SAND-data Paterswolde (C148p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Paterswolde |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]C148p[/k][h]167[/h][i]168[/i][vw]S[/vw][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Vertaal. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet nait dat Marie gister steurben is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant |
[a] Geen ain het ooit wild of kund. [/a]
he t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Vertaal. Jan had het hele brood wel willen opeten. [/v] | |||
informant | [a] Jan had theule brood wel opeten wild. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _wel op willen eten. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Wie bruken baide eigenlijk. [/a] | |||
commentaar | Hulpinterviewer en informant zijn het eens dat zowel de IPP loze versie met V3-V2 volgorde als de IPP versie met V2-V3 volgorde voorkomen. Dus het brood opeten wild en het brood willen opeten. | |||
hulpinterviewer | [v=027] Vertaal. Vertel maar niet wie zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a] Vertel maar nait wel ze _ [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ ha kunnen ropen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan vergist zich in dat verhaal. [/v] | |||
informant | [a] Jan vergist zich in dat verhaal. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Jan vergist hem in dat verhaal. [/v] | |||
informant | [a] Ja. Jan vergist em in dat verhaal. Ja dat wordt wel gezegd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De timmerman het geen spijkers bij zich. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ of bij hom. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant | [a] Erik leit mij voor em werken. [/a] | tagging | ||
commentaar | De hulpinterviewer en de informant zijn het eens dat zowel zich als hom hier kunnen voorkomen. | |||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal. Johanna liet zich meedrijven op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Johanna laat zich _ laat heur meedrijven op de golven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal. Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Toon bekeek emzelf in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal. Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant | [a] Eduard kent zichzelf goed. Eduard kent homzelf goed. Ken ook. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Vertaal. Ward heeft gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. Komt ook voor. Ward het heurd dat er fotoos van homzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant | [a] Ja dat is zo. Dat komt voor. Alleen ik denk dat je hier dus even uitkijken moet met de vertaling vooral de terugvertaling want als er nou staat Bart het heurd dat er fotoos van homzelf in de etalage staan dan kan dat ook wezen natuurlijk dat ermee bedoeld wordt Bart het fotoos gemaakt en die stonden in de etalage.[/a] | |||
commentaar | Hulpinterviewer en informant zijn het eens dat zowel zichzelf als homzelf kunnen en dat het moeilijk te bepalen is wanneer je nu welke gebruikt. Maar er volgt nog een toelichting. | |||
informant | [a] Bart zag fotoos van zichzelf in de etalage dan is het wel dat hij er zelf op staat op die fotoos. Maar als ie ze maakt had dan zeg ik het benne fotoos van homzelf. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant |
[a] Azzik zuinig leef leef ik zoals mien ouwe lui wille. [/a]
az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Als hij nog langer leeft leefde langer az zie vader. [/a]
leefd e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Vertaal. Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant |
[a] Ajje zo gevaarlijk leef leef je niet lang meer. [/a]
a je |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Vertaal. Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Azzet nou nog leeft leeftet morgen ook nog. [/a]
az et leeft et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant | [a] Az jullie zo losbandig lebn dan leef je nooit zo lang als ik. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertaal. Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Azze voor heur werk lebn dan lebn ze nait voor heur kinder. [/a]
az ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] Az Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leeft je langer. [/v] | |||
informant | [a] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Vertaal. Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] Azzer zo weinig mensen van landbouw lebn dan lebn er veel mensen van werk in de fabriek. [/a]
az er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Vertaal. Als Pieter en Liesje in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | [a] Az Pieter en Liesje in het paradijs lebn dan lebn die andere beide in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leven leven we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Ajje sober lebn dan leef je gelukkig. [/a]
a je |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat minder bekrompen kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
informant | [a] Ik denk dat Marie hem ropen mot. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] _ zal motten ropen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik denk dat Marie hem ropen motten zal. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Hij zal heur toch motten ropen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=188] Vertaal. Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? [/v] | |||
informant | [a] Heb je genoeg mensen om hooi van tland te halen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te komen werken. [/v] | |||
informant | [a] Het was aardig van Jan om te komen werken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zwaar om te dragen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeuren. Komt ook voor. Hij kan staan te zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij kan staan te zeuren. [/a] | |||
informant | [a] Hij kan staan zeuren. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Hij kan zeuren. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=199] Vertaal. Hij staat te zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij staat te zeuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal. Toen we aankwamen regende het. [/v] | |||
informant | [a] Toen wij aankwamen regende het. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=215] Vertaal. Ik geloof dat ik groter ben dan hij. [/v] | |||
informant | [a] Ik geloof dat ik groter ben als hij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/v] | |||
informant | [a] Ze gelooft dat jij eerder in hoes ben als ik. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Je gelooft toch niet dat hij sterker is dan jij. [/v] | |||
informant | [a] Dou geloofst doch niet dat hij sterker is als dou. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze geloven dat wij rijker zijn dan zij. [/v] | |||
informant | [a] Zij geleuven dat wij rijker bin als zij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal. We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] Wij geleuven dat jullie niet zo slim bin als wij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie geloven toch niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | |||
informant | [a] Jullie geleuven toch niet dat zij armer bin als jullie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Jij leuben dat Liesje even mooi is als Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn dan Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Hij leuft dat Jan en Louis sterker bin dan Geert en Peter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De jongen wovan de moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. De jongen van wel de moeder gister hertrouwd is stond achter mij. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja. Misschien is van wel nog beter. Wo van of van wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank wo ze op zaten was pas verfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. De bank worop ze zaten was pas verfd. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat zeggen we ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
informant | [a] Wel geld het moet mij maar wat geven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Die geld het moet mij maar wat geven. [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Die geld het of wel geld het _. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de dekens naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de dekens naar heur toe. [/a] | tagging | ||
commentaar | Informant en hulpinterviewer zijn het eens dat zich ook wel kan maar dat heur toch meer als dialect klinkt. | |||
hulpinterviewer | [v=339] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant | [a] Geen een mag het seen ik vind dus dat jij het ook niet seen meugen. [/a] | |||
informant |
[a] _ datst dou het ook niet seen magst. [/a]
dat st |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Wij draaien het ook wel om he. Dat jij het ook niet mag seen. [/v] | |||
informant | [a] Ja. Dat jij het ook niet seen magst. [/a] | Antwoord van informant is moeilijk te verstaan. Hij bevestigt wel dat de raising volgorde mag zien ook voorkomt maar geeft vervolgens zelf wederom de ongeraisde versie zien mag, net zoals in zijn oorspronkelijke antwoord. | ||
hulpinterviewer | [v=340] Vertaal. Het gebeurde toen jij wegging. [/v] | |||
informant | [a] Het gebeurde toenst dou weggingst. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=341] Vertaal. Ik weet waar je geboren bent. [/v] | |||
informant | [a] Ik weet waar jij geboren ben. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=342] Vertaal. Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
informant | [a] Noust do klaar bist magst wel weggaan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man die ze ropen hebben. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man die het verhaal verteld heet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man wo van ik denk dat hij het verhaal verteld heet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de man wo van ik denk dat ze hom ropen hebben. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=397] Vertaal. t Schijnt dat ze niks mag eten. [/v] | |||
commentaar | [meta][k]C148p[/k][h]167[/h][i]168[/i][vw]S[/vw][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=397] Vertaal. t Schijnt dat ze niks mag eten. [/v] | |||
informant | [a] Het lijkt erop dat ze niks eten mag. [/a] | |||
informant | [a] Het schijnt dat zij er ewoond het. Ja dat kan wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=403] Vertaal. t Lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant | [a] Het lijkt wel of der een in de tuin staat. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeken heb je gekocht. [/v] | |||
informant |
[a] Wat voor boeken hes kocht. [/a]
he s |
tagging | ||
commentaar | Informant en hulpinterviewer zijn het eens dat hes hier veel beter is dan heb je. De informant zegt dat hes een afkorting is van hes dou. | |||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heeft je op de kermis gezien. [/v] | |||
informant |
[a] Wel hes op kermis seen. [/a]
he s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Plaatje. Marie en Piet wijzen naar _. [/v] | |||
informant | [a] Marie en Piet wijzen naar mekaor. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Plaatje. Toon wast _. [/v] | |||
informant |
[a] Toon wast deeigen. Toon wast hom. [/a]
de eigen |
Eerste antwoord moeilijk te verstaan. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=039] Plaatje. Fons zag een slang naast _. [/v] | |||
informant | [a] Fons zag een slang naast em. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=006] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Gisteren wandeldiede door het park. [/v] | |||
informant | [a=n] Gister wandelde hij door het park. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=022] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Er wil niemand niet dansen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
commentaar | Informant en hulpinterviewer vinden dat dubbele ontkenningen niet voorkomen in hun dialect. | |||
hulpinterviewer | [a] Er is geen een die dansen wil. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Eddy moet kunnen vroeg opstaan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Eddy moet vroeg opstaan kunnen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Komt deze zin in uw dialect voor. Vertaal. Hij wil geen soep niet meer eten niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij wil geen soep meer eten. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Zitten hier nergens geen muizen. [/v] | |||
informant | [a=n] Zitten hier nergens muizen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Zitten hier nergens geen muizen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=148] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. Iedereen is geen vakman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij heeft overal geen vrienden. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. Die komt wel voor. Hij heeft overal geen vrienden. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=260] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant | [a=j] Wel denk je wel ik in de stad ontmoet heb. Wel denk je dat ik in de stad tegen kommen bin. Wel denk je wel ik in de stad tegen kommen bin. Die laatste is een goeie. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Wel denks wel ik in de stad tegen kommen ben. [/a]
denk s |
|||
informant |
[a=j] Ja. Wel denks wel ik in de stad tegen kommen ben. Dat is een goede dialectzin. [/a]
denk s |
|||
informant |
[a=j] Wat denks wel ik in de stad tegen kommen ben. [/a]
denk s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=261] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost. [/v] | |||
informant | [a=j] Wat denk jij hoe ze et op lost hebben. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=262] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant | [a=n] Wel denks dat ik in de stad tegen kommen ben. [/a] | De echte vertaling hiervan met twee keer wel werd al gegeven bij vraag 260 en werd geaccepteerd. | ||
hulpinterviewer | [v=265] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost. [/v] | |||
informant | [a=j] Hoe denks dou hoe ze et op lost hebben. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=309] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik heb geen zin en voeren de koeien. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat komt niet voor. [/a] | |||
informant | [a=n] Ik heb geen zin in het voeren van de koeien. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=n] Dan zou je eerder zeggen. Alle koeien van Marie bin verdronken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik geloof deze jongen vinden ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik geloof dat ze deze jongen allemaal wel aardig vinden. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=331] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik heb heel wat lopen gedaan. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik heb heel wat lopen daan. Dat kan wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=353] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Persson A vraagt Wil je nog koffie Jan. Jan antwoordt Jak. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=355] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Persoon A vraagt Hebben ze gegeten. Persoon B antwoordt Jaanze. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat komt hier niet voor. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=364] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Is hem dood. | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=501] Vertaal. Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie zit te stoofperen schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a=n] Marie zit stoofperen te schillen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=502] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie zit stoofperen en schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Marie zit stoofperen te schillen. Dat kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=028] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie dat zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=n] Vertel mij eens wie dat zij had kunnen roepen. Nee. Dat is geen dialect. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=029] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=n] Vertel mij eens wel of zij ropen kunnen had. Nou nee. in deze volgorde komt hij niet voor. [/a] | |||
informant | [a] Vertel mij eens wel zij ropen kunnen had. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=030] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Vertel mijn eens wie of dat zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat is geen zin die in het dialect voorkomt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=296] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Zou hij dat gedaan hebben gekund. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. [/a] | |||
informant | [a] Dan zou je zeggen Kan hij dat daan hebben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=297] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Zou hij dat gedaan gekund hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Zou hij dat daan hebben kund. Dat kan natuurlijk wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=305] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Zou hij dat doen gekund hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=347] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij is gaan zwemmen. [/v] | |||
informant | [a=j] Dit kun je nog redelijk vertalen. Ik weet dat hij is gaan zwemmen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=350] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij gaan zwemmen is. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Uitgesloten. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=352] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij zwemmen gaan is. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien. [/v] | |||
informant |
[a] Ik denk dastou veel weg gooien mous. [/a]
da st ou |
|||
hulpinterviewer | [v=495] Komt de volgende zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien. [/v] | |||
informant | [a=n] Nou in deze volgorde niet. Ik denk dat je veel weg gooien motten. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja de ze volgorde komt we voor. Ik denk dat je veel weg gooien mot. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat egeneen moet kunnen zwemmen. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. Ik vind dat egeneen mot kunnen zwemmen. Ja dat kan wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat egeneen mot zwemmen kunnen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat egeneen kunnen zwemmen mot. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat egeneen zwemmen kunnen mout. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat elkeneen zwemmen mot kunnen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten. [/v] | |||
informant | [a=n] Dat Eddy morgen wil brood eten. Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Komt deze zin voor in uw dialect. Boeken heb Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Boeken het Jan drie. Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen mot hebben maakt. [/v] | |||
informant | [a=j] Mot hebben maakt. Ja dat kan wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=157] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen mot maakt hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=160] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen maakt mot hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Maakt hebben mout. Das een goeie volgorde. Maakt hebben mout. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=161] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen maakt hebben mot. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Dat is een goeie. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Hij slaapt. Persoon B antwoordt Hij deut. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dan zeg je gewoon Hij slaapt. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Hij slaapt. Persoon B zegt t Deut. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Persoon A vraagt Slaapt hij. Persoon B antwoordt Ie deut. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Komt deze zin voor in uw dialect. De lamp deut niet meer branden. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Komt deze zin voor in uw dialect. De kinderen doun hier niet voetballen [/v] | |||
informant | [a=n] Nee . Komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Komt deze zin voor in uw dialect. Branden deut de lamp niet meer. [/v] | |||
informant | [a=j] Met een sterke nadruk op branden. Branden deut de lamp niet meer. | tagging | ||
informant | [a] De lamp brandt niet meer zeggen ze hier. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Komt deze zin voor in uw dialect. Deut Marie elke avond dansen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=247] Komt deze zin voor in uw dialect. Dou het brood even snijden. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik dou wel even de kopjes afwassen. [/v] | |||
informant | [a=n] Hier niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik was de kopjes wel even af. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Komt deze zin voor in uw dialect. Dit denk ik niet aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Komt deze zin voor in uw dialect. Die rare jongen ben ik mit maar de mart weest. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee in deze volgorde niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Met de rare jongen _. [/a] | |||
informant | [a] Of ik ben met die rare jongen naar de mart weest. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=328] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan vindt dat je mot zulke dingen niet leuven. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v-387] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Wanneer zal de wereldvrede komen. Persoon B antwoordt Nooit niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=459] Komt deze zin voor in uw dialect. Hij het de bal gegooid in de kurf. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Hij het de bal in de kurf gooid. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=485] Komt deze zin voor in uw dialect. A Zal ik koken. B Dat dou maar. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] dou dat maar. [/a] | |||
informant | [a] Ja. Dou dat maar. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=486] Komt deze zin voor in uw dialect. Dat boek beloof mij dat je nooit meer zult verstoppen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat is geen goede volgorde. [/a] | |||
informant | [a] Beloof me dat boek nooit meer te verstoppen. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=487] Komt deze zin voor in uw dialect. Wat zeg mij dajje kocht hebben. [/v]
da je |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
[a] Zeg mij watst koch hest. [/a]
wat st |
|||
hulpinterviewer | [v=513] Komt deze zin voor in uw dialect. Zo een vrouw een kun je maar beter niet tegen spreken. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=514] Komt deze zin voor in uw dialect. Zo een mense een het altijd wat om over te klagen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=515] Komt deze zin voor in uw dialect. Jij bent ook een rare een. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Komt deze zin voor in uw dialect. Marie zei dat jij Piet een boek hebben proberen te verkopen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. In deze volgorde niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=531] Komt deze zin voor in uw dialect. Wim dacht ik Els had probeerd een cadeau te geven. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Das geen goeie volgorde hier in het dialect. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=532] Komt deze zin voor in uw dialect. Karel weet dat jij het probeerd Marie een boek te verkopen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat zou kunnen ja. [/a] | |||
informant |
[a] Karel weet datst dou probeerd hest Marie een boek te verkopen. [/a]
dat st |
|||
veldwerker | [n] [v=053] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. Hoe zou die dan worden met ouders. [/v] | |||
informant | [a] Ja. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders wollen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. Is er nog een verschil tussen zij en ze. [/v] | |||
veldwerker | [v=057] En is er nog een verschil tussen leeft ze of leeft zij niet langer. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=071] Als we sober leven leven we gelukkig. Is er dan een verschil tussen als wij en als we. [/v] | |||
informant | [a] We en wij is hetzelfde. [/a] | |||
veldwerker | [v=071] Awwe sober leven. Komt dat voor. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=218] Zie lijkt me de sterke vorm. Heb je dan ook nog ze. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wij zeggen nooit dat leuven zie maar dat leuven ze. Maar wij zeggen andersom zie leuven dat wij rijker binne dan wij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. Kan je daar we zeggen. [/v] | |||
informant | [a] Wij. Nee we dat is bijna niet voorkomend in _. [/a] | |||
veldwerker | [v=221] Als je dan toch u zou gebruiken is het dan ook u gelooft. [/v] | |||
informant | [a] Het wordt wel gebruikt maar dan is het een regelrecht hulpmiddel uit het Nederlands. [/a] | tagging | ||
commentaar | [meta][k]C148p[/k][h]167[/h][i]168[/i][vw]S[/vw][/meta] | |||
veldwerker | [v=250] Er waren twee zinnen genoemd. De bank waar ze op zaten en de bank waarop ze zaten. Die kunnen alle twee. [/v] | |||
informant | [a] De eerste is beter. [/a] | |||
veldwerker | [v=250] De bank waarop ze zaten. [/v] | |||
veldwerker | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven kan maar ook Die geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja. Ik vind van wel. [/a] | |||
veldwerker | [v=372] Kan je zeggen dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Ik denk toch dat in ons dialect het woord waarvan erbij moet. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ die ik denk dat hij het verhaal verteld heeft. Dat zou kunnen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant | [a] Dan zeg ik op mijn beurt dan moet je daar voor die het woord waarvan gebruiken. Dat is de man waarvan ik denk dat hem ropen hebben. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=397] U zei t Liekt dat ze niks mag eten. [/v] | |||
informant | [a] Het schient zo te wezen. Dan zeggen wij Het liekt zo te wezen. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Het liekt dat ze niks mag eten. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=526] De vraag was Wie heeft je op de kermis gezien in de betekenis van Wie heeft jou op de kermis gezien. [/v] | |||
informant | [a] Wel het jou op kermis seen. [/a] | |||
informant | [a] Wel het dei op de kermis seen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=022] Wat is de vertaling dus de zin er wil niemand niet dansen kwam niet voor. [/v] | |||
informant | [a] Er is geen een die dansen wil. [/a] | |||
veldwerker | [v=261] Wie denk je wie kan ook he. [/v] | |||
informant | [a] Ja. Wel denks wel _. [/a] | |||
veldwerker | [v=309] Ja en dat betekent ik heb geen zin om de koeien te voeren. [/v] | |||
informant | [a] Ik heb geen zin _. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] _ in de koeien te voeren. [/a] | |||
informant | [a] Ik heb geen zin om de koeien te voeren. [/a] | |||
veldwerker | [v=028] Vertel mij eens wie dat zij had kunnen roepen. U zei dat dat wel kon in het dialect. [/v] | |||
informant | [a] _ Wel dat zij ha kunnen ropen. Nou ik vind het geen dialect. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Wel of ze ha kunnen ropen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=029] Dat kan wel. [/v] | |||
veldwerker | [v=296] Zou hij dat daan hebben kund. Is dat een goede volgorde. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Zul hij dat daan kund hebben. [/a] | |||
informant | [a] Ja. dat zou nog aanvaardbaar zijn in het dialect. [/a] | |||
veldwerker | [v=350] Als je vergelijkt Ik weet dat hij gaan zwemmen is met Ik weet dat hij zwemmen gaan is. [/v] | |||
informant | [a] Geen van beiden. Nee. [/a] | |||
informant | [v=495] En dan wil je weten wat is de best aanvaardbare zin in ons dialect. [/v] | |||
veldwerker | [a] Ja. [/a] | |||
informant | [a] Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien. Dat in ieder geval niet. [/a] | |||
informant | [a] Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien. Die laatste is de beste volgens mij. [/a] | |||
veldwerker | [v=075] Ik vind dat iedereen moet kunnen zwemmen. Die kan wel he. [/v] | |||
informant | [a] Ik vond dat iedereen moet kunnen zwemmen. Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=084] En ik vind dat iedereen zwemmen moet kunnen. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja. Dat zou wel kunnen. [/a] | |||
veldwerker | [v=160] Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben. [/v] | |||
informant | [a] Ja dat kan wel. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben. [/a] | |||
informant | [a] _ maakt hebben mout. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen maakt mout hebben. Dat zou ook kunnen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=321] Met die rare jongen ben ik mee naar de markt geweest. Is dat goed. [/v] | |||
informant | [a] Nee. Met die rare jongen ben ik naar de markt weest. [/a] | |||
veldwerker | [v=530] Marie zei dat jij Piet een boek hebt geprobeerd te verkopen. [/v] | |||
informant | [a] Marie zei dat jij probeerd het Piet een boek te verkopen. [/a][/n] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
057 | Als zij zo gevaarlijk leeft, leeft ze niet lang meer | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
komt voor
: j vorm: az ze gevaarlijk leeft leef ze niet lang meer |
061 | Als jullie zo losbandig leven, dan leven jullie nooit zo lang als ik | Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
komt voor
: j vorm: az jullie losbandig leben dan leben jullie niet zo lang az ik |
071 | Als we sober leven, leven we gelukkig | Zoek een adjectief dat met een klinker begint, en een dat met een niet-nasale medeklinker begint. Beide opvragen.; Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
komt voor
: j vorm: az wij sober leben leben wij gelukkig |
140 | Zitten hier nergens geen muizen? | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...); Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. |
komt voor
: j |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
komt voor
: j |
218 | Ze geloven dat wij rijker zijn als zij | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...); Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. |
komt voor
: j vorm: zij geleuben dat wij rijker binnen dan zij |
219 | We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...); Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. |
komt voor
: j vorm: wij leuben dat jullie net zo slim binnen az wij |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: die zen |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: waar ze op |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: waarop |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
komt voor
: j vorm: Jan rookt niet meer |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
komt voor
: j vorm: zelfs hij kan dat niet oplossen |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: wij zin: meugen wij ... dat wij ook vraagd binnen |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: wij zin: meugen wij ... dat wij ook vraagd binnen |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n vorm: weis ook voor voor weer we krijgen morgen |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j zin: je weten wel dajje slim genoeg binnen |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
komt voor
: j vorm: mekaar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: j vorm: bij zich |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: j vorm: bij hom |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
komt voor
: n vorm: az u denkt dajje gezond leben leef dan vooral zo verder |
751 | Asse ze denken datte ze moeten gaan, dan gane ze maar (KOMT VOOR + VERTAAL). |
komt voor
: n vorm: az ze denken dat ze gaan motten dan gaan ze maar |
|
752 | An ze denken dan ze moeten gaan, gaan ze maar |
komt voor
: n vorm: az ze denken dat ze gaan motten dan gaan ze maar |
|
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
755 | Asse we horen datte we moeten gaan, gane we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n vorm: az we heuren dat wie gaan motten dan gaan wie |
|
756 | An we horen dan we moeten gaan, gaan we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n vorm: az we heuren dat wie gaan motten dan gaan wie |
|
760 | Asse jullie horen datte jullie nodig zijn, gane jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
761 | An jullie horen dan jullie nodig zijn, gaan jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ik gao |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gao ik |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az je gaat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gao je |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
komt voor
: j vorm: az u gaat |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
komt voor
: j vorm: gaat u |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az hij gaait |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaait hij |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ze gaait ze |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaait ze |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: azt gaait |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaait |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az wij gaon |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaon wij |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az jullie gaon |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaon jullie |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ze gaan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ga onmiddleijk vort |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen ik ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging jij ook |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen jij ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging ik niet |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen u ging |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging hij ook |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen hij ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging u ook |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen zij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging et niet |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen et ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: j vorm: toen wij gingen'n |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: j vorm: gingen jullie ook |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen jullie gingen |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gingen wij niet |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen ze gingen |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gingen ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: n |
|
807 | Marie zit te stoofpeer schillen. |
komt voor
: n |
|
808 | Marie zit te stoofperen schillen. |
komt voor
: n |
|
809 | Marie zit te piano spelen. |
komt voor
: j |
|
810 | Hij zit weer te voorzeggen. |
komt voor
: j |
|
812 | Hoe haal je het in je hoofd en gooi met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
813 | Hoe haal je het in je hoofd en gooien met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
814 | Hij heeft geen zin en voeren die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
815 | Hij heeft geen zin en voer die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
816 | Hij heeft geen zin en wegvoeren die koeien. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: hem |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: hom |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich toe |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: naar hom toe |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut