SAND-data Steenwijk (F060p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Steenwijk |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]F060p[/k][h]311[/h][i]312[/i][vw]j[/vw][t]vw[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer |
[v=018] Vertaal. Zij weet niet dat Marie gisteren gestorvenis. [/v]
gestorven is |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Zij weet niet dat Marie gisteren gestorvenis. Ze is dood egaan. [/a]
gestorven is |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | Da kan geen ene. | |||
informant | [a] Heb nooit een ekund. [/a] | tagging | ||
informant | Ekund. Niet ge. E. | |||
informant | [a] Dat hefte nooit een ekund. [/a] | tagging | ||
commentaar | Informante vertaalt zin niet letterlijk genoeg en vergeet gedeelte met 'gewild' erin te vertalen. | |||
hulpinterviewer |
[v=026] Vertaal. Jan haddet hele brood wel willen op eetn. [/v]
had et |
|||
informant |
Kzou niet weetn. Jan zal dat hele brood wel _.
k zou |
|||
hulpinterviewer |
[v=026] Vertaal. Jan haddet hele brood wel willen op eetn. [/v]
had et |
|||
informant | [a] Jan had dat hele de brood niet de hele stoet wel willen op eetn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertaal. Vertel maar niet wie zij had kunne roepen. [/v] | |||
informant | [a] Vertel maar niet wie zij had kunne roepn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | Ik zou k ook nie anders gezegd hebbe. | |||
hulpinterviewer | [a] Jan herinner zich da verhaal wel. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Jan weet dat verhaal nog wel. [/a] | Informante vertaalt niet letterlijk genoeg omdat ze werkwoord 'weten' gebruikt. | ||
hulpinterviewer | [a] Ja Jan weet dat verhaal wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] De timmerman heef geen spijkers bijjum. [/a]
bij um |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werkn. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Erik laat mij twerk doen. [/a]
t werk |
Informante vertaalt niet letterlijk genoeg. | ||
hulpinterviewer | [a] Erik laat mij veur zich werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal. Johanna liet zich mee drijve op de golven. [/v] | |||
informant |
[a] Johanna liet zich mee oppe golve. [/a]
op e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Johanna laat zich met drijvn op de golve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=042] Vertaal. Toon bekeek zichzelfs eens goed inne spiegel. [/v]
in e |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | Wie bekeek zichzelf in spiegel? | |||
hulpinterviewer | Toon. | |||
informant | [a] Ome Toon bekeek umzelf in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal. Eduard kent zichzelf goed. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Kent zichzelf verder niet. Nee zouk geen andere zin voor weetn zo. [/a]
zou k |
Informante vertaalt zin nauwelijks. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=046] Vertaal. Ward heb gehoord datter fotoos van zichzelf inne etalage staan. [/v]
dat er in e |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Ward hef ehoord dattie zelf in de etalage sta. [/a]
dat ie |
Informante vertaalt zin niet letterlijk genoeg. | ||
hulpinterviewer |
[v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef levik zoals mijn ouders willen. [/v]
lev ik |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Ak zuinig lefe dan zal anders wulln of wolln mien ouders da graag of ik leve net als mien ouders woll. [/a]
a k |
tagging | ||
informant |
[a] Ask zuinig leve levik zoals mien ouders willn. [/a]
as k lev ik |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=055] Vertaal. Alsie nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zen vader. [/v]
als ie |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Assie nog drie jaar leeft leefer langer as zie va. [/a]
as ie leef er |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=057] Vertaal. Alsij zo gevaarlijk leeft leeftse niet lang meer. [/v]
als sij leeft se |
|||
informant |
[a] Asse zo gevaarlijk leeft leeftse niet lang meer. [/a]
as se leeft se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=059] Vertaal. Alset nu nog leeft dan leeftet morgen ook nog. [/v]
als et leeft et |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Azzet nu nog leeft leeftse morgen ook nog. [/a]
az et leeft se |
Informante zegt in tweede gedeelte van de zin 'leeftse' terwijl er 'het' staat. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leevn dan leve jullie nooit zo langs als ik. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] As jullie zo lang losbandig leevn dan leve net als net zo lang als ik. [/a] | Informante vertaalt tweede gedeelte van de zin niet goed. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=063] Vertaal. As voor hun werk leevn dan leveze niet voor hun kindern. [/v]
as s leve ze |
|||
informant |
[a] Azze veur heur werk leevn leveze nie veur de kinder. [/a]
az ze leve ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog leeft leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] A gezond leef levie langer. [/a]
lev ie |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=069] Vertaal. Alser zo weinig mense van de landbouw leevn dan levener veel mensn van werk in de fabriek. [/v]
als er leven er |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Alser nie zo vele mense in de landbouw solln leevn werkn dan sollner ook nie zo veel fabriekwerkn _. [/a]
als er solln er |
Informante vertaalt zin niet echt en al helemaal niet letterlijk. | ||
hulpinterviewer |
[v=070] Vertaal. Als Pieter en Liesje innet paradijs leevn dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v]
in et |
|||
informant |
[a] Als Pieter en Liesje innet paradijs leevn dan leevn Rosa en Frans in de hel. [/a]
in et |
Informante leest bij deze vraag mee van de lijst. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leve leve we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Awwe sober leevn dan leevn we gelukkig. [/a]
a we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] As we eenvoudig leevn leve we gelukkig. [/v] | |||
informant |
Awwe onnozel leefn dan leevn we langer.
a we |
|||
hulpinterviewer | [v] Als we eenvoudig leevn leve we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Awwe zuinig leve dan leve we gelukkig. [/a]
a we |
|||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef wa gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kindere. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat minder bekrompen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk da Marie hem zal moetn roepn. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Ik denke dat Marie um roepe moet. [/a] | |||
informant | [a] Ik denke da Marie um zal moete roepn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin ook veur? Ik denk da Marie zal moetn hem roepen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da zegt een Steenwijker niet. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=188] Vertaal. Heb je genoeg mensen om hooi vannet land te halen? [/v]
van et |
|||
informant |
[a] Heb je genoeg mensn ommet land ommet hooi vant te haaln? [/a]
om et van t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te kome werken. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Tis aardig van Jan om te kome te werke. [/a]
t is |
|||
hulpinterviewer |
[v] Komt dese zin ook veur? Twas aardig van Jan te koomn werk. [/v]
t was |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Twas aardig van Jan om te koomn werk. [/a]
t was |
|||
informant |
[a=n] Twas aardig om te koomn werk van Jan. [/a]
t was |
|||
hulpinterviewer | [v] Komt dese zin ook veur? Het was aardig van Jan om koomn te werkn. [/v] | |||
informant | [a=n] Om te koomn werke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te draagn. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zwaar om te drage. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Deze ton is zwaar te draagn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Komt disse zin ook veur? Dese tonne is zwaar te draagn. [/v] | |||
informant | [a=j] Dese ton is zwaar te draagn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij kan staan zeurn. Hij kan staan zeurn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=200] Vertaal. Toen we aan kwamen regendet. [/v]
regende t |
|||
informant |
[a] Toen we aan kwame regendet. [/a]
regende t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Vertaal. Ik geloof daddik groter ben als hij. [/v]
dad ik |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Ik gelove dat ee groter is als ikke. [/a] | Informante draait persoonlijke voornaamwoorden om. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Ze geloof dats dat ik eerder thuis dats eerder thuis is as ik. [/a]
dat s |
Informante gebruikt 's' als persoonlijk voornaamwoord ipv 'jij'. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Gi geloof toch zeker niet dat ik dat hij sterker is dan ik. [/a] | Informante eindigt zin met 'dan ik' terwijl er 'als jij' staat. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Ze geloovn datsij rijker bin dan sij of dat wij rijker bin dan sij. [/a]
dat sij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal. We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] _ da zullie nie zo slim bin as wij. [/a] | Informante vergeet eerste gedeelte zin te vertalen. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Jullie gelove jammer genoeg niet da sij armer bin dan jullie. [/a] | Informante leest bij deze vraag mee van de lijst. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Geloof dat Isa even mooi is as Allard. [/a] | Informante begint zin volgens mij gelijk met 'geloof' en vergeet persoonlijk voornaamwoord. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn als Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft dat Louis en Jan sterker bint dan Geert en Peter. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Hij gelooft of ie looft? | |||
informant | IJ gelooft. IJ. | |||
informant | [a] IJ gelooft dat Louis en Jan sterker bin als Geert en nog iemand. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is weer etrouwd is stond achter mij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt dese zin ook veur? De jongen die ze moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant |
[a=n] Wie sie moeder moese zegge. [/a]
moe se |
tagging | ||
veldwerker | Wie? Dus niet die? | |||
informant | Wie sie. | |||
hulpinterviewer | [v] Kom disse zin ook veur? De jongen waar van de moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
veldwerker | Ja maar iedere keer iets anders. Nu zei die de jongen waarvan de moeder gisteren hertrouwd is. Kan dat voor kome? Of moet het echt wie zie moeder of die ze moeder _? | |||
informant |
[a=n] Wiese wiese die zie moeder. [/a]
wie se |
|||
veldwerker | Waar van niet? | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant |
[a] De bank waar zop zate is pas everfd. [/a]
z op |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt disse zin ook veur? De banke woar ze op za woar op ze zaatn was pas everfd. [/v] | |||
veldwerker | Kan waar op ze zaten ook voor kome of kan dat niet? | |||
informant |
[a=n] Nou ja et kan wel maar tis geen Steenwijks. [/a]
t is |
|||
veldwerker | U zegt waar ze op zate? | |||
informant | Hm. | |||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geevn. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Wie geld heft die moet mij maar wat geevn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zou de zin die geld hef moet mij maar wat geve ook kunne of moet het echt met wie? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Wie die. Die of wie. [/a] | |||
veldwerker | Kan allebei? | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie die trok de deken noar heur toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vin dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Niemand magt zien vinde dat diet ook niet zien mag. [/a]
mag t die t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Komt disse zin ook veur? Ik vinge dattie het ook niet zien magn. [/v]
dat ie |
|||
commentaar | Informante geeft niet echt antwoord op de vraag maar aangezien de informante bij de volgorde '...mag zien' al 'zien mag' vertaalde, ga ik ervan uit dat deze volgorde wel voor kan komen. | |||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dit is de man die ze geroepen hebbn. [/v] | |||
informant | [a] Dit is de man die ze eroepn hebbn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dit is de man die het verhaal heef verteld. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Dit de man diet verhaal hef verteld hef. [/a]
die t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat t verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man ik denke dattie tverhaal verteld hef. [/a]
dat ie t verhaal |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk datse geroepen hebben. [/v]
dat se |
|||
informant |
[a] Das de man waar van ik denke dassum eroepe hebbn. [/a]
da s da s um |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=397] Vertaal. Het schijnt datse niets mag eetn. [/v]
dat se |
|||
informant |
[a] Et schijnt datse niet mag geevn. [/a]
dat se |
|||
informant |
[a] Et schijnt dasse niks mag eetn. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=403] Vertaal. Het lijkt wel offer iemand in de tuin staat. [/v]
of er |
|||
informant |
[a] Tlijk wel offer ene in de tuin staat. [/a]
t lijk |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant |
[a] Wa voor boekn heije kocht? [/a]
hei je |
|||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heeft je op de kermis gezien? [/v] | |||
informant |
[a] Wie heffu op de kermis ezien? [/a]
hef u |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Plaatie. Marie en Piet wijze naar _. [/v] | |||
informant |
[a] Ik denk datse mekaar de schuld geevn van iets. [/a]
dat se |
Informante geeft niet echt goed antwoord op de vraag. | ||
hulpinterviewer | [a] Ze wijze naar mekare. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Plaatie. Toon wast _. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
hulpinterviewer |
[a] _ zichzelf inne tobbe. [/a]
in e |
|||
informant | [a] _ eurzelf in de tobbe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] Plaatie. Fons zag een slang naast _. [/v] | |||
informant |
[a] _ noastum op de bank. [/a]
noast um |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=006] Komt dese zinne veur in uw dialect? Gisteren wandeldiede deuret park. [/v]
deur et |
|||
informant |
[a=n] Ik zou nie zegge wandelde. Kzou zeggen loopij. [/a]
k zou loop ij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
Het gaat er om dattie dus niet veur komt in os dialect.
dat ie |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
[a=n] Wandeldij deurt park. Wandelde die. [/a]
wandeld ij deur t |
tagging | ||
informant |
[a=n] Gisteren loopij deurt park. [/a]
loop ij deur t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=022] Komt dese zinne veur in uw dialect? Er wil niemand niet dansen. [/v] | |||
informant | [a=n] Wil geen een. Nee da komt niet veur dat zeggn ze in dialect niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a=n] Wil geen ene met u danse. [/a] | Informante vertaalt iets te vrij. | ||
hulpinterviewer | [v=023] Komt dese zin veur in uw dialect? Els wil niet dansn en ze wil niet zinge ook niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nou. Els wil niet dansn en zingn wil ze helemaal niet. [/a] | |||
veldwerker | Maar zo kan die zo voor kome? Els wil niet danse en ze wil niet zinge ook niet. | |||
informant | [a=n] Nee dat ook niet. Nee dat zegt een Steenwijker nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Komt disse zin in uw dialect veur? Eddy moet kunnn vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a=n] IJ moet vroeg op staan kunnn. [/a] | |||
commentaar | Zin komt terug in nagesprek. | |||
hulpinterviewer | [v=137] Komt dese zin in uw dialect veur? Hij wil geen soep niet meer ete niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Is geen Steenwijkers. [/a] | |||
informant | [a=n] Hij wil geen soep meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Komt disse zinne in uw dialect veur? Zitten hier nergens geen muizen? [/v] | Zin komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a=n] Nee. Zegt een Steenwijker niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a=n] Hier bent geen muizn. [/a] | Informante vertaalt niet letterlijk genoeg. | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ze zeggn toch wel eens zittn nergens geen muizn? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=148] Komt dese zin veur in uw dialect? Iedereen is geen vakman. Vertaal. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat zeggn ze niet. Iedereen is geen vakman. Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=149] Komt deze zin in uw dialect veur? Hij heeft overal geen vrienden. [/v] | Zin komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a=n] Nou ze zeggen het nie zo. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a=n] IJ. IJ heef helemaal geen vriendn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=260] Komt dese zin in uw dialect veur? Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? Vertale. [/v] | |||
informant | [a=n] Wie denk je dat ik in de stad esien hebbe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=262] Komt dese zin in uw dialect veur? Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee zeggn ze zo nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a=n] Wie denk je dak in de stad esien hebbe. [/a]
da k |
|||
hulpinterviewer | [v=309] Komt disse zin in uw dialect veur? Ik heb geen zin en voeren de koeien. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee da zeggn ze in Steenwijk nie. Khe geen zin de koein te voern. [/a]
k he |
|||
hulpinterviewer | [v=311] Komt dese zin in uw dialect veur? Ik denk hij weg is. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik denke dattie fort is. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer | [v=312] Komt deze zin in uw dialect voor? Ik zei nog tege haar ik denk hij is weg. Vertaal. [/v] | Deze zin komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a=n] Nee da zeggn ze niet. [/a] | |||
informant | [a=n] Ik zeg tege heur hij is fort. [/a] | |||
informant |
[a=j] Kzeg tege hare ik denk hijs fort. [/a]
k zeg hij s |
Hier blijkt zin toch te kunnen voorkomen. | tagging | |
veldwerker | Ik denk hij is fort dat kan dus wel? | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=317] Komt disse zinne in uw dialect veur? Marie al haar koein zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | Deze zin komt terug in nagesprek. | ||
commentaar | [meta][k]F060p[/k][h]311[/h][i]312[/i][vw]j[/vw][t]vw[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Komt disse zinne in uw dialect veur? Marie al haar koein zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee da komt nie veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a=n] Alle al heur koein bin verdronkn bij de overstroming. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Komt disse zin in uw dialect veur? Ik zei nog tege haar ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Ik zei tege heur dese jongen vinde alles wel goed. [/a] | informante vertaalt niet letterlijk genoeg antwoord voorlopig alleen als 'a' getranscribeerd of gecodeerd | ||
hulpinterviewer | [v=331] Komt disse zinne veur in uw dialect? Ik heb heel wat lope gedaan. [/v] | |||
informant |
[a=n] Dat is toch nie geen _. Ik heb heel kheb heel wat af eloopn. [/a]
k heb |
|||
hulpinterviewer | [v=353] Komt disse zinne in uw dialect veur? Persoon A vraagt wil je nog koffie Jan? Jan antwoordt jaak. [/v] | |||
informant |
[a=n] Persoon A vraag wilj nog koffie Jan? En Jan antwoordt ja. [/a]
wil j |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=355] Komt disse zin in uw dialect veur? Persoon A vraagt hebbe ze gegeten? Persoon B antwoordt jaanze. [/v] | |||
informant | [a] Er vraag hebbn ze eetn? [/a] | tagging | ||
informant | [a=n] Hebbn ze eetn? Ze zeggn gewoon ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=365] Komt disse zin in uw dialect veurt voor? Vertaal. Hem is dood. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij is dood. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=501] Komt dese zin in uw dialect veur? Marie zit te stoofperen schillen. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a=n] Marie zit peern aant schillenen. [/a]
aan t |
|||
hulpinterviewer | [v=502] Komt disse zin in uw dialect veur? Marie zit stoofpeern en schilln. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee das nie goed. Marie zit stoofpeern te schillen. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=028] Komt disse zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is disse zin in uw dialect? Vertel mij eens wie dat zij had kunne roepn. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a=n] Vertel mij eens wiese had kunne roepn. [/a]
wie se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=296] Komt disse zin in uw dialect veur? Hoe gebruikelijk is disse zin in uw dialect? Zou hij dat gedaan hebbe gekund? [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a=n] Zonnij dat hebbn kunnn doen. [/a]
zon ij |
|||
hulpinterviewer | [v=297] Komt disse zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is disse zin in uw dialect? Zou hij dat gedaan gekund hebbn? Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a=n] Sollij dat hebbn kunnn doen? [/a]
sol ij |
|||
hulpinterviewer | [v=305] Komt disse zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is disse zin in uw dialect? Zou hij dat doen gekund hebbn? Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a=n] Sollij et hebbn kunnn doen. [/a]
sol ij |
|||
hulpinterviewer |
[v=347] Komt disse zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is disse zin in uw dialect? Ik weet dattij is gaan zwemmn. [/v]
dat ij |
|||
informant |
[a=j] Ik weet dattie is gaan zwemmn. [/a]
dat ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=350] Komt disse zin voor in uw dialect? Hoe gebruikelijk is disse zin in uw dialect? Ik weet dat hij gaan zwemmn is. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a=n] Nee die zinsbouw is anders. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=351] Komt disse zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is disse zin in uw dialect? Ik weet dat hij zwemmn is gaan. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee daddis geen Steenwijkers. [/a]
dad is |
|||
hulpinterviewer | [v=352] Komt disse zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is disse zin in uw dialect? Ik weet dat hij zwemmn gaan is. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | tagging | |
informant |
[a=j] Nou dat konse wel eens zeggn. [/a]
kon se |
|||
hulpinterviewer |
[v=495] Komt disse zin veur in uw dialect? Hoe gebruikelijk is disse zin in uw dialect? Ik denke daj veel weg zal moetn gooin. [/v]
da j |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | tagging | |
informant | [a=j] Ja dese kon wel eens gebruikt wordn. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ik denke daj veel zal weg moetn gooin. [/v]
da j |
|||
informant |
[a] Da weet ik nie. Kweetnie wak op antwoordn moet. [/a]
k weet nie wa k |
Informante weet niet of volgorde '...zou weg moeten gooien' voor kan komen. | ||
hulpinterviewer |
[v] Ik denk daj veel zal moetn weg gooin. [/v]
da j |
tagging | ||
informant |
[a=j] Das wel een goeie zin. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=075] Komt disse zin veur in uw dialect? Ik vinne dat iederene moet kunne zwemmn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=077] Komt disse zinne veur in uw dialect? Ik vinne dat iederene moet zwemmn kunnn. [/v] | tagging | ||
informant |
[a=j] Zal deen dene helft wel zegge en de andere helft die zou de eerste zin neemn. [/a]
d een d ene |
|||
veldwerker | Maar ze kunne misschien ook wel allebei? | |||
informant | [a=j] Ja dat zeg ik toch. [/a] | |||
veldwerker | Maar wat vindt u? | |||
veldwerker | Zou u eerder moet kunne zwemme of moet zwemme kunne zegge? | tagging | ||
veldwerker | Kan deze uberhaupt? | |||
informant | Alletwee. | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=080] Komt disse zin veur in uw dialect? Ik vinne dat iederene kunnn zwemmn moet. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | tagging | |
informant | [a=j] Ja alle Steenwijkers kunnn da wel zegge jawel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Komt disse zin veur in uw dialect? Ik vinne dat iederene zwemmn kunnn moet. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | tagging | |
informant | [a=j] Moet kunnn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=084] Komt disse zin veur in uw dialect? Ik vinne dat iedereen zwemme moet kunnn. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
veldwerker | Net was het zwemmn kunne moet _. | |||
informant |
[a=j] Moet kunnn moetet zijn. [/a]
moet et |
tagging | ||
veldwerker | Oke dus deze is goed. | |||
hulpinterviewer | [v=086] Komt disse zin veur in uw dialect? Ik wete dat Eddy morgen wil brood eetn. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | tagging | |
informant |
[a=j] Ja tzou wel kunnn. [/a]
t zou |
|||
hulpinterviewer | [v=154] Komt disse zin veur in uw dialect? Boekn hef Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat is geen Steen. Nee dat is geen dialect. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Komt disse zin veur in uw dialect? Jan weet dat hij veur drie uur de wagen moet hebbn emaak. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=157] Komt disse zin veur in uw dialect? Jan weet dattie veur drie uur de wagen moet gemaak hebbn. [/v]
dat ie |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=160] Komt disse zin veur in uw dialect? Jan weet dattie veur drie uur de wagen emaakt moet hebbn. [/v]
dat ie |
tagging | ||
informant | [a=j] Ook wel. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=161] Komt disse zin veur in uw dialect? Jan weet dattij veur drie uur de wagen emaak hebbn moet. [/v]
dat ij |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Komt disse zin veur in uw dialect? Persoon A vraag hij slaap. Persoon B antwoordt hij doet. [/v] | |||
informant | Hij slaap. | |||
informant | [a=n] IJ doet? Dat heb ik nog nooit gehoord. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a=n] Hij slaap zul dan moetn zeggn. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] Komt deze zin veur in uw dialect? Persoon A vraget hij slaap. Persoon B antwoordt het doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Hij slaapt. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Komt disse zin veur in uw dialect? Persoon A vraag slaap hij? Persoon B antwoordt ie doet. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a=n] Sou um kunne zijn maar dan zeggn ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Komt disse zin veur in uw dialect? De lampe doet niet meer brandn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De kinders doen hier niet voetballn. [/v] | |||
informant | [a=n] Is ook geen dialect. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Bran doet de lampe niet meer. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Da sulln ze wel zeggn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Komt disse zin veur in uw dialect? Doet Marie elke avond dansen? [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee. Gaat. Gaan. Gaat Marie. Das geen dialect doetse dansn. Nee. [/a]
da s doet se |
|||
hulpinterviewer | [v=247] Komt disse zin veur in uw dialect? Doe het brood even snijdn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Komt disse zin veur in uw dialect? Ik doe wel even de kopjes af wassn. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a=n] Nee kgeloof nie dasse dat zulln zeggn. Ik ga de koppies af wassn. [/a]
k geloof da se |
|||
hulpinterviewer | [v=319] Komt dese zin veur in uw dialect? Dit denk ik niet an. [/v] | |||
informant | [a=n] Daar denk ik niet an. [/a] | |||
veldwerker | Maar nu zegt u daar denk ik niet aan. En er staat hier dit denk ik niet aan. | |||
informant | [a=n] Daar. Nee daar zeggn ze. Dit zeggn ze nie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Komt disse zin veur in uw dialect? Die rare jongen ben ik mee naar de markt eweest. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | Niet heel duidelijk te verstaan maar volgens mij zegt informante 'nee'. | ||
hulpinterviewer |
[v=328] Komt disse zin veur in uw dialect? Jan vindt dattij moet zulke dingn niet gelove. [/v]
dat ij |
Hulpinterviewer zegt volgens mij 'dattij moet': zou persoonlijk voornaamwoord 'hij' kunnen zijn terwijl er in de zin 'je' staat. Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Nou da konse wel zeggn ja. Je moet zulke dingn nie geloovn. [/a]
kon se |
Informante zegt dat zin wel mogelijk is maar geeft vervolgens vertaling waar niet uit blijkt dat de zin voor kan komen. Voorlopig alleen als 'a' getranscribeerd. | ||
hulpinterviewer | [v=387] Komt disse zin veur in uw dialect? Persoon A vraag wanneer zal de wereldvrede kome? Persoon B antwoordt nooit niet. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat zeggn ze. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=459] Komt disse zin veur in uw dialect? Hijf de balle egooid in de mande. [/v]
hij f |
|||
informant |
[a=n] Nee. Hijf de bal in de mand egooid. [/a]
hij f |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=474] Komt disse zin veur in uw dialect? Ten was maar net goed genoeg. [/v]
t en |
|||
informant | [a=n] Nee dat zegt een Steenwijker niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=485] Komt disse zin veur in uw dialect? Persoon A vraag zal ik kookn? Persoon B antwoordt dat doe maar. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a=n] Nou nee zou ik ook nie zeggn. Zal ik kookn? Ja gaate gang. [/a]
gaat e |
|||
hulpinterviewer |
[v=486] Komt disse zin veur in uw dialect? Dat boek beloof mij daj nooit meer zult verstoppn. [/v]
da j |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | Antwoord is niet heel goed te verstaan maar volgens antwoordt informante 'nee' op deze vraag. | ||
hulpinterviewer |
[v=487] Komt disse zin veur in uw dialect? Wat zeg mij dajje kocht hebbet? [/v]
da je |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=513] Komt disse zin veur in uw dialect? Zowe vrouwe een kun je maar beter niet tegen spreke. [/v]
zo e |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a=n] Zowe vrouw zo wief kuj beter niet teegn praatn. [/a]
zo e ku j |
|||
hulpinterviewer | [v=515] Komt disse zin veur in uw dialect? Ie ben ook een rare ene. [/v] | |||
informant | [a=n] Je ben ook een rare. [/a] | |||
veldwerker | Maar er staat hier je bent ook een rare ene. | |||
informant | [a=n] Nou dat ene der niet achter aan natuurlijk. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Komt disse zin veur in uw dialect? Marie zei da jij Piet een boek heb probeern te verkoopn. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a=n] Nee. [/a] | Antwoord van informante is niet echt goed te verstaan maar volgens mij zegt ze 'nee'. | ||
hulpinterviewer | [v=531] Komt disse zin veur in uw dialect? Wim dacht dat ik Els had geprobeerd een cadeau te geevn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat zegt een Steenwijker niet. [/a] | |||
informant |
[a=n] Wim hef edacht dattie Els probeerd had een cadeau te geevn. [/a]
dat ie |
|||
hulpinterviewer |
[v=532] Komt disse zin veur in uw dialect? Karel weet dattie hebbn probeerd Marie een boek te verkoopn. [/v]
dat ie |
tagging | ||
informant | [a=j] Nou da solln ze zo wel kunn zeggn. [/a] | |||
veldwerker | [n][v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorve is. Hoe zou u dat vertale? [/v] | |||
informant | [a] Ze weet niet dat Marie gisteren dood is egaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zou u ook kunne zegge ze weet niet dat Marie gisteren is dood gegaan? [/v] | |||
veldwerker | [v] Of moet het echt dood is gegaan zijn? [/v] | |||
veldwerker | Of maakt het niet zo veel uit? Dus is dood gegaan zou ook wel kunne? | |||
informant | Nee. | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker |
[v] En doodegaan is? Ze weet nie da Marie gisteren dood egaan is? [/v]
dood egaan |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=025] De zin zou u die nog eens kunne vertale niemand heeft dat ooit gewild of gekund? [/v] | |||
veldwerker | Hoe zou u die vertale? | |||
informant | Ja da blijft tzelfde. | |||
veldwerker | Dat blijft hetzelfde dus ook met ewild of ekund waarschijnlijk? | |||
informant | [a] Ja ewild of ekund ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
Tzou gewoon hetzelfde blijven dus het zou zoiets worde als niemand heeft dat ooit ewild of ekund bijvoorbeeld?
t zou |
|||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [a] Geen mens hef dat ooit ewild of gekund. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En het kan niet worde ewille of ekunne ofzo? [/v] | |||
informant | [a] _ hef ewild _. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Geen mens hef dat ooit ewild of ekund. [/a] | |||
veldwerker | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. Zou u dat echt hetzelfde vertale echt met zich of zou u ook bijvoorbeeld kunne zegge de timmerman heeft geen spijkers bij um? Of bij umzelf? [/v] | |||
informant | [a] Timmerman hef geen spijkers bij zich. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Bi zich zou u echt zegge u zou echt zich gebruike en nooit um? Bijum. Bi um? | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=035] En in Jan herinnert zich dat verhaal wel zou u dan ook altijd zich zegge en nooit Jan herinnert um dat verhaal wel of zen eige. Jan herinnert zen eige dat verhaal wel? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] Nee? U zou altijd zich gebruike? Of umzelf? Jan herinnert umzelf dat verhaal wel? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | Nee? Altijd zich? | |||
informant | [a] Janne herinnert zich da verhaal nie meer. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=040] Erik liet mij voor zich werke. Eigenlijk dezelfde vraag zou dat ook kunne zijn Erik liet mij voor um werke? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee voor zich. [/a] | |||
veldwerker | Ja? Want u zei van wel? | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Volgens mij moetet wel kunne Erik laat mij veur zich werke. Veurum werke kan ook. [/a]
moet et veur um |
tagging | ||
veldwerker | Voorum. | |||
informant | [a=j] Da kun je allebei. [/a] | Hier zegt informante ineens dat 'veurum' wel kan. Wellicht geldt dit dan ook voor de voorafgaande vragen? De hulpinterviewer is in ieder geval van mening dat de varianten met 'um' mogelijk zijn. | ||
veldwerker |
[v] Dat kan allebei? Dus bij die andere Jan herinnertum dat verhaal wel dat kon ook wel? [/v]
herinnert um |
|||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] Net als timmerman heeft geen spijkers bijjum? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja da zou kunnn. [/a] | |||
veldwerker | [v=042] En Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel? [/v] | |||
informant | [a] Toon bekeek zichzelf goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] U zou zichzelf zegge niet umzelf? [/v] | |||
informant | [a=n] Ja. [/a] | |||
veldwerker | En u? | |||
hulpinterviewer | [a=j] O in eerste instantie zichzelf maar der benne hier ook wel die zeggn Toon bekeek umzelf eens goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En Toon bekeek um eens goed in de spiegel zou dat ook kunne? [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker |
[v=045] Eduard kent zichzelf goed. Kannet ook umzelf zijn? Eduard kent umzelf goed? [/v]
kan et |
|||
informant | [a=n] Nou nee. Kent zichzelf. [/a] | |||
veldwerker | Zichzelf. En u? | |||
hulpinterviewer | [a] Ik denk meest gangbare is dat de meeste kent zichzelf goed. [/a] | |||
veldwerker | Maar umzelf zou ook wel kunne of niet? Eduard kent umzelf goed? | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nou dat zou nie veel gebeurn denk. [/a] | |||
informant |
[a=n] Nee kgeloof nie dat een Steenwijker dat zou zeggn. [/a]
k geloof |
|||
veldwerker |
[v=046] Ward heeft gehoord datter fotoos van zichzelf in de etalage staan. Hoe zou u dat dat vertale? [/v]
dat er |
|||
informant | [a] Tzelfde. [/a] | |||
veldwerker | [v] Hetzelfde? Ook weer met zichzelf derin? En niet umzelf of fotoos van um? [/v] | |||
informant | Nee. | |||
veldwerker | Wilt u even het stukje fotoos van zichzelf even vertale? | |||
veldwerker | Even de zin gewoon eventjes een keer nog. Ward heeft gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. | |||
informant | [a=j] Nee maak er dan um van. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Ja wel um? | |||
informant | Ja. | |||
veldwerker | Zou u hem eens helemaal kunne vertale? | |||
informant | [a] Ward heef ehoord dat er fotoos van zich van umzelf. Kan allebei. Van umzelf in de etalage staan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=053] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant |
[a] Ak zuinig leve dan levik zoas dalden wolln. [/a]
a k lev ik d alden |
tagging | ||
veldwerker |
En u zei ak zuinig leve. Ak is as ik en dan samen?
a k a k |
|||
informant | Ja. | |||
veldwerker | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Alsij nog drie jaar leeft leefij langer dan zien va. [/a]
als ij leef ij |
tagging | ||
veldwerker | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Ast nou nog leeft leeft morgen ook. [/a]
as t leeft t |
tagging | ||
veldwerker | [v=061] Als jullie zo losbandig leven dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant | [a] As jullie zo losbandig leevn _. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Als jullie zo losbandig leevn dan levie nooit zo lang als ik. [/a]
lev ie |
tagging | ||
veldwerker |
Levie en u zei dan leebn jullie. Dan leebn jullie.
lev ie |
|||
informant | Leve jullie. Leven jullie. | tagging | ||
veldwerker |
Nou u zegt levie. Dan levie nooit zo _.
lev ie lev ie |
|||
informant |
Ja as jet tege over een persoon hebt.
je t |
|||
veldwerker | Maar der staat jullie. Dus dat is dan meerdere persone. Hoe zou u het dan zegge? | |||
informant | Jullie. | tagging | ||
veldwerker | Leebn jullie? | |||
veldwerker | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Aj gezond leve levie langer. [/a]
a j lev ie |
tagging | ||
veldwerker |
[v=069] Alser zo weinig mense van de landbouw leve dan leveder veel mense van werk in de fabriek. [/v]
als er leve der |
|||
informant |
[a] Asser zo weinig volk van de landbouw leef _. [/a]
as er |
tagging | ||
informant |
[a] _ dan levener veel mensn van werk in de fabriek. [/a]
leven er |
tagging | ||
veldwerker |
[v=070] Als Pieter en Liesje innet paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v]
in et |
|||
informant |
[a] Pieter en Liesje int paradijs leve dan leve Rosa en Frans in dhel. [/a]
in t d hel |
tagging | ||
veldwerker | Maar nou zegt u netjes leve maar is het niet leebn? | |||
informant | Leevn. Leevn. Leebn. We slikkn et in. | |||
veldwerker | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moete roepen. [/v] | |||
informant | [a] Ik denk da Marie um roepn moet. [/a] | |||
veldwerker | Um roepe moet. En als u nou dat zal moete roepen als u nou drie werkwoorden derin moet zette hoe zou u dat dan doen? | |||
veldwerker | Dus niet alleen roepe moet maar ook dat zal er tusse. | |||
veldwerker | Ik denk dat Marie um _. | tagging | ||
informant | [a] _ zal. Zal moetn roepn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Hoe zou u zegge heb je? [/v] | |||
informant |
[a] Hebbie. [/a]
heb ie |
|||
veldwerker |
[v] Hebbie of hejje of hevvie? [/v]
heb ie he je hev ie |
|||
informant |
[a] Hebbie dat daar neer gelegd. Hebbie dat. Ebbie dat. [/a]
heb ie heb ie eb ie |
|||
veldwerker | Hebbie. En hejje? | |||
hulpinterviewer |
[a] Hebbie genoeg mensn. [/a]
heb ie |
|||
informant | [a] Ei genoeg mense. Hei. [/a] | |||
veldwerker |
Ejje of hebbie? Of ebbie?
e je heb ie eb ie |
|||
informant | Kan allebei. | |||
veldwerker | [v=189] Het was aardig van Jan om te kome werken. [/v] | |||
informant |
[a] Twas aardig van Jan om te koom werke. [/a]
t was |
tagging | ||
veldwerker | [v=199] Hij staat te zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij sta te zaniken. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=215] Ik geloof dattik groter ben als hij. [/v]
dat ik |
|||
informant |
[a] Ik gelove dak groter ben dan hij. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker | Dan hij of als hij? | |||
informant | Een goeie Steenwijker zegt als. | |||
informant |
Nou kzou zegge zeg dan maar als.
k zou |
|||
informant |
[a] Ik gelove dak groter ben as hij. [/a]
da k |
tagging | ||
veldwerker |
[v] En alsum kan dat ook? [/v]
als um |
|||
informant | [a=j] Kan ook. Maar ij kan ook. [/a] | |||
veldwerker | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Zij geloof dak eerder thuis binne dan _. [/a]
da k |
tagging | ||
informant | [a] _ dat ie eerder thuis binne dan ik. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Dan ik? | |||
informant |
Alsik mag ook. Dan ik ook. Een goeie Steenwijker zal wel als zeggn.
als ik |
|||
veldwerker |
En als mij kan dat ook? Ze geloof dattie eerder thuis bin as mij.
dat ie |
|||
informant | [a=j] Als mij. Dat is goed Steenwijkers geloof ik. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=217] Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant | [a] Ie gelove zeker niet _. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] _ dattie sterker is as ikke. [/a]
dat ie |
tagging | ||
veldwerker | Als jij. | |||
informant | [a] As ieje. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En as oe kan dat ook? [/v] | |||
informant | [a=n] Nou ik zou ieje zeggn. [/a] | |||
veldwerker | [v=218] Ze gelove dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant |
[a] Zij gelove dat wij rijker bint assij. [/a]
as sij |
tagging | ||
informant |
Assij. Niet als. As.
as sij |
|||
veldwerker | [v] En as heur? Kan dat ook? [/v] | |||
informant | [a=j] As heur kan ook. [/a] | |||
veldwerker | En is het nou sie gelove of _. | |||
informant | Sij. Sij. Sij geloovn. | |||
veldwerker | Geloovn? Want u zegt geloobn. | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
veldwerker | En u zegt geloovn. Dat is wel een verschil en dat is wel belangrijk. | |||
informant | Voor jullie wel maar voor ons niet. | |||
informant | Geloobn. Geloobn. | |||
veldwerker | Geloobn. Dat is het dus. | |||
hulpinterviewer | [a] Sie geloobn dat wij rijker bin as eur. [/a] | |||
veldwerker | [v=219] Jullie zijn niet zo slim als wij. [/v] | |||
informant | [a] Jullie bin nie zo slim as wij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] As wij of as ons? Kan dat ook? [/v] | |||
informant | Ja dat weet ik ook niet precies hoor. | |||
veldwerker | U zou zegge as wij? | |||
informant | Ja. | |||
veldwerker | [v=220] Jullie gelove jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
veldwerker | Armer zijn als jullie hoe zou u dat vertale? | |||
informant | [a] Bint. Armer bint as jullie. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld heb moet mij maar wa geevn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Zou u ook kunne zegge die geld heb? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. Wie geld heb. [/a] | |||
veldwerker | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man diet verhaal hef verteld. [/a]
da s die t |
tagging | ||
veldwerker | [v=037] Toon wast hemzelf. U zei eurzelf maar Toon is een jongetje. [/v] | |||
informant | [a] Toon wast um. Umzelf. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=137] Hij wil geen soep niet meer ete niet. Hoe zou u dat vertale? [/v] | |||
informant | [a=n] IJ wil geen soep meer eetn. [/a] | |||
veldwerker | [v=140] Zitte hier nergens geen muize? Hoe zou u dat vertale? [/v] | |||
informant | [a=n] Nergens geen dat is toch ook geen plat. [/a] | |||
veldwerker | Dat u bijvoorbeeld in de schuur bent ofzo bij iemand op bezoek en dat u dan zegt zittn hier nergens geen muize? | |||
informant |
[a=n] Nee. Ze zullnet misschien wel zegge maar _. [/a]
zulln et |
|||
veldwerker | Want u vond het wel goed he vanochtend? | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. Ik zie er niet zo vreemds aan. Zittn hier nergens geen muize? [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=149] En hij heeft overal geen vrienden. Zou u dat ook zo zegge? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a=n] IJ hef nergens vriendn. [/a] | |||
informant |
Want nergens geen dan hej wel.
he j |
|||
veldwerker | [v=312] Ik zei nog tege haar ik denk hij is weg. [/v] | |||
veldwerker | Ik denk hij is weg. Kan dat? | |||
informant | Nee hij is fort. | |||
veldwerker | Dus ik denk hij is fort. Kan dat zo? | |||
informant | [a=n] Nee dat zegt geen Steenwijker. [/a] | |||
veldwerker | Dus hoe zou u het zegge dan? | |||
informant |
[a=n] Ik denk dattij fort is. [/a]
dat ij |
|||
veldwerker | [v=317] Marie al haar koeien zijn verdronke bij de overstroming. Hoe zou u dat zegge? [/v] | |||
informant |
[a=n] Al heur koeien van Marie bin verdronkn bij doverstroming. [/a]
d overstroming |
|||
veldwerker | [v=329] Ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik gelove dasse allemaal die jongen wel aardig vindn. [/a]
da se |
|||
veldwerker | [v=501] Marie zit te stoofperen schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Marie zit de peern te schilln. [/a] | |||
veldwerker | [v=028] Vertel mij eens wie dat zij had kunne roepen. [/v] | |||
veldwerker | Vindt u dat een goede zin? | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ wie zij dan ha kunne roepn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=296] Zou hij dat gedaan hebben gekund? [/v] | |||
informant |
[a=n] Sollij dat hebbn kunnn doen. [/a]
sol ij |
|||
veldwerker | [v] En edaan kunnn hebbn. Kan dat ook? [/v] | |||
informant |
[a=j] Kan wel maar ik zout nie _. Als Steenwijker zol ikket zo niet zegge. [/a]
zou t ik et |
|||
veldwerker | Want dat gaf u als vertaling zal hij dat edaan kunnn hebbn. | |||
hulpinterviewer | Ja zal wel. | |||
hulpinterviewer |
[a] Zallij da edaan kunnn hebbn. Ja. [/a]
zal ij |
|||
veldwerker | [v=350] De zin ik weet dat hij gaan zwemmen is. Is die goed? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | Hoe zou u em zegge? | |||
informant |
[a=n] Ik denk dattie is gaan zwemmn. [/a]
dat ie |
|||
veldwerker | [v=352] Ik denk dat hij zwemmen gaan is. [/v] | |||
informant | [a=n] Nou da maakn jullie toch ook wel helemaal gek van. Dat zegt toch geen enkele Steenwijker. [/a] | |||
veldwerker | [v=495] De volgorde ik denk dat jij veel zou weg moete gooie. Kwam die voor of niet? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=080] Ik vind dat iedereen kunne zwemme moet. Die vond u goed maar u vond hem niet goed. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a=n] Moet kunnn zwemmn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=082] Ik vin dat iedereen zwemmn kunne moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ik von de eerste die von ik et beste. | |||
veldwerker | Ja die vond u goed maar u vond de tweede ook goed 82. Ik vind dat iedereen zwemme kunne moet. Maar u vond em niet goed. | |||
informant | Nee dat is geen loopnde zin. | |||
veldwerker | [v=084] Ik vind dat iedereen zwemme moet kunnen. Die werd goed gekeurd geloof ik he die vonde jullie allebei _. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja zou nog wel kunne. [/a] | |||
veldwerker | [v=086] Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten. [/v] | |||
informant |
[a=n] Das ook geen zin die _. Nee. [/a]
da s |
|||
veldwerker | Hoe zou u um zegge? Morgen brood wil ete waarschijnlijk? | |||
informant | Ja. | |||
veldwerker | [v=243] Persoon A vraagt slaapt hij? Persoon B antwoordt ie doet. [/v] | |||
informant | [a] Nee ij doet. IJ doet. [/a] | |||
veldwerker | Ja? In de zin van ja dat is waar hij ligt inderdaad te slape hij doet. | |||
informant |
[a=n] IJ doetet. [/a]
doet et |
|||
veldwerker |
Hij doetet?
doet et |
|||
informant |
[a=n] IJ doetet. [/a]
doet et |
|||
veldwerker | Maar niet zonder de t derachter? Hij doet. Kan dat gewoon zo? | |||
veldwerker |
Niet dus hij doetet maar hij doet.
doet et |
|||
informant |
[a=n] IJ doetet. Ja da doetij. [/a]
doet et doet ij |
|||
veldwerker | [v=248] Ik doe wel even de kopjes af wasse. Komt dat voor? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | Nee? Ook nie in de zin van blijf jij maar even zitte ik doe wel even de kopjes af wasse. | |||
informant |
[a=n] Ik wasser de koppies wel even af. [/a]
was er |
|||
veldwerker | [v=328] Jan vindt dat je moet zulke dinge niet geloven. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee daddis ook geen Steenwijks. [/a]
dad is |
|||
informant | [a=n] Jan vindt da zulke dingn nie geloovn moetn. [/a] | |||
veldwerker | [v=485] Persoon A vraagt zal ik koke? Persoon B antwoordt dat doe maar. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat is toch ook geen _. [/a] | |||
veldwerker | [v=513] Zo een vrouw ene kun je maar beter niet tegen spreke. [/v] | |||
informant |
[a=n] Zoon wief kuj beter niet teegn _. [/a]
ku j |
|||
veldwerker | Maar zo een vrouw ene dat kan niet? Of zoon wief ene? | |||
informant | Nee. | |||
veldwerker | [v=530] Marie zei dat jij Piet een boek hebt geprobeerd te verkope. [/v] | |||
informant | Nee da zeggn ze nie. | Blijkt later (seconde 2528) wel te kunnen. | ||
veldwerker | Hoe zou u het zegge? | |||
informant |
[a=j] Marie zei daj Piet ee boek hebbn probeern te verkoopn. [/a]
da j |
tagging | ||
veldwerker | [v] Ik ga. [/v] | |||
informant | [a] Ik ga. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Jij gaat. [/v] | |||
informant | [a] IJ gaat. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Hij gaat. [/v] | |||
informant | [a] Ee. IJ gaat. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Zij gaat. [/v] | |||
informant | [a] Zee gaat. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Jan gaat. [/v] | |||
informant | [a] Jan gaat. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Wij gaan. [/v] | |||
informant | [a] Wij gaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Jullie gaan. [/v] | |||
informant | [a] Jullie gaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zij gaan. [/v] | |||
informant | [a] Zij gaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ging ik? [/v] | |||
veldwerker | [v] Ging ik gisteren naar de bakker? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gung ik? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja gung ik naar de bakker? [/a] | |||
informant | [a] Gung. [/a] | |||
veldwerker | [v] En ging jij? [/v] | |||
informant |
[a] Gingie? [/a]
ging ie |
tagging | ||
veldwerker | [v] En ging hij? [/v] | |||
informant | [a] IJ ging. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ging hij? [/v] | |||
veldwerker |
[v] Gungie ofzo? [/v]
gung ie |
|||
informant |
[a] Gungij naar de markt. [/a]
gung ij |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Gungij naar de markt. [/a]
gung ij |
|||
veldwerker | [v] Ginge wij? [/v] | |||
informant | [a] Ginge we saam _. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ginge wij? [/v] | |||
informant | [a] Ginge wij naar de markt? Wij gingn naar de kroeg. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] We gung. We gung naar de markt. [/a] | |||
veldwerker | [v] Ginge wij? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gung wij naar _. [/a] | |||
veldwerker | [v] Ginge jullie? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ginge. Gung. Gung. Tis gung wij. [/a]
t is |
|||
veldwerker | [v] Ginge jullie? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gaan jullie? [/a] | tagging | ||
veldwerker | Maar nou zegt u gaan jullie maar ginge jullie? | |||
hulpinterviewer | [a] Gung jullie. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En ginge zij? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gung zij. [/a][/n] | tagging |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
022 | Er wil niemand niet dansen | Betekenis? |
komt voor
: n |
140 | Zitten hier nergens geen muizen? |
komt voor
: j vorm: Zitn hier nergen geen muizn |
|
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
komt voor
: j vorm: Dadis zo zeker as een en een twee is. |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: wiens |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: wie zen |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: die zen |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: waarvan de |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: woarzop zitn is pas everfd |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: woarop ze zatn. |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan rook nie meer. |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: we zin: wij ook uut enodigd benn |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wij zin: wij ook uut enodigd benn |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n vorm: Weetie iets over t weer morgen |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n zin: Je weet dat je slim genoeg binn |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekaar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: bij zich |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: Assu vind datu zo gezond leeft leeft u dan vooral zo verder. |
751 | Asse ze denken datte ze moeten gaan, dan gane ze maar (KOMT VOOR + VERTAAL). |
komt voor
: n vorm: Asse denk dasse moe gaan dan gaan ze maar. |
|
752 | An ze denken dan ze moeten gaan, gaan ze maar |
komt voor
: n vorm: Asse denk dasse moe gaan dan gaan ze maar. |
|
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: As iedere dag de dokter |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: Assen enkele de dokter |
755 | Asse we horen datte we moeten gaan, gane we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n vorm: Asw denke dawwe gaan moete gaan we. |
|
756 | An we horen dan we moeten gaan, gaan we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n vorm: Asw denke dawwe gaan moete gaan we. |
|
760 | Asse jullie horen datte jullie nodig zijn, gane jullie meteen. |
komt voor
: n vorm: As jullie denkn dat jullie nodig binn, dan gaan jullie meteen. |
|
761 | An jullie horen dan jullie nodig zijn, gaan jullie meteen. |
komt voor
: n vorm: As jullie denkn dat jullie nodig binn, dan gaan jullie meteen. |
|
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan goa ik |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goaj |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: ie goan |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: dan gaoj |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan goat hee |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan goatse |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan goatet |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan goanwe |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan goan jullie |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan goanze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: Goa onmiddelijk weg. |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingie |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ie ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ie gingn |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ie |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging et |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingn |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: ginge |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingn |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginge |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: dieze |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j opmerking: twijfel |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j opmerking: twijfel |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j opmerking: twijfel |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j opmerking: twijfel |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: j |
|
806 | Hij zou het gedaan gekund gewild hebben. |
komt voor
: n |
|
807 | Marie zit te stoofpeer schillen. |
komt voor
: j |
|
808 | Marie zit te stoofperen schillen. |
komt voor
: n |
|
809 | Marie zit te piano spelen. |
komt voor
: n |
|
810 | Hij zit weer te voorzeggen. |
komt voor
: j |
|
812 | Hoe haal je het in je hoofd en gooi met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
813 | Hoe haal je het in je hoofd en gooien met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: j |
814 | Hij heeft geen zin en voeren die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
815 | Hij heeft geen zin en voer die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
816 | Hij heeft geen zin en wegvoeren die koeien. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n opmerking: in de betekenis van: het stond te koop en nu weer. |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: hem |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut