SAND-data Langelo (C146t)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Langelo |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]C146z[/k][h]169[/h][i]170[/i][vw]S[/vw][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Vertaal. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant | [a] Zij weet niet dat Marie gister steurven is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Zij weet niet dat Marie gisteren is gestorven. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet niet dat Marie gister steurben is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand heeft ooit wild of kund. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Vertaal. Jan had het hele brood wel willen opeten. [/v] | |||
informant | [a] Jan had het hele brood wel op willen eten. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Jan had het hele brood wel opeten wild. [/v] | |||
informant | [a] Jan had het hele brood wel opeten wild. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertaal. Vertel maar niet wie zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a] Vertel maar niet wie ze _ [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ wie ze ropen kunnen had. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. De timmerman heeft geen spijkers bij hem. [/v] | |||
informant | [a] De timmerman heeft geen spijkers bij hem. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant | [a] Erik leut mij voor zich werken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Erik leut mij voor hem werken. [/v] | |||
informant | [a] _ voor hem werken. Ja dat kan ook wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal. Johanna liet zich meedrijven op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Johanna let zich met drijven op de golven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal. Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal. Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant | [a] Eduard kent zichzelf goed. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Of kent hemzelf goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Vertaal. Ward heeft gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant | [a] Ward hef heurd dat er fotoos van hemzelf in de etalage staan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Ward hef heurd dat er fotoos van hem in de etalage staan. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Ward hef heurd dat er fotoos van hemzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant | [a] Ward hef heurd dat er fotoos van hemzelf in de etalage staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant | [a] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders hebben wollen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant |
[a] Azze nog drie jaar leeft leefte langer als zien va. [/a]
az e leeft e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Vertaal. Als ze zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
informant | [a] Az zij zo gevaarlijk leeft _ . [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ dan leeft ze nie lang meer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Vertaal. Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Azt nou nog leef leef et morgen ook. [/a]
az t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant | [a] Als jullie zo losbandig leben leef je niet zo lang als ik. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertaal. Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Azze voor et werk leben leben ze nie voor de kinder. [/a]
az ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] Az Rudy nog leeft leeft Leo ook. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Ajje gezond leeft leef je langer. [/a]
a je |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Vertaal. Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] Azzer zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven der veel van het werk in de fabriek. [/a]
az er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Vertaal. Als Pieter en Liesje in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | [a] Az Peier en Liesje in het paradijs leben dan leben Rosa en Frans in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leven leven we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Awwe eenvoudig leben leben we gelukkig. [/a]
a we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat minder bekrompen kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
informant | [a] Ik denk dat Marie hum zal moeten ropen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ik denk dat Marie hum ropen moet. [/a] | |||
informant | [a] Dat kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=188] Vertaal. Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen. [/v] | |||
informant |
[a] Hei genoeg volk om et hooi van et land te krijgen. [/a]
he i |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te komen werken. [/v] | |||
informant | [a] Het was mooi van Jan om te komen werken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Het was aardig van Jan om komen te werken. [/a] | |||
informant | [a] Het was aardig van Jan om komen te helpen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zwaar om te tillen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Deze ton is zwaar te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Deze ton is zwaar te tillen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij kan staan zeuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Hij kan staan te zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Ja. Hij kan staan te zeuren. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=199] Vertaal. Hij staat te zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij staat te zeuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal. Toen we aankwamen regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toen wij aankwamen regendet. [/a]
regende t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=215] Vertaal. K geloof dat ik groter ben dan hij. [/v] | |||
informant |
[a] Ik geloof dak groter ben az hij. [/a]
da k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/v] | |||
informant | [a] Zij gelooft dat jij eerder thuis bent dan ik. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Je gelooft toch niet dat hij sterker is dan jij. [/v] | |||
informant | [a] Je gelooft toch niet dat hij sterker is dan jij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze geloven dat wij rijker zijn dan zij. [/v] | |||
informant | [a] Ze geloven dat wij rijker bin dan zij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] Wij geloven dat jullie niet zo loos bint als wij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie geloven toch niet dat zij armer zijn dan jullie. [/v] | |||
informant | [a] Jullie geloven toch niet dat zie armer bent dan joe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn dan Geert en Peter. [/v] | |||
informant | [a] Hij leuft dat Louis en Jan sterker bint dan Geert en Peter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertaal. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De moder van de jongen die gister trouwd is die stond achter mij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] Vertaal. De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank waar ze op zaten die was pas verfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. De bank waarop ze zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank waarop ze waar ze op zaten was pas verfd. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
informant | [a] Wel geld het moet mij maar wat geven. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Die geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Dat komt op hetzelfde neer. Wel geld het moet mij maar wat geven. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie of die kan allebei. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok de deken naar zich toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Marie trok de deken over heur. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant | [a] Geen een mag et seen dus ik vind dat jij het ook niet seen mogen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet zien mag. [/v] | |||
informant | [a] Geen een mag het seen dus ik vind dat jij het ook niet seen mogen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=340] Vertaal. Het gebeurde toen je wegging. [/v] | |||
informant | [a] Het gebeurde toen je wegging. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=341] Vertaal. Ik weet waar je geboren bent. [/v] | |||
informant | [a] Ik weet waar je geboren bent. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=342] Vertaal. Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
informant | [a] Nou je klaar bent mag je furt gaan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de kerel die ze ropen hebt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de kerel die het verhaal verteld heef. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Dat is de man wie het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de kerel wovan ik denk datet verhaal verteld het. [/a]
dat et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant | [a] Dat is de kerel wovan ik denk dat ze hum ropen hebt. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=397] Vertaal. T schijnt dat ze niets mag eten. [/v] | |||
informant | [a] Het liekt dat ze niks eten mag. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Dat schijnt dat ze niets mag eten. [/v] | |||
informant | [a] T schient dat ze niks mag eten. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Ze schijnt dat ze niets mag eten. [/v] | |||
informant | [a] Nee . Dat komt niet voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Schijnt dat ze niets mag eten. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=403] Vertaal. T lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant | [a] T liek krek of der een in de tuin staat. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeken heb je gekocht. [/v] | |||
informant | [a] wat voor boeken he kocht. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heeft je op de kermis gezien. [/v] | |||
informant | [a] Wel het je op de kermis seen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Plaatje. Marie en Piet wijzen naar _. [/v] | |||
informant | [a] Marie en Piet wijzen naar mekaar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Plaatje. Toon wast _. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Toon wast zich of hem. [/a] | |||
informant | [a] Toon wast hum ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] Plaatje. Fons zag een slang naast _. [/v] | |||
informant | [a] Fons zag een slang naast zich naast hum. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=006] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Gisteren wandeldediede door het park. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat vind ik geen zin. [/a] | tagging | ||
informant |
[a=n] Gister leupe door het park of gisteren was e aan het wandelen in het park. [/a]
leup e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a=n] Gisteren wandelde die door het park. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=022] Komt deze zin in uw dialect voor. Vertaal. Er wil niemand niet dansen. [/v] | |||
informant | [a=n]. Nee. Die komt niet voor. [/a] | |||
informant | [a=n] Der wil geeneen dansen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Eddy moet kunnen vroeg opstaan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. [/a] | |||
informant | [a=n] Eddy moet vroeg opstaan kunnen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij wil geen soep niet meer eten niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ook niet. Hij wil geen soep meer hebben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Zitten hier nergens geen muizen. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja dat komt wel voor. Dat geen is een overbodig woord eigenlijk. | |||
informant | [a=j] Der zitten nergens geen muizen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=148] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja die komt wel voor. Iedereen is geen vakman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hij heeft overal geen vrienden. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Hij heeft overal geen vrienden. Ja dat komt wel voor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=260] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant | [a=j] Wat denk je wel ik in de stad tegen kommen ben. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=261] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost. [/v] | |||
informant | [a=j] Wat denk ieen hoe ze et op lost hebben. [/a] | Moeilijk te verstaan welke vorm de informant voor jullie kiest. Ieen? | tagging | |
hulpinterviewer | [v=262] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant | [a=n] Wel denk je dat ik in de stad tegen kommen ben. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=265] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost. [/v] | |||
informant | [a=n] Hoe denk je dat ze et op lost hebben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik heb geen zin in voeren de koeien. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Zo komtie niet voor. Ik heb geen zin in koeien voeren. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja dat kan. Marie al heur koeien bint verdronken bij de overstroming. Maar wij zullen zeggen. Alle koeien van Marie bint verdronken bij de overstroming. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=329] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik geloof deze jongen vinden ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik geloof dat ze deze allemaal wel een aardige jongen vinden. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=331] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Ik heb heel wat lopen gedaan. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik heel heel wat lopen daan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=353] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Persoon A vraagt Wil je nog koffie Jan. Jan antwoordt Jak. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat doen we niet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=355] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Hebben ze gegeten. Persoon B antwoordt Jaanze. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat hebben we ook niet. [/a] | tagging | ||
informant | [a=n] Persoon A zegt Hebben ze eten had. Pseroon B zegt Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=364] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Is hem dood. [/v] | |||
informant | [a=n] Is hem dood. Nee. Is ze dood of is hij dood. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=501] Komt deze zin voor in uw dialect. Vertaal. Marie zit te stoofperen schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Marie is aan het stoofperen schillen. [/a] | |||
informant | [a=n] Je kunt het ook omdraaien. Marie zit stoofperen te schillen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=502] Komt deze zin voor in uw dialect. Marie zit stoofperen en schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=028] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie dat zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=n] Vertel mij eens wel ze ropen kunnen had. [/a] | Met IPP | ||
informant | [a=n] Vertel mij eens wel ze ropen kund had. [/a] | Zonder IPP | tagging | |
hulpinterviewer | [v=029] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=n] Das eigenlijk hetzelfde. Vertel mij eens wel ze had kunnen ropen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=030] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Vertel mij eens wie of dat zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a=n] Allemaal hetzelfde. Vertel mij eens wel ze ropen kund had. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=296] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Zou hij dat gedaan hebben gekund. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Ook dat klopt niet. [/a] | |||
informant | [a=n] Zou hij dat daan kunnen hebben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=297] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Zou hij dat gedaan gekund hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Zo gebruiken wij die zin niet. Helemaal niet. Zou hij dat daan kunnen hebben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Die beide ges die gebruiken we niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=305] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Zou hij dat doen gekund hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Ongebruikelijk. [/a] | |||
commentaar | [meta][k]C146z[/k][h]169[/h][i]170[/i][vw]S[/vw][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=305] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. Zou hij dat doen gekund hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Ongebruikelijk. [/a] | |||
informant | [a=n] Zul hij dat daan kund hebben. [/a] | |||
informant | [a=n] Daan hebben kund. Dat kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=347] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij is gaan zwemmen. [/v] | |||
informant | [a] Ik weet dat hij zwemmen gaan is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=350] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij gaan zwemmen is. [/v] | |||
informant | [a] Die zin die komt wel voor. Ik weet dat hij gaan zwemmen is. Maar het is niet helemaal zoals we het normaal zeggen. We zullen het omdraaien. Ik weet dat hij zwemmen gaan is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=352] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik weet dat hij zwemmen gaan is. [/v] | |||
informant | [a] Ik weet dat hij zwemmen gaan is. Ja dat komt wel voor. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik weet dat hij he zwemmen gaan is. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ dattie he zwemmen gaan is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Komt deze zin voor in uw dialect. Hoe gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien. [/v] | |||
informant | [a] Dat is wel gebruikelijk. Ik denk dat je veel weggooien moeten. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien. [/v] | |||
informant | [a] Ik denk dat je veel weg zult moeten gooien. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ veel weg gooien moeten. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen moet kunnen zwemmen. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik vind dat iedereen zwemmen moet kunnen. Moet kunnen zwemmen kan allebei. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Komt deze zin voor in uw dialect. ik vind dat iedereen moet zwemmen kunnen. [/v] | |||
informant | [a=j] ook wel. Iedereen moet zwemmen kunnen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Wij zullen het zo niet zeggen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vond dat iedereen kunnen zwemmen moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Absoluut niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemmen kunnen moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Ik vind dat iedereen moet kunnen zwemmen of zwemmen moet kunnen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=084] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik vind dat iedereen zwemmen moet kunnen. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Das heel goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Ik weet dat Eddy morgen brood eten wil. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Komt deze zin voor in uw dialect. Boeken heeft Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt. [/v] | |||
informant | [a] Jan weet dat hij voor drie uur de wagen klaar moet hebben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=157] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben. [/v] | |||
informant | [a=j] _ moet maakt hebben. Kan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=160] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Dat kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=161] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat kan niet. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen maakt moet hebben. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Hij kuiert. Persoon B antwoordt Hij deut. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Hij kuiert. Persoon B antwoordt T doet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Kuiert hij. Persoon B antwoordt Ie deut. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij deut. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Komt ook voor. Persoon A vraagt Kuiert hij. Persoon B antwoordt Hij deut. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. Hij deut. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=245] Komt deze zin in uw dialect voor. De lamp doet niet meer branden. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Komt niet voor. De lamp brandt niet meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] De kinderen doen hier niet voetballen. [/v] | |||
informant | [a=n] Ook niet. De kinderen voetballen hier niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Branden doet de lamp niet meer. [/v] | |||
informant | [a=j] Branden deut de lamp niet meer. Ja dat kan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=246] Komt deze zin voor in uw dialect. Doet Marie elke avond dansen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Dat is hier niet gebruikelijk. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=247] Komt deze zin voor in uw dialect. Doe het brood even snijden. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ook niet. Snie het brood even. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Komt deze zin voor in uw dialect. Ik doe wel even de kopjes afwassen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ook niet. Ik ga wel even de kopjes afwassen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Komt deze zin voor in uw dialect. Dit denk ik niet aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Gebruiken we niet. Hier denk ik niet aan of daar denk ik niet aan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Komt deze zin voor in uw dialect. Die rare jongen ben ik mee naar de markt geweest. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. Dat kan. Die rare vent ben ik mit naar de mart weest. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=328] Komt deze zin voor in uw dialect. Jan vindt dat je moet zulke dingen niet geloven. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Zo klopt het niet. Jan vindt dat je zulke dingen niet geloven moet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=387] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Wanneer zal de wereldvrede komen. Persoon B antwoordt Nooit niet. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja kan. Nooit niet dat zeggen we wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=459] Komt deze zin voor in uw dialect. Hij heeft de bal gegooid in de mand. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Hij heeft de bal in de mand gooid. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=485] Komt deze zin voor in uw dialect. Persoon A vraagt Zal ik koken. Persoon B antwoordt Dat doe maar. [/v] | |||
informant | [a=n] Doe dat maar. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=486] Komt deze zin voor in uw dialect. Dat boek beloof mij dat je nooit meer zult verstoppen. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee | |||
hulpinterviewer | [v=487] Komt deze zin voor in uw dialect. Wat zeg mij dat je gekocht hebt. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Gebruiken we niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=513] Komt deze zin voor in uw dialect. Zo een vrouw een kun je maar beter niet tegenspreken. [/v] | |||
informant | [a=n] Zoon vrouw kun je maar beter niet tegen praten. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=514] Komt deze zin voor in uw dialect. Zo een mens een heeft altijd wat om over te klagen. [/v] | |||
informant | [a=n] Die een gebruiken wij er niet tussen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=515] Komt deze zin voor in uw dialect. Jij bent ook een rare een. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Jij bent ook een rare. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Komt deze zin voor in uw dialect. Marie zei dat jij Piet een boek hebt geprobeerd te verkopen. [/v] | |||
informant | [a=n] Marie zei dat je probeerd het Piet een boek te verkopen. [/a] | |||
informant | [a=n] Maar in die opbouw gebruiken we dat niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=531] Komt deze zin voor in uw dialect. Wim dacht dat ik Els had geprobeerd een cadeau te geven. [/v] | |||
informant | [a=j] Wim dacht dat ik Els probeerd had een boek een cadeau te geven. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=532] Komt deze zin voor in uw dialect. Karel weet dat jij hebt geprobeerd Marie een boek te verkopen. [/v] | |||
informant | [a=j] Karel weet dat jij probeerd het Marie een boek te verkopen. [/v] | tagging | ||
veldwerker | [n] [v=035] Kan je daar ook zeggen Jan herinnert hem dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Ja. Jan herinnert hem dat verhaal wel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=042] Kan je ook zeggen Toon bekeek hemzelf. [/v] | |||
informant | [a] Toon bekeek hemzelf in de spiegel ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=053] _ zoals mijn ouders willen. Is dat wel zoals je het zou zeggen. [/v] | |||
informant | [a] Als ik zuinig leef leef ik wel zoals mij ouders dat hebben willen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. Zit daar nog een verschil tussen zij en ze. Zijn dat andere woorden. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ze is meer gebruikelijk. [/a] | |||
veldwerker | [v=217] Je gelooft zeker niet dat hij sterker is dan jij. Kan je daar ook als gebruiken. [/v] | |||
informant | [a] Ja. Als jij kan ook. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=000] En voor jullie zeg je daar joe voor. [/v] | |||
informant | [a] Als we het over het meervoud hebben zeggen we toch jullie. [/a] | |||
veldwerker | [v=000] En joe is zowel enkelvoud als meervoud. [/v] | |||
informant | [a] Met jullie heb je een groep. [/a] | |||
veldwerker | [v=221] U komt dus niet zo vaak voor. [/v] | |||
informant | [a] Nee. Dat moet meer uit Holland komen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Dat doen we wel tegen vreemde mensen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=249] Nog even over De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. Kan je zeggen De jongen van wie de moeder gisteren hertrouwd is. [/v] | |||
informant | [a] _ van wel de moeder gister hertrouwd is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=249] En niet De jongen wie de moeder gister hertrouwd is. [/v] | tagging | ||
informant | [a] De jongen wel zie moeder ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=249] En de jongen die ze moeder gister hertrouwd is. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja die kan wel. [/a] | |||
veldwerker | [v=250] De bank waarop ze zaten is die ook goed. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=259] Die geld heeft moet mij maar wat geven. Komt dat zo voor. [/v] | |||
informant | [a] Die dat kan ook wel. Die geld heeft kan mij maar wat geven. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=372] Kan je ook zeggen Dat is de man die ik denk dat die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
veldwerker | [v=372] Of Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. [/v] | |||
informant | [a] Dat het verhaal verteld heeft. Ja dat kan wel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. Kan die zo voorkomen. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=373] Dan wordt het _. [/v] | |||
informant | [a] Dat is man waarvan ze denkt dat ie geropen heeft. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=397] Maar niet Dat liekt dat ze niks eten mag. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=398] En ook niet Ze liekt dat ze niks eten mag. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=526] Wie heeft jou op de kermis gezien. Dat wordt _. [/v] | |||
informant | [a] Wel hef joe op de kermis seen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=000] Je hebt joe en je. De onbeklemtoonde vorm is je. [/v] | |||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=262] Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. Twee keer wie. Kan dat. [/v] | |||
informant | [a] Kan. [/a] | |||
informant | [a] Wel denk je wel ik in de stad ontmoet heb. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Als je kiezen moet dan is die tweede er niet bij. [/a] | |||
informant | [a] Maar ik zeg niet dat het nooit voorkomt. [/a] | |||
veldwerker | [v=265] Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost. Dus twee keer hoe. [/v] | |||
informant | [a] Ja wel. Hou denk je hou ze oplost hebben. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=329] Ik geloof deze jongen vinden ze allemaal wel aardig. Komt die zo voor. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja. [/a] | |||
informant | [a] Er moet wel dat in. Ik geloof dat ze die jongen wel aardig vindt. [/a] | |||
veldwerker | [v=028] Vertel me eens wie dat ze had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a] Vertel me wel ze_ wel dat ze had kunnen roepen. Toch niet zo gebruikelijk. Die dat niet. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=029] Wie of dus wel of. [/v] | |||
informant | [a] Wel of ze had kunnen roepen. Ja wel of kan ook. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=030] En wel of dat. [/v] | |||
informant | [a] Nee dat kan niet. Die dat niet. [/a] | |||
veldwerker | [v=296] Zou hij dat daan hebben kund. Kan dat voorkomen. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=297] En daan kund hebben. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Daan kund hebben. [/a] | |||
informant | [a] Zou hij dat daan kunnen hebben. Ja kan ook. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=000] Daan hebben kunnen. Kan die ook. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=296] Dus dan wordt het daan hebben kund. [/v] | |||
informant | [a] Daan hebben kund ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=297] En zou hij dat daan kund hebben. [/a] | |||
informant | [a] Ja. Zou hij dat daan kund hebben. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=347] Is gaan zwemmen. Komt dat niet voor. [/v] | |||
informant | [a] Dat hij zwemmen gaan is. [/a] | |||
informant | [a] Wij zeggen niet _. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] _ hij is gaan zwemmen. [/a] | |||
veldwerker | [v=352] Dus het is altijd Zwemmen gaan is met of zonder heen ervoor. [/v] | |||
informant | [a] Heen zwemmen ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=350] En Ik weet dat hij gaan zwemmen is Komt wel voor. [/v] | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=495] Dan nog even over die Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien. Ik lees er drie op en dan moet u zeggen welke de gebruikelijkste is. [/v] | |||
veldwerker | [v=495] Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien. Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien. Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ken alledrie. [/a] | |||
informant | [a] Maar die laatste dat is niet gebruikelijk. Dat is te deftig. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Die eerste is het gebruikelijkste. [/a] | |||
informant | [a] Ik denk dat je veel weg zul moeten gooien. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=495] En Ik denk dat je veel zult weg moeten gooien. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Kan wel maar het wordt niet gebruikt. [/a] | |||
veldwerker | [v=495] Dus die eerste is het meest gebruikelijk en die derde is ook niet goed. [/a][/n] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
006 | Gisteren wandeldiede door het park |
komt voor
: n |
|
018 | Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is | Komt ook voor: 1. 'gestorven is/is gestorven', 2. 'heeft gestorven/gestorven heeft', 3. 'ze'n weet niet ...'.; Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen.Als variant met 'en' voorkomt, vragen als 'komt voor':; 'Pas op dat je niet en valt.' |
komt voor
: j vorm: overleden is |
018 | Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is | Komt ook voor: 1. 'gestorven is/is gestorven', 2. 'heeft gestorven/gestorven heeft', 3. 'ze'n weet niet ...'.; Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen.Als variant met 'en' voorkomt, vragen als 'komt voor':; 'Pas op dat je niet en valt.' |
komt voor
: j vorm: is overleden |
029 | Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen | Komt deze zin met 'wie of' voor? |
komt voor
: j |
156 | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt | clustervolgorde handhaven in vertaling door hulpinterviewer |
komt voor
: j |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
komt voor
: j |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: wie zien moeder |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: j vorm: die zien moeder |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: waar dat ze |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: daar |
309 | Ik heb geen zin en voeren de koeien |
komt voor
: n |
|
339 | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien | Volgorde die hulpinterviewer niet gebruikt, in laten spreken als 'komt voor' en dan alleen het laatste deel:; 'Ik vind dat jij het ook niet zien mag/mag zien.' |
komt voor
: j vorm: mag zien |
339 | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien | Volgorde die hulpinterviewer niet gebruikt, in laten spreken als 'komt voor' en dan alleen het laatste deel:; 'Ik vind dat jij het ook niet zien mag/mag zien.' |
komt voor
: j vorm: zien mag |
371 | Dat is de man wie het verhaal heeft verteld |
komt voor
: j |
|
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: n |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: j |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
495 | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien; Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien; Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien | Als gegeven volgorde niet voorkomt, volgorde aanpassen:; -'weg zou gooien moeten'; -'zou weggooien moeten'; -'weggooien moeten zou'; -'weggooien zou moeten' |
komt voor
: j vorm: weg zou moeten gooien |
495 | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien; Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien; Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien | Als gegeven volgorde niet voorkomt, volgorde aanpassen:; -'weg zou gooien moeten'; -'zou weggooien moeten'; -'weggooien moeten zou'; -'weggooien zou moeten' |
komt voor
: j vorm: zou weg moeten gooien |
495 | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien; Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien; Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien | Als gegeven volgorde niet voorkomt, volgorde aanpassen:; -'weg zou gooien moeten'; -'zou weggooien moeten'; -'weggooien moeten zou'; -'weggooien zou moeten' |
komt voor
: j vorm: zou moeten weggooien |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. |
komt voor
: n |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
komt voor
: j vorm: Jan rookt niet meer |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
komt voor
: j vorm: zelfs hij kan dat niet oplossen |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: we zin: mogen we wel weten waarom wij ook gevraagd bint |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
komt voor
: j vorm: wij zin: mogen we wel weten waarom wij ook gevraagd bint |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: n vorm: weet je |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: n zin: je weet wel daj slim genoeg bint |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: j vorm: zullie |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
komt voor
: j vorm: mekaar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
komt voor
: j vorm: bij em |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
komt voor
: n |
751 | Asse ze denken datte ze moeten gaan, dan gane ze maar (KOMT VOOR + VERTAAL). |
komt voor
: n vorm: az ze denke dan gaan ze maar |
|
752 | An ze denken dan ze moeten gaan, gaan ze maar |
komt voor
: n vorm: az ze denke dan gaan ze maar |
|
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
komt voor
: n |
755 | Asse we horen datte we moeten gaan, gane we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n vorm: az we horen dat we moeten gaan dan gaan we |
|
756 | An we horen dan we moeten gaan, gaan we. (KOMT VOOR + VERTAAL) |
komt voor
: n vorm: az we horen dat we moeten gaan dan gaan we |
|
760 | Asse jullie horen datte jullie nodig zijn, gane jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
761 | An jullie horen dan jullie nodig zijn, gaan jullie meteen. |
komt voor
: n |
|
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ik gao |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaok |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: aj gaat |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaj |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
komt voor
: j vorm: aj gaat |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
komt voor
: j vorm: dan gaaj |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az hij gaat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaatie |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ze giet |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ze gaat |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan giet ze |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gaat ze |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: azt giet |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gietet |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: as we gaan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaan wie |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az jullie gaan |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaan jullie |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: az ze gaan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: dan gaan ze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ga onmiddelijk weg |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen ik ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging jij ook |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen jij ging |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging ik niet |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen u ging |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging hij ook |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen hij ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging u ook |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen zij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen gingt niet |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toent ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: ging ze |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: j vorm: toen wij gingen |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: j vorm: gingen jullie ook |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen jullie giingen |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: gingen wij niet |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen ze gingen |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: toen gingen ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: j |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: n |
|
812 | Hoe haal je het in je hoofd en gooi met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
813 | Hoe haal je het in je hoofd en gooien met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
814 | Hij heeft geen zin en voeren die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
815 | Hij heeft geen zin en voer die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
816 | Hij heeft geen zin en wegvoeren die koeien. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: hem |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: hem |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zichzelf |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zen eige |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: zich |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
komt voor
: j vorm: hem |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut