SAND-data De Kwakel (E147a)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in De Kwakel |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta] [k] E147a [/k] [h] [/h] [i] [/i] [vw] HZ [/vw] [/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Vertaal. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorve is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Ze weet niet dat Marie gisteren is gestorven. [/v] | |||
informant | [a] Dat Marie gisteren is gestorve. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Vertaal. Jan had dat hele brood wel wille op ete. [/v] | |||
informant | [a] Jan had het hele brood wel wille op ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertel maar niet wie zij had kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a] Vertel maar niet wie zij niet had kunne roepe. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan herinert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Jan herinnert dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Ik zou zegge. Jan herinert zich dat verhaal wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Dat zegge wij hier ook nog wel eens vaak. Hij heb geen spijers bij em. [/a] | |||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Het is hier niet zo zeer het zich en haar maar tis hier se of hij. [/a]
t is |
|||
hulpinterviewer | [v] De timmerman heeft geen spijkers bij em. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Zo zouwe wijt zegge. [/a]
wij t |
|||
informant | [a] Ik zou toch bij zich zette. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. Erik liet mij voor em werke. [/a] | |||
informant | [a] Erik liet mij voor hem werken. [/a] | |||
informant | [a] Dat vind ik ook een beetje een vreemde zin. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik zou meer denken aan Erik liet mijn voorem werke. [/a]
voor em |
|||
hulpinterviewer |
[v=041] Vertaal. Johanna lieter mee drijve op de golve. [/v]
liet er |
tagging | ||
informant | [a] Johanna liet hem mee drijve op de golve. Ja zou ik anders zegge. Liet zich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal. Toon bekeek zich zelf goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] toon bekeek zichzelf goed in de spiegel [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=045] Vertaal. Eduard kentem zelf goed. [/v]
kent em |
tagging | ||
informant | [a] kent ja ik zeg toch zichzelf kent zichzelf goed [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=046] Vertaal. Ward heeft gehoord datter fotoos vannem in de etalage staan. [/v]
dat er van em |
tagging | ||
informant |
[a] Ward heef gehoord datter een foto van hem in de etalages staat. [/a]
dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders wille. [/v] | |||
informant |
[a] Alzik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders wille. [/a]
alz ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zen vader. [/v] | |||
informant | [a] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Vertaal. Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant | [a] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft zij niet lang meer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=059] Vertaal. Alzet nu nog leeft dan leeftet morgen ook nog. [/v]
alz et leeft et |
|||
informant |
[a] Alzet nu nog leeft dan leeft zet morgen ook nog. [/a]
alz et |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leve dan leve jullie nooit zo lang alzik. [/v]
alz ik |
|||
informant |
[a] Als jullie zo losbandig leve leve jullie nooit zo lang alzik. [/a]
alz ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertaal. Als ze voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kindere. [/v] | |||
informant | [a] Als ze voor hun werk leve leve ze niet voor hun kindere. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant | [a] Als je gezond leest dan leef je langer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=069] Vertaal. Alzer zo weinig mense van de landbouw leve dan leven er veel mense van werk in de fabriek. [/v]
alz er |
|||
informant |
[a] Alzer zo weinig mense van de landbouw leve dan leve er veel mense van de fabriek. [/a]
alz er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Vertaal. Als Pieter en Liesje in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | [a] Als Pieter en Liesje in het paradijs leve dan leve Franse en Belge in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leve dan leve we gelukkig. [/v] | |||
informant | [a] Als we sober leve dan leve we gelukkig. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kindere. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat minder bekrompen kindre. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie em zal moete roepe. [/v] | |||
informant | [a] Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=188] Vertaal. Heb je genoeg mense om hooi vant land te hale. [/v]
van t |
|||
informant |
[a] Heb je genoeg mensen om hooi vannet land te hale. [/v]
van et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het is aardig van Jan om te kome werke. [/v] | |||
informant | [a] Het is aardig van Jan om te kome werken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is te zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is te zwaar om te dragen. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. Deze ton is zwaar om te drage. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zwaar om te drage. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeure. [/v] | |||
informant | [a] Hij kan staan zeure. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=199] Vertaal. Hij staat te zeure. [/v] | |||
informant | [a] Hij staat te zeure. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal. Toen we aan kwame regende et. [/v] | |||
informant | [a] Toen we aan kwame regende het. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Vertaal. Kgeloof dat ik groter ben dan jij. [/v]
k geloof |
|||
informant | [a] Ik geloof dat ik groter ben dan jij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis ben dan ik. [/v] | |||
informant | [a] Ze gelooft dat ik eerder thuis ben dan ik. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Ik geloof zeker niet dat hij sterker is dan jij. [/v] | |||
informant | [a] Ik geloof zeker niet dat ik sterker ben dan jij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Dat hij sterker is. [/v] | |||
informant | [a] Ik geloof zeker dat hij sterker is dan jij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze gelove dat we rijker zijn dan zij. [/v] | |||
informant | [a] Ze geloven dat we rijker zijn dan zij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal. Wij geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] Wij geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie gelove jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
informant | [a] Jullie geloven niet dat zij armer zijn als jullie [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn dan Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft dat Moniek en Jan sterker zijn dan en Peter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De jongen wiens moeder gisteren getrouwd is stond achter mij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De jongen wie ze moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Wij prate hier niet zo veel van wiens moeder. Wie ze moeder. [/a] | |||
informant | [a] Wiens dat zegge we hier niet. Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank waar op waar ze op zate was pas geverf. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Of waar op ze zate. [/v] | |||
informant | [a] De bank waar op ze zate was pas geverfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de deken naar zich toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Marie trok de deken naar haar toe. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Nee dan geef ik ook de voorkeur aan haar toe. [/a] | |||
informant | [a] Marie trok de deken naar haar toe. Ja. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=339] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant | [a] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet zien mag. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Daar gaat mijn voorkeur naar uit. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dat is de man die ze geroepe hebbe [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man die ze geroepe hebbe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de man diet verhaal heeft verteld. [/a]
die t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Heeft verteld of verteld heeft? [/v] | |||
informant | [a] Verteld heeft. Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
veldwerker | [a] Hebben we al gehad. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hadde. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=397] Vertaal. Tschijnt dat ze niets mag ete. [/v] | |||
informant | [a] Het schijnt dat ze niets mag eten. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Wij zeggen meer niks als niets. [/a ] | |||
hulpinterviewer | [v=403] Vertaal. Et lijkt wel of der iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant | [a] Het lijkt wel of der iemand in de tuin staat. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeke heb je gekocht. [/v] | |||
informant | [a] Wat voor boeke heb je gekocht. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heef je op de kermis gezien. [/v] | |||
informant | [a] Wie heef je op de kermis gezien. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Dat zijn ook een zin die je hier niet zou horen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=036] Kijk naar het plaatje. Marie en Piet wijzen naar ... [/v] | |||
informant | [a] Naar elkaar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Kijk naar het plaatje. Toon wast ... [/v] | |||
informant | [a] toon wast zichzelf [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] Kijk naar het plaatje. Fons zag een slang naast ... [/v] | |||
informant | [a] Zich. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Wat zou u daar zeggen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Nou niet zich. Ik gebruik weinig zich. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] naastem of naaster
naast em naast er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=006] Komt deze zin voor in het dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. Gisteren wandeldiede door het park. [/v] | |||
informant | [a=n] Gisteren wandelde hij door het park. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=022] Komt deze zin voor in uw dialect. Er wil niemand niet dansen. [/v] | |||
informant | [a] Er wil niemand met me danse. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=026] Komt deze voor in uw dialect. Vertaal. Els wil niet dansen maar ze wil niet zingen ook niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Els wil niet danse en ze wil ook niet zinge. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=087] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Eddy moet kunne vroeg opstaan. [/v] | |||
informant | [a=n] Eddy moet vroeg op kunnen staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij wil geen soep niet meer ete niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij wil geen soep meer ete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Zitte hier nergens geen muize. [/v] | |||
informant | [a=n] Zitte hier nergens muize. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Komt deze zin voor in het dialect. Vertaal. Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] iedereen is geen vakman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Ja. Iedereen is geen vakman. Ja. Tklopt. [/a]
t klopt |
|||
hulpinterviewer | [v=149] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij heeft overal geen vriende. [/v] | |||
informant | [a] Hij heeft overal geen vrienden. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=260] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant | [a=n] Wie denk je dat ik in de stad ontmoet hebt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=262] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant | [a=n] Wie denk je dat ik in de stad ontmoet heb. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=309] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik heb geen zin en voere de koeie. [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik heb geen zin innet voere van koeie. [/a]
in et |
|||
hulpinterviewer | [v=311] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik denk hij weg is. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik denk dat hij weg is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=312] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik zei nog tegen haar. Ik denk hij is weg. [/v] | |||
informant | [a] Ik zei nog tegen haar. Ik denk hij is weg. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ik zei nog tegen haar dat hij weg is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie al haar koeie zijn verdronke bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=j] Marie al haar koeie zijn verdronke bij de overstroming. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=329] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik zei nog tegen haar. Ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik zei nog tegen haar. [/a] | |||
informant | [a] Ik geloof deze jongens vindt ze allemaal wel aardig. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=353] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon A vraagt wil je nog koffie Jan. Jan antwoordt jaak. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik zou zeggen. Wil je koffie drinke? Ja. En geen jak [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=355] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon A vraagt hebbe ze gegete. Persoon B antwoordt janze. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee dat zeggik niet. [/a]
zeg ik |
tagging | ||
informant | [a] Nog niet of wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=359] Komt deze zin voor in het dialect. Vertaal. Met zulk weer kun je niet veel doen. [/v] | |||
informant | [a] Met zulk weer kan je niet veel doen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=364] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Is hem dood? [/v] | |||
informant | [a=j] Is hij dood? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=501] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie zit te stoofpere schille. [/v] | |||
informant | [a=n] Marie zit te stoofpere te schille. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=502] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie zit stoofpere en schille. [/v] | |||
informant | [a=n] Marie zit te stoofpere te schille. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=029] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertel mij eens wie of zij had kunne roepe. [/v] | |||
informant | [a=n] Vertel mij eens wie ze had kunne roepe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=296] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou hij dat gedaan hebbe gekund. [/v] | |||
informant | [a=n] Zou hij dat hebbe kunne gedaan zou ik zegge. [/a] | |||
informant | [a] Zou hij dat gedaan kunne hebbe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=297] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zou hij dat gedaan gekund hebbe [/a] | |||
informant | [a=n] Nee zou hij dat gedaan kunne hebbe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=347] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij is gaan zwemmen. [/v] | |||
informant | [a=g] ik weet dat hij is gaan zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=350] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij gaan zwemmen is. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik weet dat hij is gaan zwemme. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=352] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik weet dat hij zwemmen gaan is. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik weet dat hij is gaan zwemme. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik weet dat hij veel weg zou moete gooie. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat is niet gebruikelijk. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat hij veel zou weg moete gooie. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja die wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat hij veel zou moete weg gooie. [/v] | tagging | ||
informant | [a=g] Ja die wel. [/a] | |||
veldwerker | [v] Dat is de meest gebruikelijke?. [/v] | |||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen moet kunne zwemme. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. Ik vind dat iedereen moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Ja ik zou zegge moet kunne zwemme. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=082] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Nee dat niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemme moet kunne. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Jawel. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten. [/v] | |||
informant | [a] Ja. Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Maar niet wil brood ete. [/a] | |||
informant | [a] Ja daar ben ik het wel mee eens ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Komt deze zin voor in uw dialect. Boeke heeft Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan heeftd drie boeke. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebbe gemaakt. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Zegge wij anders he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=157] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebbe. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Daar breek ik ook me tong over. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=160] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebbe. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat komt me toch wel bekend voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=161] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebbe moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Komt deze zin voor in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon A vraagt hij slaapt. Persoon B antwoordt hij doet. [/v] | |||
informant |
[a] Nee. Hij doetet. Nee. [/a]
doet et |
|||
hulpinterviewer | [v=228] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt hij slaapt. Persoon B antwoordt et doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Het doet. Nee ook niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt slaapt hij. Persoon B antwoordt je doet. [/v] | |||
informant |
[a=n] Komme ook niet bekend voor. [/a]
kom me |
|||
hulpinterviewer | [v=245] Komt deze zin voor in uw dialect. De lamp doet niet meer brande. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De kindere doen hier niet veel voetbal. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ook niet. De kindere voetballe hier niet veel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Brande doet de lamp niet meer. [/v] | |||
informant | [a=n] De lamp brandt nie meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Komt deze zin voor in uw dialect. Doet Marie elke avond danse. [/v] | |||
informant | [a=n] Gaat Marie elke avond danse. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=247] Komt deze zin voor in uw dialect. Doet het brood even snijde. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ook niet. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=248] Komt deze zin voor int dialect. Ik doe wel even de kopjes af wasse. [/v]
in t |
tagging | ||
informant | [a] Dat wordt misschien nog gezegd door sommigen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Komt deze zin voor in uw dialect. Dit denk ik niet aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Hier denk ik niet aan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Komt deze zin voor in dialect. Die rare jonge ben ik mee naar de markt geweest. [/v] | |||
informant | [a=n] Met die rare jongen ben ik naar de markt geweest. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=328] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan vindt dat je moet zulke dinge niet gelove. [/v] | |||
informant | [a] Nee dus zo zegge we dat dan niet he. Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=387] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt wanneer zal de wereldvrede kome. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon B antwoordt nooit niet. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Nee kdenk dat wij meer zegge nooit. [/a]
k denk |
|||
hulpinterviewer | [v] Komt deze zin voor in uw dialect. Hij heeft de bal gegooid in de mand. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=474] Komt deze zin voor in uw dialect. Et en was maar net goed genoeg. [/v] | |||
informant | [a=n] Het was maar net goed genoeg. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=485] Komt deze zin voor in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon A vraagt zal ik koke. Persoon B antwoordt dat doe maar. [/v] | |||
informant | [a=n] Doe maar is nog wat maar dat doe maar. Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=486] Komt deze zin voor in uw dialect. Dat boek beloof mij dat je nooit meer zult verstoppe. [/v] | |||
informant | [a] Nee dus die zin vond ik ook vreemd. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=487] Komt deze zin voor in et dialect. Wat zeg mij dat je gekocht hebt. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=513] Komt deze zin voor in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zo een vrouw ene kun je maar beter niet tegen spreken. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee zoon vrouw ene niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Komt deze zin voor in uw dialect. Marie zei dat je Piet een boek hebt geprobeerd te verkope. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dit hier struikel ik niet elemaal over. Dit zou ik nog wel. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=531] Komt deze zin voor in uw dialect. Wim dacht dat ik Els had geprobeerd een cadeau te geve. [/v] | |||
informant | [a] Geprobeerd had Els een cadeau te geven. Dat is anders als. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=532] Komt deze zin voor in uw dialect. Karel weet dat jij heb geprobeerd Marie een boek te verkope. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Komt me wel bekend voor ja. [/a] | |||
veldwerker | [n] [v=885] En ik wilde nog vragen of u de volgende zinnetjes. [/v] | |||
veldwerker | [v] u die zou wilen vertalen. [/v] | |||
veldwerker | [v] Als ik ga dan ga ik. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] dan zegge we ik ga. [/a] | tagging | ||
informant | [v] En ga ik. Morgen ga ik. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Dat wel. Ja. morge ga ik. [/a] | |||
veldwerker | [v] En jij gaat. [/v] | |||
informant | [a] Jij gaat ook. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En ga jij. [/v] | |||
informant | [a] Ga jij naar die verjaardag. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En hij gaat. [/v] | |||
informant | [a] Hij gaat daar heen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gaat hij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] En morgen gaatie naar huis. [/a]
gaat ie |
tagging | ||
veldwerker | [v] En morgen gaat zij naar huis of morgen gaat ze naar huis. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja. Dat ze zou ik niet doen. [/a] | |||
veldwerker | [v] En u gaat. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] Gaat u vragend. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] Het gaat. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja. Et gaat. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En gaat het. [/v] | |||
informant | [a] Ja gaat et. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En wij gaan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wij gaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gaan wij. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] Gaan jullie. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] Jullie gaan. [/v] | |||
informant | [a] Jullie gaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zij gaan of wordt dat hun gaan. [/v] | |||
informant | [a] Zij gaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En hun gaan kan ook. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En gaan zij. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] En gaan hun. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Gaan ze zouwe ze hier meer zegge. [/a] | |||
informant |
[a] Morgen gaan hun. Je hoortet toch wel. [/a] [/n]
hoort et |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
068 | Als je gezond leeft, dan leef je langer | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen.; In Noord-Holland: Asse je gezond leeft, leef je langer. |
komt voor
: j vorm: az je gezond leeft leef je langer |
086 | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten |
komt voor
: n |
|
149 | Hij heeft overal geen vrienden | Patroon universele kwantor-negatie, met betekenis negatie-universele kwantor. Betrekkelijk neutrale intonatie |
komt voor
: n |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
komt voor
: j |
217 | Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...); Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. |
komt voor
: j vorm: je geloof zeker niet dattie sterker is dan jij |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: die zen |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: wie zen |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: de bank waar ze op zaten was pas geverfd |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: de bank daar ze op zaten |
359 | Met zulk weer je kunt niet veel doen |
komt voor
: n |
|
372 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld | als vertaling niet 'die' is, laat hulpinterviewer vragen of bovenstaande zin echt niet voor kan komen. Experimenteer met intonatie |
komt voor
: n |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: n |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
398 | Ze schijnt niets te mogen eten | Peilen naar de mogelijkheid van een voegwoord ('van' of andere) |
komt voor
: j |
531 | Wim dacht dat ik Els had geprobeerd een cadeau te geven | 'Els' moet voor en 'een cadeau' moet achter 'geprobeerd/proberen' staan |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
komt voor
: j vorm: Jan rookt niet meer. |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
komt voor
: j vorm: zelfs hij zou dat niet op kunne losse |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: we zin: moge we wel wete dat wij ook gevraagd zijn |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: wij zin: moge we wel wete dat wij ook gevraagd zijn |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n vorm: weet je iets over het weer morgen? |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n zin: je weet wel dat je slim genoeg bent. |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: j vorm: hun |
|
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: j vorm: hunnie |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
komt voor
: j vorm: elkaar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: j vorm: zich |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
komt voor
: n vorm: az je vindt dat je gezond leeft |
751 | Asse ze denken datte ze moeten gaan, dan gane ze maar (KOMT VOOR + VERTAAL). |
komt voor
: j vorm: dan gane ze maar opmerking: geen asse; geen datte |
|
752 | An ze denken dan ze moeten gaan, gaan ze maar |
komt voor
: n vorm: dan gane ze maar |
|
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
755 | Asse we horen datte we moeten gaan, gane we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: j vorm: gane we opmerking: geen asse; geen datte |
|
756 | An we horen dan we moeten gaan, gaan we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n vorm: gane we |
|
757 | Ze gelooft datte jij eerder thuis bent dan ik. |
komt voor
: n |
|
760 | Asse jullie horen datte jullie nodig zijn, gane jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
761 | An jullie horen dan jullie nodig zijn, gaan jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: als ik ga |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ga ik |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az je gaat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ga je |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
komt voor
: j vorm: az u gaat |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
komt voor
: j vorm: gaat u |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaat hij gaat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaat hij |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ze gaat |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaat ze |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: azzet gaat |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaatet |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az we gaan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaan we |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az jullie gaan |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaan jullie |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ze gaan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ga onmiddelijk weg |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen ik ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging jij ook |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen jij ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging ik niet |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen u ging |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging hij ook |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen hij ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging u ook |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen zij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging et niet |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen et ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: j vorm: toen wij ginge |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: j vorm: ginge jullie ook |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen jullie ginge |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ginge wij niet |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen ze ginge |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ginge ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: j |
|
807 | Marie zit te stoofpeer schillen. |
komt voor
: n |
|
808 | Marie zit te stoofperen schillen. |
komt voor
: n |
|
809 | Marie zit te piano spelen. |
komt voor
: n |
|
810 | Hij zit weer te voorzeggen. |
komt voor
: n |
|
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ze eige |
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ze eige |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ze eige |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ze eige |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: em |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut