(dialect)syntactische verschijnselen
Doorbreking van werkwoordclusters
derde constructiedoorbreking van het verbale cluster: adpositioneel partikel
doorbreking van het verbale cluster: adverbiaal partikel
doorbreking van het verbale cluster: bepaald object
doorbreking van het verbale cluster: bijwoord
doorbreking van het verbale cluster: kaal nomen
doorbreking van het verbale cluster: meervoudig nomen
doorbreking van het verbale cluster: onbepaald object
doorbreking van het verbale cluster: voorzetselgroep
ÉÉN-pronominalisatie
ÉÉN-pronominalisatieHulpwerkwoorden en werkwoordposities
gerundiumhulpwerkwoordselectie
hulpwerkwoordverdubbeling
infinitivale absolute 'met'-constructie
korte 'doen' antwoorden - ontkenning van negatieve bewering
korte 'doen' antwoorden - ontkenning van positieve bewering
perfectieve passief
perifrastisch doen - declaratief
perifrastisch doen - imperatief
perifrastisch doen - negatief
perifrastisch doen - vraagzin
subject tussen werkwoord en tijdsuffix
twee zinsinitiële werkwoorden
v2 in bijzin
Morfosyntaxis van werkwoordclusters
Aanwezigheid van 'te' in het verbale complexcorrelatie tussen ipp, de aanwezigheid van het prefix 'ge' en woordvolgorde
imperativus pro infinitivo (ipi)
incorporatie van nomen en adpositie
infinitivus pro participio (ipp) in het verbale cluster
ipp in verbaal cluster met het werkwoord 'proberen'
ipp zonder verbaal cluster
Nomen incorporatie en verbale hendiadys
participium pro infinitivo (ppi)
positie van 'te' in het verbale complex
vorm van het participium van het modale werkwoord 'kunnen'
vorm van het participium van het modale werkwoord 'willen'
Negatie en kwantificatie
'en' in de negatief polaire bijzin'en...maar' in de declaratieve hoofdzin
'en...niet' in de bijzin
'en...niet' in de declaratieve hoofdzin
'en...niet' in de imperatief
'en...niet' in de vraagzin
'geen enkele' en 'niet'
'geen' en 'niet meer'
'iedereen' of 'overal' of 'geen' waarbij de negatie bereik heeft over 'iedereen' of 'overal'
'nergens' en 'geen'
'nergens' en 'niet'
'niemand' en 'geen'
'niemand' en 'niet'
'niemand' en 'niet', variatie in de volgorde
'niemand', 'niet' en 'en'
'niemand', 'niets' of 'nergens' en 'en'
'niet veel' of 'niet goed' en 'geen' binnen een naamwoordgroep
'niets' en 'niet'
'nooit' en 'niet'
vormen voor 'iedereen'
vormen voor 'iemand'
vormen voor 'iets'
vormen voor 'nergens'
vormen voor 'niemand'
vormen voor 'niets'
vormen voor 'ooit'
zinsnegatie met alleen 'en'
zinsnegatie met zinsfinaal niet
Plaats als onderwerp
loos onderwerp in inversieplaatsonderwerp in inversie
plaatsonderwerp in rechte volgorde
Plaatsonderwerp na voegwoord
Reflexieve en reciproke pronomina
pronomina als object van een voorzetsel in een inherent reflexieve constructiereciproke pronomina
reflexief pronomen als object van transitief werkwoord
reflexieve pronomina als deel van een ingebed subject 1
reflexieve pronomina als deel van een ingebed subject 2
reflexieve pronomina als object in een locatieve voorzetselgroep
reflexieve pronomina als object in een voorzetselgroep in een infinitiefzin
reflexieve pronomina als subject in het complement van laten (fem)
reflexieve pronomina als subject in het complement van laten (masc)
reflexieve pronomina in accomplishments
reflexieve pronomina in adverbiale mediale constructies
reflexieve pronomina in possessieve constructies, onvervreemdbaar
reflexieve pronomina in possessieve constructies, vervreemdbaar
reflexieve pronomina in transitieve mediale constructies
zwak reflexief pronomen als object van inherent reflexief werkwoord
zwak reflexief pronomen als object van transitief werkwoord
Relatiefzinnen
gespleten topicalisatiekorte objectrelatief
korte subject- en objectrelatief, voegwoord na relatiefpronomen
korte subject- en objectrelatieven - synthese
korte subjectrelatief
lange objectrelatief
lange subject- en objectrelatieven - synthese
lange subjectrelatief
locatieve relatief, d- en w-vormen
locatieve relatief, voegwoord na relativum
partiële vraagwoordverplaatsing met relativum
possessieve relatief, possessief pronomen
possessieve relatief, voegwoord na relativum
topicalisatie met inversie in bijzin
topicalisatie zonder inversie
vooropplaatsing in imperatiefzinnen
voorzetselstranding
vrije relatief, voegwoord na relatiefpronomen
Subjectclitics in antwoorden
clitica en vervoeging na ja/nee, 1 enkelvoudclitica en vervoeging na ja/nee, 3 meervoud
clitica na ja/nee, 1 meervoud
clitica na ja/nee, 2 enkelvoud/meervoud
clitica na ja/nee, 3 enkelvoud mannelijk
clitica na ja/nee, 3 enkelvoud onzijdig
clitica na ja/nee, 3 enkelvoud vrouwelijk
Subjectpronomina
beleefdheidsvormensubjectpronomina 1 enkelvoud
subjectpronomina 1 meervoud, sterke vormen - ongelede vormen
subjectpronomina 1 meervoud, sterke vormen, geleed
subjectpronomina 1 meervoud, zwakke vormen in initiële positie
subjectpronomina 1 meervoud, zwakke vormen na een voegwoord
subjectpronomina 2 enkelvoud, sterke vormen
subjectpronomina 2 enkelvoud, zwakke vormen in initiële positie
subjectpronomina 2 enkelvoud, zwakke vormen in inversie, persoonsvorm ga
subjectpronomina 2 enkelvoud, zwakke vormen in inversie, persoonsvorm leef
subjectpronomina 2 enkelvoud, zwakke vormen na voegwoord
subjectpronomina 2 meervoud, sterke vormen
subjectpronomina 2 meervoud, sterke vormen, geleed
subjectpronomina 3 enkelvoud mannelijk, sterke vormen
subjectpronomina 3 enkelvoud mannelijk, zwakke vormen in initiële positie
subjectpronomina 3 enkelvoud mannelijk, zwakke vormen met initiële /t/
subjectpronomina 3 enkelvoud mannelijk, zwakke vormen na voegwoord
subjectpronomina 3 enkelvoud vrouwelijk, sterke vormen
subjectpronomina 3 meervoud, sterke vormen
subjectpronomina 3 meervoud, sterke vormen, geleed
subjectpronomina, pro-drop 2 enkelvoud
Subjectverdubbeling
subjectverdubbeling 1 enkelvoudsubjectverdubbeling 1 meervoud
subjectverdubbeling 2 enkelvoud
subjectverdubbeling 2 meervoud
subjectverdubbeling 3 enkelvoud mannelijk
subjectverdubbeling 3 enkelvoud onzijdig
subjectverdubbeling 3 enkelvoud vrouwelijk
subjectverdubbeling 3 enkelvoud, lexicaal subject
subjectverdubbeling 3 meervoud
Voegwoordvervoeging
voegwoordvervoeging 1 enkelvoudvoegwoordvervoeging 1 meervoud
voegwoordvervoeging 2 enkelvoud
voegwoordvervoeging 2 meervoud
voegwoordvervoeging 3 enkelvoud
voegwoordvervoeging 3 meervoud
voegwoordvervoeging 3 meervoud niet-pronominaal subject
voegwoordvervoeging 3 meervoud voor pronomina, expletieven en nominale groepen
voegwoordvervoeging in comparatieven
Vorm van voegwoorden
finiet voegwoord afwezigfiniet(e) voegwoord(en) na betrekkelijk voornaamwoord
finiet(e) voegwoord(en) na vraagwoord
infiniet optioneel voegwoord
infiniet verplicht voegwoord
voegwoord in comparatieven
voegwoord van declaratieve bijzin
voegwoord van vergelijkende of-zin
voegwoord van voorwaardelijke bijzin
Werkwoordclusters
drieledige werkwoordclusters irrealiswerkwoordclusters 'heen', 'te' en IPP
werkwoordclusters hulpwerkwoord 'hebben' finiet plus modaal infinitief/participium plus infinitie
werkwoordclusters hulpwerkwoord 'hebben' finiet plus modaal infinitief/participium plus infinitief: 3-1-2 volgorde
werkwoordclusters hulpwerkwoord 'hebben' finiet plus participium 1
werkwoordclusters hulpwerkwoord 'hebben' finiet plus participium 2
werkwoordclusters hulpwerkwoord 'zijn' finiet plus participium
werkwoordclusters hulpwerkwoord 'zijn' in drieledige werkwoordclusters
werkwoordclusters modaal finiet plus infinitief
werkwoordclusters: modaal (moet) - infinitief (hebben) - participium (gemaakt)
werkwoordclusters: modaal (moet) - infinitief (kunnen) - infinitief (zwemmen)
werkwoordclusters: perf. hww (is) - infinitief/participium (gaan/gegaan) - infinitief (zwemmen)
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut