zin veur in dien dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon vraag wanneer zal de wereldvrede komme. Persoon B geeft tot antwoord nooit nich. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ik zou et dan zonder nich. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=459] Komp deze zin veur in dien dialect. Hij heef de bal smeetn in de mand. | |||
informant | [a=n] Hij heeft de bal in de mand smeetn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=474] Komp deze zin veur in dien dialect. Ten was maar net goed genoeg. [/v]
t en |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee dat heb wie niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=485] Komp deze zin veur in dien dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon A vraag zal ik kookn. Persoon B geeft tot antwoord dat doe maar. [/v] | tagging | ||
informant |
[a=j] Ja das normaal. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=486] Komp deze zin veur in dien dialect. Dat boek beloof mie as doe nooit meer zalst verstoppe. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee das een beetje een kromme zin. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=487] Komp deze zin veur in dien dialect. Wat zeg mie as doe kochst hest. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee komt ook nie veur. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=513] Komp deze zin veur in dien dialect. Zo ne vrouwne kun je maar beter nich tegen spreken. [/v]
vrouw ne |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee ken nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=515] Komp deze zin veur in dien dialect. Doe bint ook ne rare ne. [/v] | |||
informant | [a=n] Zonder ne. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=530] Komp deze zin veur in dien dialect. Marie zeit ast doe Piet nboek hest probeern te verkope. [/v]
n boek |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja da zou wel kunnen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=531] Komp deze zin veur in dien plat. Wim dach als ik Els had probeerd een cadeau te geewn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja zou wel kunnen ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=532] En de laatste zin. Komp deze zin veur in dien dialect. Paul weet as doe hest probeerd Marie een boek te verkope. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja zou kunnen. [/a] | |||
veldwerker | [n] [v=018] Ik had nog een vraag over ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. Zou u dat nog een keer willen zeggen. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet niet ach Marie gisteren estorven is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Kunt u dat is en dat storven ook omdraaien. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet niet ach Marie gisteren is storven. Ja da kun je ook om draain. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Aan welke geeft u de voorkeur. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet niet ach Marie gisteren estorven is. [/a] | |||
veldwerker | [v=026] Jan had het hele brood wel willen op eten. Hoe zou u dat ook al weer zeggen. [/v] | |||
informant | [a] Jan had een helen stoet maar wiln op eetn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Kunt u nog andere volgordes met dat willen en dat op eten. [/v] | |||
informant | [a] Jan had een helen stoet wel op wiln eetn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En op eten gewild. [/v] | |||
informant | [a] Nee dat kan niet. [/a] | |||
veldwerker | [v] En gewild op eten. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=043] En kun je ook dingen zeggen als Jan heeft zich in twee minuten een biertje gedronken. [/v] | |||
informant |
[a] Nee. Das nie gebruikelijk. [/a]
da s |
|||
veldwerker | [v=046] Bart heeft gehoord dat er fotoos van zich zelf in de etalage staan. [/v] | |||
veldwerker | [v] Kunt u van dat zich zelf ook iets anders maken. [/v] | |||
informant | [a] Van hem zelf kan ook ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=047] De aardappelen schillen niet gemakkelijk. Daar van wilde u liever iets anders zeggen. [/v] | |||
informant | [a] De tuffel schilt nich gemakkelijk had ik eerst gezegd maar et is denk ik beter de tuffel laat zich nich makkelijk schiln. [/a] | |||
informant | [a] De aardappels schillen natuurlijk niet. Je bent zelf degene die schilt. [/a] | |||
veldwerker | [v=044] Deze schoenen lopen lekker? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Deze schoenn loopt lekker. Dat zeg je dan wel. [/a] | |||
veldwerker | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het norgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Ast nu noog leewt dan leewtt morgen ook nog. [/a]
as t leewt t |
tagging | ||
veldwerker | [v=217] Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant | [a] Je gelooft zeker nich dat hij sterker is as ie. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] Wie gelaut dat ie nich zo slim bint as wie [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. Daar had u waarvan ik denk. [/v] | |||
informant | [a] Volgens mij is dat ook geen goed Nederlands. Of wel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=373] En deze. Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. Is dat nog goed Twents als u het zou om zetten. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=403] Et lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant |
[a] Tlijkt wel ofder een ind tuin staat. [/a]
t lijkt f der in d |
tagging | ||
veldwerker | [v] Kan dat woordje er ook weg. [/v] | |||
informant | [a] Et liekt wel of een in de tuin staat. Dat zou kunnen. Maar et is nie zo gebruikelijk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=526] En wie heeft je op de kermis gezien [/v] | |||
informant | [a] Wel hef die op de kermis zien. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En wat betekent dat. [/v] | |||
informant | [a] Wie heeft jou op de kermis gezien. [/a] | |||
veldwerker |
[v] Dan hadden we die vreemde zin. Gisteren wandeldiede door het park. [/v]
wandel die de |
|||
veldwerker | [v] Hoe zou u het welk in goed Twents zeggen. [/v] | |||
informant | [a] Gisteren wandelden hij door het park. [/a] | |||
veldwerker | [v=148] En dan hadden we hier de zin iedereen is geen vakman. U had er geloof ik van gemaakt alman is geen vakman. Wat betekent dat. [/v] | |||
informant | [a] Dat niet iedereen vakman is. [/a] | |||
veldwerker | [v=260] Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb en wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant | [a] Ik geef dan een voorkeur aan wie denk je. Wie denk je wie ik in de stad zien heb. [/a] | |||
informant | [a] Wel denk je wel ik in de stad zien heb. [/a] | |||
veldwerker | [v=260] En kan het nog met wat denk je wel ik. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Het kan wel. [/a] | |||
veldwerker | [v=088] Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen. [/v] | |||
informant | [a=n] Komt me wat vreemd voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=093] Ik vind dat Marie mut naar Jef beln. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik vind dat Marie naar Jef moet beln. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=102] Komt deze zin ook in dien dialect veur. Ik weet at Jan mut jammer genoeg vertrekn. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik weet dat Jan jammer genoeg mut vertrekn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=107] Is dat wat voor die in dien dialect. Ik weet dat Hans mag niet komn. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat Hans niet mag. [/a] | |||
veldwerker | [v=000] Een paar kleinere vertaalvraagjes tot slot. [/v] | |||
veldwerker | [v=762] Als ik ga dan ga ik. [/v] | |||
informant | [a] As ik ga dan ga ik. [/a] | |||
veldwerker | [v=763] Als jij gaat dan ga je. [/v] | |||
informant |
[a] Asie gaat dan gaj. [/a]
as ie ga j |
|||
hulpinterviewer |
[a] As doe geest dan gaj. [/a]
ga j |
|||
veldwerker | [a] Als hij gaat dan gaat hij. [/a] | |||
informant |
[a] Als hie geet dan geete. [/a]
geet e |
|||
veldwerker | [v=766] Als zij gaat dan gaat ze. [/v] | |||
informant |
[a] Assie geet dan geet ze. [/a]
as sie |
|||
veldwerker | [v=767] Als het gaat dan gaat het. [/v] | |||
informant |
[a] Ast geet dan geett. [/a]
as t geet t |
|||
veldwerker | [v=768] Als wij gaan dan gaan we. [/v] | |||
informant |
[a] As wie gaat dan gaaw. [/a]
gaa w |
|||
veldwerker | [v=769] Als jullie gaan dan gaan jullie. [/v] | |||
informant |
[a] As ie gaat dan gaj. /a]
ga j |
|||
veldwerker | [v=764] Als u gaat dan gaat u. [/v] | |||
informant |
[a] As ie gaat dan gaj. [/a]
ga j |
|||
veldwerker | [v=770] Als zij gaan dan gaan ze. [/v] | |||
informant |
[a] Assie gaat dan gaat ze. [/a]
as sie |
|||
veldwerker | [v=771] Ga eens weg. [/v] | |||
informant | [a] Ga eens vort. [/a] | |||
veldwerker | [v] Gaan jullie eens weg. [/v] | |||
informant |
[a] Gaj eens vort. [/a]
ga j |
|||
veldwerker | [v] Gaat u weg. [/v] | |||
informant |
[a] Gajie vort. [/a] [/n]
ga jie |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
geen data telefonische enquête in Rossum |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut