SAND-data Den Oever (E003a)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.testzinantwoorden
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 02961) vertaling: Jan herinnert um dat verhaal wel
opm.: reflexief: hem
035 (x01a) Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 03419) vertaling: Jan weet dat ferhaal neg wel
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 03419) vertaling: M en p sien mekaar foer de kerk
036 (x01b) Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 02961) vertaling: Merie en Piet zien mekaar faer de kerk
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 03419) vertaling: Tooon wast em
opm.: reflexief: hem
037 (x01c) Toon wast ... (inf. 02961) vertaling: Tooon wast um
opm.: reflexief: hem
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 02961) vertaling: De timmerman het gien spiekers bij um
opm.: reflexief: hem
038 (x01d) De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 03419) vertaling: De timmerman het gien spiekers bij 'm
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 03419) vertaling: Fons sag een slang naast em
opm.: reflexief: hem
039 (x01e) Fons zag een slang naast ... (inf. 02961) vertaling: Fons zag een slang naast um
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 03419) vertaling: Erik liet me foer em werke
opm.: reflexief: hem
040 (x01f) Erik liet mij voor zich werken (inf. 02961) vertaling: Erik liet me faer him werke
opm.: reflexief: hem
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 02961) vertaling: Johanna liet dur meedrieve op de golve
opm.: reflexief: haar
041 (x01g) Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 03419) vertaling: Johanna liet er meedrieve op de golve
opm.: reflexief: haar
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 03419) vertaling: jan bekeek sien eige us goed in de spiegel
opm.: reflexief: z'n eigen
042 (x01h) Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 02961) vertaling: jan bekeek humzelf us goed in de spiegel
opm.: reflexief: hemzelf
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 03419) vertaling: J het in twie minute een biertje dronken
043 (x01i) Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 02961) vertaling: Jna het in twie menuute een biertje dronken
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 02961) vertaling: Deuze schoene loape makkelijk
044 (x01j) Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 03419) vertaling: Deuze skoene lope makkelijk
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 03419) vertaling: E kent emself goed
opm.: reflexief: hemzelf
045 (x01k) Eduard kent zichzelf goed (inf. 02961) vertaling: eduard ken himzelf goed
opm.: reflexief: hemzelf
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 03419) vertaling: Ward het hoort dat er foto's van emself in de etalage staan
opm.: reflexief: hemzelf
046 (x01l) Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 02961) vertaling: Ward het hoort daater foto's van himzelf i de etalage staan
opm.: reflexief: hemzelf
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 02961) vertaling: die eerpels schille niet makkeluk
047 (x01m) Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 03419) vertaling: Die eerepels skillen niet makkelijk
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 03419) vertaling: Dut glas breekt as et op de grongd foalt
884 (x01n) Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 02961) vertaling: Dut glas breekt as ut op de grongd foalt
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 02961) vertaling: Dokter, leef ik wel gezongd genog?
052 (x02a) Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 03419) vertaling: Dokter, leef ik wel gezongd genog?
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 02961) vertaling: Al jare leeftie van de urfenis van zien vader
054 (x02b) Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 03419) vertaling: Al jare leeft hij van de erfenis fan s'n fader
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 02961) vertaling: Deuze week leeft ze op water
opm.: Niet de gehele zin vertaald.
056 (x02c) Deze week leeft zij op water en brood (inf. 03419) vertaling: Deuse week leeft sie op water en brood
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 02961) vertaling: Leeft iet nag?
058 (x02d) Leeft het nog? (inf. 03419) vertaling: Leeftet nog?
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 02961) vertaling: Hoelang leve jullie nou al van die urfenis?
060 (x02e) Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 03419) vertaling: Hoelang lefe jullie nou al fan die erfenis?
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 02961) vertaling: In Bretagne leeve ze veral van de visvangst
062 (x02f) In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 03419) vertaling: In B lefe ze foeral van de fisfangst
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 02961) vertaling: Na het eten ga ik sleepen
064 (x02g) Na het eten ga ik slapen (inf. 03419) vertaling: Na 't ete gaan ik slepe
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 02961) vertaling: Zou ik dat wel kunnen doen
065 (x02h) Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 03419) vertaling: Sou ik dat wel doen kenne
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 02961) vertaling: Hij liet zien huus aafbreke
066 (x02i) Hij liet zijn huis afbreken (inf. 03419) vertaling: Hij liet sien huus aafbreke
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02961) vertaling: Ik weet dat Jan hars moet werke kenne
komt voor: n
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03419) vertaling: Ik weet dat J hard werke kenne moet
komt voor: n
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 03419) vertaling: Ik weet dat J hard werke kenne moet
komt voor: n
074 (x03a) Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02961) vertaling: Ik weet dat Jan hars moet werke kenne
komt voor: n
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 02961) komt voor: n
076 (x03b) Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 03419) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 03419) komt voor: n
078 (x03c) Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 02961) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 03419) komt voor: n
079 (x03d) Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 02961) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 02961) komt voor: n
081 (x03e) Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 03419) komt voor: n
083 (x03f) Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 02961) komt voor: n
879 (x04(iii)a) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 03419) komt voor: n
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
880 (x04(iii)b) Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
088 (x04(iii)c) Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 03419) komt voor: n
089 (x04(iii)d) Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 03419) komt voor: n
091 (x04(iv)a) Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 03419) komt voor: n
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
092 (x04(iv)b) Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
093 (x04(iv)c) Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 03419) komt voor: n
094 (x04(iv)d) Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 03419) komt voor: n
095 (x04(ix)a) Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 03419) komt voor: n
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
096 (x04(ix)b) Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
097 (x04(ix)c) Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 03419) komt voor: n
098 (x04(ix)d) Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 03419) komt voor: n
100 (x04(v)a) Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 03419) komt voor: n
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
101 (x04(v)b) Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
102 (x04(v)c) Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 03419) komt voor: n
103 (x04(v)d) Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 03419) komt voor: n
105 (x04(vi)a) Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 03419) komt voor: n
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
106 (x04(vi)b) Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
107 (x04(vi)c) Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 03419) komt voor: n
110 (x04(vi)d) Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 03419) komt voor: n
112 (x04(vii)a) Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 03419) komt voor: n
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
113 (x04(vii)b) Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
114 (x04(vii)c) Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 03419) komt voor: n
115 (x04(vii)d) Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 03419) komt voor: n
117 (x04(viii)a) Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 03419) komt voor: n
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
118 (x04(viii)b) Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
086 (x04(viii)c) Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 03419) komt voor: n
121 (x04(viii)d) Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 03419) komt voor: n
123 (x04(x)a) Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 03419) komt voor: n
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
124 (x04(x)b) Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
087 (x04(x)c) Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 03419) komt voor: n
126 (x04(x)d) Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 03419) komt voor: n
128 (x04(xi)a) Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 03419) komt voor: n
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
129 (x04(xi)b) Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
130 (x04(xi)c) Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 03419) komt voor: n
131 (x04(xi)d) Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 03419) komt voor: n
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 03419) vertaling: Jan het gienien boek meer
133 (x05a) Jan heeft geeneen boek meer (inf. 02961) vertaling: Jan het gienien boek meer
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 02961) vertaling: Jan het gien boek meer
134 (x05b) Jan en heeft geen boek meer (inf. 03419) vertaling: jan het gien boek meer
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 03419) vertaling: Boeken het J niet
135 (x05c) Boeken heeft Jan geen (inf. 02961) vertaling: boeke het Jan niet
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 03419) vertaling: Jan het niet feul geld meer
136 (x05d) Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 02961) vertaling: Jan het niet veul geld meer
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02961) vertaling: Dur mag gienien prate over dat probleem
144 (x05e) Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03419) vertaling: Dur mag geen mens praten over dut probleem
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03419) vertaling: Dur mag geen mens praten over dut probleem
138 (x05f) Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02961) vertaling: Dur mag gienien prate over dat probleem
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 03419) vertaling: Gien mens seit dat ie komt
139 (x05g) Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 02961) vertaling: Gienien zet dattie komt
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 02961) vertaling: Zitte hier urges muuze?
140 (x05h) Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 03419) vertaling: Sitte hier erges muze
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 03419) vertaling: Ik geef niks aan een aar
141 (x05i) Ik geef niets aan een ander niet (inf. 02961) vertaling: ik geef niks an een aar
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 03419) vertaling: Gien mens wil werke
142 (x05j) Niemand wil niet werken niet (inf. 02961) vertaling: Gienien wil werke
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 02961) vertaling: We wiste niet dattie tuus was
143 (x05k) Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 03419) vertaling: Wij wisten niet dat ie tuus waer
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 03419) vertaling: Ik wist et ok niet
144a (x05l) Ik wist het niet ook niet (inf. 02961) vertaling: Ik wist ut ok niet
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 03419) vertaling: hij mag met gien mens prate over dut probleem
145 (x05m) Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02961) vertaling: Hij mag mit gien mens prate over dat probleem
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 03419) vertaling: J. weet dat ie foer drie uur de wagen maakt hewwe moet
155 (x06) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 02961) vertaling: Jan weet dattie faer drie uur de wagen maakt moet hew
156 (x06a) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 03419) komt voor: n
157 (x06b) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 03419) komt voor: n
158 (x06c) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 03419) komt voor: n
159 (x06d) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 03419) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 03419) komt voor: n
160 (x06e) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
161 (x06f) Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 03419) vertaling: M's auto is stikken
162 (x07a) Maries auto is kapot (inf. 02961) vertaling: Merie dur auto is kapot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 02961) vertaling: Merie dur auto is kapot
163 (x07b) Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 03419) vertaling: Marie d'r auto is stikken
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 02961) vertaling: Piet sien auto is kapot
164 (x07c) Piets auto is kapot (inf. 03419) vertaling: 'zie a'
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 03419) vertaling: 'zie b'
165 (x07d) Piet z'n/se auto is kapot (inf. 02961) vertaling: Piet sien auto is kapot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 02961) vertaling: Die man sien auto is kapot
166 (x07e) Die mans auto is kapot (inf. 03419) vertaling: 'a'
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 02961) vertaling: Die man sien auto is kapot
167 (x07f) Die man zijn/se auto is kapot (inf. 03419) vertaling: 'b'
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 03419) vertaling: Die auto is niet van mij maar fan hem
168 (x07g) Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 02961) vertaling: Die auto is niet van mij, maar van him
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 02961) vertaling: De krant van gester leit onger de TV
169 (x07h) Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 03419) vertaling: de krangt van gester leit onger de TV
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 03419) vertaling: J is K en K hun broertje
170 (x07i) Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 02961) vertaling: jan is dur broertje
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 03419) vertaling: die jonges d'r fietse binne stolen
171 (x07j) Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 02961) vertaling: Die jonge der fietse binne stolen
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 02961) vertaling: Die zusse van dur moeder binnen op bezoek
172 (x07k) Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 03419) vertaling: die susse d'r moeder is op bezoek
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 03419) vertaling: die auto is fan W
173 (x07l) Die auto is Wims (inf. 02961) vertaling: Die auto is van Wim
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 03419) vertaling: Dat is mien fiets
174 (x07m) Die fiets is mijns (inf. 02961) vertaling: Die fiets is van mij
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 03419) vertaling: Hij mag met gien mens over dut probleem prate
178 (x08a) Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02961) vertaling: hie mag mit gien mens prate over dat prebleem
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 02961) vertaling: ik wil gienien kwetse
179 (x08b) Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 03419) vertaling: Ik wil geen mens kwetse
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 02961) vertaling: Ut is jammer dat we niet komme magge
180 (x08c) Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 03419) vertaling: 't is jammer dat wie hier niet komme magge
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 03419) vertaling: dat gaan ik niet doen
181 (x08d) Dat niet en ga ik doen (inf. 02961) vertaling: Dat doen ik niet
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 02961) vertaling: Ik hew niet werkt
182 (x08e) (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 03419) vertaling: Ik hew niet werkt
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 02961) vertaling: Nog maar net hadtie ut zeit of merie begon te kermen
183 (x08f) Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 03419) vertaling: Hij had 't nog maar net verteld of M begon te gute
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 03419) vertaling: Gaan die bestelling nou maar ophale
184 (x08g) Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 02961) vertaling: Haal die bestelling nou maar op
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 02961) vertaling: Hij werkt niet
185 (x08h) Hij en werkt (inf. 03419) vertaling: Hij werkt niet
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 02961) vertaling: Ik verbied je om hier te kommen
186 (x08i) Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 03419) vertaling: Ik verbied je hier te komme
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 03419) vertaling: J stak er een stokje foer dat we M belde
opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t.
187 (x08j) Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 02961) vertaling: Jan wou niet dat we M1: erie belde
opm.: pleonastische negatie bij negatief werkwoord: n.v.t.
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03419) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02961) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03419) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03419) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02961) fragment: om (1)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02961) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 03419) fragment: te (2)
188 (x09a) Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02961) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03419) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02961) fragment: (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03419) fragment: om (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02961) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03419) fragment: om (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 03419) fragment: te (2)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02961) fragment: om te (1)
189 (x09b) Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02961) fragment: (2)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 03419) fragment: om te (1)
190 (x09c) Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 02961) fragment: om te (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02961) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02961) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02961) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02961) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: dan (2)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: als (1)
191 (x09d) ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 03419) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02961) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03419) fragment: (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02961) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03419) fragment: 2: te (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02961) fragment: om (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02961) fragment: te (2)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03419) fragment: 2: te (1)
192 (x09e) We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 03419) fragment: (2)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02961) fragment: as (1)
193 (x09f) Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 03419) fragment: als (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02961) fragment: den (1)
194 (x09g) Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 03419) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03419) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03419) fragment: as (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03419) fragment: as (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 03419) fragment: als (1)
195 (x09h) Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02961) fragment: den (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02961) fragment: den (1)
196 (x09i) Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 03419) fragment: as (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 02961) fragment: as (1)
197 (x09j) Is Jan even oud als jij? (inf. 03419) fragment: as (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 03419) fragment: te (1)
199 (x09k) Hij staat te zeuren (inf. 02961) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 02961) fragment: te (1)
198 (x09l) Hij kan staan zeuren (inf. 03419) fragment: te (1)
200 (x09m) Toen we aankwamen regende het (inf. 03419) fragment: dat (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 03419) fragment: dat (1)
201 (x09n) Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 02961) fragment: dat (1)
202 (x09o) Hij deed of hij haar niet zag (inf. 03419) komt voor: n
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 02961) fragment: of (1)
203 (x09p) Ik weet niet of hij komt (inf. 03419) fragment: of (1)
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 02961) vertaling: ik weet dat jullie op gin mens boos binne
204 (x10a) Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 03419) vertaling: Ik weet dat jullie op gien mens boos binne
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 03419) vertaling: Ik weet dat sie nurges trots op is
205 (x10b) Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 02961) vertaling: Ik weet dat ze op niks trots is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 02961) vertaling: Els dent dat ut niet makkelijk is
206 (x10c) Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 03419) vertaling: E denkt dat 't niet makkelijk is
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 02961) vertaling: Ik weet dat ik te laat bin en jij niet
207 (x10d) Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 03419) vertaling: Ik weet dat ik te laat ben en jij niet
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 03419) vertaling: Je weet toch dat jij werke moet en ik niet
208 (x10e) Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 02961) vertaling: jij weet tich dat jij werke mmoet en ik niet
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 02961) vertaling: Iedereen denkt dat we naar huis gaan en dat zie nog blijve magge
209 (x10f) Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 03419) vertaling: iedereen denkt dat wij naar huus gaan en dat see nog bliefe magge
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 02961) vertaling: Ut is zongde dat hij komt en dat zie weggaat
210 (x10g) Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 03419) vertaling: 't is jammer dat hij komt en dat sie weggaat
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 02961) vertaling: Ik denk dat Lisa ziek is
211 (x10h) Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 03419) vertaling: Ik denk dat L. siek is
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 02961) vertaling: Ik denk dat Pieter en Liesje trouwen gaan
213 (x10i) Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 03419) vertaling: ik denk dat P en L trouwe gaan
225 (y01(i)) A: Hij slaapt B:Hij/'t (en) doet (inf. 02961) betekenis: bevestigend
226 (y01(i)a) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 03419) komt voor: n
227 (y01(i)b) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 03419) komt voor: n
228 (y01(i)c) Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 03419) komt voor: n
229 (y01(ii)) A: Hij zal niet komen B: Hij/'t (en) doet (inf. 02961) betekenis: ontkennend
230 (y01(ii)a) A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 03419) komt voor: n
231 (y01(ii)b) A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 03419) komt voor: n
232 (y01(ii)c) A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 03419) komt voor: n
235 (y01(iii)b) A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 03419) komt voor: j
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 02961) komt voor: j
237 (y01(iii)d) A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 03419) komt voor: j
241 (y01(iii)h) A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 02961) komt voor: j
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 03419) komt voor: n
245 (y01(iv)a) De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 02961) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 02961) komt voor: n
246 (y01(iv)b) Doet Marie elke avond dansen? (inf. 03419) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 03419) komt voor: n
247 (y01(iv)c) Doe het brood even snijden! (inf. 02961) komt voor: n
249 (y02a) De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 03419) fragment: wie s'n (1)
250 (y02b) De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 03419) fragment: weer (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02961) komt voor: n
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03419) fragment: (2)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03419) fragment: weer (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03419) fragment: weer (1)
251 (y02c) De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03419) fragment: (2)
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 03419) komt voor: n
252 (y02d) De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02961) komt voor: n
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 03419) fragment: wat (1)
253 (y02e) Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02961) fragment: wat (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02961) fragment: die (1)
254 (y02f) Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 03419) fragment: die (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 03419) fragment: weer (1)
255 (y02g) In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02961) fragment: weer (1)
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 03419) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
256 (y02h) Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02961) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 03419) fragment: wat (1)
258 (y02i) Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02961) fragment: wat (1)
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 03419) fragment: wat (1)
257 (y02j) Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02961) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 03419) fragment: Wie (1)
259 (y02k) Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02961) fragment: wie (1)
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03419) vertaling: Wie denk dat ik de stad troffen hew
260 (y03a) Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02961) vertaling: Wie denk je dat ik de stad teuegen kommen bin
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02961) vertaling: Hoe denken jullie dat is ut oplost hewwe
261 (y03b) Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03419) vertaling: Hoe denken jullie dat se 't oplost hewwe
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02961) vertaling: Hoe denken jullie dat is ut oplost hewwe
265 (y03c) Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 03419) vertaling: Hoe denk je dat se 't oplost hewwe
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 03419) vertaling: M weet niet wie wij belle wille
263 (y03d) Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 02961) vertaling: Magda weet niet wie we opbelle wille
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 02961) vertaling: Weet er een die we roepen hewwe
264 (y03e) Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 03419) vertaling: weet iemand wie wij roepe hewwe
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02961) vertaling: Wie denk je dat ik in de stad teugen kommen bin?
262 (y03f) Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03419) vertaling: Wie denk dat ik de stad troffen hew
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 03419) vertaling: Wie denk dat ik de stad troffen hew
266 (y03g) Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02961) vertaling: Wie denk je dat ik in de stad teugen kommen bin?
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 02961) vertaling: Hij het zien hangde wosken
267 (y04a) Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 03419) vertaling: hij het sien handen wosken
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 03419) vertaling: Hij het sien hemd wosken
268 (y04b) Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 02961) vertaling: Hij het zien hemd wosken
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 02961) vertaling: Hij het un hoed op zien hoofd
269 (y04c) Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 03419) vertaling: hij het een hoed op sien hoofd
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 02961) vertaling: hij het een vlek op zien hemd
270 (y04d) Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 03419) vertaling: Hij het een flek op sien hemd
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 03419) vertaling: hij het sien bien broken
271 (y04e) Hij heeft zijn been gebroken (inf. 02961) vertaling: Hij het zien bien broken
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 02961) vertaling: Zie hettter pen deen
opm.: reflexief: haar
272 (y04f) Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 03419) vertaling: Hij het em beseerd
opm.: reflexief: hem
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 02961) vertaling: Merie trok de deken naar dur toe
opm.: reflexief: haar
273 (y04g) Marie trok de deken naar zich toe (inf. 03419) vertaling: m trok de deken naar d'r toe
opm.: reflexief: haar
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 02961) vertaling: Luc weet datter foto's van him te koop binne
051 (y04h) Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 03419) vertaling: L weet dat er foto's van 'm te koop binne
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 02961) vertaling: jij weet nog wel dat we toen door dat bos heen lope binne
274 (y04i) Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 03419) vertaling: Jij weet toch nog wel dat we toen deur dat bos heen lope binne
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 02961) vertaling: ik weet nog dat de auto van Merie kapot was
277 (y04j) Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 03419) vertaling: Ik weet nog dat Maries auto stikken was
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 02961) vertaling: Zie weet nag wel dat jan al z'n boeken stolen waren, maar sie wete ut niet meer
280 (y04k) Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 03419) vertaling: Sie weet nog dat hij as een farke sat te frete
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 02961) vertaling: Wie weten nog wel dat jan al z'n boeken stolen waren, maar zie wete ut niet meer
283 (y04l) Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 03419) vertaling: Wij wete nog wel dat fan J alle boeken stolen ware maar sie weten 't niet meer
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 02961) vertaling: wete jullie ok nog dat we Jan op de markt zien hewwe
286 (y04m) Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 03419) vertaling: Weten jullie nog dat we J op de markt sien hew
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 02961) vertaling: Hij het um un ongeluk werkt
opm.: reflexief: hem
289 (y04n) Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 03419) vertaling: Hij het em een beroerte werkt
opm.: reflexief: hem
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 02961) vertaling: hij voelde um deur ut ies zakken
opm.: reflexief: hem
290 (y04o) Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 03419) vertaling: Hij voelde dat ie deur 't ies sakte
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 03419) vertaling: Sou hij dat deen hewwe kenne?
295 (y05) Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02961) vertaling: Zou ie da kennen hew
877 (y05(i)) Hij heeft dat nooit gekund (inf. 03419) fragment: kennen (1)
878 (y05(ii)) Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 03419) fragment: deen (1)
296 (y05(iii)a) Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 03419) komt voor: n
297 (y05(iii)b) Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 03419) komt voor: n
298 (y05(iii)c) Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 03419) komt voor: n
299 (y05(iii)d) Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 03419) komt voor: n
300 (y05(iii)e) Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 03419) komt voor: n
301 (y05(iii)f) Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 03419) komt voor: n
302 (y05(iii)g) Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 03419) komt voor: n
303 (y05(iii)h) Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 03419) komt voor: n
304 (y05(iii)i) Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 03419) komt voor: n
305 (y05(iii)j) Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 03419) komt voor: n
306 (y05(iii)k) Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 03419) komt voor: n
307 (y05(iii)l) Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 03419) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 02961) komt voor: n
309 (y06a) Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 03419) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 03419) komt voor: n
310 (y06b) Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 02961) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 02961) komt voor: n
311 (y06c) Ik denk hij weg is (inf. 03419) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 02961) komt voor: n
312 (y06d) Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 03419) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 02961) vertaling: Ik weet dattie weg is
komt voor: j
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 03419) komt voor: n
314 (y06e) Ik weet dat hij is weg (inf. 02961) vertaling: Ik weet dattie weg is
komt voor: j
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 02961) komt voor: n
315 (y06f) Ik weet hij is weg (inf. 03419) komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 02961) komt voor: n
316 (y06g) Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 03419) komt voor: n
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 02961) vertaling: merie al d'r koeie binne verdronke
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03419) vertaling: M al d'r koeie binne versopen bij de ov.
komt voor: j
317 (y06h) Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 03419) vertaling: M al d'r koeie binne versopen bij de ov.
komt voor: j
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 02961) komt voor: n
318 (y06i) Kaas maken weet ik niets van (inf. 03419) komt voor: n
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03419) vertaling: Jan hew ik mee naar de markt weest
komt voor: j
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 03419) vertaling: Jan hew ik mee naar de markt weest
komt voor: j
321 (y06j) Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 02961) komt voor: n
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 02961) vertaling: ik heb de eerste drie zinnen maakt. welke h? jij maakt
322 (y06k) Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 03419) komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 03419) komt voor: n
323 (y06l) De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 02961) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 03419) komt voor: n
324 (y06m) De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 02961) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 03419) komt voor: n
325 (y06n) De die zou ik niet durven opeten (inf. 02961) komt voor: n
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03419) vertaling: Ik weet dat J naar de markt weest het
komt voor: j
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 02961) vertaling: weest het
326 (y06o) Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 03419) vertaling: Ik weet dat J naar de markt weest het
komt voor: j
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 02961) vertaling: Al lopend kwam ik hem tegen
330 (y07a) Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 03419) komt voor: n
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 02961) vertaling: hew heel wat lopen
331 (y07b) Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 03419) komt voor: n
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 02961) vertaling: ik wor nou looig ik ken er maar mee op
332 (y07c) Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 03419) vertaling: Ik wor nau lovug dat ik skei d'r maar mee uut
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 02961) vertaling: Hij deed zich vaer oaf ie net uut zien kooi kwam
333 (y07d) Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 03419) komt voor: n
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03419) vertaling: De skilder is hier weest te skildere
komt voor: j
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03419) vertaling: De skilder het hier weest te skildere
komt voor: j
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 02961) vertaling: De schilder is hier komme schilderen
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03419) vertaling: De skilder is hier weest te skildere
komt voor: j
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03419) vertaling: De skilder het hier weest te skildere
komt voor: j
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03419) vertaling: De skilder het hier weest te skildere
komt voor: j
334 (y07e) De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 03419) vertaling: De skilder is hier weest te skildere
komt voor: j
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 03419) komt voor: n
335 (y07f) Ga je naar huis denk? (inf. 02961) vertaling: Denk je dat je naar huus ga
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 03419) vertaling: In die tijd leefde ik erop los
336 (y08a) In die tijd leefde ik erop los (inf. 02961) vertaling: In die tijd leefde ik derop los
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 03419) vertaling: Vroeger leefdenie as een beest
337 (y08b) Vroeger leefde hij als een beest (inf. 02961) vertaling: Vroeger leefde ie as un beest
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 03419) vertaling: deer leefden we as God in F.
338 (y08c) Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 02961) vertaling: Deer leefden we as god in Frankrijk
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 03419) vertaling: niemand mag 't sien, dus ik find dat jij 't ok niet sien mag
339 (y08d) Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 02961) vertaling: Gien mens mag ut zien, ik vind dat jij ut ok niet zien mag
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 03419) vertaling: 't beurde dat je fortging
340 (y08e) Het gebeurde toen je wegging (inf. 02961) vertaling: Ut beurde toen jij voortging
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 03419) vertaling: Ik weet weer je geboren bin
341 (y08f) Ik weet waar je geboren bent (inf. 02961) vertaling: Ik weet weer jij boren bint
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 03419) vertaling: Nou dat je klaar bin, mag je gaan
342 (y08g) Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 02961) vertaling: Nou je klaar bin mag je vort
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 03419) vertaling: deurdat m overleden waar, het er man A. niet meer helpe kennen
343 (y08h) Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 02961) vertaling: Deurdat Merie overleden was het heur man Anna niet mer helpe kenne
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 03419) vertaling: Ik weet dat ie swemme gaan is
346 (y09) Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02961) vertaling: Ik weet dattie zwummen gaan is
347 (y09a) Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 03419) komt voor: n
348 (y09b) Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 03419) komt voor: n
349 (y09c) Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 03419) komt voor: n
350 (y09d) Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 03419) komt voor: n
351 (y09e) Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 03419) komt voor: n
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
352 (y09f) Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 03419) komt voor: n
353 (y10a) Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 02961) komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 02961) komt voor: n
354 (y10b) Gaat ze dansen? Jase (inf. 03419) komt voor: n
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 03419) komt voor: n
355 (y10c) Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 02961) komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 03419) komt voor: n
356 (y10d) Is het huis te koop? Jaa't (inf. 02961) komt voor: n
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 02961) komt voor: n
357 (y10e) A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 03419) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 02961) komt voor: n
359 (y11a) Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 03419) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 02961) komt voor: n
360 (y11b) Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 03419) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 02961) komt voor: n
361 (y11c) Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 03419) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 02961) vertaling: Ze wil him nooit meer zien omdat ie me voer de gek houwen het
komt voor: j
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 03419) komt voor: n
362 (y11d) Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 02961) vertaling: Ze wil him nooit meer zien omdat ie me voer de gek houwen het
komt voor: j
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 03419) komt voor: n
363 (y11e) Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 02961) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 02961) komt voor: n
365 (y11f) Hem is dood (inf. 03419) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 03419) komt voor: n
364 (y11g) Is hem dood? (inf. 02961) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 03419) komt voor: n
366 (y11h) Haar is ziek (inf. 02961) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 02961) komt voor: n
367 (y11i) Is haar ziek? (inf. 03419) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 03419) komt voor: n
368 (y11j) Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 02961) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 03419) komt voor: n
369 (y11k) Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 02961) komt voor: n
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 03419) fragment: die (1)
370 (z01a) Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02961) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02961) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: die (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: wie (1)
371 (z01b) Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: wie (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: van wien (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02961) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02961) fragment: die (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02961) fragment: dat (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: van wien (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: van wien (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02961) fragment: dat (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: waarvan (1)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: dattie (2)
372 (z01c) Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 03419) fragment: van wien (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02961) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03419) fragment: wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02961) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03419) fragment: wie (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03419) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02961) fragment: die (1)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02961) fragment: dat (2)
373 (z01d) Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 03419) fragment: dat (2)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02961) fragment: weer (1)
374 (z01e) De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 03419) fragment: weermee (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 03419) fragment: wie (1)
375 (z01f) De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 02961) fragment: wie (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02961) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03419) fragment: weer (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02961) fragment: weer (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03419) fragment: weer (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03419) fragment: dat (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02961) fragment: weer (1)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02961) fragment: (2)
376 (z01g) De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 03419) fragment: dat (2)
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 02961) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
377 (z01h) Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 03419) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 03419) fragment: die (1)
379 (z01i) Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02961) fragment: die (1)
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03419) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03419) fragment: wat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03419) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02961) fragment: dat (1)
opm.: twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
380 (z01j) Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 03419) fragment: dat (1)
opm.: Twijfelgeval tussen D-woord en voegwoord
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 03419) fragment: Wie (1)
381 (z01k) Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02961) fragment: die (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 03419) fragment: die der (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 02961) komt voor: n
fragment: wier (1)
382 (z01l) De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 02961) komt voor: n
fragment: wier (1)
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 02961) vertaling: Piet denkt dat jan en Merie op gienien boos binne
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03419) vertaling: Piet denkt dat J en M op gien mens boos binne
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 02961) vertaling: Piet denkt dat jan en Merie op gienien boos binne
betekenis: negative concord
384 (z02a) Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 03419) vertaling: Piet denkt dat J en M op gien mens boos binne
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02961) vertaling: Wim denkt dat we nooit ien een prijs geven
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03419) vertaling: Wim denkt dat we geen mens ooit een prijs geven
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02961) vertaling: Wim denkt dat we nooit ien een prijs geven
betekenis: negative concord
385 (z02b) Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 03419) vertaling: Wim denkt dat we geen mens ooit een prijs geven
betekenis: negative concord
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03419) vertaling: Tis waar dat se niet met M prate magge
betekenis: negatie > modaal
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 02961) vertaling: ut is waar dat ze magge niet mit Merie prate
386 (z02c) Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 03419) vertaling: Tis waar dat se niet met M prate magge
betekenis: negatie > modaal
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 03419) vertaling: Nurreges
389 (z03a) A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 02961) vertaling: nergus
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 03419) vertaling: Gien mens
388 (z03b) A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 02961) vertaling: gien mens
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02961) vertaling: nooit
387 (z03c) Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 03419) vertaling: Nooit
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 03419) vertaling: Niks
390 (z03d) A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 02961) vertaling: niks
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 03419) vertaling: Geen enkele
391 (z03e) A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 02961) vertaling: die deer lope, die malken binne
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 02961) vertaling: Zeg him niet dat ik naar buiten weest bin
392 (z04a) Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 03419) vertaling: Zeg hem niet dat ik naar buiten weest bin
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 02961) vertaling: Niks zegge dat je een presentje faer him kocht hew hoor!
393 (z04b) Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 03419) vertaling: Niet segge dat je een cadeau voer hem kocht hew, hoor!
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 02961) vertaling: weet je niet dattie faelen is?
394 (z04c) Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 03419) vertaling: Weet je niet dat ie voallen is
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 03419) vertaling: Wendy prebeerde gien mens te beseren
399 (z05a) Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 02961) vertaling: Wendy prebeerde om gien mins zeer te doen
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 02961) vertaling: 't liekt dat ze niks ete mag
397 (z05b) 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 03419) vertaling: 't skient dat se niks ete mag
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 03419) vertaling: se skient niks ete te magge
398 (z05c) Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 02961) vertaling: ze liekt niks te magge ete
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 03419) vertaling: Se purbere al de hele dag mekaar te belle
399a (z05d) Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 02961) vertaling: zeprebere al de hele dag om mekaer op te bellen
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 02961) vertaling: Ut belofaft weer un mooie dag te worren
400 (z05e) Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 03419) vertaling: 't beloft weer een mooie dag te worre
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 03419) vertaling: 't is miskien beter nog efkes te wachte
401 (z05f) 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 02961) vertaling: Ut is misschien beter om nog efkes te wachten
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 03419) vertaling: We troffen 't dat we hem metien weerom vonge
402 (z05g) We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 02961) vertaling: We hadde ut geluk om him zo trug te vinden
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 02961) vertaling: Als de kippe een valk zien binne ze bang
404 (z06a) Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 03419) vertaling: Als de henne 'n valk sien, binne se bang
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 02961) vertaling: as we de eerpels niet verkope hewwe preblemen
405 (z06b) Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 03419) vertaling: as we de eerepels niet verk?pe kenne, sitte we in de probleme
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 02961) vertaling: as jullie him niet meenemen wor ik kwaad
406 (z06c) Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 03419) vertaling: Als jullie hem niet minneme wor ik kwaad
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 02961) vertaling: Hij wist ut
407 (z06d) Hij wist he(n)t (inf. 03419) vertaling: Hij wistet
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 02961) vertaling: Op dit feest wordt ur veel danget
408 (z06e) Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 03419) vertaling: Op dit feest wordt veel dangst
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 02961) vertaling: Now wordt ur allien neg maar brood verkocht in die winkel
409 (z06f) Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 03419) vertaling: Nou wordt er allien nog maar broodverkocht in die winkel
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 02961) vertaling: as ie mit de fiets komt zellie wel laat wez
410 (z06g) Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 03419) vertaling: Als ie met de fiets komt, sal ie wel laat wesen
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 02961) vertaling: As je tijd hew, kom den wiris een keertje langs
412a (z06h) Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 03419) vertaling: As je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 02961) vertaling: asik riek bin koop ik een dure auto
413a (z06i) Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 03419) vertaling: As ik riek bin, koop ik een dure auto
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 02961) komt voor: n
881 (z07(i)) Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 03419) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 02961) komt voor: n
417 (z07(ii)a) Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 03419) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 03419) komt voor: n
418 (z07(ii)b) Durfder gij op duwen? (inf. 02961) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 02961) komt voor: n
419 (z07(ii)c) Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 03419) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 02961) komt voor: n
420 (z07(ii)d) Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 03419) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 03419) komt voor: n
421 (z07(ii)e) Is hij Pol hier geweest? (inf. 02961) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 02961) komt voor: n
422 (z07(ii)f) Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 03419) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 02961) komt voor: n
423 (z07(ii)g) Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 03419) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 03419) komt voor: n
424 (z07(ii)h) Ik heb hem het gegeven (inf. 02961) vertaling: Ik hew ut him geven
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 02961) komt voor: n
425 (z07(ii)i) Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 03419) komt voor: n
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02961) vertaling: Merie het zeid dat jj prebeert hew een liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03419) vertaling: Marie het seit dat jij probeert het een liedje te singe
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03419) vertaling: Marie het seit dat jij probeert het een liedje te singe
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02961) vertaling: Merie het zeid dat jj prebeert hew een liedje te zingen
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02961) vertaling: Merie hew zeit dat jij prebeert hew om een leidje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03419) vertaling: Marie het seid dat jij purbeert heb een liedje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 03419) vertaling: Marie het seid dat jij purbeert heb een liedje te zinge
431 (z08) Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02961) vertaling: Merie hew zeit dat jij prebeert hew om een leidje te zinge
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 03419) vertaling: Marie het seid dat jij purbeert heb heur een boek te geve
549 (z08(v)) Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 02961) vertaling: Merie hew zeit dat jij prebeert hew om heur een boek te geven
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 03419) komt voor: n
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
543a (z08a) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 1
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 1
546 (z08b) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 03419) komt voor: n
537 (z08c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 02961) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 03419) komt voor: n
604a (z08d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 02961) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 03419) komt voor: n
547 (z08e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 02961) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 03419) komt voor: n
543 (z08f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 02961) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 03419) komt voor: n
535 (z08g) Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 02961) komt voor: n
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 03419) vertaling: Die Amsterdammers, die hewwe hier veul huse bouwt
440 (z09a) Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 02961) vertaling: Die uut de stad hewwe heir veul huuze bouwd
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 02961) vertaling: aan die nieuwe vaart zie je gien mens meer
441 (z09b) Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 03419) vertaling: Bij de nieuwe veert, deer sie je gien mens meer
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 03419) vertaling: Gisteer het jan hier weest
442 (z09c) Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 02961) vertaling: Gister is jan hier weest
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 03419) vertaling: De dag dat Jan belde, waar ik niet tuus
443 (z09d) De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 02961) vertaling: De dag dat jan opbelde was ik niet thuis
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 02961) vertaling: Jef zou ik nooit uitnodegen
444 (z09e) Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 03419) vertaling: Jef, die sou ik nooit uutnodige
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 03419) vertaling: Marie, die sou suks nooit doen
445 (z09f) Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 02961) vertaling: Merie zou zoies nooit doen
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 03419) vertaling: Bert, die kiekt wel us te diep in ut glaaske
446 (z09g) Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 02961) vertaling: Bert drinkt wellus een glaasje teveul
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 02961) vertaling: martha zou ik welles bij me thuis hewwe uit....
opm.: rest van de zin van de kopie afgevallen
447 (z09h) Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 03419) vertaling: Martha, die sou ik wel us bij mij tuus uutnodige wille
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 03419) vertaling: Daat huus dat sou ik nooit kope wille
448 (z09i) Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 02961) vertaling: dat huis zou ik nooit koope wille
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 02961) vertaling: dat huis staat deer al vijftig jaar
449 (z09j) Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 03419) vertaling: Dat huus dat staat deer al fieftug jaar
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 2
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 2
451 (z10(i)a) Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 02961) komt voor: n
452 (z10(i)b) Ze hebben naar de markt geweest (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
453 (z10(i)c) Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 02961) komt voor: n
454 (z10(i)d) Ze hebben geweest naar de markt (inf. 02961) komt voor: n
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 03419) komt voor: j
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
456 (z10(ii)a) Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
457 (z10(ii)b) Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 02961) komt voor: n
458 (z10(ii)c) Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 02961) komt voor: n
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 03419) komt voor: j
461 (z10(iii)a) Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
462 (z10(iii)b) Hij heeft zijn voorgevel geschilderd helemaal wit (inf. 02961) komt voor: n
464 (z10(iii)c) Hij heeft geschilderd zijn voorgevel helemaal wit (inf. 02961) komt voor: n
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
466 (z10(iv)a) Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 03419) komt voor: j
467 (z10(iv)b) Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 02961) komt voor: n
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 03419) komt voor: j
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
469 (z10(v)a) Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
470 (z10(v)b) Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 02961) komt voor: n
471 (z10(v)c) Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 02961) komt voor: n
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 02961) vertaling: het Gunther belt?
472 (z11a) En heeft Gunther gebeld? (inf. 03419) vertaling: Het G belt?
473 (z11b) En pas op! (inf. 02961) vertaling: Kiek uut
473 (z11b) En pas op! (inf. 03419) vertaling: Kiek uut
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 02961) vertaling: Ut was maar net geod genog
474 (z11c) 't En was maar net goed genoeg (inf. 03419) vertaling: 't was maar net aan
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 02961) vertaling: Marjo het nou meer koeie den ze vroeger had
475 (z11d) Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 03419) vertaling: M het nou meer koeie as vroeger
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 02961) vertaling: As Susanne komme kennen had, had ze ut daan
476 (z11e) Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 03419) vertaling: As S komme kenne had, had se 't deen
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 02961) vertaling: Zie is de bveste dokter die ik ken
477 (z11f) Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 03419) vertaling: Sie is de beste dokter die ik ken
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 02961) vertaling: Voordat je wat weggooi moet je efkes bellen
478 (z11g) Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 03419) vertaling: foor je wat fortgooit moet je effe belle
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 02961) vertaling: Heer is alles wat ik kregen hew
479 (z11h) Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 03419) vertaling: hier is alles wat ik kregen hew
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 02961) vertaling: jan is te gierig om wat an ze kinderen te geven
480 (z11i) Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 03419) vertaling: J is te benauwd om wat an s'n kindere te geve
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 03419) vertaling: Net of jij wat van voetballe weet
481 (z11j) Alsof jij iets van voetballen en weet! (inf. 02961) vertaling: Net oaf jij wat van voetballe aaf weet
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 02961) vertaling: Leg dat boek neer!
482 (z11k) Dat boek leg neer! (inf. 03419) vertaling: Leg dat boek neer
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 02961) vertaling: as je echt niet wachte ken, dan kom je maarIk
483 (z11l) Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 03419) vertaling: Als je echt niet wachte ken
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 02961) vertaling: Ik weet dat jan de dokter roepe kenne had
488 (z12a) Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 03419) vertaling: Ik weet dat j de dokter roepen kenne had
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 02961) vertaling: ik weet dat jan de dokter roepe ken had
489 (z12b) Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 03419) vertaling: Ik weet dat J de dokter roepe hewwe kon
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 02961) vertaling: Hij zei dat ik het moete doen had
490 (z12c) Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 03419) vertaling: Hij sei dat ik 't doen moeten had
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 02961) vertaling: Hij zei dat ik het moest doen hew
491 (z12d) Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 03419) vertaling: Hij sei dat ik 't deen hewwe most
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 02961) vertaling: hij is voerige week deur dr Mertens opereerd
492 (z12e) Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 03419) vertaling: Hij is vorige week door dokter M opereert
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 02961) vertaling: Hij wordt morgen deur dr Mertens opereerd
493 (z12f) Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 03419) vertaling: Hij wort morgen dur dokter M opereert
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 03419) vertaling: ik denk dat je eigenlijk veul fortgooie most
opm.: dav
495 (z13a) Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 02961) vertaling: ik denk dat je veul weg zou moete gooie
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 02961) vertaling: dom om zukke dure dinge weg te gooien
496 (z13b) Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 03419) vertaling: 't is stom om sukke dure dinge fort te gooie
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 02961) vertaling: alle kapoote spullen aan het weg gooien
497 (z13c) Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 03419) vertaling: Hij is alle kapotte rommel an 't fortgooie
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 03419) vertaling: Ik find dat je vaker de krangt lese most
opm.: dav
498 (z13d) Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02961) vertaling: vind dat je meer de krangt leze moet
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02961) vertaling: Ut is dom om in ut donker de krangt te lezen
499 (z13e) Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 03419) vertaling: 't is stom om in't donker de krangt te lese
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02961) vertaling: is de hele dag aan ut krangt leze
positie: 1
opm.: dav
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02961) vertaling: is de hele dag aan ut krangt leze
positie: 1
opm.: dav
500 (z13f) Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 03419) vertaling: hij is de hele dag de krangt an 't lese
509 (z14a) Ze heeft dat probleem aan hem laten oplossen (inf. 02961) fragment: deur (1)
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 02961) komt voor: n
512 (z15a) Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 03419) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 03419) komt voor: n
513 (z15b) Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 02961) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 02961) komt voor: n
514 (z15c) Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 03419) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 02961) komt voor: n
515 (z15d) Jij bent ook een rare een(e) (inf. 03419) komt voor: n
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 02961) vertaling: Robert het ien rode appel weggeven en nou hettie nog twee rooie
516 (z16a) Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 03419) vertaling: R het ien groene appel weggefen en nou het ie nog twee rooie
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 03419) vertaling: D'r ware feul menske op 't feest
412 (z16b) Er waren veel mensen op het feest (inf. 02961) vertaling: Dur ware veul menske op ut feest
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 03419) vertaling: Ware d'r feul menske op 't feest?
413 (z16c) Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 02961) vertaling: ware dur veul menske op ut feest
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03419) vertaling: Wat hei je foer beoke kocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02961) vertaling: Wa faer boeke h?je kockt?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02961) vertaling: Wa h?je vfaer boeke kocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03419) vertaling: Wat foer boeke hei je kocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02961) vertaling: Wa h?je vfaer boeke kocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03419) vertaling: Wat foer boeke hei je kocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 03419) vertaling: Wat hei je foer beoke kocht?
520 (z16d) Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02961) vertaling: Wa faer boeke h?je kockt?
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 03419) vertaling: Hij woent bij M.
521 (z16e) Hij woont bij Marietje (inf. 02961) vertaling: Hij woent bij Merietje
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 03419) vertaling: Hij woent bij W
522 (z16f) Hij woont bij Wim (inf. 02961) vertaling: Hij woent bij Wim
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 02961) vertaling: Loop effes naar de bakker Wim
523 (z16g) Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 03419) vertaling: Loop effe naar de bakker W
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 03419) vertaling: Wie hei je sien?
524 (z16h) Wie heb je gezien? (inf. 02961) vertaling: Wie ke je zien?
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 03419) vertaling: Wie het jou sien?
525 (z16i) Wie heeft jou gezien? (inf. 02961) vertaling: Wie het jou ziend?
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 02961) vertaling: as ik ut weten had, den had ik ut niet deen
527 (z16j) Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 03419) vertaling: had ik dat weten, dan had ik 't niet deen
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 03419) vertaling: 't waar beter nog effe te wachte
528 (z16k) 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 02961) vertaling: 't zou beter weesken om nog efkes te wachten
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 03419) vertaling: Gelukkig had J de dokter belt en die was er gauw
882 (z16l) Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 02961) vertaling: Gelukkif=g had jan de dokter belt en die was er zo
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 02961) vertaling: Loop deur vervelende jonges
883 (z16m) Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 03419) vertaling: Loop nou toch deur verveulende jongens
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 5
538 (z17a) Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 03419) komt voor: n
534 (z17b) Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 02961) komt voor: n
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 4
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02961) komt voor: j
gebr.: 4
544 (z17c) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 03419) komt voor: j
gebr.: 5
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 03419) komt voor: n
545 (z17d) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 02961) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 02961) komt voor: n
536 (z17e) Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 03419) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 02961) komt voor: n
605a (z17f) Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 03419) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 03419) komt voor: n
548 (z17g) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 02961) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 02961) komt voor: n
542 (z17h) Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 03419) komt voor: n

interview mondelinge enquête

sprekertekstcommentaar 
geen interview gehouden in Den Oever

data telefonische enquête

zinsnr.testzininstructieantwoorden
geen data telefonische enquête in Den Oever