SAND-data Groningen (C108p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Groningen |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]C108p[/k][h]368[/h][i]369[/i][vw]MH[/vw][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Vertaal. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | |||
informant | [a] Ze weet neit dat Margriet gister dood goan is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Vertaal. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant |
[a] Geenein hedda wild. [/a]
hed da |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wel willen op eten. [/v] | |||
informant | [a] Jan vreet zen hele brood op. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Jan hadt hele brood wel wiln op eetn. [/a]
had t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertaal. Vertel maar niet wie zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a] Vertel mie neit wel zij ken roepn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertaal. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
informant | [a] Jan herinnert zien verhaal wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan herinner zich dat verhaal wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] Vertaal. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant | [a] De timmerman he geen spijkers bij zich. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertaal. Erik liet mij voor zich werken. [/v] | |||
informant | [a] Hij liet zich veur zich werkn Erik. [/a] | |||
informant | [a] Erik liet veur zich werkn. [/a] | ch klank is heel licht maar hoorbaar. | ||
informant | [a] Erik liet veur zie werkn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=041] Vertaal. Johanna liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Johanna liet zich met driebn op zie golvn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Vertaal. Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant | [a] Toon keek zich in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertaal. Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant | [a] Erik ken zichzelf goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Vertaal. Ward heef gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant | [a] Ward het heurd _ [/a] | Inf verspreekt zich een beetje. | tagging | |
informant |
[a] datter foto van ziezelf in de etalage stoat. [/a]
dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Vertaal. Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant |
[a] Azik zuinig leef leef ik zoas mien ouders da wiln. [/a]
az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertaal. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
informant | [a] As hij nog drie jaar langer leeft _ [/a] | |||
informant |
[a] As hij nog drie jaar leeft leeft hij nog langer assien vader. [/a]
as sien |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=057] Vertaal. Als zij zo gevaarlijk leeft leefse niet lang meer. [/v]
leef se |
|||
informant |
[a] Asse zo _ [/a]
as se |
|||
informant |
[a] Assij zo gevaarlijk leeft _ [/a]
as sij |
tagging | ||
informant |
[a] _ leefse neit lang meer. [/a]
leef se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Vertaal. Als het nu nog leeft dan leeft et morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Asset nu nog leeft dan leefset morgen ook nog. [/a]
as et leefs et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertaal. Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] As jullie zo losbandig leebn dan leebn joe neit zo langer azik. [/a]
az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertaal. Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Asse neit veur heur werk leebn leebnsook neit veur de kinder. [/a]
as se leebn s ook |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertaal. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog leeft leeft Leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertaal. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant |
[a] Ast gezond leefst leefst nog langer. [/a]
as t leefs t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Vertaal. Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant | [a] As zo veel mensn in de landbouw leven werkn meest mensn nog in de fabriek. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=070] Vertaal. Als Pieter en Liesje in het paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant | [a] As Pieter en Roosje in een paradijs leebn _ [/a] | tagging | ||
informant | [a] As Pieter en Liesje in et paradijs leebn _ [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ dan leve Rosa en Frans in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertaal. Als we sober leven dan leven we gelukkig. [/v] | |||
informant |
[a] Awwe zo leebn leebn we gelukkig. [/a]
aw we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Vertaal. Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
informant | [a] Leebn wa gezonder Jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertaal. Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef meer bekrompen kinderen. [/a] | minder Gronings. | tagging | |
hulpinterviewer | [a] Leef wat minder bekrompn kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Vertaal. Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
informant | [a] Ik denk dat Marie heur of hem mot roepn of roepn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Vertaal. Heb je genoeg mensen om hooi van het land te hale. [/v] | |||
informant |
[a] Hest genoeg mense omp hooi vant land af te haaln. [/a]
hes t van t |
omp | tagging | |
hulpinterviewer | [v=189] Vertaal. Het was aardig van Jan om te komen werken. [/v] | |||
informant | [a] Het is aardig van Jan om kom te werkn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=190] Vertaal. Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant | [a] Deze tonne is zwaar om te draagn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Vertaal. Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij ken staan te zeurn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=200] Vertaal. Toen we aan kwamen regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toewe aan kwamn begont te reegn. [/a]
toe we t te |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Vertaal. Kgeloof dadik groter ben dan hij. [/v]
k geloof dad ik |
|||
informant |
[a] Ik geloof dadik groter ben as hom. [/a]
dad ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertaal. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Zij geloof dadik eerder thuis ben azik. [/a]
dad ik az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertaal. Je geloof zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant |
[a] Du geloofs zeker neit dasdu sterker bist as hom. [/a]
das du |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Vertaal. Ze geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant |
[a] Ze geloobn dawwe rijker binn assij. [/a]
da we as sij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertaal. We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant |
[a] Ze geloof neit dasso slim bist as wie. [/a]
das o |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Vertaal. Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
informant | [a] Du geloofst neit _ [/a] | tagging | ||
informant |
[a] _ dasse armer binn as jullie. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] Vertaal. U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/a] | |||
informant | [a] Du geloofs dat Lisa even mooi is az Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertaal. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn als Geert en Pieter. [/v] | |||
informant | [a] Hij gelooft dat Louis sterker is as Geert as Pieter. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ of as Pieter as Geert. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De jong wie zie moe gisteren hertrouwd is stond achter mie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ wels moe wel zie moe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] De bank waarop ze zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant |
[a] De bank waarzop zatn was net verfd. [/a]
waar z op |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=259] Vertaal. Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
informant | [a] Wel geld heeft mo mij maar wa geebn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=273] Vertaal. Marie trok de dekens naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] Marie trok al de deken noa mie tou. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=339] Vertaal. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Nieman mag et zien dus ik vin ook datstoe et neit mag zien. [/a]
dats toe |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Komt de volgende zin ook voor. Dus ik vin dastoe et ook neit zien magst. [/v]
das toe |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=340] Vertaal. Het gebeurde toen jij weg ging. [/v] | |||
informant |
[a] He gebeurde toenstoe weg gingst. [/a]
toens toe |
n wordt niet heel duidelijk uitgesproken maar ik dacht m wel te horen. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=341] Vertaal. Ik weet waar je geboren bent. [/v] | |||
informant |
[a] Ik weit woarstoe geboren bist. [/a]
woars toe |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=342] Vertaal. Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
informant |
[a] Noustoe klaar bist magstoe gaan. [/a]
nous toe mags toe |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=370] Vertaal. Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man die ze roepn hemn. [/a]
da s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertaal. Dat is de man die et verhaal heef verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Dadis de man die et verhaal het verteld. [/a]
dad is |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat et verhaal heef verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man woar ik van denk dadie verhaal hef verteld. [/a]
da s dad ie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Vertaal. Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben. [/v] | |||
informant |
[a] Das de man woar ik van denk dasse roepn hemn. [/a]
da se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=397] Vertaal. Tschijnt dat ze niets mag eten. [/v]
t schijnt |
|||
informant | [a] He schijn dasse niets mag eetn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=403] Vertaal. Tlijkt wel of tussen haakjes er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant |
[a] Et lijk wel datter ene in de tuine staat. [/a]
dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Vertaal. Wat voor boeken heb je gekocht. [/v] | |||
informant |
[a] Waveur boekn hestoe kocht. [/a]
wa veur hes toe |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Vertaal. Wie heef je op de kermis gezien. [/v] | |||
informant |
[a] Wel hestoe op de kermis zein. [/a]
hes toe |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Plaatje. Marie en Piet wijzen naar _ [/v] | |||
informant | [a] _ noa mekoar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Plaatje. Toon wast _ [/v] | |||
informant | [a] Teun dobbe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=039] Plaatje. Fons zag een slang naast _ [/v] | |||
informant |
[a] Fons zag een slang noassich. [/a]
noas sich |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=006] Komt deze zin voor in uw dialect. Gisteren wandeldiede door het park. [/v] | |||
informant | [a=n] Gisteren wandelde die deur et park. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=022] Kom deze zinne veur in dien dialect. Vertaal. Er wil niemand niet dansen. [/v] | |||
informant | [a=n] Er wil niemand dansn. [/a] | hulpinterviewer had ook al aangegeven dat niemand niet niet voor kan komen. | ||
hulpinterviewer | [v=023] Kom deze zinne veur in dien dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Els wil niet dansen en ze wil niet zingen ook niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Els wil nie dansn en ze wil ook neit zingn. [/a] | |||
veldwerker | [v] Dus op deze manier komt ie niet voor. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Kom deze zinne veur in dien dialect. Vertaal. Eddy moet kunnen vroeg op staan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Eddy moet vroeg op staan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Kom deze zinne veur in dien dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Hij wil geen soep niet meer eten niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee he. Hij wil geen soep eetn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=140] Komt deze zinne veur in et dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zitten hier nergens geen muizen. [/v] | |||
informant | [a=j] Zitn hier nergens geen muizen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=148] Kom deze zinne veur in dien dialect. Vertaal. Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
informant | [a=j] Iedereen is gein vakman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Komt deze zin ook veur in uw dialect. Vertaal. Hij heeft overal geen vrienden. [/v] | |||
informant | [a] Hij he gein vriende overal. Zo zeg ik dat. [/a] | |||
veldwerker | [v] Dus op deze manier komt ie niet voor. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=260] Kom deze zin ook veur in uw dialect. Vertaal. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Wel denkstoe wel ik in de stad ontmoet heb. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=261] Kom deze zin ook veur in uw dialect. Vertaal. Wat denken jullie hoe ze het hebben op gelost. [/v] | |||
informant | [a] Hou denkstoe da jullie hebn op lost. [/a] | tagging | ||
informant | [a=n] Die komp nie veur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=262] Kom deze zinne veur in uw dialect. Vertaal. Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant |
[a=j] Wel denkstoe wel ik in de stad ontmoet heb. [/a]
denks toe |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=265] Kom deze zin ook veur in uw dialect. Vertaal. Hoe denk je hoe ze het hebben op gelost. [/v] | |||
informant |
[a=j] Die wel opgelost maar dan. Hou denkstoe houze dat heb op lost. [/a]
denks toe hou ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=309] Kom deze zinne veur in dien dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik heb geen zin en voeren de koeien. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik heb gein zin in voern te koein. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Zo zegn wij et nooit he. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Kom deze zinne veur in uw dialect. Vertaal. Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming. [/v] | |||
informant | [a=j] Marie al heur koein binn verdronken bie de overstroming. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Dus het is wel een goeie zin deze. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Kom deze zinne veur in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik zei nog tegen haar. Ik geloof deze jongen vinden ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
informant | [a] Ik zei teegn heur ik geloof da deze jong vindn dasse allemaal wel aardig. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=331] Kom deze zin veur in dien dialect. Vertaal. Ik heb heel wat lopen gedaan. [/v] | |||
informant | [a=j] Ik heb heel veel loopn doan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=353] Kom deze zinne veur in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon a vraagt. Wil je nog koffie Jan. Jan antwoordt jaak. [/v] | |||
informant |
[a=n] Wilstoe nog koffie Jan. En Jan antwoordt ja. [/a]
wils toe |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=355] Kom deze zin veur in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon a vraagt hebbe ze gegeten. Persoon b antwoordt jaanze. [/v] | |||
informant |
[a] Hebnzal eetn doan. [/a]
hebn z al |
tagging | ||
informant | [a=n] Nee jaanze zegn wie neit. Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=365] Kom deze zin voor in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertaal. Hem is dood. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hijs dood. [/a]
hij s |
|||
hulpinterviewer | [v=501] Kom deze zin veur in uw dialect. Vertaal. Marie zit te stoofperen schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Marie zit stoofpeern te schiln. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=502] Kom deze zinne veur in dien dialect. Vertaal. Marie zit stoofperen en schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Marie zit stoofpeern te schiln. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=029] Komt deze zin veur in dien dialect. Hou gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen. [/v] | |||
informant | [a] Vertel mie eens xxx maar even wie hij of zij ken roepn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=296] Kom deze zinne veur in uw dialect. Hou gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou hij dat gedaan hebben gekund. [/v] | |||
informant | [a] Zol hij dat doan hemn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Zoiets zegn wij dus niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v] Maar als het met drie werkwoorden moet. Dus met doen hebben en kunnen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=297] Komt deze zinne veur in uw dialect. Hou gebruikelijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou hij dat gedaan gekund hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Zol hij dat doan kenn. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=305] Komt deze zinne veur in uw dialect. Hou gebruiklijk is deze zin in uw dialect. Vertaal. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou hij dat doen gekund hebben. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Zol hij dat doan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=347] Komt deze zinne veur in dien dialect. Hou gebruikelijk is deze zin in dien dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik weit dat hij is gaan zwemn. [/v] | tagging | ||
veldwerker | [v] Is dit een goede zin? [/v] | |||
informant | [a=j] Mmm. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=350] Kom deze zinne veur in et dialect. Hou gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik weit dat hij gaan zwemn is. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=352] Komt deze zinne veur in uw dialect. Hou gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik weit dat hij zwemn gaan is. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
commentaar | infinitief of voltooid deelwoord? | |||
informant | [a] Ik weit dat hij zwemn goan is. Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=495] Kom deze zinne veur in uw dialect. Hou gebruikelijk is deze zin in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ik denk das veul weg zols moetn gooin. [/v]
da s |
tagging | ||
informant | [a=j] Mmm. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat je veul zou motn weg gooin. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ik denk das veul zol weg motn gooin. [/v]
da s |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Komt deze zinne veur in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik vin dat iederenene mot kunn zwemn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Ik vin da dat klopt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=077] Kom deze zinne veur in uw dialect. Ik vinne dat iederenene mot zwemm kunn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Kom deze zinne veur in uw dialect. Ik vin dat iederenene kunn zwemn mot. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a=n] _ mot kunn zwemn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=082] Kom deze zinne veur in uw dialect. Ik vin dat iederenene zwemm kenn mot. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Iederein mot zwemn kunn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=084] Kom deze zinne veur in uw dialect. Ik vin dat iederenene zwemn mo kunne. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Kom deze zinne veur in uw dialect. Ik weit dat Eddy morgen wil brood eetn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Ik weit da Eddy morgen brood kom eetn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Kom deze zinne veur in uw dialect. Boekn heef Jan drie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a=n] Jan hef drie boekn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Kom deze zinne veur in uw dialect. Jan weit dat hij veur drie uur de wagen mot hebben emaakt. [/v] | |||
informant | [a] Jan weit dat hij veur drie uur de wagen mot gemaakt hemn. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=157] Kom deze zin veur in uw dialect. Jan weit dadde veur drie uur de wagen mot maakt hemn. [/v]
dad de |
|||
informant | [a=j] Maakt hemn. Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=160] Kom deze zinne veur in uw dialect. Jan weit dadde veur drie uur de wagen maakt mot hemn. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=161] Kom deze zinne veur in uw dialect. Jan weit dadde veur drie uur de wagen maakt hemn mot. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Kom deze zinne veur in uw dialect. Persoon a vraag hij slaapt. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon b antwoordt hij doet. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Hij duttet zegn wie dan. [/a]
dut et |
doet het | ||
hulpinterviewer | [v=228] Kom deze zinne veur in uw dialect. Persoon a vraagt hij slaapt. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Persoon b antwoordt tdut. [/v]
t dut |
|||
informant | [a] Hij slaapt. Hij dut. [/a] | hij dut als in doet een dutje of hij doet? | ||
hulpinterviewer |
[v=243] Kom deze zinne veur in dien dialect. Persoon a vraagt slaapte. [/v]
slaapt e |
|||
hulpinterviewer | [v] Persoon b antwoordt hij dut. [/v] | |||
informant |
[a=n] Hij duddet. [/a]
dud et |
|||
veldwerker | [v] Oke maar op deze manier dus niet? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Kom deze zinne veur in uw dialect. De lampe duut neit meer brandn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De kinder doun hier neit voetbaln. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. De kinder motn hier neit voetbaln. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Brandn dut de lampe neit meer. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Kom deze zinne veur in uw dialect. Duut Marie elke avond dansn. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
commentaar | Komt dan waarschijnlijk toch niet voor. Daarom niet met a=j gecodeerd. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Goat Marie elke avond dansn. [/a] | |||
informant |
[a] Dusset al weer. Zitter ook in. [/a]
du se t zit er |
|||
informant |
[a] Ik zou zegge. Gaasse weer elke avond dansn. [/a]
gaa se |
|||
hulpinterviewer | [v=247] Kom deze zinne veur in uw dialect. Duu et brood even snijn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Goat brood even snijn. [/a]
goa t |
|||
hulpinterviewer | [v=248] Kom deze zinne veur in uw dialect. Ik dou wel even de koppies af wasn. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Ik goa de koppies wel even af wasn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Komt deze zinne veur in uw dialect. Dit denk ik neit aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Doar denk ik neit aan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Kom deze zinne veur in uw dialect. De rare jongens ben of hem ik mee naar de markt weest. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Die rare jongen doa ben ik met noa de markt weest. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=328] Kom deze zinne veur in uw dialect. Jan vindt dat je moet zulke dingn neit geloobn. [/v] | |||
informant |
[a=n] Jan vindt dastoe zulke dingn neit moes geloobn. [/a]
das toe |
|||
hulpinterviewer | [v=387] Kom deze zinne veur in uw dialect. Persoon a vraagt. Wanneer zal de wereldvrede koomn. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon b antwoordt nooit neit. [/v] | tagging | ||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Zoiets zeg je dan wel eens. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=459] Kom deze zinne veur in uw dialect. Hij hedde bal gooid in de mand. [/v]
hed de |
tagging | ||
informant | [a=j] Jawel. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=474] Kom deze zinne veur in uw dialect. Ten was maar net goed genoeg. [/v]
t en |
|||
informant | [a=n] Nee. Het was maar net goed genoeg. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=485] Kom deze zinne veur in uw dialect. Persoon a vraagt zal ik kookn. Persoon b antwoordt da doe maar. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Da dou maar. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=486] Kom deze zinne veur in uw dialect. Boek beloof mie dat je nooit meer zult verstopn. [/v] | |||
informant |
[a=n] Na da zegs neit. [/a]
zeg s |
|||
hulpinterviewer |
[v=487] Kom deze zinne veur in uw dialect. Wa zegsmie dats toe kocht hes. [/v]
zegs mie dat s |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Da zegn wie neit. Wat hest veur mie kocht. [/a]
hes t |
|||
hulpinterviewer | [v=513] Kom deze zinne veur in uw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zo een vrouw een kun je maar beter neit teegn spreekn. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Want zo zegn wiet neit. [/a]
wie t |
|||
hulpinterviewer | [v=515] Kom deze zinne veur in uw dialect. Dou bist ook een rare ene. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Maar die ene komter neit achter. [/a]
komt er |
|||
hulpinterviewer | [a] Du bist ook een rare. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Kom deze zinne veur in uw dialect. Marie zei dastou Piet een boek hest probeer te verkoopn. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v= 531] Kom deze zinne veur in uw dialect. Wim dacht dadik Els had probeerd een cadeau te geebn. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=532] Kom deze zinne veur in uw dialect. Karel weit dastoe hest probeerd Marie een boek te verkoopn. [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja. Mooi he. Prachtig. [/a] | Niet echt duidelijk antwoord. | ||
commentaar | [meta][k]C108p[/k][h]368[/h][i]369[/i][vw]MH[/vw][/meta] | |||
veldwerker | [n] Ik had nog wel een aantal vraagjes. | |||
veldwerker | [v=025] Niemand heeft dat ooit gekund. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dadhe geenene kend. [/a]
dad he |
dat heeft | tagging | |
veldwerker | [v=046] Ward heeft gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ward het heurd datter fotoos van hom in de etalage staan. [/a]
dat er |
tagging | ||
veldwerker | [v] Van hemzelf kan dat ook? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee dat zegn wij niet. [/a] | |||
veldwerker | [v=069] Dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] _ dan leebn er veel mensn van werk in de fabriek. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=070] En. Leven Rosa en Frans in de hel? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Leebn Rosa en Frans in de hel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik denk dat Marie em zal moetn roepn. [/a] | |||
veldwerker | [v=189] Het was aardig van Jan om te komen werken. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Tis aardig van Jan om te koomn werkn. [/a]
t is |
tagging | ||
veldwerker | [v] Want u zei net. Het was aardig van Jan om komen te werken. [/v] | |||
commentaar | Informant ontwijkt de vraag een beetje. | |||
informant |
[a] Tis aardig da Jan hier kom te werkn. [/a]
t is |
tagging | ||
veldwerker | [v=200] Toen we aan kwamen regende het. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Toenwaan kwaamn regendet. [/a]
toen w aan regende t |
tagging | ||
veldwerker | [v=215] Ik geloof dat ik groter ben als hij of dan hij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik geloof dadik groter ben dan dei. [/a]
dad ik |
tagging | ||
veldwerker | [v] Dei is toch jij? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] _ as hij is dat dan. [/a] | |||
veldwerker | [v] En as hom kan dat ook? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Ik geloof dast groter bist as hom. Ja da ken ook. [/a]
das t |
weliswaar in tweede persoon maar het gaat hier om hom. | ||
veldwerker | [v] En dat ik is dat dak of is dat dadik. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Dadik. [/a] | |||
veldwerker | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Zij geloof dastoe eerder thuis bis azik. [/a]
das toe az ik |
tagging | ||
veldwerker | [v=217] _ dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dou geloof zeker neit dadde sterker is as dei. [/a]
dad e |
tagging | ||
informant | En du bis sterker as mij. | |||
veldwerker | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wij geloobn dat jullie neit zo slim binn as wij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=218] Ze geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
veldwerker |
[v] Nou vertaalde u met assij maar kan het ook met assullie zijn? [/v]
as sij as sullie |
|||
hulpinterviewer | [a] Ze geloobn _ [/a] | tagging | ||
informant |
[a] _ da wij rijker binn assij. [/a]
as sij |
tagging | ||
veldwerker | [v=250] De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant |
[a] De bank woarzop zaatn was net verfd. [/a]
woar z op |
|||
hulpinterviewer | Hij zeg bank wij zegn banke. | |||
veldwerker | [v] En waarop ze zaten. Kan dat ook? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] De banke woarop ze zaatn was pas verfd. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | [a] _ noa zich tou. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=342] Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
informant |
[a] Noustoe klaar bis mags gaan. [/a]
nous toe |
tagging | ||
veldwerker | [v] En kan het ook. Noust klaar bist? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Noust klaar bist ja magst gaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=340] Toen je weg ging. Kan ook toust weg gingst? [/v]
tous t |
|||
informant |
[a] Toenstou weg gingst _ [/a]
toens tou |
tagging | ||
veldwerker | [v] En toenst weg gingst. Kan dat ook? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Toenst weg gingst _ [/a]
toens t |
tagging | ||
veldwerker | [v] Toenst weg gingst werd het pas gezellig. [/v] | toens t | ||
informant |
[a=n] Nee zo zegje da nie. [/a]
zeg je |
tagging | ||
commentaar | Informant zegt dat het niet zonder toe kan. Misschien toch niet de meest handige zin voorgelegd. | |||
veldwerker | [v=341] En. Ik weet waar je geboren bent. [/v] | |||
informant |
[a] Ik weit woarstoe geboren bist. [/a]
woars toe |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Ik weit woarstou geboren bist. [/a]
woars tou |
tagging | ||
veldwerker |
[v] Maar kan je ook zeggen. Ik weit woarst geboren bist? [/v]
woars t |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | tagging | ||
informant |
[a=n] Ik weit woarstoe geboren bist. [/a]
woars toe |
tagging | ||
veldwerker | [v=403] Het lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Tlijkt wel ofder ene in de tuine staat. [/a]
t lijkt of der |
tagging | ||
veldwerker | [v=006] Gisteren wandelde hij door het park. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gister wandelde hij int park. [/a]
in t |
tagging | ||
veldwerker | [v=260] Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. Kan dat? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Wa denkstoe wel ik in de stad zein heb. [/a]
denks toe |
tagging | ||
veldwerker | [v=261] Wat denken jullie hoe ze het hebben op gelost. Hoe zou u dat vertalen. [/v] | |||
veldwerker | [v] Kan dat uberhaupt? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Wa denkn jullie houzet op lost hebn. [/a]
hou ze t |
tagging | ||
veldwerker | [v=317] En Marie al haar koeien? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Alle koeiern van Marie zoln wij zegn. [/a] | |||
informant | [a] Alle koein van Marie binn allemaal verdronken. [/a] | |||
veldwerker | [v=329] Ik geloof deze jongen vinden ze allemaal wel aardig. Is dat een goede zin? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik geloof dasse deze jongen allemaal wel aardig vindn. [/a] | |||
veldwerker | [v=331] Ik heb heel wat lopen gedaan. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Kheb heel wat af loopn. [/a]
k heb |
|||
veldwerker | [v=501] Marie zit te stoofpeer schillen. Kan dat? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. Marie zit stoofpeern te schiln. [/a] | |||
informant | [a=n] Stoofpeern. [/a] | nee op enkelvoud en nee op plaatsing te | ||
veldwerker | [v=029] Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Vertel mie eens wel of ze had kenn roepn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=296] Zou hij dat gedaan hebben gekund. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Zal hij dat hebn kenn doun. [/a] | infinitief of particium | ||
veldwerker | [v=352] Ik weet dat hij zwemmen gaan is. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Das ook een rare vraag. [/a] | |||
informant | Nee ook nog nie neit. | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik weit dadde is gaan zwemn. [/a]
dad e |
|||
veldwerker | [v=885] Hoe zou u vertalen. Ik ga naar de bakker. [/v] | |||
informant | [a] Ik goa noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Jij gaat naar de bakker. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Dou gaast noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En hij gaat naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij goat noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Jan gaat naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan goat noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Wij gaan naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wij goan noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Jullie gaan naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jullie goan _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zij gaan naar de bakker. [/v] | |||
informant | [a] Zij goan ook heen. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ging ik naar de bakker? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ging ik noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ging jij naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gingstou noa de bakker. [/a]
gings tou |
tagging | ||
veldwerker | [v] Ging hij naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ging hij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ging Jan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ging Jan noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gingen wij naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gingn wij noa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gingen jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gingn jullie. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En gingen zij naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Gingn zij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Hartstikke bedankt. [/n] | |||
informant | Nou draaik mie een peukje hoor. |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
018 | Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is | Komt ook voor: 1. 'gestorven is/is gestorven', 2. 'heeft gestorven/gestorven heeft', 3. 'ze'n weet niet ...'.; Varianten opnemen als 'komt voor'-vragen.Als variant met 'en' voorkomt, vragen als 'komt voor':; 'Pas op dat je niet en valt.' |
komt voor
: j zin: nee |
027 | Vertel maar niet wie zij had kunnen roepen | 1. Als vertaling met voegwoord na 'wie': vragen of het ook kan zonder voegwoord.; 2.negatiepartikel testen in de relevante dialecten (zie W18).; Varianten opnemen op band als 'komt voor'-vragen. |
komt voor
: j vorm: welse hed kenn roupn |
037 | Toon wast ... | Toon zit in de badkuip. Toon wast... |
vorm: zichzulf |
087 | Eddy moet kunnen vroeg opstaan | Als voorkomt, ook variant met 'erg vroeg' opvragen |
komt voor
: n vorm: moet vroeg opstaan |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
komt voor
: j vorm: as een en eine twee is. |
220 | Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie | Subject hoofdzin: zwak pronomen eliciteren.; In H, I, N, O, P: nagaan of dubbeling kan voorkomen na het voegwoord van vergelijking (ovvekik, ofmewij, ...).; Zin laten inspreken met 'hun' i.p.v. 'zij' als 'komt voor'-vraag; Als voegwoordvervoeging, afvragen zonder pronomen. |
komt voor
: j vorm: neit dasse armer is binn dan/ as jullie |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: n vorm: wel sie moe opmerking: andere vormen komen niet voor. |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
komt voor
: n vorm: welksie moe opmerking: andere vormen komen niet voor. |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
komt voor
: j vorm: waarop ze opmerking: andere vormen dan waarop en waar ze op komen niet voor |
297 | Zou hij dat gedaan gekund hebben? | Vorm voltooid deelwoord: zie W25 |
komt voor
: n vorm: zolhe dat doan hebn |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j vorm: datis |
|
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j vorm: die ik |
|
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j vorm: dasse (roupn hebn) |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n |
532 | Karel weet dat jij hebt geprobeerd Marie een boek te verkopen | 'Marie' en 'een boek' moeten na 'geprobeerd/proberen' staan. |
komt voor
: j |
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: j vorm: dat |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wie |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wij |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: j vorm: weistu zin: nee opmerking: Die eerste -t moet wegblijven. Weistu en niet weitstu. |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: weistu |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: dastou |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: dast |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: dastu |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
komt voor
: j vorm: bist |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n vorm: zullie |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: elkoar smokken |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: zich |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n vorm: in die kaste opmerking: in die kaste wel. |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n vorm: d'r |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j vorm: d'r |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n vorm: die kaste |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: astou?dastou leefst leef dan |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: as elke dag |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: assen enkele keer |
758 | Jullie geloven datst jullie eerder thuis zijn dan ik. | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n vorm: dat |
758 | Jullie geloven datst jullie eerder thuis zijn dan ik. | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n vorm: dast |
759 | Jullie geloven datst eerder thuis zijn dan ik | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n vorm: dat je |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: assik goa |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa ik |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goast |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goast |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: as u gaast |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: gaast (zonder pronomen) |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goade (clitic) |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goatse (clitic) |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goat |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goadet ('clitic') |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: jullie goan |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goan je (vorm van jullie) |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: asse goan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: goanse (clitic) |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: goa |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingstou (clitic) |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingst |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: toenstou gingst |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ginsgtou |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingn |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingn |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingen |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingn |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingn |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingn |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j vorm: wel der |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: wel ze roupn hebn |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: die et |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: woarvan ik denk dassem roupn hebn |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: n |
|
807 | Marie zit te stoofpeer schillen. |
komt voor
: n opmerking: kan niet met zitten |
|
808 | Marie zit te stoofperen schillen. |
komt voor
: j |
|
809 | Marie zit te piano spelen. |
komt voor
: n vorm: piano te spelen |
|
810 | Hij zit weer te voorzeggen. |
komt voor
: n |
|
812 | Hoe haal je het in je hoofd en gooi met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
813 | Hoe haal je het in je hoofd en gooien met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
814 | Hij heeft geen zin en voeren die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n vorm: en bracht die koeien weg. |
814 | Hij heeft geen zin en voeren die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n vorm: om ze te melken. |
815 | Hij heeft geen zin en voer die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n vorm: om ze te melken |
816 | Hij heeft geen zin en wegvoeren die koeien. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n vorm: zitn te werken |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: j |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: j opmerking: Betekenis: het huis is nu weer bewoond. Heeft te koop gestaan en is nu gekocht door iemand. |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich mit drijvn |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zichzulf |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zich |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: hemzulf |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: zichzulf |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut