SAND-data Visvliet (B041p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Visvliet |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]B041p[/k][vw]h[/vw][t]vw[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren gestorven is. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Ze weet nie dat Marie gisteren overleden is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=025] Iemand heef dat _. Niemand heef dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant | [a] Niemand _. Geen een wol dat ooit. [/a] | Informante vertaalt zin niet letterlijk. | tagging | |
informant | [a] _ en kon dat denk ik ook niet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Jan had het hele brood wel willen op eten. [/v] | |||
informant | [a] Jan kon dat brood allemaal wel op. [/a] | Informante vertaalt niet letterlijk genoeg. | tagging | |
hulpinterviewer |
[a] Ik zou zeg Jan haddet ook wel helemaal op eetn kund. [/a]
had et |
tagging | ||
informant | Nou dat kan ook. | |||
hulpinterviewer | [v=027] Vertel maar niet wie ze had kunne roepen. [/v] | |||
informant |
[a] Vertel maar niet wiese roepn kunne had. Kund had. [/a]
wie se |
tagging | ||
informant |
[a] Vertel maar niet wiese roepn kund had. [/a]
wie se |
tagging | ||
informant | [a] Of had kund. Kan ook. Dat kan ook. [/a] | |||
informant |
[a] Vertel maar niet wiese ha roepn kund. [/a]
wie se |
tagging | ||
hulpinterviewer | Ja ha roepn kund. Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=035] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Jan weet dat allemaal nog wel. [/a] | Informante vertaalt niet letterlijk genoeg (gebruikt werkwoord 'weten'). | ||
veldwerker | Herinnere kunt u niet gebruike? | |||
informant | Nou herinnere. Weetn. | |||
hulpinterviewer | Bruikn wij het woord herinnern niet? Volgens mij wel of niet? | |||
informant |
Nou dat wiesto wel zeggn wij.
wies to |
|||
informant | [a] Jan weet dat allemaal nog wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan weet dat verhaal nog wel. [/a] | |||
informant | [a] Jan weet dat verhaal nog wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | tagging | ||
informant | [a] De timmerman vergat de spijkers. [/a] | Informante vertaalt niet letterlijk genoeg ('De timmerman vergat de spijkers'). | ||
hulpinterviewer |
[a] _ hedde spijkers vergeetn. Ja. [/a]
hed de |
|||
informant |
[a] De timmerman hadde spijkers vergeetn. [/a]
had de |
|||
hulpinterviewer |
Zoustu niet zeggn van de timmerman ha geen spijkers bij zuch?
zous tu |
|||
informant | [a] Bij zich. Ja da kan ook. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
Wat zestu bij zich of bij zuch?
zes tu |
|||
informant | Zich. | |||
informant | Et was maar een timmerman he? Geen twee. | |||
hulpinterviewer | Zuch is twee. | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=040] Erik liet mij voor zich werken. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Ik moest voor Erik werken. [/a] | Informante vertaalt niet letterlijk genoeg: 'Ik moest voor Erik werken'. | ||
informant | Ik moes. | |||
hulpinterviewer | [v=041] Johanna liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
informant | [a] Johanna dreef op de golven. [/a] | |||
informant | Of op het water. | |||
hulpinterviewer | Ja maar het gaat natuurlijk ook om dat met drijvn he? | |||
informant |
[a] Johanna dreef voort oppet water. [/a]
op et |
|||
veldwerker | Liet zich. | |||
hulpinterviewer | Johanna liet zich met drijvn. | |||
informant | Dat kan ook. | |||
veldwerker | Hoe zou u dat dan zegge? | |||
hulpinterviewer | [v] Johanna liet zich met drijvn op de golvn? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Johanna liet zich met drijvn op de golm. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=042] Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Toon keek naar umzelf in de spiegel. [/a] | Niet helemaal letterlijk vertaald: 'kijken naar' ipv 'bekijken'. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=045] Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant |
[a] Eduard denk datter zichzelf goed kent. [/a]
dat er |
Informante vertaalt niet helemaal letterlijk. | tagging | |
hulpinterviewer | Eduard _. | |||
informant | [a] _ denkt zichzelf goed te kenn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Kent zichzelf goed kan dat ook? [/v] | tagging | ||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Zuchzelf. [/a] | |||
informant | [a] _ denkt zichzelf goed te kennn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=046] Ward heeft gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
informant |
[a] Ward hoorde datter fotoos van hemzelf inne etalage staan. [/a]
dat er in e |
Informante zegt 'hoorde' ipv 'heeft gehoord'. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v] Zestu dan niet van hum. Ward hef hoord datter fotoos van hum _. Van hemzelf inne etalage staan? [/v]
zes tu dat er in e |
|||
hulpinterviewer |
Ward het hoord datter _.
dat er |
|||
informant |
[a] _ fotoos vannumzelf inne etalage staan. [/a]
van um zelf in e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen. [/v] | |||
informant |
[a] Azzik zuinig ben dat zouen mien ouders graag wiln. [/a]
az ik |
|||
veldwerker |
Kannet ook met die twee woordjes leef?
kan et |
|||
informant |
[a] Azzik zuinig leef _. [/a]
az ik |
|||
informant |
[a] As zuinig leef levik zoals _. [/a]
lev ik |
|||
veldwerker |
Maar kunt u ook zegge leef ik zoals men ouders wille? Of bijvoorbeeld azzik zuinig leef levik goed kan dat?
az ik lev ik |
|||
informant | Nee. | |||
veldwerker | Hoe zou u dat dan zegge? | |||
informant |
[a] Azzik zuinig leef _. [/a]
az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] _ levik zoals mien ouders da wiln. [/a]
lev ik |
tagging | ||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zen vader. [/v] | |||
informant |
[a] As hij nog drie jaar het te leevn dan leefte langer as zien papa. [/a]
leeft e |
tagging | ||
veldwerker | En hij leeft hoe zeg je dat? | |||
informant | [a] Als hij nog drie jaar leeft _. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] _ leeft hij _. [/a] | |||
informant | [a] _ langer as zien papa. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leefse niet lang meer. [/v]
leef se |
Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Asse heur leven zo verknoeit dan hetse niet lang meer te leevn. [/a]
as se het se |
Informante vertaalt helemaal niet letterlijk! | ||
veldwerker | Die woorden leeft mag u gewoon zo late hoor. Dus gewoon twee keer leeft in de zin is goed. | |||
hulpinterviewer | [v=059] Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant |
[a] Asset nou leeft dan leeftet morgen ook nog. [/a]
as et leeft et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant |
[a] Ja tzou misschien wel kunn he amme zo wild leevn. [/a]
t zou a me |
Informante geeft niet echt achter elkaar de hele vertaling maar breekt de zin in tweeën. In het eerste gedeelte vertaalt ze 'als jullie' als 'amme'. | tagging | |
hulpinterviewer | [a] Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie _. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ kun je nooit zo lang leevn as mij. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Kun nooit zo lang leevn azzik. [/a]
az ik |
tagging | ||
veldwerker | En als je het letterlijk doet dan leve jullie nooit zo lang? | |||
informant | [a] _ dan leevn je nooit zo lang als ik. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen. [/v] | |||
informant |
[a] Alse voor heur _. [/a]
als se |
|||
informant |
[a] Alse altijd werkn dan hedde geen tijd veur de kinder. [/a]
als se he de |
Informante vertaalt zin helemaal niet letterlijk! | ||
hulpinterviewer | [v=067] Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant | [a] As Rudy nog zal leevn dan leeft Leo ook nog. [/a] | Informante voegt werkwoord 'zullen' toe in eerste gedeelte van de zin | tagging | |
hulpinterviewer | [v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant | [a] Je moet gezond leevn dan leevn je langer. [/a] | |||
veldwerker | En hoe zeg je letterlijk je leeft gezond? | |||
informant | Gezond leevn. | |||
veldwerker | Maar de letterlijke vertaling van jij leeft gezond? | |||
informant | [a] As je gezond leeft dan leef je langer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant |
[a] Alser geen boeren meer ben dan kome de arbeiders inne fabriek. [/a]
als er in e |
|||
hulpinterviewer |
[a] Azzer zoon beetje mensn leevn van de landbouw dan leevner veel meer mensn dan werkn der veel meer mensn in de fabriek. [/a]
az er leevn er |
|||
hulpinterviewer |
[a] Azzer een beetje mensn vanne landbouw leevn dan leevner veel mensn van werk inne fabriek. [/a]
az er van e leevn er in e |
Informante vertaalt zin niet, alleen hulpinterviewer. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=070] Als Pieter en Liesje innet paradijs leven dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v]
in et |
|||
hulpinterviewer | [a] As Pieter en Liesje innet paradijs leevn dan leevn Rosa en Frans in de hel. [/a] | Informante vertaalt zin zelf niet maar stemt in met de vertaling van de hulpinterviewer. | tagging | |
veldwerker | Zoals mevrouw De Wit het zei klonk dat voor u goed in de oren? | |||
informant | Ja ja. | |||
hulpinterviewer | [v=071] Als we sober leven leven we gelukkig. [/v] | |||
informant | As we niet sober leevn _. | |||
informant | [a] As we eenvoudig leevn _. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | _ leevn we gelukkig. | |||
informant | [a] _ leevn we gelukkig. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Leef wat gezonder Jan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Leef wat gezonder Jan. Dat zulln wij ook zeggn. Toch? [/a] | tagging | ||
informant | [a] Of leef wat makkelijker Jan. [/a] | |||
hulpinterviewer | Nee want makkelijker is heel wat anders dan gezonder. | |||
hulpinterviewer | [v=073] Leef wat minder bekrompen kinderen. [/v] | |||
informant | [a] Leef wat makkelijker. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Leef wat makkelijker kinder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
informant |
[a] Marie zallum wel roepn moetn. [/a]
zal um |
Informante vertaalt niet letterlijk genoeg ('Marie zallum wel roepn moetn denk ik'). | ||
hulpinterviewer | Denk ik. | |||
informant | [a] Denk ik. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Ja. Marie zallum wel roepn moetn denk ik. [/a]
zal um |
tagging | ||
informant |
[a] Marie zallum wel roepn moetn. [/a]
zal um |
|||
hulpinterviewer | Denk ik. | |||
commentaar | [meta][k]B041p[/k][vw]h[/vw][t]vw[/t][/meta] | |||
informant | [a] Denk ik. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Marie zallum wel roepn moetn denk ik. [/a]
zal um |
|||
hulpinterviewer |
[v=188] Heb je genoeg mensen om hooi vannet land te halen? [/v]
van et |
|||
informant |
[a] Hes genoeg mensn die die helpn kunnn omt hooi vant land te haaln. [/a]
om t van t |
|||
hulpinterviewer | [v=189] Het was aardig van Jan om te kome werken. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Et was mooi dat Jan onsen helpen kom. [/a] | Informante vertaalt niet letterlijk genoeg. | tagging | |
hulpinterviewer | [a] Et was mooi dat Jan ons heb kwam helpn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Was koomn helpen. | |||
informant | [a] Het was mooi dat Jannen was um helpn koomn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant |
[a] Wat war die ton zwaar ommem te draagn. [/a]
om em |
tagging | ||
informant | [a] Wa was die ton zwaar om te draagn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Hij kan staan zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Och wat kan hij zeurn. [/a] | Informante vertaalt zin niet letterlijk. | ||
veldwerker | Och wat kan hij staan zeure kan dat ook? | tagging | ||
informant | [a] Staan zeurn. Ja da kan ook. [/a] | |||
informant | [a] Och wa staan hij te zeuren. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=199] Hij staat te zeuren. [/v] | |||
informant | [a] Hij zeurde zo. [/a] | |||
informant | [a] Hij staan toch zo te zeurn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Ja hij staan te zeuren ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Hij staat te zeurn. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Hij staat te zeurn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=200] Toen we aan kwamen regende het. [/v] | |||
informant |
[a] Toen we hier kwaamn regendet. [/a]
regende t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Kgeloof dat ik groter ben als hij. [/v]
k geloof |
|||
informant | [a] Ik ben wat groter as hem. [/a] | |||
informant | [a] Dacht dat ik groter was as hem. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ik zou zeggn van ik loof. | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik loof daddik groter ben as hij. Of as hem. [/a]
dad ik |
|||
informant |
[a] Kgeloof dak groter ben as hem. [/a]
k geloof da k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant | [a] Ze meent of ze denkt dat ik eerder thuis ben as zij. [/a] | Informante zegt 'ik' en 'zij' terwijl er resp. 'jij' en 'ik' staat. | tagging | |
informant |
[a] Ze meent daddik groter ben as zij. [/a]
dad ik |
Dit is waarschijnlijk vertaling van 215. | tagging | |
hulpinterviewer | [a] Ze meent dat zij eerder thuis is dan ik. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant | [a] Denks dat hij sterker is als mij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Du mienst zeker niet _. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ dat hij sterker is als dij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Ze geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
informant | [a] Ze meenn dat wij rijker ben as heur. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Ze meenn dat wij rijker ben as heur. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant | [a] We loovn niet dat _. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] We meenn dat jem niet zo _. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] We meenn dat jem niet zo loos ben as wij. [/a] | Hulpinterviewer geeft vertaling maar informante niet! | tagging | |
hulpinterviewer | [v=220] Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Je meen jammer genoeg niet da sij armer ben as jem. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Ajjem. [/a]
a jem |
|||
informant | [a] As jem. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Jem geloof nie jem meenn jammer genoeg niet da sij armer ben as jem. [/a] | Hulpinterviewer vertaalt zin wel maar informante niet echt. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant | [a] Jem denkn dat Lisa krekt zo mooi is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of du meen dat Lisa krekt zo mooi is as Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn als Geert en Peter. [/v] | |||
informant |
[a] Jem denkn dassij sterker ben as Geert en Peter. [/a]
da sij |
Informante vertaalt niet helemaal letterlijk. | tagging | |
hulpinterviewer | [a] Hij meen dat Louis en Jan sterker ben as Geert en Peter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant | [a] De moeke die gisteren weer trouwd is _. [/a] | |||
informant | [a] De jongen zijn moeke _. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Het gaat om de jongen wie zien moeder gisteren trouwd is of wer trouwd is. De jongen wie zien moeke gisteren weer trouwd is ston achter mij. [/a] | tagging | ||
informant | [a] De jongen zijn moeke die gisteren weer trouwd is ston achter mij. [/a] | |||
hulpinterviewer | Wie zien moeke ja. | |||
informant | [a] Die jongen zien moeke die gisteren _. [/a] | |||
informant | [a] De jongen wiens moeke. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Wiens moeke gisteren weer trouwd is _. [/a] | |||
informant | [a] _ trouwd is _. [/a] | |||
informant | [a] _ ston achter mij. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=250] De bank waar ze op zaten was pas geverfd. [/v] | |||
informant | [a] De bank was pas verfd woar ze op zaatn heng. [/a] | Hulpinterviewer en informant gooien zinsvolgorde een beetje om: 'de bank was pas verfd woar ze op zaatn'. | tagging | |
hulpinterviewer |
[a] Woar zop zaatn. [/a]
z op |
|||
informant |
[a] De bank waar zop zaatn _. De bank woar zop zaatn ging was pas verfd. [/a]
z op |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] De bank was pas verfd woar ze op zaatn. [/a] | |||
informant | [a] De bank was pas verfd woar zop zate. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven. [/v] | |||
informant | [a] Wie geld over het die geef mij maar wat. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Maar ook wie geld heeft geeft mij maar wat. [/a] | |||
hulpinterviewer |
Zoustu van wie geen wel maakn? Wel geld het?
zous tu |
|||
informant | Ja wie wel _. Of wie veel geld het. | |||
hulpinterviewer | Du zegst wel wie. Du zegst niet wel? | |||
hulpinterviewer | Wel het. Wel veel geld het. | |||
informant | Ja wel. Ja wel veel geld heft die geeft mij maar wat. | |||
hulpinterviewer | [a] Wel veel geld het moet mij maar wat geevn. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ moet mij maar wat geevn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=273] Maria trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant | Ze kruip niet onder de dekens. | |||
hulpinterviewer |
[a] Nee ze trokket noar heur toe. [/a]
trok et |
tagging | ||
informant | [a] Maria trek de dekens omhoog. [/a] | |||
hulpinterviewer | Zestu nooit van zuch? Noar zuch toe? | |||
hulpinterviewer | Of noar zich toe? | |||
informant | Nee zich. | |||
hulpinterviewer | Noar zich toe. | |||
informant | Zich ja. Ik zeg niet zuch. | |||
hulpinterviewer |
Nou dan kun jet net zo vertalen als hier staat. Maria trok de deken noar zich toe.
je t |
|||
informant | Ja. | |||
informant | Of trek de dekens aan. | |||
informant | [a] Naar zich toe trekke. [/a] | tagging | ||
informant | [a] _ trek de dekens naar zich toe. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant |
[a] Geen een magt zien dus do ook niet. [/a]
mag t |
|||
informant |
[a] _ dasto et ook niet mag zien. [/a]
das to |
tagging | ||
veldwerker | [v] En kan het ook nog andersom? Dat jij het ook niet zien mag? [/v] | |||
informant | [a] Do mags nie zien _. | |||
hulpinterviewer |
[a=j] Geen een mag zien dus vin ik dastu et ook nie zien magt. [/a]
das tu |
tagging | ||
veldwerker | Kan allebei? | |||
informant | [a=j] Ja allebei kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=340] Het gebeurde toen je weg ging. [/v] | |||
informant | [a] Et gebeurde toens fort gingste. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=341] Ik weet waar je geboren bent. [/v] | |||
informant |
[a] Ik weet woarsto geboren bist. [/a]
woarst o |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=342] Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
informant |
[a] Nous klaar bis kenstu weer fort gaan. [/a]
kens tu |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepen hebben. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant |
[a] Die man die hemze roepn. [/a]
hem ze |
Informante vertaalt niet letterlijk genoeg. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | Deze vraag komt terug in nagesprek. | ||
informant | [a] Die man die het alles verteld. [/a] | tagging | ||
informant |
[a] Die man die het verhaal verteld. [/a]
het t |
Informante vertaalt niet letterlijk genoeg. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant |
[a] Dat is de man diet het verteld. [/a]
die t |
tagging | ||
hulpinterviewer | Denk ik. | |||
informant |
[a] Ik denk dat dat de man is diet verteld het. [/a]
die t |
Informante gooit zinsvolgorde door elkaar: 'ik denk dat dat de man is diet verteld het'. | tagging | |
hulpinterviewer |
[v=373] Dat is de man die denk ik datse geroepe hebben. [/v]
dat se |
|||
veldwerker | Die ik denk. | |||
hulpinterviewer |
[v] Dat is de man die ik denk datse geroepen hebben. [/v]
dat se |
|||
informant | [a] Die man hebbn ze denk ik vraagd. [/a] | Hulpinterviewer en informant vertalen zin niet letterlijk en laten gedeeltes van de zin weg: bijv. 'die man hebbn ze denk ik roepn'. | tagging | |
hulpinterviewer | Roepn. | |||
informant | [a] Die man hebbn ze denk ik roepn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Of deze man hebbn ze denk ik roepn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=397] Et schijnt datse niets mag eten. [/v]
dat se |
|||
informant | [a] Ze zeggn ze mag niks meer eetn. [/a] | |||
veldwerker | Et schijnt wordt hier niet gezegd? | |||
hulpinterviewer | Et schijnt. | |||
informant | Et schijnt. | |||
informant |
[a] Et schijnt datse geen eten meer hebbn mag. [/a]
dat se |
Informante vertaalt niet helemaal letterlijk. | ||
informant |
[a] Et schijnt datse niks meer hebbn mag. [/a]
dat se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=403] Et lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant |
[a] Tsiet net as der ene in de tuin staat. [/a]
t siet |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v] | |||
informant | [a] Wat voor boekn hes kocht? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=526] Wie heeft je op de kermis gezien? [/v] | |||
veldwerker | En dat betekent dat wie heeft jou op de kermis gezien. | |||
hulpinterviewer |
[a] Wel heddij oppe kermis zien? [/a]
he dij op e |
tagging | ||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Of solsu t anders zeggn? | |||
informant | Nee. | |||
informant |
[a] Ja. Wel hettij oppe kermis zien? [/a]
het ij op e |
|||
hulpinterviewer | [v=036] Marie en Piet wijzen naar _. [/v] | |||
informant | [a] Ze wijze naar elkaar. Wijze noar einander. [/a] | tagging | ||
informant | [a] Wijze naar nander. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Toon wast _. [/v] | |||
informant | [a] _ was zien arms. [/a] | |||
informant |
[a] Kunne nou niet op zeggn van wastum helemaal. [/a]
wast um |
|||
veldwerker |
Wastum zou u _. Kunt u zegge Toon wastum?
wast um |
|||
informant |
[a] Nou da kan ook. Toon wastum. [/a]
wast um |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ wastum helemaal. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=039] Fons zag een slang naast _. [/v] | |||
hulpinterviewer |
Der leit een slang noast Fons oppe bank. Dus zag Fons een slang noast zich.
op e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Noast _. Noast hem. [/a] | |||
informant |
[a] Fons zag een slang noastum oppe bank. [/a]
noast um op e |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=006] Gisteren kuierdiede deurt park. [/v]
deur t |
|||
informant | Diede is een naam? | |||
veldwerker | Klinkt dus niet voor u heel gewoon in de oren? | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. [/a] | |||
informant |
[a=n] Gisteren kuierden sij deurt park. [/a]
deur t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=022] Ik wil niemand niet dansen. [/v] | Hulpinterviewer spreekt zin verkeerd in: zegt 'ik' ipv 'er'. | ||
veldwerker | [v] Er wil niemand niet danse. [/v] | |||
hulpinterviewer | Er wil geen een _. Er wil _. | |||
informant | [a=n] Geen een had zin an dansen. [/a] | Informante vertaalt niet letterlijk genoeg: 'Geen een had zin an dansen'. | ||
hulpinterviewer | [v=023] Els wil niet dansn en ze wil ook niet zinge niet. [/v] | Hulpinterviewer zegt 'Els wil niet dansn en ze wil ook niet zinge niet' terwijl de voorbeeldzin 'Els wil niet dansen en ze wil niet zingen ook niet' luidt. | ||
informant | [a=n] Els wil nie dansn en nie zingn ze wil niks. [/a] | |||
hulpinterviewer | Ze wil niet zingn ook niet. Der staat een woordje niet teveel in of nie dan? | |||
informant | Ja. Ja. | |||
hulpinterviewer | Els wil niet dansn _. | |||
informant | [a] El wil niet dansn en ook _. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] _ en se wil niet zingn ook. [/a] | |||
informant | [a] _ en ook niet zingn. [/a] | |||
informant | [a=n] Ze wil nie dansn en ook nie zingn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Eddy moet kunnen vroeg op staan. [/v] | |||
informant |
[a] Eddy moet vroeg toet bed uis. [/a]
toe t |
|||
informant | [a] Eddy moet t bed uut. [/a] | |||
veldwerker | En met kunne? Eddy moet vroeg _. Kunt u zegge Eddy moet kunne vroeg uit het bed kome? | |||
informant | [a=n] Dat zeggn wij ook niet. [/a] | |||
informant | [a=n] Eddy moet vroeg bed uit koomn kunnn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Hij wil geen soep niet meer ete niet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij wil geen soep meer hebbn. [/a] | Alleen hulpinterviewer geeft vertaling, informante niet. | ||
hulpinterviewer | [v=140] Zitten hier ergens geen muizen? [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zitte hier nergens geen mui? [/v] | |||
informant |
[a] Hemjem geen muizen? [/a]
hem jem |
|||
veldwerker | Nou maar die zin zoals mevrouw De Wit em zegt. Zitte hier nergens geen muize? | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zittn hier nergens muizn? [/a] | |||
veldwerker | En met geen der tusse? | |||
hulpinterviewer | [a=n] Der moet geen geen tussn. [/a] | |||
hulpinterviewer | Zittn hier nergens geen muizn? | |||
veldwerker | Klinkt dat Visvliets of niet? | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant |
[a=n] Hemjem geen muizn? [/a]
hem jem |
|||
informant |
[a=n] Of hemjem ook muizn? [/a]
hem jem |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Zittn hier nergens muizn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Je solln wel zeggen kun van zittn hier ergens geen muizn. [/a] | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | [v=148] Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
informant | [a] Du bist geen vakman. [/a] | |||
informant | [a=j] Alle mensn ben geen vakman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Hij het overal geen vrien. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij het nergens vrien. [/a] | |||
informant | [a=n] _ nergens vrien. [/a] | |||
informant | [a=n] Hij het nergens vriendn. [/a] | |||
commentaar | [meta][k]B041p[/k][vw]h[/vw][t]vw[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer |
[v=260] Wat denksdu wie ik in de stad troffn heb? [/v]
denks du |
Hulpinterviewer spreekt zin in dialect in terwijl het een 'Komt deze zin voor'/'Vertaal'-zin is. | ||
informant |
[a=j] Ja. Wat denksde wer ik troffn heb in stad. [/a]
denks de |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=261] Wat denksdu hoe sollnze het op lost hem? [/v]
denks du solln ze |
Hulpinterviewer spreekt zin in dialect in terwijl het een 'Komt deze zin voor'/'Vertaal'-zin is. | ||
informant |
[a=j] Wat denkst hoe zet op lost hem? [/a]
ze t |
tagging | ||
informant |
[a=j] Wat denkst hoe solln zet op lossn? [/a]
ze t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=262] Wie denksdu wie ik inne stad troffn heb? [/v]
denks du in e |
Hulpinterviewer spreekt zin in dialect in terwijl het een 'Komt deze zin voor'/'Vertaal'-zin is. | ||
informant |
[a=n] Wat denkst wiek in stad troffn heb? [/a]
wie k |
|||
hulpinterviewer |
[v=265] Hoe denksdu datset op lost hem? [/v]
denks du dat se t |
Hulpinterviewer spreekt zin in dialect in terwijl het een 'Komt deze zin voor'/'Vertaal'-zin is. Hulpinterviewer spreekt zin ook verkeerd in: 'hoe denksdu datset op lost hem' ipv 'hoe denksdu hoe...' etc. Antwoord van informant als 'a' getranscribeerd. | ||
informant |
[a] Hoe denksto datset op lost hem? [/a]
denks to dat se t |
|||
hulpinterviewer | [v=309] Ik heb geen zin en voern de koein. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik heb geen zin meer de koein vreten te geevn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=311] Ik denk hij weg is. Dat is nie goed he? [/v] | |||
informant |
[a=n] Ik denk datter fort is. [/a]
dat er |
|||
hulpinterviewer |
[v=312] Ik zeg nog tege heur ik denk hijs fort. [/v]
hij s |
|||
informant |
[a=n] Nou ik zei nog tege heur kdenk datter fort is. [/a]
k denk dat er |
|||
hulpinterviewer | [v=317] Al Marie heur koein ben verdronkn bij de overstroming. [/v] | Hulpinterviewer spreekt zin in dialect in terwijl het een 'Komt deze zin voor'/'Vertaal'-zin is. Hulpinterviewer spreekt zin verkeerd in: zegt 'Al Marie heur koein' ipv 'Marie al haar koeien'. | ||
informant | [a=n] Marie heur koein ben almaal verdronkn bij de overstroming. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=329] Ik zei nog tege heur ik loof disse jongen vinde ze almaal wel aardig. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik zei nog tege heur die jongen vinde ze almaal wel aardig. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik geloof dasse disse jongen almaal wel aardig vinden. [/a]
da se |
|||
hulpinterviewer |
[v=353] Persoon A vraagt wilstu nog koffie Jan? Jan antwoordt jaak. [/v]
wils tu |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Wilstu nog koffie Jan? Jan antwoordt ja. [/a]
wils tu |
|||
informant | [a=n] Ja ja. Dat wel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=355] Persoon A vraagt wat hestu eetn? Persoon B antwoordt jaanze. [/v]
hes tu |
Hulpinterviewer spreekt zin verkeerd in: zegt 'wat hestu eetn' ipv 'hebben ze gegeten'. Op seconde 376 spreekt hulpinterviewer zin nog een keer - en nu goed - in. | ||
hulpinterviewer |
[v] Persoon A vraagt hemze eetn? En persoon B antwoordt jaze. [/v]
hem ze |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Persoon A vraag hemze eetn? De ander zeit van ja dat hemze. [/a]
hem ze |
tagging | ||
informant |
[a] Of hemze al eetn? [/a]
hem ze |
tagging | ||
informant |
[a=n] Ja das al op. Of dat hemze al daan. [/a]
da s hem ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=365] Hem is dood. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hij is overleedn. [/a] | |||
informant | [a=n] Ja. Ja. [/a] | Informante vertaalt zin zelf niet, maar bevestigt dat zin niet voorkomt (dit adh van antwoord hulpinterviewer). | ||
hulpinterviewer | [v=366] Haar is ziek. [/v] | |||
informant | [a=n] Zij is ziek. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=501] Marie zit stoofpeern te schilln. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Marie zit te stoofpere schillen. [/v] | |||
hulpinterviewer | Maar wij zoude zeggn van _. | |||
informant | [a=j] Zit te peerke schilln. [/a] | tagging | ||
veldwerker | Zit te peerke schille? | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=502] Marie zit stoofperen en schillen. [/v] | |||
informant | [a=n] Die zin die klop niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee precies. [/a] | |||
informant | [a=n] Er stees Marie zit stoofperen en schilln? Te schilln moet daarna. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=029] Vertel me eens wie of zij had kunne roepe. [/v] | |||
hulpinterviewer | Vertel mij eens wie _. | |||
informant |
[a=n] _ wie hetse roepn. [/a]
het se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=n] _ wie hatse kunnn roepn. [/a]
hat se |
tagging | ||
informant |
[a=n] _ wie hasse kunn roepn. [/a]
has se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=296] Zou hij dat gedaan hebben gekund? [/v] | |||
hulpinterviewer | Zou hij dat _. | |||
informant | [a=j] _ daan hebben kund. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=297] Zou hij dat gedaan gekund hebben? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zou hij dat daan en kund hem? [/a] | |||
informant | [a=n] Ja. Sol hij dat daan en kund hem? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=305] Sol hij dat doen gekund hem? [/v] | |||
informant | [a=j] Sol hij dat doen kund hem? [/a] | tagging | ||
veldwerker | En zijn die zinnen ook gebruikelijk die laatste twee en drie? | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
veldwerker | [v=029] En die ene zin met vertel mij eens wie ze had kunne roepe is dat ook gebruikelijk die volgorde zoals u dat toen zei? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Je solt nooit zeggn. [/a]
sol t |
tagging | ||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Zeg eens wie solstu roepn hem. [/a]
sols tu |
|||
informant |
[a] Zeg wie hast roepn kend. [/a]
has t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=305] Zou hij dat doen gekund hebben? [/v] | |||
hulpinterviewer | Sol hij _. | |||
informant | [a=j] _ hij dat doen kund hem? [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=347] Ik weet dat hij is gaan zwemmen. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja. Ik weet da hij is gaan zwem. [/a] | tagging | ||
veldwerker | En ook wel redelijk gebruikelijk? | |||
informant | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=350] Want dan ik weet dat hij gaan zwemme is. Dat zeg ik dus niet. [/v] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=495] Ik denk dastu veel weg zos moetn gooin. [/v]
das tu |
Alleen de zin 'Ik denk dat je veel weg zou moeten gooien' (de eerste van de drie zinnen dus) wordt afgevraagd. Hulpinterviewer en informante bevestigen dat deze zin voorkomt maar geven even later vertaling met volgorde '...zost moetn fort gooin' (de volgorde van zin 3 dus). Hier leid ik uit af dat de volgorde van zin 3 kan voorkomen. Het is echter niet duidelijk of de volgorde van zin 2 '...zou weg moeten gooien' voor kan komen of niet. | ||
informant | [a] Du moes denk veel fort gooin. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ik denk dastu veel fort zos moetn gooin. [/a]
das tu |
tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | Fort zost moetn _. | |||
informant |
[a] Ik denk dast veel fort gooin moeste. [/a]
das t |
|||
hulpinterviewer |
[a] Ik denk dast veel fort gooin moeste. Ja. Ik denk dastu veel fort _. [/a]
das t das tu |
|||
informant | [a] _ kuns gooin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Moetn gooin. [/a] | |||
informant |
[a] Fort kuns gooin. Ik denk dast veel fort kuns gooin. [/a]
das t |
|||
hulpinterviewer | [a] Ik denk dastu veel fort moest gooin. [/a] | |||
veldwerker | En met zou derbij kan dat ook? | |||
hulpinterviewer |
[a] Ik denk dat je veel zou _. Ik denk dastu veel zost _. [/a]
das tu |
|||
informant | [a] _ zost fort gooin. [/a] | |||
veldwerker | Moest komt daar achter? | |||
hulpinterviewer | Moetn. | |||
informant | [a] Ja zost moetn fort gooie. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Juist. Zost moetn fort gooin. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Ik vin dat iedereen moet kunnn zwemmn. [/v] | |||
informant | [a=j] Ja ik vind wel. [/a] | |||
informant | [a=j] Ja. Ik vin dat iedereen moet kunn zwemmn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=077] Ik vin dat iedereen moet zwemmn kunnn. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Of ik vin dat iedereen kunnn zwemmn moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=084] Ik vin dat iedereen zwemmn moet kunnn. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Ik vin dat iedereen zwemmn kunnn moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ik vin dat iedereen zwemmn moet kunnn. [/a] | |||
informant | [a=j] Zwemmn kunnn moet. Ik vin dat iedereen zwemmn kunnn moet. [/a] | Dit is het antwoord op vraag 082. | ||
veldwerker | [v=075] Dus ik vin dat iedereen moet kunne zwemme is goed? | tagging | ||
hulpinterviewer | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=077] Ik vin dat iedereen moet zwemme kunne. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Niet. [/a] | |||
veldwerker | [v=080] Ik vin dat iedereen kunne zwemme moet. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Das ook geen goeie he? [/a]
da s |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
veldwerker | [v=082] En ik vin dat iedereen zwemme kunne moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Dat is ook geen goeie. [/a] | Informante vond volgorde 'zwemmen kunnen moet' op seconde 914 wel goed! | ||
veldwerker | [v=084] Is die goed? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Ik vin dat iedereen zwemmn moet kunnn. Moet kennn. [/a] | tagging | ||
informant | [a=j] Moes kennn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=086] Ik weet dat Eddy morgen brood eetn wil. Stoet eetn wil. [/v] | |||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | Maar er staat hier ik weet dat Eddy morgen wil stoet ete. Dat zou de zin zijn. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik weet dat Eddy morgen stoet eetn wil. [/a] | |||
veldwerker | Dat is de goeie? | |||
hulpinterviewer | Dat is de goeie. Toch? | |||
informant | [a=n] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Boeken het Jan drie. [/v] | |||
informant | [a=n] Jan het drie boekn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Jan weet dat hij veur vier uur de wagen moet hebben gemaakt. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan weet dat hij veur drie uur _. [/a] | |||
informant | [a] _ de wagen klaar moet hem. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Of maakt hem moet. [/a] | |||
commentaar | Dit is de volgorde van zin 161 (die dus kan voorkomen). Onduidelijk of volgorde '...moet hebben gemaakt' kan of niet. | |||
informant | [a] Ja maakt hem moet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan weet dat hij veur drie uur de wagen maakt hebbn moet. [/a] | |||
informant | [a] Hebbn moet. Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=157] En moet maakt hebben? [/v] | |||
hulpinterviewer | [v=157] Jan weet dat hij veur drie uur de wagen moet maakt hem. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Ja. Da kan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=160] Jan weet dat hij veur drie uur de wagen maakt moet hem. [/v] | tagging | ||
informant | [a=j] Dat kan ook. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=j] Dat kan alledrie. [/a] | |||
veldwerker | [v=161] Jan weet dat hij veur drie uur de wagen maakt hem moet. [/v] | Was eerder (seconde 1037, bij de behandeling van vraag 156) al duidelijk geworden dat deze volgorde kan voorkomen. | tagging | |
informant | [a=j] Hem moet. [/a] | |||
informant | [a=j] Ja dat klinkt wel goed. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=227] Persoon A vraagt hij slaapt. Persoon B zeit dat doeter. [/v]
doet er |
Hulpinterviewer spreekt zin verkeerd in: er staat 'hij doet' en zij zegt 'dat doeter'. Veldwerker stelt later (seconde 1125) de juiste vraag. Zin blijkt niet te kunnen voorkomen. | ||
informant | [a] Ja. [/a] | |||
veldwerker | Dus dat betekent dat hij inderdaad slaapt? | |||
informant | Ja. | |||
hulpinterviewer | Ja. | |||
veldwerker |
En kunt u ook zegge hij doet? Ie doet in plaats van dat doetie?
doet ie |
|||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Als je vrage van hij slaapt dan zeg je niet van da kan je ook zegge van ja hij slaapt. Maar je kan ook zegge ja hij doetet. [/a]
doet et |
|||
informant | [a=n] Ja hij slaap lijk me da we dat eerder zeggn. [/a] | |||
veldwerker | [v=228] En et doet? Kan dat? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] Persoon A vraagt hij slaapt en persoon B antwoordt het doet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Dat bruikn we hier helemaal niet. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=243] Persoon A vraagt slaapt hij? En dan zeit persoon B hij doetet. [/v]
doet et |
Hulpinterviewer spreekt zin verkeerd in! Er staat 'ie doet' en hulpinterviewer zegt 'hij doetet'. Uit het voorgaande kan denk ik afgeleid worden dat de zin met 'ie doet' niet mogelijk is hoewel de veldwerker hem niet opnieuw correct aanbiedt. | ||
hulpinterviewer | [a=n] Nee doen we ook niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] De lamp doet niet meer brandn. [/v] | |||
informant | [a=n] De lamp brandt niet meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De kinder doen hier niet voetballn. [/v] | |||
informant | [a=n] De kinder voetballen hier niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Brandn doet de lamp niet meer. [/v] | |||
informant | [a=n] De lamp brandt niet meer. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Doet Marie elke avond dansn? [/v] | |||
informant | [a=n] Danst Marie elke avond? [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=247] Doe het brood even snijdn. [/v] | |||
informant |
[a=n] Snijsto et brood even? [/a]
snijs to |
|||
hulpinterviewer | [v=248] Ik doe wel even de kopkes af wassn. [/v] | |||
informant | [a=n] Ik was de kopkes wel helemaal af. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=319] Dit denk ik niet aan. [/v] | |||
informant | [a=n] Daar denk ik niet aan. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Die rare jongen ben ik met naar de markt eweest. [/v] | |||
informant | [a] Die vreemde jongen heb ik naar de markt weest. [/a] | |||
hulpinterviewer | Zeg je niet van met die rare jongen ben ik _. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Met die rare jongen benk noar de markt eweest. [/a] | |||
informant | [a=n] Met dier rare jongen naar de markt weest. Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=328] Jan vindt dat hij zulke dingn niet loovn moet. [/v] | Hulpinterviewer spreekt zin verkeerd in: 'Jan vindt dat hij zulke dingn niet loovn moet' ipv 'Jan vindt dat je moet zulke dingen niet geloven'. | ||
informant |
[a] Jan vindt datter zulks niet loovn moet. [/a]
dat er |
|||
hulpinterviewer | [v=387] Persoon A vraagt wanneer zal de wereldvrede koomn? En persoon B antwoordt nooit nie. [/v] | |||
hulpinterviewer | Kan dat? Nooit niet? | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Volgens mij ook nie. Volgens mij zegge we dat nie. Wanneer zal de wereldvrede koomn? [/a] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Misschien wel nooit. [/a] | |||
informant | [a=n] Ik denk van nooit. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=459] Hij het de bal in de mand gooid. [/v] | Hulpinterviewer spreekt zin in eerste instantie verkeerd in maar verbetert zichzelf op seconde 1421. | ||
veldwerker | Gooid in de mand. | |||
hulpinterviewer | [v] Hij het de bal gooid in de mand. [/v] | |||
informant |
[a] Hij gooit de bal inne mand. [/a]
in e |
|||
informant | [a=n] Hij het de bal in de mand gooid. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=474] Et en was maar net goed genoeg. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Zo zegge we dat niet. [/a] | |||
informant |
[a=n] Twas maar krekt goed genoeg. [/a]
t was |
|||
informant |
[a=n] En twa maar krekt goed genoeg. [/a]
t wa |
|||
hulpinterviewer | [v=485] Persoon A vraagt zal ik kookn? En persoon B antwoordt ja doe maar. O nee doe dat maar. Nee dat doe maar. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] De vraag is wel goed maar et antwoord is nie goed. [/a] | |||
informant |
[a=n] Ja dat does maar. [/a]
doe s |
|||
informant |
[a=n] Zal ik kookn? Ja dat does maar. [/a]
doe s |
|||
hulpinterviewer |
[v=486] Dat boek dunkt me das dat nooit meer zulst verstoppn. [/v]
da s |
|||
informant | [a] Dat boek moes nooit weer verstoppn. [/a] | |||
veldwerker | Maar komt die voor zoals mevrouw De Wit em zegt? | |||
informant | [a=n] Nee. Nee. [/a] | |||
informant |
[a=n] Beloof me das da boek nooit weer verstopst. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=487] Wat zeg mij dat je gekocht hebt? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Nee nee. Wat zeg mij dat je gekocht hebt dat zeggn wij niet. [/a] | |||
informant | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant | [a=n] Wat hes kocht? [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeg me wastu kocht hest. [/a]
was tu |
|||
informant | [a=n] Zeg me was kocht heste. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeg me wastu kocht heste. [/a]
was tu |
|||
hulpinterviewer | [v=513] Zo een vrouw ene kun je maar beter niet teegn spreekn. [/v] | |||
informant | [a=n] Zoon vrouw kun je maar beter niet teegn praatn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=530] Marie zei dat Piet een boek probeerd heb te verkoopn. [/v] | Zin wordt verkeerd ingesproken!!! Hulpinterviewer zegt 'Marie zei dat Piet...' terwijl er 'Marie zei dat jij Piet...' staat. Hulpinterviewer spreekt de zin daarna (seconde 1650) nog wel een keer goed in en geeft daarna ook een vertaling van die zin waaruit blijkt dat de zin niet kan voorkomen ('a=n' op seconde 1654). | ||
veldwerker | Hebt geprobeerd. | |||
hulpinterviewer | [v] Marie zei dat Piet een boek hebt probeerd te verkoopn. [/v] | |||
informant | [a] Marie probeerde een boek te verkoopn. [/a] | |||
veldwerker | Komt die voor zoals mevrouw De Wit um _? | |||
informant | [a] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Marie zei dat jij Piet een boek heb geprobeerd te verkoo _. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Marie zei dastu probeerd hest Piet een boek te verkoopn. [/a]
das tu |
|||
hulpinterviewer | [v=531] Wim dacht dat ik Els had geprobeerd een cadeau te geven. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Wim dacht dat ik probeerd haai Els _. [/a] | |||
informant | [a=n] _ had een cadeau te geevn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=532] Karel weet dat jij hebt geprobeerd Marie een boek te verkopen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Karel weet dastu hest probeerd Marie een boek te verkoopn. [/v]
das tu |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Karel weet dastu hest probeerd Marie een boek te verkoopn. [/a]
das tu |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Karel weet dastu probeerd hest Marie een boek te verkope. [/a]
das tu |
|||
informant | [a=n] Ja ja. [/a] | |||
veldwerker | [n][v] Als ik ga dan ga ik. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Azzik fort ga dan ga ik fort. [/a]
az ik |
tagging | ||
veldwerker | [v] Als jij gaat dan ga jij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Astu fort wils dan gaastu maar fort. [/a]
as tu gaas tu |
tagging | ||
commentaar | Informante vertaalt in eerste gedeelte van het zinnetje niet met werkwoord 'gaan' maar met werkwoord 'willen'. | |||
veldwerker | [v] Als hij gaat dan gaat hij. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] As hij fort gaan wil dan gaate maar fort. [/a]
gaat e |
|||
veldwerker | U zei fort gaan wil fort gaat kan dat ook? | |||
hulpinterviewer |
[a] As hij fort gei dan gaate. Ja. As hij fort gei dan gaate maar fort. [/a]
gaat e |
tagging | ||
veldwerker | [v] En als zij weg gaat gaat _. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] En as sij fort gaat dan gaatij maar fort. [/a]
gaat ij |
tagging | ||
veldwerker | [v] En als wij weg gaan gaan wij weg. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] En as wij fort gaan dan gaan wij fort. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En als jullie weg gaan gaan jullie weg. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As jim fort gaan gaan jim maar fort. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En as zij weg gaan gaan zij weg. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As zij fort gaan dan gaan ze maar fort. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Toen ik weg ging ging ik weg. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Toen ik fort ging ging ik fort. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Toen jij weg ging ging jij weg. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Toenstu fort gingst gingstu fort. [/a]
toens tu gings tu |
tagging | ||
veldwerker | [v] Toen hij weg ging ging hij weg. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Toen hij fort ging ging hij fort. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Toen zij weg ging ging zij weg. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Toen sij fort ging ging sij fort. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Toen wij weg ginge ginge wij weg. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Toen wij fort gingn gingn wij fort. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Toen jullie weg ginge ginge jullie weg. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Toen jim fort ging ging jim fort. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Toen zei weg ginge ginge zij weg. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Toen sij fort gingn ging zij fort. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Mag ik nog heel even een keer toen jij weg ging ging jij weg? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Toenstu fort gingst gingstu fort. [/a]
toens tu gings tu |
|||
veldwerker | [v=018] Ze weet niet dat Marie gisteren is gestorve. Kan dat ook? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ze weet niet dat Marie gisteren overleden is. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En is overleden kan dat ook? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ze weet niet dat Marie gisteren is overleden. Nee dat kan niet. [/a] | |||
veldwerker | [v] En hoe zou u de zin Jan herinnert zich dat verhaal wel. Krijg je dan zich of krijg je hem? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=040] Want hoe zou u Erik liet mij voor zich werke zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Erik liet mij veur hem werkn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=042] En Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. Hoe zou u die zegge? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Toon bekeek hemzelf goed in de spiegel. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] As sij zo gevaarlijk leeft dan leeft ze maar zo gevaarlijk. [/a] | tagging | ||
veldwerker |
[v=063] Asse voor hun werk leve dan leve ze niet voor hun kindere. [/v]
as se |
|||
hulpinterviewer |
[a] Asse veur hun werk leevn dan leevn ze niet veur de kinder. [/a]
as se |
tagging | ||
veldwerker | [v=189] En hoe zou u zegge het was aardig van Jan om te kome werke? [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Et was heel aardig van Jan datter kwam te werkn. [/a]
dat er |
tagging | ||
veldwerker | Ja. Om te kome werke kan dat ook? | |||
hulpinterviewer |
[a] Twas heel aardig van Jan om te koomn werkn. [/a]
t was |
tagging | ||
veldwerker | [v=370] Dat is de man die ze geroepe hebbe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Dat is de man die ze roepn hem. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Dat is de man diet verhaal verteld het. [/a][/n]
die t |
tagging |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
geen data telefonische enquête in Visvliet |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut