SAND-data Onstwedde (C192p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Onstwedde |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]C192p[/k][h]327[/h][i]328][/i][vw]MH[/vw][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Vertaal. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet nei dat Marie dood gaan is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant | [a] Geen hedat wild en klaar kreegn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Vertaal. Jan had het hele brood willen op eten. [/v] | |||
informant | [a] Jan moet hele brood hebn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Maar ik wil dat u zo letterlijk mogelijk een vertaling geeft. | |||
hulpinterviewer | [a] Jan wil de hele stoete op eetn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertaal. Vertel maar niet wie zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant |
[a] Vertel maar neit welze roepn kend had. [/a]
wel ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan herinnert zik da verhaal wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heeft spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De timmerman het spijkers bie zuk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant | [a] Erik liet veur zuk werkn. [/a] | |||
informant |
Zoas wiet zegn.
wie t |
|||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal. Johanna liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Johanna liet zuk mit driebn op de golbn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal. Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Tonnie die bekeek zuk eens even goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal. Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant | [a] Eduard die kent zichzelf hartstikke goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Vertaal. Ward heeft gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant |
[a] Hij het heurd datter fotoos in _ [/a]
dat er |
|||
informant |
[a] Bart het heurd datter fotoos in detalage staan. [/a]
dat er d etalage |
tagging | ||
informant | [a] _ van hemzelf. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant |
[a] Azik zuinig leef dan leef ik zoas mijn oudern dat wiln. [/a]
az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Ashe nog drie jaar leeft dan leefde langer assie vader. [/a]
as he leef de as sie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Vertaal. Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Assij zo gevaarlijk leeft dan leefse neit lang meer. [/a]
as sij leef se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Vertaal. Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Ast nou nog leeft dan leeft morgen ook nog. [/a]
as t leef t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant |
[a] Asse zo losbandig leebn dan leebn ze nooit zo lang azik. [/a]
as se az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertaal. Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Asse veur hun werk leebn leebn ze neit veurt kinder. [/a]
as se veur t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog leeft leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant |
[a] As gezond leefst leefst langer. [/a]
leefs t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Vertaal. Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] As zo weinig mensen van de landbouw leebn dan leebnder weinig mensen vant fabriek. [/a]
leebn der van t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Als Pieter en Liesje in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | [a] As Pieter en Liesje int paradijs leebn dan leebn Rosa en Frans in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ in de helle. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leven leven we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Asdu sober leefst dan leefst gelukkig. [/a]
as du leefs t |
|||
informant |
[a] Aswie sober leebn leebn we gelukkig. [/a]
as wie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant |
[a] Leeftoch gezonder Jan. [/a]
leef toch |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat minder bekrompn kinder. [/a] | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
informant | [a] Ik denk dat Marie hem roepn mot. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=188] Vertaal. Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen. [/v] | |||
informant |
[a] Hes genoeg mensen umt hooit vant land te haaln. [/a]
he s um t van t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te komen werken. [/v] | |||
informant | [a] Het was hartstikke aardig van Jan om te koomn werkn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Deze tonne is te zwaar om te tiln. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij kan staan zeurn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=199] Vertaal. Hij staat te zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij stoat te zeurn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal. Toen we aan kwamen regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toen wie an kwamn regendet. [/a]
regende t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Vertaal. Kgeloof dat ik groter ben als hij. [/v]
k geloof |
|||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant |
[a] Kgeloof dadik groter bin as hij. [/a]
k geloof dad ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant |
[a] Ze geloof dassij eerder thuis is azik. [/a]
da sij az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant | [a] Hij geloof zeker neit dat hij sterker is as die. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze geloven dat we rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant |
[a] Zij geloobn dawwe rijker binn as dei doar. Assij as dei doar. [/a]
da we as sij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal. We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant |
[a] Zij geloobn dasse neit zo slim binn as wie. [/a]
da se |
tagging | ||
informant | [a] Wie geloobn dat joe neit zo slim binn as wie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie geloobn dat joe neit zo goochem binn as wie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
informant |
[a] Wie geloobn dadie neit zo arm binn as joe. [/a]
da die |
tagging | ||
informant |
[a] Zij geloobn jammer genoeg neit dasse armer binn as wie. [/a]
da se |
tagging | ||
informant | [a] _ as joe. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Zij geloobn jammer genoeg nei dasse armer binn as joe. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt de volgende zin ook veur in dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ie geloobn jammer genoeg neit dad hun armer binn as jullie. [/a] | |||
informant | Da wie dat vertaaln motn. | |||
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant |
[a] Wie geloobn dat Lisa even zo mooi is azAnna. [/a]
az anna |
tagging | ||
informant |
[a] Ie geloobn dat Lisa even zo mooi is azAnna. [/a]
az anna |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn als Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft dat Louis en Jan sterker binn as Geert en Peiter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant | [a] De jongen dee die de moeke gister van trouwd is die stun achter mie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De banke die woar zij op zatn was pas verfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant | [a] Dee geld hef die mot mie maar wat geebn. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ mie maar wat doen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok dekens noar zich toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant |
[a] Geenene mag zein en daarom magstut ook nie zein. [/a]
mags tu t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Kom de volgende zin voor in uw dialect. Ik vin dastu dat ook neit zein magst. [/v]
das tu |
|||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=340] Vertaal. Het gebeurde toen je weg ging. [/v] | |||
informant |
[a] Het gebeurde toenstu fort gingst. [/a]
toens tu |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=341] Vertaal. Ik weet waar je geboren bent. [/v] | |||
informant |
[a] Ik weet woardastu geboren bist. [/a]
woar das tu |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=342] Vertaal. Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
informant | [a] Noust klaar bist magst fort gaan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man die ze roepn hebn. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dat is de man die het verhaal heef verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man deet verhaal verteld hef. [/a]
da s dee t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat het verhaal heef verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Dadis die man die ik denk die da verhaal verteld hef. [/a]
dad is |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Dadis de man diek denk dasse die roepn hebn. [/a]
dad is die k da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=397] Vertaal. Tschijnt dat ze niets mag eten. [/v]
t schijnt |
|||
informant |
[a] Het schijndasse niets mag eetn. [/a]
schijn da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=403] Vertaal. Tlijk wel of er iemand in de tuin staat. [/v]
t lijk |
|||
informant |
[a] Het lijkt wel ofder een in tuine staait. [/a]
of der |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeken heb je gekocht. [/v] | |||
informant |
[a] Wat veur boekn hest kocht. [/a]
hes t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heef je op de kermis gezien. [/v] | |||
informant | [a] Wel het joe op kermis zein. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Plaatje. Marie en Piet wijzen naar _ [/v] | |||
informant | [a] _ noar die ander. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] _ noarnkander. [/a]
noa n kander |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Plaatje. Toon wast _ [/v] | |||
informant | [a] _ zik in tobbe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] Plaatje. Fons zag een slang naast _ [/v] | |||
informant | [a] Fons zag een slange naast boom. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ noas zich en noas bome. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=006] Kom dezze zin veur in et dialect. Gisteren wandeldiende door het park. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee das nie goed. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a] Gisteren leup hij deurt park. [/a]
deur t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=022] Kom dezze zin veur in et dialect. Er wil niemand niet dansen. [/v] | |||
informant | [a=n] Der wil geenene dansn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=023] Kom dezze zin in et dialect. In joen dialect modat ween. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Els wil niet dansen en ze wil niet zingen ook niet. [/v] | |||
informant | [a] Zij wil nie dansn en nie zingn. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Kom dizze zin veur in ons dialect. Eddy moet kunnen vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Eddy mot vroeg op staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Eddy mo vroeg op kunn staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hij wil geen soep niet meer eten niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij wilt soep neit meer eetn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zitten hier nergens geen muizen. [/v] | |||
informant | [a] Nee kom nie veur. [/a] | Let op vertaling | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a=j] Zitn hier nergens geen moezn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=148] Kom dizze zin veur in ons dialect. Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | Let op vertaling | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a=j] Elkenein is geen vakman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hij heeft overal geen vrienden. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Hij hef nergens geen vreinn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=260] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant |
[a=j] Wa denkst welik in stad teegn komn ben. [/a]
denks t wel ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=261] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Wat denken jullie hoe ze het hebben op gelost. [/v] | |||
informant |
[a=j] Wa denkstoe hoeze dat op lost hemn. [/a]
denks toe |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=262] Komp dizze zin ook veur in ons dialect. Wie denk je wie ik in de stad ontmoet hebt. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant |
[a=n] Wa denkst welik ind stad ontmoet heb. [/a]
denks t wel ik in d |
|||
informant | [a] _ teegn komn ben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=265] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hoe denk je hoe ze het hebben op gelost. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a] Hoe denkst dasse dat op lost hemn. [/a]
denks t da se |
|||
hulpinterviewer | [v=309] Kom dizze zin veur in ons dialect. Ik heb geen zin en voeren de koeien. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Ik heb geen zin om de koeiern te voern. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Kom dizze zin veur in ons dialect. Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] De koeiern zijn allemaal verzoopn bie de overstroming. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik zei nog tegen haar ik geloof deze jongen vinden ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a] Ik zei teegn die jongens vinstoe ze allemaal wel aardig. [/a]
vins toe |
|||
hulpinterviewer | [v=331] Kom dizze zin veur in ons dialect. Ik heb heel wat lopen gedaan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Ik heb heel wat af loopn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=353] Kom dizze zin veur in ons dialect. Persoon a vraagt. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Wil je nog koffie Jan. Jan antwoordt jaak. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Wilstoe nog koffie Jan. En Jan die antwoordt ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=355] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon a vraagt hebben ze gegeten. Persoon b antwoordt jaanze. [/v] | tagging | ||
commentaar | [meta][k]C192p[/k][h]327[/h][i]328][/i][vw]MH[/vw][/meta] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Hem zij eetn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Persoon b antwoordt ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=365] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hem is dood. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij is dood. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=501] Kom dizze zin veur in ons dialect. Marie zit te stoofperen schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Zij zit stoofpeern te schiln. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=502] Kom dizze zin veur in ons dialect. Marie zit stoofperen en schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant | [a] Marie zit met de stoofperen en te schiln. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=029] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hoe gebruikelijk is dizze zin in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
informant |
[a] Verteldu eens _ [/a]
vertel du |
|||
informant | [a] Vertel mie eens wel at ze kunn roepn had. [/a] | zin 028? | tagging | |
informant | [a] Vertel mie eens wel ze roepn kund ha. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=296] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hoe gebruikelijk is dizze zin in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou hij dat gedaan hebben gekund. [/v] | |||
informant | [a] Zol he dat doan hemn of zol he dat kund hemn. [/a] | |||
veldwerker | Maar als het per se met die drie werkwoorden moet. | |||
informant | [a] Zol he dat doan kend hemn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=297] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hoe gebruikelijk is dizze zin ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou hij dat gedaan gekund hebben. [/v] | |||
informant | Ja kijk en dan bistu geneigd om dat woord diestu der tussen stopst er ook tussen te laatn | |||
informant | . | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=305] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hoe gebruikelijk is dizze zin in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou hij dat doen gekund hebben. [/v] | |||
informant | [a=j] Zol he dat doun kund hemn. [/a] | doen of gedaan? | tagging | |
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=347] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hoe gebruikelijk is dizze zin in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik weit dat hij is gaan zwemn. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik weit dat hij zwemm goan is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=350] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hoe gebruikelijk is dizze zin in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik weit dat hij goan zwemn is. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=352] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hoe gebruikelijk is dizze zin in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik weit dat hij zwemn goan is. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Is goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hoe gebruikelijk is dizze zin in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ik denk dastoe veul weg zol motn gooin. [/v]
das toe |
|||
informant | [a=n] Nee nie goed. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ik denk dastoe veul zuls weg moetn gooin. [/v]
das toe |
|||
informant | [a=n] Nee is nie goed. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ik denk dastoe veul zolst moetn weg gooin. [/v]
das toe |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja dan zalst dat wel zegn. [/a] | |||
commentaar | Informant legt uit dat alles in het dialect kort en bondig wordt gezegd. Hoe ik ook probeer ik krijg hem niet uitgelegd dat het niet zozeer om het dagelijks taalgebruik gaat maar meer om de grammatica van het dialect. | |||
informant |
[a=n] Dan ist een foute zin. [/a]
is t |
|||
hulpinterviewer | [v=075] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik vin dat iedereen mot kunn zwemn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=077] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik vin dat iederene moet zwemn kunn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee kunn zwemn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=080] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik vin dat iedereen kunn zwemn mot. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee is nie goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Kom dizze zin veur in ons dialect. Ik vin dat iederene zwemn kunn mot. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
hulpinterviewer | [v] Ik vin dat elkenene zwemn mot kunn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Kom dizze zin veur in ons dialect. Ik weet dat Eddy morgen wil brood eetn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Kom dizze zin veur in ons dialect. Boekn heef Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Jan hef drie boekn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
hulpinterviewer | [v] Jan weet dat hij veur drie uur de wagen mot hebn gemaakt. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=157] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Jan weet dat hij veur drie uur de wagen mot gemaakt hebn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=160] Kom dizze zin veur in ons dialect. Jan weet dat hij veur drie uur de wagen gemaakt mot hebn. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. Zie antwoord bij 156 in nagesprek | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=161] Kom dizze zin veur in ons dialect. Jan weet dat hij veur drie uur de wagen gemaakt hebn mot. [/v] | |||
informant | [a=n] Ja wie zegn klaar mot hebn. Ook nie goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Kom dizze zin veur in ons dialect. Persoon a vraagt hij slaapt. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon b antwoordt hij dut. [/v] | |||
informant | [a] Hij slep. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] Kom dizze zin veur in ons dialect. Persoon a vraagt hij slap. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Persoon b antwoordt tdoet. [/v]
t doet |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Kom dizze zin veur in ons dialect. Persoon a vraag slaap hij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon b zegt hij dut. [/v] | |||
informant | [a=n] Kom nie veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Kom dizze zin veur in ons dialect. De lampe dut neit meer brandn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De kinder doen hier neit voetbaln. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Branden dut de lampe neit meer. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Kom dizze zin veur in ons dialect. Dur Marie elke avond dansn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=247] Kom dizze zin veur in ons dialect. Doe het brood even snijdn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Kom dizze zin veur in ons dialect. Ik dou wel even de kopkes af wasn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Zou kenn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Kom dizze zin veur in ons dialect. Dit denk ik niet aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Kom dizze zin veur in ons dialect. Dee rare jong heb ik mit noar markt west. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=328] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Jan vindt dat je moet zulke dingen niet geloven. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=387] Kom dizze zin veur in ons dialect. Persoon a vraag wanneer zal de wereldvrede komn. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon b antwoordt nooit neit. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Nie zo slecht. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=459] Kom dizze zin veur in ons dialect. Hij hedde balle gooid in de mand. [/v]
hed de |
balle gooid of bal egooid. | ||
informant | [a=n] Nee wie zegn dat andersom. [/a] | |||
informant |
[a=n] Hij hedde bal in korf gooid. [/a]
hed de |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=474] _ veur in ons dialect. Het en was maar net goed genoeg. [/v] | |||
informant | [a=n] Het was net goed genoeg. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=485] Kom dizze zin veur in ons dialect. Persoon a vraag zal ik kookn. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon b antwoordt dat dou maar. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=486] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Dat boek beloof mie datstoe nooit meer zulst verstopn. [/v]
dats toe |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=487] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Wat zeg mie datstoe kocht hest. [/v]
dat stoe |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=513] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
hulpinterviewer | [v] Zo een vrouw ene kun je maar beter neit teegn praatn. [/v] | |||
informant | [a=n] Wie zegn dat mens kenj beter neit teegn praatn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=515] Kom dizze zin ook veur in ons dialect. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
hulpinterviewer | [v] Du bist ook een rare een. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
commentaar | Deze vraag komt tijdens het nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
hulpinterviewer |
[v] Marie zee dastoe Piet een boek hest probeern te verkoopn. [/v]
das toe |
|||
informant |
[a=n] Das nie goed zegt. [/a]
da s |
|||
informant |
Marie zee teegn Piet dassij hem een boek probeerde te verkoopn.
da sij |
|||
hulpinterviewer | [v=531] Kom deze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Wim doch dat ik Els had probeerd een cadeau te geebn. [/v] | tagging | ||
informant |
[a=j] Das wel goed. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=532] Kom dizze zin veur in ons dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Karel weet dastoe hest probeerd Marie een boek te verkoopn. [/v]
das toe |
tagging | ||
informant |
[a=j] Dadis goed wel. [/a]
dad is |
|||
veldwerker | [n] Ik had nog een aantal vraagjes. | |||
veldwerker | [v=025] Niemand heeft dat ooit gekund. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Geeneen hetat nog doun kend. [/a]
het tat |
tagging | ||
veldwerker | [v=046] Ward heeft gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
informant |
[a] Ward hef heurd dattern foto van hemzelf in de etalage staan. [/a]
dat er n |
tagging | ||
veldwerker | [v=061] Als jullie zo losbandig leven. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
informant | [a] As ie zo losbandig leebn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=068] Als je gezond leeft. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
informant |
[a] Asdu gezond leefst. [/a]
as du |
tagging | ||
veldwerker | [v] Dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Asdu gezond leefst leefst langer. [/a]
as du leefs t |
|||
veldwerker | [v] Kan het ook zijn. Dan leefstoe langer. [/v] | |||
informant |
[a=j] Kijk alst echt om de persoon gaais de nadruk. Dan is du derbie. [/a]
als t der bie |
|||
veldwerker | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
hulpinterviewer | Nou dan zal ik em roupn moutn. | |||
informant |
Ik zal em roupn motn. Anders komme dus nei te koffie drinkn.
kom e |
|||
veldwerker | [a] Ik denk dat ik em zal _ [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ motn roupn. [/a] | tagging | ||
informant | [v=215] Ik geloof dat ik groter ben als hij. Kan het ook zijn. Ik geloof dat ik groter ben als hem. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] _ dadik groter ben as hem. Da ken wel. [/a]
dad ik |
tagging | ||
veldwerker | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Zij geloof dadik eerder _ [/a]
dad ik |
tagging | ||
informant |
[a] Ik geloof dastoe eerder thuis bist azik. [/a]
das toe az ik |
tagging | ||
veldwerker | [v=217] Jij gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Du geloofst zeker neit dat hij sterker is asdie. [/a]
as die |
tagging | ||
veldwerker | [v=249] De jongen wel zie moeke gisteren hertrouwd is. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] De jong wel zie moeke _ [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ gister trouwd is hertrouwd is ston achter mie. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ weer trouwd is. [/a] | |||
veldwerker | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wel centn het mot mie ook maar wa geebn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=339] Ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Ik vin dastoe dat ook niet zein magst. [/a]
das toe |
tagging | ||
veldwerker | [v=262] Wie denk je wie ik in de stad gezien heb. Is dat een goede zin? [/v] | |||
commentaar | Uit gesprek dat volgt blijkt dat de zin zo niet voor kan komen. | |||
veldwerker | [v] En hoe zou u die dan vertalen. [/v] | |||
informant |
[a=n] Wie denkst dadik in stad zein heb. [/a]
denks t dad ik |
|||
veldwerker | [v=084] Komt de volgende zin voor. Ik vind dat iedereen zwemmen moet kunnen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ik vin dat iedereen zwemn moet kunn. Ja dat kan wel natuurlijk. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Maar wij zulnt andersom zetn. [/a]
zuln t |
|||
informant | [a] Ik vin dat elkeneen mot kunn zwemn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=156] Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gerepareerd. [/v] | |||
veldwerker | [v] Kan dat voor komen. Jan weet dat hij voor drie uur het huis moet hebben geschilderd. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan weet dat hij veur drie uur thuis schilderd motn hebn. [/a] | |||
veldwerker | [v] Maar moet hebben geschilderd. Dat kan dan niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=227] Als iemand vraagt slaapt hij. [/v] | |||
veldwerker | [v] En een ander zegt in de betekenis van inderdaad hij slaapt. Hij doet. Is dat goed in het Gronings. Komt dat voor. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat wordt nie zegd. [/a] | |||
veldwerker | [v=245] Komt deze zin voor. Branden doet de lamp niet meer. [/v] | tagging | ||
veldwerker | [v] Walmen doet de lamp nog wel maar branden doet ie niet meer. [/v] | |||
informant | [a=n] Hij brandt niet meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Brandn doet ie nie meer. Da ken wel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=513] Zo een vrouw een kun je maar beter niet tegen spreken. En het gaat er dan om of dat een er tussen ook kan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat komt nie goed. [/a] | |||
veldwerker | [v=515] Jij bent ook een rare ene. [/v] | |||
informant |
[a=n] Nee dan zegn wie du bist nrare. [/a]
n rare |
|||
veldwerker |
[v=530] Marie zei dastoe Piet een boek hebst probeern te verkopen. [/v]
das toe |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=000] Hoe zou u zeggen. Ik doe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik dou. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=000] Ik ga naar de bakker. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik goa noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En jij gaat naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Du gaaist noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Hij gaat naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij gaait noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Zij gaat naar de bakker. [/v] | |||
informant | [a] Zij gaait noa bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Jan gaat naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan gaait noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Wij gaan naar de bakker. [/v] | |||
informant | [a] Wie goan noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Julllie gaan naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Joe goan noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zij gaan naar de bakker. [/v] | |||
informant | [a] Zij goan noa de bakker. [/a] | tagging | ||
commentaar | [meta][k]C192p[/k][h]327[/h][i]328][/i][vw]MH[/vw][/meta] | |||
veldwerker | [v=885] Hoe zou u vertalen. Ik ga naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik goa noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Jij gaat naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Du gaaist noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Hij gaat naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij gaait noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Jan gaat naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan gaait noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Wij gaan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Wie goan noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Jullie gaan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Joe goan noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Zij gaan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zij goan noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ga ik naar de bakker. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Goa ik noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [a] Ga jij naar de bakker. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gaaistu noa de bakker. [/a]
gaais tu |
tagging | ||
veldwerker | [v] Gaat hij naar de bakker. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Gaat hij noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gaat Jan naar de bakker. [/v] | |||
informant |
[a] Gaat Jan noad bakker. [/a]
noa d |
tagging | ||
veldwerker | [v] Gaan wij naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Goan wie noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gaan jullie naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Goan joe noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gaan zij naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Goan zie noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gaan zij naar de bakker of moeten wij? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Goan zij noa de bakker of motn wie. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ging ik naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ging ik noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ging jij naar de bakker. [/v] | |||
informant |
[a] Gingstoe noa bakker heen. [/a]
gings toe |
tagging | ||
veldwerker | [v] Ging hij naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ging hij noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ging Jan naar de bakker. [/v] | |||
informant | [a] Ging Jan noa bakker heen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gingen wij naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gingn wie noa de bakker heen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gingen jullie naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gingn joe gister neit noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En gingen zij naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gingn zij noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Nou perfect. [/n] | |||
informant |
Ik hoop daster tevreden mee bis. Wie hebn ons best doan.
das t er |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
026 | Jan had het hele brood wel willen opeten | Komt ook voor:; 1. de mogelijkheid van 'gewild opeten/opeten gewild'; 2. Is de versie met IPP ooit uitgesloten in een dialect? |
komt voor
: j vorm: ... misschien wel hele brood wiln op eetn. |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
vorm: dadis zo wisse as ein en eine twee is |
220 | Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...).; Zin laten inspreken met 'hun' i.p.v. 'zij' als 'komt voor'-vraag; Als voegwoordvervoeging, afvragen zonder pronomen. |
komt voor
: n vorm: Ie geleubn neit dassij armer binn as die. |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
: n |
246 | Doet Marie elke avond dansen? |
komt voor
: n vorm: gaaitse iedere avond dansn. |
|
247 | Doe het brood even snijden! |
komt voor
: n |
|
248 | Ik doe wel even de kopjes afwassen |
komt voor
: n |
|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: De jong sie moeder dei gister hertrouwd. |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: wovan de moeder |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: woar ze op zatn was net verfd |
296 | Zou hij dat gedaan hebben gekund? | Vorm voltooid deelwoord: zie W25 |
vorm: zolhe dat misschien doan hebn |
296 | Zou hij dat gedaan hebben gekund? | Vorm voltooid deelwoord: zie W25 |
vorm: zol he dat doun kend hebn |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: n vorm: Ik zol denkn dat dat de man is deeze roupn hebn. |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n vorm: geneine |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan rookt nie lange |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: (Jan pafket nie meer) |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: Hij kant nie op losn. |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: Zelfs hij kant ook nie.. |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wie zin: wie ook vraagd binn. |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wie zin: wie ook vraagd binn. |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: j vorm: weisdu ook wat veur dat t morgen wordt. |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: j vorm: Weist ook wat veur weer ... |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: Du weis zin: Du weis wel dastu slim genoeg bist. |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: dastu zin: Du weis wel dastu slim genoeg bist. |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: dast zin: Du weis wel dastu slim genoeg bist. |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: bist zin: Du weis wel dastu slim genoeg bist. |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n vorm: Ie hebn der niks.. |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekoar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: bie zuch |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: astu dastu leefst leef dan zo wieder |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: as iedere dag de dokter |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: Asder af en toe |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: assen keer een dokter beld mot worden |
758 | Jullie geloven datst jullie eerder this zijn dan ik. | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n |
759 | Jullie geloven datst eerder thuis zijn dan ik | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goak |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaaist |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaaisdu |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: as du weg wilst |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: gaaisdu |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaait |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaaide |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaait |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaaitse |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaat |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaatet |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaon |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goanwe |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ie goan |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goanie |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goanze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa direct vort |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingsdu |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: toustu gingst |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ik neit |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: toun ie gingn |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging hij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginget |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingse |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingn opmerking: TWIJFEL?? |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingn sie opmerking: TWIJFEL?? |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingn |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ... |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingn |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingnze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j vorm: wel aan de deure was. |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: Dadis de man dei ze roupn hebn |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: dei et verhaal het. |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: dei et misschien verteld hef. |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: dadik denk dei et verteld hef |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: dat hij het verteld hef |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: n vorm: aan het weg gooin |
|
807 | Marie zit te stoofpeer schillen. |
komt voor
: n |
|
808 | Marie zit te stoofperen schillen. |
komt voor
: j vorm: Hij is aan t appel schiln. |
|
808 | Marie zit te stoofperen schillen. |
komt voor
: j vorm: Marie is met een peer aan t schiln. |
|
809 | Marie zit te piano spelen. |
komt voor
: n |
|
810 | Hij zit weer te voorzeggen. |
komt voor
: j |
|
812 | Hoe haal je het in je hoofd en gooi met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
813 | Hoe haal je het in je hoofd en gooien met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
814 | Hij heeft geen zin en voeren die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
815 | Hij heeft geen zin en voer die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
816 | Hij heeft geen zin en wegvoeren die koeien. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j opmerking: te zeuren is beter. |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zuch |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zuch |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zuchzelf |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: noar zuch toe |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut