• zoek
  • locaties
  • testzinnen
  • syntactische verschijnselen
  • mondelinge enquête
  •     zoek op data
  •     zoek op tags
  •     zoek op lemma's
  • telefonische enquête
  •     zoek op data
  • schriftelijke enquête
  •     zoek op data

  • ---

  • zoekresultaten
  • bibliografie
• kaarten
  • kaarten
  • karteer zoekresultaten
  • invoer Kloekenummers
  • atlas
• help
  • achtergrond
  • handleiding
  • atlascommentaar (Engels)
  •     deel I
  •     deel II

terug naar lijst met plaatsen

SAND-data Anjum / Eanjum (B013b)

schriftelijke enquête | mondelinge enquête | telefonische enquête

data schriftelijke enquête

zinsnr.	testzin	antwoorden
geen data schriftelijke enquête in Anjum / Eanjum

interview mondelinge enquête

spreker	tekst	commentaar
commentaar	[meta][k]B013b[/k][h][/h][i][/i][vw]HW[/vw][t]AH[/t][/meta]
hulpinterviewer	[v=018] Ze weet niet dat marie gisteren gestorven is? [/v]		tagging
informant	[a] Se weet net dat marie juster stoarn is. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Se weet net dat marie juster stoarn hat? [/a]		tagging
informant	[a=n] Nee. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=025] Niemand heeft dat ooit gewild of gekund? [/v]		tagging
informant	[a] Net ien hat dat ooit willen of kunnen. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Net ien hat dat ooit wild of kund? [/v]		tagging
informant	[a=n] Nee. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=026] Jan had het hele brood wel willen op eten? [/v]		tagging
informant	[a] Jan hie de hele bole wel op ete wollen. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] kinjo ook zegge wolle op eten? [/v] kin jo	bs: "kin(ne) jo" vs "jo kinne"	tagging
informant	[a=n] Nee. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=027] Vertel maar niet wie zij had kunnen roepen? [/v]
informant	[a] Vertel maar net waatse roepen kinnen hie. [/a] waa t se		tagging
hulpinterviewer	[v] Vertel maar net wa sij kinne roepen hie? [/v]		tagging
informant	[a=n] Nee. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Vertel maar net wa sij hie kinne roepen? [/v]		tagging
informant	[a=n] Der is maar ien zo xxx. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=035] Jan herinnert zich dat verhaal wel? [/v]		tagging
informant	[a] Jan herinnert hem it verhaal wel. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Herinnert sich dat verhaal wel? [/v]		tagging
informant	[a=n] Zeg it toch maar net. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=038] De timmerman heeft geen spijkers bij zich? [/v]		tagging
informant	[a] De timmerman heeft gjin spijkers bijem. [/a] bij em		tagging
hulpinterviewer	[v] En kinjo hjir ook zegge bij sich? [/v]		tagging
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=040] Erik liet mij voor zich werken? [/v]		tagging
hulpinterviewer	[v] Erik liet mij voor him werkje? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ja. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=041] Johanna liet zich mee drijven op de golven? [/v]		tagging
informant	[a] Johanna liet sich mee drijve oppe golven. [/a] op e		tagging
hulpinterviewer	[v]Kinst hjir ook zegge Johanna liet har mee drijve?[/v]		tagging
informant	[a=j] Dat soe ook kunne. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Is ien van de twa ook beter sich of har? [/v]		tagging
informant	[a=g] Ik denk van har. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=042] Toon bekeek zich zelf eens goed in de spiegel? [/v]
informant	[a] Toon beseach sichself goed in de spiegel. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Kinst ook zegge toon beseach him ris goed in de spiegel? [/v] kins t		tagging
informant	[a=n] Nee. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] himself? [/v]		tagging
informant	[a=j] Soe kunne. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=043] Jan heeft in twee minuten een biertje gedronken? [/v]		tagging
informant	[a] Jan hat in twa minuten in bierke dronken. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Jan hat him in twa minuten in bierke dronken? [/v]		tagging
informant	[a=n] Ja dat is raar. [/a]
hulpinterviewer	[v=044] Deze schoenen lopen gemakkelijk? [/v]		tagging
informant	[a] Dizze skuon renne makkelijk. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Dizze skuon renne him makkelijk? [/v]		tagging
informant	[a=n] Nee soe ik net zegge. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=045] Eduard kent zichzelf goed? [/v]	bs: n.a.v. handleiding "zichzelf" als één woord gerekend.	tagging
informant	[a] Eduard kent himself goed. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v]Hie kent sich self goed? [/v]
informant	[a] Nee. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=046] Wierd heeft gehoord dat er fotos van zichzelf in de etalage staan? [/v]		tagging
informant	[a] Wierd hat hoord dat der fotos van himself inne etalage staan. [/a] in e		tagging
hulpinterviewer	[v] Kinne jo in dizze zin ook sich zelf zegge? [/v]
informant	[a=n] Nee nee dat is net gebruikelijk. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=047] Die aardappelen schillen niet gemakkelijk? [/v]		tagging
informant	[a] Die rjappels schille min. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Die rjappels schille sich min? [/v]		tagging
informant	[a=n] Nee. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Schille har min? [/v]		tagging
informant	[a=n] Nee. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=048] De sneeuw smelt in de zon? [/v]		tagging
informant	[a] De sneeuw smelt inne zonne. [/a] in e		tagging
hulpinterviewer	[v] De sneeuw smelt har in de zonne? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=053] Als ik zuinig leef leef ik zoals mijn ouders willen? [/v]		tagging
informant	[a] As ik zuinig leef leef ik sat de oude lui graag wille. [/a] sa t		tagging
hulpinterviewer	[v=055] Als hij nog drie jaar leeft leeft hij langer dan zijn vader? [/v]		tagging
informant	[a] As hij nog trije jaar leeft leefter langer as sien heit. [/a] leeft er		tagging
hulpinterviewer	[v] Dan sien heit? [/v]		tagging
informant	[a=j] Dat soe kunne. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=057] Als zij zo gevaarlijk leeft leeft zij niet lang meer? [/v]		tagging
informant	[a] At se zo gevaarlijk leeft leeft se net lang meer. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=061] Als jullie zo losbandig leven dan leven jullie nooit zo lang als ik? [/v]		tagging
informant	[a] As jim zo losbandig leevje leevjim zolang net as ik. [/a] leev jim zo lang		tagging
hulpinterviewer	[v=063] Als ze voor hun werk leven dan leven ze niet voor hun kinderen? [/v]
informant	[a] At se voor har werk leevje leevje se net voor har bern. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Wordt hjir ook wel sein hun in stee van har? [/v]		tagging
informant	[a=n] Nee wordt ook net_ [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Harren? [/v]		tagging
informant	[a=j] It kan wel maar it is toch gewoon voor har bern. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=067] Als Rudy nog leeft dan leeft Leo ook nog? [/v]		tagging
informant	[a] At Rudie nog leeft leeft Leo ook nog. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] As rudy nog leeft dan leeft leo ook nog? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ja dat soe wel kunne. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=068] Als je gezond leeft dan leef je langer? [/v]		tagging
informant	[a] Ast gezond leefst leefst langer. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=069] Als er zo weinig mensen van de landbouw leven dan leven er veel mensen van werk in de fabriek? [/v]		tagging
informant	[a] Atter in protte mensen van de lanbouw leve. [/a] at er		tagging
informant	[a] Atter san beetsje mensen van de landbouw leven. [/a] at er		tagging
informant	[a] Dan leve der in protte vant wurk inne fabriek. [/a] van t in e
hulpinterviewer	[v=070] Als Pieter en Liesje in het paradijs leven dan leven Frans en Rosa in de hel? [/v]		tagging
informant	[a] As Pieter en liesje in it paradijs leve dan leve Fransje en Ans inne hel. [/a] in e		tagging
hulpinterviewer	[v=071] Als we sober leven leven we gelukkig? [/v]		tagging
informant	[a] At we sober leve leve we gelukkig. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Als we eerlijk leven leven we gelukkig. [/a]		tagging
informant	[a] At we earlik leve leve we gelukkig. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=072] Leef wat gezonder Jan? [/v]		tagging
informant	[a] Leef wat gezonder Jan. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=073] Leef wat minder bekrompen kinderen? [/v]		tagging
informant	[a] Leef wat minder bekrompen bern. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=132] Ik denk dat Marie hem zal moeten roepen? [/v]		tagging
informant	[a] Ik denk dat Marie him roepe moat. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Ik denk dat Marie him roepe moatte sil? [/v]		tagging
informant	[a=n] Nee. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=188] Heb je genoeg mensen om hooi van het land te halen? [/v]		tagging
informant	[a] Hast genoeg mensen om hooi vant land te haaljen. [/a] van t		tagging
hulpinterviewer	[v] Hast genoeg mensen om hea van it land haaljen? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=189] Het was aardig van Jan om te komen werken? [/v]		tagging
informant	[a] It was aardig van Jan datter kaam te werkjen. [/a] dat er		tagging
hulpinterviewer	[v] It was aardig van Jan om komme te wurkjen? [/a]		tagging
informant	[a=n] Nee. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] It was mooi van Jan om te komme werkjen? [/a]		tagging
informant	[a=n] Nee dan zegst alweer helpe te werkjen. [/a]
hulpinterviewer	[v=190] Deze ton is zwaar om te dragen? [/v]
informant	[a] Deze ton is zwaar om te dragen. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v]Deze ton is zwaar dragen?[/v]
informant	[a=n] Dat te moet der wel tussen. [/a]
hulpinterviewer	[v=198] Hij kan staan zeuren? [/v]
informant	[a] Hij kin oh zo staan te zeuren. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Hie kin staan zeuren? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=199] Hij staat te zeuren? [/v]
informant	[a] Hij staat te zeuren. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=200] Toen we aan kwamen regende het? [/v]
informant	[a] Toen we aan kwamen regende it. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Toent we aan kwamen regende it? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=215] Kgeloof dat ik groter ben als hij? [/v]	bs: "kgeloof " kan beter als twee woorden behandeld worden, maar dat is technisch nog niet mogelijk.
informant	[a] Ik leau dak groter ben as him. [/a] da k		tagging
hulpinterviewer	[v] Ik leau kinst ook zegge kleau? [/v]
informant	[a=n] Nou nee. [/a]
hulpinterviewer	[v] As hie? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v] Kinne jo zegge groter dan him? [/v]		tagging
informant	[a] Dat soe kunne. [/a]
hulpinterviewer	[v]Ook net groter dan hie? [/v]
informant	[a=n] Nee dan is it him. [/a]
hulpinterviewer	[v=216] Ze gelooft dat jij eerder thuis bent als ik? [/v]
informant	[a] Se leaut datsto eerder thuis benst dan ik. [/a] datst o		tagging
hulpinterviewer	[v] Eerder as ik? [/a]		tagging
informant	[a=j] Ja dat soe ook kunne. [/a]
hulpinterviewer	[v] Eerder as mij? [/a]		tagging
informant	[a=j] Soe ook nog kunne. [/a]
hulpinterviewer	[v] Eerder dan mij? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ook. [/a]
hulpinterviewer	[v] As ik of as mij? [/v]
informant	[a=g] Ik denk van as ik. [/a]
hulpinterviewer	[v=217] Je gelooft zeker niet dat hij sterker is als jij? [/a]
informant	[a] Do leaust zeker net dat hij sterker is as mij? [/v]		tagging
informant	[a] As dij. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] As do? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ja. [/a]
hulpinterviewer	[v=218] Ze geloven dat wij rijker zijn als zij? [/v]
informant	[a] Sij leauwe dat wij rijker benne as har. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Kinst ook zegge se leauwe in stee van sij leauwe? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ja. [/a]
hulpinterviewer	[v] Kinne jo ook zegge rijker as sij? [/v]
informant	[a=n] Ik zeg maar xxx. [/a]
hulpinterviewer	[v=219] We geloven dat jullie niet zo slim zijn als wij? [/v]
informant	[a] Wij leauwe dat jim sa slim net benne as us. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] As wij? [/v]
informant	[a=n] Nee as us. [/a]
hulpinterviewer	[v=220] Jullie geloven jammer genoeg niet dat zij armer zijn als jullie? [/v]
informant	[a] Jim leauwe net dat sij armer benne. [/a]		tagging
informant	[a] As jimme. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=221] U gelooft dat Lisa even mooi is als Anna? [/v]
informant	[a] Jo leauwe dat Isa like mooi is as Anna. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=222] Hij gelooft dat Louis en Jan sterker zijn als Geert en Peter? [/v]
informant	[a] Hij leaut dat Louis en Jan sterker benne as Geert en Peter. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=249] De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is stond achter mij? [/v]
informant	[a] De jonge die sien mem juster hertrouwd is stond achter mij. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] De jongen waans mem? [/v]
informant	[a=n] Nee dat is hjir gjin gewoonte. [/a]
hulpinterviewer	[v] De jonge wa sien mem? [/v]		tagging
informant	[a=j] Dat kan wel. [/a]
hulpinterviewer	[v] De jonge waar van de mem? [/v]
informant	[a=n] Nee dat zegge we hjir nooit. [/a]
veldwerker	[v] De jonge dert de mem juster van trouwd is? [/v] der t		tagging
informant	[a=j] Ja dat soe wel kunne. [/a]
hulpinterviewer	[v] De jonge wert de mem juster van trouwd is? [/v] wer t		tagging
informant	[a=j] It soe wel weer kunne met wer. [/a]
veldwerker	[v] De jonge wer vant de mem juster weer trouwd is? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v] De jonge der vant? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=250] De bank waar ze op zaten was pas geverfd? [/v]
informant	[a] De bank wert se op zaten wie krekt verve. [/a] wer t		tagging
hulpinterviewer	[v] De bank wer se op zaten? [/v]
informant	[a=j] Kon ook dat soe ook kunne. [a/]
hulpinterviewer	[v] Kin jo ook zegge de bank dert se op zaten? [/v] der t		tagging
informant	[a=j] T zegge wij ook nog wel ris. [/a]
hulpinterviewer	[v] Der se op zaten? [/v]		tagging
informant	[a=j] Net t erachter der. [/a]
hulpinterviewer	[v=259] Wie geld heeft moet mij maar wat geven? [/v]
informant	[a] Waat geld heeft moat mij maar wat jaan. [/a] wa t		tagging
hulpinterviewer	[v] Wa geld heeft? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v] Diet geld heeft moat mij maar wat jaan? [/v] die t		tagging
informant	[a=j] Dat soe kunne. [/a]
hulpinterviewer	[v] Die jild heeft? [/v]
informant	[a=n] Nou diet dan zegst de t der al weer achter. [/a]
hulpinterviewer	[v=267] Hij heeft zijn handen gewassen? [/v]
informant	[a] Hij hat sien handen wasken. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Hij hat him de handen wasken? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
veldwerker	[v] Hij hat handwasken? [/v] hand wasken		tagging
informant	[a=j] Dat soest zegge kinne ja. [/a]
hulpinterviewer	[v=268] Hij heeft zijn hemd gewassen? [/v]
informant	[a] Hij hat sien hemd wasken. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Hij hat him it hemd wasken? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v] Hij hat hemdwasken? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=271] Hij heeft zijn been gebroken? [/v]
informant	[a] Hij hat sien voet brutsen. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Hij hat him de voet brutsen? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=273] Marie trok de deken naar zich toe? [/v]
informant	[a] Marie luts de deken nei har toe. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Marie luts de deken nei sich ta? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=339] Niemand mag het zien dus ik vind dat jij het ook niet mag zien? [/v]
informant	[a] Net ien mei it zien dus ik vind datsto it ook net zien meist. [/a] datst o		tagging
hulpinterviewer	[v] Dus ik vind datsto it ook net meist zien? [/v] datst o
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=340] Het gebeurde toen je wegging? [/v]
informant	[a] It gebeurde doest fuort wiest. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=341] Ik weet waar je geboren bent? [/v]
informant	[a] Ik weet wersto geboren benst. [/a] wer st o		tagging
hulpinterviewer	[v=342] Nu je klaar bent mag je gaan? [/v]
informant	[a] Noost klaar benst kinst wel fuort gaan. [/a] no st		tagging
hulpinterviewer	[v=370] Dat is de man die ze geroepen hebben? [/v]
informant	[a] Dat is de man diet se roepen ha. [/a] die t		tagging
veldwerker	[v] No datst klaar benst meist fuort gaan? [/v]	Bij 342	tagging
informant	[a=j] It soe kunne. [/a]		tagging
veldwerker	[v] Ik weet wer ast geboren benst? [/v]	Bij 341	tagging
informant	[a] Ja dat soe ook kunne. [/a]		tagging
informant	[a=g] Do zegst meer werst geboren benst. [/a] wer st		tagging
hulpinterviewer	[v=371] Dat is de man die het verhaal heeft verteld? [/v]
informant	[a] Dat is de man diet it verhaal verteld hat. [/a] die t		tagging
hulpinterviewer	[v] Dat is de man die it verhaal verteld hat? [/v]
informant	[a=n] Nee dat is de t hoort der bij. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=372] Dat is de man die ik denk dat het verhaal heeft verteld? [/v]
informant	[a] Dat is de man dat ik denk dat it verhaal verteld hat. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] Dat is de man diet ik denk? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ja. [/a]		tagging
veldwerker	[v] Dat is de man die ik denk dat it verhaal verteld hat? [/v]
informant	[a=n] Dat is toch de t wurdt toch in protte bruikt. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=373] Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben? [/v]
informant	[a] Dat is de man diet ik denk dat se die roepen ha. [/a] die t		tagging
hulpinterviewer	[v=397] Tschijnt dat ze niets mag eten? [/v]
informant	[a] It schijnt dat ze niks ete mei. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v] It schijnt kin jo dat ook korter meitsje tschijnt? [/v]
informant	[a=j] Tschijnt dat soe kunne ja. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=398] Ze schijnt niets te mogen eten? [/v]
informant	[a] Se schijnt niks ete te meien. [/a]		tagging
veldwerker	[v] Schijnt dat se niks ete mei? [/v]
informant	[a=n] Dat zegst toch altijd dat it wel voor. [/a]
veldwerker	[v] Se schijnt dat se niks ete mei? [/v]
informant	[a=n] Nee dat kinst net zegge. [/a]
hulpinterviewer	[v=403] Tlijkt wel of er iemand in de tuin staat? [/a]
informant	[a] It lijket wel atter ien inne tuin staat. [/a] at er in e		tagging
hulpinterviewer	[v] It lijket at ien inne tuin staat? [/a]
informant	[a=n] Nee dat is net-. [/a]
hulpinterviewer	[v=520] Wat voor boeken heb je gekocht? [/v]
informant	[a] Wat voor boeken hast kocht. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=526] Wie heeft je op de kermis gezien? [/v]
informant	[a] Wa hat dij oppe kermis zien. [/a] op e		tagging
hulpinterviewer	[v=036] Marie en Piet wijzen nei? [/v]
informant	[a] Inoar. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=037] Toon wasket? [/v]
informant	[a] Him. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=039] Fons zag in slang naast? [/v]
informant	[a] Neist hem. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=006] Juster kuierediede troch it park? [/v]		tagging
informant	[a=n] Is fout. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=022] Der wol net ien net dansje? [/v]		tagging
informant	[a=j] Dat is wel goed. [/a]
hulpinterviewer	[v=023] Nynke wol net dansje en se wol net zinge ook net? [/v]		tagging
informant	[a=j] Das goed. [/a]
hulpinterviewer	[v=087] Eddy moat kinne betiid op staan? [/v]
informant	[a=n] Hoort nergens nei. [/a]
hulpinterviewer	[v=137] Hie wol gjin soep net meer ete net? [/v]
informant	[a=n] Kan net nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=140] Zitte hjir nergens gjin muizen? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ja dat soe kunne. [/a]
hulpinterviewer	[v=148] Elkenien is gjin vakman? [/v]		tagging
informant	[a=j] Die is wel goed. [/a]
hulpinterviewer	[v=149] Hie heeft overal gjin vrienden?[/v]		tagging
informant	[a=j] Ja ook wel goed. [/a]
hulpinterviewer	[v=260] Wat denksto waat ik in de stad troffen ha? [/a] denkst o wa t		tagging
informant	[a=j] Anders is de zin wel goed. [/a]
hulpinterviewer	[v=261] Wat denke jim hoet se it oplost ha? [/v] hoe t		tagging
informant	[a=j] Das goed. [/a]
hulpinterviewer	[v=260] Wa denkst dat ik in de stad troffen ha? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ook goed. [/a]
hulpinterviewer	[v=265] Hoe denkst hoet se it oplost ha? [/v] hoe t		tagging
informant	[a=j] Das ook goed. [/a]
hulpinterviewer	[v=309] Ik ha gjin nocht en voerje de kij? [/v]
informant	[a=n] Nee is net goed. [/a]
veldwerker	[v] Ik ha der hjoed gjin nocht aan en voerje de kij? [/v]
informant	[a=n] Ook net. [/a]
veldwerker	[v=000] Hoe krijst it inne plasse en haalje sokke fiten uit? [/v] in e		tagging
informant	[a=j] Dat soe kunne. [/a]
hulpinterviewer	[v=000] It hat gjin doel en ga met sok weer nei buiten? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=311] Ik denk hie fuort is? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=312] Ik zei nog tegen har ik denk hie is fuort? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=316] Hie woe nog gauw even bij de bakker nei binnen en koopje in broodsje? [/v]		tagging
informant	[a=j] Dat soe kunne. [/a]
hulpinterviewer	[v=317] Marie al har kij benne verdronken bij de overstroming? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ja dat kan wel uit. [/a]
hulpinterviewer	[v=329] Ik zei nog tegen har ik zei ik leau dizze jonge vinde se allegear wel aardig? [/v]		tagging
informant	[a=j] Das wel goed. [/a]
hulpinterviewer	[v=331] Ik ha heel wat rinnen daan? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=353] Persoon a vraget wilst nog koffie Jan Jan antwoordet jaak? [/?] ja k
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=355] Persoon a vraget ha se eten persoon b antwoordet jaanze? [/v] jaan ze
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=364] Is him dood? [/?]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=365] Him is dood? [/v]
informant	[a=n] Ook net. [/a]
hulpinterviewer	[v=501] Marie zit te pereschillen? [/v] pere schillen		tagging
informant	[a=j] Das goed. [/a]
hulpinterviewer	[v] Marie zit te peren schillen? [/v]		tagging
informant	[a=j] Mwoa dat kan ook. [/a]
hulpinterviewer	[v] Marie zit peren te schillen? [/v]
informant	[a=n] Nee dat zeg je weer net. [/a]
veldwerker	[v] Marie zit te peerschillen? [/a] peer schillen		tagging
informant	[a=j] Ja te peerschillen. [/a]
hulpinterviewer	[v=502] Marie zit peren en schillen? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=028] Vertel mie ris wa dat sie roepe kind hie? [/v]		tagging
informant	[a=j] Dat kan. [/a]
hulpinterviewer	[v] Vertel mij ris wa of sij roepe kinnen hie? [/a]		tagging
informant	[a=j] Ja dat ben wel twee gewone zintsjes. [/a]
hulpinterviewer	[v] Vertel mij ris wa of dat sij roepe kinnen hie? [/v]
informant	[a=n] Nee dat wordt nu in beetsje oerdwealich. [/a]
veldwerker	[v] Vertel mij ris wa at sij roepe kinnen hie? [/a]		tagging
informant	[a=j] Ja ja kan wel. [/a]
veldwerker	[v] Vertel mij ris wa as sij roepe kinnen hie? [/a]
informant	[a=n] Nou it is toch wel at. [/a]
hulpinterviewer	[v=296] Soe hie dat dien ha kind? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=297] Soe hie dat dien kinnen ha? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ja. [/a]
hulpinterviewer	[v=305] Soe hie dat doen kinnen ha? [/v]		tagging
informant	[a=j] Dat kan wel. [/a]
informant	[a=g] Soeder dat doen kinnen ha. [/a] soed er		tagging
hulpinterviewer	[v=347] Ik weet dat er is gean zwemmen? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=350] Ik weet dat er gean zwemmen is? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=351] Ik weet dat er zwemmen is gean? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=352] Ik weet dat er zwemmen gean is? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ja. [/a]
veldwerker	[v] Zegge jim nou ik weet datter zwemmen gean is of ik weet datter zwemmen gien is? [/v] dat er
informant	[a=g] Ik weet datter zwemmen gien is. [/a] dat er		tagging
hulpinterviewer	[v] Ik weet dat er it hat wolle verkoopjen? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
informant	[a] Ik weet datter it verkoopje wollen hie. [/a] dat er		tagging
hulpinterviewer	[v=075] Ik vind dat iederien moat kinne zwemme? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=077] Ik vind dat iederien moat zwemme kinne? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=080] Ik vind dat iederien kinne zwemme moat? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=082] Ik vind dat iederien zwemme kinne moat? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ja.[/a]
hulpinterviewer	[v=084] Ik vind dat iederien zwemme moat kinne? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=086] Ik weet dat Eddy morgen wol bole ete? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
informant	[a] Ik weet dat Eddy morgen bole ete wol. [/a]		tagging
hulpinterviewer	[v=154] Boeken heeft Jan drie? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=156] Jan weet dat er voor drie uure de wein moat ha make? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=157] Jan weet dat er voor drie uure de wein moat makke ha? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=160] Jan weet dat er voor drie uure de wein make moat ha? [/v]
hulpinterviewer	[v=161] Jan weet dat er voor drie uure de wein make ha moat? [/v]		tagging
informant	[a=j] Dat is er. [/a]
informant	[a=n] Nee dat laatste ist. [/a]	bij vraag 160
hulpinterviewer	[v=227] Persoon a vraget hie slaapt persoon b antwoordet hie doet? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=228] Persoon a vraget hie slaapt persoon b antwoordet it doet? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=243] Persoon a vraget slaapt er persoon b antwoordet ie doet? [/v]
informant	[a=n] Dat ligt ons ook net hu? [/a]
hulpinterviewer	[v=245] De lampe doet net meer brande? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v] De bern dogge hjir net voetbalje? [/v]
informant	[a=n] Ook net. [/a]
hulpinterviewer	[v] Brande doet de lampe net meer? [/v]
informant	[a=n] De lampe brandt net. [/a]
hulpinterviewer	[v=246] Doet Marie elke joen dansjen? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=247] Doe it brea even snije? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=248] Ik doe wel even de kopkes af waskje? [/v]
informant	[a=n] Ook net. [/a]
hulpinterviewer	[v=319] Dit denk ik net aan? [/v]
informant	[a=n] Ook net. [/a]
hulpinterviewer	[v=321] Die rare jonge bin ik mee nei de merke weest ? [/v]		tagging
hulpinterviewer	[v] Die rare jonge ha ik mee nei de merke weest? [/v]		tagging
informant	[a=g] Die laatste is it mooist. [/a]	is west heeft de voorkeur
hulpinterviewer	[v=328] Jan vindt datsto moatst sokke dingen net leauwe? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=387] Persoon a vraget wanneer sil de wereld vrede kome persoon b antwoordet nooit net? [/v]
informant	[a=n] Nooit net dat zegge we net. [/a]
hulpinterviewer	[v=459] Hij hat de bal gooid inne koer? [/v] in e
informant	[a=n] Nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=485] Persoon a vraget sil ik iten siede persoon b antwoordet dat doe maar? [/v]
informant	[a=n] Nee doe dat maar krek andersom. [/a]
hulpinterviewer	[v=486] Dat boek beloof mie datst nooit meer verstopje silst? [/v]
informant	[a=n] Nou dat komt net over. [/a]
hulpinterviewer	[v=487] Wat zeg mie datst kocht hast? [/a]
informant	[a=n] Nee nee. [/a]
hulpinterviewer	[v=515] Do benst ook in rarenien? [/v] raren ien		tagging
informant	[a=j] Das goed. [/a]
hulpinterviewer	[v=530] Marie sei datsto Piet in boek probere hast te verkoopjen? [/v] datst o		tagging
informant	[a=j] Ja. [/a]
hulpinterviewer	[v=531] Wim dacht dat ik Els probere hie in cadeau te jaan? [/v]		tagging
informant	[a=j] Dat is wel goed. [/a]
hulpinterviewer	[v=532] Karel weet datsto probere hast marie in boek te verkoopjen? [/a] datst o		tagging
informant	[a=j] Ja klopt precies. [/a]
hulpinterviewer	[n] [v] De vervoeging van it werkwoord gaan zo as jo dat zegge? [/v]
informant	[a] Ik gon. [/a]		tagging
informant	[a] En do giest en hij giet. [/a]		tagging
informant	[a] En wij gon en jim gon en sij gon. [/a]		tagging
informant	[a] Gon ik giesto giet hij gon wij. [/a] giest o		tagging
informant	[a] Gon jim of gon sij. [/a]		tagging
informant	[a] Ik gie do giest. [/a]		tagging
informant	[a] Hij gie. [/a]		tagging
informant	[a] Wij giengen jim giengen en sij giengen. [/a]		tagging
informant	[a] Gieng ik. [/a]		tagging
informant	[a] Giesto gie hij. [/a] giest o		tagging
informant	[a] Of giengen wij giengen jim giengen sij. [/a]
informant	[a] Ik ben der juster heene gien. [/a]		tagging
veldwerker	[v=018] Ik denk dat Marie is stoarn? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
veldwerker	[v=027] Vertel maar net waat sij roepe kinnen hie? [/v] wa t		tagging
informant	[a=j] Roepen der moet de n wel bij. [/a]
veldwerker	[v=044] Dizze skuon rinne har makkelijk? [/v]
informant	[a=n] Nee dan zegst de skuon rinne mij noflik. [/a]		tagging
veldwerker	[v] Ik denk dat er har morgen roepe moatte sil? [/v]
informant	[a=n] Soe k net zegge. [/a]
veldwerker	[v=188] Hasto genoeg mensen hooi van it land te haaljen? [/v] hast o
informant	[a=n] Nee. [/a]
veldwerker	[v] Hasto genoeg mensen om hooi van it land haalje? [/v]
informant	[a=n] Nee. [/a]
veldwerker	[v=189] It was aardig van Jan om kome te werkjen? [/v]
informant	[a=n] Nee dat zegst net. [/a]
veldwerker	[v=200] Doet we aan kwamen regende it? [/v] doe t		tagging
informant	[a=j] Ja. [/a]
veldwerker	[v=200] Doe we aankwamen regende it? [/v]		tagging
informant	[a=j] Ja maar dat eerste vind ik beter. [/a]
veldwerker	[v=250] Is dat de bank weropt jim zaten? [/v] wer op t		tagging
informant	[a=j] Ja. [/a]
veldwerker	[v=372] Dat is de man diet ik denk dat it verhaal verteld hat? [/v] die t		tagging
informant	[a=j] Ja. [/a]
veldwerker	[v=373] Dat is de man diet ik denk dat se roepen ha? [/v] die t		tagging
informant	[a=j] Ja. [/a]

data telefonische enquête

zinsnr.	testzin	instructie	antwoorden
193	Dat is zo zeker als ??n en ??n twee is.	Nederland
245	De lamp doet niet meer branden; De kinderen doen hier niet voetballen	1 invullen bij ANTWOORD 1; 2 invullen bij ANTWOORD 2	komt voor (1) : n komt voor (2): n
249	De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij	Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden.	komt voor : j vorm: de jonge dy syn mem opmerking: andere varianten afgewezen
249	De jongen wiens moeder gisteren hertrouwd is, stond achter mij	Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'wie (dat) zijn moeder', 'die (dat) zijn ...', 'diens (dat) ...', 'waarvan (dat)'. Als slechts een variant aan de orde is gekomen tijdens interview, moet deze vraag nogmaals gesteld worden.	komt voor : j vorm: de jonge werfan syn mem opmerking: andere varianten afgewezen
250	De bank waar ze op zaten was pas geverfd.	Bij hulpinterviewer nagaan of er nog meer mogelijkheden zijn: 'waar dat ze op', 'waarop dat ze', 'daar (dat) ze op', 'daarop (dat)', 'dat ze op'. Mogelijke varianten vertaald laten inspreken als 'komt voor'-vraag.	komt voor : j vorm: de bank wer-t se op sieten opmerking: woord = wert, clusters = wer t.; andere varianten afgewezen. voegwoord-clitic verplicht.
373	Dat is de man die ik denk dat ze geroepen hebben		komt voor : n vorm: dy-t ik tink dat se
388	Wie heeft de auto meegenomen? ; - Niemand niet.	Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen)
389	Waar groeit het geld aan de bomen? ; - Nergens niet.	Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen)
390	Wat is rond en vierkant tegelijk? ; - Niets niet.	Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen)
391	Welke koeien heeft hij gemolken?; - Geen enkele niet.	Overal waar vraag tijdens interview niet is gesteld. (Nederland en aantal meetpunten Vlaanderen)
395	Geloof je niet dat hij gevallen heeft?	Opvragen waar de vraag tijdens veldwerk niet is gesteld.
601	Maar en kom je niet?	In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen).
602	Waarom en kom je niet?	In het gebied waar 'en' minstens een keer is gevonden (600 eerst testen).
605	Voor je iets weg en gooit, moet je me even bellen.	In alle plaatsen waar negatiepartikel minstens een keer voorkomt.
610	We konden nergens niet zitten in die volle zaal	Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen.
611	We zullen nooit niet winnen van de sterkste man.	Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen.
612	Ik heb niks niet gezien want ik sliep	Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen.
613	Ik heb geen enkel boek niet gekocht want m'n geld was op	Als voorkomt, vragen of 'en' (negatiepartikel) in deze constructie kan voorkomen.
614	Jan rookt niet meer (VERTAAL)	Vertaling bij VORM
729	Zelfs hij kan dat niet oplossen. (VERTAAL)	Vorm pronomen invullen bij VORM.; Extra in Oost- en West-Vlaanderen: kunnen ook dubbelvormen als 'jij', 'jem', 'nem? Indien ja: vorm invullen bij ANTWOORD 2.
730	Hoe laat is dat eigenlijk?
731	Mogen we (dof) wel weten dat wij (vol) ook gevraagd zijn? (VERTAAL)	Vorm dof pronomen invullen bij VORM; Vorm vol pronomen invullen bij ANTWOORD 2. (kan een 'lieden'-compositum, zoals 'wullie'...?)
732	Weet je iets over het weer morgen? (VERTAAL)	Flectie of -s(t)(e) mogelijk? Invullen JA/ NEE (zo nee naar vraag xxx); Indien ja: welke vormen: weets, weetst, weetste, weetstu, andere (invullen bij ANTWOORD 2).
733	Je weet wel dat je slim genoeg bent. (VERTAAL)	Indien ja: kan i.p.v. 'bent': bist, biste, andere (invullen bij ANTWOORD 2) ; kan i.p.v. 'dat je': das, dast, daste, dastu, andere (invullen bij ANTWOORD 2); kan i.p.v. 'je weet' (rechte volg): weets (PRO-drop), weetst (PRO-drop), weetste (PRO-drop), de weetst(e) (met dof pronomen), andere (invullen bij OPMERKINGEN).
734	Hun/ Hullie hebben daar niks mee te maken.
737	Marie en Piet kussen elkaar.	vorm elkaar invullen bij VORM. ; In Vlaams Brabant, Oost-Vlaanderen en vak Q: als geen '??n' in antwoord, vragen of '??n' ook mogelijk is.
738	Hij riep alle familieleden bij zich.	Vorm zich invullen bij VORM. ; In pronomenloze gebied vragen of 'zich' ook weggelaten kan worden (D003p, I118p, I142p, I148p, I158p, I175p, I178p, I257p, I260p, I264p, K189b, K190p, K192p, K209p, K211, K221p,K229p, K258p, K274a, K276p, K291p, K309, K320p, K330, K339p, K353, L199p, L255p, L414, L416, O152p, O177, O228p, P018, P033, P102, P133, P145, P176)
739	Er zat een inbreker in deze kast.
740	Het zat een inbreker in deze kast.
741	Daar zat een inbreker in deze kast.
742	Gisteren zat een inbreker in deze kast.
743	Gisteren zat er een inbreker in deze kast.
744	Gisteren zat het een inbreker in deze kast.
745	Gisteren zat daar een inbreker in deze kast.
746	't Is net of een hond in deze kast zit.
747	't Is net of er een hond in deze kast zit.
748	't Is net of het een hond in deze kast zit.
749	't Is net of daar een hond in deze kast zit.
750	Als u vindt dat u gezond leeft, leeft u dan vooral zo verder (VERTAAL)	Alleen in dialecten die U of een andere beleefdheidsvorm hebben (dus in elk geval overal in Nederland). ; Noteer vormen 'als', 'dat', 'leeft 2x' in VORM	vorm: at jo dat jo libje zin: at jo fine dat dan dan soene jo fierder
753	Als iedere dag de dokter voor mij moet worden gebeld, kan ik beter in het ziekenhuis blijven. (VERTAAL)	In gebied waar 'attie' voorkomt. Noteer vertaling van 'als iedere' (invullen bij VORM)	vorm: at alle dagen zin: at alle dagen de dokter foar my belle wurde moat kin ik better yn it sikehus bliuwe
754	Als 'n enkele keer de dokter gebeld moet worden is dat niet zo erg. (VERTAAL)	In gebied waarin 3 subject ev 'en' is. Noteer vertaling 'als een' (invullen bij VORM)	vorm: at in inkele kear zin: at in inkele kear de dokter belle wurde moat is dat net sa slim
758	Jullie geloven datst jullie eerder this zijn dan ik.	Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2)
759	Jullie geloven datst eerder thuis zijn dan ik	Indien ja: kan ook i.p.v. datst: das, dats of dase? ; (invullen bij ANTWOORD 2)
762	Als ik ga, ga ik (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: ik gean opmerking: ik gon no, do giest, hy giet, wij gon, ; gon ik giesto giet hy (giet-er), gon jim;; ik gie juster, do giest, hy hat nei tsjerke west; wy giene; gie ik giene jim;; giesto nei tsjerke, doetiid
762	Als ik ga, ga ik (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gean ik opmerking: ik gon no, do giest, hy giet, wij gon, ; gon ik giesto giet hy (giet-er), gon jim;; ik gie juster, do giest, hy hat nei tsjerke west; wy giene; gie ik giene jim;; giesto nei tsjerke, doetiid
763	Als je gaat, ga je. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: do giest
763	Als je gaat, ga je. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: giesto
764	Als u gaat, gaat u. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben.	vorm: jo geane
764	Als u gaat, gaat u. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM; Alleen opvragen in dialecten die u of een andere beleefdheidsvorm hebben.	vorm: geane jo
765	Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: hij giet
765	Als hij gaat, gaat hij (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: giet hij
766	Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: sij giet
766	Als ze gaat, gaat ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: giet sij
767	Als het gaat, gaat het. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: it giet
767	Als het gaat, gaat het. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: giet it
768	Als we gaan, gaan we. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: we geane
768	Als we gaan, gaan we. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: geane we
769	Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: jim geane
769	Als jullie gaan, gaan jullie (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: geane jim
770	Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: se geane
770	Als ze gaan, gaan ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: geane se
771	Ga onmiddellijk weg! (VERTAAL)	Vorm van gaan invullen bij VORM	komt voor : n vorm: moast perfoarst fuort gean
772	Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: ik gong
772	Toen ik ging, ging jij ook. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gongsto
773	Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: do gongst
773	Toen jij ging, ging ik niet. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gong ik
774	Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: jo gongen
774	Toen u ging, ging hij ook. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gong hij
775	Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: hij gong
775	Toen hij ging, ging u ook. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gongen jo
776	Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: sij gong
776	Toen zij ging, ging het niet (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gong it
777	Toen het ging, ging ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: it gong
777	Toen het ging, ging ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gong se
778	Toen wij gingen, gingen jullie ook. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM; Kan er na 'toen' een voegwoord verschijnen - dat, a, toen-t, als, of?; (invullen bij ANTWOORD 2)
779	Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: jim gongen
779	Toen jullie gingen, gingen wij niet. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gongen wij
780	Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: se gongen
780	Toen ze gingen, gingen ze. (VERTAAL)	Vormen van gaan invullen bij VORM	vorm: gongen se
781	Vertel mij eens wie er aan de deur was?	Doel vraag: a=j betekent hier dat de zin zonder voegwoord voorkomt.
782	Dat is de man wie ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
783	Dat is de man dat ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
784	Dat is de man die ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
785	Dat is de man wie het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
786	Dat is de man dat het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
787	Dat is de man die het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
788	Dat is de man die ik denk dat het verhaal verteld heeft.
789	Dat is de man die ik denk die het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
790	Dat is de man dat ik denk dat het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
791	Dat is de man dat ik denk die het verhaal verteld heeft.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
792	Dat is de man die ik denk die ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
793	Dat is de man dat ik denk dat ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
794	Dat is de man dat ik denk die ze geroepen hebben.	In gebied met verplichte voegwoorden de zinnen aanbieden met voegwoorden.
798	Iedere vader hoopt z'n kinderen zijn eerlijk.
799	Iedere moeder meent haar kinderen moet ze beschermen.
804	Ik vind dat iedereen de foto zien moet kunnen.
805	Hij is alle kapotte spullen weg aan het smijten.
806	Hij zou het gedaan gekund gewild hebben.
807	Marie zit te stoofpeer schillen.
808	Marie zit te stoofperen schillen.
809	Marie zit te piano spelen.
810	Hij zit weer te voorzeggen.
812	Hoe haal je het in je hoofd en gooi met eten?	In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort.
813	Hoe haal je het in je hoofd en gooien met eten?	In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort.
814	Hij heeft geen zin en voeren die koeien weg.	In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort.
815	Hij heeft geen zin en voer die koeien weg.	In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort.
816	Hij heeft geen zin en wegvoeren die koeien.	In Friesland een ww nemen dat niet tot de -je klasse behoort.
817	Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten te werken.
818	Jan vindt het prettig om de hele dag zitten te werken.
819	Jan vindt het prettig om de hele dag te zitten werken.
820	Hij zal wel weer staan te zeuren.
821	Hij zal wel weer staan zeuren.
822	Ik heb vandaag nog niet gerookt gehad.
823	Ben je met die fiets gevallen geweest?
824	Het huis is verkocht geworden.
825	Het huis is verkocht geweest.
826	Ik heb hem gisteren tegengekomen.
827	Jan liet zich meedrijven op de golven	Vorm zich invullen bij VORM
828	Toon bekeek zich eens goed in de spiegel	Vorm zich invullen bij VORM
829	Eduard kent zich goed	Vorm zich invullen bij VORM
831	Jan trok de deken naar zich toe	Ook andere mogelijkheden dan 'zich'?; Vorm zich invullen bij VORM

terug naar lijst met plaatsen

© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut