SAND-data Oosterbierum / Easterbierrum (B046b)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
035 (x01a) | Jan herinnert zich dat verhaal wel (inf. 02871) |
vertaling: Jan herinnere him dat ferhaal wol opm.: reflexief: hem |
036 (x01b) | Marie en Piet wijzen naar ... (inf. 02871) |
vertaling: M en P sjogge elkoar foar 'e tsjerke |
037 (x01c) | Toon wast ... (inf. 02871) |
vertaling: T wasket him opm.: reflexief: hem |
038 (x01d) | De timmerman heeft geen spijkers bij zich (inf. 02871) |
vertaling: De timmerman hat gjin spikers by him opm.: reflexief: hem |
039 (x01e) | Fons zag een slang naast ... (inf. 02871) |
vertaling: F seach in slange nest him opm.: reflexief: hem |
040 (x01f) | Erik liet mij voor zich werken (inf. 02871) |
vertaling: E liet my foar him wurkje opm.: reflexief: hem |
041 (x01g) | Johanna liet zich meedrijven op de golven (inf. 02871) |
vertaling: J liet har meidriuwe op 'e golfen opm.: reflexief: haar |
042 (x01h) | Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel (inf. 02871) |
vertaling: T beseach himsels ris goed yn 'e spegel opm.: reflexief: hemzelf |
043 (x01i) | Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken (inf. 02871) |
vertaling: Jan hat yn 2 minuten in bierke opdronken |
044 (x01j) | Deze schoenen lopen gemakkelijk (inf. 02871) |
vertaling: Dizze skuon rinne noflik |
045 (x01k) | Eduard kent zichzelf goed (inf. 02871) |
vertaling: E kin himsels goed opm.: reflexief: hemzelf |
046 (x01l) | Ward heeft gehoord dat er foto's van zichzelf in de etalage staan (inf. 02871) |
vertaling: W hat heart dat der foto's fan him yn 'e etalage stean opm.: reflexief: hem |
047 (x01m) | Die aardappelen schillen niet gemakkelijk (inf. 02871) |
vertaling: Dy ierdappels skile net maklik |
884 (x01n) | Dit glas breekt als het op de grond valt (inf. 02871) |
vertaling: Dit gles brekt as it op 'e gr?n falt |
052 (x02a) | Dokter, leef ik wel gezond genoeg? (inf. 02871) |
vertaling: Dokter, libje ik wol s?n gen?ch |
054 (x02b) | Al jaren leeft hij van de erfenis van zijn vader (inf. 02871) |
vertaling: Al jierren libbet er fan 'e erfenis fan syn heit |
056 (x02c) | Deze week leeft zij op water en brood (inf. 02871) |
vertaling: Dizze wike libbet sy op wetter en b?le |
058 (x02d) | Leeft het nog? (inf. 02871) |
vertaling: Libbet er noch |
060 (x02e) | Hoelang leven jullie nu al van die erfenis? (inf. 02871) |
vertaling: Hoelang libje jimme no al fan dy erfenis |
062 (x02f) | In Bretagne leven ze vooral van de visvangst (inf. 02871) |
vertaling: Yn Bretagne libje se foaral fanne fiskerij |
064 (x02g) | Na het eten ga ik slapen (inf. 02871) |
vertaling: Nei it iten gean ik sliepen |
065 (x02h) | Zou ik dat wel kunnen doen? (inf. 02871) |
vertaling: Soe ik dat wol dwaan kinne |
066 (x02i) | Hij liet zijn huis afbreken (inf. 02871) |
vertaling: Hy liet syn h?s ?fbrekke |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit dat Jan hurd wurkje kinne moat komt voor: n gebr.: 1 opm.: Opmerking informant: Alle 6 ongebruikelijk met "kunnen" erbij |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit dat Jan hurd wurkje kinne moat komt voor: n gebr.: 1 opm.: Opmerking informant: Alle 6 ongebruikelijk met "kunnen" erbij |
074 (x03a) | Ik weet dat Jan hard (moet) (kunnen) (werken) (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit dat Jan hurd wurkje kinne moat komt voor: n gebr.: 1 opm.: Opmerking informant: Alle 6 ongebruikelijk met "kunnen" erbij |
076 (x03b) | Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
076 (x03b) | Ik weet dat Jan hard moet werken kunnen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
078 (x03c) | Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
078 (x03c) | Ik weet dat Jan hard kunnen moet werken (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
079 (x03d) | Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
079 (x03d) | Ik weet dat Jan hard kunnen werken moet (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
081 (x03e) | Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 3 |
081 (x03e) | Ik weet dat Jan hard werken kunnen moet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 3 |
083 (x03f) | Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
083 (x03f) | Ik weet dat Jan hard werken moet kunnen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
879 (x04(iii)a) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur moet bouwen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
880 (x04(iii)b) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
880 (x04(iii)b) | Ik weet dat Jan een nieuwe schuur bouwen moet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
088 (x04(iii)c) | Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
088 (x04(iii)c) | Ik weet dat Jan moet een nieuwe schuur bouwen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
089 (x04(iii)d) | Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
089 (x04(iii)d) | Ik weet dat Jan bouwen een nieuwe schuur moet (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
091 (x04(iv)a) | Ik vind dat Marie naar Jef moet bellen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
092 (x04(iv)b) | Ik vind dat Marie naar Jef bellen moet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
093 (x04(iv)c) | Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
093 (x04(iv)c) | Ik vind dat Marie moet naar Jef bellen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
094 (x04(iv)d) | Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
094 (x04(iv)d) | Ik vind dat Marie bellen naar Sjef moet (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
095 (x04(ix)a) | Jan zei dat Marie naar een bakker moest gaan (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
096 (x04(ix)b) | Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
096 (x04(ix)b) | Jan zei dat Marie naar een bakker gaan moest (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
097 (x04(ix)c) | Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
098 (x04(ix)d) | Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
098 (x04(ix)d) | Jan zei dat Marie gaan naar een bakker moest (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
100 (x04(v)a) | Ik weet dat Jan jammer genoeg moet vertrekken (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
101 (x04(v)b) | Ik weet dat Jan jammer genoeg vertrekken moet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
102 (x04(v)c) | Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
102 (x04(v)c) | Ik weet dat Jan moet jammer genoeg vertrekken (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
103 (x04(v)d) | Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
103 (x04(v)d) | Ik weet dat Jan vertrekken jammer genoeg moet (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
105 (x04(vi)a) | Ik weet dat Hans niet mag komen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
106 (x04(vi)b) | Ik weet dat Hans niet komen mag (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
107 (x04(vi)c) | Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
107 (x04(vi)c) | Ik weet dat Hans mag niet komen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
110 (x04(vi)d) | Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
110 (x04(vi)d) | Ik weet dat Hans komen niet mag (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
112 (x04(vii)a) | Ik weet dat Jan varkens wil kopen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
113 (x04(vii)b) | Ik weet dat Jan varkens kopen wil (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
114 (x04(vii)c) | Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
114 (x04(vii)c) | Ik weet dat Jan wil varkens kopen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
115 (x04(vii)d) | Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
115 (x04(vii)d) | Ik weet dat Jan kopen varkens wil (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
117 (x04(viii)a) | Ik weet dat Eddy brood wil eten (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
118 (x04(viii)b) | Ik weet dat Eddy brood eten wil (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
086 (x04(viii)c) | Ik weet dat Eddy morgen wil brood eten (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
121 (x04(viii)d) | Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
121 (x04(viii)d) | Ik weet dat Eddy eten brood wil (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
123 (x04(x)a) | Eddy moet vroeg kunnen opstaan (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
124 (x04(x)b) | Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
124 (x04(x)b) | Eddy moet vroeg opstaan kunnen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
087 (x04(x)c) | Eddy moet kunnen vroeg opstaan (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
126 (x04(x)d) | Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
126 (x04(x)d) | Eddy moet opstaan vroeg kunnen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
128 (x04(xi)a) | Ik zei dat Willy de auto moest verkopen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
129 (x04(xi)b) | Ik zei dat Willy de auto verkopen moest (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
130 (x04(xi)c) | Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
130 (x04(xi)c) | Ik zei dat Willy moest de auto verkopen (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
131 (x04(xi)d) | Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
131 (x04(xi)d) | Ik zei dat Willy verkopen de auto moest (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
133 (x05a) | Jan heeft geeneen boek meer (inf. 02871) |
vertaling: Jan hat gjinien boek meer |
134 (x05b) | Jan en heeft geen boek meer (inf. 02871) |
vertaling: Jan hat gjin boek meer |
135 (x05c) | Boeken heeft Jan geen (inf. 02871) |
vertaling: Boeken hat Jan net |
136 (x05d) | Jan en heeft niet veel geld niet meer (inf. 02871) |
vertaling: Jan hat net folle jild mear |
144 (x05e) | Er mag niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02871) |
vertaling: Der mei nimmen oer dit probleem prate |
138 (x05f) | Er mag niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02871) |
vertaling: Der mei nimmen oer dit probleem prate |
139 (x05g) | Niemand zegt dat hij komt niet (inf. 02871) |
vertaling: Nimmen seit dat er net komt opm.: interpretatiegeval |
140 (x05h) | Zitten hier nergens geen muizen? (inf. 02871) |
vertaling: Sitte hjir gjin muzen |
141 (x05i) | Ik geef niets aan een ander niet (inf. 02871) |
vertaling: Ik jow neat oan in oar |
142 (x05j) | Niemand wil niet werken niet (inf. 02871) |
vertaling: Nimmen wol wurkje |
143 (x05k) | Wij en wisten niet dat hij thuis was (inf. 02871) |
vertaling: Wy wisten net dat er th?s wie |
144a (x05l) | Ik wist het niet ook niet (inf. 02871) |
vertaling: Ik wist it ek net |
145 (x05m) | Hij mag met niemand spreken niet over dit probleem (inf. 02871) |
vertaling: Hy mei mei nimmen prate oer dit probleem |
000 (x05opm) | (inf. 02871) |
opm. inf.: Mij is niet duidelijk wat vertaald moerden, als een zinniet in ABN voorkomt kun je dat moeilijk vertalen. Vaak op deze pagina een dubbele ontkenning in bovenste zin -> bevestiging |
155 (x06) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen (moet) (hebben) (gemaakt) (inf. 02871) |
vertaling: Jan wit dat hy foar trijen de wein makke hawwe moat |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
156 (x06a) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet hebben gemaakt (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
157 (x06b) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet gemaakt hebben (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
158 (x06c) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
158 (x06c) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben moet gemaakt (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
159 (x06d) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
159 (x06d) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen hebben gemaakt moet (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
160 (x06e) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt moet hebben (inf. 02871) |
komt voor: n gebr.: 1 |
161 (x06f) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
161 (x06f) | Jan weet dat hij voor drie uur de wagen gemaakt hebben moet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
162 (x07a) | Maries auto is kapot (inf. 02871) |
vertaling: Maries auto is stikken |
163 (x07b) | Marie d'r/se(n) auto is kapot (inf. 02871) |
vertaling: Marie har auto is stikken |
164 (x07c) | Piets auto is kapot (inf. 02871) |
vertaling: Pyts auto is stikken |
165 (x07d) | Piet z'n/se auto is kapot (inf. 02871) |
vertaling: Pyt syn auto is stikken |
166 (x07e) | Die mans auto is kapot (inf. 02871) |
vertaling: Dy man syn auto is stikken |
167 (x07f) | Die man zijn/se auto is kapot (inf. 02871) |
vertaling: Dy man syn auto is stikken |
168 (x07g) | Die auto is niet van mij maar van hem (inf. 02871) |
vertaling: Dy auto is net fan my mar fan him |
169 (x07h) | Gisterens krant ligt onder de TV (inf. 02871) |
vertaling: De krante fan juster leit under de TV |
170 (x07i) | Jan is Karolien en Kristien se/hun broertje (inf. 02871) |
vertaling: J is K & K harren broerke |
171 (x07j) | Die jongens hun fietsen zijn gestolen (inf. 02871) |
vertaling: Dy jonges har fytsen binne stellen |
172 (x07k) | Die zussen d'r moeder is op bezoek (inf. 02871) |
vertaling: Dy susters harren Mem is op besite |
173 (x07l) | Die auto is Wims (inf. 02871) |
vertaling: Dy auto is fan Wim |
174 (x07m) | Die fiets is mijns (inf. 02871) |
vertaling: Dy fyts is fan my |
178 (x08a) | Hij mag met niemand spreken over dit probleem niet (inf. 02871) |
vertaling: Hy mei mei nimmen oer dit probleem prate |
179 (x08b) | Ik wil niemand niet kwetsen niet (inf. 02871) |
vertaling: Ik wol gjinien kwetse |
180 (x08c) | Het is jammer dat wij komen niet en mogen (inf. 02871) |
vertaling: It is spitich dat wy net komme meie |
181 (x08d) | Dat niet en ga ik doen (inf. 02871) |
vertaling: Dat doch ik net |
182 (x08e) | (Heb je hard gewerkt?) Niet heb ik gewerkt (inf. 02871) |
vertaling: Ik hat net wurke |
183 (x08f) | Niet had hij het verteld of Marie begon te huilen (inf. 02871) |
vertaling: Hy hie it noch mar krekt fertelt as M begong te g?len |
184 (x08g) | Gaan haalt die bestelling nu maar op! (inf. 02871) |
vertaling: Helje dy bestelling no mar op |
185 (x08h) | Hij en werkt (inf. 02871) |
vertaling: Hy wurket net |
186 (x08i) | Je weet dat niemand hier binnen mag, dus ik verbied je nog een keer om hier niet te komen (inf. 02871) |
vertaling: Ik ferbied dy om hjir te kommen |
187 (x08j) | Jan verhinderde dat we Marie niet belden (inf. 02871) |
vertaling: Jan behindere dat wy M bellen |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02871) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02871) |
fragment: om (1) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02871) |
fragment: te (2) |
188 (x09a) | Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? (inf. 02871) |
fragment: te (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02871) |
fragment: te (2) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02871) |
fragment: om (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02871) |
fragment: om (1) |
189 (x09b) | Het was aardig van Jan om te komen werken (inf. 02871) |
fragment: te (2) |
190 (x09c) | Deze ton is zwaar om te dragen (inf. 02871) |
fragment: om te (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02871) |
fragment: Ast (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02871) |
fragment: Ast (1) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02871) |
fragment: (2) |
191 (x09d) | ...... je met ons mee wilt ...... moet je nu je jas aan doen (inf. 02871) |
fragment: (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02871) |
fragment: te (2) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02871) |
fragment: (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02871) |
fragment: (1) |
192 (x09e) | We hopen allemaal van op tijd thuis te zijn (inf. 02871) |
fragment: te (2) |
193 (x09f) | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is (inf. 02871) |
fragment: as (1) |
194 (x09g) | Ik denk niet dat wij rijker zijn ......... Marie (inf. 02871) |
fragment: as (1) |
195 (x09h) | Jullie hebben meer tijd ......... wij (inf. 02871) |
fragment: as (1) |
196 (x09i) | Wij hebben meer tijd ......... jij (inf. 02871) |
fragment: as (1) |
197 (x09j) | Is Jan even oud als jij? (inf. 02871) |
fragment: as (1) |
199 (x09k) | Hij staat te zeuren (inf. 02871) |
fragment: te (1) opm.: Positie leeg is waarschijnlijk niet juist. HW |
198 (x09l) | Hij kan staan zeuren (inf. 02871) |
fragment: te (1) opm.: Positie leeg is waarschijnlijk niet juist. HW |
201 (x09n) | Jan zei ......... hij wou meegaan (inf. 02871) |
fragment: dat er (1) opm.: 'er' is de vertaling van 'hij'. HW |
202 (x09o) | Hij deed of hij haar niet zag (inf. 02871) |
fragment: 't (1) |
203 (x09p) | Ik weet niet of hij komt (inf. 02871) |
fragment: as (1) |
204 (x10a) | Ik weet dat jullie op niemand boos zijn (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit dat jim op gjinien lilk binne |
205 (x10b) | Ik weet dat zij op niets trots is (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit dat sy op neat grutsk is |
206 (x10c) | Els denkt dat 't niet gemakkelijk is (inf. 02871) |
vertaling: Els tinkt dat it net maklik is |
207 (x10d) | Ik weet dat ik te laat ben en jij niet (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit dat ik te let bin en do net |
208 (x10e) | Je weet toch dat jij moet werken en ik niet (inf. 02871) |
vertaling: Do wist dochs datst wurkje moatst en ik net |
209 (x10f) | Iedereen denkt dat wij naar huis gaan en dat zij nog mogen blijven (inf. 02871) |
vertaling: Elts tinkt dat wy nei h?s gean en dat sy bliuwe meie |
210 (x10g) | Het is jammer dat hij komt en dat zij weggaat (inf. 02871) |
vertaling: It is spitich dat hy komt en dat sy fuortgiet |
211 (x10h) | Ik denk dat Lisa ziek is (inf. 02871) |
vertaling: Ik tink dat L. syk is |
213 (x10i) | Ik denk dat Pieter en Liesje gaan trouwen (inf. 02871) |
vertaling: Ik tink dat P & L. trouen gean |
226 (y01(i)a) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij en doet (inf. 02871) |
komt voor: n |
227 (y01(i)b) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: Hij doet (inf. 02871) |
komt voor: n |
228 (y01(i)c) | Persoon A vraagt: Hij slaapt; persoon B antwoordt: 't Doet (inf. 02871) |
komt voor: n |
230 (y01(ii)a) | A: Hij zal niet komen B: Hij en doet (inf. 02871) |
komt voor: n |
231 (y01(ii)b) | A: Hij zal niet komen B: Hij doet (inf. 02871) |
komt voor: n |
232 (y01(ii)c) | A: Hij zal niet komen B: 't doet (inf. 02871) |
komt voor: n |
234 (y01(iii)a) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij doet (inf. 02871) |
komt voor: n |
235 (y01(iii)b) | A: Slaapt hij? B: Ja, dat doet hij (inf. 02871) |
komt voor: n |
236 (y01(iii)c) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij en doet (inf. 02871) |
komt voor: n |
237 (y01(iii)d) | A: Slaapt hij? B: Ja, hij slaapt (inf. 02871) |
komt voor: j |
238 (y01(iii)e) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij doet niet (inf. 02871) |
komt voor: n |
239 (y01(iii)f) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet (inf. 02871) |
komt voor: n |
240 (y01(iii)g) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij en doet niet (inf. 02871) |
komt voor: n |
241 (y01(iii)h) | A: Slaapt hij? B: Nee, hij slaapt niet (inf. 02871) |
komt voor: j |
242 (y01(iii)i) | A: Slaapt hij? B: 't Doet (inf. 02871) |
komt voor: n |
243 (y01(iii)j) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Ie doet (inf. 02871) |
komt voor: n |
244 (y01(iii)k) | Persoon A vraagt: Slaapt hij?; persoon B antwoordt: Toetoet (inf. 02871) |
komt voor: n |
245 (y01(iv)a) | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen; Branden doet de lamp niet meer (inf. 02871) |
komt voor: n |
246 (y01(iv)b) | Doet Marie elke avond dansen? (inf. 02871) |
komt voor: n |
247 (y01(iv)c) | Doe het brood even snijden! (inf. 02871) |
komt voor: n |
249 (y02a) | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij (inf. 02871) |
fragment: wiens (1) opm.: ibn |
250 (y02b) | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. (inf. 02871) |
fragment: waar (1) opm.: ibn |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02871) |
fragment: waar (1) opm.: ibn |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02871) |
fragment: waar (1) opm.: ibn |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02871) |
fragment: - (2) opm.: ibn |
251 (y02c) | De bank ...... op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02871) |
fragment: - (2) opm.: ibn |
252 (y02d) | De bank op ...... ze zaten is pas geverfd. (inf. 02871) |
komt voor: n |
253 (y02e) | Op zondag gingen we met heel de familie naar zee, wat heel leuk was. (inf. 02871) |
fragment: wat (1) opm.: ibn |
254 (y02f) | Dat is een man die je nooit in een caf? zult aantreffen (inf. 02871) |
fragment: die (1) opm.: ibn |
255 (y02g) | In het dorp waar ik woon staat een oud kerkje (inf. 02871) |
fragment: waar (1) opm.: ibn |
256 (y02h) | Op de dag dat we aankwamen regende het (inf. 02871) |
fragment: waarop (1) opm.: ibn |
258 (y02i) | Dat is iets wat ik niet graag doe (inf. 02871) |
fragment: wat (1) opm.: ibn |
257 (y02j) | Dat is iets wat heel mooi is (inf. 02871) |
fragment: wat (1) opm.: ibn |
259 (y02k) | Wie geld heeft moet mij maar wat geven (inf. 02871) |
fragment: wie (1) opm.: ibn |
260 (y03a) | Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02871) |
vertaling: Wa tinkst dat ik yn 'e st?d moete ha |
261 (y03b) | Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02871) |
vertaling: Hoe tinke jim dat se it oplost ha |
265 (y03c) | Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? (inf. 02871) |
vertaling: Hoe tinkst dat se it oplost ha |
263 (y03d) | Magda weet niet wie dat wij willen bellen (inf. 02871) |
vertaling: M wit net wa't wy belje wolle opm.: enclitisch voegwoord 't |
264 (y03e) | Weet iemand wie of dat wij geroepen hebben? (inf. 02871) |
vertaling: Wit immen wa't wy roppen hawwe opm.: enclitisch voegwoord 't |
262 (y03f) | Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02871) |
vertaling: Wa tinkst dat ik yn 'e st?d moete haw |
266 (y03g) | Wie denk je die ik in de stad ontmoet heb? (inf. 02871) |
vertaling: Wa tinkst dat ik yn 'e st?d moete haw |
267 (y04a) | Hij heeft zijn handen gewassen (inf. 02871) |
vertaling: Hy hat syn hannen wosken |
268 (y04b) | Hij heeft zijn hemd gewassen (inf. 02871) |
vertaling: Hy hat syn himd wosken |
269 (y04c) | Hij heeft een hoed op het hoofd (inf. 02871) |
vertaling: Hy hat in hoed op 'e holle |
270 (y04d) | Hij heeft een vlek op zijn hemd (inf. 02871) |
vertaling: Hy hat in flek op syn himd |
271 (y04e) | Hij heeft zijn been gebroken (inf. 02871) |
vertaling: Hy hat syn foet brutsen |
272 (y04f) | Zij heeft zich pijn gedaan (inf. 02871) |
vertaling: Sij hat har sear dien opm.: reflexief: haar |
273 (y04g) | Marie trok de deken naar zich toe (inf. 02871) |
vertaling: M luts de tekken nei har ta opm.: reflexief: haar |
051 (y04h) | Luc weet dat er foto's van hemzelf te koop zijn (inf. 02871) |
vertaling: L wit dat der foto's fan him te keap binne |
274 (y04i) | Jij herinnert je toch wel dat we toen door dat bos heen zijn gelopen? (inf. 02871) |
vertaling: Do wist dochs wol dat we doe troch dat bosk roun binne |
277 (y04j) | Ik herinner me dat de auto van Marie kapot was. (inf. 02871) |
vertaling: Ik herinnerje my dat de auto fan M stikken is opm.: reflexief: me |
280 (y04k) | Zij herinnert zich dat hij als een varken zat te eten (inf. 02871) |
vertaling: Sy herinnert har dat hy as in barch siet te iten opm.: reflexief: haar |
283 (y04l) | Wij herinneren ons wel dat al Jan zijn boeken gestolen waren, maar zij herinneren het zich niet (inf. 02871) |
vertaling: Wij herinnerje ?s wol dat alle boeken fan J stellen wiene mar sy herinnerje it har net opm.: reflexief: ons reflexief: haar |
286 (y04m) | Herinneren jullie je nog dat we Jan op de markt gezien hebben? (inf. 02871) |
vertaling: Herinnerje jim jim noch dat we J op 'e merk sjoen ha opm.: reflexief: je of reflexief: jullie |
289 (y04n) | Hij heeft zich een ongeluk gewerkt (inf. 02871) |
vertaling: Hy hat him in ungelok wurke opm.: reflexief: hem |
290 (y04o) | Hij voelde zich door het ijs zakken (inf. 02871) |
vertaling: Hy fielde him troch it iis sakjen opm.: reflexief: hem |
295 (y05) | Zou hij dat (gedaan/doen) (hebben) (gekund)? (inf. 02871) |
vertaling: Soe hy dat dien kinnen ha |
877 (y05(i)) | Hij heeft dat nooit gekund (inf. 02871) |
fragment: kinnen (1) |
878 (y05(ii)) | Hij heeft dat nooit gedaan (inf. 02871) |
fragment: dien (1) |
296 (y05(iii)a) | Zou hij dat gedaan hebben gekund? (inf. 02871) |
komt voor: n |
297 (y05(iii)b) | Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
297 (y05(iii)b) | Zou hij dat gedaan gekund hebben? (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
298 (y05(iii)c) | Zou hij dat hebben gekund gedaan? (inf. 02871) |
komt voor: n |
299 (y05(iii)d) | Zou hij dat hebben gedaan gekund? (inf. 02871) |
komt voor: n |
300 (y05(iii)e) | Zou hij dat gekund hebben gedaan? (inf. 02871) |
komt voor: n |
301 (y05(iii)f) | Zou hij dat gekund gedaan hebben? (inf. 02871) |
komt voor: n |
302 (y05(iii)g) | Zou hij dat hebben gekund doen? (inf. 02871) |
komt voor: n |
303 (y05(iii)h) | Zou hij dat hebben doen gekund? (inf. 02871) |
komt voor: n |
304 (y05(iii)i) | Zou hij dat doen hebben gekund? (inf. 02871) |
komt voor: n |
305 (y05(iii)j) | Zou hij dat doen gekund hebben? (inf. 02871) |
komt voor: n |
306 (y05(iii)k) | Zou hij dat gekund doen hebben? (inf. 02871) |
komt voor: n |
307 (y05(iii)l) | Zou hij dat gekund hebben doen? (inf. 02871) |
komt voor: n |
309 (y06a) | Ik heb geen zin en voeren de koeien (inf. 02871) |
komt voor: n |
310 (y06b) | Zij kwamen aan te gewandelen (inf. 02871) |
komt voor: n |
311 (y06c) | Ik denk hij weg is (inf. 02871) |
komt voor: n |
312 (y06d) | Ik zei nog tegen haar: ik denk hij is weg (inf. 02871) |
komt voor: n |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit dat hy fuort is komt voor: j opm.: Vertaling correspondeert niet met gegeven zin |
314 (y06e) | Ik weet dat hij is weg (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit dat hy fuort is komt voor: j opm.: Vertaling correspondeert niet met gegeven zin |
315 (y06f) | Ik weet hij is weg (inf. 02871) |
komt voor: n |
316 (y06g) | Hij wou nog snel even bij de bakker naar binnen en koop een broodje. (inf. 02871) |
komt voor: n |
317 (y06h) | Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming (inf. 02871) |
komt voor: n |
318 (y06i) | Kaas maken weet ik niets van (inf. 02871) |
komt voor: n |
321 (y06j) | Die rare jongen ben/heb ik mee naar de markt geweest (inf. 02871) |
komt voor: n |
322 (y06k) | Ik heb al de eerste drie sommen gemaakt. De welke heb jij gemaakt? (inf. 02871) |
komt voor: n |
323 (y06l) | De watvoore/waffere heb jij al weggebracht? (inf. 02871) |
komt voor: n |
324 (y06m) | De zulke zou ik niet durven opeten (inf. 02871) |
komt voor: n |
325 (y06n) | De die zou ik niet durven opeten (inf. 02871) |
komt voor: n |
326 (y06o) | Ik weet dat Jan naar de markt geweest heeft (inf. 02871) |
komt voor: n |
330 (y07a) | Lopentere kwam ik hem tegen (inf. 02871) |
komt voor: n |
331 (y07b) | Ik heb heel wat lopen gedaan (inf. 02871) |
komt voor: n |
332 (y07c) | Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 02871) |
vertaling: Ik wurd no wurch, dat ik hald er mar mei op komt voor: j |
332 (y07c) | Ik word nu moe, dat ik hou er maar mee op (inf. 02871) |
vertaling: Ik wurd no wurch, dat ik hald er mar mei op komt voor: j |
333 (y07d) | Hij deed zich voor dat hij net uit zijn bed kwam (inf. 02871) |
komt voor: n |
334 (y07e) | De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 02871) |
vertaling: De ferfer is hjir west te ferfjen komt voor: j |
334 (y07e) | De schilder is hier geweest te schilderen (inf. 02871) |
vertaling: De ferfer is hjir west te ferfjen komt voor: j |
335 (y07f) | Ga je naar huis denk? (inf. 02871) |
komt voor: n |
336 (y08a) | In die tijd leefde ik erop los (inf. 02871) |
vertaling: Yn dy tiid libbe ik derop los |
337 (y08b) | Vroeger leefde hij als een beest (inf. 02871) |
vertaling: Froeger libbe der as in bist |
338 (y08c) | Daar leefden wij als god in Frankrijk (inf. 02871) |
vertaling: D?r libben wy as God yn Frankryk |
339 (y08d) | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien (inf. 02871) |
vertaling: Gjinien mei it sjen dus ik fyn datst do it ek net sjen meist |
340 (y08e) | Het gebeurde toen je wegging (inf. 02871) |
vertaling: It barde doest do fuortgongst |
341 (y08f) | Ik weet waar je geboren bent (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit w?rst berne bist opm.: waarschijnlijk enclitisch voegwoord |
342 (y08g) | Nu je klaar bent, mag je gaan (inf. 02871) |
vertaling: Nost klear bist, meist gean opm.: waarschijnlijk enclitisch voegwoord |
343 (y08h) | Doordat Marie overleden was, heeft haar man Anna niet meer kunnen helpen (inf. 02871) |
vertaling: Trochdat Marie stoarn wie, hat har man Anne net mear helpe kinnen |
346 (y09) | Ik weet dat hij (is) (gaan) (zwemmen) (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit dat er swemmen gongen is |
347 (y09a) | Ik weet dat hij is gaan zwemmen (inf. 02871) |
komt voor: n |
348 (y09b) | Ik weet dat hij is zwemmen gaan (inf. 02871) |
komt voor: n |
349 (y09c) | Ik weet dat hij gaan is zwemmen (inf. 02871) |
komt voor: n |
350 (y09d) | Ik weet dat hij gaan zwemmen is (inf. 02871) |
komt voor: n |
351 (y09e) | Ik weet dat hij zwemmen is gaan (inf. 02871) |
komt voor: n |
352 (y09f) | Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
352 (y09f) | Ik weet dat hij zwemmen gaan is (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
353 (y10a) | Persoon A vraagt: Wil je nog koffie, Jan? Jan antwoordt: Ja'k (inf. 02871) |
komt voor: n |
354 (y10b) | Gaat ze dansen? Jase (inf. 02871) |
komt voor: n |
355 (y10c) | Persoon A vraagt: Hebben ze gegeten? Persoon B antwoordt: Jaanze (inf. 02871) |
komt voor: n |
356 (y10d) | Is het huis te koop? Jaa't (inf. 02871) |
komt voor: n |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 02871) |
vertaling: Wa dat komt voor: j |
357 (y10e) | A: Er komt morgen iemand langs. B: Wie dat? (inf. 02871) |
vertaling: Wa dat komt voor: j |
359 (y11a) | Met zulk weer je kunt niet veel doen (inf. 02871) |
komt voor: n |
360 (y11b) | Als het kermis is de mensen komen buiten (inf. 02871) |
komt voor: n |
361 (y11c) | Ik wil hem nooit meer zien want hij mij bedrogen heeft (inf. 02871) |
komt voor: n |
362 (y11d) | Ik wil hem nooit meer zien omdat hij heeft mij bedrogen (inf. 02871) |
komt voor: n |
363 (y11e) | Jij gaat naar het voetbal kijken met ik (inf. 02871) |
komt voor: n |
365 (y11f) | Hem is dood (inf. 02871) |
komt voor: n |
364 (y11g) | Is hem dood? (inf. 02871) |
komt voor: n |
366 (y11h) | Haar is ziek (inf. 02871) |
komt voor: n |
367 (y11i) | Is haar ziek? (inf. 02871) |
komt voor: n |
368 (y11j) | Met hij/hem te werken moest zij de hele dag thuis blijven (inf. 02871) |
komt voor: n |
369 (y11k) | Met het te sneeuwen konden we de stad niet uit (inf. 02871) |
komt voor: n |
370 (z01a) | Dat is de man die ze geroepen hebben (inf. 02871) |
fragment: die (1) opm.: ibn |
371 (z01b) | Dat is de man die het verhaal heeft verteld (inf. 02871) |
fragment: die (1) opm.: ibn |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02871) |
fragment: dat hij (2) opm.: ibn |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02871) |
fragment: waarvan (1) opm.: ibn |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02871) |
fragment: waarvan (1) opm.: ibn |
372 (z01c) | Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld (inf. 02871) |
fragment: dat hij (2) opm.: ibn |
373 (z01d) | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben (inf. 02871) |
komt voor: n |
374 (z01e) | De mannen ... ik mee gesproken heb, zitten daar (inf. 02871) |
fragment: waar (1) opm.: ibn |
375 (z01f) | De mannen met ... ik gesproken heb zitten daar (inf. 02871) |
fragment: wie (1) opm.: ibn |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02871) |
fragment: waar (1) opm.: ibn |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02871) |
fragment: waar (1) opm.: ibn |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02871) |
fragment: (2) opm.: ibn |
376 (z01g) | De mannen ... mee ik gesproken heb zitten daar (inf. 02871) |
fragment: (2) opm.: ibn |
377 (z01h) | Dat is een huis ... ik wel zou willen hebben (inf. 02871) |
fragment: wat (1) opm.: ibn |
379 (z01i) | Daar loopt de lerares ... het gedaan heeft (inf. 02871) |
fragment: die (1) opm.: ibn |
380 (z01j) | Dat is het huis dat ik gekocht heb (inf. 02871) |
fragment: wat (1) opm.: ibn |
381 (z01k) | Wie te laat komt, moet op de bank zitten (inf. 02871) |
fragment: Wie (1) opm.: ibn |
382 (z01l) | De vrouw ... vader vorig jaar gestorven is, is gisteren getrouwd (inf. 02871) |
fragment: wiens (1) opm.: ibn |
384 (z02a) | Piet denkt dat Jan en Marie op niemand niet boos zijn (inf. 02871) |
vertaling: Piet tinkt dat J & M op gjinien lilk binne |
385 (z02b) | Wim denkt dat we nooit niemand een prijs geven (inf. 02871) |
vertaling: W tinkt dat we noait ien in priis jowe |
386 (z02c) | Het is waar dat ze mogen niet met Marie praten (inf. 02871) |
vertaling: It is wier se meie net mei M prate |
389 (z03a) | A: Waar groeit het geld aan de bomen? B: Nergens niet (inf. 02871) |
vertaling: nergens |
388 (z03b) | A: Wie heeft de auto meegenomen? B: Niemand niet (inf. 02871) |
vertaling: net ien |
387 (z03c) | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet (inf. 02871) |
vertaling: nea |
390 (z03d) | A: Wat is rond en vierkant tegelijk? B: Niets niet (inf. 02871) |
vertaling: neat |
391 (z03e) | A: Welke koeien heeft hij gemolken? B: Geen enkele niet (inf. 02871) |
vertaling: gjin ien |
392 (z04a) | Zeg hem niet dat ik naar buiten ben geweest! (inf. 02871) |
vertaling: Siz net tsjin him dat ik b?ten west bin |
393 (z04b) | Niet vertellen dat je een cadeau voor hem hebt gekocht, hoor! (inf. 02871) |
vertaling: Net fertelle datst in kado foar him kocht hast hear |
394 (z04c) | Weet je niet dat hij gevallen is? (inf. 02871) |
vertaling: Wist do net dat er fallen is? |
399 (z05a) | Wendy probeerde om niemand pijn te doen (inf. 02871) |
vertaling: W prebearre om gjinien sear te dwaan |
397 (z05b) | 't Schijnt dat ze niets mag eten (inf. 02871) |
vertaling: 't Skynt dat se neat ite mei |
398 (z05c) | Ze schijnt niets te mogen eten (inf. 02871) |
vertaling: Se skynt neat ite te meien |
399a (z05d) | Ze proberen al de hele dag om elkaar op te bellen (inf. 02871) |
vertaling: Se prebearje de hele dei al om elkoar te beljen |
400 (z05e) | Het belooft weer een mooie dag te worden (inf. 02871) |
vertaling: It belooft wer in moaie dei te wurden |
401 (z05f) | 't Is misschien beter om nog even te wachten (inf. 02871) |
vertaling: It is miskien better om noch efkes te wachtsjen |
402 (z05g) | We hadden 't geluk om hem direct terug te vinden (inf. 02871) |
vertaling: We hiene it lok om him direkt werom te finen |
404 (z06a) | Als de kippen een valk zien, zijn ze bang (inf. 02871) |
vertaling: As de hinnen in wikel sjogge binne se bang |
405 (z06b) | Als we de aardappelen niet kunnen verkopen, zitten we in de problemen (inf. 02871) |
vertaling: As we de ierdappels net ferkeapje kinne sitte we yn 'e swierrichheden |
406 (z06c) | Als jullie hem niet meenemen word ik kwaad (inf. 02871) |
vertaling: As jim him net meinimme wurd ik lilk |
407 (z06d) | Hij wist he(n)t (inf. 02871) |
vertaling: Hy wist it |
408 (z06e) | Op dit feest wordt er veel gedanst (inf. 02871) |
vertaling: Op dit feest wurdt er gans dounse |
409 (z06f) | Nu wordt er alleen nog maar brood verkocht in die winkel (inf. 02871) |
vertaling: No wurdt er allinne noch mar bole yn de winkel ferkocht |
410 (z06g) | Als hij met de fiets komt, zal hij wel laat zijn (inf. 02871) |
vertaling: As er mei de fyts komt sil er wol let weze |
412a (z06h) | Als je tijd hebt, kom dan eens een keertje langs (inf. 02871) |
vertaling: Ast tiid hast kom dan ris l?ns |
413a (z06i) | Als ik rijk ben, koop ik een dure auto (inf. 02871) |
vertaling: As ik ryk bin, keapje ik in djoere auto |
881 (z07(i)) | Ik weet dat (ge)(je) 't (gij)(jij) gedaan hebt (inf. 02871) |
komt voor: n |
417 (z07(ii)a) | Misschien ga'k 'et (e)(k)ik wel krijgen (inf. 02871) |
komt voor: n |
418 (z07(ii)b) | Durfder gij op duwen? (inf. 02871) |
komt voor: n |
419 (z07(ii)c) | Durfdeme gij uitnodigen? (inf. 02871) |
komt voor: n |
420 (z07(ii)d) | Durfdeze gij uitnodigen? (inf. 02871) |
komt voor: n |
421 (z07(ii)e) | Is hij Pol hier geweest? (inf. 02871) |
komt voor: n |
422 (z07(ii)f) | Hoe heeft hij Pol dat opgelost? (inf. 02871) |
komt voor: n |
423 (z07(ii)g) | Heb je me jij die brief opgestuurd? (inf. 02871) |
komt voor: n |
424 (z07(ii)h) | Ik heb hem het gegeven (inf. 02871) |
vertaling: Ik ha him it joun komt voor: j |
424 (z07(ii)h) | Ik heb hem het gegeven (inf. 02871) |
vertaling: Ik ha him it joun komt voor: j |
425 (z07(ii)i) | Ze leeft zij op water en brood deze week (inf. 02871) |
komt voor: n |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02871) |
vertaling: M hat sein dast do prebearre hast in ferske te sjongen |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02871) |
vertaling: M hat sein dast do prebearre hast in ferske te sjongen |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02871) |
vertaling: Marie hat sein datsto in ferske prebearre hast te sjongen |
431 (z08) | Marie heeft gezegd dat jij (een liedje) (hebt) (geprobeerd) (te zingen) (inf. 02871) |
vertaling: Marie hat sein datsto in ferske prebearre hast te sjongen |
549 (z08(v)) | Marie heeft gezegd dat jij haar hebt geprobeerd een boek te geven (inf. 02871) |
vertaling: M. hat sein datst prebearre hast har in boek te jaan |
543a (z08a) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 4 |
543a (z08a) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt geprobeerd te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 4 |
546 (z08b) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
546 (z08b) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd hebt te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
537 (z08c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje geprobeerd te zingen hebt (inf. 02871) |
komt voor: n |
604a (z08d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen geprobeerd (inf. 02871) |
komt voor: n |
547 (z08e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen geprobeerd hebt (inf. 02871) |
komt voor: n |
543 (z08f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt geprobeerd (inf. 02871) |
komt voor: n |
535 (z08g) | Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
535 (z08g) | Marie heeft gezegd dat jij hebt geprobeerd een liedje te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
440 (z09a) | Die van de stad, die hebben hier veel huizen gebouwd (inf. 02871) |
vertaling: Dy fanne st?d, dy ha hjir gans huzen bout |
441 (z09b) | Aan die nieuwe vaart, daar zie je geen mens meer (inf. 02871) |
vertaling: Oan dy nije feart, d?r sjogge je gjin mins mear |
442 (z09c) | Gisteren die is Jan hier geweest (inf. 02871) |
vertaling: Juster is J hjir west |
443 (z09d) | De dag dat Jan belde, was ik niet thuis (inf. 02871) |
vertaling: De deis dat J belle wie ik net th?s |
444 (z09e) | Jef, die zou ik nooit uitnodigen (inf. 02871) |
vertaling: Jef, dy soe ik nea ?tnodigje |
445 (z09f) | Marie, die zou zoiets nooit doen (inf. 02871) |
vertaling: M. soe soks nea dwaan |
446 (z09g) | Bert, die drinkt wel eens een glas te veel (inf. 02871) |
vertaling: B drinkt wolris in gl?s tefolle |
447 (z09h) | Martha, die zou ik wel eens bij mij thuis willen uitnodigen (inf. 02871) |
vertaling: M. soe ik wolris by my th?s ?tnodigje wolle |
448 (z09i) | Dat huis, dat zou ik nooit willen kopen (inf. 02871) |
vertaling: Dat h?s soe ik net keapje wolle |
449 (z09j) | Dat huis, dat staat daar al vijftig jaar (inf. 02871) |
vertaling: Dat h?s stiet d?r al 50 jier |
000 (z09opm) | (inf. 02871) |
opm. inf.: Ik denk dat het fan 'e accentuering afhangt of die of dat er tussen moet. Meastal doen wij dat niet. Wanneer je het wel gebruikt onderstreep je het extra |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
451 (z10(i)a) | Ze zijn naar de markt geweest (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
452 (z10(i)b) | Ze hebben naar de markt geweest (inf. 02871) |
komt voor: n |
453 (z10(i)c) | Ze zijn/hebben geweest naar de markt (inf. 02871) |
komt voor: n |
454 (z10(i)d) | Ze hebben geweest naar de markt (inf. 02871) |
komt voor: n |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
456 (z10(ii)a) | Hij heeft zijn kinderen op de tractor gezet (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
457 (z10(ii)b) | Hij heeft zijn kinderen gezet op de tractor (inf. 02871) |
komt voor: n |
458 (z10(ii)c) | Hij heeft gezet zijn kinderen op de tractor (inf. 02871) |
komt voor: n |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
461 (z10(iii)a) | Hij heeft zijn voorgevel helemaal wit geschilderd (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
466 (z10(iv)a) | Mijn vrouw kan dialect spreken (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
467 (z10(iv)b) | Mijn vrouw kan spreken dialect (inf. 02871) |
komt voor: n |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
469 (z10(v)a) | Gunther heeft Annemie naar huis gebracht (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
470 (z10(v)b) | Gunther heeft Annemie gebracht naar huis (inf. 02871) |
komt voor: n |
471 (z10(v)c) | Gunther heeft gebracht Annemie naar huis (inf. 02871) |
komt voor: n |
472 (z11a) | En heeft Gunther gebeld? (inf. 02871) |
vertaling: Hat G belle |
473 (z11b) | En pas op! (inf. 02871) |
vertaling: Tink er om |
474 (z11c) | 't En was maar net goed genoeg (inf. 02871) |
vertaling: 't Wie mar krekt goed gen?ch |
475 (z11d) | Marjo heeft nu meer koeien dan ze vroeger en had (inf. 02871) |
vertaling: M hat no mear kij dan as se froeger hie |
476 (z11e) | Als Susanne en had kunnen komen dan had ze dat gedaan (inf. 02871) |
vertaling: As S komme kinnen hie dan hie se dat dien |
477 (z11f) | Zij is de beste dokter die ik en ken (inf. 02871) |
vertaling: Sy is de beste dokter dy't ik kin |
478 (z11g) | Voor je iets en weggooit, moet je even bellen (inf. 02871) |
vertaling: Foarst wat weigoaist mast efkes belje opm.: waarschijnlijk enclitisch voegwoord met vervoeging 2.p.ev. |
479 (z11h) | Hier is alles wat ik gekregen en heb (inf. 02871) |
vertaling: Hjir is alles wat ik krigen ha |
480 (z11i) | Jan en is te gierig om iets aan z'n kinderen te geven (inf. 02871) |
vertaling: J is to sinnich om wat oan syn bern te jaan |
482 (z11k) | Dat boek leg neer! (inf. 02871) |
vertaling: Liz dat boek del |
483 (z11l) | Als je echt niet kunt wachten, dan kom maar (inf. 02871) |
vertaling: Ast echt net wachtsje kinst kom dan mar |
488 (z12a) | Ik weet dat Jan de dokter had kunnen roepen (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit dat J de dokter roppen kinnen hie opm.: PPI |
489 (z12b) | Ik weet dat Jan de dokter kon geroepen hebben (inf. 02871) |
vertaling: Ik wit dan J de dokter roppen kinnen hie opm.: PPI |
490 (z12c) | Hij zei dat ik het had moeten doen (inf. 02871) |
vertaling: Hy sei dat ik it dwaan moaten hie |
491 (z12d) | Hij zei dat ik het moest gedaan hebben (inf. 02871) |
vertaling: Hy sei dat ik it dwaan moaten hie |
492 (z12e) | Hij is vorige week door dokter Mertens geopereerd (inf. 02871) |
vertaling: Hy is ferline wike troch dokter M opereart |
493 (z12f) | Hij wordt morgen door dokter Mertens geopereerd (inf. 02871) |
vertaling: Hy wurdt moarn troch dokter M opereart |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 02871) |
vertaling: Ik tink datst in protte fuort goaie moast positie: 1 |
495 (z13a) | Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien/Ik denk dat je veel zou weg moeten gooien/Ik denk dat je veel zou moeten weg gooien (inf. 02871) |
vertaling: Ik tink datst in protte fuort goaie moast positie: 1 |
496 (z13b) | Het is dom om zulke dure dingen (weg) te (weg) gooien (inf. 02871) |
vertaling: It is dom om sokke djoere dingen fuort te goaien |
497 (z13c) | Hij is alle kapotte spullen (weg) aan het (weg) gooien (inf. 02871) |
vertaling: Hy is alle stikkene spul oan it fuort goaien |
498 (z13d) | Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02871) |
vertaling: Ik fyn datst faker de krante l?ze moate soest positie: 1 |
498 (z13d) | Ik vind dat je vaker (de krant) zou (de krant) moeten (de krant) lezen (inf. 02871) |
vertaling: Ik fyn datst faker de krante l?ze moate soest positie: 1 |
499 (z13e) | Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02871) |
vertaling: It is dom yn it donker de krante te l?zen positie: 1 |
499 (z13e) | Het is dom om in het donker (de krant) te (de krant) lezen (inf. 02871) |
vertaling: It is dom yn it donker de krante te l?zen positie: 1 |
500 (z13f) | Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02871) |
vertaling: Hy is de hiele dei oan it krante l?zen positie: 2 |
500 (z13f) | Hij is de hele dag (de krant) aan het (de krant) lezen (inf. 02871) |
vertaling: Hy is de hiele dei oan it krante l?zen positie: 2 |
512 (z15a) | Zo'n ding een(e) heb ik nog nooit gezien! (inf. 02871) |
komt voor: n |
513 (z15b) | Zo een vrouw een(e) kun je maar beter niet tegenspreken (inf. 02871) |
komt voor: n |
514 (z15c) | Zo een mens een(e) heeft altijd wat om over te klagen (inf. 02871) |
komt voor: n |
515 (z15d) | Jij bent ook een rare een(e) (inf. 02871) |
vertaling: Do bist ek in raeren komt voor: j |
515 (z15d) | Jij bent ook een rare een(e) (inf. 02871) |
vertaling: Do bist ek in raeren komt voor: j |
516 (z16a) | Robert heeft ??n groene appel weggegeven, en nu heeft hij er nog twee rode (inf. 02871) |
vertaling: R hat 1 griene appel fuortjoen en no hat er noch 2 reade opm.: 'er' = 'hij' |
412 (z16b) | Er waren veel mensen op het feest (inf. 02871) |
vertaling: Der wiene in protte minsken op it feest |
413 (z16c) | Jammer dat ik gisteren niet kon komen. Waren er veel mensen op het feest? (inf. 02871) |
vertaling: Wiene der in protte minsken op it feest? |
520 (z16d) | Wat voor boeken heb je gekocht? (inf. 02871) |
vertaling: Hokfor boeken hast kocht? |
521 (z16e) | Hij woont bij Marietje (inf. 02871) |
vertaling: Hy wennet by M |
522 (z16f) | Hij woont bij Wim (inf. 02871) |
vertaling: Hy wennet by M |
523 (z16g) | Loop even naar de bakker, Wim! (inf. 02871) |
vertaling: Rinst efkes nei de bakker W |
524 (z16h) | Wie heb je gezien? (inf. 02871) |
vertaling: Wa hast sjoen? |
525 (z16i) | Wie heeft jou gezien? (inf. 02871) |
vertaling: Wa hat dy sjoen? |
527 (z16j) | Had ik dat geweten dan had ik het niet gedaan (inf. 02871) |
vertaling: Hie ik dat witten dan hie ik it net dien |
528 (z16k) | 't Zou beter zijn om nog even te wachten (inf. 02871) |
vertaling: 't Soe better w?ze om noch efkes te wachtsjen |
882 (z16l) | Gelukkig had Jan de dokter gebeld en die was er al heel gauw (inf. 02871) |
vertaling: Lokkich hat J. dokter belle en dy wie der gau |
883 (z16m) | Loop nou toch door, vervelende jongens! (inf. 02871) |
vertaling: Rin dochs troch, ferfelende jonges |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 4 |
538 (z17a) | Marie heeft gezegd dat jij geprobeerd hebt een liedje te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 4 |
534 (z17b) | Marie heeft gezegd dat jij hebt proberen een liedje te zingen (inf. 02871) |
komt voor: n |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 4 |
544 (z17c) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt proberen te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 4 |
545 (z17d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
545 (z17d) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen hebt te zingen (inf. 02871) |
komt voor: j gebr.: 5 |
536 (z17e) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje proberen te zingen hebt (inf. 02871) |
komt voor: n |
605a (z17f) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje hebt te zingen proberen (inf. 02871) |
komt voor: n |
548 (z17g) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen proberen hebt (inf. 02871) |
komt voor: n |
542 (z17h) | Marie heeft gezegd dat jij een liedje te zingen hebt proberen (inf. 02871) |
komt voor: n |
000 (z17opm) | (inf. 02871) |
opm. inf.: Ik heb deze keer nogal wat werk gehad met de vragenlijsten. Voor mijn gevoel staat er nochal wat dubbel in maarik ben geen dialectoloog. Probeer wel zo zuinig mogelijk met uw medewerkers om te gaan die noch voor 100% in het productieproces zitten. |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]B046b[/k][h][/h][i][/i][vw]HW[/vw][meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Ze weet niet dat marie gisteren gestorven is? [/v] | |||
informant | [a] Sie weet net dat Marie juster storven is [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Se weet net dat marie juster is storven? [/v] | |||
informant | [a=n] Die eh zinsbouw vin ik verkeerd want dat eh is verkeerd om | |||
hulpinterviewer | [v] Se weet net dat marie storven hat? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is eh duidelijk een foute zin [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=022] Der wil net ien net dansje? [/v] | |||
informant | [a=n] Der staat een keer der staat net teveele ien [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=024] ik gaan net aan de kant voor dei net en voor net ien net? [/v] | |||
informant | [a=n] ik gaan net aan de kant voor dei net en voor net ien. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund? [/v] | |||
informant | [a] gjinien het dat ooit wollen of kinnen | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Kinne jo hjir ook zegge van eh wold of kind | |||
informant | [a=n] ik leau net dat dat hjir zo bruikt wordt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wel willen opeten? [/v] | |||
informant | [a] Jan hie de hele bole wel op ete wollen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Jan hie de hele bole wel wille op ete? [/v] | |||
informant | [a=n] Nou dat is dus weer zo een zin sat it tegenwoordig een soad bruikt wordt en daart ik mie altijd oh zo aan ergerje dat die taal zo verknoeid wordt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=027] Vertel maar niet wie zij had kunnen roepen? [/v] | |||
informant | [a] Vertel mij net waat zij roepe kinnen hie | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertel mij net wa zij roepe kinnen hie? [/v] | |||
informant | [a=n] ja dat ik denk wel dat dat kan. maar ik denk dat wij meer bruike wa as wa at | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertel mij eens wa dat zij roepe kinnen hie? [/v] | |||
informant | [a=n] Van mie zelf vin ik dat het der net ien hoort. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=029] Vertel mie ris wa at zij roepe kinnen hie | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat vin ik een goeie frieske zin. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] En is dat ook een gebruikelijke zin hjir ien oosterwierum om dat zo te zeggen | |||
informant | [a=j] Ja ik denk dat dat wel een eh gebruikelijke ja | |||
hulpinterviewer | [v=030] Vertel mij ris wa at dat zij roepe kinnen hie? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat vin ik weer dat deer een woordsje teveele in zit. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=035] Jan herinnert him dat verhaal wel? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] sa wordt het wel sein. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=036] Piet en Marie wijze nei? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Elkaar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Jan wasket? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Himsels. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Him jan wasket him. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich? [/v] | |||
informant | [a] De timmerman hat gjin spijkers bij him. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] Fons zag een slange neist? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Neist him. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Erik liet mij voor zich werken? [/v] | |||
informant | [a] Erik liet mij voor hem werke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Johanna liet zich mee drijven op de golven? [/v] | |||
informant |
[a] Johanna liet haar mei drijve oppe baren
op e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel? [/v] | |||
informant | [a] Toon bezag hemzelf ris goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zichzelf goed? [/v] | |||
informant | [a] Eduard ken himzelf goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Ward heeft gehoord dat er fotos van zichzelf in de etalage staan? [/v] | |||
informant |
[a] Ward het hoord dat der fotos van hemzelf iene etalage staan. [/a]
ien e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Ward hat hoord dat der fotos van zich zelf in de etalage staan? [/v] | |||
informant | [a=n] dat ik dat finaal fout vin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=053] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen? [/v] | |||
informant |
[a] At ik zuinig libje dan libje ik sat mien ouders wille
sa t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] jimme bruike bruike jime altijd libje of ook wel leve? [/v] | |||
informant | [a=j] nee wij bruike ek wol en misschien wel meest dat de meesten wel leve bruike. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader? [/v] | |||
informant |
[a] At hij nog trije jaar libbet libbeter langer as sien heit
libbet er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer? [/v] | |||
informant | [a] At ze zo gevaarlijk libbet libbet ze net lang meer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog? [/v] | |||
informant | [a] At it nu nog libbet libbet it morgen ook nog. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen? [/v] | |||
informant | [a] At ze voor har werk libje libje ze net voor har bern | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Als rudy nog leeft dan leeft leo ook nog? [/v] | |||
informant | [a] At rudy nog libbet dan libbet leo ook nog. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer? [/v] | |||
informant | [a] At je soen libje dan libje je langer | je is een informele tussenvorm tussen jo (u) en do (jij, je) | tagging | |
veldwerker |
[a] asto soen libbest dan libbest langer. [/a]
ast o |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Ast soen libbest dan libbest langer? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] dat is ien it friesk heel goed mogelijk. [/] | |||
hulpinterviewer | [v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek? [/v] | |||
informant | [a] At der san beetsje meensken fan de landbouw libje dan libje der in soad meensken van it werk ien de fabriek | tagging | ||
hulpinterviewer | [V=070] Als pieter en liesje in het paradijs leven dan leven rosa en frans in de hel? [/v] | |||
informant |
[a] As pieter en liesje ien it paradijs libje dan libje rosa en frans iene hel. [/a]
ien e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Als we eenvoudig leven leven we gelukkig? [/v] | |||
informant | [a] At wie eenvoudig libje dan libje wie gelukkig. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Als we goed leven leven we gelukkig? [/v] | |||
informant | [a] At wie goed libje libje wie gelukkig. [/] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder jan? [/v] | |||
informant | [a] Libje wat soener jan. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder bekrompen kinderen? [/v] | |||
informant | [a] Libje wat minder bekrompen bern. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=075] Ik vin dat elkeneen moet kunne zwemme? [/v] | |||
informant | [a=n] dan gaan ik tegen mij zelf ien. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=077] Ik vin dat iederien moat swemme kunne? [/v] | |||
informant | [a=n] nee nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Ik vin dat iederien kinne zwemme moet? [/v] | |||
informant | [a=n] Totaal foute zin zo. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=084] ik vin dat iederien zwemme moat kenne? [/v] | |||
informant | [a=n] Ook weer dezelfde fout it omdraaien van laaste woorden. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=088] Ik weet dat jan moat een nieuwe schuure bouwe? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan een goeie zin weze | |||
hulpinterviewer | [v=093] Ik vin dat Marie moat nei Jef belje? [/v] | tagging | ||
informant |
[a=j] Dat kan in goeie zin weze soek wel zegge
soe ik |
|||
hulpinterviewer | [v=097] Jan zei dat Marie moest naar een bakker gaan? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=102] Ik wit dat jan moat spijtig genoeg vertrekke? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kin wij hjir wel zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=107] Ik weet dat hans mei net kome? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=108] Ik weet dat hans mei net kome iederien begrijpt datter it te druk hat? [/v]
dat er |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja ik denk dat dat ook eh wel bruikt wurde kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=109] Ik wit dat hans mei net kome want marie wol him net op it feest zien? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=114] Ik weet dat jan wol bargen koopje [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Ik wit dat eddy morgen wol brood ete | |||
informant | [a=j] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk dat marie hem zal moeten roepen? [/v] | |||
informant | [a=j] Ik denk dat marie hem roepe moete zal. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=133] Jan hat gjinien boek meer? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan is een goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] En jan hat net ien boek meer? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ook dat kan een goeie zin weze | |||
hulpinterviewer | [v=140] Zitte hjir nergens gjin muizen? [/v] | |||
informant | [a=n] Hjir soe sein worde zit hjir nergens muizen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=148] Iederien is net een vakman? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=149] Hij hat overal gjin vrienden? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Hij wol gjin sop net meer ete net? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat kan ik mie net voor stelle dat san zin bruikt wordt. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Boeken hat Jan trije? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/]a | |||
hulpinterviewer | [v=156] Jan weet dat er voor trije uure de wein moat hawwe make? [/v] | |||
informant | [a=n] Nou dat hoort ook nergens op. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=157] Jan weet dat er voor trije uure de wein moat makke hebbe? [/v] | |||
informant | [a=j] Nee dat laaste soe ook weer andersom moete. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=160] Jan weet dat er voor trije uure de wein makke moat hebbe? [/v] | tagging | ||
informant | [a=n] Ook weer een hele foute zin. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=161] Jan weet datter voor trije uure de wein makke hawwe moet? [/v]
dat er |
tagging | ||
informant | [a=j] Dat is in goeie zin. [/a] | |||
informant | En dan soene wij hjir ook net zegge voor trije uure maar voor trijen. | |||
hulpinterviewer | [v=162] Maries auto is kapot? [/v] | |||
informant | [a] Maries auto is stukken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Marie haar auto is stukken? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Is uiteraard ook een eh goeie zin. [/a] | |||
informant | [a] De auto fan marie is stukken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=163] Marie d'r auto is stukken? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat int Fries kin jo dat net zegge. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? [/v] | |||
informant |
[a] Hest genoeg mensken om it hooi vant lan te haaljen. [/a]
van t |
tagging | ||
informant | [a] Hest genoeg mensken om hooi vant lan te haaljen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hast genoeg meensken hooi van it lan te haaljen? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat vin ik een foute zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hast genoeg mensken om hooi van it lan haalje? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee die n moet der dus moet wel haaljen weze. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=189] Het was aardig van jan om te komen werken. [/] | |||
hulpinterviewer | [v] It was aardich van jan om komme te werkjen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ik denk wel dat je it op die manier zegge moete ja | |||
hulpinterviewer | [v] It wie aardig van jan om te komme te werkjen? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] It wie aardich van jan om werke te komm? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat vink net goed | |||
hulpinterviewer | [v] Of om te werken te komm? [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te dragen? [/v] | |||
informant | [a] Deze tonne is zwaar om te sjouwen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Dizze tonne is zwaar te sjouwen? [/v] | |||
informant | [a=g] Dat vin ik een mooiere zin as jo it zo zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Dizze tonne is zwaar om sjouwen? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Dizze tonne is zwaar sjouwen | tagging | ||
informant | [a=n] Dat kan wel weer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=215] Kgeloof dat ik groter ben als hij? [/v] | |||
informant | [a] Ik leau dat ik groter ben as hij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Kleau dat ik groter ben as hij? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat vin ik net eh in het Fries zegge je gewoon ik leau. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik? [/v] | |||
informant |
[a] Sie leaut dastou eerder thuis benst as ik. [/]a
datst o |
ou klank opvallend. | tagging | |
hulpinterviewer | [v] Ze leaut dat? [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ze leaut asto eerder thuis benst as ik? [/v]
ast o |
tagging | ||
informant | [a=j] Dat ik ook een eh goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=217] Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij? [/v] | |||
informant | [a] Dou leaust zeker net dat hij sterker is as dou | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Leaust zeker net dat hij? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan der gerust voor weg dan blijft it nog een mooie zin | |||
hulpinterviewer | [v=218] Ze geloven dat wij rijker zijn als zij? [/v] | |||
informant | [a] Sie leauwe dat wij rijker benne as zij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij? [/v] | |||
informant | [a] Wij leauwe dat jim net zo slim benne as wij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] We leauwe dat jim? [/v] | |||
informant |
[a=j] Ajjo in it gewone spraakgebruik we leauwe
as jo |
|||
hulpinterviewer | [v=220] Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie? [/v] | |||
informant | [a] Jim leauwe jammer genoeg net dat zij armer benne as jim. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] U gelooft dat lisa even mooi is als anna? [/v] | |||
informant | [a] Jo leauwe dat lisa even mooi is as anna | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Hij gelooft dat louis en jan sterker zijn als geert en peter? [/v] | |||
informant | [a] Hij leaut dat louis en jan sterker binne as geert en piter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=227] Hee hij slaapt en de oare die ziet dat zo en die zegt dan hij doet? [/v] | |||
informant | [a=n] Ik vin dat eh dat antwoord wat te kort is. [/a] | |||
informant | [a] Dat doet er zo zou ik it. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] Hij slaapt en die oare die zegt it doet? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat vin ik net eh goed onder woorden bracht. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=235] slaapter ja dat doeter? [/v]
slaapt er doet er |
tagging | ||
informant | [a=j] Dat vin ik een goede zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=238] Slaapt er nee hij doet net? [/v] | |||
informant | [a=n] Hij doet dat net. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Slaapt er en zegt die oare ie doet? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ie dat kan net ie kan net. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] De lampe doet net meer baarne? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/v] | |||
informant | De lampe baarnt net meer. | |||
hulpinterviewer | [v] De bern dogge hjir net voetbalje? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat vin ik ook net goed de bern voetbalje hjir net. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Baarne doet de lampe net meer? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan nog wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Doet marie elke joen dansje? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | Danset marie elke joen. | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=247] Doe het brood even snije? [/v] | |||
informant | [a=n] Ook fout snij it brood even. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Ik doe wel even de kopkes afwaskje? [/v] | |||
informant | [a=n] Ik waske de kopkes wel even af. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij? [/v] | |||
informant |
[a] De jonge van waat de mem juster hertouwd is stie achter mij. [/a]
wa t |
tagging | ||
informant | [a] Achter mij stie de jonge waans mem juster hertrouwd is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] De jonge wa sien mem juster hertouwd is stie achter mij? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De jonge die sien mem juster hertouwd is stie achter mij? [/v] | tagging | ||
informant | [a=g] Ik denk dat dat inne praktijk it vaakst bruikt worde zal. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De jonge diens mem juster hertouwd is stie achter mij? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat kan ik mie net voorstelle. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] De bank waar ze op zaten was pas geverfd? [/v] | |||
informant |
[a] De bank wert ze op zaten wie krekt verve. [/a]
wer t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] De bank dert se op zaten wie krekt verve? [/v]
der t |
tagging | ||
informant | [a=j] Ook een prima zin. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] De bank werop ze zaten wie krekt verve? [/v]
wer op |
tagging | ||
informant | [a=j] Ook dat kan. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] En de bank deropt ze zaten wie krekt verve? [/v]
der op t |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat dat kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De bank wer ze op zaten wie krekt verve? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ek dat zal in de praktijk wel bruikt worde ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] De bank derop ze zaten wie krekt verve? [/v]
der op |
|||
informant | [a=n] Dat vin ik fout. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De bank deer dat ze op zaten wie krekt verve? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De bank weer dat ze op zaten wie krekt verve? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan wel weer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De bank weer at ze op zaten wie krekt verve? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] De bank weerop at ze zaten wie krekt verve? [/v]
weer op |
tagging | ||
informant | [a=j] Volgens mij kan dat ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De bank weer op dat ze zaten wie krekt verve? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De bank dat ze der op zaten wie krekt verve? [/v] | |||
informant | [a=n] Fout. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven? [/v] | |||
informant |
[a] Waat jild het moet mij maar wat jaan. [/a]
wa t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Diet jild hat moet mij maar wat jaan? [/v]
die t |
tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Wa jild hat moet mij maar wat jaan? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat soe kenne dacht ik ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Die jild hat moet mij maar wat jaan? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=260] Wat tinkst waat ik in de stad tsjinkaam ben? [/v]
wa t |
tagging | ||
informant | [a=j] Dat dat kin je zo bruike. [/a] | |||
informant | [a=g] Wa denkst dat ik in de stad tsjinkomen ben. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=261] Wat denke jim hoet ze it oplost ha? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=265] Hoe denksto hoet ze it oplost ha? [/v]
denkst o hoe t |
tagging | ||
informant | [a=j] Dat vin ik een goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=262] Wa denksto waat ik in de stad tsjinkomen ben? [/v]
denkst o wa t |
tagging | ||
informant | [a=n] Dat vin ik net een goeie zin. [/a] | |||
informant |
[a=g] Wa denksto dat ik in de stad tsjinkomen ben. [/a]
denkst o |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=275] Jij herinnert je toch wel dat je me toen onder die ladder door liet lopen? [/v] | |||
informant |
[a] Do wist toch nog wol dastou mie doe onder de ljadder troch rinne liest. [/a]
datst ou |
|||
informant |
[a] Do herinnerstie toch nog wel dasto mie onder de ljadder troch rinne liest? [/v]
herinnerst ie dast o |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=296] Soe der dat dien he kennen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] ja daar zal it toch op del komen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=297] Soe der dat diend kennen he? [/v] | |||
informant | [a=j] Dat vin ik een eh goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Soe der dat dien kennen he of soe der dat dwaan kennen he? [/v] | tagging | ||
informant | [a] ik denk dat dat dwaan ook wel bruikt wordt maar ik vin dat oare mooier. [/a] | [a=g] Dient kennen he. [/a] | ||
hulpinterviewer | [v=300] Soe der dat kennen he dient? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is finaal fout. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=305] soeder dat dwaan kennen he? [/v]
soe d er |
tagging | ||
informant | [a=j] Ik denk at de mensken it zo wel zegge zulle. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=309] Ik ha der gjin nocht aan en voerje de kij? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kenne jou wel zo zegge ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik ha der gjin nocht aan en breng de kij nei it lan. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ook dat is ook een goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=311] Ik denk hij fuort is. [/a] | |||
informant | [a=n] Ik denk dat hij fuort is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=312] Ik zei nog tegen haar ik denk hij is fuort? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat ken wol. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=316] Hij wou nog vlug even bij de bakker aan en haalje een broodsje? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat is een goede zin zo kenjo dat zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hij woe nog gau even bij de slachter aan en eet een droog worsje? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat is ook een goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=317] Marie al haar kij benne verzuipt bij de overstroming? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat ken zo ken jo dat zegge. [/a] | |||
informant | [a=g] Alle kij van marie ben verzopen bij de oerstroming. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=319] Dit denk ik net aan? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Die rare jonge ben ik mee nei de mark weest? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dan is dat een goeie zin. Zo ken je dat zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Die rare jonge he ik mee of hew ik mee nei de mark weest? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja ook dat ken. [/a] | |||
informant | [a=g] He ik. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=328] Jan vindt dat jim moet zukke dingen net leauwe? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kejjo zo zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Ik zei nog tegen haar ik leau dizze jonge vinne ze allegear wel aardig. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kenne jo zo zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien? [/v] | |||
informant |
[a] Gjinien mag it zien dus ik vin dasto magst it ook net sjen. [/a]
dast o |
tagging | ||
commentaar | [meta][k]B046b[/k][h][/h][i][/i][vw]HW[/vw][meta] | |||
hulpinterviewer |
[v] Net ien mag it zien dus ik vin dasto it ook net zien meist? [/v]
dast o |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] En net ien mag it zien dus ik vin dasto it ook net meist zien? [/v]
dast o |
|||
informant | [a=n] Dat vink weer de bekende fout. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=340] Het gebeurde toen je wegging? [/v] | |||
informant |
[a] It gebeurde toensto fuort gingst. [/a]
toen st o |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] It gebeurde toen dasto fuort gingst? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee nee nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=341] Ik weet waar je geboren bent? [/v] | |||
informant |
[a] Ik wit waarstou geboren benst. [/a]
waar st ou |
tagging | ||
informant |
[a=j] Ik wit waarst geboren benst. [/a]
waar st |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=342] Nu je klaar bent mag je gaan? [/v] | |||
informant |
[a] Noost klaar benst meist gaan. [/a]
no st |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Noosto klaar benst meisto gean? [/v]
no st o meist o |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat kan der bij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=347] Ik weet dat hij is gaan zwemm? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat lijket nergens op. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik weet dat hij is gaan te zwemm? [/v] | |||
informant | [a=j] Is beter maar mooi ist net. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=350] Ik wit dat hij gaan zwemm is? [/v] | |||
informant | [a=n] Is ook fout. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik weet dat hij gaan te zwemm is? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] It zou kenne. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=353] Wilst nog kofje jan ken jan at er dan kofje ha wil antwoordzje met ja'k? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=355] De iene die vraget ha ze eten en de oare die antwoordet dan met jaanze | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=357] Der komt morgen ien del en de oare die zegt wa dat? [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=365] Him is dea? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Hij is dea. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepen hebben? [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de man diet ze roepen he. [/a]
die t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Dat is de man die ze roepen he? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat ken ook. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld? [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de man diet it verhaal verteld hat. [/a]
die t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Dat is de man die it verhaal verteld hat? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat ken ook ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld? [/v] | |||
informant |
[a] Ik denk dat dat de man is diet it verhaal verteld hat. [/a]
die t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Dat is de man diet ik denk dat it verhaal verteld hat? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Dat is de man diet ik denk diet it verhaal verteld hat? [/v]
die t die t |
tagging | ||
informant |
[a=g] Ik soe mooier vine dat is de man waart ik van denk dat die it verhaal verteld het
waar t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] En die twa diet ik noemde hokker dan it beste of benne ze beide like goed of like briek van dat is de man diet ik denk dat it verhaal verteld hat of dat is de man diet ik denk dat it verhaal verteld hat? | |||
informant | [a] Die eerste diet it verhaal. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=373] Dat is de man diet ik denk dat ze geroepen hebben? [/v]
die t |
|||
informant |
[a] Dat is de man diet ik denk dat ze roepm ha. [/a]
die t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] Dat is de man daart ik van denk datzem roepm ha? [/v]
daar t dat ze m |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat ik ook een goeie zin | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] En benne die beide like goed? [/v] | |||
informant | [a] Nee die ken van mij beide wel | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=387] Wanneer zal de wereldvrede kome en dan zegt die oare nooit niet? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ik zou it zo net dwaan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=392] Zeg hem dat ik niet naar buiten ben geweest? [/v] | |||
informant | [a] Zeg net tegen him dat ik nei buiten weest he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=397] Tschijnt dat ze niets mag eten? [/v]
t schijnt |
|||
informant | [a] It schijnt dat ze niks ete mag. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Tschijnt dat ze niks ete mag? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Dat schijnt dat ze niks ete mag? [/v] | |||
informant | [a=n] Ook net goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ze schijnt dat ze niks ete mag? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=403] Tlijkt wel of er iemand in de tuin staat? [/v] | |||
informant |
[a] It lijket wel of at der ien inne tuin staat. [/a]
in e |
tagging | ||
informant |
[a] It lijket wel at ien inne tuin staat dat ken ook. [/a]
in e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=485] Zal ik joen eten siede zegt die oare dat doe maar? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat ken net. [/a] | |||
informant | [a=g] Doeg dat maar. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=486] Dat boek beloof mij dastoenooit weer verstopje zalst? [/v]
dast oe nooit |
|||
informant | [a=n] Dat is net in goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=487] Wat zeg mij dastoe kocht hast? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=495] Ik denk dasto een protte fuort smijte moete soest? [/v]
dast o |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja eh der zal situaties weze dat dat wel kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=501] Marie zit te rjappelschillen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Marie zit te peerschillen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Marie zit te perenschillen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ook goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=502] Marie zit peren en schillen? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a] Marie zit peren te schillen of marie schilt peren. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=515] Do benst ook een rarenien? [/v]
raren ien |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Do benst ook een raren? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ook dat ken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Do benst ook een rare? [/v] | |||
informant | [a] Die n er achter is mooier. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant | [a] Wat voor boeken hast kocht. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=273] Marie trok de deken naar zich toe? [/v] | |||
informant | [a] Marie luts de deken nei haar toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] En marie luts de deken nei zich ta? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=530] Marie zei dastoe Piet een boek besocht hast te verkoopjen? [/v]
dast oe |
tagging | ||
informant | [a=j] Zo ken jo dat zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v= 531] Wim dacht dat ik els besocht hie een kadootsje te jaan? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat ken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=532] Karel weet dasto besocht hest marie een boek te verkoopjen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat is ook een goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=041] Jan liet zich mee drijven op de golven? [/v] | |||
informant |
[a] Jan liet him mee drijve oppe baren. [/a]
op e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zich eens goed in de spiegel? [/v] | |||
informant | [a] Toon beseach em ris goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zich goed? [/v] | |||
informant | [a] Eduard ken himsels goed. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=193] Dat is zo zeker als één en één twee is? [/v] | |||
informant | [a] Dat is zo zeker at ien en ien twa is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=388] Wa hat de auto meinommen en de oare die zegt net ien net? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat net moat der net achter. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=389] Waar groeit it jild aan de bomen en de oare die zegt nergens net? [/v] | |||
informant | [a=n] It is net goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=390] Wat is roen en fjouwerkant tegelijk en de oar die zegt niks net? [/v] | |||
informant | [a=n] Dan is niks ook genoeg. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=391] Hokker kij hat er molken en de oare die zegt net ien net? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is weer net ien. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=395] Geloof je niet dat hij gevallen heeft gevallen is? [/v] | |||
informant |
[a] Leausto net dat hij vallen is. [/a]
leaust o |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Leaust net dat hij vallen het? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=601] Maar en kom je niet? [/v] | |||
informant | [a=n] Nou weet ik net wat ik nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=602] Waarom en kom je niet? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee met dat en der tusken net. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=602] Voor je iets weg en gooit moet je me even bellen? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat kenne ze allegear wel bespaarje. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=610] We konden nergens niet zitten in die volle zaal? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat net is ook weer tevele. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=611] Wij zulle nooit net winne van de sterkste man? [/v] | |||
informant | [a=n] Ien van beide ken vervalle wij zulle net winne of wij zulle nooit winne. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=612] Ik ha niks net zien want ik slaapte. [/a] | |||
informant | [a=n] Ik ha niks zien want ik slaapte. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=613] Ik ha gjin enkel boek net kocht want mien jild wie op? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat net moet der uit want oars dan eh. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=614] Jan rookt niet meer? [/v] | |||
informant | [a] Jan rookt net meer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=729] Zelfs hij kan dat niet oplossen. [/a] | |||
informant | [a] Zelfs hij ken dat net oplosse. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=730] Hoe laat is dat eins? [/v] | |||
informant | [a=n} Nee nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=731] Mogen we wel weten dat wij ook gevraagd zij? [/v] | |||
informant |
[a] Meiwe wel wete dat wij ook vrage ben. [/a]
meie we |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=732] Weet je iets over het weer morgen? [/v] | |||
informant |
[a] Wistou wat oer it weer morgen. [/a]
wist ou |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Wist wat oer it weer morgen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=g] Dat ken der uit misschien is it dan noch wel mooier. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=733] Je weet wel dat je slim genoeg bent? [/v] | |||
informant |
[a] Do wist wol datsto slim genoeg benst. [/a]
dast o |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Wist wel dast slim genoeg benst? [/v] | |||
informant | [a] Dat ken der uit dan wordt it wat een oare zin maar dat ken der wel uit. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Wat is it verschil dan? [/v] | |||
informant | [a] De twadde dat wordt meer een vraag. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] En at it nu gewoon een meedeling is van nou wist wel dast slim genoeg benst? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Die zin ken bruikt worde op verschillende manieren. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=734] Har he daar niks mee te meitsjen? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee dat ken net. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] En hun he daar niks mee te meitsjen? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hullie he daar niks mee te maken? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is nog slimmer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=737] Marie en Piet kussen elkaar? [/v] | |||
informant | [a] Marie en Piet tuutsje elkoar | tagging | ||
informant | [a] Inoar zal nog wel eens bruikt worde mar inoarren nee. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=738] Hij riep alle familieleden bij zich? [/v] | |||
informant | Hij riep alle familieleden bij him. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v] En bij zich eventueel? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee nee nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=739] Der zat een inbreker in deze kast? [/v] | |||
informant | [a] Der zat een inbreker in dizze kast. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=740] It zat een inbreker in deze kast? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=741] Daar zat een inbreker in deze kast? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat ken wel weer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=742] Juster zat een inbreker in deze kast? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat ken ook. [/] | |||
hulpinterviewer | [v=743] Juster zat der een inbreker in deze kast? [v] | |||
informant | [a=j] Dat ken ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=744] Juster zat it een inbreker in deze kast? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=745] Juster zat daar een inbreker in deze kast? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat zou kenne. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=746] It is krekt at een hon in deze kast zit. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat ken je zeggeja. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=747] It is krekt at der in hon in deze kast zit? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Dan vin ik die twadde moaier. [/a] | 747 voorkeur boven 746, 746 niet helemaal mooi maar wel mogelijk. | ||
hulpinterviewer | [v=748] It is krekt at it een hon in deze kast zit? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee die vin ik net goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=749] It is krekt at daar een hon in deze kast zit? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ik vin it toch net een goede zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=750] Als u vindt dat u gezond leeft leeft u dan vooral zo verder? [/v] | |||
informant | [a] At jo vine dat jo soen leevje leevje dan vooral zo verder. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] At jo vine dat jo soen libje libje jo dan vooral zo verder. [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kejjo zo zegge ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=753] Als iedere dage de dokter voor mij moet worden gebeld kan ik beter in het ziekenhuis blijven? [/v] | |||
informant |
[a] At elke dag de dokter voor mij belle worde moet dan kenk beter in it ziekenhuis blijve. [/a]
ken k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=754] Als een enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg? [/v] | |||
informant | [a] At een enkele keer de dokter belle worde moet is dat net zo slim. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=758] Jimme leauwe datst jimme eerder thuis benne as ik? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is een hele brieken ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=759] Jimme leauwe dast eerder thuis benne as ik? [/v] | |||
informant | [a=n] Slacht ook nergens op zou ik zegge. [/a] | |||
informant | [a] At ik gaan gaan ik. [/a] | [v=762] | tagging | |
informant |
[a] Astou gaast dan gaast. [/a]
ast ou |
[v=763] | tagging | |
informant | [a] At jo gaane gaane jo. [/a] | [v=764] | tagging | |
informant | [a] At hij gaat gaat hie. [/a] | [v=765] | tagging | |
informant | [a] At ze gaat gaat ze. [/a] | [v=766] | tagging | |
informant | [a] At it gaat gaat it. [/a] | [v=767] | tagging | |
informant |
[a] Awwie gaan gaane wie. [/a]
a wie |
[v=768] | tagging | |
informant | [a] At jimme gaan gaan jim. [/a] | [v=769] | tagging | |
informant | [a] At ze gaan gaan ze. [/a] | [v=770] | tagging | |
informant | [a] Gaan ogenblikkelijk fuort. [/a] | [v=771] | tagging | |
informant |
[a] Toent ik ging gingstou ook. [/a]
toen t gingst ou |
[v=772] | tagging | |
informant |
[a] Toensto gingst ging ik net. [/a]
toen st o |
[v=773] | tagging | |
informant |
[a] Toent jo gingen ging hij ook. [/a]
toen t |
[v=774] | tagging | |
informant |
[a] Toent hij ging gingen jo ook. [/a]
toen t |
[v=775] | ||
hulpinterviewer | [v] Ken jim zegge van wij gaan en wij gaane kan dat beide? [/v] | |||
informant | [a] Dat kan beide. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Dan gean we en dan geane we? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Jim gean en jim geane? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Dat ken jo beide bruike volgens mij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Dan gaan jim en dan gaane jim? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Zij gaan en zij gaane? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Dat ken dan ek beide ja volgens mij wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Dan gaan zij en dan gaane zij? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja ken ja ken beide bruikt worde. [/v] | |||
informant |
[a] Toent zij ging ging it net. [/a]
toen t |
[v=776] | tagging | |
informant |
[a] Toent it ging ging ze. [/a]
toen t |
[v=777] | tagging | |
informant |
[a] Toent wij gingen gingen jim ook. [/a]
toen t |
[v=778] | tagging | |
informant |
[a] Toent jim gingen gingen wij net. [/a]
toen t |
[v=779] | tagging | |
informant |
[a] Toent zij gingen gingen ze. [/a]
toen t |
[v=780] | tagging | |
hulpinterviewer | [v=781] Vertel mij eens wie er aan de deur was? [/v] | |||
informant |
[a] Vertel mij ris waat der aan de deur wie. [/a]
wa t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v] Vertel mij ris wa der aan de deur wie? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Vertel mij ris wa of waat aan de deur wie. [/a]
wa t |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=782] Dat is de man wa ze roepen ha? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Zo ken jo dat zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Dat is de man waat ze roepen ha? [/a]
wa t |
tagging | ||
informant | [a=g] Zo zouden wij het mear zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=783] Dat is de man dat ze roepen ha? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat kan net. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=784] Dat is de man diet ze roepen ha? [/v]
die t |
tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] En dat is de man die ze roepen ha? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan ook. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v=785] Dat is de man waat it verhaal verteld hat? [/v]
wa t |
tagging | ||
informant | [a=j] Dat is een goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] En dat is de man wa it verhaal verteld hat? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan ook. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=786] Dat is de man dat it verhaal verteld hat? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=787] Dat is de man die it verhaal verteld hat? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Zo kenne je it wel zegge ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] En dat is de man diet it verhaal verteld hat? [/v]
die t |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja vink mooier. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=788] Dat is de man die ik denk dat it verhaal verteld hat? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Dat is de man diet ik denk dat it verhaal verteld hat? [/v]
die t |
tagging | ||
informant | [a=j] Ook op die manier ken je it zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=789] Dat is de man diet ik denk diet it verhaal verteld hat? [/v]
die t die t |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Dat is de man die ik denk diet it verhaal verteld hat? [/v]
die t |
tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Dat is de man die ik denk die it verhaal verteld hat? [/v] | |||
informant | [a=n] Nou vink net goed. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=790] Dat is de man dat ik denk dat it verhaal verteld hat? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=791] Dat is de man dat ik denk die it verhaal verteld hat? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee ik weet net wat der allegear mis is maar hij rent net. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=792] Dat is de man diet ik denk dat ze roepen he? [/v]
die t |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] En dat is de man die ik denk die ze roepen he? [/v] | |||
informant | [a=n] Ik vint net een goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=793] Dat is de man dat ik denk dat ze roepen he? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=794] Dat is de man dat ik denk diet ze roepen he? [/v]
die t |
|||
informant | [a=n] Maar nee it is net een echte goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=798] Elke heit hopet sien bern benne eerlik? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=799] Elke mem meent har bern mat ze beschermje? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat ken je zo zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=804] Ik vin dat iederien de foto zien mat kenne? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is net goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=805] Hij is alle stukkene spullen fuort aan it smijten? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat ken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=809] Marie zit te pianospeeljen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=810] Hij zit weer te voor zeggen? [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat kan dat is een goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=812] Hoe krijgst it inne plosse en gooi met eten? [/v]
in e |
tagging | ||
informant | [a=j] Dat is een goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=813] Hoe krijgst it inne plosse en gooie met eten? [/v] | |||
informant | [a=n] Das net goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=814] It hat gjin doel en breng die kij fuort? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat is een goeie zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=815] Hij hat der gjin nocht aan en breng die kij fuort? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ook dat is uh mogelijk. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=816] Hij hat der gjin nocht aan en weg brenge die kij? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is een hele foute zin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=817] Jan vindt it mooi om de hele dag te zitten te werkjen? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is net goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] En jan vindt it mooi om de hele dag zitte te werken? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan wel. | |||
hulpinterviewer | [v=819] Jan vindt it mooi om de hele dag te zitte werken? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is een fouten. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=820] Hij sil wel weer staan te eameljen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat is een goeien. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=821] Hij zal wel weer staan eameljen? [/v] | |||
informant | [a=j] Dat kan al vin ik de eerste mooier maar it kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=822] Ik ha hjoed nog net rookt han? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat kan net. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=823] Bensto met die fiets vallen weest? [/v] | |||
informant | [a=n] Dat is net goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Hasto met die fiets vallen weest? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee kan ook net. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=824] It huis is verkocht worden? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=825] It huis is verkocht weest? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja dat ken jo zegge. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=826] Ik he him juster tegen komen? [/v] | |||
informant | [a=n] Nee nee. [/a] | |||
informant | [a] Ik ben him juster tegen komen. [/a] | tagging | ||
informant |
[n][a] Dat is de man daart ik van denk dat hi it verhaal verteld hat. [/a]
daar t |
[v=372] | ||
informant |
[a] Dat is de man diet ik denk dat it verhaal verteld hat. [a]
die t |
|||
hulpinterviewer | [v=296] Zou hij dat daant ha kennen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=189] Het was aardig van jan om te komen werken? [/v] | |||
informant | [a=n] It wie aardig van jan om werkje te komen. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] It wie aardig van jan om te komen te werkjen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ik denk dat dat nog beter is ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] It wie aardich van jan te komen te werkjen? [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan der uit ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] En it wie aardig van jan kome te werkjen? [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Vink een beetje armer maaar ik zal net zegge dat it net. [/a] [/n] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
geen data telefonische enquête in Oosterbierum / Easterbierrum |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut