SAND-data Otterlo (F172p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 02855) vertaling: Jan denkt nog welles aan dat verhoal.
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 02855) vertaling: Marie en Piet zien mekoar veur de kark.
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 02855) vertaling: Toon het zich gewassen.
opm.: reflexief: zich
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 02855) vertaling: De timmerman het gien spiekers bie zich.
opm.: reflexief: zich
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 02855) vertaling: Fons zag een slang noast zich.
opm.: reflexief: zich
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 02855) vertaling: Erik liet mien veur um warken.
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 02855) vertaling: Johanna liet zich meedrieven op de golven.
opm.: reflexief: zich
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 02855) vertaling: Toon bekiekt zich goed veur de spiegel.
opm.: reflexief: zich
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 02855) vertaling: Jan het in twee tellen een pilsje edronken.
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 02855) vertaling: Deze schoenen lopen makkeluk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 02855) vertaling: Eduard kent zich goed.
opm.: reflexief: zich
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 02855) vertaling: Ward het geheurd dat er foto's van um in de eteloage stoan
opm.: reflexief: hem
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 02855) vertaling: Die erepels schellen niet makkeluk.
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 02855) vertaling: Dit glas valt kapot as ut op de grond valt.
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 02855) vertaling: Dokter, leef ik wel goed gezond?
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 02855) vertaling: Al joaren leeft hie van een arfenis van zien voader.
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 02855) vertaling: Van de week leeft zie op woater en brood.
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 02855) vertaling: Leeft ut nog
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 02855) vertaling: Hoelang leven julie al van die arfenis?
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 02855) vertaling: In Bretagne leven ze veul van ut vissen.
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 02855) vertaling: Noa ut eten goa ik sloapen.
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 02855) vertaling: Zou ik dat wel kunnen.
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 02855) vertaling: Hie loat zien huus afbreken
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat Jan hard mot warken.
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat Jan hard mot warken.
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat Jan hard mot warken.
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat Jan hard mot warken.
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat Jan hard mot warken.
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat Jan hard mot warken.
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat Jan hard mot warken.
komt voor: j
gebr.: 4
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat Jan hard mot warken.
komt voor: j
gebr.: 4
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 02855) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 02855) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 02855) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 02855) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 02855) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 02855) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 02855) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 02855) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 02855) komt voor: n
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 02855) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 02855) vertaling: Jan het gien boek meer.
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 02855) vertaling: Jan het gien boek meer.
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 02855) vertaling: Boeken het Jan niet.
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 02855) vertaling: Jan het niet veul geld meer.
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02855) vertaling: Niemand mag proaten over ut probleem.
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02855) vertaling: Gien een mag proaten over dit probleem.
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 02855) vertaling: Gien een zeit dat hie komt.
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 02855) vertaling: Zitten hier argens muuzen.
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 02855) vertaling: Ik geef niks aan een aander.
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 02855) vertaling: Gien een wil er warken
opm.: expletief 'er'
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 02855) vertaling: We wisten niet eens dat hie thuus was
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 02855) vertaling: Ik wist ut ok niet
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02855) vertaling: Hie mag met gien een proaten over dat prebleem
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 02855) vertaling: e: Jan weet dat hie veur drie uur de wagen kloar mot hebben
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 2
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 2
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 02855) komt voor: n
gebr.: 1
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 02855) vertaling: Maries auto is kapot.
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 02855) vertaling: Marie heur auto is kapot.
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 02855) vertaling: Piets auto is kapot.
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 02855) vertaling: Piet zien auto is kapot.
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 02855) vertaling: Die keerls auto is kapot.
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 02855) vertaling: Die keerls auto is kapot.
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 02855) vertaling: Die auto is niet van mien moar van hum.
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 02855) vertaling: De kraant van gisteren ligt onder de TV.
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 02855) vertaling: Jan is Karolien en Kristien heur breurtje
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 02855) vertaling: De fietsen van die jongens zin gejat.
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 02855) vertaling: De zusters van heur moeder zin gekommen.
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 02855) vertaling: Die auto is van Willem.
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 02855) vertaling: Die fiets is van mien.
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02855) vertaling: Hie mag met gien een proaten over dit geval.
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 02855) vertaling: Ik wil gien een dwars zitten.
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 02855) vertaling: Ut is jammer dat wie niet maggen kommen.
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 02855) vertaling: Da goa ik niet doen.
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 02855) vertaling: Ik het niet gewarkt.
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 02855) vertaling: Hie had ut nog maar net verteld of Marie begon te huilen.
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 02855) vertaling: Goa die bestelling nou maar ophoalen
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 02855) vertaling: Hie warkt niet.
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 02855) vertaling: Ik zeg je dat je hier niet mag kommen.
opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t.
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 02855) vertaling: Jan wil niet dat we Marie bellen.
opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t.
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die helpen (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die helpen (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die helpen (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die helpen (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die helpen (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die de (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die helpen (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die de (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die de (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die de (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die de (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: die de (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: willen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02855) fragment: om (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02855) fragment: te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02855) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02855) fragment: om te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02855) fragment: te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 02855) fragment: om te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02855) fragment: gaan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02855) fragment: Als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02855) fragment: Als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02855) fragment: gaan (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02855) fragment: weer (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02855) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02855) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02855) fragment: weer (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02855) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02855) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02855) fragment: dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02855) fragment: nodig dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02855) fragment: nodig dan (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02855) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02855) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02855) fragment: dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02855) fragment: nodig dan (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02855) fragment: nodig dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02855) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02855) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02855) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02855) fragment: dan (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02855) fragment: net als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02855) fragment: net als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02855) fragment: net als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02855) fragment: als (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02855) fragment: als (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02855) fragment: weer te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02855) fragment: weer te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02855) fragment: weer te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02855) fragment: altijd maar te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02855) fragment: altijd maar te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02855) fragment: altijd maar te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02855) fragment: meestal te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02855) fragment: meestal te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02855) fragment: meestal te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 02855) fragment: te (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 02855) fragment: (0)
opm.: Op de open plek kan niets ingevuld worden.
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 02855) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02855) fragment: (1)
opm.: Op de lege plek kan niets ingevuld worden.
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02855) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02855) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02855) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02855) fragment: wanneer (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02855) fragment: wanneer (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02855) fragment: wanneer (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02855) fragment: eens of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02855) fragment: eens of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02855) fragment: eens of (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat jullie op gien mins boos zin
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat zie op niks trots is.
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 02855) vertaling: Els denkt dat ut niet makkeluk is.
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat ik weer te loat bin en gie weer niet.
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 02855) vertaling: Je weet toch dat jie mot warken en ik niet.
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 02855) vertaling: Allemoal denken ze dat wie naar huus goan en dat zie nog maggen blieven.
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 02855) vertaling: Het is jammer dat hie komt en dat zie net weggoat.
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 02855) vertaling: Ik denk dat Lisa niet lekker is.
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 02855) vertaling: Ik denk dat Pieter en Liesje goan trouwen.
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 02855) vertaling: Hie doet ut.
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 02855) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 02855) komt voor: j
betekenis: bevestigend
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 02855) komt voor: j
betekenis: bevestigend
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 02855) komt voor: n
229 (y01(ii)) A: Hij zal niet komen B: Hij/'t (en) doet (inf. 02855) vertaling: Hie doet ut.
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 02855) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 02855) komt voor: j
betekenis: bevestigend
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 02855) komt voor: j
betekenis: bevestigend
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 02855) komt voor: n
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 02855) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 02855) komt voor: j
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 02855) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 02855) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 02855) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 02855) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 02855) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 02855) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 02855) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 02855) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 02855) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 02855) vertaling: De lampe braand niet.
komt voor: j
opm.: dav
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 02855) vertaling: De lampe braand niet.
komt voor: j
opm.: dav
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 02855) vertaling: Marie danst alle oavonde
komt voor: j
opm.: dav
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 02855) vertaling: Marie danst alle oavonde
komt voor: j
opm.: dav
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 02855) vertaling: Snie ut brood effen.
komt voor: j
opm.: dav
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 02855) vertaling: Snie ut brood effen.
komt voor: j
opm.: dav
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02855) fragment: wiens (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 02855) fragment: woar (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02855) komt voor: n
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02855) komt voor: j
fragment: woarop (1)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02855) komt voor: j
fragment: woarop (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02855) fragment: wat (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02855) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02855) fragment: woar (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02855) fragment: dat (1)
opm.: twijvelgeval D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02855) fragment: dat (1)
opm.: twijvelgeval D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02855) fragment: dat (1)
opm.: twijvelgeval D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02855) fragment: 2: wat (1)
opm.: twijvelgeval D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02855) fragment: 2: wat (1)
opm.: twijvelgeval D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02855) fragment: wat (1)
opm.: twijvelgeval D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02855) fragment: dat (1)
opm.: twijvelgeval D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02855) fragment: dat (1)
opm.: twijvelgeval D-woord en voegwoord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02855) fragment: wat (1)
opm.: twijvelgeval D-woord en voegwoord
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02855) komt voor: n
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02855) vertaling: Wie denk je, die ik in de stad het ontmoet?
opm.: D-woord voorop in bijzin
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02855) vertaling: Wat dachte julie hoe ze dat hen opgelost?
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02855) vertaling: Wat dacht je hoe ze dat hen opgelost?
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 02855) vertaling: Magda weet er niks van wie we willen bellen?
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 02855) vertaling: Weet iemand wel wie wij geroepen hen?
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02855) vertaling: Wie doch je die ik in de stad ontmoet het?
opm.: D-woord voorop in bijzin
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02855) vertaling: Wie doch je die ik in de stad tegengekommen bin?
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 02855) vertaling: Hie het zien hande ewassen.
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 02855) vertaling: Hie het zien hemd ewassen.
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 02855) vertaling: Hie het een hoed op zien kop.
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 02855) vertaling: Hie het een vlek op zien hemd.
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 02855) vertaling: Hie het zien been gebroken
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 02855) vertaling: Zie het zich pien gedoan.
opm.: reflexief: zich
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 02855) vertaling: Marie trok de deken noar zich toe.
opm.: reflexief: zich
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 02855) vertaling: Luc weet dar er foto's van humzelf te koop zin.
opm.: 'dar' is waarschijnlijk een schrijffout.
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 02855) vertaling: Je weet toch wel dat we toen deur dat bos zin elopen.
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 02855) vertaling: Ik weet nog dat de auto van Marie kepot was.
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 02855) vertaling: Zie wist nog dat hie as een varken zat te eten.
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 02855) vertaling: Wie wisten nog best dat alle boeken van Jan estolen wassen maar zie wisten het niet meer.
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 02855) vertaling: Weten julie nog dat we Jan op de mart ezien hen.
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 02855) vertaling: Hie het zich een ongeluk gewarkt.
opm.: reflexief: zich
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 02855) vertaling: Hie veulde dat hie deur het ies zakte
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie gedoan kunnen hebbe.
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie gedoan kunnen hebbe.
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie dat wel gekund hebbe?
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie dat wel gekund hebbe?
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie gedoan kunnen hebbe.
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie dat wel gekund hebbe?
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie dat wel gekund hebbe?
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie gedoan kunnen hebbe.
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie gedoan kunnen hebbe.
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie dat wel gekund hebbe?
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie gedoan kunnen hebbe.
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie dat wel gekund hebbe?
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie dat wel gekund hebbe?
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie gedoan kunnen hebbe.
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie gedoan kunnen hebbe.
komt voor: n
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02855) vertaling: Zou hie dat wel gekund hebbe?
komt voor: n
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 02855) fragment: kunne (1)
opm.: Dit is niet heel waarschijnlijk de vorm van het voltooid deelwoord maar van de infinitief.
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 02855) fragment: (0)
opm.: Dit is niet heel waarschijnlijk de vorm van het voltooid deelwoord maar van de infinitief.
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 02855) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 02855) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 02855) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 02855) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 02855) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 02855) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 02855) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 02855) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 02855) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 02855) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 02855) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 02855) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 02855) vertaling: We motten noar de schuur um de koeien te voeren.
komt voor: j
opm.: dav
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 02855) vertaling: We motten noar de schuur um de koeien te voeren.
komt voor: j
opm.: dav
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 02855) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 02855) vertaling: Ik dog dat hie weg was
komt voor: j
opm.: dav
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 02855) vertaling: Ik dog dat hie weg was
komt voor: j
opm.: dav
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 02855) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 02855) vertaling: Ik wis dat hie weg was
komt voor: j
opm.: dav
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 02855) vertaling: Ik wis dat hie weg was
komt voor: j
opm.: dav
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 02855) komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 02855) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 02855) komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 02855) vertaling: Keeze moaken doar weet ik niks van.
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 02855) vertaling: Keeze moaken doar weet ik niks van.
komt voor: j
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 02855) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 02855) vertaling: Ik het de eerst drie sommen al gemoakt en jie
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 02855) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 02855) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 02855) vertaling: Die zou ik niet durven eten
komt voor: j
opm.: dav
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 02855) vertaling: Die zou ik niet durven eten
komt voor: j
opm.: dav
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat Jan noar de mart eweest is.
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 02855) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 02855) vertaling: Ik het heel was elopen.
komt voor: j
opm.: dav
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 02855) vertaling: Ik het heel was elopen.
komt voor: j
opm.: dav
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 02855) vertaling: Ik bin nou meu, dus ik hou er mee op.
komt voor: j
opm.: dav
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 02855) vertaling: Ik bin nou meu, dus ik hou er mee op.
komt voor: j
opm.: dav
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 02855) vertaling: Hie deed of hie net uut bed kwam
komt voor: j
opm.: dav
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 02855) vertaling: Hie deed of hie net uut bed kwam
komt voor: j
opm.: dav
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 02855) vertaling: De schilder is komme schilderen
komt voor: j
opm.: dav
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 02855) vertaling: De schilder is komme schilderen
komt voor: j
opm.: dav
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 02855) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 02855) vertaling: In die tied leefde ik er moar op los.
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 02855) vertaling: Vrogger leefde hie as een beest.
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 02855) vertaling: Doar leefde wie as god in Frankrijk.
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 02855) vertaling: Gien min mag ut zien, dus jie mag ut ok niet zien.
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 02855) vertaling: Ut gebeurde net toen je wegging.
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 02855) vertaling: Ik weet woar je geboren bin.
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 02855) vertaling: Nou je kloar bin, mag je goan.
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 02855) vertaling: Umdat Marie dood was, het heur man Anna nie meer kunne helpen.
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02855) vertaling: Ik weet dat hie goan zwemmen is.
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 02855) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 02855) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 02855) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 02855) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 02855) vertaling: Ja ik wil koffie Jan?
komt voor: j
opm.: dav
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 02855) vertaling: Ja ik wil koffie Jan?
komt voor: j
opm.: dav
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 02855) komt voor: j
opm.: dav Informant heeft 'Ja ze' aangevuld met 'goat danse?'
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 02855) vertaling: Ja ze hen egeten?
komt voor: j
opm.: dav
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 02855) vertaling: Ja ze hen egeten?
komt voor: j
opm.: dav
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 02855) vertaling: Is ut huus te koop?
komt voor: j
opm.: dav
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 02855) vertaling: Is ut huus te koop?
komt voor: j
opm.: dav
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 02855) vertaling: Er komt marge iemand langs
komt voor: j
opm.: dav
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 02855) vertaling: Er komt marge iemand langs
komt voor: j
opm.: dav
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 02855) vertaling: Mit zuk weer kun je niet veul doen
komt voor: j
opm.: dav
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 02855) vertaling: Mit zuk weer kun je niet veul doen
komt voor: j
opm.: dav
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 02855) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 02855) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 02855) vertaling: Ik wil um nooit meer zien umdat hie mien het bedrogen
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 02855) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 02855) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 02855) vertaling: Ishie dood?
komt voor: j
opm.: dav
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 02855) vertaling: Ishie dood?
komt voor: j
opm.: dav
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 02855) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 02855) vertaling: Is zie ziek?
komt voor: j
opm.: dav
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 02855) vertaling: Is zie ziek?
komt voor: j
opm.: dav
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 02855) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 02855) vertaling: Met ut sneeuwen kossen we de stad niet uut
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: woarum (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: woarum (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: die dus (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: die dus (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: die dus (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: die voak (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: die voak (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: die voak (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: dat ie zelf (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: dat ie zelf (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: dat hie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: dat ie zelf (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: dat hie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: dat ie zelf (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: dat hie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02855) fragment: dat hie (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: dat ze um (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: van wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: dat ze um (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: woarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: dat ze um (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: woarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: dat ze um (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: van wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: dat ze um (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: woarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: van wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: dat ze um (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: woarvan (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: dat ze um (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: van wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02855) fragment: dat ze um (2)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02855) fragment: woarmee (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02855) fragment: woar (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02855) fragment: woar (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02855) fragment: woarmee (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 02855) fragment: wie (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02855) komt voor:
opm.: Het is niet mogelijk om op de open plekken iets in te vullen
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 02855) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02855) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02855) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval D-woord en voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02855) fragment: Als je? (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02855) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02855) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02855) fragment: Als je? (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 02855) komt voor:
opm.: Het is niet mogelijk op de open plek iets in te vullen
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 02855) vertaling: Piet denkt dat Jan en Marie op gien mins boos zin
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 02855) vertaling: Piet denkt dat Jan en Marie op gien mins boos zin
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02855) vertaling: Wim denkt dat wie nooit aan iemand een prijs geven.
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02855) vertaling: Wim denkt dat wie nooit aan iemand een prijs geven.
betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 02855) vertaling: Het is woar ze maggen niet met Marie proaten
opm.: weglaten voegwoord 'dat' hoofdzinsvolgorde in bijzin
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 02855) vertaling: bie de buren
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 02855) vertaling: De plietsie het de auto meegenommen.
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02855) vertaling: Die komt niet omdat wie er niet in gleuven
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 02855) vertaling: Gien mins is rond en vierkant tegeliek
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 02855) vertaling: Hie het alle koeien gemolken
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 02855) vertaling: Niks zeggen heur dat ik noar buuten bin geweest
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 02855) vertaling: Niks zeggen dat je een cadeautje veur um het gekocht
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 02855) vertaling: Wis je niet dat hie gevallen is?
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 02855) vertaling: Wendy probeerd altied om gien mins pien te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 02855) vertaling: 't Liekt dat ze niks mag eten.
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 02855) vertaling: Ze schient niks te meugen eten.
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 02855) vertaling: Ze proberen de hele dag al um mekoar te bellen
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 02855) vertaling: Het liekt weer een mooie dag te worden.
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 02855) vertaling: 't Is eigenluk beter um nog effen te wachten.
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 02855) vertaling: We hadden geluk um hem drek terug te vienden.
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 02855) vertaling: As de kiepen de valk zien, zin ze bang.
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 02855) vertaling: As we de eerpels niet verkopen zitten we der zelf mee.
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 02855) vertaling: As julie hem niet meenemen word ik kwoad.
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 02855) vertaling: Hie wist ut wel
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 02855) vertaling: Op dit feest wordt er altied veul gedanst.
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 02855) vertaling: Nou verkopen ze alleen nog brood in die winkel.
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 02855) vertaling: As hie met de fiets komt is hie weer te loat.
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 02855) vertaling: As je tied het, kom dan moar is langs
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 02855) vertaling: As ik geld genog het, koop ik een mooie auto.
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 02855) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 02855) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 02855) vertaling: Durf jie er op te douwen
komt voor: j
opm.: dav
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 02855) vertaling: Durf jie er op te douwen
komt voor: j
opm.: dav
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 02855) vertaling: Durf jie um uut te nooien
komt voor: j
opm.: dav
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 02855) vertaling: Durf jie um uut te nooien
komt voor: j
opm.: dav
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 02855) vertaling: Durf jie ze uut te nooien
komt voor: j
opm.: dav
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 02855) vertaling: Durf jie ze uut te nooien
komt voor: j
opm.: dav
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 02855) vertaling: Is Pol hier eweest?
komt voor: j
opm.: dav
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 02855) vertaling: Is Pol hier eweest?
komt voor: j
opm.: dav
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 02855) vertaling: Hoe het Pol dat opgelost?
komt voor: j
opm.: dav
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 02855) vertaling: Hoe het Pol dat opgelost?
komt voor: j
opm.: dav
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 02855) vertaling: Hij jie mien die brief gestuurd?
komt voor: j
opm.: dav
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 02855) vertaling: Hij jie mien die brief gestuurd?
komt voor: j
opm.: dav
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 02855) vertaling: Ik het ut hum gegeven
komt voor: j
opm.: dav
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 02855) vertaling: Ik het ut hum gegeven
komt voor: j
opm.: dav
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 02855) vertaling: Zie leeft op woater en brood van de week
komt voor: j
opm.: dav
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 02855) vertaling: Zie leeft op woater en brood van de week
komt voor: j
opm.: dav
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02855) vertaling: Marie het gezeit dat jie het geprobeerd een versje te zingen.
opm.: geen IPP
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02855) vertaling: Marie het gezeit dat jie probeerd het een liedje te zingen.
opm.: geen IPP
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02855) vertaling: Marie het gezeit dat jie probeerd het een liedje te zingen.
opm.: geen IPP
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02855) vertaling: Marie het gezeit dat jie het geprobeerd een versje te zingen.
opm.: geen IPP
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 02855) vertaling: Marie het gezeit dat jie hoar een boek het willen geven
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
opm.: 'Komt voor met/zonder 'te' is opengelaten.
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 3
opm.: 'Komt voor met/zonder 'te' is opengelaten.
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 02855) komt voor: n
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 02855) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 02855) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 02855) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 02855) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
opm.: 'Komt voor met/zonder 'te'' is opengelaten.
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 4
opm.: 'Komt voor met/zonder 'te'' is opengelaten.
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 02855) vertaling: Die uut de stad, hen hier veul huuzen ebouwd.
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 02855) vertaling: An de nieuje voart, zie je gien mins meer
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 02855) vertaling: Gisteren is Jan hier nog eweest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 02855) vertaling: Die dag dat Jan belde, was ik niet thuus.
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 02855) vertaling: Jef, die zou ik nooit meer uutnooien.
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 02855) vertaling: Marie, die zou dat nooit doen
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 02855) vertaling: Bert, die drinkt wel us een gloasje te veul.
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 02855) vertaling: Martha, die zou ik best bie mien thuus willen vroagen
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 02855) vertaling: Dat huus, zou ik nooit willen kopen
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 02855) vertaling: Dat huus, staat er al vieftig joar.
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 02855) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 02855) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 02855) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 02855) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 02855) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 02855) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 02855) komt voor: n
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 02855) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 5
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 02855) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 02855) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 02855) vertaling: Het Guther ebeld.
473 (z11b) En pas op! (inf. 02855) vertaling: Kiek uut
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 02855) vertaling: 't was moar net genog.
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 02855) vertaling: Marjo het nou meer koeien as vrogger
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 02855) vertaling: As Susanne had kunnen kommen had ze dat gedoan
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 02855) vertaling: Zie is de beste dokter die ik kenne.
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 02855) vertaling: Veur je wat weggooit moj effen bellen
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 02855) vertaling: Dit is alles wat ik ekregen het.
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 02855) vertaling: Jan is te gierig om iets aan kienders te geven.
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 02855) vertaling: Wat weet jie nouw van voetballen
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 02855) vertaling: Dat boek leg ik weg.
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 02855) vertaling: As je echt niet kunt wachten, dan mot ut moar
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 02855) vertaling: Ik weet ok wel dat Jan de dokter had motten roepen
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 02855) vertaling: Ik weet ok wel dat Jan de dokter geroepen mos hebben.
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 02855) vertaling: Hie zei ut zelf dat ik ut had motten doen.
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 02855) vertaling: Hie zei dat ik het gedoan hadde.
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 02855) vertaling: Hie is veurige week deur dokter Mertens geopereerd.
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 02855) vertaling: Hie wordt margen pas deur dokter Mertens geopereerd.
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 02855) positie: 1
opm.: geen vertaling
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 02855) positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 02855) positie: 2
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02855) vertaling: Ik viend daj voaker mot lezen
positie: 1
opm.: dav
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02855) vertaling: Ik viend daj voaker mot lezen
positie: 1
opm.: dav
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02855) vertaling: Ut is dom om in donker de krant te lezen
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02855) vertaling: Ut is dom om in donker de krant te lezen
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02855) vertaling: Hie is de ganse dag aan ut krant lezen.
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02855) vertaling: Hie is de ganse dag aan ut krant lezen.
positie: 1
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 02855) fragment: door (1)
507 (z14b) Ze hebben aan hem laten lachen (inf. 02855) fragment: toen (1)
508 (z14c) Ze hebben aan hem laten vallen omdat hij zijn werk niet goed deed (inf. 02855) fragment: ook (1)
506 (z14d) Heb jij aan Jan gezien? (inf. 02855) fragment: onze (1)
510 (z14e) Heb jij aan mijn portefeuille gezien? (inf. 02855) fragment: vandaag (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 02855) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 02855) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 02855) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 02855) vertaling: Jie bint ok een roare
komt voor: j
opm.: dav
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 02855) vertaling: Jie bint ok een roare
komt voor: j
opm.: dav
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 02855) vertaling: Robert het ??n gruune appel weggegeven, nou het hie nog twee rooien.
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 02855) vertaling: Er woaren veul minsen op ut feest.
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 02855) vertaling: Wassen er veul minsen op ut feest?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02855) vertaling: Wat hij je veur boeken ekocht.
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02855) vertaling: Wat veur boeken hijje ekocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02855) vertaling: Wat veur boeken hijje ekocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02855) vertaling: Wat hij je veur boeken ekocht.
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 02855) vertaling: Hie woont bie Marietje
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 02855) vertaling: Hie woont bie Willem
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 02855) vertaling: Loop effe noar de bakker Willem!
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 02855) vertaling: Wie hij je gezien?
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 02855) vertaling: Wie het jou gezien?
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 02855) vertaling: As ik dat had geweten dan had ik ut niet gedoan
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 02855) vertaling: 't Zou beter zin um nog effen te wachten.
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 02855) vertaling: Gelukkig had Jan de dokter ebeld en die kwam heel gauw
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 02855) vertaling: Loop nou mar deur, rotjongens.
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 1,5
opm.: De aangekruiste 1 in het meerkeuzeveld geeft aan dat 'te' aanwezig is.
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02855) komt voor: j
gebr.: 1,5
opm.: De aangekruiste 1 in het meerkeuzeveld geeft aan dat 'te' aanwezig is.
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 02855) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02855) komt voor: n
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 02855) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 02855) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 02855) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 02855) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 02855) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Otterlo

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Otterlo