SAND-data Kollum (B035p)
schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête
data schriftelijke enquête
zinsnr. | testzin | antwoorden |
---|---|---|
geen data schriftelijke enquête in Kollum |
interview mondelinge enquête
spreker | tekst | commentaar | ||
---|---|---|---|---|
commentaar | [meta][k]B035p[/k][h]232[/h][i]233[/i][i]234[/i][vw]IH[/vw][vw]MH[/vw][t]MH[/t][/meta] | |||
hulpinterviewer | [v=018] Vertale. Ze weet niet dat Marie gisteren gestorve is. [/v] | |||
informant1 | [a] Ze wee nie da Marie gister dood gaan is. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] En kenjet ook nog anders zegge? [/v]
ken je t |
|||
informant1 | [a] _ sturbn is. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=025] Vertale. Niemand heeft dat ooit gewild of gekund. [/v] | |||
informant2 | [a] Niemand ha dat ooit wild of kend. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=026] Vertale. Jan had het hele brood wel willen op ete. [/v] | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | ||
informant2 |
[a] Jan hadde hele bol wel opete wild. [/a]
had de op ete |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=027] Vertale. Vertel maar niet wie zij had kunne roepe. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant1 |
[a] Vertel maar nie wietse roepe kond. [/a]
wie t se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=035] Vertale. Jan herinnert zich dat verhaal wel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Jan schaamt zich voor dat verhaal. [/v | |||
informant1 |
[a] Jan schaamdem. [/a]
schaamd em |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] Schaamtem zegge we. [/a]
schaamt em |
|||
hulpinterviewer | [v=038] Vertale. De timmerman heeft geen spijkers bij zich. [/v] | |||
informant1 |
[a] De timmerman hed geen spijkers bijm. [/a]
bij m |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=040] Vertale. Erik liet mij voor zich werke. [/v] | |||
informant2 |
[a] Erik liet hem voorem werke. [/a]
voor em |
|||
hulpinterviewer |
[a] _ liet mij voorem werke. [/a]
voor em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=041] Vertale. Johanna liet zich mee drijve op de golve. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 | [a] Johanna liet zich drijve op de golvn. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ met drijve _ [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=042] Vertale. Toon bekeek zichzelf eens goed in de spiegel. [/v] | |||
informant2 | [a] Hij bekeek homzelf in de spiegel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=045] Vertale. Eduard kent zichzelf goed. [/v] | |||
informant2 |
[a] Eduard kendemzelf goed. [/a]
kend emzelf |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=046] Vertale. Ward heeft gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 |
[a] Ward hed hoord datter fotoos van homzelf in de etalage stondn. [/a]
dat er |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=053] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders wille. [/v] | |||
informant2 |
[a] Ak zuinig leef _ [/a]
a k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=055] Vertale. Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 |
[a] Atte drie jaar leeft leeftie langer asn vader. [/a]
at e leeft ie as n |
twijfel over bezittelijk voornaamwoord: | tagging | |
informant1 |
[a] _ assie ouweheer. [/a]
as sie |
|||
hulpinterviewer | [v=057] Vertale. Als zij zo gevaarlijk leeft leeft ze niet lang meer. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 |
[a] Atse zo gevaarlijk leeft leeftse niet lang meer. [/a]
at se leeft se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=059] Vertale. Als het nu nog leeft dan leeft het morgen ook nog. [/v] | |||
informant1 |
[a] Asset nou leeft leeftet morgen ook nog. [/a]
as et leeft et |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=061] Vertale. Als jullie zo losbandig leve dan leve jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant1 |
[a] Azie der op los leve _ [/a]
az ie |
tagging | ||
informant2 |
[a] _ leve jullie niet zo lang azik. [/a]
az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=063] Vertale. Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kindere. [/v] | |||
informant2 |
[a] Azze voor hun werk leve dan leveze niet voor heur kinders. [/a]
az ze leve ze |
tagging | ||
informant2 |
[a] _ dan leveze niet voor de kinders. [/a]
leve ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=067] Vertale. Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog. [/v] | |||
informant2 | [a] As Rudy nog leeft leeft Leo ook nog. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=068] Vertale. Als je gezond leeft dan leef je langer. [/v] | |||
informant2 |
[a] Aj zond leve leevje langer. [/a]
a j leev je |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=069] Vertale. Als er zo weinig mensen van de landbouw leve dan leven er veel mensen van werk in de fabriek. [/v] | |||
informant2 |
[a] Adder een beetje in de landbouw leve dan leve de rest in de fabriek. [/a]
ad er |
bs: keuze onderdelen ongelukkig; afgaande op fries waarschijnlijker a(t)-der met r-naar-l-stem-aanpassing. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=070] As Pieter en Liesje in het paradijs leve dan leve Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 | [a] At Pieter en Lieske in paradijske leve xxx in de hel. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=071] Vertale. Als we sober leven leven we gelukkig. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 |
[a] Awe zuinig leve dan leve langer. [/a]
a we |
subject of niet? | tagging | |
informant1 | [a] _ dan leev je langer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=072] Vertale. Leef wat gezonder Jan. [/v | |||
informant2 | [a] Leef wat zonder. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=073] Vertale. Leef wat minder bekrompen kindere. [/v] | |||
informant2 | [a] Leef wat ruimer. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=132] Vertale. Ik denk dat Marie hem zal moete roepe. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant1 | [a] Ik denk datte Marie em roepe zal. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=188] Vertale. Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen. [/v] | |||
informant1 |
[a] Hedde genoeg mensen om hooi vant land te haaln. [/a]
he de van t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=189] Vertale. Het was aardig van Jan om te komen werken. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 |
[a] Twas aardig van Jan om te koomn werkn. [/a]
t was |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=190] Vertale. Deze ton is zwaar om te dragen. [/v] | |||
informant2 | [a] Disse tonne is zwaar om te tillen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=198] Vertale. Hij kan staan zeure. [/v] | |||
informant2 | [a] Hij ken staan zangeren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Hij ken zeure. [/a] | |||
informant1 | [a] Hij staat te zeuren. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=200] Vertale. Toen we aan kwame regende et. [/v] | |||
informant1 |
[a] Toenwaan kwame regendet. [/a]
toen w aan regende t |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=215] Vertale. Kgeloof dat ik groter ben als hij. [/v]
k geloof |
|||
informant2 |
[a] Ik loof dattie groter is azik. [/a]
dat ie az ik |
tagging | ||
informant2 |
[a] Ik loof dadik groter ben as hem. [/a]
dad ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=216] Vertale. Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik. [/v] | |||
informant2 |
[a] Zij looft dastau eerder thuis bist azik. [/a]
dast au az ik |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=217] Vertale. Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 | [a] Je love zeker niet dat hij sterker is as _ [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ as doo. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=218] Vertale. Ze geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 |
[a] Ze lowe dasse rijker binne assij. [/a]
da se as sij |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=219] Vertale. We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij. [/v] | |||
informant2 | [a] We lowe dat jim zo snood nie bin as wij. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=220] Vertale. Jullie gelove jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie. [/v] | |||
informant2 | [a] Jim lowe _ [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] _ spijtig genoeg niet datsie armer binne as jim. [/a]
dat sie |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=221] Vertale. U geloof dat Lisa even mooi is als Anna. [/v] | |||
informant2 | [a] Jo lowe dat Lisa even mooi is az Anna. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Dat loov jem he. | |||
hulpinterviewer | [a] Jem lowe _ [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=222] Vertale. Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn als Geert en Pieter. [/v] | |||
informant2 | [a] Hij loov dat Louis en Jan sterker binne as Geert en Pieter. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=249] Vertale. De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 | [a] De jongen die sie moeke _ [/a] | tagging | ||
informant1 |
[a] _ gister trouwdis ston achter me. [/a]
trouwd is |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v] De jongen weervan de moeke gister weer trouwdis die stond achter mij. [/v]
trouwd is |
tagging | ||
informant2 | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De jongen wie sen moeke gister weer trouwd is ston achter mij. [/v] | tagging | ||
informant2 |
[a=j] Ja das goed ja. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=250] Vertale. De bank waar ze op zate was pas geverfd. [/v] | |||
informant2 |
[a] De bank waarzop zatn was pas verfd. [/a]
waar z op |
tagging | ||
informant2 | [a] _ was krek verfd ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=259] Vertale. Wie geld heeft moet mij maar wat geve. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wie geld het _ [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ ken mij wel wat geve ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=273] Vertale. Marie trok de deken naar zich toe. [/v] | |||
informant2 | [a] Marie trok de deken naar heur toe. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=339] Vertale. Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien. [/v] | |||
informant2 | [a] Geeneen mag et zien _ [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a] _ dus ik ving dastau et ook niet zien mags. [/a]
dast au |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=340] Vertale. Het gebeurde toen je weg ging. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 |
[a] Het beurde toenst weg gingst. [/a]
toen st |
tagging | ||
informant2 |
[a] _ toes fort gingst. [/a]
toe s |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=341] Vertale. Ik weet waar je geboren bent. [/v] | |||
informant1 |
[a] Ik weet weerze geboren bist. [/a]
weer ze |
in de betekenis van waar je | tagging | |
hulpinterviewer | [v=342] Vertale. Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 |
[a] Noust klaar bist magst fort gaan. [/a]
nou st |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=370] Dat is de man die ze geroepen hebbe. [/v] | |||
informant1 |
[a] Dadi de man dieze roepn hest. [/a]
dad i die ze |
tagging | ||
informant1 |
[a] _ dieze roepn he. [/a]
die ze |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=371] Vertale. Dat is de man die het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant1 |
[a] Das de kerel diet verteld het. [/a]
da s die t |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=372] Vertale. Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld. [/v] | |||
informant2 |
[a] Dade kerel die tverhaal verteld het denk ik. [/a]
da d de t verhaal |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=373] Vertale. Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebbe. [/v] | |||
informant2 |
[a] Dade kerel diek dacht datse die roepn he. [/a]
da d de die k dat se |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=397] Vertale. Tschijnt dat ze niets mag eten. [/v]
t schijnt |
|||
informant2 |
[a] Tschient datse niks ete mag. [/a]
t schijnt dat se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=403] Vertale. Et lijkt wel of er iemand in de tuin staat. [/v] | |||
informant1 |
[a] Tlijk wel ofder ene in de tuine staat. [/a]
t lijk of der |
meneer praat niet heel duidelijk en dus valt de f bijna weg. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=520] Vertale. Wat voor boeken heb je gekocht. [/v] | |||
informant1 |
[a] Wavoor boeken hes kocht. [/a]
wa voor |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=526] Vertale. Wie heeft je op de kermis gezien. [/v] | |||
informant1 | [a] Wie hesd op de kermis zien. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=036] Plaatje. Marie en Piet wijze naar _ [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 |
[a] _ naarnander. [/a]
naar nander |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=037] Plaatje. Toon wast _ [/v] | |||
informant2 |
[a] Hij wastem in de tobbe. [/a]
wast em |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=039] Plaatje. Fons zag een slang naast _ [/v] | |||
informant2 |
[a] Fons had een slang naastem. [/a]
naast em |
tagging | ||
veldwerker | [v=022] Er wil niemand niet dansen. [/v] | tagging | ||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
veldwerker | [a=n] Kon niet he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=087] Eddy moet kunnen vroeg opstaan. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=137] Komt deze regel in jouw dialect. Vertale. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Hij wil geen soep niet meer eten niet. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant2 | [a] Hij wil geen soep meer ete. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=140] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Vertale. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zitte hier nergens geen _ [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant1 | [a] Ben hier muizen. [/a] | tagging | ||
informant1 | Ben hier ook muizen. | |||
hulpinterviewer | [v=148] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Vertale. Iedereen is geen vakman. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Ja maar da kom wel voor in ons _ [/a] | |||
informant1 | [a] Iedereen is geen vakman. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=149] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Vertale. Hij heeft overal geen vrienden. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant1 | [a=j] Hij hed overal geen kunde. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=260] Kom deze zin voor in jouw dialect. Vertale. Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant1 |
_ wiek in de stad zien heb.
wie k |
tagging | ||
informant2 |
[a=n] Wie dochst dak in de stad zien ha. [/a]
da k |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=261] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Vertale. Wat denken jullie hoe ze het hebbe op gelost. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 | [a=n] Hoe dochst daket oplost ha. [/a] | verkeerde vertaling maar wel uit af te leiden of zin voor kan komen of niet. Komt nog terug in nagesprek. | tagging | |
hulpinterviewer | [v=262] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Vertale.[/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Wie denkst dast in de stad troffen hest. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=265] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Vertale. Hoe denk je hoe ze het hebben op gelost. [/v] | |||
informant2 |
[a=n] Hoe denkst dadet oplost is. [/a]
dad et |
tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=n]_ datset oplost hexx. [/a]
dat se t |
|||
hulpinterviewer | [v=309] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Vertale. Ik heb geen zin en voeren de koeien. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ik hei geen zin om de koeien te voern. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=311] Komt deze zin voor in jouw dialect. Vertale. Ik denk hij weg is. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
hulpinterviewer | [a=n] Dat zegge wij ook niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Ik zei nog tegen. Ik geloof deze jongen vinde ze allemaal wel aardig. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Ik loof dasse die jongen wel aardig vinde. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=353] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Vertaal. Persoon a vraagt wil je nog koffie Jan. Jan antwoordt jaak. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Wilst nog koffie Jan. Ja. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=355] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Vertale. Persoon a vraagt hebbe ze gegete. Persoon b antwoordt jaanze. [/v]
jaan ze |
|||
commentaar | [meta][k]B035p[/k][h]232[/h][i]233[/i][i]234[/i][vw]IH[/vw][vw]MH[/vw][t]MH[/t][/meta] | |||
informant1 |
[a] Hezal eetn. [/a]
he z al |
|||
informant2 | [a=n] En persoon b zeit nee of ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=365] Kom deze zin voor in jouw dialect. Vertale. Hem is dood. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Hij is dood. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=501] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Vertale. Marie zit te stoofpere schille. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
informant2 | [a=j] Marie zit te pereke schillen. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=502] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Vertale. Marie zit stoofpere en schille. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] _ zit te pereke schiln. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=029] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
commentaar | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | |||
hulpinterviewer | [v] Gebruike ze dizze zin in jouw dialect. Vertale. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Vertel me eens wie of zij had kunne roepe. [/v] | |||
informant1 | [a] Vertel me s wie hast roepn kenn. [/a] | tagging | ||
informant1 |
[a] _ wie hasse roepe kenn. [/a]
has se |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=296] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Bruikt men dizze zin in jouw dialect. Vertale. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou hij dat gedaan hebben gekund. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant2 | [a] Zou hij deen ha. [/a] | |||
informant1 |
[a] Sude da deen ha kend. [/a]
su de |
zou hij | tagging | |
hulpinterviewer | [v=297] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Hoe bruike jou dizze zin in jouw dialect. Vertale. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou hij dat gedaan gekund hebbe. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] Su hij dat deen hewwe kend. [/a] | let op vertaling 296 | tagging | |
hulpinterviewer | [a] Su hij dat deen he kenne. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=305] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Hoe bruik men deze zin in jouw dialect. Vertale. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zou hij dat doen gekund hebbe. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] _ doen kend he. [/a] | vertaling 297 of toch 305 | ||
hulpinterviewer | [a] Su hij dat doen kend he. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=347] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Gebruikt men dizze zin in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik weet dat hij is gaan zwemn. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=350] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Bruikt men deze zin in jouw dialect. Ik weet dat hij gaan zwem is. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=495] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Hoe gebruikt men dizze zin in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Ik denk datje veul fort su moete gooie. [/v]
dat je |
|||
informant2 | [a=n] Nee zo niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat je veul su fort moete gooie. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik denk dat je veul zu moete fort gooie. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=075] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Ik vin dat iedereen moet kenne zwemme. [/v] | tagging | ||
informant1 |
[a=j] Dadis goed. [/a]
dad is |
|||
hulpinterviewer | [v=077] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Ik vin dat iedereen moet zwemme kenne. [/v] | tagging | ||
informant2 | [a=j] Ja. [/a] | |||
informant1 | [a] _ zwemme kenne moet. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a=j] Ja ken wel hoor. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=080] Ik vin dat iedereen kenne zwemme moet. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Et bin vreemde zinn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=082] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Ik vin dat iedereen zwemme kenne moet. [/v] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[a=j] Das dan de beste. [/a]
da s |
|||
hulpinterviewer | [v=084] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Ik vin dat iedereen zwemme moet kenne. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee kenne moet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=086] Ik weet dat Eddy morgen wil brood ete. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=154] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Boeken het Jan drie. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. Jan hed drie boekn. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=156] Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet he maakt. [/v] | |||
informant2 | [a=n] _ maakt he moet. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [v=157] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen moet maakt hewwe. [/v] | tagging | ||
informant2 | [a=j] De zin als zodanig die valt toch wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=160] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Jan weet dat hij voor drie uur de wagen maakt moet hebben. [/v] | tagging | ||
informant2 | [a=j] Dat ken. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=161] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Jan weet dat hij voor drie uur de wagen maakt he moet. [/v] | tagging | ||
informant2 | [a=j] Ja. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=227] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Persoon a vraagt hij slaapt. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon b antwoordt hij doet. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=228] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Persoon a vraagt hij slaapt. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Persoon b antwoordt tdoet. [/v]
t doet |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Dat zegge we niet he. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=243] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Persoon a vraagt slaapt hij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon b antwoordt ie doet. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=245] Kom dizze zin voor in jouw dialect. De lamp doet niet meer branne. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [a] De lamp wil niet meer branne. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] De kinders doen hier niet voetballe. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v] Branne doet de lamp niet meer. [/v] | tagging | ||
informant2 | [a=j] Dat ken wel. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=246] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Doet Marie elke avond danse. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=247] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Doe et brood even snije. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=248] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Ik doe wel even de kopkes af wassen. [/v] | f van af valt bijna weg | tagging | |
informant1 | [a=j] Ja wel. [/a] | Komt in nagesprek nogmaals aan de orde. | ||
hulpinterviewer | [v=319] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Dit denk ik niet aan. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Dat klop niet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=321] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Die rare jongen ben ik met naar de markt weest. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Die rare jongen ben ik met naar de markt weest. Ja da ken. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Ken ook heb met naar de markt weest. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[v=328] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Jan vindt dajje moet zulke dinge niet love. [/v]
daj je |
|||
hulpinterviewer | [a=n] Jan vindt dat je zukke dinge niet love moet. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=387] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon a vraagt wanneer zil de wereldvrede kome. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Persoon b antwoordt nooit niet. [/v] | tagging | ||
informant2 |
[a=j] Ja da hadde wel gelijk an. [/a]
ha dde |
twijfel of dit antwoord is op vorm of inhoud van de zin | ||
hulpinterviewer |
[v=459] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Hij hedde bal gooid in de mand. [/v]
he dde |
|||
informant2 | [a=n] Dat moet aars andersom he. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij het bal inne mand gooid. [/a]
in e |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=474] Was maar net goed genoeg. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] En twa maar krek goed genoeg. [/a]
t wa |
|||
hulpinterviewer | [v=485] Kom dizze zin voor in jouw dialect. Persoon a vraagt zal ik koke. Persoon b antwoordt dat doe maar. [/v] | |||
informant1 |
[a=n] Nee da does maar. [/a]
doe s |
|||
hulpinterviewer | [v=486] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Dat boek beloof mij dat je nooit meer zil verstoppe. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Beloof mij dast nooit meer verstoppe zil. [/a] | |||
informant2 | [a=n] Disse zin in niet goed. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=487] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Wat zeme dast kocht hest. [/v]
ze me |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Zeme wast kocht hest. [/a]
ze me |
|||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=513] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Zoon vrouw een kest maar beter niet teugen spreke. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee nee. [/a] | |||
hulpinterviewer | [v=515] Kom dizze zin voor in je dialect. Du bist ook een rare ene. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Nee. [/a] | |||
informant2 |
[a=j] Du bist ook een rarenien. [/a]
raren ien |
tagging | ||
hulpinterviewer | [v=530] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[v] Marie zei dastoo Piet een boek hest probeerd te verkope.[/v]
dast oo |
|||
hulpinterviewer |
[a=n]_ dasto probeerd hest_ [/a]
dast o |
tagging | ||
informant1 | [a] _ Piet een boek te verkoopn. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer |
[v=531] Kom dizze zin voor in je dialect. Wim docht dadik Els had probeerd een cadeau te geevn. [/v]
dad ik |
|||
hulpinterviewer |
[a=n] Wim docht dadik Els had probeerd een cadeau te geebn. [/a]
dad ik |
|||
hulpinterviewer | [v=532] Kom dizze zin voor in jouw dialect. [/v] | |||
hulpinterviewer | [v] Karel weet dasto hest probeerd Marie een boek te verkoopn. [/v] | |||
informant1 | [a=n] Et loop niet zo mooi. [/a] | |||
hulpinterviewer |
[a=j] _ dast probeerd hest das bezocht hest Marie een boek te verkoopn. [/a]
da s |
tagging | ||
veldwerker | [n] [v=000] Nou wil ik nog twee dingen weten over het werkwoord gaan. [/v] | |||
veldwerker | [v] Hoe zeg je in het Kollums ik ga naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Ik ga naa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Jij gaat naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Do gaast naa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En hij. [/v] | |||
informant2 | [a] Hij gaat naa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En wij. [/v] | |||
informant2 | [a] Wij gane _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En jullie. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Jim gaan. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En zij. [/v] | |||
informant2 | [a] Ze gane. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] De jongens gaan naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] De jongens gaan naa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ga ik naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Gaan ik naa de bakker. [/a] | tagging | ||
informant2 |
[a] Ganik naa de bakker. [/a]
gan ik |
|||
veldwerker | [v] Ga jij naar de bakker. [/v] | |||
informant2 |
[a] Gaastoo ja gaast. [/a]
gaast oo |
tagging | ||
veldwerker | [v] Gaat hij naar de bakker. [/v] | tagging | ||
informant2 | [a] Gaat hij naa de bakker. [/a] | |||
veldwerker | [v] Gaan wij naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Gaan wij naa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gaan jullie naar de bakker. [/v] | |||
informant2 |
[a] Gaajem naa de bakker. [/a]
gaa jem |
tagging | ||
veldwerker | [v] Gaan de jongens naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Gaan de jongens. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ik ging gisteren naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Ik geng naa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En jij ging. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Do gengst. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En hij ging gisteren naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Hij geng. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En wij gingen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Wij gengn. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Wij gongn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En jullie gingen naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Jim gengn naa de bakker. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] Jim gongn naa de bakker. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Jongens gengn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] De jongens gingen. [/v] | |||
veldwerker | [v] Ging ik naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Ging ik naa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Ging jij naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Gengstoo. [/a]
gengst oo |
tagging | ||
veldwerker | [v] Ging hij naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Geng hij naa de bakker. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gingen wij naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Gengen _ [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] Gongn wij ken ook. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Gingen jullie naar de bakker. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Geng jem. [/a] | |||
veldwerker |
[v] gengjem? [/v]
geng jem |
tagging | ||
informant1 | [a=j] Ja. [/a] | |||
veldwerker | [v] Gingen de jongens naar de bakker. [/v] | |||
informant2 | [a] Gingn de jongens naa de bakker. Gengn[/a] | tagging | ||
informant1 | [a] Gingn ja. [/a] | |||
veldwerker | [v=026] Jan het hele brood wel willen op eten. Zei u had op eten willen en u zei had op eten wild. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Jan hadt hele brood hele bolle wel op ete wiln. [/a]
had t |
tagging | ||
veldwerker | [v=027] Vertel maar niet wie zij had kunnen roepen. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] _ wiese roepe kend ha. [/a]
wie se |
tagging | ||
veldwerker | [v=041] Johanna liet zich mee drijven op de golven. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] _ liet har _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=046] Ward heeft gehoord dat er fotoos van zichzelf in de etalage staan. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Hij het hoord datter fotoos van hem in de etalage staan. [/a]
dat er |
tagging | ||
veldwerker | [v] Maar vanmorgen zei u dat het kon. Fotoos van hemzelf. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] We gebruiken het niet. [/a] | |||
veldwerker | [v=055] Als hij nog drie jaar leeft. [/v] | |||
informant2 |
[a] Atter _ [/a]
at er |
identiek aan standaard-fries "at er" (er = clitic-vorm van hij) | ||
informant2 |
[a] Atter nog leefd ha _ [/a]
at er |
tagging | ||
veldwerker | [v=057] En als zij zo gevaarlijk leeft. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a] Atsij _ [/a]
at sij |
tagging | ||
veldwerker | [v=061] Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik. [/v] | |||
informant2 | [a] _ dan leven jim _ [/a] | |||
veldwerker | [v=070] Dan leven Rosa en Frans in de hel. [/v] | |||
informant2 | [a] _ dan lewe Roos en Frans. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=071] En dan leven we. [/v] | |||
informant2 | [a] _ dan leve wij. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=132] Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Ik denk dat Marie hem moete roepe sil. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=189] Het was aardig van Jan om kome te helpe of om helpe te kome. [/v] | |||
informant2 | [a] _ om te komn helpn. [/a] | tagging | ||
informant2 | [a] _ te komn om te helpn. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] En om komen te helpen dat kan ook? [/v] | |||
informant2 | [a] _ kome te helpe. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=340] Het gebeurde toen je weg ging. [/v] | |||
informant1 | [a] _ toest fort gongst. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | [a] _ toenstoo _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | En toen jij als dat geen nadruk heeft kan het dan wel toenst zijn? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] _ toenst fort gengst. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=217] Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij. [/v] | |||
informant2 |
[a] _ astoo. [/a]
ast oo |
tagging | ||
veldwerker | [v=218] We geloven dat wij rijker zijn als zij. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] We lobe dad wij rijker binne _ [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ as hun. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=342] Nu je klaar bent mag je gaan. [/v] | |||
informant2 |
[a] Noust klaar bist. [/a]
nou st |
tagging | ||
veldwerker | [v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij. [/v] | |||
veldwerker | [v] De jongen waarvan de moeke gister weer trouwd is stond achter mij. [/v] | |||
informant2 | [a] _ waavan de moeke. Ja dat ken. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=036] Bij het eerste plaatje. [/v] | |||
veldwerker | [v] Zei u vanmorgen ze wijzen naar mekaar. En u zei eenander. [/v] | |||
informant2 | [a] Na mekander. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ naa enkander. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=022] Er wil niemand niet dansen. [/v] | |||
informant2 | [a] Geeneen wil nie danse. [/a] | tagging | ||
hulpinterviewer | Dus ze wille wel danse. | |||
veldwerker | [v=087] Eddy moet kunnen vroeg op staan. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a] Eddy moet vroeg op staan uut zen bed kenne. [/a] | tagging | ||
informant1 | [a] _ vroeg eruut kenne. [/a] | |||
veldwerker | [v=149] Hij heeft overal geen vrienden. Kan dat zo? [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Hie hed nergens _ [/a] | |||
veldwerker | [v=261] Wat denken jullie hoe ze het hebben op gelost. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Wat denk jem. Hoe hezzet op lost. [/a]
he ze t |
bs: "he" zou wel eens gewone vorm voor "hebben" kunnen zijn (fries: hawwe/ha met varianten) | tagging | |
hulpinterviewer |
Hoe heze dat nou voor elkaar kregen.
he ze |
|||
veldwerker | [v=311] Die was volgens mij ook niet goed. Ik denk hij weg is. [/v] | |||
hulpinterviewer |
[a=n] Ik denk datter fort is. [/a]
dat er |
|||
hulpinterviewer |
Ja ik weet ook nie goed zeider toen.
zei d er |
|||
veldwerker | [v=501] Marie zit te peren schillen. [/v] | |||
informant2 | [a=j] Marie zit te pereschille. Ja. [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v] Maar is het dan zit te peren schillen of zit de peren te schillen. [/v] | |||
informant2 | [a=n] Zit peern te schiln. [/a] | |||
veldwerker | [v=029] En die met. Vertel mij eens wie of zij had kunnen roepen. Die vond u niet echt goed geloof ik he. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Nee. Wie zij had kunne _ [/a] | tagging | ||
veldwerker | [v=248] Ik doe wel even de kopjes af wassen. Zei u vanmorgen dat kan niet. Maar u zei dat kan wel. [/v] | |||
hulpinterviewer | [a=n] Ik was de kopkes wel even af zegge we. [/a] | |||
hulpinterviewer | Oh dat doen ik wel even. | |||
veldwerker | Ja dit is het he. [/n] |
data telefonische enquête
zinsnr. | testzin | instructie | antwoorden |
---|---|---|---|
053 | Als ik zuinig leef, leef ik zoals mijn ouders willen | In Belgie: doorvragen of 'kik' (subjectdubbeling) ook voorkomt.; Als voegwoordvervoeging voorkomt, ook afvragen zonder pronomen. Vraag dan ook een zin zonder voegwoordverv. af zonder pronomen. |
vorm: Assik zuinig leef leef ik as mien ouders wilt hadn |
193 | Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is. | Nederland |
vorm: Dat is krek zo as eejn en eejn twee is. |
245 | De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen | 1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2 |
komt voor
(1) : n komt voor (2): n |
248 | Ik doe wel even de kopjes afwassen |
komt voor
: n vorm: Ik was de kopkes wel even af. |
|
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: wiers moeke |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: wie zen |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: wert de moeke |
249 | De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden. |
vorm: die zen |
250 | De bank waar ze op zaten was pas geverfd. | Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag. |
vorm: weert zop zatn was krek verfd |
260 | Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? |
komt voor
: j vorm: Wat denksto wie ik in de stad zien he. |
|
260 | Wat denk je wie ik in de stad ontmoet heb? |
komt voor
: j vorm: trofn he. |
|
261 | Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? |
vorm: Wat denk jo hoezet op lost he |
|
261 | Wat denken jullie hoe ze het hebben opgelost? |
vorm: denksto hoetset |
|
262 | Wie denk je wie ik in de stad ontmoet heb? |
komt voor
: n vorm: dadik in de stad trofn he. |
|
265 | Hoe denk je hoe ze het hebben opgelost? |
komt voor
: n vorm: Hoe denk je datset op lost he. |
|
297 | Zou hij dat gedaan gekund hebben? | Vorm voltooid deelwoord: zie W25 |
komt voor
: n vorm: Zou he dat doen kend he |
297 | Zou hij dat gedaan gekund hebben? | Vorm voltooid deelwoord: zie W25 |
komt voor
: n vorm: Hij het et deen. |
317 | Marie al haar koeien zijn verdronken bij de overstroming |
komt voor
: j vorm: Marie al haar koein bent verdronke bij de overstroming. |
|
339 | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien | Volgorde die hulpinterviewer niet gebruikt, in laten spreken als 'komt voor' en dan alleen het laatste deel:; 'Ik vind dat jij het ook niet zien mag/mag zien.' |
vorm: Geeneen magt zien dus ik vin dat jou et ook niet zien magge. |
339 | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien | Volgorde die hulpinterviewer niet gebruikt, in laten spreken als 'komt voor' en dan alleen het laatste deel:; 'Ik vind dat jij het ook niet zien mag/mag zien.' |
vorm: zien manne |
339 | Niemand mag het zien, dus ik vind dat jij het ook niet mag zien | Volgorde die hulpinterviewer niet gebruikt, in laten spreken als 'komt voor' en dan alleen het laatste deel:; 'Ik vind dat jij het ook niet zien mag/mag zien.' |
vorm: zien mag |
373 | Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben |
komt voor
: j vorm: Das de man die ik denk datse roepn he. |
|
387 | Persoon A vraagt: Wanneer zal de wereldvrede komen? Persoon B antwoordt: Nooit niet |
komt voor
: n |
|
388 | Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
389 | Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
390 | Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
391 | Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet. | Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen) |
komt voor
: n |
395 | Geloof je niet dat hij gevallen heeft? | Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld. |
komt voor
: n vorm: datter valn is |
526 | Wie heeft je op de kermis gezien? |
komt voor
: j vorm: Wie het jou op de kermis zien |
|
601 | Maar en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). |
komt voor
: n vorm: Maar je komme niet? |
602 | Waarom en kom je niet? | In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen). | |
605 | Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen. | In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt. | |
610 | We konden nergens niet zitten in die volle zaal | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
611 | We zullen nooit niet winnen van de sterkste man. | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
612 | Ik heb niks niet gezien want ik sliep | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n vorm: Ik he niks zien... |
613 | Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op | Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen. |
komt voor
: n |
614 | Jan rookt niet meer (VERTAAL) | Vertaling bij VORM |
vorm: Jan rookt niet meer. |
729 | Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL) | Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2. |
vorm: hij |
730 | Hoe laat is dat eigenlijk? |
komt voor
: n vorm: Hoe laat ist nou? |
|
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: we zin: Ma we wel wete dat wij ook vraagd benne? |
731 | Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL) | Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?) |
vorm: wij zin: Ma we wel wete dat wij ook vraagd benne? |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: j vorm: Weetje ook wat over t weer van morgen? |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: j vorm: Weest ook wat over t weer voor morgen. |
732 | Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL) | Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2). |
komt voor
: j vorm: Weet jo |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: weet zin: Je weet dat je slim genoeg benne. |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: weet zin: Weest wel dast slim genoeg biste |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: Weest zin: Je weet dat je slim genoeg benne. |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: Weest zin: Weest wel dast slim genoeg biste |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: dat zin: Je weet dat je slim genoeg benne. |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: dat zin: Weest wel dast slim genoeg biste |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: dast zin: Je weet dat je slim genoeg benne. |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: dast zin: Weest wel dast slim genoeg biste |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: daste zin: Je weet dat je slim genoeg benne. |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: daste zin: Weest wel dast slim genoeg biste |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: benne zin: Je weet dat je slim genoeg benne. |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: benne zin: Weest wel dast slim genoeg biste |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: biste zin: Je weet dat je slim genoeg benne. |
733 | Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL) | Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN). |
vorm: biste zin: Weest wel dast slim genoeg biste |
734 | Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken. |
komt voor
: n vorm: Zij hebn |
|
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: (met) elkaar |
737 | Marie en Piet kussen elkaar. | vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is. |
vorm: mekaar |
738 | Hij riep alle familieleden bij zich. | Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176) |
vorm: bij em |
739 | Er zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j |
|
740 | Het zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
741 | Daar zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j vorm: Deer zat een muis in disse kast. |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j vorm: zatter een inbreker |
|
742 | Gisteren zat een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j vorm: zat een inbreker |
|
743 | Gisteren zat er een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j opmerking: is beter dan 742 |
|
744 | Gisteren zat het een inbreker in deze kast. |
komt voor
: n |
|
745 | Gisteren zat daar een inbreker in deze kast. |
komt voor
: j vorm: deer een inbreker in disse kaste. |
|
746 | 't Is net of een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n vorm: Tis krek atter een hond in disse kast zit. |
|
747 | 't Is net of er een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j |
|
748 | 't Is net of het een hond in deze kast zit. |
komt voor
: n |
|
749 | 't Is net of daar een hond in deze kast zit. |
komt voor
: j vorm: _ a deer een hond in disse kast zit. |
|
750 | Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL) | Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM |
vorm: Asjou denke datjou gezond leve leef dan zo verder. |
753 | Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL) | In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM) |
vorm: As elke dag de dokter voor me beld worde moet kenk beter in t ziekenhuis blijve. |
754 | Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL) | In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM) |
vorm: Assen enkele keer de dokter beld worde moet dan is dat niet zo slim. |
758 | Jullie geloven datst jullie eerder this zijn dan ik. | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n vorm: dat jim eerder thuis benne azik |
759 | Jullie geloven datst eerder thuis zijn dan ik | Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2) |
komt voor
: n |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaan |
762 | Als ik ga, ga ik (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gaank |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: Asje gaan |
763 | Als je gaat, ga je. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ga je |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: jo gaan |
764 | Als u gaat, gaat u. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben. |
vorm: dan ga je |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij gaat |
765 | Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gaater |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaat |
766 | Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gaatse |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaat |
767 | Als het gaat, gaat het. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gaatet |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gaan |
768 | Als we gaan, gaan we. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gaanwe |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: jim gaan |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gane |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gaanjim |
769 | Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gajim |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: Asse gaan |
770 | Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: dan gaze |
771 | Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL) | Vorm van gaan invullen bij VORM |
vorm: Gaan vlug vort |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging gingn jou |
772 | Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingsto ook |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: jo gingn |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: Toensto gingste |
773 | Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging ik |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: jo gingn |
774 | Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging hij |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: hij ging |
775 | Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging jo |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: zij ging |
776 | Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingt |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ging |
777 | Toen het ging, ging ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingse |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingn |
778 | Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2) |
vorm: gingn jim |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: jim gingn |
779 | Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingn wij |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: ze gingn |
780 | Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL) | Vormen van gaan invullen bij VORM |
vorm: gingn ze |
781 | Vertel mij eens wie er aan de deur was? | Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt. |
komt voor
: j vorm: Ze me eens wieder aan de deure war. |
782 | Dat is de man wie ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: wietse roepn he |
783 | Dat is de man dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
784 | Dat is de man die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: dietse roepn he |
785 | Dat is de man wie het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
786 | Dat is de man dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
787 | Dat is de man die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j |
788 | Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft. |
komt voor
: n vorm: Das de man weervan ik denk dat hij et verhaal verteld he. |
|
789 | Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
790 | Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
791 | Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
792 | Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n vorm: die ik denk datse roepn he |
793 | Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: n |
794 | Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben. | In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden. |
komt voor
: j vorm: dak denk dieze roepn he |
798 | Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk. |
komt voor
: n vorm: dat sien kinders eerlijk benne |
|
799 | Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen. |
komt voor
: n vorm: datse haar kinders bescherme moet. |
|
804 | Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen. |
komt voor
: n vorm: Ik vin dat iedereen de foto zien kenne moet |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: n vorm: Hij smijt alle kapotte spullen vort. |
|
805 | Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten. |
komt voor
: n vorm: aan t vort smijtn |
|
807 | Marie zit te stoofpeer schillen. |
komt voor
: n |
|
808 | Marie zit te stoofperen schillen. |
komt voor
: n vorm: stoofpeern te schiln. |
|
809 | Marie zit te piano spelen. |
komt voor
: n vorm: piano te spelen opmerking: kan wel: zit te piano spelen, maar " 't is een beetje..." |
|
810 | Hij zit weer te voorzeggen. |
komt voor
: j vorm: weer te veur zegn. |
|
812 | Hoe haal je het in je hoofd en gooi met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: j vorm: Hoe haalstet in dien hoofd en gooi met eten |
813 | Hoe haal je het in je hoofd en gooien met eten? | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
814 | Hij heeft geen zin en voeren die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
815 | Hij heeft geen zin en voer die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n vorm: en voer die koeien kan wel. |
815 | Hij heeft geen zin en voer die koeien weg. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n vorm: Hij heeft geen zin die koeien weg te voeren. |
816 | Hij heeft geen zin en wegvoeren die koeien. | In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort. |
komt voor
: n |
817 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken. |
komt voor
: n |
|
818 | Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken. |
komt voor
: j |
|
819 | Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken. |
komt voor
: j |
|
820 | Hij zal wel weer staan te zeuren. |
komt voor
: j |
|
821 | Hij zal wel weer staan zeuren. |
komt voor
: n vorm: Hij zel wel weer zeurn opmerking: Hij zel wel weer zeurn. Als staan erbij komt, moet 'te' erbij. |
|
822 | Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad. |
komt voor
: n |
|
823 | Ben je met die fiets gevallen geweest? |
komt voor
: n |
|
824 | Het huis is verkocht geworden. |
komt voor
: n |
|
825 | Het huis is verkocht geweest. |
komt voor
: n |
|
826 | Ik heb hem gisteren tegengekomen. |
komt voor
: n vorm: ben |
|
827 | Jan liet zich meedrijven op de golven | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: leet em |
828 | Toon bekeek zich eens goed in de spiegel | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: emzelf |
829 | Eduard kent zich goed | Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: emzelf |
831 | Jan trok de deken naar zich toe | Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM |
vorm: naarem |
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut