SAND-data Kampen (F090p)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 02970) vertaling: Jan kan zich det deraal wel erinneren
opm.: reflexief: zich
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 02970) vertaling: Jan kan zich det deraal wel erinneren
opm.: reflexief: zich
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 02970) vertaling: Jan erinnert zich det veraal wel
opm.: reflexief: zich
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 02970) vertaling: Jan erinnert zich det veraal wel
opm.: reflexief: zich
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 02970) vertaling: Merie en Piet zien mekare veur de k?rke
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 02970) vertaling: Toon wast em
opm.: reflexief: hem
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 02970) vertaling: De timmerman ef gien spiekers bij em
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 02970) vertaling: Fons zag een slange noust em
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 02970) vertaling: Erik leut mien veur em w?rken
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 02970) vertaling: Joanna liet eur meedriemm op de golven
opm.: reflexief: haar
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 02970) vertaling: Toon bekeek emzelf ies goed in de spiegel
opm.: reflexief: hemzelf
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 02970) vertaling: Jan ef in twee minuutn een biertien edrunken
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 02970) vertaling: Disse skoenn loopn makkelijk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 02970) vertaling: Eduard kent em zelf niet goed
opm.: reflexief: hemzelf
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 02970) vertaling: Ward hef e eurd dat er foto's van em in de etelage stoun
opm.: reflexief: hem
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 02970) vertaling: Die eerappels skeln niet gemakkelijk
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 02970) vertaling: Det glas brek as et op de grond valt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 02970) vertaling: Dokter leef ik wel gezond gen?g
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 02970) vertaling: Ei leeft al jeuren van de arfenis van zien va
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 02970) vertaling: Disse weke leeft ze op water en brood
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 02970) vertaling: Leeft et nog?
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 02970) vertaling: Oelange lemm jullie now al van die arfenis?
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 02970) vertaling: In Bretagne leemm ze veural van de visvangst
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 02970) vertaling: Nou et eetn gou'k sloupen
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 02970) vertaling: Zo'k det wel kunn doen?
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 02970) vertaling: Ei liet zien uus ofbreken/ofbreekn
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02970) vertaling: Ik wete dat Jan ard mut kunn w?rken
gebr.: 5
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02970) vertaling: Ik wete dat Jan ard mut kunn w?rken
gebr.: 5
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 02970) gebr.: 2
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 02970) gebr.: 1
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 02970) gebr.: 2
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 02970) gebr.: 2
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 02970) gebr.: 4
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 02970) komt voor: j
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 02970) komt voor: j
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 4
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 4
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 3
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 3
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 2
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 02970) vertaling: Jan ef gien een boek meer
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 02970) vertaling: Jan ef gien boek meer
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 02970) vertaling: Boeken ef Jan niet
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 02970) vertaling: Jan ef niet veule geld meer
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02970) vertaling: er mag gien ene prouten over det probleem
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02970) vertaling: er mag gien ene prouten over det probleem
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 02970) vertaling: gien ene zeg dat ie kump
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 02970) vertaling: zitn ier arns moezen?
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 02970) vertaling: Ik geve niks an een ander
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 02970) vertaling: Gien ene wil w?rken
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 02970) vertaling: wij wissen niet dat ie thuus was
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 02970) vertaling: Ik wisse et ok niet
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02970) vertaling: IJ mag met gienene prouten over dit probleem
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 02970) vertaling: Jan wet det ie veur drie uur de waagn mut em emaakt
opm.: informant geeft maar 1 vertaling maar zet erbij: " a, b en e zijn alle drie even gebruikelijk" . daarom staan alledrie volgordes in het veld 'Volgorde V-cluster'
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 02970) vertaling: Meries auto is kepot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 02970) vertaling: Meire aar aut is kepot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 02970) vertaling: Piets auto is kepot
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 02970) vertaling: Piet zien auto is kepot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 02970) vertaling: De mans auto is kepot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 02970) vertaling: Die man zien auto is kepot
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 02970) vertaling: Die auto is niet van mien maar van em
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 02970) vertaling: De krante van gisteren lig onder de tv
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 02970) vertaling: Jan is Karolien en kristien eur breurtien
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 02970) vertaling: Die jonges eur fietsen bin esteulen
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 02970) vertaling: Die zussen eur moeder is op bezuuk
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 02970) vertaling: Die auto is van Wim
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 02970) vertaling: Die fietse is van mien
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02970) vertaling: Ei mag met gien ene prouten over dit probleem
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 02970) vertaling: Ik wil gien ene kwetsen
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 02970) vertaling: Et is jammer det wij niet maagn koomm
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 02970) vertaling: Dat gouk niet doen
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 02970) vertaling: Ik eb niet ew?rkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 02970) vertaling: Nog maar net ad ie et verteld of Marie begun skreien/lipn
opm.: geen 'te' na beginnen
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 02970) vertaling: Gou die bestelling now maar opaaln
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 02970) vertaling: Ei w?rkt niet
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 02970) vertaling: Ik verbiedde oe um ier te koomm
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 02970) vertaling: Jan verinderde dat we Merie belden
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: um (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: um (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: um (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: um (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: kunnen (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: die (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02970) fragment: die (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: -[en achter de zin: 'is'] (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: um te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: -[en achter de zin: 'is'] (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: um te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: elpen (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: -[en achter de zin: 'is'] (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie is (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: elpen (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie is (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: elpen (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie is (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: elpen (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie is (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: elpen (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie is (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: elpen (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie is (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: dat ie (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: um te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: -[en achter de zin: 'is'] (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: - (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: um te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: -[en achter de zin: 'is'] (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: um te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: -[en achter de zin: 'is'] (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02970) fragment: um te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 02970) fragment: um te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 02970) fragment: um te kunnen (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 02970) fragment: um te kunnen (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 02970) fragment: um te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: wanneer (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02970) fragment: wanneer (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: um (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: dat we (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: bin (zijn niet weggestreept) (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: - (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: bin (zijn niet weggestreept) (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: - (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: bin (zijn niet weggestreept) (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: - (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: bin (zijn niet weggestreept) (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: - (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: bin (zijn niet weggestreept) (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: - (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: bin (zijn niet weggestreept) (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: um (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: - (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: um (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: um (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: um (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: te weezn (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02970) fragment: um (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02970) fragment: det ('zo' weggestreept) (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02970) fragment: det ('zo' weggestreept) (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02970) fragment: det ('zo' weggestreept) (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02970) fragment: as wat dat (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02970) fragment: as wat dat (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02970) fragment: as wat dat (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02970) fragment: as een uus ('is' en 'twee' omgedraaid) (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02970) fragment: as een uus ('is' en 'twee' omgedraaid) (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02970) fragment: as een uus ('is' en 'twee' omgedraaid) (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02970) fragment: as (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02970) fragment: as (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02970) fragment: bin as (zijn weggestreept) (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02970) fragment: bin as (zijn weggestreept) (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02970) fragment: as dat ['em' (hebben) achter de zin gezet] (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02970) fragment: as (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02970) fragment: as (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02970) fragment: as dat ['em' (hebben) achter de zin gezet] (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02970) fragment: as (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02970) fragment: as dat ['em' (hebt) achter de zin gezet] (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02970) fragment: as dat ['em' (hebt) achter de zin gezet] (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02970) fragment: as (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02970) fragment: as (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02970) fragment: as (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02970) fragment: as det ['bin' achter de zin gezet] (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02970) fragment: as det ['bin' achter de zin gezet] (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02970) fragment: te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02970) fragment: altied te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02970) fragment: altied te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02970) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 02970) fragment: te (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: as (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: as (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 02970) fragment: det (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02970) fragment: net of ie ['of' en 'hij' in tekst weggestreept] (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02970) fragment: net of ie ['of' en 'hij' in tekst weggestreept] (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02970) fragment: net of ie ['of' en 'hij' in tekst weggestreept] (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02970) fragment: (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02970) fragment: (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02970) fragment: (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02970) fragment: as of ['of' in tekst weggestreept] (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02970) fragment: as of ['of' in tekst weggestreept] (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02970) fragment: as of ['of' in tekst weggestreept] (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02970) fragment: of (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 02970) vertaling: Ik wete det jullie op gieniene kwoud bin
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 02970) vertaling: Ik wete det ze n?rns trots of groos op is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 02970) vertaling: Els denkt det et niet makkelijk is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 02970) vertaling: Ik wete det ik te late bin en ieje niet
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 02970) vertaling: Ie weetn toch dat ie mun w?rkn en ikke niet
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 02970) vertaling: Iederene denkt det wij nour uus goun en det zie nog maagn bliemm
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 02970) vertaling: Et is jammer det ei kump en det zie weggiet
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 02970) vertaling: Ik denke det Lisa ziek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 02970) vertaling: Ik denke det Pieter en Liesje goun trouwen
000 (x10opm) (inf. 02970) opm. inf.: Ik was met vakantie en kon daarom niet voor 1 oktober terugsturen
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 02970) vertaling: Ei sl?p
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 02970) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 02970) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 02970) komt voor: n
229 (y01(ii)) A: Hij zal niet komen B: Hij/'t (en) doet (inf. 02970) vertaling: Ei kump niet
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 02970) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 02970) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 02970) komt voor: n
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 02970) vertaling: Ja ei sl?p
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 02970) vertaling: Ja ei sl?p
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 02970) vertaling: Nee ei sl?p niet
233 (y01(iii)) A: Slaapt hij? B: Ja/nee, hij/'t (en) doet/slaapt (niet) (inf. 02970) vertaling: Nee ei sl?p niet
234 (y01(iii)a) A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 02970) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 02970) komt voor: j
236 (y01(iii)c) A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 02970) komt voor: n
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 02970) komt voor: j
238 (y01(iii)e) A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 02970) komt voor: n
239 (y01(iii)f) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 02970) komt voor: n
240 (y01(iii)g) A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 02970) komt voor: n
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 02970) komt voor: j
242 (y01(iii)i) A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 02970) komt voor: n
243 (y01(iii)j) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 02970) komt voor: n
244 (y01(iii)k) Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 02970) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 02970) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 02970) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 02970) komt voor: n
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02970) fragment: van wie de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02970) fragment: van wie de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02970) fragment: van wie de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02970) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02970) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02970) fragment: wiens (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02970) fragment: weurvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02970) fragment: weurvan de (1)
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02970) fragment: weurvan de (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 02970) fragment: weur as (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 02970) fragment: weur as (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 02970) fragment: weur (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 02970) fragment: weur (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: deur as ze (1)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: - (2)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: weur (1)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: - ['ze' in tekst weggehaald] (2)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: deur as ze (1)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: weur (1)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: - ['ze' in tekst weggehaald] (2)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: deur as ze (1)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: - (2)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: weur (1)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: - ['ze' in tekst weggehaald] (2)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: - (2)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: weur (1)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: - ['ze' in tekst weggehaald] (2)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: deur as ze (1)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: - (2)
opm.: antwveld 2: 1: deur as ze 2: - ['ze' in tekst weggehaald] hierdoor niet relevant en niet meegerekend in de blauwe trefwoorden
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02970) fragment: welke (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02970) fragment: wat (1)
opm.: vert 2 en 3: ['was' in tekst doorgestreept]-> niet meegerekend in beantwoording trefwoorden
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02970) fragment: wat (1)
opm.: vert 2 en 3: ['was' in tekst doorgestreept]-> niet meegerekend in beantwoording trefwoorden
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02970) fragment: wat (1)
opm.: vert 2 en 3: ['was' in tekst doorgestreept]-> niet meegerekend in beantwoording trefwoorden
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02970) fragment: det was ['was' in tekst doorgestreept] (1)
opm.: vert 2 en 3: ['was' in tekst doorgestreept]-> niet meegerekend in beantwoording trefwoorden
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02970) fragment: det was ['was' in tekst doorgestreept] (1)
opm.: vert 2 en 3: ['was' in tekst doorgestreept]-> niet meegerekend in beantwoording trefwoorden
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02970) fragment: det was ['was' in tekst doorgestreept] (1)
opm.: vert 2 en 3: ['was' in tekst doorgestreept]-> niet meegerekend in beantwoording trefwoorden
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02970) fragment: en det was ['was' in tekst doorgestreept] (1)
opm.: vert 2 en 3: ['was' in tekst doorgestreept]-> niet meegerekend in beantwoording trefwoorden
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02970) fragment: en det was ['was' in tekst doorgestreept] (1)
opm.: vert 2 en 3: ['was' in tekst doorgestreept]-> niet meegerekend in beantwoording trefwoorden
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02970) fragment: en det was ['was' in tekst doorgestreept] (1)
opm.: vert 2 en 3: ['was' in tekst doorgestreept]-> niet meegerekend in beantwoording trefwoorden
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02970) fragment: die (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02970) fragment: die aj [je doorgestreept] (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02970) fragment: die aj [je doorgestreept] (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02970) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02970) fragment: deur as (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02970) fragment: deur as (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02970) fragment: deur as (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02970) fragment: weurin (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02970) fragment: weurin (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02970) fragment: weurin (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02970) fragment: weur (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02970) fragment: weur (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02970) fragment: weur (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: weurin (1)
opm.: 1e vertaling : twijfelgeval voegwoordvervoeging
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: weurin (1)
opm.: 1e vertaling : twijfelgeval voegwoordvervoeging
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: weurin (1)
opm.: 1e vertaling : twijfelgeval voegwoordvervoeging
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: toen as (1)
opm.: 1e vertaling : twijfelgeval voegwoordvervoeging
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: toen as (1)
opm.: 1e vertaling : twijfelgeval voegwoordvervoeging
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: toen as (1)
opm.: 1e vertaling : twijfelgeval voegwoordvervoeging
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: det (1)
opm.: 1e vertaling : twijfelgeval voegwoordvervoeging
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: det (1)
opm.: 1e vertaling : twijfelgeval voegwoordvervoeging
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02970) fragment: det (1)
opm.: 1e vertaling : twijfelgeval voegwoordvervoeging
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02970) fragment: wat as (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoordvervoeging
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02970) fragment: wat as (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoordvervoeging
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02970) fragment: wat as (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoordvervoeging
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02970) fragment: wat ak [ik in tekst doorgestreept] (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoordvervoeging
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02970) fragment: wat ak [ik in tekst doorgestreept] (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoordvervoeging
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02970) fragment: wat ak [ik in tekst doorgestreept] (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoordvervoeging
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02970) fragment: wat (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoordvervoeging
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02970) fragment: wat (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoordvervoeging
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02970) fragment: wat (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoordvervoeging
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02970) fragment: wat (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoord of D-woord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02970) fragment: det as (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoord of D-woord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02970) fragment: det as (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoord of D-woord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02970) fragment: det as (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoord of D-woord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02970) fragment: det (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoord of D-woord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02970) fragment: det (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoord of D-woord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02970) fragment: det (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoord of D-woord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02970) fragment: wat (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoord of D-woord
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02970) fragment: wat (1)
opm.: 3e antw veld: twijfelgeval voegwoord of D-woord
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02970) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02970) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02970) fragment: die (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02970) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02970) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02970) fragment: wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02970) fragment: die as (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02970) fragment: die as (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02970) fragment: die as (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02970) vertaling: Wie denk ie da'k in de stad teegnekoom bin?
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02970) vertaling: Oe denken jullie det ze et emm opel?st?
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02970) vertaling: Oe denk ie det ze et emm opel?st?
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 02970) vertaling: Magda wet niet wie wi'j wil'n opbeln
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 02970) vertaling: Wet iemand wie we eroepn emn?
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02970) vertaling: Wie denk ie dek in de stad ezien eb?
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02970) vertaling: Wie denk ie dek in de stad bin teegn ekoomm?
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 02970) vertaling: Ei ef zien ann e'wasn
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 02970) vertaling: Ei ef zien emp e'wasn
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 02970) vertaling: Ei ef een oed op zien eufd of et eufd
opm.: possessief pronomen optioneel
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 02970) vertaling: Ei ef een vlekke op zien emp
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 02970) vertaling: Ei ef zien been ebreuken
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 02970) vertaling: Ze ef zich zeer edoun
opm.: reflexief: zich reflexief: haar
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 02970) vertaling: Ze ef aar zeer edoun
opm.: reflexief: zich reflexief: haar
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 02970) vertaling: Ze ef aar zeer edoun
opm.: reflexief: zich reflexief: haar
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 02970) vertaling: Ze ef zich zeer edoun
opm.: reflexief: zich reflexief: haar
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 02970) vertaling: Merie tr?k de deken nou aar toe
opm.: reflexief: haar
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 02970) vertaling: Luc wet det er foto's van emzelf te koop bin
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 02970) vertaling: Ie ernneren oe toch wel dat we toen deur det bos bin eloopn?
opm.: reflexief: je
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 02970) vertaling: ik wete nog det de auto van Merie kepot was
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 02970) vertaling: Ze wet nog det ei as een v?rken zat te eten.
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 02970) vertaling: Wij weten nog dat al Jan zien boeken esteulen waarn maar zie weetn et niet meer
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 02970) vertaling: Weet ie nog det we Jan op de m?rk ezien em?
opm.: "errinneren is meestal 'weten nog'"
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 02970) vertaling: Ei ef zich een ongeluk ew?rkt
opm.: reflexief: zich reflexief: hem
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 02970) vertaling: Ei ef em een ongeluk ew?rkt
opm.: reflexief: zich reflexief: hem
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 02970) vertaling: Ei ef em een ongeluk ew?rkt
opm.: reflexief: zich reflexief: hem
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 02970) vertaling: Ei ef zich een ongeluk ew?rkt
opm.: reflexief: zich reflexief: hem
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 02970) vertaling: ei vuuln zich of em deur et ies zakn
opm.: reflexief: zich reflexief: hem
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02970) vertaling: Zol ie det edoun em?
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02970) vertaling: Zol ie det edoun em?
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02970) vertaling: Zol ie det edoun em?
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02970) vertaling: Zol ie det edoun kunn em?
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02970) vertaling: Zol ie det edoun kunn em?
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02970) vertaling: Zol ie det edoun kunn em?
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02970) vertaling: Z?l ie det edoun em?
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02970) vertaling: Z?l ie det edoun em?
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02970) vertaling: Z?l ie det edoun em?
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 02970) fragment: ekund (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 02970) fragment: edoun (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 3
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 3
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 3
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 3
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 02970) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 02970) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 02970) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 02970) vertaling: Ik denke ei is weg
komt voor: j
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 02970) vertaling: Ik denke ei is weg
komt voor: j
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 02970) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 02970) vertaling: Ik wete ei is weg
komt voor: j
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 02970) vertaling: Ik wete ei is weg
komt voor: j
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 02970) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 02970) komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 02970) vertaling: Keeze maakn weet ik niks van
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 02970) vertaling: Keeze maakn weet ik niks van
komt voor: j
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 02970) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 02970) komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 02970) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 02970) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 02970) komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 02970) vertaling: Ik wete det Jan nou de m?rk ewest is
komt voor: j
opm.: DAV
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 02970) vertaling: Ik wete det Jan nou de m?rk ewest is
komt voor: j
opm.: DAV
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 02970) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 02970) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 02970) komt voor: n
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 02970) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 02970) vertaling: De skilder is ier ewest te skilderen
komt voor: j
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 02970) vertaling: De skilder is ier ewest te skilderen
komt voor: j
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 02970) komt voor: n
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 02970) vertaling: In die tied leemm ik eropl?s
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 02970) vertaling: Vr?gger leemm ie as een beest
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 02970) vertaling: Deur leemm wi'j as een god in Frankriek
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 02970) vertaling: Gien ene mag et zien, dus ik vinne det ie et ok niet maagn zien
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 02970) vertaling: Et gebeurn toen aj weggingn
opm.: voegwoord na toen
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 02970) vertaling: Ik weete weur aj geboorn bin
opm.: waar als - ja twijfelgeval voegwoordvervoeging 2.ev.
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 02970) vertaling: Now aj kleur bin, maj goun
opm.: twijfelgeval voegwoordvervoeging 2.ev.
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 02970) vertaling: Umdet Marie est?rven was, ef aar man Anne niet meer kunn elpen
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02970) vertaling: Ik wete det ie goun zwemmen is
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02970) vertaling: Ik wete det ie goun zwemmen is
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02970) vertaling: Ik wete det ie goun zwemmen is
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02970) vertaling: Ik wete dat ie is goun zwemmen
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02970) vertaling: Ik wete dat ie is goun zwemmen
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02970) vertaling: Ik wete dat ie is goun zwemmen
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02970) vertaling: Ik wete dat ie is goun zemmen
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02970) vertaling: Ik wete dat ie is goun zemmen
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02970) vertaling: Ik wete dat ie is goun zemmen
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 02970) komt voor: n
gebr.: 1
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 02970) komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 02970) komt voor: n
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 02970) komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 02970) komt voor: n
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 02970) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 02970) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 02970) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 02970) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 02970) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 02970) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 02970) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 02970) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 02970) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 02970) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 02970) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 02970) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02970) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02970) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02970) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02970) fragment: van wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02970) fragment: dat ie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02970) fragment: dat ie (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02970) fragment: det ie ['e' achter denk, en 'em' (hebben) voor geroepen] (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02970) fragment: weur van (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02970) fragment: weur van (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02970) fragment: det ie ['e' achter denk, en 'em' (hebben) voor geroepen] (2)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02970) fragment: weur (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 02970) fragment: wie (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02970) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02970) fragment: weur (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02970) fragment: weur (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02970) fragment: (2)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 02970) fragment: wat (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02970) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02970) fragment: wat (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02970) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02970) fragment: wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02970) fragment: die (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02970) fragment: die (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 02970) fragment: wiens (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 02970) vertaling: Piet denkt, det Jan en Marie op gien ?ne kwoud bin
betekenis: negative concord
opm.: "boos wordt altijd kwoud"
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 02970) vertaling: Piet denkt, det Jan en Marie op gien ?ne kwoud bin
betekenis: negative concord
opm.: "boos wordt altijd kwoud"
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02970) vertaling: Wim denkt, det we gien ene een proes geemm
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02970) vertaling: Wim denkt, det we gien ene een proes geemm
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02970) vertaling: Wim denkt, det we nooit ?ne een pries geemm
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02970) vertaling: Wim denkt, det we gien ene een proes geemm
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02970) vertaling: Wim denkt, det we nooit ?ne een pries geemm
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02970) vertaling: Wim denkt, det we nooit ?ne een pries geemm
betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 02970) vertaling: Et is weur, det ze niet met Merie maagn prouten
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 02970) vertaling: Et is weur, det ze niet met Merie maagn prouten
betekenis: negatie > modaal
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 02970) vertaling: n?ns
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 02970) vertaling: gienene
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02970) vertaling: nooit
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 02970) vertaling: niks
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 02970) vertaling: gien ?ne
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 02970) vertaling: Zeg em niet dek nou buutn bin ?west
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 02970) vertaling: niet zegn daj een cadoo veur em ek?cht em eur!
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 02970) vertaling: weet ie niet det ie evaln is?
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 02970) vertaling: Wendy probeern um gien?ne zeer te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 02970) vertaling: 't Skient det ze niks mag eetn
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 02970) vertaling: Ze skient niks te maagn eetn
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 02970) vertaling: Ze probeern al de ele dag um mekare op te beln
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 02970) vertaling: Et beloofd weer een mooie dag te w?rn
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 02970) vertaling: 't Is miskien beter um nog eem te wachtn
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 02970) vertaling: We adn 't geluk um em direct terug te vinn
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 02970) vertaling: As de kipn een valk zien, bin ze bange
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 02970) vertaling: As we de eerappels niet kunn vekoopn, zitn we in de probleemm.
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 02970) vertaling: As jullie em niet meeneemm w?r ik kwoud
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 02970) vertaling: Ei wist et
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 02970) vertaling: Op det feest w?rdt er veule edanst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 02970) vertaling: Now w?rdt er allenig nog maar brood verk?cht in die winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 02970) vertaling: as ie met de fietse kump, zal ie wel late weezn
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 02970) vertaling: A-j tied em, kom dan ies een keertien langes
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 02970) vertaling: As ik rieke bin, koop-ik een dure auto
opm.: koop-ik wordt aanelkaar uitgesproken
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 02970) komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02970) vertaling: Merie ef ezegd det ie em eprobeerd um een v?ssien te zingen
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 02970) vertaling: Merie ef ezegd dat ie eprobeerd um aar een boek te geemm
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 3
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 3
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 02970) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 02970) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 02970) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 02970) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 02970) vertaling: die van de stad, em ier veule uzen ebouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 02970) vertaling: An die nijje vaart, ziej gien mense meer
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 02970) vertaling: Gisteren is Jan ier ewest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 02970) vertaling: De dag dat Jan belde was ik niet thuus
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 02970) vertaling: Jef, die zol ik nooit uutneudigen
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 02970) vertaling: Merie, die zol zoiets nooit doen
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 02970) vertaling: Bert, die drinkt wel ies een glas te veule
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 02970) vertaling: Martha, die zol ik wel ies bij mien thuus wiln uutneudigen
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 02970) vertaling: Det uus zol ik wiln koopn
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 02970) vertaling: Det uus stiet deur al vijftig jeur
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02970) komt voor: j
opm.: "ze bin nou de markt ewest"
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 02970) komt voor: n
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 02970) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 02970) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02970) komt voor: j
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 02970) komt voor:
opm.: als nee te interpreteren: omcirkelt alleen ja
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 02970) komt voor:
opm.: als nee te interpreteren: omcirkelt alleen ja
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02970) komt voor: j
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 02970) komt voor:
opm.: als nee te interpreteren: omcirkelt alleen ja
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 02970) komt voor:
opm.: als nee te interpreteren: omcirkelt alleen ja
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02970) komt voor: j
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 02970) komt voor:
opm.: als nee te interpreteren: omcirkelt alleen ja
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02970) komt voor: j
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 02970) komt voor:
opm.: als nee te interpreteren: omcirkelt alleen ja
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 02970) komt voor:
opm.: als nee te interpreteren: omcirkelt alleen ja
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 02970) vertaling: ef Gunter ebeld?
473 (z11b) En pas op! (inf. 02970) vertaling: Pas op
473 (z11b) En pas op! (inf. 02970) vertaling: Pas op
473 (z11b) En pas op! (inf. 02970) vertaling: Geef acht
473 (z11b) En pas op! (inf. 02970) vertaling: Geef acht
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 02970) vertaling: 't Was mar net goed genog
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 02970) vertaling: Marjo ef now meer koeien dan vr?gger
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 02970) vertaling: As Susanne ad kunn koom dan ad ze det edoun
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 02970) vertaling: Ze is de beste dokter die ak kenne
opm.: ak is waarschijnlijk voegwoord+1.ev. (bijv. ook in Y2 weur as ik/weur ak aangegeven en in z11g)
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 02970) vertaling: Veur aj iets weggooien, muj eem beln
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 02970) vertaling: Ier is alles wak ekreegn ebbe
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 02970) vertaling: Jan is te gierig um iets an zien kiendes te geem
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 02970) vertaling: Asof ie iets van voetbaln ofweetn
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 02970) vertaling: Det boek leg det neer
opm.: twijfelgeval topicalisatie volle NP in imperatief door herhalend 'det'
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 02970) vertaling: aj echt niet kunn wachen, dan koom ie maar
opm.: geen imperatiefzin twijfelgeval voegwoordvervoeging
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 02970) vertaling: Ik wete det Jan de dokter ad kunn roepen
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 02970) vertaling: Ik wete det Jan de dokter eroepen kon em
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 02970) vertaling: Ei zeeg det ik et ad mutn doen
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 02970) vertaling: Ei zeeg dat ik et mos edoun em
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 02970) vertaling: Ei is veurige weke deur dokter M eopereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 02970) vertaling: Ei w?rd m?rn deur dokter M eopereerd
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 02970) vertaling: Ik denke daj veule weg z?ln mutn gooien
positie: 1
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 02970) vertaling: Ik denke daj veule weg z?ln mutn gooien
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 02970) vertaling: Et is dom um zokke dure dingen weg te gooien
positie: 1
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 02970) vertaling: Et is dom um zokke dure dingen weg te gooien
positie: 1
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 02970) vertaling: Ei is alle kepotte spulln an et weggooien
positie: 2
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 02970) vertaling: Ei is alle kepotte spulln an et weggooien
positie: 2
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02970) vertaling: Ik vinne dej vaker de krante mutn lezzn
positie: 1
opm.: met lidwoord
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02970) vertaling: Ik vinne dej vaker de krante mutn lezzn
positie: 1
opm.: met lidwoord
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02970) vertaling: Et is dom um in et donker krante te leezn
positie: 1
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02970) vertaling: Et is dom um in et donker krante te leezn
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02970) vertaling: ei is de ele dag krante an et leezn
positie: 1
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02970) vertaling: ei is de ele dag krante an et leezn
positie: 1
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 02970) fragment: door (1)
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 02970) vertaling: Robert efene grune appel wegegeem en now ef er nog twee rooien
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 02970) vertaling: Er waarn veule mensen op et feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 02970) vertaling: Waarn er veule mensen op et feest?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02970) vertaling: Wat veur boekn eij ek?cht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02970) vertaling: Wat veur boekn eij ek?cht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02970) vertaling: Wat ej veur boekn ek?cht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02970) vertaling: Wat ej veur boekn ek?cht?
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 02970) vertaling: Ei woont bij Merietje
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 02970) vertaling: Ei woont bij Wim
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 02970) vertaling: Loop eem nou de bakker, Wim!
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 02970) vertaling: Wie ej ezien?
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 02970) vertaling: Wie ef oe ezien?
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 02970) vertaling: Ad ik det eweetn dan ad ik et niet edoun.
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 02970) vertaling: t Zol beter weezn um nog eem te wachten
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 02970) vertaling: Gelukkig ad Jan de dokter ebeld
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 02970) vertaling: loop now toch deur, vervelende jonges
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 02970) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 3
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02970) komt voor: j
gebr.: 3
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 02970) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 02970) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 02970) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 02970) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 02970) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Kampen

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Kampen