SAND-data Hooghalen (G006p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Hooghalen |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]G006p[/k][h]171[/h][i]172[/i][vw]S[/vw][t]IH[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Vertaal. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wat denk jij. Ze weet niet dat Marie gister steurmen is. [/a] | |||
informant | [a] Ze weet nie dat Marie gister sterben is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Geen een heeft dat ooit wild of kund. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Vertaal. Jan had het hele brood wel willen opeten. [/v] | |||
informant | [a] Jan had de hele stoet wel op willen eten. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Komt ook voor. Jan had de hele stoet wel opeten willen. [/v] | |||
commentaar | Het blijft onduidelijk of de informant de versie opeten willen accepteert. | |||
informant | [a] _ op willen eten had ik. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Kan dat beide. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=026] Komt ook voor. Jan had de hele stoet wel opeten wild. [/v] | |||
informant | [a=j] Jan had de hele stoet wel opeten wild. Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertaal. Vertel maar niet wie zij had kunnen roepen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Vertel maar niet wie of ze ha kunnen roepen. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Vertel maar niet wie ze ha kunnen roepen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan weet dat verhaal nog wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan herinnert em dat verhaal wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Komt ook voor. Jan herinnert hem dat verhaal wel. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja het zou wel kunnen maar _. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De timmerman hef geen spijkers bij zuch. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Bij zuch zeg jij. Ik zeg hem. [/a] | |||
informant | [a] De timmerman hef geen spijkers bij em. Dat is ook goed. Misschien nog wel beter ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Erik leut mij voor zuch werken. [/v] | tagging | ||
informant | [a] _ voor em werken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja dat kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal. Johanna liet zich meedrijven op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Johanna leut zuch met drijven op de golven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja jij gebruikt daar zuch en dat zal bij jullie wel gebruikelijker wezen maar dat wordt bij ons helemaal nooit gebruikt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Johanna leut heur met drijven op de golven. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal. Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ik hemzelf. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=042] Komt ook voor. Toon bekeek hem eens goed in de spiegel. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Das ook goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hemzelf en hem en zichzelf dat wordt allemaal wel gebruikt denk ik. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=043] Vertaal. Jan heeft in twee minuten een glas bier gedronken. [/v] | |||
informant | [a] Jan heef in twee minuten een glas bier dronken. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Jan heef in twee minuten een glas bier op dronken. [/a] | |||
informant | [a] Kan allebei. Op en dronken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Opdronken en dronken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=044] Vertaal. Deze schoenen lopen gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Deze schoenen loopt gemakkelijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal. Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant | [a] Eduard kent zichzelf goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] En ik heb hemzelf. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Kan allebei. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=046] Vertaal. Ward heeft gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ward hef heurd dat der fotoos van hemzelf in de etalage stond. | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Komt ook voor. Ward hef heurd dat er fotoos van hemzelf in de etalage staan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=046] Komt ook voor. Ward hef heurd dat er fotoos van hem in de etalage staan. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Is goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=047] Vertaal. Die aardappelen schillen niet gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Die erpels schilt niet makkelijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=048] Vertaal. De sneeuw smelt in de zon. [/v] | |||
informant | [a] De sneeuw smelt in de zon. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant |
[a] Azzik zuinig leef leef ik zoals mien ouders wollen. [/a]
az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Azze nog drie jaar leeft leefte langer az zien pap. [/a]
az e leeft e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Vertaal. Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Azze zo gevaarlijk leeft leef ze niet lang meer. [/a]
az ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Vertaal. Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Azt nou nog leeft dan leeftet morgen ook nog. [/a]
az t leeft et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Alz jullie zo losbandig leeft dan leefie nooit zo lang als ik. [/a]
leef ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertaal. Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Azze voor der werk leeft dan leeft ze niet voor der kinder. [/a]
az ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] Als Rudy nog leeft leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Ajje gezond leeft leef je langer. [/a]
a je |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Vertaal. Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] Azzer zo veel mensen van de landbouw leeft leeft der _. [/a]
az er |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Azzer zo weinig mensen van de landbouw leeft dan leeft er veel mensen van werk in de fabriek. [/a]
az er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Vertaal. Als Pieter en Liesje in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Als Pieter en Liesje in het paradijs leeft dan leeft Rosa en Frans in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leven leven we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Awwe sober leeft leven wij gelukkig. [/a]
a we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat gezonder jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat minder bekrompen kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik denk dat Marie hem roepen meut. Ik denk dat Marie hem meut roepen. Beide. Het kan ook wel met zal maar inderdaad wordt dat hier wat afgeknapt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=188] Vertaal. Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? [/v] | |||
informant |
[a] Hei genoeg mensen om t hooi van t land te halen. [/a]
he i |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188]Komt ook voor. Heb je genoeg mensen voor t hooi van t land te halen. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat geloof ik nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te komen werken. [/v] | |||
informant | [a] Het was aardig van Jan om te komen werken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Komt ook voor. Het was aardig van Jan om te werken te komen. [/v] | |||
informant | [a=n] Is niet goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=189] Komt ook voor. Het was aardig van Jan om werken te komen. [/v] | |||
informant | [a=n] Het was aardig van Jan om te komen werken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=189] Komt ook voor. Het was aardig van Jan werken te komen. [/a] | |||
informant | [a=n] Ik geloof het nie. [/a] | |||
informant | [a] Het was aardig van Jan om te komen te werken. Ja het kan wel maar ik vind die andere het beste eigenlijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zwaar om te dragen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Komt ook voor. Deze ton is te zwaar te dragen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar te dragen. Kan dat ook. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij kan staan zuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Komt ook voor. Hij kan staan te zeuren. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=199] Vertaal. Hij staat te zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hie stiet te zeuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal. Toen we aankwamen regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toen wie aankwamen regendet. [/a]
regende t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=215] Vertaal. k Geloof dat ik groter ben als hij. [/v] | |||
informant |
[a] Kgeloof dak groter ben dan hij. [/a]
k geloof da k |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Kgeloof dak groter ben als hem. [/a]
k geloof da k |
tagging | ||
informant | [a] Das goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ze geleuft dajje dattie eerder in hoes bint dan ik. [/a]
da je dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Azzik kan toch ook. [/a]
az ik |
tagging | ||
informant | [a] Kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Je gelooft toch niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant | [a] Je gelooft toch niet dat hij sterker is als jij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ az hie. [/a] | |||
informant | [a] _az hie. [/a] | |||
informant | [a] Ie geleuft toch niet dat hij sterker is als hie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant | [a] Ze geleuft dat wij rijker bint dan zij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ heur. [/a] | |||
informant | [a] _ dan heur. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal. We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] Wij geleuft dat jullie niet zo slim bint als wij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Wij geleuft dat jullie niet zo slim bint als oes. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Das nog beter. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie geloven niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | |||
informant |
[a] Jullie geleuft toch niet dat zij armer bint azzie. [/a]
az ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Ie geleuft dat Lisa even mooi is als Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Albert sterker zijn dan Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Hij geleuft dat Louis en Jan sterker bint dan Geert en Peter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De jong wie zen mam gister hertrouwd is ston achter mij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Komt ook voor. De jongen van wie ze moeder gister hertrouwd is stond achter mij. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=249] Komt ook voor. De jongen wie zien moeder gister hertrouwd is stond achter mij. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] _wie zen mam. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=249] Komt ook voor. De jongen die zen moeder gister hertrouwd is stond achter mij. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Lijkt mij wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank waar ze op zaten was pas verfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=250] Komt ook voor. De bank daar ze op zaten was net verfd. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. De bank waar ze op zaten. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld hef mut mij maar wat geven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=259] Komt ook voor. Die geld hef mut mij maar wat geven. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=267] Vertaal. Hij heeft zijn handen gewassen. [/v] | |||
informant | [a] Hij hef zien handen wast. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=268] Vertaal. Hij heeft zijn hemd gewassen. [/v] | |||
informant | [a] Hij hef zien hemd wast. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=268] Komt ook voor. Hij hef hem zien hemd wast. [/v] | |||
informant | [a] Hij hef hem zien hemd wassen. [/v] | tagging | ||
commentaar | Het blijft onduideljk of Hij hef (hem) zien hemd wassen nu een causale betekenis heeft zoals bij laten of niet. | |||
hulpinterviewer | [v=268] Ajje het zelf daan het. [/v] | |||
informant | [a] Hij hef zien hemd wast. Hij hef zien hemd wassen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij hef hem themd wassen. [/a] | |||
informant | [a] Dan heeft een ander dat voor hem daan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij hef hem themd wassen. Nee dacht ik dus niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=268] Komt ook voor. Hij hef hem themd wassen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij hef hem themd wassen dat is in principe hetzelfde als Hij hef hem zien hemd wassen. [/a]
t hemd |
|||
hulpinterviewer | [v=271] Vertaal. Hij heeft zijn been gebroken. [/v] | |||
informant | [a] Hij hef zien been broken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=271] Komt ook voor. Hij hef hem tbeen broken. [/v]
t been |
|||
hulpinterviewer | [a] Niet dat een ander hem het been hef broken maar hij hef tbeen broken. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee geloof ik nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de deken naar zuk toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ naar heur toe. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ja kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Marie trok de deken toe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=273] Komt ook voor. Marie trok de deken naar heur toe. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=273] Komt ook voor. Marie trok de deken toe. [/v] | Het lijkt me dat dit iets anders betekent, het hoeft niet noodzakelijkerwijs naar Marie zelf toe te zijn. | ||
informant | [a=j] Ja dat kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=339] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Geen een magt zien dus ik vind dat iet ook niet zien magt. [/a]
mag t ie t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Komt ook voor. Niemand mag het zien dus ik vind dat ie het ook niet zien mag. [/v] | |||
informant | [a] Das hetzelfde. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=340] Vertaal. Het gebeurde toen je wegging. [/v] | |||
informant | [a] Het gebeurde toen je vort gang. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=341] Vertaal. Ik weet waar je geboren bent. [/v] | |||
informant | [a] Ik weet waar je geboren bent. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=342] Vertaal. Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
informant |
[a] Nou ajje klaar bent meuje gaan. [/a]
a je meu je |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Das die man die ze roepen het. [/a]
da s |
tagging | ||
commentaar | [meta][k]G006p[/k][h]171[/h][i]172[/i][vw]S[/vw][t]IH[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=370] Komt ook voor. Dat is de man wie ze hebt roepen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=370] Of het ook kan dat je Dat is de man wie ze hebt roepen of roepen hebt. Of wij ook wie voor die doen. [/v] | |||
informant | [a] Ja dat denk ik wel soms. [/a] | tagging | ||
informant |
[a=j] Das de man wie ze roepen hebt. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man die het verhaal heeft verteld. [/a]
da s |
tagging | ||
informant |
[a] Das de man wie het verhaal hef verteld. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Komt ook voor. Dat is de man die het verhaal verteld hef. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man wor ik van denk dat het verhaal verteld hef. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Komt ook voor. Dat is de man wie ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a=j] Das de man wie ik denk dat het verhaal verteld heeft. Dat is volgens mij ook goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant | [a] Das de man wor van ik denk dat ze roepen hebt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Dat is de man wie ik denk die ze roepen hebt. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Dat is de man die ik denk dat ze roepen hebt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja. Wie of die kan allebei volgens mij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Komt ook voor. Dat is de man die ik denk die ze roepen hebt. [/v] | |||
informant | [a] Het is gewoon een rare zin. Zoon zin gebruiken wij gewoon niet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Komt ook voor. Dat is de man wie ik denk die ze roepen hebt. [/v] | |||
informant | [a=j] Beiden dus. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=397] Vertaal. T schijnt dat ze niks mag eten. [/v] | |||
informant | [a] T schijnt dat ze niks mag eten. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=397] Komt ook voor. Schijnt dat ze niks eten mag. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Allebei. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=403] Vertaal. T lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant | [a] T ljkt wel of der enen in de tuin staat. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=403] Komt ook voor. T lijkt wel of ien in de tuin staat. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja is goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeken heb je gekocht. [/v] | |||
informant |
[a] Wat voor boeken he kocht. [/a]
he |
He moet een soort cluster zijn voor heb-je maar het is moeilijk te zeggen hoe je dat cluster dan uit elkaar zou moeten halen. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heeft je op de kermis gezien. [/v] | |||
informant | [a] Wel hef je op de kermis zien. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Plaatje. Marie en Piet wijzen naar _. [/v] | |||
informant | [a] Mekaar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Toon wast _. [/v] | |||
informant | [a] Zien arm. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik had Toon wast em. [/a] | |||
informant | [a] Toon wast em. Hij zit in de tobbe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] Plaatje. Fons zag een slang naast _. [/v] | |||
informant | [a] Zuch. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja zie je. Zij zegt zuch en ik zeg hem. [/a] | |||
informant | [a] Maar dat kan ik ook wel zeggen Naast hem. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Maar Zuch zeg ik nooit. Das heel wonderlijk. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=006] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Gisteren wandeldiede door het park. [/v] | |||
informant |
[a=n] Gisteren leupe door het park. [/a]
leup e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Gisteren wandelde die. Zo wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=022] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Er wil niemand niet dansen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat komt bij ons niet voor he. Er wil geen een dansen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Eddy moet kunnen vroeg opstaan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat slaat nergens op. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Nee dat ben ik helemaal met je eens. Wij zeggen dan. Eddy moet vroeg op kunnen staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij wil geen soep niet meer eten niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Ach jeetje. Dat is toch geen nederlands. [/a] | |||
informant | [a] Maar het komt bij ons niet voor nee. [/a] | |||
informant | [a] Hij wil geen soep meer eten. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Zitten hier nergens geen muizen. [/v] | |||
informant | [a=j] Zitten hier nergens geen muizen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja dat komt volgens mij wel voor. [a/] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Komt de volgende zin voor in uw dialect. Vertaal. Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Elken een is geen vakman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Een ieder is geen vakman. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=149] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij heeft overal geen vrienden. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Hij heeft niet overal vrienden. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij hef _. [/a] | |||
informant | [a=j] _ overal geen vrienden. Ja het kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=260] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik heb wie. Wie denkie wie ik in de stad ontmoet heb. Of Wie denkie die ik in de stad ontmoet heb. [/a]
denk ie |
|||
informant | [a=n] Wie denk je dat ik in de stad zien heb. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=260] Komt ook voor. Wat denkie die ik in de stad ontmoet heb. [/v]
denk ie |
|||
informant | [a=n] Nee. Ik geloof niet dat wij dat zo maar zeggen zo. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Nee ik geloof het ook niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=261] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost. [/v] | |||
informant |
[a=j] Wat denkie hoe ze het oplost hebt. [/a]
denk ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=262] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wie denkie die ik in de stad ontmoet heb. [/v]
denk ie |
|||
informant |
[a=n] Wie denk je dak zien heb in de stad. [/a]
da k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=262] Komt ook voor. Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant | [a=j] Wie denkie wie ik in de stad ontmoet heb zien heb. Nou dat is wat we net zeiden. Die wat dat komt bij ons niet voor eigenlijk. Dat maken wij niet zo. Wie denkie wie of die ik in de stad zien heb. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=265] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hoe denkie dat ze het oplost hebt. [/a]
denk ie |
|||
hulpinterviewer | [v=309] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik heb geen zin en voeren de koeien. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik heb geen zin in het voeren van de koeien. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=j] Marie al haar koeien bent verdronken bij de overstroming. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ik had. Al de koeien van Marie bint verdronken bij de overstroming. [/a] | |||
informant | [a] Dat zou ik dus liever doen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Al de koeien van Marie _. [/a] | |||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik geloof deze jongen vinden ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik geloof deze jongen vinden ze allemaal wel aardig. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Deze jongen vinden ze geloof ik allemaal wel aardig. [/a] | |||
informant | [a] Ik geloof wel dat het kan die eerste. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja beide wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=331] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik heb heel wat lopen gedaan. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik heb heel wat lopen daan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja ik heb heel wat lopen daan. Ik heb der heel wat aan aflopen. [/a] | |||
informant | [a] Ik heb der heel wat aan aflopen. Das beter. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=353] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wil je nog koffie Jan. Persoon B antwoordt Jaak. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ja zeggen wij dan. Wil je nog koffie Aaltje. [/a] | tagging | ||
informant | [a=n] Is goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=355] Komt deze zin in uw dialect voor. Vertaal. Hebben ze gegeten. Persoon B antwoordt Jaanze. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Heb ze al wat eten. En dan antwoordt B van Ja hoor of Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=365] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hem is dood. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij is dood. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=501] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie zit te stoofperen schillen. [/v] | |||
informant | [a=j] Marie zit te stoofperen schillen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Volgens mij kan dat beide. Marie zit te stoofperen schillen en Marie zit stoofperen te schillen. [/a] | |||
informant | [a] Kan allebei. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=502] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie zit stoofperen en schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=028] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie dat zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=n] _ wie of dat ze had kunnen roepen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Vertel mij eens wie of dat zij had kunnen roepen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] _wie of ze had kunnen roepen. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Maar ik snap niet wat de zin betekent hoor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=028] Vertel mij eens wie dat zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja ik denk het. Maar ik weet niet wat het betekent. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Nee maar dan is het zo dat het geen gebruikelijke zin is in ons dialect. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=030] Vertel mij eens wie of dat zij had kunnen roepen. Nee dat is geen gebruikelijke zin. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=029] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=n] Vertel mij eens wie zijhad kunnen roepen. [/a] | |||
informant | [a=j] Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen. [/a] | |||
informant | [a=j] Wel of ze had kunnen roepen. Dat kan ook. [/a] | |||
informant | [a=j] Vertel mij eens wel of ze had kunnen roepen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Kan wel dat. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=030] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie of dat zij had kunnen roepen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=296] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Komt voor. Zou hij dat hebben daan kund. [/v] | |||
informant | [a=n] Zul hij dat daan hebben kund. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Voor mijn gevoel wordt ook wel eens gebruikt van Hebben daan kund maar Daan hebben kund dat dat logischer is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=296] Komt voor. Zou hij dat daan hebben kund. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=297] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Zou hij dat daan kunnen hebben. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja die zin gebruiken we wel. Zou hij dat daan kunnen hebben. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=297] Komt voor. Zul hij dat daan kund hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Kunnen hebben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Kunnen he. Dat dacht ik ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=305] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Zou hij dat doen gekund hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Zul hij dat daan kund hebben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=347] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij is gaan zwemmen. [/v] | |||
informant | [a] Ik weet dat hij heen zwemmen gaan is. [/a] | Moeilijk te horen maar volgens mij zegt de informant het partikel heen voor zwemmen. Zie ook latere zinnen. | ||
hulpinterviewer | [v=350] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij gaan zwemmen is. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik weet dat hij zwemmen is. [/a] | |||
informant | [a] Ik weet dat hij is gaan zwemmen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Het kan wel maar of het nou zo heel erg logisch is. Voor mij is het allerlogischste Ik weet dat hij heen zwemmen gaan is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=351] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij zwemmen is gaan. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik weet dat hij zwemmen gaan is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=352] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij zwemmen gaan is. [/v] | |||
informant | [a=n] Niet. Het is heen zwemmen gaan is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=352] Komt voor. Ik weet dat hij heen zwemmen gaan is. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=495] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik denk dattie veel weg zult moeten gooien. [/v]
dat ie |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat kan toch. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=495] Komt voor. Ik denk dattie veel zult weg moeten gooien. [/v]
dat ie |
tagging | ||
informant | [a=j] Kan ook. [/a] | |||
informant |
[a] Dattie maar je kunt ook nog Dajje he. [/a]
da je |
|||
hulpinterviewer |
[v=495] Komt voor. Ik denk dattie veel zult moeten weggooien. [/v]
dat ie |
tagging | ||
informant | [a=j] Kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen moet kunnen zwemmen. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. Ik vind dat iedereen mut kunnen zwemmen. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen moet zwemmen kunnen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [a/] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik vind dat iedereen moet kunnen zwemmen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=080] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen kunnen zwemmen moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemmen kunnen moet. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Het zou kunnen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ik denk het ook. Het kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemmen moet kunnen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja kan ook. Maar ik geloof dat de eerste het beste was. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten. Ja dat kan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten. Ik weet dat Eddy morgen brood wil eten. [/a] | |||
informant | [a] Vind ik mooier. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Komt deze zin voor in uw dialect. Boeken heeft Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan heeft drie boeken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Het kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=157] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Maakt moet hebben. [/a] | |||
informant | [a] Jan weet dat hij voor drie uur de wagen maakt moet hebben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=160] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen maakt moet hebben. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=161] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen maakt hebben moet. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Het kan. Die andere is logischer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Hij slaapt. Persoon B antwoordt Hij deut. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij slaap. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Hij slaapt. Persoon B antwoordt T deut. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat doen we niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Slaapt hij. Persoon B antwoordt Ie deut. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij slaap. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Komt deze zin voor in uw dialect. De lamp deut niet meer branden. [/v] | |||
informant | [a=n] De lamp brandt niet meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Komt voor. De kinderen doet hier niet voetballen. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat doen we niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] De kinderen voetballen hier niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Komt voor. Branden deut de lamp niet meer. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan volgens mij wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Komt deze zin voor in uw dialect. Deut Marie elke avond dansen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Marie danst elke avond. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=247] Komt deze zin voor in uw dialect. Doe het brood even snijden. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik doe wel even de kopjes afwassen. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik was de kopjes wel even af. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Komt deze zin voor in uw dialect. Dit denk ik niet aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Daar denk ik niet aan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Komt deze zin voor in uw dialect. Die rare jongen ben ik mit naar de markt weest. [/v] | |||
informant | [a=j] Die rare jongen ben ik mit naar de markt weest. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=321] Komt ook voor. Met die rare jongen ben ik mit naar de markt weest. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja dat kan misschien wel ja. Met die rare jongen ben ik naar de markt weest. [/a] | |||
informant | [a] Met die rare jongen ben ik mit weest naar de markt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=328] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan vindt dat ie moet zulke dingen niet geloven. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan vindt ie moet zulke dingen niet geloven. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=387] Komt deze zin in uw dialect voor. Persoon A vraagt Wanneer zal de wereldvrede komen. Persoon B antwoordt Nooit niet. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=459] Komt deze zin voor in uw dialect. Hij heef de bal gooid in de mand. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij heef de bal in de mand gooid. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=485] Komt deze zin voor in uw dialect. A Zal ik koken. B Dat doe maar. [/v] | |||
informant | [a=n] Doe maar. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=486] Komt deze zin voor in uw dialect. Dat boek beloof me dat je nooit meer zult verstoppen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v=486] Komt ook voor. Dat boek moeje me beloven moeje nooit meer verstoppen. [/v]
moe je |
|||
informant | [a=j] Is goed. [/a] | |||
informant | [a=n] Zoals het er nou staat zo gebruiken wij het in ieder geval niet. [/a] | Dit slaat op de oorspronkelijk volgorde zoals in de vragenlijst. | ||
hulpinterviewer |
[v=487] Komt deze zin voor in uw dialect. Wat zeg mij dajje kocht hebt. [/v]
da je |
|||
informant | [a=n] Dat is niet te vertalen volgens mij in het dialect. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=513] Komt deze zin voor in uw dialect. Zo een vrouw een kun je maar beter niet tegenspreken. [/v] | |||
informant | [a=n] Zoon vrouw kun je beter niet tegenspreken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Komt deze zin voor in uw dialect. Marie zei dat ie Piet een boek heb probeert te verkopen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=531] Komt deze zin voor in uw dialect. Wim dach dat ik Els ha probeerd een cadeau te geven. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat hebben we wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=532] Komt deze zin voor in uw dialect. Karel weet dat ie probeerd hebt Marie een boek te verkopen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat was goed toch. [/a] | |||
veldwerker | [n] [v=035] Jan geneert zich of Jan geneert em. [/v] | |||
informant | [a] Jan schaamt zich dervoor. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Schaamt em. Kan allebei. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. Dat zal moeten dat komt niet zo vaak voor maar kan het wel in deze volgorde voorkomen. [/v] | |||
informant | [a] Ik denk dat Marie hem roepen moet. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Het is nodig dat hij roepen moet. Ik denk dat Marie hem roepen moet. [/a] | |||
informant | [a] Ik denk dat het nodig is dat Marie hem zal roepen. [/a] | |||
veldwerker |
[v=216] Ze gelooft dattie eerder thuis bent als ik of dai. Dat kan allebei.
dat ie da i |
|||
veldwerker | [v=260] Nog even over Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. Wat denk je wie komt dat niet voor. Is het altijd Wie denk je. [/v] | |||
informant | [a] Wat denk je wie of ik in de stad zien heb. [/a] | |||
veldwerker | [v=260] En Wat denk je die ik in de stad gezien heb. [/v] | |||
informant | [a] Wat denk je wel ik zien heb. [/a] | |||
informant | [a] Wat denk je die ik zien heb. Het is Wie of Wel of. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Toch geloof ik dat Die ook kan. [/a] | |||
veldwerker | [v=000] Wie en Wel is hetzelfde. Komt het allebei voor. [/a] | |||
veldwerker | [v=000] Wel zonder Of komt dat ook voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Het is Wel of. [/a] | |||
informant | [a] Ja Wel Of. [/a] [/n] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
026 | Jan had het hele brood wel willen opeten | Komt ook voor:; 1. de mogelijkheid van 'gewild opeten/opeten gewild'; 2. Is de versie met IPP ooit uitgesloten in een dialect? |
komt voor
: j vorm: wel willen opeten |
026 | Jan had het hele brood wel willen opeten | Komt ook voor:; 1. de mogelijkheid van 'gewild opeten/opeten gewild'; 2. Is de versie met IPP ooit uitgesloten in een dialect? |
komt voor
: j vorm: wel opeten wild |
028 | Vertel mij eens wie dat zij had kunnen roepen | Komt deze zin met 'wie dat' voor? |
komt voor
: n |
029 | Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen | Komt deze zin met 'wie of' voor? |
komt voor
: j |
030 | Vertel mij eens wie of dat zij had kunnen roepen | Komt deze zin met 'wie of dat' voor? |
komt voor
: j |
132 | Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen | In doorbrekingsdialecten: doorbreking door pronomen testen:; Opnemen als 'komt voor'-vraag in de volgorde: 'zal moeten hem roepen'. |
komt voor
: j |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
komt voor
: j |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: wie zien |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: waar dat ze |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: daar ze op |
267 | Hij heeft zijn handen gewassen | als zonder reflexief vertaald, vragen of de variant met 'zich' ook kan voorkomen. Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen. Als 'zich' voorkomt dan 'zijn handen' en 'de handen' afvragen. |
komt voor
: j |
268 | Hij heeft zijn hemd gewassen | 'Hij heef em zien/ et hemd wassen.' |
komt voor
: j vorm: hef zich zien hemd wassen |
268 | Hij heeft zijn hemd gewassen | 'Hij heef em zien/ et hemd wassen.' |
komt voor
: j vorm: hef zich t hemd wassen |
297 | Zou hij dat gedaan gekund hebben? | Vorm voltooid deelwoord: zie W25 |
komt voor
: n |
317 | Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming |
komt voor
: j |
|
321 | Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest | Laat juiste hulpwerkwoord door hulpinterviewer kiezen. |
komt voor
: n vorm: ben |
331 | Ik heb heel wat lopen gedaan |
komt voor
: j |
|
339 | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet zien mag. | Andere volgorde is wel vertaald/ beantwoord. |
komt voor
: j vorm: zien mag |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben | wie/ die |
komt voor
: j zin: Nee (wie niet mogelijk) |
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: j vorm: geen een niet |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: j |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: j vorm: geen een niet |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
502 | Marie zit stoofperen en schillen |
komt voor
: n |
|
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: j |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
komt voor
: j vorm: jan rookt niet meer |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
komt voor
: j vorm: zelfs hij kan dat niet oplossen |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: we zin: moge we wel weten of we ook vraagd bint |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: we zin: moge we wel weten of we ook vraagd bint |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n vorm: weetie iets over het weer morgen |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n zin: ie weet wel dattie slim genoeg bent |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
komt voor
: j vorm: kust mekaar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: j vorm: bij hem |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
komt voor
: n vorm: azzie vindt |
751 | Asse ze denken datte ze moeten gaan, dan gane ze maar (KOMT VOOR + VERTAAL). |
komt voor
: n vorm: az ze denkt dat ze moet gaan dan gaat ze maar |
|
752 | An ze denken dan ze moeten gaan, gaan ze maar |
komt voor
: n vorm: az ze denkt dat ze moet gaan dan gaat ze maar |
|
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
755 | Asse we horen datte we moeten gaan, gane we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n |
|
756 | An we horen dan we moeten gaan, gaan we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n |
|
760 | Asse jullie horen datte jullie nodig zijn, gane jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
761 | An jullie horen dan jullie nodig zijn, gaan jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ik ga |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ga ik |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: azzie gaat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaaj |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
komt voor
: j vorm: aj gaat |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
komt voor
: j vorm: dan gaaj |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: azze giet |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan giete |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ze giet |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan giet ze |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: azt giet |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan giet et |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az we gaat |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gawe |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az jullie gaat |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaat jullie |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ze gaat |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaat ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ga dadelijk vort |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen ik gung |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gungie ook |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toenie gung |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gung ik niet |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toenie gung |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gung hij ook |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen hij gung |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gung ie ook |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen zij gung |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gungt niet |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toent gung |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gung ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: j vorm: toen wij gung'n |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: j vorm: gung'n jullie ook |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen jullie gung'n |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gung'n wij niet |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen ze gung |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gung ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: j |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: j |
|
806 | Hij zou het gedaan gekund gewild hebben. |
komt voor
: n |
|
807 | Marie zit te stoofpeer schillen. |
komt voor
: j |
|
808 | Marie zit te stoofperen schillen. |
komt voor
: j |
|
809 | Marie zit te piano spelen. |
komt voor
: j |
|
810 | Hij zit weer te voorzeggen. |
komt voor
: j |
|
812 | Hoe haal je het in je hoofd en gooi met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
813 | Hoe haal je het in je hoofd en gooien met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
814 | Hij heeft geen zin en voeren die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
815 | Hij heeft geen zin en voer die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
816 | Hij heeft geen zin en wegvoeren die koeien. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: j |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: j |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: hem |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: hem |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: n vorm: hem |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: naar hem toe |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut