Teirlinck, Is. (1924). Klank- en vormleer van het Zuid-Oostvlaandersch dialect. Gent: Koninklijke Vlaamse Academie.
pronominale verwijzing, vormvarianten, direct objectpronomina
pronominale verwijzing, vormvarianten, possessieve pronomina
pronominale verwijzing, vormvarianten, reciproken
pronominale verwijzing, vormvarianten, reflexieven
pronominale verwijzing, vormvarianten, sterke pronomina
pronominale verwijzing, vormvarianten, subjectpronomina
pronominale verwijzing, vormvarianten, zwakke pronomina
pronominale verwijzing, verwijzing, reflexieven (bij ww.)
pronominale verwijzing, cliticspronomina, clitic pronomina
pronominale verwijzing, cliticspronomina, cliticdubbeling
pronominale verwijzing, cliticspronomina, direct object
pronominale verwijzing, cliticspronomina, subject
linkerperiferie, cliticspronomina, clitic pronomina
linkerperiferie, cliticspronomina, cliticdubbeling
linkerperiferie, cliticspronomina, direct object
linkerperiferie, cliticspronomina, subject
linkerperiferie, volgorde, inversie
linkerperiferie, voegwoorden, meer dan 1 voegwoord
linkerperiferie, voegwoorden, vervoeging relat.pron.
linkerperiferie, voegwoorden, voegw. na comparatief
linkerperiferie, voegwoorden, voegw.vervoeging
linkerperiferie, voegwoorden, vraagw.+voegwoord
linkerperiferie, overig, do-support
linkerperiferie, overig, imperatief
linkerperiferie, overig, vervoeging ja/nee
linkerperiferie, werkwoorden, werkw.paradigma's
rechterperiferie, werkwoorden, werkw.paradigma's
rechterperiferie, volgordevariatie, te-plaatsing
negatie/kwantificatie, dubbele negatie
negatie/kwantificatie, negatie
negatie/kwantificatie, negatiecongruentie
rechterperiferie, vormvariatie, ge- in participia
rechterperiferie, vormvariatie, V-dubbeling
© 2000-2007 KNAW/Meertens Instituut