SAND-data Appelscha / Appelskea (G001b)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Appelscha / Appelskea |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]G001b[/k][h]406[/h][i]407[/i][vw]HW[/vw][/meta] | |||
veldwerker | [v=022] Er wil niemand niet dansen is tweeentwintig kije dat in het Stellingwerfs ook zo zegge? [/v] | |||
informant | [a] Zie wij zeggen dat anders ik zeg dat er wil geeniene niet dansen. [/a] | Informant geeft in vervolg aan dat de betekenis is dat er niemand wil dansen. | tagging | |
veldwerker | [v=023] Kije dit ook zegge in het Stellingwerfs van ehm Els of wat voor famke dan ook eh wil niet dansen en ze wil niet zingen ook niet. [/v] | |||
informant | [a] Dus Els wil niet dansen en ze wil ook niet zingen. [/a] | tagging | ||
informant | [a=n] Dat dat ik kan niet dit dit niet hoor dat niet. [/a] | |||
veldwerker | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Geeniene het dat ooit wild en ook niet kund. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=026] Jan had het hele brood wel willen op eten. [/v] | |||
informant | [a] Jan die had het hele brood wel willen op eten. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Jan had het hele brood wel op eten willen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=006] Gisteren wandeldiede door het park. [/v] | |||
informant | [a=n] Wat wil dat nou zeggen? [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Gisteren leupie doort park. [/a]
leup ie deur het |
tagging | ||
veldwerker | [v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant | [a] Ze wist niet dat Marie gisteren overleden was. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En kinje dat ook om draaie van ehm ze weet niet dat Marie gisteren is overleden. [/v] | |||
informant | [a] Dat kan ook ze wist niet dat Marie gisteren was overleden. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Kinje dan ook zegge van ze wist niet dat Marie gisteren overleden het? [/v] | |||
informant | [a] Nee dat klopt niet dat kan niet. [/a] | |||
veldwerker | [v=027] Wolje die eens vertale? | |||
veldwerker | Vertel maar niet wij zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=g] Zeg maar niet wij ze hadden kunnen roepen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En kinje dat ook om draaie van vertel maar niet wie ze roepen kund had? [/v] | |||
informant | [a=n] Ja nee dat dat klopt dan komt die zin niet goed natuurlijk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=028] Kinje dat ook zegge van ehm eh vertel mij eens wie dat ze had kunnen roepen? [/v] | |||
veldwerker | [v] Okee dus hij kin zo net? [/v] | |||
informant | [a] Nee dat komt nie goed. [/a] | |||
informant | [a] Vertel mij eens wie ze hadden kunnen roepen. [/a] | Informant gebruikt het meervoudige ze. | tagging | |
veldwerker | [v] Dat dat is wel gewoon om dat zo te zeggen? [/v] | |||
informant | [a] Ja ja ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=029] Kinje dit dan ook zegge? | |||
veldwerker | Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat dat dat komt nie goed bij mij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [a] Daar staan der twee in of en dat vertel mij eens wie of dat ze had kunnen roepen. [/a] | |||
informant | [a=n] Dan zit moet dat der weer uit gaan want dat vertel mij eens wie ze hadden kunnen roepen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=035] Jan schaamt zich. [/v] | |||
informant |
[a] Jan schaamtem. [/a]
schaamt hem |
tagging | ||
veldwerker | [v=036] Ja? [/v] | |||
informant | [a] Jan en Piet die wijze naar elkander. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=037] Dan Toon wast _ [/v] | |||
informant |
[a] Toon die wastem. [/a]
wast hem |
tagging | ||
veldwerker | [v=039] Fons zag een slang naast _ [/v] | |||
informant |
[a] Fons die zag een slang naastem. [/a]
naast hem |
tagging | ||
veldwerker | [v=038] Kinje die eens vertale in het Stellingwerfs? [/v] | |||
informant |
[a] De timmerman die het geen spijkers bijem. [/a]
bij hem |
tagging | ||
veldwerker | [v=040] Eric liet mij voor zich werken. [/v] | tagging | ||
informant | [v=040] De boer liet de arbeider ehm voor hem werken. [/v] | De oorspronkelijke zin leidde tot teveel verwarring en toen is in plaats daarvan aangeboden De boer liet de arbeider voor zich werken. | tagging | |
veldwerker | [v=041] Johanna liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Johanna luit har met drijven op de golven. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant |
[a] Toon bekeekemzelf in de spiegel. [/a]
bekeek emzelf |
tagging | ||
veldwerker | [v=043] Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken. [/v] | |||
informant | [a] Jan het in twee minuten een biertjen dronken. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=044] Deze schoenen lopen gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] Dizze schoenen lopen goed. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=045] Eduard kent zich zelf goed. [/v] | |||
informant |
[a] Eduard kentemzelf het beste. [/a]
kent emzelf |
tagging | ||
veldwerker | [v=046] Ward heeft gehoord dat er fotos van zich zelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant |
[a] Ward het hoord dat er fotos vannemzelf in de etalage staan. [/a]
van emzelf |
tagging | ||
veldwerker | [v=047] Die aardappelen schillen niet gemakkelijk. [/v] | |||
informant | [a] De aardappels die schillen niet makkelijk. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=048] De sneeuw smelt in de zon. [/v] | |||
informant | [a] De sneeuw smelt in de zon. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=053] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant | [a] Ja als ik eh als ik zuinig leef leef ik zoals mien oolden dat willen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Azzie nog drie jaar leeft dan leeft ie langer as zien heit. [/a]
als ie |
tagging | ||
veldwerker | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Asse zo gevaarlijk leeft leeft ze nie zo lange meer. [/a]
als ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Als het nou nog leeft dan leeftet morgen ook nog. [/a]
leeft het |
tagging | ||
veldwerker | [v=061] Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] At jim los leven dan leven jim nooit zo lang azikke. [/a]
als ikke |
tagging | ||
veldwerker | [v=063] Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Asse veur het wark leven dan leven ze niet veur de kinder. [/a]
als ze |
tagging | ||
veldwerker | [v=067] Als Rudie nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudie nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Azje gezond leven dan leven jek langer. [/a]
als je je ek |
tagging | ||
veldwerker | [v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] Azder weinig mensen van de landbouw leven dan leven er vele mensen van het werk in de fabriek. [/a]
as der |
tagging | ||
veldwerker | [v=070] Als Pieter en Liesje in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | [a] As Pieter en Liesje in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=071] Als we sober leven leven we gelukkig. [/v] | |||
informant | [a] As we zuinig leven dan leven we gelukkig. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En nou doe ik er nog even een andere zin bij. | |||
veldwerker | Als we eerlijk leven leven we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Azwe eerlijk leven dan leven we jan dan leven we gelukkig. [/a]
als we |
tagging | ||
veldwerker | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=073] Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat minder zuinig kinder. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=075] Ik vind dat iedereen moet kunnen zwemmen. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik vin dat iedereen moet kunnen zwemmen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=080] Die is weer een beetsje anders van ehm ik vin dat iedereen kinne zwemme mat. | |||
veldwerker | _ of ik vind dat iedereen kunnen zwemmen moet. | |||
veldwerker | Kinje dat zegge in het Stellingwerfs? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is maar een rare zin is dat vin ik. [/a] | |||
informant | Ik vin maar dan is het krekt andersom ik vin dat iedereen moet kunnen zwemmen. | |||
veldwerker | [v=082] Ik vind dat iedereen zwemmen kunnen moet. [/v] | |||
informant |
[a=n] Dat dat stiet me niet goed toe nee dat dat week nie. [/a]
weet ik |
|||
veldwerker | [v=084] Ik vind dat iedereen zwemmen moet kunnen. [/v] | |||
informant | [a=n] Ja iedereen moet kunnen ja nee dan hej dat kriej dat zelfde weer ja maar dan draai ik dat weer om dat is verkeerd. [/a] | |||
veldwerker | [v=086] Kinje dat zegge in het Stellingwerfs? | |||
veldwerker | _ van eh ik weet dat Eddy morgen wil brood eten. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja ik weet dat Eddy morgen wil brood eten ja wat moek daar nou das dat dat zo zeg ik dat ook. [/a] | bs: broodeten is mogelijk een enkel woord, zodat wil broodeten V-cluster wordt | tagging | |
veldwerker | [v=087] Eddy moet kunnen vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a] Eddy moet vroeg kunnen op staan. [/a] | tagging | ||
informant | [a=n] Ja dat zo als ik dat zeg ja dan is het bij mij niet goed. [/a] | |||
veldwerker | [v=088] Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen zo zeg ik dat ja ja ja ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Prima dus weer een beetsje anders as wat hier staat? | |||
veldwerker | [v=093] En ik vind dat Marie moet naar Jef bellen? [/v] | |||
informant | Ik vin dat Marie naar Jef moet bellen. | tagging | ||
informant | Zo zeg ik dat. | |||
informant |
[a=j] Of moet naar Jef bellen mag ook ik vin dat Marie moet naar Jef bellen zo kant ook. [/a]
kan het |
tagging | ||
veldwerker | [v=102] Kinje dit zegge in het Stellingwerfs van ehm ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Zo zeg ik het ook. [/a] | |||
veldwerker | [v=107] Ik weet dat Hans mag niet komen. [/v] | tagging | ||
informant | Nee ik kant zo ook wel zeggen ik weet dat Hans niet mag komen. | |||
informant | [a=j] Zo aster nou staat kant ook wel. [/a] | |||
informant | Ik weet dat Hans mag nie kommen. | |||
veldwerker | [v=108] Ik weet dat Hans mag niet komen. | tagging | ||
veldwerker | Iedereen begrijpt dat hij het te druk heeft. | |||
veldwerker | En dan die hoe je net te vertalen mar kinje gewoon zegge at je dat in het Stellingwerfs zegge kinne? [/v] | |||
informant | [a] Ja ik weet dat Hans mag niet komen want iedereen begrijpt dat hij het te drok het. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=109] Ik weet dat Hans mag niet komen want Marie wil hem niet op het feest zien. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat zo zeggen wij dat ook. [/a] | |||
veldwerker | [v=114] Kinje dit zo zegge in het Stellingwerfs? | |||
veldwerker | Ik weet dat Jan wil varkens kopen. [/v] | |||
informant | [a] Ja zie dan kank xxx maar ik wust dat Jan wil varkens kopen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
informant | [a=j] Zie dasnou net zo ik denk dan Marie hem zal moeten roepen zo is dat. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=137] Hij wil geen soep niet meer eten niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat dat kan niet dat komt bij mij nie goed nee dat zit nie goed. [/a] | |||
veldwerker | [v=140] Zitten hier nergens geen muizen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja zie dan kant wel. | |||
informant | Zitten hier nargens geen muizen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=148] Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Iederene is geen vakman dat zeggen wij ook gewoon. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=149] Hij heeft overal geen vrienden. [/v] | |||
informant | Hij het wel vrienden maar niet overal. | Informant geeft aan de zin met de bedoelde scope te kunnen gebruiken. | ||
informant | [a=j] Ja hij het overal geen vrienden. | tagging | ||
veldwerker | Ja is prima dat is dus wol een goeie zin in het Stellingwerfs? | |||
informant | Ja ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=154] Boeken heeft Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee nee nee nee nee Jan het drie boeken zo zo zo zeg ik dat. [/a] | |||
veldwerker | [v=156] Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee das nie goed dat komt me nie goed uit. [/a] | |||
veldwerker | [v=157] Dan idder een liets beetsje anders van _ [/v] | |||
informant | _ de wagen moet gemaakt hebben. | tagging | ||
informant | [a=n] Dat komt ook nie goed bij mij nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=160] O dus gemaakt moet hebben dat is eh is verkeerd? [/v] | |||
informant | [a=n] Ja dat is verkeerd dat komt nie goed. [/a] | |||
veldwerker | [v=160] Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Gemaakt hebben moet ja das ook een rare dat dat hebben moet dat dat ja nee dat wordt nie gezegd dat klopt niks dat wordt niks. [/a] | |||
veldwerker | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? [/v] | |||
informant |
[a] Hej genoeg mensen omt hooi vant land te halen. [/a]
he j om t van t |
tagging | ||
veldwerker | [v] Kenje die ook nog een beetsje anders zegge? | |||
veldwerker | Hej genoeg mensen het hooi van het land te halen. | |||
veldwerker | Ja maar dan zonder om der in kin dat ook? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat moet er in. | |||
informant | Dat moet er in want dan zeg ik hej genoeg mensen hooi vant land te halen. | |||
informant | Dat zou wel kunnen. | |||
informant | Om om kander wel dat zou al hij kander wel uit hoor dat wilk niet zeggen ja ja dat kan toch wel. | |||
informant |
Hej genoeg mensen het heu vant land te halen. [/a]
he j van t |
tagging | ||
veldwerker | [v=189] Het was aardig van Jan om te komen werken? [/v] | |||
informant | [a] Het was aardig van Jan om te komen werken. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En kin om der in dizze zin ook uit? [/v] | |||
veldwerker | Van het was aardig van Jan te komen werken? | |||
informant | [a=j] Ja dat kan ook wel het was aardig van Jan te komen werken. [/a] | |||
veldwerker | [v=190] Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zwaar om te dragen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Okee en kin om der hier ook uit van deze ton is zwaar te dragen? [/v] | |||
informant | [a=j] Deze ton is zwaar te dragen dat kan al. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=198] Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Nou ja dat is gewoon hij kan staan zeuren. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En kinje ook zegge van hij kan staan te zeuren? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja dat zal wel ja ja ja ja ja hij kan staan te zeuren. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Hij kan staan om te zeuren? [/v] | |||
informant | [a=j] Dat zal ook ook hij kan staan om te zeuren ja dat dat klinkt dat ik ik heb liever zou zeggen wat ik zo pas zei hij kan staan te zeuren. [/a] | Niet geheel duidelijk of de informant de aangeboden zin nu wel of niet goed vindt. | ||
veldwerker | [v=199] Hij staat te zeuren? [/v] | |||
informant | Mja ja hij staat gewoon te zeuren. | |||
informant | [a] Hij staat te zeuren. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En hij staat om te zeuren? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee gewoon zeggen hij staat te zeuren. | |||
informant | Ja niet om te om te ja zeu_ [/a] | |||
veldwerker | [v] En hij staat zeuren? [/v] | |||
informant |
[a=n] Hij staat te zeuren hij staat te zeuren zo ist ja. [/a]
is het |
|||
veldwerker | [v=200] Toen we aankwamen regende het? [/v] | |||
informant | [a] Toen we aan kwamen toen regende het. [/a] | tagging | ||
informant | Regende hut weej wel regende hut. | |||
veldwerker | [v=215] Kgeloof dat ik groter ben dan hij. [/v] | |||
informant |
[a] Igleuf dattik groter ben as him. [/a]
ik geleuf dat ik |
tagging | ||
veldwerker | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik? [/v] | |||
informant | [a] Eh ze geleuven eh geleuft dat jo eerder thuis binne as dan ikke. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=217] xxx [/v] | |||
informant | [a] Je geleuven toch nie dat hij sterker is dan jo. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=218] Ze geloven dat wij rijker zijn dan zij? [/v] | |||
informant | [a] Ze geleuven dat wij rijker binnen dan zij. [/a] | tagging | ||
informant | [a] We geleuven dat jullie niet zo slim binnen as wij. [/a] | antwoord op 219 | tagging | |
veldwerker | [v=220] Jullie geloven toch niet dat zij armer zijn dan jullie? [/v] | |||
informant | [a] Jullie eh eh jim geleuven toch niet dat zij armer binnen dan jim. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna? [/v] | |||
informant | [a] Jo geleuven dat Lisa even mooi is as Anna. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=222] Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn dan Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Hij geleuft dat Louis en Jan sterker binnen dan Geert en Pieter. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=227] O dit is weer even heel wat anders dit is een dialoogje. | |||
veldwerker | Dan mat jo gewoon even zegge van vin jo dat zeg maar dat een logisch antwoord dat die tweede dan jout. | |||
veldwerker | Nou dus de eerste die vraget van hij slaapt? | |||
veldwerker | En dat seit de tweede hij doet. [/v] | |||
veldwerker |
Iddat dan een logisch antwoord voor jo in het Stellingwerfs?
is dat |
|||
veldwerker |
Soe een Stellingwerver dat zegge of soedie gewoon ja zegge?
soe die |
|||
informant | [a=n] Nee zie wij zeggen dan hij dot het. [/a] | |||
veldwerker | [v=228] Das weer zoon soorte van dialoogje dus de eerste die seit weer van hij slaapt? | |||
veldwerker | En die tweede die seit dan van het doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij slaapt hij doet nee dat dat week nie hoor dat komt nie goed. [/a] | |||
veldwerker | [v=243] Weer het zelfde van de eerste die vraget van slaapt hij? | |||
veldwerker | En die twee die seit dan van ie doet? [/v] | |||
informant | [a] Nee dat komt nie goed. [/a] | |||
veldwerker | [v=245] De lamp doet niet meer branden. | |||
veldwerker | Kinje dat in het Stellingwervers vertale? [/v] | |||
informant | Ja de lampe gaat niet meer branden. | |||
informant | Zo heb ik het. | |||
veldwerker | Maar mei doet net? | |||
informant | [a=n] Nee doet niet dat klopt nie nee dat is nie goed. [/a] | |||
veldwerker | [v] En die tweede dan kan die dan wel? | |||
veldwerker | De kinderen doen hier niet voetballen. | |||
veldwerker |
Kinje die wel vertale in het Stellingwerfs? [/v]
kin je |
|||
informant | En doet hier doen hier niet voetballen wat is dat nou? | |||
veldwerker | Kin net? | |||
informant | [a=n] Nee dat kan niet bij mij hoor. [/a] | |||
veldwerker | [v] Branden doet de lamp niet meer? [/v] | |||
informant | Branden doet de lampe niet meer. | |||
veldwerker | Dat kin wel? | |||
informant | [a=j] Ja ja branden doet de lampe niet meer dat is wel goed. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=246] Doet Marie elke avond dansen? | |||
veldwerker | Kinje dat in het Stellingwervers zegge? [/v] | |||
informant | Gaat Marie elke avond dansen? | |||
veldwerker | Dus wat hier stiet dat dat vinje net goed? | |||
informant | [a=n] Nee nee nee nee nee nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=247] Doe het brood even snijden? [/v] | |||
informant | Nou ga het brood even snijden. | |||
veldwerker | Okee dus zonder eh zonder doe? | |||
informant | [a=n] Ja ga het brood even snijden. [/a] | |||
veldwerker | [v=248] Ik doe wel even de kopjes af wassen? [/v] | |||
informant | Ik ga wel even de kopjes af wassen. | |||
veldwerker | Ook weer zonder doe? | |||
informant | [a=n] Ja dat doe dat dat dat dat paste hier niet bij mij nee. [/a] | |||
veldwerker | Dat past er net in? | |||
veldwerker | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij? [/v] | |||
informant | [a] De jongen wiens mem gisteren trouwd is stond achter mij. [/a] | |||
veldwerker | [v] Van de jongen wie sien mem gisteren trouwd is? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Wie sien mem ja dat zal wel xxx ja toe maar. | |||
informant | _ wie sien mem gisteren trouwd is stond achter mij. [/a] | |||
veldwerker | [v] En de jongen die sien mem soenen je dat ook zegge kinne? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja dat zol ook kunnen. | |||
informant | Dus die sien de jongen die sien mem gisteren trouwd is stond achter mij ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Okee en kinje noch andere dingen bedenke van woorden die voor dat wiens in de plek staan kinne? | |||
informant | Ja wiens dat zal er misschien wel wezen maar _ | |||
veldwerker | [v=250] De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank waar ze op zaten was pas verfd. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Kinje ook zegge de bank van daar ze op zaten? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja kan ook de bank daar ze op zaten was pas verfd. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Eh okee en de bank waar op ze zaten? [/v] | |||
informant | [a=j] De bank waar op ze zaten was pas verfd ja kan ook. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En de bank daar op ze zaten? [/v] | |||
informant | [a=j] _ daar op ze zaten was pas verfd ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld het moet mij maar wat geven. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En kinje ook zegge van die geld heeft of die geld het? [/v] | |||
informant | [a=j] Die geld het moet mij maar wat geven kan ook. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=260] Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? [/v] | |||
informant |
[a=j] Ja zie wat denkie wie ik in de stad zien heb? [/a]
denk je |
tagging | ||
veldwerker | Okee maar als we dat ontmoet in zien veranderen dan dan kan ie wel? | |||
informant |
Ja dan kant wel.
kan het |
|||
veldwerker | [v=261] Wat denken jullie hoe ze het hebben op gelost? [/v] | |||
informant |
[a=j] Wat dachten jim hoe zet op lost hadden?
ze t |
tagging | ||
informant | Is goed he. [/a] | |||
veldwerker | [v=262] Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? [/v] | |||
informant |
[a=j] Ja eh wie denkie wie ik in de stad zien heb? [/a]
denk ie |
tagging | ||
veldwerker | [v=261] [/v] | Informant leest vraag van papier en geeft vertaling voor de vraag is gesteld. | ||
informant |
[a] Ja wat denken jim hoe zet oplost hebben? [/a]
ze t |
bs: oplost als een woord, nav opm nr 42 | tagging | |
veldwerker | [v=262] Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? [/v] | |||
hulpinterviewer |
Wie denkie dat ik in de stand ontmoet heb zo ist ja.
denk ie is t |
|||
informant |
[a=j] Nee wie denkie wie ik in de stad zien heb zo zeggen wij dat toch? [/a]
denk ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | Ja ja dat kan ook. | |||
veldwerker |
[v=265] Hoe denk je hoe zenet hebben op gelost? [/v]
ze het |
|||
informant |
Hoe daggie datzet oplost hadden?
dach ie dat ze t |
tagging | ||
veldwerker | En kinje dan ook zegge van hoe daggie hoe zet op lost hadden? | |||
informant | [a=j] Ja dat kan ook. | |||
informant |
Hoe daggie hoe zet oplost hadden. [/a]
dach ie ze t |
tagging | ||
hulpinterviewer | Ja dat kan ook. | |||
veldwerker | [v=268] Hij heeft zn hemd gewassen? [/v] | |||
informant | [a] Nou nee nee hij het zien hemd wassen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=271] Hij heeft zn been gebroken? [/v] | |||
hulpinterviewer | Hij het de pote broken is dat _ | |||
informant | Hij het het been kapot. | |||
hulpinterviewer |
Nee nee hij het been broken.
het t |
het = het 't = heeft het | tagging | |
veldwerker | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe? [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de deken naar heur toe. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=296] Zoj dat daan hebben kund? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee dakannie datis nie goed nee dat is nie goed dat klopt niet jongens. [/a]
dat kan niet |
|||
informant | [a] Moest hij dat daan hebben? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=297] Sol ie dat daan kund hebben? | |||
veldwerker |
Kinje dat zegge? [/v]
kin je |
|||
informant | [a=n] Nee dat komt niet dat komt niet goed. [/a] | |||
informant | [a] Sol hie dat kunnen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=305] Die driehonderd vijf die kin zo net? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat komt nie goed. [/a] | |||
veldwerker |
En at jem dan vertale wat soenen je er dan van meitsje?
je him |
|||
hulpinterviewer | Nou zol hij dat daan hebben. | |||
informant | [a] Zol hij dat daan hebben. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=309] Ik heb geen zin en voeren de koeien. [/v] | |||
informant | [a=n] Zie dat staat ook weer zo apart. | |||
informant | Ik ik zeg gewoon ik heb geen zin om de koeien te voeren. | |||
veldwerker | Okee dus dit is ja dit is net goed dus? | |||
informant | Nee dat komt nie goed joh. [/a] | |||
veldwerker | [v] Ehm nou in het Fries dan kin jo zegge van hoe krijst in inne hersens en eh en vertel sokke rare dingen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Hoe kriejet in de kop om zukke rare dingen te vertellen.
krie je t |
|||
informant |
[a] Dat dat hebben wij dat is in dat is in het Stellingwerfs hoe kriejet in de kop om zukke rare om zukke dingen te vertellen. [/a]
krie je t |
tagging | ||
veldwerker | [v=311] Ik denk hij weg is? [/v] | |||
informant | [a] Ik denk dattie vot is. [/a] | |||
veldwerker | Dat dat dat mat er tussen? | |||
informant |
[a=j] Ja ik denk dattie vot is. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. | |||
veldwerker |
[v=312] Ik heppem gister nog niet gezien dus ik denk eh dus ik zeg ik denk hij is weg. [/v]
heb m |
|||
veldwerker | Ik heppem gister nog niet gezien dus ik zeg ik denk hij is weg. | tagging | ||
veldwerker | Het giet even om dizze dit laatste stukje van eh ik zeg ik denk hij is vot. | |||
veldwerker | Soenen je dat dan zegge kinne ik zeg ik denk hij is vot? | |||
hulpinterviewer | Nee nee. | |||
informant | [a=n] Dat komt dat komt nie goed nee dat is verkeerd. [/a] | |||
informant |
Ik denk dattie vot is.
dat ie |
|||
informant |
[a] Ik hebbem gister nog zien maar ik denk dattie vot is. [/a]
heb em dat ie |
|||
veldwerker | [v=316] Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje? [/v] | |||
informant | Hij gaat snel hij gaat gauw even bij de bakker naar binnen en hij kocht een broodje. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Het lijkt me niet nee het lijkt me niet zo als dat. [/a] | |||
veldwerker | Okee en hoe soenen jim het dan zegge in gewoon Stellingwervers? | |||
hulpinterviewer | [a] Hij wou gauw even naar de bakker toe om een broodje te kopen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=317] Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a] Alle koen van Marie bin verdronken bij de overstroming. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Okee dus dit wat hier stiet dat kin niet in het Stellingwervers? | |||
informant | [a] Nee dat wordt nie goed. [/a] | |||
veldwerker | [v=319] Dit denk ik niet aan. [/v] | |||
hulpinterviewer | Eh daar denk ik niet aan. | |||
informant | Daar denk ik niet aan. | tagging | ||
veldwerker | Okee dus dizze zin net mei dit? | |||
informant | [a=n] Dit denk ik niet aan nee daar denk ik niet aan. [/a] | |||
veldwerker | [v=321] Die rare jongen heb ik mee naar de markt geweest of ben ik mee naar de markt geweest? [/v] | |||
informant | [a=j] Die rare jongen ben ik met naar de markt west. | tagging | ||
hulpinterviewer | Ja west ja west. | |||
informant | Zo ist. [/a] | |||
veldwerker | [v=328] Jan vindt dat je moet zulke dingen niet geloven? [/v] | |||
informant |
Jan eh vindt daj zukke dingn nie geleuven moeten.
da j |
tagging | ||
informant | Zo zo wil ik dat zeggen. | |||
veldwerker | Mar kinje dan ook zegge van Jan vindt daje moeten zukke dingen niet geleuven? | |||
informant | [a=n] Nee nee nee nee nee dat dat Jan vindt daj zukke dingen niet geleuven moeten. | |||
informant | Zo wol ik dat. [/a] | |||
veldwerker | [v=329] Ik heb nog nooit iemand boos zien worden op deze jongen. | |||
veldwerker | Ik zeg ik geloof deze jongen vinden ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
informant | [a] Ja maar ik zeg ik geloof dat ze deze jongen wel allemaal wel aardig vinden dat mag toch ook. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Dat mei ook maar wat hier stiet is dus verkeerd of fienje dat ook wel goed? | |||
informant | [a=n] Ja dat dat dat klopt niet bie mie. [/a] | |||
veldwerker | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Niemand mag het zien dus ik vin ook dajet zelf niet zien meugen. [/a]
da je t |
tagging | ||
veldwerker | [v] En kinje dan ook zegge van ik vin dajet zelf zelf ook niet meugen zien? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat dat meugen zien_ [/a] | |||
veldwerker | [v=340] Het gebeurde toen je weg ging? [/v] | |||
informant | [a] Het gebeurde toen je weg gingn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=341] Ik weet waar je geboren bent? [/v] | |||
informant | [a] Ik weet waar je geboren binnen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=342] Nu je klaar bent mag je gaan? [/v] | |||
informant |
[a] Nuuj klaar binnen muj weg gaan. [/a]
nu je mu j |
tagging | ||
veldwerker | [v=347] Ik weet dat hij is gaan zwemmen? [/v] | |||
informant |
[a=g] Ik wist dattie is gaan zwemmen. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | Ja. | |||
veldwerker | [v=350] Ik weet dat hij gaan zwemmen is? [/v] | |||
informant |
[a=n] Daweekniet dat klopt niet bij mij. [/a]
da wee k niet |
|||
veldwerker | Verkeerde zin? | |||
hulpinterviewer | Ja ja ja. | |||
veldwerker | [v=353] De eerste die vraget van ehm eh wil je nog koffie Jan. | |||
veldwerker | No en dan Jan die seit dan net ja maar die seit jaak. | |||
veldwerker | En der bedoelt er ja mei. [/v] | |||
informant | Nou dat kan nie dat _ | |||
veldwerker | Dat is gjin Stellingwerfs? | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee nee nee nee nee nee nee nee. [/a] | |||
informant |
[a] Wij sollen zeggen wijje nog koffie?
wij je |
tagging | ||
informant | Ja. [/a] | tagging | ||
informant | Maar niet jaak. | |||
veldwerker | [v=355] Nou dat is weer het selde van de eerste hebben ze gegeten en dan seit de twee van jaanze. | |||
veldwerker | Der bedoelt er ja mei. [/v] | |||
informant | [a] No ja gewoon hem ze eten ja. [/a] | tagging | ||
informant | [a=n] Meer niet. [/a] | |||
veldwerker | [v=364] Is hem dood? [/v] | |||
hulpinterviewer | Is hem dood? | |||
hulpinterviewer | [a=n] Is hem dood dat is ook weer een nuvere zin. [/a] | |||
informant | [a] Is ie dood zo zeggen wij dat. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=366] Haar is ziek? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Haar is ziek? [/a] | Uitgesproken op een ongelovige toon als wil de hulpinterviewer zeggen wat voor onzin verkoop je me nou. | ||
informant | Haar dat dat zie dat is heu dat is natuurlijk eh nee. | |||
informant | [a] Zij is ziek. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=370] Dat is de man die ze geroepen hebben? [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man die ze reupen hebben. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld? [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man die het verhaal ver_ nee wacht es even die het vertaal verteld het. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld? [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man denk ik dat die het verhaal verteld het. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Dat is de man en ik denke dat die het verhaal verteld het. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant | [a] Ik denke dat dat de man is die ze reupen hebben. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=387] Ehm dat is weer san dialoogje van de eerste die vraget van wanneer zal de wereldvrede komen. | |||
veldwerker | En dan seit de tweede nooit niet. [/v] | |||
hulpinterviewer | Nooit niet ja er komt wel vrede. | |||
veldwerker | Dat dat dat wurdt hier net sein eh? | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=397] T schijnt dat ze niets mag eten? [/v] | |||
informant | [a] T schient dat ze niks mag eten. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En dat eerste woordsje kin dat er ook bij wei dat et dus schient dat ze niks mag eten? [/v] | |||
informant | [a] Ja dat mag. | |||
informant |
T schient eh het nie maart schient dat ze niks mag eten. [/a]
maar t |
tagging | ||
veldwerker | Okee dat stiet er nog wel san teetsje far maar kin dat er ook bij wei van schient dat ze niks mag eten? | |||
informant | Ja dat kan er wel voor weg. | |||
informant | T schient dat ze niks mag eten. | Ik hoor wel een t. HW | ||
veldwerker | [v] En eh dat schijnt dat ze niks mag eten kinje dat ook zegge? [/v] | |||
informant | Ja dat kan wel. | |||
informant | Dat schient ja dat is ook goed. | |||
informant | [a] Dat schient dat ze niks mag eten. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Okee en ze schient dat ze niks mag eten? [/v] | |||
informant | [a] Ze schient nee dat dat komt nie goed dat komt nie goed. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Das nie goed.
da s |
|||
veldwerker | [v=403] T lijkt wel of er iemand in de tuin staat? [/v] | |||
informant | [a] T lijkt wel at iene in de tuin staat. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja het lijkt wel of er iene in de tuin staat. [/a] | |||
informant | Et lijkt wel of iemand in de tuin staat ja dat mag ook. | |||
informant | Het liekt wel of iemand in de tuin staat iene in de tuin staat. | tagging | ||
informant | Nou wacht eens even ho ho. | |||
veldwerker | Okee dus dat der dat mat er wel in? | |||
informant | Ja dat moet er wel in. | |||
veldwerker | [v=459] Hij heeft de bal gegooid in de mand? [/v] | |||
informant | Hij het de balle in de kurf gooid. | tagging | ||
veldwerker | En hij het de balle gooid in de kurf kin dat ook? | |||
informant | [a=n] Hij het de balle in de kurf gooid zo zeggen wij dat. [/a] | |||
veldwerker | [v=485] Weer san dialoogje van nou de eerste die vraget van ehm eh zal ik koken en dan seit die andere van dat doe maar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Dat doe maar dat is nie goed. [/a] | |||
veldwerker | [v=486] Dat boek beloof mij dat je nooit weer zult verstoppen? [/v] | |||
informant |
Beloof mij daj dat boek nooit weer zullen weg stoppen.
da j |
|||
veldwerker | Kinje dan net zegge van dat boek beloof mij daj dat nooit _ | |||
informant | [a=n] Nee da kan niet da kan niet da kan niet da kan niet da kan niet. [/a] | |||
veldwerker | [v=487] Wat zeg mij dat je gekocht hebt? [/v] | |||
informant | Nou daweekniet | |||
informant |
Ik sol het zeggen zeg mij maar waj kocht hebben.
wa j |
|||
veldwerker |
Dus ja okee dis gewoon verkeerd dan?
dit is |
|||
informant | [a=n] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=495] Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien. [/v] | |||
informant | Ik denk wel daj veel weg gooien moeten. | |||
veldwerker | En weg gooien moeten sollen? | |||
hulpinterviewer | Nee sollen niet at dat xxx jong nee sollen niet. | |||
informant | [a=n] Ik denk daj veel weg gooien moeten sollen ja da kan niet nee nee nee nee nee. [/a] | |||
informant |
[a=j] Ik denk wel daj veel sollen moeten weg gooien. [/a]
da j |
tagging | ||
informant |
Das goed hoor das goed.
dat is |
|||
veldwerker | [v] Kinje dan ook zegge ik denk dat je veel ehm weg soln moeten gooien? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Kan ook. [/a] | |||
veldwerker |
[v] En daj veel ehm soln weg moeten gooien? [/v]
da j |
tagging | ||
informant |
[a=j] Sollen nou daweekniet ja dat jaat kan ja zo kan zo kun zo kuj ook wel doen. [/a]
ja het kun je |
|||
hulpinterviewer | Nee daj veel moeten weg gooien. | |||
veldwerker | [v=501] Marie zit te nou peren schillen? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja dat zeggen wij ook dat eh ja maar wij zeggen van schillen he Marie zit te stoofperen schillen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=502] Marie zit stoofperen en schillen? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dan da komt van nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | Nee da kan niet dat is fout die is fout. | |||
veldwerker | [v] Kinje ook zegge van ze zit te stoofpeer schillen? [/v] | |||
hulpinterviewer | Stoofp_ nee nee dat eh_ | |||
informant | [a=n] Marie zit te stoofperen schillen ja dan moet het peren wezen. | tagging | ||
informant | Niet peer schillen niet zo stoofpeer. | |||
informant |
Marie zit te stoofperen schillen dat zo kant.
kan het |
|||
informant | Jo gaan. | Dit betekent jij gaat of u gaat. De vertaling van ik ga ontbreekt. | tagging | |
informant | Hij gaat. | tagging | ||
informant | Wij gaan. | tagging | ||
informant | Zij gaan. | tagging | ||
informant | Jim gaan. | Betekent jullie gaan. De informant kwam eerst met de vertaling jullie gaan en gebruikt soms in het interview ook jullie in plaats van jim. | tagging | |
informant | Ga ikke. | tagging | ||
informant | Ga jo. | tagging | ||
informant | Gaat hij. | tagging | ||
informant | Gaan wij. | tagging | ||
informant | Gaan zij. | tagging | ||
hulpinterviewer | Gaan jim. | tagging | ||
informant | Gaan jim. | |||
informant | Ik ging. | tagging | ||
informant | Jo gingen. | tagging | ||
informant | Hij ging. | tagging | ||
informant | Wij gingen. | tagging | ||
hulpinterviewer | Jim gingen. | |||
informant | Jim gingen. | tagging | ||
informant | Zij gingen. | tagging | ||
informant | Ging ikke. | tagging | ||
informant | Ging hij. | tagging | ||
informant | Ging jo. | Ik betwijfel of dit juist is. HW | tagging | |
informant | Ging hij. | tagging | ||
informant | Gingen wij. | tagging | ||
informant | Gingen jim. | tagging | ||
informant | Gingen zij. | tagging |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
komt voor
: j vorm: dat is zo zeker as iene en iene twie is |
198 | Hij kan staan zeuren | Peilen naar variatie in 1. aanwezigheid en vorm voegwoord 'om' 2. aanwezigheid en positie van 'te'. Varianten van hulpinterviewer opnemen als 'komt voor'-vragen. |
komt voor
: n vorm: hij kan staan te zeuren |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: de jongen waar de moeder van opnij troud is stond achter mij opmerking: geen alternatieven |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: de bank waar ze op zaten die was pas verfd |
261 | Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? |
komt voor
: j vorm: wat denkie hoe ze et op lost hemmen |
|
267 | Hij heeft zijn handen gewassen | als zonder reflexief vertaald, vragen of de variant met 'zich' ook kan voorkomen. Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen. Als 'zich' voorkomt dan 'zijn handen' en 'de handen' afvragen. |
vorm: hij het sien handen wasken |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: n vorm: dat is de man dat ik denk dat ze die ruppen hebben |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n vorm: gien iene |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) | |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
komt voor
: j vorm: Jan rookt niet meer |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
komt voor
: j vorm: Jan die rookt niet meer |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
komt voor
: j vorm: hij |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
komt voor
: j vorm: hij ken et zelfs niet oplossen |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j vorm: hoe laat is dat eigenlijk |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: we zin: meugen we wel weten as ook vraagd binnen |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: wij zin: meugen we wel weten as ook vraagd binnen |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n vorm: weetie zin: weetie ook wat over het weer van morgen |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n vorm: ie weten opmerking: ie weten daj slim genoeg binnen |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n vorm: daj opmerking: ie weten daj slim genoeg binnen |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n vorm: binnen opmerking: ie weten daj slim genoeg binnen |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
vorm: sij zin: sij hemmen er niks mee te maken |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: elkeer zin: marie en piet die tuten elkeer |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: bij em zin: hij reup alle familieleden bij em |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j vorm: der zat een inbreker in dizze kaste |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j vorm: gisteren zat er ook een inbreker in disse kaste |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n vorm: t is net as zat er een hond in disse kaste |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j vorm: t is net as zat er een hond in disse kaste |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: aj daj leven leef zin: aj denken daj gezond leven leef dan zo verder |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: as iedere zin: as iedere keer de dokter beld wordt |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: as een keer de dokter beld wordt dan is t niet zo slim |
758 | Jullie geloven datst jullie eerder this zijn dan ik. | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n |
759 | Jullie geloven datst eerder thuis zijn dan ik | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik ga |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ga ik |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: aj gaan opmerking: aj gaan dan gaj; cluster = a j; cluster = ga j; informant denkt lang na over antwoord |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaj opmerking: aj gaan dan gaj; cluster = a j; cluster = ga j; informant denkt lang na over antwoord |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: ie gaan opmerking: as ie gaan dan ga je; ook hier aarzelt informant; vraagt zich af of er verschil tussen 2v en 2b is. |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: ga je opmerking: as ie gaan dan ga je; ook hier aarzelt informant; vraagt zich af of er verschil tussen 2v en 2b is. |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij gaat opmerking: as hij gaat gaat ie |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaat ie opmerking: as hij gaat gaat ie |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: se gaat opmerking: as se gaat gaat se |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaat se opmerking: as se gaat gaat se |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: et gaat opmerking: as et gaat gaat et |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaat et opmerking: as et gaat gaat et |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: we gaan opmerking: as we gaan gaan we |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaan we opmerking: as we gaan gaan we |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: jim gaan opmerking: as jim gaan gaan jim |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaan jim opmerking: as jim gaan gaan jim |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: se gaan opmerking: as se gaan gaan se |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaan se opmerking: as se gaan gaan se |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: ga opmerking: ga |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ik ging opmerking: toen ik ging ging ie |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ie opmerking: toen ik ging ging ie |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ie gingen opmerking: toen ie gingen ging ik niet |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ik opmerking: toen ie gingen ging ik niet |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: n opmerking: informant beschouwt dit als identiek aan "jij ging". |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: toen hij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: sij ging opmerking: toen sij ging ging et niet |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging et opmerking: toen sij ging ging et niet |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: et ging opmerking: et ging ging se |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging se opmerking: et ging ging se |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: wij gingen zin: toen wij gingen gingen jim ook |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingen jim zin: toen wij gingen gingen jim ook |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: jim gingen opmerking: toen jim gingen gingen wij niet |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingen wij opmerking: toen jim gingen gingen wij niet |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: se gingen opmerking: toen se gingen gingen se |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingen se opmerking: toen se gingen gingen se |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j vorm: fertel mij res wie der aan de deure was |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: dat is die se reupen hebben opmerking: wie niet |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n opmerking: In Antwoord2 stond Nee |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: dat is die se reupen hebben opmerking: In Antwoord2 stond Ja |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: dat is de man die et verhaal verteld het |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: dat is de man die et verhaal verteld het |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n vorm: dat is de man denk ik dat die t verteld het opmerking: informant is niet tot de bedoelde constructie te bewegen |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n vorm: iedere vader hoopt dat zien kinder eerlijk binnen |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n vorm: iedere moeder mient dat ze haar kiender beskermen moet |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n vorm: ik vien dat iederiene de foto moet kunnen zien |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n vorm: iederiene moet de fotoos zien kunnen |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: j vorm: hij is met alle kapotte spullen aan t weg smieten. |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: j vorm: hij gooit alle kapotte spullen |
|
807 | Marie zit te stoofpeer schillen. |
komt voor
: j vorm: marie zit te pereskellen opmerking: nadrukkelij niet "te peren skillen", dus incorporatie |
|
808 | Marie zit te stoofperen schillen. |
komt voor
: n |
|
809 | Marie zit te piano spelen. |
komt voor
: j vorm: marie sit te pianospeulen |
|
810 | Hij zit weer te voorzeggen. |
komt voor
: j vorm: hij zit weer te veurzeggen |
|
812 | Hoe haal je het in je hoofd en gooi met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n vorm: hoe hel je t in t heufd en gooien met eten |
813 | Hoe haal je het in je hoofd en gooien met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: j vorm: hoe hel je t in et heufd en gooien met eten |
814 | Hij heeft geen zin en voeren die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n zin: Nee |
815 | Hij heeft geen zin en voer die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
816 | Hij heeft geen zin en wegvoeren die koeien. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n vorm: jan vient it mooi om de hiele dag zitten te warken |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j vorm: jan vient it mooi om de hiele dag zitten te warken |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: n |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
zin: die hemmen we al gehad |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n vorm: het huus is verkocht |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n vorm: het huus is verkocht west opmerking: niet bij interpretatie "het huis is verkocht" |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n vorm: dan kan t weer verkocht worden opmerking: niet bij interpretatie "het huis is verkocht" |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich zin: jan lut zich mit drieven op de golven |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich zin: toon bekeek zich goed in de spiegel |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich zin: toon bekeek em goed in de spiegel |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em zin: toon bekeek zich goed in de spiegel |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: em zin: toon bekeek em goed in de spiegel |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zichzelf zin: edward ken zichzelf goed |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: naar em toe zin: jan trok de dekens naar em toe |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut